In Bijbels Optiek
4.2. Wat betekent : in Christus gedoopt ?
De christelijke doop vindt plaats “in Christus”. Deze uitdrukking komt in het Nieuwe Testament, vooral bij Paulus, heel veel voor. Zij geeft een wezenlijke verbondenheid met Christus aan. En de doop laat zien, dat die band is gelegd. Wanneer het “in Christus” wordt genoemd bij het gebeuren van de doop, dan wordt er een beweging bedoeld naar Hem toe. In Christus gedoopt worden betekent bij Hem binnenkomen. Op het voorzetsel “in” bij het werkwoord dopen volgt zo goed als altijd een vierde naamval met de betekenis : ergens naar toe, naar binnen. De doop brengt je in de gemeenschap met Christus. Je behoort bij zijn kinderen ( Gal. 3 : 26 ), binnen het bereik van zijn persoon en werk, in zijn gezin. Paulus vergelijkt het ook wel met het aantrekken van kleren : Christus is je nieuwe gewaad ( Gal. 3 : 27 ).
De christelijke doop vindt plaats “in Christus”. Deze uitdrukking komt in het Nieuwe Testament, vooral bij Paulus, heel veel voor. Zij geeft een wezenlijke verbondenheid met Christus aan. En de doop laat zien, dat die band is gelegd. Wanneer het “in Christus” wordt genoemd bij het gebeuren van de doop, dan wordt er een beweging bedoeld naar Hem toe. In Christus gedoopt worden betekent bij Hem binnenkomen. Op het voorzetsel “in” bij het werkwoord dopen volgt zo goed als altijd een vierde naamval met de betekenis : ergens naar toe, naar binnen. De doop brengt je in de gemeenschap met Christus. Je behoort bij zijn kinderen ( Gal. 3 : 26 ), binnen het bereik van zijn persoon en werk, in zijn gezin. Paulus vergelijkt het ook wel met het aantrekken van kleren : Christus is je nieuwe gewaad ( Gal. 3 : 27 ).
In Bijbels Optiek
In Christus gedoopt wil zeggen dat je je met Christus bekleed hebt.
In deze manier van zeggen zit de gedachte, dat de doop ons zet in de ruimte van Christus’ liefde, verbonden met allen, die bij Hem behoren. Alle spreken over Hem is in de bijbel tegelijk een spreken over zijn verhouding tot de mensen. Tot Hem komen is tevens een ingelijfd worden bij de zijnen in deze wereld. Het geheim van de gemeente is aanwezig, wanneer gedoopt wordt.
Het ligt in de aard van het Evangelie, dat het nieuwe begin met Christus ook een nieuw begin in de Christusgemeente is. In Christus zijn God en mens met elkaar verenigd. Zo luidt het Evangelie. Dat is ook het geval in de doop. Dan gaat het om de doop en opstanding van Christus. Daar zijn wij door de doop in opgenomen. Volgens Paulus moeten wij dit terdege beseffen. Anders lopen wij aan het eigenlijke van de doop voorbij ( Rom. 6 : 3,4 ). De geschiedenis van Goede Vrijdag en Pasen is onze eigen geschiedenis, zegt de doop. Het leven van de mensen heeft een nieuw punt van vertrek gekregen in zijn dood en opstanding. De woorden wedergeboorte en vernieuwing worden hiervoor in de bijbel gebruikt. Met Christus moet je opnieuw beginnen. Niet in die zin, dat je het leven moet overdoen. Nicodemus denkt dit, wanneer Jezus over deze dingen spreekt. Dat wordt hem nogal kwalijk genomen. Een leraar in Israël hoort beter te weten ( Joh. 3 : 3-10 ). Wedergeboorte betekent geen herhaling van het leven en dan op een andere wijze, als een soort reïncarnatie binnen dit bestaan. Maar wedergeboorte wil zeggen, dat dit leven van nu wordt beleefd als van een andere oorsprong, die in Christus gegeven is. Je erkent en gaat er van uit, dat je nog van een andere origine bent dan door vlees en bloed, door biologische afstamming, is bepaald. Want er is óók de Geest, het werk van God voor ons en in ons. Dat doet ons op nieuwe wijze in ons leven en in onze wereld staan en gaan. Hierop duidt de doop met water. De Geest behoort erbij. De bijbel noemt water en Geest vaak in één adem. De doop is het bad der wedergeboorte en van de vernieuwing door de Heilige Geest ( Tit. 3 : 5 ). Te beredeneren is dit niet. Het kan alleen worden gevierd in het feest in de gemeente van Christus. Het brengt God en mens bijeen. En dit is het hart van het bijbelse evangelie.
In deze manier van zeggen zit de gedachte, dat de doop ons zet in de ruimte van Christus’ liefde, verbonden met allen, die bij Hem behoren. Alle spreken over Hem is in de bijbel tegelijk een spreken over zijn verhouding tot de mensen. Tot Hem komen is tevens een ingelijfd worden bij de zijnen in deze wereld. Het geheim van de gemeente is aanwezig, wanneer gedoopt wordt.
