De opname van de Gemeente in het Oude en Nieuwe Testament.
De opname van de gemeente in Hoséa 2
(Bron: Statenvertaling)
Israël is de vrouw.
Hosèa 2
1 Twist tegen uw moeder, twist, omdat zij Mijn vrouw niet is, en Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen van haar aangezicht, en haar overspelerijen van tussen haar borsten wegdoen.
2 Opdat Ik haar niet naakt uitstrope, en haar zette als ten dage, toen zij geboren werd; ja, haar make als een woestijn, en haar zette als een dor land, en haar dode door dorst;
3 En Mij over haar kinderen niet ontferme, omdat zij kinderen der hoererijen zijn.
4 Want hun moeder hoereert; die hen ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn minnaars nagaan, die mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank geven.
5 Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen omheinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.
6 En zij zal haar minnaars nalopen, maar hen niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal heengaan, en weerkeren tot mijn vorige Man, want toen was mij beter dan nu.
7 Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren, en de most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd heb, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben.
Hosèa begint te profeteren in de naam van de Heer. En Israël, dat hier als vrouw en als hoer wordt neergezet, krijgt er flink van langs. Israël, dat God links heeft laten liggen en andere goden heeft gediend. Israël, dat Jezus niet wilde als hun Redder en Verlosser. Israël dat Jezus niet erkende als hun Messias. Dat Israël wordt hier neergezet als een hoer, als overspelige vrouw.
Tot op de dag van vandaag verwachten de Joden de Messias en Hij zal weer komen. Dat de Here Jezus weer zal komen wordt in Hoséa duidelijk.
Gods kostbaarheden worden weggenomen.
8 Daarom zal Ik weerkomen, en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezette tijd; en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, die dienen om haar naaktheid te bedekken.
Velen zijn geneigd om zo over dit vers heen te lezen, zonder dat er iets zou opvallen. Maar dit vers is zeer bijzonder.
Allereerst lezen we de belofte van de Here Jezus dat Hij weer zal komen. Deze belofte aan het volk Israël en aan Zijn gemeente is het allerbelangrijkste. En wel om de reden dat de Here Jezus bij deze gebeurtenis centraal staat en verheerlijkt wordt. De Vader wil dit, Zijn wil zal geschieden en wat de Vader belangrijk vind, moeten wij belangrijk vinden.
Daarna, achter de komma staat wat voor God nog meer belangrijk is en welk doel dat heeft. Hieronder puntsgewijs neer gezet:
- en Mijn koren wegnemen op zijn tijd
- en Mijn most op zijn gezette tijd;
- en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas,
- die dienen om haar naaktheid te bedekken.
Zijn tijd en zijn gezette tijd.
Mijn koren wegnemen op zijn tijd. Hier valt direct op dat de Heer spreekt over zijn tijd. Let wel met een kleine z. Als wij zeggen “te Zijner tijd”, bedoelen we eigenlijk God met Zijner. Maar hier staat zijn met een kleine z.
Dan vervolgt het vers, “en Mijn most op zijn gezette tijd”. Weer met een kleine z en geen hoofdletter zoals de Here God dat aanduidt en deze tijd is niet zomaar gekozen, maar een vastgestelde tijd.
En tenslotte zegt de Here, “zal Ik wegrukken Mijn wol en Mijn vlas”.
Wat ook vertaalt zou kunnen worden met: “het wegrukken van haar kleren, zodat zij daardoor naakt is”, onze lichamelijke naaktheid word namelijk bedekt door onze kleren.
Even terug om de draad weer op te pakken. Het gaat over het toekomstige Israël en om de Here Jezus, Die immers wederkomt. Voordat Hij zich zal ontfermen over haar, Israël, zal God eerst haar ‘dingen’ afnemen.
Maar dat is niet zomaar iets afnemen, maar dit zijn verwijzingen naar andere profetieën, namelijk de opname van de gemeente en de opname van de twee getuigen.
(Bron: Statenvertaling)
Israël is de vrouw.
Hosèa 2
1 Twist tegen uw moeder, twist, omdat zij Mijn vrouw niet is, en Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen van haar aangezicht, en haar overspelerijen van tussen haar borsten wegdoen.
2 Opdat Ik haar niet naakt uitstrope, en haar zette als ten dage, toen zij geboren werd; ja, haar make als een woestijn, en haar zette als een dor land, en haar dode door dorst;
3 En Mij over haar kinderen niet ontferme, omdat zij kinderen der hoererijen zijn.
4 Want hun moeder hoereert; die hen ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn minnaars nagaan, die mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank geven.
5 Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen omheinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.
6 En zij zal haar minnaars nalopen, maar hen niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal heengaan, en weerkeren tot mijn vorige Man, want toen was mij beter dan nu.
7 Zij bekent toch niet, dat Ik haar het koren, en de most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd heb, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben.
Hosèa begint te profeteren in de naam van de Heer. En Israël, dat hier als vrouw en als hoer wordt neergezet, krijgt er flink van langs. Israël, dat God links heeft laten liggen en andere goden heeft gediend. Israël, dat Jezus niet wilde als hun Redder en Verlosser. Israël dat Jezus niet erkende als hun Messias. Dat Israël wordt hier neergezet als een hoer, als overspelige vrouw.
Tot op de dag van vandaag verwachten de Joden de Messias en Hij zal weer komen. Dat de Here Jezus weer zal komen wordt in Hoséa duidelijk.
Gods kostbaarheden worden weggenomen.
8 Daarom zal Ik weerkomen, en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezette tijd; en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, die dienen om haar naaktheid te bedekken.
Velen zijn geneigd om zo over dit vers heen te lezen, zonder dat er iets zou opvallen. Maar dit vers is zeer bijzonder.
Allereerst lezen we de belofte van de Here Jezus dat Hij weer zal komen. Deze belofte aan het volk Israël en aan Zijn gemeente is het allerbelangrijkste. En wel om de reden dat de Here Jezus bij deze gebeurtenis centraal staat en verheerlijkt wordt. De Vader wil dit, Zijn wil zal geschieden en wat de Vader belangrijk vind, moeten wij belangrijk vinden.
Daarna, achter de komma staat wat voor God nog meer belangrijk is en welk doel dat heeft. Hieronder puntsgewijs neer gezet:
- en Mijn koren wegnemen op zijn tijd
- en Mijn most op zijn gezette tijd;
- en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas,
- die dienen om haar naaktheid te bedekken.
Zijn tijd en zijn gezette tijd.
Mijn koren wegnemen op zijn tijd. Hier valt direct op dat de Heer spreekt over zijn tijd. Let wel met een kleine z. Als wij zeggen “te Zijner tijd”, bedoelen we eigenlijk God met Zijner. Maar hier staat zijn met een kleine z.
Dan vervolgt het vers, “en Mijn most op zijn gezette tijd”. Weer met een kleine z en geen hoofdletter zoals de Here God dat aanduidt en deze tijd is niet zomaar gekozen, maar een vastgestelde tijd.
En tenslotte zegt de Here, “zal Ik wegrukken Mijn wol en Mijn vlas”.
Wat ook vertaalt zou kunnen worden met: “het wegrukken van haar kleren, zodat zij daardoor naakt is”, onze lichamelijke naaktheid word namelijk bedekt door onze kleren.
Even terug om de draad weer op te pakken. Het gaat over het toekomstige Israël en om de Here Jezus, Die immers wederkomt. Voordat Hij zich zal ontfermen over haar, Israël, zal God eerst haar ‘dingen’ afnemen.
Maar dat is niet zomaar iets afnemen, maar dit zijn verwijzingen naar andere profetieën, namelijk de opname van de gemeente en de opname van de twee getuigen.
In Hosea 8: 1 en 2 moet de profeet van God een geweldige toekomst neerschrijven over de komst van de Messias Jezus Christus, nadat Israël door de grote verdrukking is gegaan. Hij schrijft: “De bazuin aan uw mond! Hij komt als een arend tegen het huis des Heren; omdat zij Mijn verbond hebben overtreden, en zijn tegen Mijn wet afvallig geworden. Dan zullen zij tot Mij ROEPEN: Mijn God! wij, Israël, kennen U.” Hoséa spreekt hier werkelijk over de wederkomst van de Here Jezus, nadat God hen letterlijk alles heeft ‘afgepakt’ en zij roepen om de Messias.
De opname van de twee getuigen.
Allereerst de twee getuigen. Opb. 11: 11-12
En na die drie en een halve dag, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.
12 En zij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar de hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.
Wat de Heer ons duidelijk maakt, is dat zij op gezette tijd, al eeuwen geleden geprofeteerd, zullen worden opgenomen. Namelijk na 3,5 dag.
Hoséa profeteerde dit al, dat Zijn most, net geperst druivensap dat nog niet gegist is en nog geen wijn is, op gezette tijd wordt weggenomen. Namelijk 3,5 dag na hun dood. Ziet u de overeenkomst: net geperst = net dood en Mijn most = Mijn getuigen.
Dan de opname van de gemeente.
Ook deze staat vermeld in vers 8. Er zijn zo te zien twee mogelijkheden. Of wij zijn het koren dat op zijn tijd weggenomen zal worden, of wij zijn de wol en het vlas dat weggerukt wordt. Het laatste is het meest waarschijnlijk: wij zijn de wol en het vlas in dit vers. Maar waarom zijn wij niet het koren?
De antichrist zal komen en zal verlangen om de tijden en wet te veranderen. (Dan 7:25,26) En hij zal de macht hierover krijgen voor 3,5 jaar. (tweede helft van de 70ste week)
In 2 Thess. 2 staat dat de antichrist zich niet kan openbaren doordat wij hier nog zijn en “opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd.” (vers 6). Dit is zijn tijd en niet Gods tijd. Het koren dat God wegneemt gebeurt in zijn tijd. Dit is de reden waarom de gemeente van Jezus Christus niet het koren is uit vers 8.
Maar waarom zouden wij dan de wol en het vlas zijn? Over de wol en het vlas staat in die vers dat zij “dienen om haar naaktheid te bedekken.” Onze kleren bedekken onze naaktheid. Kleren zijn een bescherming voor ons. Naakt zijn wij kwetsbaar voor kou of hitte, voor stoten en schaven en als wij naakt zijn schamen wij ons.
De profetie die Hoséa hier uitspreekt is dat Israël wordt beschermd door haar kleren en zij niet naakt loopt. Maar wat gebeurt er als de gemeente van Jezus Christus wordt weggenomen of wordt weggerukt? Dan begint satans heerschappij op aarde en vangt Gods toorn aan en beginnen de grote verdrukking en de 70ste week van Daniël.
Met andere woorden, onze aanwezigheid beschermt Israël voor dit gebeuren. Daarom zijn wij haar kleren die haar die bescherming al die tijd gegeven hebben. Als wij worden weggerukt, staat Israël naakt en zal ze daardoor kou en hitte voelen. De Here bedoelt dit ook in heel hoofdstuk 2 van Hoséa.