Het ligt in de aard van het Evangelie, dat het nieuwe begin met Christus ook een nieuw begin in de Christusgemeente is. In Christus zijn God en mens met elkaar verenigd. Zo luidt het Evangelie. Dat is ook het geval in de doop. Dan gaat het om de doop en opstanding van Christus. Daar zijn wij door de doop in opgenomen. Volgens Paulus moeten wij dit terdege beseffen. Anders lopen wij aan het eigenlijke van de doop voorbij ( Rom. 6 : 3,4 ). De geschiedenis van Goede Vrijdag en Pasen is onze eigen geschiedenis, zegt de doop. Het leven van de mensen heeft een nieuw punt van vertrek gekregen in zijn dood en opstanding. De woorden wedergeboorte en vernieuwing worden hiervoor in de bijbel gebruikt. Met Christus moet je opnieuw beginnen. Niet in die zin, dat je het leven moet overdoen. Nicodemus denkt dit, wanneer Jezus over deze dingen spreekt. Dat wordt hem nogal kwalijk genomen. Een leraar in Israël hoort beter te weten ( Joh. 3 : 3-10 ). Wedergeboorte betekent geen herhaling van het leven en dan op een andere wijze, als een soort reïncarnatie binnen dit bestaan. Maar wedergeboorte wil zeggen, dat dit leven van nu wordt beleefd als van een andere oorsprong, die in Christus gegeven is. Je erkent en gaat er van uit, dat je nog van een andere origine bent dan door vlees en bloed, door biologische afstamming, is bepaald. Want er is óók de Geest, het werk van God voor ons en in ons. Dat doet ons op nieuwe wijze in ons leven en in onze wereld staan en gaan. Hierop duidt de doop met water. De Geest behoort erbij. De bijbel noemt water en Geest vaak in één adem. De doop is het bad der wedergeboorte en van de vernieuwing door de Heilige Geest ( Tit. 3 : 5 ). Te beredeneren is dit niet. Het kan alleen worden gevierd in het feest in de gemeente van Christus. Het brengt God en mens bijeen. En dit is het hart van het bijbelse evangelie.
In Bijbels Optiek
Nicodemus, een Schriftgeleerde, ging in de nacht tot Jezus om Hem te vragen hoe hij wederom geboren kon worden. Jezus zei:”Tenzij iemand (wedergebeoren) wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien”.
De lijn van God naar de mensen en die van de mens naar de medemensen zijn met elkaar verstrengeld. Spreken over het ene los van het andere, voert altijd buiten de bijbel. Zij kunnen niet tegen elkaar worden uitgespeeld zonder aan het evangelie te kort te doen. De gemeente komt elke zondag bijeen in deze twee-eenheid van het verticale : de aanbidding, en het horizontale : de dienst. Dit unieke van het samen in Christus zijn, heeft in de doop een bijzondere gestalte gekregen. Het is de spil van de bijbelse boodschap. Toch blijkt het moeilijk te zijn voor de theologische redenering, omdat het niet goed in de menselijke denkwijze is te vatten. Telkens wordt het woordje "en" in de verbinding God en mens geschrapt : òf de mens is God zonder dat God er bij te pas behoeft te komen, òf God is mens zonder dat de mens zijn plaats heeft. Maar in het God-en-mens van de bijbel wordt God niet God af en de mens niet mens af. God èn mens is niet hetzelfde als Godmens of mensgod.
In de doop mogen wij de verbondenheid met Christus zien en ervaren in deze verstrengeling van de verticale en horizontale lijn. God is er voor de mens, opdat de mensen er zouden zijn voor elkaar. In het vieren van de doop openen zich grootse vergezichten. Zij betreffen het werk van God voor de wereld, zijn verbond en zijn rijk. En tegelijk gaan zij over het leven van mensen met elkaar in gezin, gemeente en heel de mensheid. Beide lijnen moeten apart besproken, hoewel zij nooit los van elkaar kunnen bestaan.
De lijn van God naar de mensen en die van de mens naar de medemensen zijn met elkaar verstrengeld. Spreken over het ene los van het andere, voert altijd buiten de bijbel. Zij kunnen niet tegen elkaar worden uitgespeeld zonder aan het evangelie te kort te doen. De gemeente komt elke zondag bijeen in deze twee-eenheid van het verticale : de aanbidding, en het horizontale : de dienst. Dit unieke van het samen in Christus zijn, heeft in de doop een bijzondere gestalte gekregen. Het is de spil van de bijbelse boodschap. Toch blijkt het moeilijk te zijn voor de theologische redenering, omdat het niet goed in de menselijke denkwijze is te vatten. Telkens wordt het woordje "en" in de verbinding God en mens geschrapt : òf de mens is God zonder dat God er bij te pas behoeft te komen, òf God is mens zonder dat de mens zijn plaats heeft. Maar in het God-en-mens van de bijbel wordt God niet God af en de mens niet mens af. God èn mens is niet hetzelfde als Godmens of mensgod.
In de doop mogen wij de verbondenheid met Christus zien en ervaren in deze verstrengeling van de verticale en horizontale lijn. God is er voor de mens, opdat de mensen er zouden zijn voor elkaar. In het vieren van de doop openen zich grootse vergezichten. Zij betreffen het werk van God voor de wereld, zijn verbond en zijn rijk. En tegelijk gaan zij over het leven van mensen met elkaar in gezin, gemeente en heel de mensheid. Beide lijnen moeten apart besproken, hoewel zij nooit los van elkaar kunnen bestaan.