Hoséa spreekt hier dus werkelijk over de wederkomst van de Here Jezus en ook zien we dat de gemeente wordt opgenomen voor de grote verdrukking. Tevens legt de Here door de profetie van Hoséa uit, waarom wij eerst worden opgenomen voordat de grote verdrukking begint.
Hoséa profeteert hier iets wat toen nog een geheim was. Namelijk de komst van de gemeente. Deze verborgenheid werd pas geopenbaard, na Jezus’ dood en opstanding. Een geheimenis dus.
De antichrist zal komen en daarmee satans heerschappij op aarde. De hel breekt dan los. Zullen we dat meemaken? Nee natuurlijk niet.
De opname van de twee getuigen.
Allereerst de twee getuigen. Opb. 11: 11-12
En na die drie en een halve dag, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.
12 En zij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar de hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.
Wat de Heer ons duidelijk maakt, is dat zij op gezette tijd, al eeuwen geleden geprofeteerd, zullen worden opgenomen. Namelijk na 3,5 dag.
Hoséa profeteerde dit al, dat Zijn most, net geperst druivensap dat nog niet gegist is en nog geen wijn is, op gezette tijd wordt weggenomen. Namelijk 3,5 dag na hun dood. Ziet u de overeenkomst: net geperst = net dood en Mijn most = Mijn getuigen.
Dan de opname van de gemeente.
Ook deze staat vermeld in vers 8. Er zijn zo te zien twee mogelijkheden. Of wij zijn het koren dat op zijn tijd weggenomen zal worden, of wij zijn de wol en het vlas dat weggerukt wordt. Het laatste is het meest waarschijnlijk: wij zijn de wol en het vlas in dit vers. Maar waarom zijn wij niet het koren?
De antichrist zal komen en zal verlangen om de tijden en wet te veranderen. (Dan 7:25,26) En hij zal de macht hierover krijgen voor 3,5 jaar. (tweede helft van de 70ste week)
In 2 Thess. 2 staat dat de antichrist zich niet kan openbaren doordat wij hier nog zijn en “opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd.” (vers 6). Dit is zijn tijd en niet Gods tijd. Het koren dat God wegneemt gebeurt in zijn tijd. Dit is de reden waarom de gemeente van Jezus Christus niet het koren is uit vers 8.
Maar waarom zouden wij dan de wol en het vlas zijn? Over de wol en het vlas staat in die vers dat zij “dienen om haar naaktheid te bedekken.” Onze kleren bedekken onze naaktheid. Kleren zijn een bescherming voor ons. Naakt zijn wij kwetsbaar voor kou of hitte, voor stoten en schaven en als wij naakt zijn schamen wij ons.
De profetie die Hoséa hier uitspreekt is dat Israël wordt beschermd door haar kleren en zij niet naakt loopt. Maar wat gebeurt er als de gemeente van Jezus Christus wordt weggenomen of wordt weggerukt? Dan begint satans heerschappij op aarde en vangt Gods toorn aan en beginnen de grote verdrukking en de 70ste week van Daniël.
Met andere woorden, onze aanwezigheid beschermt Israël voor dit gebeuren. Daarom zijn wij haar kleren die haar die bescherming al die tijd gegeven hebben. Als wij worden weggerukt, staat Israël naakt en zal ze daardoor kou en hitte voelen. De Here bedoelt dit ook in heel hoofdstuk 2 van Hoséa.
Hoséa spreekt hier dus werkelijk over de wederkomst van de Here Jezus en ook zien we dat de gemeente wordt opgenomen voor de grote verdrukking. Tevens legt de Here door de profetie van Hoséa uit, waarom wij eerst worden opgenomen voordat de grote verdrukking begint.
Hoséa profeteert hier iets wat toen nog een geheim was. Namelijk de komst van de gemeente. Deze verborgenheid werd pas geopenbaard, na Jezus’ dood en opstanding. Een geheimenis dus.
De antichrist zal komen en daarmee satans heerschappij op aarde. De hel breekt dan los. Zullen we dat meemaken? Nee natuurlijk niet.
Hoséa profeteerde over iets wat in zijn tijd nog een geheim was, de komst van de Gemeente van Jezus Christus. Die Gemeente zal ontkomen aan de grote verdrukking, zij zijn niet bedoeld voor Gods toorn. Wat dan overblijft in de profetie van Hosea, is het koren dat dan ook zal worden weggenomen. Waarschijnlijk is het koren de groep van 144.000 Joden (12.000 uit elke stam!) die uit de grote verdrukking komen, zoals het boek Openbaring van Johannes dat beschrijft.
Spr 11: 21 Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.
Wij zullen ontkomen, omdat wij niet bedoeld zijn voor Zijn toorn, maar voor Zijn koninkrijk. Wij zullen hem dienen.
Dan houden wij het koren nog over. Hiervan staat dat dit wordt weggenomen op zijn tijd. En dit symboliseert in ieder geval dat zij uit de grote verdrukking komen. Dit zou kunnen verwijzen op de 144.000 uit openbaring, die uit de grote verdrukking komen. Maar uit voorzichtigheid met het woord van de Heer laat ik het maar even rusten, omdat ik het niet zeker weet.
In ieder geval worden zij als laatste weggenomen, want er zit een logische volgorde in de opsomming van Hosèa. Maar je moet het wel eerst zien.
Namelijk: Ik zal weerkomen, (Jezus’ wederkomst, einde grote verdrukking)
Maar daarvoor: Mijn koren wegnemen op zijn tijd, (mogelijk 144.000, 2e 3,5 jaar)
Maar daarvoor: Mijn most op zijn gezette tijd; (2 getuigen, 1e 3,5 jaar)
En daar nog weer voor: Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, die dienen om haar naaktheid te bedekken.(opname van de gemeente voor de 70ste week)
Aanvang 70ste week, 1e 3,5 jaar.
Als het klopt wat de Heer ons probeert te zeggen, namelijk dat Hosèa hier profeteert over de wederkomst van Jezus Christus, de opname van de gemeente en de opname van de twee getuigen, dan is het logisch dat de rest van het verhaal zou moeten gaan over wat zich afspeelt op het moment dat zij naakt staat, het gevolg van de opname. En dat is ook zo, leest u mee wat er gebeurt als de wol en het vlas weggerukt zijn. (Het begin van de 70ste week van Daniël.)
9 En nu zal Ik haar dwaasheid openbaren voor de ogen van haar minnaars; en niemand zal haar uit Mijn hand verlossen.
10 En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.
11 En Ik zal verwoesten haar wijnstok en haar vijgeboom, waarvan zij zegt: Deze zijn mij een hoerenloon, dat mij mijn minnaars gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een woud, en het wild gedierte des velds zal ze vreten.
12 En Ik zal over haar bezoeken de dagen van de Baäl, waarin zij die gerookt heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en haar halssieraad, en is haar minnaars nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt de HEERE.
Deze zonde zal moeten worden verzoend. Hierover spreekt Daniël 9:24:
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
Hier zijn natuurlijk 69 weken voorbij gegaan. Maar om de zonden te verzegelen, moeten deze 70 weken en daarmee noodzakelijk ook de 70ste week voorbij zijn gegaan.
De grote verdrukking, 2e 3,5 jaar.
Maar in deze laatste 70ste week in de laatste 3,5 jaar, laat de Here God, de vrouw Israël niet aan haar lot over, maar zal zelfs dan nog Zich over haar ontfermen. De Here Jezus zelf spreekt over deze aanvang van de tweede helft als volgt:
Matt 24:16-22
16 Dat alsdan, die in Judéa zijn, vluchten op de bergen;
17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;
18 En die op de akker is, kere niet weer terug, om zijn klederen weg te nemen.
19 Maar wee de bevruchte en de zogende vrouwen in die dagen!
20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om de uitverkorenen zullen die dagen verkort worden.
Maar ook in Openbaring lezen we dat de Heer Israël als Zijn vrouw beschermd:
Opb. 12: 6 “En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar door God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.”
Spr 11: 21 Hand aan hand zal de boze niet onschuldig zijn; maar het zaad der rechtvaardigen zal ontkomen.
Wij zullen ontkomen, omdat wij niet bedoeld zijn voor Zijn toorn, maar voor Zijn koninkrijk. Wij zullen hem dienen.
Dan houden wij het koren nog over. Hiervan staat dat dit wordt weggenomen op zijn tijd. En dit symboliseert in ieder geval dat zij uit de grote verdrukking komen. Dit zou kunnen verwijzen op de 144.000 uit openbaring, die uit de grote verdrukking komen. Maar uit voorzichtigheid met het woord van de Heer laat ik het maar even rusten, omdat ik het niet zeker weet.
In ieder geval worden zij als laatste weggenomen, want er zit een logische volgorde in de opsomming van Hosèa. Maar je moet het wel eerst zien.
Namelijk: Ik zal weerkomen, (Jezus’ wederkomst, einde grote verdrukking)
Maar daarvoor: Mijn koren wegnemen op zijn tijd, (mogelijk 144.000, 2e 3,5 jaar)
Maar daarvoor: Mijn most op zijn gezette tijd; (2 getuigen, 1e 3,5 jaar)
En daar nog weer voor: Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, die dienen om haar naaktheid te bedekken.(opname van de gemeente voor de 70ste week)
Aanvang 70ste week, 1e 3,5 jaar.
Als het klopt wat de Heer ons probeert te zeggen, namelijk dat Hosèa hier profeteert over de wederkomst van Jezus Christus, de opname van de gemeente en de opname van de twee getuigen, dan is het logisch dat de rest van het verhaal zou moeten gaan over wat zich afspeelt op het moment dat zij naakt staat, het gevolg van de opname. En dat is ook zo, leest u mee wat er gebeurt als de wol en het vlas weggerukt zijn. (Het begin van de 70ste week van Daniël.)
9 En nu zal Ik haar dwaasheid openbaren voor de ogen van haar minnaars; en niemand zal haar uit Mijn hand verlossen.
10 En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.
11 En Ik zal verwoesten haar wijnstok en haar vijgeboom, waarvan zij zegt: Deze zijn mij een hoerenloon, dat mij mijn minnaars gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een woud, en het wild gedierte des velds zal ze vreten.
12 En Ik zal over haar bezoeken de dagen van de Baäl, waarin zij die gerookt heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en haar halssieraad, en is haar minnaars nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt de HEERE.
Deze zonde zal moeten worden verzoend. Hierover spreekt Daniël 9:24:
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
Hier zijn natuurlijk 69 weken voorbij gegaan. Maar om de zonden te verzegelen, moeten deze 70 weken en daarmee noodzakelijk ook de 70ste week voorbij zijn gegaan.
De grote verdrukking, 2e 3,5 jaar.
Maar in deze laatste 70ste week in de laatste 3,5 jaar, laat de Here God, de vrouw Israël niet aan haar lot over, maar zal zelfs dan nog Zich over haar ontfermen. De Here Jezus zelf spreekt over deze aanvang van de tweede helft als volgt:
Matt 24:16-22
16 Dat alsdan, die in Judéa zijn, vluchten op de bergen;
17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;
18 En die op de akker is, kere niet weer terug, om zijn klederen weg te nemen.
19 Maar wee de bevruchte en de zogende vrouwen in die dagen!
20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om de uitverkorenen zullen die dagen verkort worden.
Maar ook in Openbaring lezen we dat de Heer Israël als Zijn vrouw beschermd:
Opb. 12: 6 “En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar door God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.”
En de vrouw (Israël) vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen (het schilderij is een impressie van een plotselinge vlucht!). Lees ook Dan. 9: 24.
Terug naar Hosèa, ook hij spreekt over Gods bescherming over de vrouw.
13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken.
14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen van haar jeugd, en als ten dage, toen zij optrok uit Egypteland.
Na deze 1260 dagen zal Israël de Naam van de Heer aanroepen.
Joel 2:32
“En het zal geschieden, al wie de Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.”
Zach.13:9
“En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God.”
15 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baäl!
16 En Ik zal de namen van de Baäls van haar mond wegdoen; zij zullen niet meer bij hun namen gedacht worden.
De Here Jezus zal weer komen.
De Here Jezus zal antwoorden en komt dan terug, zichtbaar voor iedereen. Hij zal bij Zijn wederkomst de legers van het beest en de valse profeet die de oorlog tegen het Lam wilde voerden, doden. En Hij zal Koning zijn en Zijn troon vestigen te Jeruzalem. En dan vangt het 1000 jarig vrederijk aan:
17 En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte van de aardbodem; en Ik zal de boog, en het zwaard, en de krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen neerliggen.
18 En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden.
19 En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij zult de HEERE kennen.
20 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, spreekt de HEERE; Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren.
21 En de aarde zal het koren verhoren, alsook de most en de olie; en die zullen Jizreël verhoren.
22 En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-Rucháma; en Ik zal zeggen tot Lo-Ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God!
Terug naar Hosèa, ook hij spreekt over Gods bescherming over de vrouw.
13 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken.
14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als in de dagen van haar jeugd, en als ten dage, toen zij optrok uit Egypteland.
Na deze 1260 dagen zal Israël de Naam van de Heer aanroepen.
Joel 2:32
“En het zal geschieden, al wie de Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.”
Zach.13:9
“En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God.”
15 En het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn Man; en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baäl!
16 En Ik zal de namen van de Baäls van haar mond wegdoen; zij zullen niet meer bij hun namen gedacht worden.
De Here Jezus zal weer komen.
De Here Jezus zal antwoorden en komt dan terug, zichtbaar voor iedereen. Hij zal bij Zijn wederkomst de legers van het beest en de valse profeet die de oorlog tegen het Lam wilde voerden, doden. En Hij zal Koning zijn en Zijn troon vestigen te Jeruzalem. En dan vangt het 1000 jarig vrederijk aan:
17 En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte van de aardbodem; en Ik zal de boog, en het zwaard, en de krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen neerliggen.
18 En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden.
19 En Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof; en gij zult de HEERE kennen.
20 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, spreekt de HEERE; Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren.
21 En de aarde zal het koren verhoren, alsook de most en de olie; en die zullen Jizreël verhoren.
22 En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-Rucháma; en Ik zal zeggen tot Lo-Ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God!
En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte van de aardbodem; en Ik zal de boog, en het zwaard, en de krijg van de aarde verbreken, en zal hen in zekerheid doen neerliggen. En Ik zal ze Mij op de aarde zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-Rucháma; en Ik zal zeggen tot Lo-Ammi: Gij zijt Mijn volk; en dat zal zeggen: O, mijn God! Dit staat binnen enkele jaren te gebeuren!
Ook deze belofte van het 1000 jarig vrederijk werd geprofeteerd in het Oude Testament. Zijn woorden zijn eeuwen geleden uitgesproken en zullen allemaal in vervulling gaan. Aan het einde van deze 1000 jaren wordt satan opnieuw losgelaten, maar dan voorgoed gestraft tot in alle eeuwigheden. De Heer zal een nieuwe aarde en hemel scheppen en deze zal voor altijd blijven bestaan. Wie zullen deze bewonen?
Psalm 37:29 ”De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.”
Jes 60:21 “En uw volk zullen allen tezamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit van Mijn plantingen, een werk van Mijn handen, opdat Ik verheerlijkt word.”
Hier gaat het uiteraard om de nieuwe aarde, want de oude, de huidige heeft geen eeuwigheid.
Opname in het boek Henoch.
Ter inleiding.
Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? 2 Thess. 2:5
Wat heeft Paulus eigenlijk gezegd, toen hij bij hen was? In 2 Thess.2 wordt er gesproken over de antichrist en de Opname van de Gemeente. De Opname van de Gemeente is iets waar we naar uitzien en niet genoeg van krijgen. Daarom willen wij er alles over weten. We zien zo verschrikkelijk uit naar die dag.
Onderwijs leidt tot hoop.
Het gaat, bij Bijbelstudie om onderwijs. Onderwijs krijgt men uit de Schriften. Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden. Rom. 15:4
De Romeinenbrief stelt, dat het onderwijs leidt tot hoop. Hoop waarvoor? Hoop voor de toekomst natuurlijk. Het uitzicht op een leven voor altijd bij en met de Here Jezus. Deze hoop vinden we uiteraard ook in 2 Thess. 2.
13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die door de Heere bemind zijt, dat u God van de beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; 14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze zendbrief. 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, 17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.
Onderwijs uit het boek Henoch.
Toen Paulus in Thessaloniki was, heeft hij de christenen aldaar onderween uit het boek Henoch. Dat is een zeer gedurfde veronderstelling. En waarom?
Het boek Henoch is niet in de Bijbel opgenomen, waarvoor geen verklaring is, maar wat wel te respecteren is. Toch hebben de apostelen de gemeenten onderwezen uit het boek Henoch. Ook wordt er bijvoorbeeld in Jozua 10:13 verwezen naar het Boek des Oprechten. Een boek dat gebruikt werd in die tijd en waar men dus uit onderwezen werd. De apostel Judas schreef in zijn brief een verwijzing naar het boek Henoch. In feite is de hele Judas brief een uiteenzetting van dat, wat Henoch heeft geprofeteerd. Het gaat hier dus om onderwijs van de apostelen aan de gemeenten. Ondanks dat het boek Henoch vandaag de dag dus niet is opgenomen in de Bijbel zoals wij die kennen, was het destijds een boek dat gebruikt werd, naast de andere boeken, om de gemeente op te bouwen. We lezen even dit vers uit Judas.
Jud. 1:14 En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;
Hen. 1:9 En zie! De Heer is met zijn heilige myriaden gekomen, om aan allen het oordeel te voltrekken, en om alle goddelozen te vernietigen; om alle vlees schuldig te verklaren betreffende al hun goddeloze daden die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en betreffende alle aanstootgevende dingen die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (myriaden betekent velen)
Ook deze belofte van het 1000 jarig vrederijk werd geprofeteerd in het Oude Testament. Zijn woorden zijn eeuwen geleden uitgesproken en zullen allemaal in vervulling gaan. Aan het einde van deze 1000 jaren wordt satan opnieuw losgelaten, maar dan voorgoed gestraft tot in alle eeuwigheden. De Heer zal een nieuwe aarde en hemel scheppen en deze zal voor altijd blijven bestaan. Wie zullen deze bewonen?
Psalm 37:29 ”De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.”
Jes 60:21 “En uw volk zullen allen tezamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit van Mijn plantingen, een werk van Mijn handen, opdat Ik verheerlijkt word.”
Hier gaat het uiteraard om de nieuwe aarde, want de oude, de huidige heeft geen eeuwigheid.
Opname in het boek Henoch.
Ter inleiding.
Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? 2 Thess. 2:5
Wat heeft Paulus eigenlijk gezegd, toen hij bij hen was? In 2 Thess.2 wordt er gesproken over de antichrist en de Opname van de Gemeente. De Opname van de Gemeente is iets waar we naar uitzien en niet genoeg van krijgen. Daarom willen wij er alles over weten. We zien zo verschrikkelijk uit naar die dag.
Onderwijs leidt tot hoop.
Het gaat, bij Bijbelstudie om onderwijs. Onderwijs krijgt men uit de Schriften. Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden. Rom. 15:4
De Romeinenbrief stelt, dat het onderwijs leidt tot hoop. Hoop waarvoor? Hoop voor de toekomst natuurlijk. Het uitzicht op een leven voor altijd bij en met de Here Jezus. Deze hoop vinden we uiteraard ook in 2 Thess. 2.
13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die door de Heere bemind zijt, dat u God van de beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; 14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze zendbrief. 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, 17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.
Onderwijs uit het boek Henoch.
Toen Paulus in Thessaloniki was, heeft hij de christenen aldaar onderween uit het boek Henoch. Dat is een zeer gedurfde veronderstelling. En waarom?
Het boek Henoch is niet in de Bijbel opgenomen, waarvoor geen verklaring is, maar wat wel te respecteren is. Toch hebben de apostelen de gemeenten onderwezen uit het boek Henoch. Ook wordt er bijvoorbeeld in Jozua 10:13 verwezen naar het Boek des Oprechten. Een boek dat gebruikt werd in die tijd en waar men dus uit onderwezen werd. De apostel Judas schreef in zijn brief een verwijzing naar het boek Henoch. In feite is de hele Judas brief een uiteenzetting van dat, wat Henoch heeft geprofeteerd. Het gaat hier dus om onderwijs van de apostelen aan de gemeenten. Ondanks dat het boek Henoch vandaag de dag dus niet is opgenomen in de Bijbel zoals wij die kennen, was het destijds een boek dat gebruikt werd, naast de andere boeken, om de gemeente op te bouwen. We lezen even dit vers uit Judas.
Jud. 1:14 En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen;
Hen. 1:9 En zie! De Heer is met zijn heilige myriaden gekomen, om aan allen het oordeel te voltrekken, en om alle goddelozen te vernietigen; om alle vlees schuldig te verklaren betreffende al hun goddeloze daden die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en betreffende alle aanstootgevende dingen die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (myriaden betekent velen)
De Heer (Jezus) komt met zijn heilige myriaden, om aan allen het oordeel te voltrekken, en om alle goddelozen te vernietigen; om alle vlees schuldig te verklaren betreffende al hun goddeloze daden die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en betreffende alle aanstootgevende dingen die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben (Henoch 1: 9).
De tweede die citeert uit het boek Henoch is Petrus. In de tweede Petrusbrief staan veel zaken die in eerste instantie op de wetteloze mens van toepassing zijn, maar veel dieper gezien van toepassing is op de gevallen engelen en boze geesten op de aarde. In 2 Petr. 2:4 en 5 lezen we het volgende.
4 Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
5 En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;
Hen. 10:11-14 En de Heer zei tegen Michael: 'Ga, bind Semjeza en zijn metgezellen, die zich met vrouwen hebben verenigd, zodat zij zich met hen hebben bevlekt 12 in al hun onreinheid. En wanneer hun zonen elkaar hebben afgeslacht, en zij de vernietiging van hun geliefden hebben gezien, bind hen dan vast voor zeventig generaties in de dalen der aarde, tot op de dag van hun oordeel en bestemming, totdat het oordeel dat 13 voor alle tijden is wordt volbracht.
In die dagen zullen ze naar de afgrond van vuur worden weggeleid: 14 en naar de pijniging en de gevangenis waarin ze voor alle tijden opgesloten zullen worden. En wie dan ook veroordeeld en vernietigd zal worden zal van dan af aan tezamen met hen gebonden worden tot aan het einde van alle generaties.
De onderwijzing van Paulus uit het boek van Henoch.
De derde die uit het boek Henoch mensen onderwijst, is Paulus. Tenminste dat is mijn opvatting. Aangezien de apostelen de gemeenten onderwezen en daarbij ook het boek van Henoch gebruikten zie ik een overeenkomst tussen 2 Thess. 2 en Henoch 53.
Henoch 53.
1 Daar zagen mijn ogen een diepe vallei met open toegangen, en allen die op de aarde en op zee en op de eilanden verblijven zullen hem giften en gaven en gedenktekens brengen, maar die diepe vallei zal niet vol raken.
2. En hun handen begaan wetteloze daden, en de zondaars verslinden allen die zij wetteloos onderdrukken; Toch zullen de zondaars vernietigd worden voor het aangezicht van de Heer der Geesten, en zij zullen van het oppervlak der aarde verbannen worden, en zij zullen voor altijd en eeuwig vergaan.
3 Want daar zag ik alle engelen der bestraffing aanwezig en alle instrumenten van Satan in gereedheid brengen.
4 En ik vroeg aan de engel van vrede die mij begeleidde: "Voor wie zijn zij deze instrumenten aan het toebereiden?"
5 En hij zei tot mij: "Zij bereiden deze voor de koningen en machtigen der aarde, zodat die erdoor vernietigd kunnen worden.
6 En daarna zal de Rechtvaardige Uitverkorene het huis van zijn gemeente doen opkomen: van dan af aan zullen zij niet meer tegengestaan worden uit naam van de Heer der Geesten.
7. En deze bergen zullen voor zijn rechtvaardigheid niet in stand blijven gelijk de aarde, maar de heuvels zullen als een waterfontein worden, en de rechtvaardigen zullen rust vinden van de onderdrukking der zondaars".
Wat Henoch hier chronologisch weergeeft is het volgende.
- Er is een onzienlijke voorbereiding bezig.
- De voorbereiding is bestemd voor de koningen en machtigen der aarde.
- Deze voorbereiding is satans plan met de wereld.
- Na de voorbereiding laat de Here God het huis van Zijn gemeente (het lichaam van Christus) opkomen. (Opname van de Gemeente)
- Want zij werden tot dat moment door de Here tegengestaan / weerhouden door de Naam van de Heer (Zijn naam is Jezus)
- Dan zullen deze engelen der bestraffing met hun instrumenten weer geopenbaard met de koningen der aarde leven. Op dezelfde manier, zoals in de oude dagen.
De tweede die citeert uit het boek Henoch is Petrus. In de tweede Petrusbrief staan veel zaken die in eerste instantie op de wetteloze mens van toepassing zijn, maar veel dieper gezien van toepassing is op de gevallen engelen en boze geesten op de aarde. In 2 Petr. 2:4 en 5 lezen we het volgende.
4 Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
5 En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;
Hen. 10:11-14 En de Heer zei tegen Michael: 'Ga, bind Semjeza en zijn metgezellen, die zich met vrouwen hebben verenigd, zodat zij zich met hen hebben bevlekt 12 in al hun onreinheid. En wanneer hun zonen elkaar hebben afgeslacht, en zij de vernietiging van hun geliefden hebben gezien, bind hen dan vast voor zeventig generaties in de dalen der aarde, tot op de dag van hun oordeel en bestemming, totdat het oordeel dat 13 voor alle tijden is wordt volbracht.
In die dagen zullen ze naar de afgrond van vuur worden weggeleid: 14 en naar de pijniging en de gevangenis waarin ze voor alle tijden opgesloten zullen worden. En wie dan ook veroordeeld en vernietigd zal worden zal van dan af aan tezamen met hen gebonden worden tot aan het einde van alle generaties.
De onderwijzing van Paulus uit het boek van Henoch.
De derde die uit het boek Henoch mensen onderwijst, is Paulus. Tenminste dat is mijn opvatting. Aangezien de apostelen de gemeenten onderwezen en daarbij ook het boek van Henoch gebruikten zie ik een overeenkomst tussen 2 Thess. 2 en Henoch 53.
Henoch 53.
1 Daar zagen mijn ogen een diepe vallei met open toegangen, en allen die op de aarde en op zee en op de eilanden verblijven zullen hem giften en gaven en gedenktekens brengen, maar die diepe vallei zal niet vol raken.
2. En hun handen begaan wetteloze daden, en de zondaars verslinden allen die zij wetteloos onderdrukken; Toch zullen de zondaars vernietigd worden voor het aangezicht van de Heer der Geesten, en zij zullen van het oppervlak der aarde verbannen worden, en zij zullen voor altijd en eeuwig vergaan.
3 Want daar zag ik alle engelen der bestraffing aanwezig en alle instrumenten van Satan in gereedheid brengen.
4 En ik vroeg aan de engel van vrede die mij begeleidde: "Voor wie zijn zij deze instrumenten aan het toebereiden?"
5 En hij zei tot mij: "Zij bereiden deze voor de koningen en machtigen der aarde, zodat die erdoor vernietigd kunnen worden.
6 En daarna zal de Rechtvaardige Uitverkorene het huis van zijn gemeente doen opkomen: van dan af aan zullen zij niet meer tegengestaan worden uit naam van de Heer der Geesten.
7. En deze bergen zullen voor zijn rechtvaardigheid niet in stand blijven gelijk de aarde, maar de heuvels zullen als een waterfontein worden, en de rechtvaardigen zullen rust vinden van de onderdrukking der zondaars".
Wat Henoch hier chronologisch weergeeft is het volgende.
- Er is een onzienlijke voorbereiding bezig.
- De voorbereiding is bestemd voor de koningen en machtigen der aarde.
- Deze voorbereiding is satans plan met de wereld.
- Na de voorbereiding laat de Here God het huis van Zijn gemeente (het lichaam van Christus) opkomen. (Opname van de Gemeente)
- Want zij werden tot dat moment door de Here tegengestaan / weerhouden door de Naam van de Heer (Zijn naam is Jezus)
- Dan zullen deze engelen der bestraffing met hun instrumenten weer geopenbaard met de koningen der aarde leven. Op dezelfde manier, zoals in de oude dagen.
Over de opname van de christelijke gemeente beschrijft de apostel Paulus aan de Thessalonicenzen dat hij een bijzondere openbaring van God heeft gekregen, dat de gelovigen in Jezus Christus vóór de grote verdrukking, de ‘ure der verzoeking’ in ‘een oogwenk’ weggevoerd zullen worden de Here tegemoet in de lucht.
Dan gaan we naar Paulus.
2 Thess. 2:
5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
6 En nu, wat hem weerhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd.
7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt; alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.
8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in hen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden.
11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
Wat Paulus hier chronologisch weergeeft is het volgende:
- Er is een verborgen voorbereiding bezig.
- De voorbereiding is bestemd voor allen die veroordeeld zullen worden, doordat zij satan (de leugen) zouden geloven.
- Deze voorbereiding van de verborgenheden van satans, heeft te maken met het openbaar worden van zijn werken.
- Na de voorbereiding haalt de Here God de weerhoudende factor weg. (Opname van de Gemeente)
- Want de verborgenheden van de ongerechtigheid en de openbaring daarvan werd tot dat moment door de Here weerhouden door de “Die” namelijk: de Here Jezus!
- Dan zal de Here God hun zenden een kracht der dwaling, namelijk de leugen, want hij zal geloofd worden en leidt tot verloren gaan of anders gezegd: de dood.
De Opnamebrief van Paulus. 2 Thess. 2:1-5:
1 En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onze Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem,
De toekomst van onze Here Jezus Christus is zijn verheerlijking als Koning op aarde; namelijk Zijn Wederkomst. En onze toevergadering tot Hem. Tot Hem betekent dus dat wij naar Hem gaan en niet Hij naar ons, namelijk: de Opname van de Gemeente.
2 Dat gij niet haastig bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande was.
Die Dag van Christus, Zijn Wederkomst op aarde, die donkere dag waar niemand op aarde naar uitziet, die is nog niet aanstaande. Waarom niet?
3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
Die dag van de Here Jezus, dat Hij terugkomt komt pas: nadat de afval is gekomen en dat de mens der zonde (antichrist) is geopenbaard.
4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in de tempel Gods als een God zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is.
Want de werkwijze van de antichrist is dat wat in vers 4 staat.
5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
Weet je dan niet meer hoe ik jullie heb verteld uit het boek Henoch, toen ik bij jullie was, hoe de chronologie voor de Wederkomst van onze Here Jezus in elkaar stak?
Dan gaan we naar Paulus.
2 Thess. 2:
5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
6 En nu, wat hem weerhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd.
7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt; alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.
8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in hen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden.
11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
Wat Paulus hier chronologisch weergeeft is het volgende:
- Er is een verborgen voorbereiding bezig.
- De voorbereiding is bestemd voor allen die veroordeeld zullen worden, doordat zij satan (de leugen) zouden geloven.
- Deze voorbereiding van de verborgenheden van satans, heeft te maken met het openbaar worden van zijn werken.
- Na de voorbereiding haalt de Here God de weerhoudende factor weg. (Opname van de Gemeente)
- Want de verborgenheden van de ongerechtigheid en de openbaring daarvan werd tot dat moment door de Here weerhouden door de “Die” namelijk: de Here Jezus!
- Dan zal de Here God hun zenden een kracht der dwaling, namelijk de leugen, want hij zal geloofd worden en leidt tot verloren gaan of anders gezegd: de dood.
De Opnamebrief van Paulus. 2 Thess. 2:1-5:
1 En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onze Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem,
De toekomst van onze Here Jezus Christus is zijn verheerlijking als Koning op aarde; namelijk Zijn Wederkomst. En onze toevergadering tot Hem. Tot Hem betekent dus dat wij naar Hem gaan en niet Hij naar ons, namelijk: de Opname van de Gemeente.
2 Dat gij niet haastig bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande was.
Die Dag van Christus, Zijn Wederkomst op aarde, die donkere dag waar niemand op aarde naar uitziet, die is nog niet aanstaande. Waarom niet?
3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
Die dag van de Here Jezus, dat Hij terugkomt komt pas: nadat de afval is gekomen en dat de mens der zonde (antichrist) is geopenbaard.
4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in de tempel Gods als een God zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is.
Want de werkwijze van de antichrist is dat wat in vers 4 staat.
5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
Weet je dan niet meer hoe ik jullie heb verteld uit het boek Henoch, toen ik bij jullie was, hoe de chronologie voor de Wederkomst van onze Here Jezus in elkaar stak?
De antichrist kan pas na de opname van de christelijke gemeente geopenbaard worden.
Het slot.
De Opname van de Gemeente vindt plaats voor de komst van de satan en zijn gevallen engelen. Die laatste mag je overigens best buitenaardsen of aliens noemen, mits jij je vasthoud aan wat de Bijbel ons daarover heeft geleerd en je dus verre houd van deze satanische zaken.
En pas dan, als we een hoopvolle verwachting aangaande onze toekomst en onze positie in Jezus Christus ter harte hebben genomen, begrijpen we wat Paulus bedoeld met de afsluiting van dit stuk.
13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die door de Heere bemind zijt, dat u God van de beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; 14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze zendbrief. 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, 17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.
Opname van de gemeente in Micha.
Micha 7
We gaan er van uit dat de gemeente van Jezus zal worden opgenomen, voordat de antichrist zich zal openbaren, voordat de kornuiten van de satan en hij zelf op aarde worden geworpen en voordat Christus zal terugkomen.
Als wij zijn opgenomen, is het eigenlijk helemaal niet meer interessant wat er hier op aarde zal gebeuren. Maar het neemt niet weg, dat God nog lang niet klaar is met Zijn heilsplan. En daarom is het leerzaam en zinvol en eervol om dit toch allemaal te noemen.
Het gevolg van de opname van de gemeente.
Doordat de gemeente is opgenomen, zal dat kleine beetje rechtvaardigheid dat de wereld nog heeft zijn weggenomen. Dit lezen we in Micha 7:1-4:
Ongelukkige die ik ben, het is als bij de late oogst, als bij de laatste pluk: geen volle druiventros meer om te eten, geen vroege vijg meer, waarnaar ik smacht. 2 Zij die trouw waren zijn verdwenen uit het land, niemand is nog rechtschapen. Allen zijn op bloed belust, iedereen belaagt zijn naaste. 3 Ze bekwamen zich in het kwaad: alleen voor geld stellen leiders een onderzoek in, rechters spreken recht tegen betaling, hooggeplaatsten zeggen wat hun het beste uitkomt, en zo houden zij het recht op afstand. 4 De deugdzaamste van hen is als een doornstruik, de oprechtste is erger dan een stekelhaag. De dag van straf, door uw wachters aangekondigd, is gekomen, en het volk is in beroering!
In vers 2 lezen we over zij die trouw waren, de oprechte, de vrome, de rechtschapene, de goedertierene en eerlijke mensen, dat zij verdwenen zijn. God gebruikt door Zijn profeet Micha het voorbeeld van een oogst. En als er geoogst is, en je bent te laat, dan ben je de ongelukkige. Verder lezen we dat Christus nog niet is wedergekomen, al het kwaad er nog is en dat de dag van de straf van God aanstaande is.
Naar de climax.
Op het moment van dit schrijven is alles, maar dan ook echt alles bezig om de weg voor de antichrist te bereiden, zodat straks het niet meer dan logisch is dat de wereld hem nodig heeft, als de wereldse redder en verlosser. Jezus zelf wijst ons op de tekenen, zoals de toename van misleiding, oorlogen, natuurrampen, wetteloosheid, epidemieën en massale afval.
Het slot.
De Opname van de Gemeente vindt plaats voor de komst van de satan en zijn gevallen engelen. Die laatste mag je overigens best buitenaardsen of aliens noemen, mits jij je vasthoud aan wat de Bijbel ons daarover heeft geleerd en je dus verre houd van deze satanische zaken.
En pas dan, als we een hoopvolle verwachting aangaande onze toekomst en onze positie in Jezus Christus ter harte hebben genomen, begrijpen we wat Paulus bedoeld met de afsluiting van dit stuk.
13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die door de Heere bemind zijt, dat u God van de beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; 14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze zendbrief. 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, 17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.
Opname van de gemeente in Micha.
Micha 7
We gaan er van uit dat de gemeente van Jezus zal worden opgenomen, voordat de antichrist zich zal openbaren, voordat de kornuiten van de satan en hij zelf op aarde worden geworpen en voordat Christus zal terugkomen.
Als wij zijn opgenomen, is het eigenlijk helemaal niet meer interessant wat er hier op aarde zal gebeuren. Maar het neemt niet weg, dat God nog lang niet klaar is met Zijn heilsplan. En daarom is het leerzaam en zinvol en eervol om dit toch allemaal te noemen.
Het gevolg van de opname van de gemeente.
Doordat de gemeente is opgenomen, zal dat kleine beetje rechtvaardigheid dat de wereld nog heeft zijn weggenomen. Dit lezen we in Micha 7:1-4:
Ongelukkige die ik ben, het is als bij de late oogst, als bij de laatste pluk: geen volle druiventros meer om te eten, geen vroege vijg meer, waarnaar ik smacht. 2 Zij die trouw waren zijn verdwenen uit het land, niemand is nog rechtschapen. Allen zijn op bloed belust, iedereen belaagt zijn naaste. 3 Ze bekwamen zich in het kwaad: alleen voor geld stellen leiders een onderzoek in, rechters spreken recht tegen betaling, hooggeplaatsten zeggen wat hun het beste uitkomt, en zo houden zij het recht op afstand. 4 De deugdzaamste van hen is als een doornstruik, de oprechtste is erger dan een stekelhaag. De dag van straf, door uw wachters aangekondigd, is gekomen, en het volk is in beroering!
In vers 2 lezen we over zij die trouw waren, de oprechte, de vrome, de rechtschapene, de goedertierene en eerlijke mensen, dat zij verdwenen zijn. God gebruikt door Zijn profeet Micha het voorbeeld van een oogst. En als er geoogst is, en je bent te laat, dan ben je de ongelukkige. Verder lezen we dat Christus nog niet is wedergekomen, al het kwaad er nog is en dat de dag van de straf van God aanstaande is.
Naar de climax.
Op het moment van dit schrijven is alles, maar dan ook echt alles bezig om de weg voor de antichrist te bereiden, zodat straks het niet meer dan logisch is dat de wereld hem nodig heeft, als de wereldse redder en verlosser. Jezus zelf wijst ons op de tekenen, zoals de toename van misleiding, oorlogen, natuurrampen, wetteloosheid, epidemieën en massale afval.
Overzicht van eeuw tot eeuw, de piek is dus van 1900 tot 2000!
Hiernaast ziet u de enorme toename aan oorlogen en natuurrampen. Het allerlaatste blauwe blokje zijn alle oorlogen vanaf het jaar 2000 en alle huidige oorlogen tot ongeveer het jaar 2008. Ziet u dat deze bijna even veel zijn als alle oorlogen van 1800 tot 1900, terwijl deze eeuw nog maar 8 jaar oud was. Als je het verhoudingsgewijs zou invullen dan kom je op de volgende rekensom.
16 oorlogen in 8 jaar = 2 oorlogen per jaar = 200 oorlogen in 100 jaar en als je dat naast het totaal van 1900 tot 2000 zet (43 oorlogen) dan zie je over wat voor een enorme climax de Here zelf spreekt.
Daarom kun je best stellen, dat het met alle voorbeelden van Jezus zo is.
Vanaf 11 september 2000 maakte terrorisme en de angst daarvoor een enorme plek in de wereld. Dit was ook een uiterste, een climax in de wetteloosheid en de verachtzaming van Gods wet. De terrorist maakt zelf zijn wetten, en beslist zelf wie mag leven en wie sterft! Kijk naar Irak! Vandaag de dag komt het amper nog in het nieuws, wanneer een terrorist zich heeft opgeblazen. Het haalt het nieuws alleen nog als er meer dan 20, 30 doden zijn gevallen. Dit gebeurt dagelijks in de hele wereld.
Klimaat: ons klimaat veranderd. De gevolgen daarvan zijn onomkeerbaar. Dit heeft een dusdanige impact op de hele wereld, dat zelfs wetenschappers elk jaar hun verwachtingen moeten bijstellen.
GGO's: (genetische gemanipuleerde organismen) De wetenschap knutselt er op los. We kunnen steeds meer en er mag steeds meer. Maar ook de gevolgen hiervan zijn niet te overzien. Was het God zelf niet die ons verbood te eten van de levensboom?
De afval: de kerken stromen leeg en alternatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Het is vandaag gek als je zegt dat je van Jezus houd, maar heel normaal als je een Boeddha beeldje in de vensterbank hebt staan of aan Yoga doet.
Wetteloosheid: niet alleen terrorisme, maar wat dacht je van graaicultuur. Het maakt niet uit of je hoog of laag in de maatschappij staat. Of het nou gaat om handel in voorkennis of diefstal van een pakje kauwgom. Het neemt hand over hand toe. Probeert u maar eens op te zoeken hoe het zit met het aantal veroordelingen voor levenslang in Nederland. Dat stijgt.
Overheden kampen steeds vaker, met problemen die nationaal alleen haast niet te dragen zijn en kiezen dan steeds vaker om het Europees of zelfs mondiaal aan te pakken. Het maakt daarbij dan ook niet meer uit, wat u of ik vinden. Centralisatie is de oplossing. Deze wordt natuurlijk aangedragen, door niemand anders dan satan zelf in de vorm van de Nieuwe Wereld Orde. Dit is voor een christen ook helemaal niet erg, want wij mogen nog steeds blijven uitzien naar Jezus en dat is wat ons blijft sterken.
De Bijbel vertelt ons over het verhaal van Babel, over de centralisatie van de wereld en wereldmachten. Dat is wat er vandaag de dag, elke dag op nieuw gebeurt. Dat is de eindtijd. Elke dag komen we dichter bij een Europese regering, elke dag zijn er fusies en worden bedrijven gecentraliseerd.
Het doel van de wegbereiders van satan, de NWO, is het volgende:
"Het scheppen van wereldwijde climaxerende chaos en problematiek, zodat geen enkel mens dit nog kan oplossen en de antichrist zelf als aardse redder en verlosser de wereld kan verlossen / redden, waardoor iedereen hem zal dienen en zich zal onderwerpen." (Overigens zullen ze dit nooit van zichzelf toegeven, mede doordat dit in het verborgene gebeurt (2 Thess. 2))
We zitten er niet ver meer van af. Gelukkig weten wij, dat God hierin de touwtjes in handen heeft. De openbaring van de antichrist wordt weerhouden door de gemeente, tot de gemeente hem niet meer weerhoud en dat is als wij zijn opgenomen.
Satan zal zich openbaren aan de mensheid als de grote verlosser. De weg hier naar toe wordt al jaren voorbereid door zijn dienaren, leden van de NWO. Maar in dit alles, wordt men tegengehouden door wat de Bijbel de wederhouder noemt.
2 Thess. 2:6-8.
En nu, wat hem weerhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd. 7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt; alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. 8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst.
Hiernaast ziet u de enorme toename aan oorlogen en natuurrampen. Het allerlaatste blauwe blokje zijn alle oorlogen vanaf het jaar 2000 en alle huidige oorlogen tot ongeveer het jaar 2008. Ziet u dat deze bijna even veel zijn als alle oorlogen van 1800 tot 1900, terwijl deze eeuw nog maar 8 jaar oud was. Als je het verhoudingsgewijs zou invullen dan kom je op de volgende rekensom.
16 oorlogen in 8 jaar = 2 oorlogen per jaar = 200 oorlogen in 100 jaar en als je dat naast het totaal van 1900 tot 2000 zet (43 oorlogen) dan zie je over wat voor een enorme climax de Here zelf spreekt.
Daarom kun je best stellen, dat het met alle voorbeelden van Jezus zo is.
Vanaf 11 september 2000 maakte terrorisme en de angst daarvoor een enorme plek in de wereld. Dit was ook een uiterste, een climax in de wetteloosheid en de verachtzaming van Gods wet. De terrorist maakt zelf zijn wetten, en beslist zelf wie mag leven en wie sterft! Kijk naar Irak! Vandaag de dag komt het amper nog in het nieuws, wanneer een terrorist zich heeft opgeblazen. Het haalt het nieuws alleen nog als er meer dan 20, 30 doden zijn gevallen. Dit gebeurt dagelijks in de hele wereld.
Klimaat: ons klimaat veranderd. De gevolgen daarvan zijn onomkeerbaar. Dit heeft een dusdanige impact op de hele wereld, dat zelfs wetenschappers elk jaar hun verwachtingen moeten bijstellen.
GGO's: (genetische gemanipuleerde organismen) De wetenschap knutselt er op los. We kunnen steeds meer en er mag steeds meer. Maar ook de gevolgen hiervan zijn niet te overzien. Was het God zelf niet die ons verbood te eten van de levensboom?
De afval: de kerken stromen leeg en alternatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Het is vandaag gek als je zegt dat je van Jezus houd, maar heel normaal als je een Boeddha beeldje in de vensterbank hebt staan of aan Yoga doet.
Wetteloosheid: niet alleen terrorisme, maar wat dacht je van graaicultuur. Het maakt niet uit of je hoog of laag in de maatschappij staat. Of het nou gaat om handel in voorkennis of diefstal van een pakje kauwgom. Het neemt hand over hand toe. Probeert u maar eens op te zoeken hoe het zit met het aantal veroordelingen voor levenslang in Nederland. Dat stijgt.
Overheden kampen steeds vaker, met problemen die nationaal alleen haast niet te dragen zijn en kiezen dan steeds vaker om het Europees of zelfs mondiaal aan te pakken. Het maakt daarbij dan ook niet meer uit, wat u of ik vinden. Centralisatie is de oplossing. Deze wordt natuurlijk aangedragen, door niemand anders dan satan zelf in de vorm van de Nieuwe Wereld Orde. Dit is voor een christen ook helemaal niet erg, want wij mogen nog steeds blijven uitzien naar Jezus en dat is wat ons blijft sterken.
De Bijbel vertelt ons over het verhaal van Babel, over de centralisatie van de wereld en wereldmachten. Dat is wat er vandaag de dag, elke dag op nieuw gebeurt. Dat is de eindtijd. Elke dag komen we dichter bij een Europese regering, elke dag zijn er fusies en worden bedrijven gecentraliseerd.
Het doel van de wegbereiders van satan, de NWO, is het volgende:
"Het scheppen van wereldwijde climaxerende chaos en problematiek, zodat geen enkel mens dit nog kan oplossen en de antichrist zelf als aardse redder en verlosser de wereld kan verlossen / redden, waardoor iedereen hem zal dienen en zich zal onderwerpen." (Overigens zullen ze dit nooit van zichzelf toegeven, mede doordat dit in het verborgene gebeurt (2 Thess. 2))
We zitten er niet ver meer van af. Gelukkig weten wij, dat God hierin de touwtjes in handen heeft. De openbaring van de antichrist wordt weerhouden door de gemeente, tot de gemeente hem niet meer weerhoud en dat is als wij zijn opgenomen.
Satan zal zich openbaren aan de mensheid als de grote verlosser. De weg hier naar toe wordt al jaren voorbereid door zijn dienaren, leden van de NWO. Maar in dit alles, wordt men tegengehouden door wat de Bijbel de wederhouder noemt.
2 Thess. 2:6-8.
En nu, wat hem weerhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde op zijn eigen tijd. 7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt reeds gewerkt; alleen, Die hem nu weerhoudt, Die zal hem weerhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. 8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst.
De meeste mensen op aarde denken bij het woord Armageddon aan ongekende wereldwijde rampen en oorlogen, die zich zullen samenballen in het Midden-Oosten. Dit zal gebeuren in ‘het einde der tijden’, de tijd, waarin we nu leven.
Hier staat dat satan op zijn eigen tijd zich zal openbaren, maar dat dat niet eerder kan, dan wanneer Die hem nu weerhoudt, uit het midden zal weggedaan zal worden.
De vraag die je jezelf dan stelt is: wie is Die uit vers 7?
Misschien wordt het wat duidelijker als we de vraag anders stellen. Wie is er sterker dan satan, omdat Hij hem overwonnen heeft, en kan hem daardoor tegenhouden? Je zegt dan direct: Jezus!!! Maar dat zijn ook wij. Waarom? Wij zijn immers in Christus,
Rom.12:5:
Alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden.
Paulus spreekt hier over de gemeente, het lichaam van Christus, waar wij deel van uitmaken. Dat is de reden dat satan zich nog niet kan openbaren is, omdat Jezus, in ons is, de gemeente van Christus.
En dan staat er, dat hij uit het midden weggedaan zal worden.
Het is maar goed dat er niet Hij (Christus) staat, maar hij (het lichaam van Christus), met een kleine h. Anders stond er dat Jezus uit zijn gemeente zou gaan en dat de satan zich vervolgens zou kunnen openbaren. Maar dat staat er niet.
Er staat hier, dat hij, duidend op dat wat de satan weerhoudt zich te openbaren, eerst wordt weggedaan. Het gaat duidelijk om de opname van de gemeente.
Gezien vanuit de aarde.
OP AARDE:
Nadat de gemeente is opgenomen, zal er in de wereld zeer verbaasd gereageerd worden. En zoals mensen altijd al doen, zal men zoeken naar een verklaring voor deze gebeurtenis.
2 Thess. 2:8-12
En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; 9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; 10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in hen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
Het gaat hier om de openbaring van de antichrist, de wolf in schaapskleren. Dus als de mensen zoeken naar een verklaring voor een wereldwijde verdwijning van vele vele mensen, dan zegt God, dat Hij, een kracht der dwaling stuurt.
Als de bijbel spreekt over kracht, krachten of machten is dat doorgaans de betekenis van iets uit de onzienbare wereld, tenzij anders vermeld. Wanneer wij zijn opgenomen dan worden wij in de hemel geplaatst en ontvangen wij de aanstelling tot Zonen Gods. Waardoor wij delen in Gods rijkdom etc. lees erfenis ontvangen. Deze aanstelling tot Zonen Gods is ook wat de engelen van God hebben.
Openbaringen 12:
1 Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3 Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. 4 Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. 5 Maar toen ze het kind gebaard had – een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden –, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. 6 De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden.
Hier lezen we dat de vrouw, Israël, in verwachting is van een mannelijke zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden. Ik hoop dat de meeste hier in ieder geval Jezus zelf in herkennen. Maar aangezien Jezus niet hoeft te vluchten voor de duivel of de draak, omdat Hij hem heeft overwonnen, is dit het beeld van Jezus, als hoofd en het lichaam van Christus als gemeente. Wanneer de tijd rijp is voor God, zal deze vrouw de gemeente baren en zal de gemeente vrijwel direct naar God worden gebracht. En lezen we dat God ook voor de vrouw zorgt en haar veilig onderkomen bied in de woestijn, alwaar zij een tijd, tijden en een halve tijd zal wachten tot de Messias zelf haar zal verlossen. Dit speelt zich af in de 2e helft van de 70e week van Daniël.
Hier staat dat satan op zijn eigen tijd zich zal openbaren, maar dat dat niet eerder kan, dan wanneer Die hem nu weerhoudt, uit het midden zal weggedaan zal worden.
De vraag die je jezelf dan stelt is: wie is Die uit vers 7?
Misschien wordt het wat duidelijker als we de vraag anders stellen. Wie is er sterker dan satan, omdat Hij hem overwonnen heeft, en kan hem daardoor tegenhouden? Je zegt dan direct: Jezus!!! Maar dat zijn ook wij. Waarom? Wij zijn immers in Christus,
Rom.12:5:
Alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden.
Paulus spreekt hier over de gemeente, het lichaam van Christus, waar wij deel van uitmaken. Dat is de reden dat satan zich nog niet kan openbaren is, omdat Jezus, in ons is, de gemeente van Christus.
En dan staat er, dat hij uit het midden weggedaan zal worden.
Het is maar goed dat er niet Hij (Christus) staat, maar hij (het lichaam van Christus), met een kleine h. Anders stond er dat Jezus uit zijn gemeente zou gaan en dat de satan zich vervolgens zou kunnen openbaren. Maar dat staat er niet.
Er staat hier, dat hij, duidend op dat wat de satan weerhoudt zich te openbaren, eerst wordt weggedaan. Het gaat duidelijk om de opname van de gemeente.
Gezien vanuit de aarde.
OP AARDE:
Nadat de gemeente is opgenomen, zal er in de wereld zeer verbaasd gereageerd worden. En zoals mensen altijd al doen, zal men zoeken naar een verklaring voor deze gebeurtenis.
2 Thess. 2:8-12
En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, die de Heere verdelgen zal door de Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; 9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; 10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in hen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
Het gaat hier om de openbaring van de antichrist, de wolf in schaapskleren. Dus als de mensen zoeken naar een verklaring voor een wereldwijde verdwijning van vele vele mensen, dan zegt God, dat Hij, een kracht der dwaling stuurt.
Als de bijbel spreekt over kracht, krachten of machten is dat doorgaans de betekenis van iets uit de onzienbare wereld, tenzij anders vermeld. Wanneer wij zijn opgenomen dan worden wij in de hemel geplaatst en ontvangen wij de aanstelling tot Zonen Gods. Waardoor wij delen in Gods rijkdom etc. lees erfenis ontvangen. Deze aanstelling tot Zonen Gods is ook wat de engelen van God hebben.
Openbaringen 12:
1 Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3 Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. 4 Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. 5 Maar toen ze het kind gebaard had – een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden –, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. 6 De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden.
Hier lezen we dat de vrouw, Israël, in verwachting is van een mannelijke zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden. Ik hoop dat de meeste hier in ieder geval Jezus zelf in herkennen. Maar aangezien Jezus niet hoeft te vluchten voor de duivel of de draak, omdat Hij hem heeft overwonnen, is dit het beeld van Jezus, als hoofd en het lichaam van Christus als gemeente. Wanneer de tijd rijp is voor God, zal deze vrouw de gemeente baren en zal de gemeente vrijwel direct naar God worden gebracht. En lezen we dat God ook voor de vrouw zorgt en haar veilig onderkomen bied in de woestijn, alwaar zij een tijd, tijden en een halve tijd zal wachten tot de Messias zelf haar zal verlossen. Dit speelt zich af in de 2e helft van de 70e week van Daniël.
Op een heel bijzondere manier zal God voor zijn volk zorgen, zij (Israël) vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft door Jahweh bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zal worden (Openb. 12: 6), buiten de invloedssfeer van de antichrist.
Gezien vanuit de hemel.
De gemeente is dan bij God, word aangesteld tot Zonen Gods en dan lezen we wat er direct daarna gebeurt, als de mannelijke zoon is binnen gebracht.
Openbaringen 12:7-12
Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand 8 maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. 11 Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. 12 Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen! Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.’
We lezen dat er vervolgens oorlog in de hemel uitbrak. En dat satan met zijn engelen uit de hemelen worden geworpen. En in vers 11 lezen we wie die oorlog hebben gewonnen, namelijk: Zij, die daar zijn, hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis, de voorwaardes om behouden te blijven, overwonnen. Zij waren niet aan het leven (op aarde) gehecht en hebben de dood aanvaard (oude leven afgelegd, waardoor ze nu kunnen leven in de hemel). Dit is toch minstens het beeld van de gemeente.
Jesaja 24:14,23
14 Daarginds barst men uit in gejuich, vanaf de zee bejubelt men de majesteit van de HEER.
Voor ons is het feest en voor de wereld en in het bijzonder het Joodse volk is het Wee!
Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: 2 ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. 3 Hij stuurde zijn dienaren eropuit om de bruiloftsgasten uit te nodigen, maar die wilden niet komen. 4 Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb een feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’” 5 Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. 6 De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. 7 De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. 8 Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de gasten waren het niet waard genodigd te worden. 9 Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.” 10 De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. 11 Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die zich niet in bruiloftskleren gestoken had, 12 en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. 13 Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt. 14 Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.”’
De bruiloftsgasten, het Joodse volk, zijn als eerste uitgenodigd om te delen in de heerlijkheid van God. God zelf sloot een verbond met hen. Zij wilden niet. Daarna stuurde God zijn eigen Zoon, maar de Joden mishandelden en doden Hem. Daarna zei God, verzamel dan maar een ratjetoe van mensen die wel met Mij dit feest wil vieren. Dat zijn wij, de heidenen.
Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren. Hier spreekt de bijbel over de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
Eerst nu de gemeente, dan later Israël. Niet omdat wij dat willen, maar omdat God dat wil.
Gezien vanuit de hemel.
De gemeente is dan bij God, word aangesteld tot Zonen Gods en dan lezen we wat er direct daarna gebeurt, als de mannelijke zoon is binnen gebracht.
Openbaringen 12:7-12
Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand 8 maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. 11 Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. 12 Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen! Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.’
We lezen dat er vervolgens oorlog in de hemel uitbrak. En dat satan met zijn engelen uit de hemelen worden geworpen. En in vers 11 lezen we wie die oorlog hebben gewonnen, namelijk: Zij, die daar zijn, hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis, de voorwaardes om behouden te blijven, overwonnen. Zij waren niet aan het leven (op aarde) gehecht en hebben de dood aanvaard (oude leven afgelegd, waardoor ze nu kunnen leven in de hemel). Dit is toch minstens het beeld van de gemeente.
Jesaja 24:14,23
14 Daarginds barst men uit in gejuich, vanaf de zee bejubelt men de majesteit van de HEER.
Voor ons is het feest en voor de wereld en in het bijzonder het Joodse volk is het Wee!
Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: 2 ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. 3 Hij stuurde zijn dienaren eropuit om de bruiloftsgasten uit te nodigen, maar die wilden niet komen. 4 Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb een feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’” 5 Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. 6 De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. 7 De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. 8 Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de gasten waren het niet waard genodigd te worden. 9 Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.” 10 De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. 11 Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die zich niet in bruiloftskleren gestoken had, 12 en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. 13 Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt. 14 Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.”’
De bruiloftsgasten, het Joodse volk, zijn als eerste uitgenodigd om te delen in de heerlijkheid van God. God zelf sloot een verbond met hen. Zij wilden niet. Daarna stuurde God zijn eigen Zoon, maar de Joden mishandelden en doden Hem. Daarna zei God, verzamel dan maar een ratjetoe van mensen die wel met Mij dit feest wil vieren. Dat zijn wij, de heidenen.
Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren. Hier spreekt de bijbel over de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
Eerst nu de gemeente, dan later Israël. Niet omdat wij dat willen, maar omdat God dat wil.
De bruiloftsgasten, het Joodse volk, zijn als eerste uitgenodigd om te delen in de heerlijkheid van God. God zelf sloot een verbond met hen. Zij wilden niet. Daarna stuurde God zijn eigen Zoon, maar de Joden mishandelden en doden Hem. Daarna zei God, verzamel dan maar een ratjetoe van mensen die wel met Mij dit feest wil vieren. Dat zijn wij, de heidenen.
Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren. Hier spreekt de bijbel over de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
De misleiding van de opname na de grote verdrukking.
Ter inleiding.
Men moet onderscheidt maken tussen de Opname van de Gemeente en de Wederkomst van de Here Jezus.
Dat is dan ook de reden, om het met een zeer waarschuwende titel dit te onderstrepen.
Laat niemand je misleiden, op welke wijze ook!
2 Thess. 2
Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak.
Als eerste wordt in het eerste vers twee belangrijke dingen uiteen gezet.
- de komst van [onze] Here Jezus Christus
- en onze vereniging met Hem (de Opname van de Gemeente)
En ten tweede in vers twee: niet denken dat de dag des Here (al) aanbrak.
Want de Wederkomst van de Here Jezus, vindt plaats op de dag des Heren. En bij die gelegenheid willen wij niet op aarde zijn, maar bij de Here Zijn! Amos 5:18 zegt: De dag des HEREN Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN!
Wat verlangen wij dan wel?
2 Cor 5:7
Wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen. De Opname van de Gemeente! Dat is namelijk onze vereniging met Hem in de Hemel!!!
Maar kennelijk, zijn er mensen die denken dat het niet zo is en anders is. Daarom gaat het vers op een heel harde toon verder.
3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. 5 Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb?
Laat je niks wijsmaken! Laat je de waarheid niet afgenomen worden, op welke wijze dan ook. Want de Wederkomst van de Here Jezus op de dag des Heren komt pas als de afval is gekomen en de antichrist is geopenbaard. Dat is de enige waarheid. En deze moet je vasthouden.
Ken je positie in Jezus!
6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. 7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Je weet toch wel waarom de antichrist zich niet kan openbaren, hij wordt daarin weerhouden, tegengehouden om zich te openbaren. Weet je dat dan niet meer? Het staat er gewoon: hij, die op het ogenblik nog weerhoudt.
Wie is die hij?
Rom 12:5
zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. (zie ook 1 Cor 12:13).
Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren. Hier spreekt de bijbel over de eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
De misleiding van de opname na de grote verdrukking.
Ter inleiding.
Men moet onderscheidt maken tussen de Opname van de Gemeente en de Wederkomst van de Here Jezus.
Dat is dan ook de reden, om het met een zeer waarschuwende titel dit te onderstrepen.
Laat niemand je misleiden, op welke wijze ook!
2 Thess. 2
Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van [onze] Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2 dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak.
Als eerste wordt in het eerste vers twee belangrijke dingen uiteen gezet.
- de komst van [onze] Here Jezus Christus
- en onze vereniging met Hem (de Opname van de Gemeente)
En ten tweede in vers twee: niet denken dat de dag des Here (al) aanbrak.
Want de Wederkomst van de Here Jezus, vindt plaats op de dag des Heren. En bij die gelegenheid willen wij niet op aarde zijn, maar bij de Here Zijn! Amos 5:18 zegt: De dag des HEREN Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN!
Wat verlangen wij dan wel?
2 Cor 5:7
Wij begeren te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen. De Opname van de Gemeente! Dat is namelijk onze vereniging met Hem in de Hemel!!!
Maar kennelijk, zijn er mensen die denken dat het niet zo is en anders is. Daarom gaat het vers op een heel harde toon verder.
3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, 4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. 5 Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb?
Laat je niks wijsmaken! Laat je de waarheid niet afgenomen worden, op welke wijze dan ook. Want de Wederkomst van de Here Jezus op de dag des Heren komt pas als de afval is gekomen en de antichrist is geopenbaard. Dat is de enige waarheid. En deze moet je vasthouden.
Ken je positie in Jezus!
6 En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. 7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Je weet toch wel waarom de antichrist zich niet kan openbaren, hij wordt daarin weerhouden, tegengehouden om zich te openbaren. Weet je dat dan niet meer? Het staat er gewoon: hij, die op het ogenblik nog weerhoudt.
Wie is die hij?
Rom 12:5
zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. (zie ook 1 Cor 12:13).
Zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt.
Die "hij" zijn wij, de Gemeente, namelijk één lichaam in Christus, één Geest! Want wat heeft de Here Jezus over ons gezegd?
Luc. 10:19 Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen.
Luc. 10:20 Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.
Mat 10:8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.
Jak 4:7 Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden.
Mar. 11:23 Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden. 24 Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.
Mat. 17:20 Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn.
Wij zijn in de Here Jezus Christus veel te sterk zijn voor satan. Wij houden hem niet actief tegen, maar in de Here Jezus hebben wij overmacht en kan satan nooit dat doen wat hij wil doen.
De leugen vs de Waarheid.
Dus als je zegt dat de Opname van de Gemeente, na de grote verdrukking komt, waar slaat het dan op dat wij in de Here Jezus, nu al delen in Zijn positie? Wat je dan zegt is:
- of ik heb geen deel aan de Gemeente, want de Here Jezus woont niet in mij en daarom deel ik niet in Zijn positie die Hij ons gegeven heeft.
- of ik denk dat de antichrist sterker is dan de Here Jezus, omdat de satan, straks onze positie in de Here Jezus, zomaar kan afnemen.
Laat je niet misleiden! Wordt wakker! 2 Thess. 2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Dat betekent dat wij weg moeten zijn, anders kan hij zich niet openbaren. En daarom kan de Here Jezus niet terugkomen, voordat eerst de Opname en de openbaring van de antichrist hebben plaatsgevonden. Maar als de Gemeente, die enorme geestelijke kracht van de Here God weg is…
2 Thess. 2:8 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.
13 Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. 14 Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus.
Herinner jezelf eraan dat de eersten de laatsten zullen zijn en de laatsten de eerste. Wij zijn die laatsten, wij komen namelijk na het volk Israël. Zij wilden de Here niet als Koning en daarom zijn deze na ons aan de beurt, om ook tot behoudenis te komen. Behoudenis is het geloof in de Here Jezus, als Redder en Verlosser en de Christus en de Messias en de Koning der Koningen en Heer der Heren! Na ons vangt namelijk de 70ste week van Daniël aan. En kan satan zich pas openbaren.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn.
16 En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, 17 trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord.
Die "hij" zijn wij, de Gemeente, namelijk één lichaam in Christus, één Geest! Want wat heeft de Here Jezus over ons gezegd?
Luc. 10:19 Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen.
Luc. 10:20 Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.
Mat 10:8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.
Jak 4:7 Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden.
Mar. 11:23 Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden. 24 Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.
Mat. 17:20 Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn.
Wij zijn in de Here Jezus Christus veel te sterk zijn voor satan. Wij houden hem niet actief tegen, maar in de Here Jezus hebben wij overmacht en kan satan nooit dat doen wat hij wil doen.
De leugen vs de Waarheid.
Dus als je zegt dat de Opname van de Gemeente, na de grote verdrukking komt, waar slaat het dan op dat wij in de Here Jezus, nu al delen in Zijn positie? Wat je dan zegt is:
- of ik heb geen deel aan de Gemeente, want de Here Jezus woont niet in mij en daarom deel ik niet in Zijn positie die Hij ons gegeven heeft.
- of ik denk dat de antichrist sterker is dan de Here Jezus, omdat de satan, straks onze positie in de Here Jezus, zomaar kan afnemen.
Laat je niet misleiden! Wordt wakker! 2 Thess. 2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
Dat betekent dat wij weg moeten zijn, anders kan hij zich niet openbaren. En daarom kan de Here Jezus niet terugkomen, voordat eerst de Opname en de openbaring van de antichrist hebben plaatsgevonden. Maar als de Gemeente, die enorme geestelijke kracht van de Here God weg is…
2 Thess. 2:8 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.
13 Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. 14 Daartoe heeft Hij u ook door ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van onze Here Jezus Christus.
Herinner jezelf eraan dat de eersten de laatsten zullen zijn en de laatsten de eerste. Wij zijn die laatsten, wij komen namelijk na het volk Israël. Zij wilden de Here niet als Koning en daarom zijn deze na ons aan de beurt, om ook tot behoudenis te komen. Behoudenis is het geloof in de Here Jezus, als Redder en Verlosser en de Christus en de Messias en de Koning der Koningen en Heer der Heren! Na ons vangt namelijk de 70ste week van Daniël aan. En kan satan zich pas openbaren.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn.
16 En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, 17 trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord.
En Hij, onze Here Jezus Christus, en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en ons eeuwige troost en goede hoop door zijn genade verleend heeft, trooste uw harten, en make ze sterk in alle goed werk en woord.
De Here Jezus nu verwachten.
Daarom is het zo belangrijk, dat je de Here Jezus NU verwacht en niet denkt dat Hij ons pas samenbrengt, vergaderd, bij Zijn Wederkomst. Laat je niet misleiden en ken je positie in de Here Jezus. De duivel vlucht voor je, omdat de Here Jezus in je woont! Doden worden levend, stommen gaan spreken, blinden gaan zien, lammen gaan lopen, doven gaan horen, doordat de Here Jezus in ons, mensen geneest.
Luc 10:9 en geneest de zieken, die er zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen. Niets is onmogelijk! Als de Here Jezus in je woont, is het de Here Jezus die deze dingen door ons heen doet. Maar het is de werking van de satan, die ontkent dat de Here Jezus, de Koning en de Here is. Fil 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken.
Met absolute zekerheid!
Het is Zijn Heilige Geest die ons één maakt. Rom 12:5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. 1 Cor 12:13
En die Heilige Geest, is een zegel, een garantie dat we bij de Here Jezus horen en daarmee deel hebben aan het Lichaam van Christus en daarom worden opgenomen.
2 Cor 1:22 die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.
2 Cor 5:5. God is het, die ons juist dáártoe bereid heeft en die ons de Geest tot onderpand gegeven heeft.
Ef. 4:30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.
Ef 1:13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte,
Stel jezelf er zeker van dat je de Heilige Geest hebt ontvangen, als je het niet zeker weet, vraag de Vader dan om de Heilige Geest, je mag Hem dat altijd vragen. Luc 11:13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?
De Opname van de Gemeente, staat meer dan ooit voor de deur. Je gaat het zeer binnenkort meemaken. De Heilige Geest is in ons, wakkert ons aan en opent onze ogen, zodat we niet zouden slapen, maar door hebben dat het donker is geworden. Daarom is het ook moeilijk om wakker te blijven. Maar de Heilige Geest werkt als een stevige kop koffie en houdt ons, net voor het vallen van de nacht, wakker en alert, zodat de Here ons niet slapend zal vinden, maar Hem verwachtend. Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal aantreffen. En dan: als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.Joh.12:32. Voorwaar, Ik zeg u, hij zal zich omgorden en hen aan tafel nodigen, en bij hen komen om hen te bedienen. Luc 12:37
Daarom moeten wij Zijn Komst in de wolken en onze vergadering met Hem in de wolken niet wegpoetsen. Want we zouden juist heel erg blij zijn, dat Hij ons naar zich toe trekt, voordat de ellende op aarde losbreekt.
1 Thess. 1:10 en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn.
Opb 3:10 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.
De Here Jezus nu verwachten.
Daarom is het zo belangrijk, dat je de Here Jezus NU verwacht en niet denkt dat Hij ons pas samenbrengt, vergaderd, bij Zijn Wederkomst. Laat je niet misleiden en ken je positie in de Here Jezus. De duivel vlucht voor je, omdat de Here Jezus in je woont! Doden worden levend, stommen gaan spreken, blinden gaan zien, lammen gaan lopen, doven gaan horen, doordat de Here Jezus in ons, mensen geneest.
Luc 10:9 en geneest de zieken, die er zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen. Niets is onmogelijk! Als de Here Jezus in je woont, is het de Here Jezus die deze dingen door ons heen doet. Maar het is de werking van de satan, die ontkent dat de Here Jezus, de Koning en de Here is. Fil 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken.
Met absolute zekerheid!
Het is Zijn Heilige Geest die ons één maakt. Rom 12:5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. 1 Cor 12:13
En die Heilige Geest, is een zegel, een garantie dat we bij de Here Jezus horen en daarmee deel hebben aan het Lichaam van Christus en daarom worden opgenomen.
2 Cor 1:22 die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.
2 Cor 5:5. God is het, die ons juist dáártoe bereid heeft en die ons de Geest tot onderpand gegeven heeft.
Ef. 4:30 En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.
Ef 1:13 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte,
Stel jezelf er zeker van dat je de Heilige Geest hebt ontvangen, als je het niet zeker weet, vraag de Vader dan om de Heilige Geest, je mag Hem dat altijd vragen. Luc 11:13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?
De Opname van de Gemeente, staat meer dan ooit voor de deur. Je gaat het zeer binnenkort meemaken. De Heilige Geest is in ons, wakkert ons aan en opent onze ogen, zodat we niet zouden slapen, maar door hebben dat het donker is geworden. Daarom is het ook moeilijk om wakker te blijven. Maar de Heilige Geest werkt als een stevige kop koffie en houdt ons, net voor het vallen van de nacht, wakker en alert, zodat de Here ons niet slapend zal vinden, maar Hem verwachtend. Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal aantreffen. En dan: als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.Joh.12:32. Voorwaar, Ik zeg u, hij zal zich omgorden en hen aan tafel nodigen, en bij hen komen om hen te bedienen. Luc 12:37
Daarom moeten wij Zijn Komst in de wolken en onze vergadering met Hem in de wolken niet wegpoetsen. Want we zouden juist heel erg blij zijn, dat Hij ons naar zich toe trekt, voordat de ellende op aarde losbreekt.
1 Thess. 1:10 en uit de hemelen zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn.
Opb 3:10 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.
Jezus predikte het Koninkrijk van God dat eenmaal zou aanbreken. Hij zei: Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal aantreffen. En dan: als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.
Volgens veel christenen zal de Here Jezus gestraft worden.
Ter inleiding.
Wat een vreemde titel! Het behoeft dan namelijk ook enige uitleg. De idee is dat er verschillende visies zijn, ten aanzien van het moment van de Opname van de Gemeente. Je mag altijd verschillen van mening. Maar als je buiten de Bijbel om visies bedenkt ten aanzien van de Opname van de Gemeente, al dan niet voor de grote verdrukking, is het gevolg dat je vreemde conclusies trekt.
Dat de Here Jezus gestraft zal worden is dan ook het gevolg van het trekken van verkeerde conclusies, waardoor men dus vreemde dingen zegt!
Wat is de Gemeente?
De Bijbel spreekt veel over de Gemeente. De Bijbel zegt het volgende:
en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; Ef. 1:22
Welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult. Ef. 1:23
Die het Hoofd is, namelijk Christus; 16 Uit Wie het gehele lichaam, bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een ieder deel in zijn maat, de wasdom van het lichaam bekomt, tot opbouwing van zichzelf in de liefde. Ef. 4:15,16
Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben; Rom. 12:4
Alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden. Rom. 12:5
Want gelijk het lichaam één is, en vele leden heeft, en al de leden van dit éne lichaam, vele zijnde, maar één lichaam zijn, alzo ook Christus. 1 Cor. 12:12
En zo zijn er nog vele verzen in de Bijbel die aangeven, dat wanneer je een keuze hebt gemaakt voor de Here Jezus, je IN Zijn lichaam bent en dus één bent met Jezus Christus.
Voor wie is de toekomende toorn?
Voordat de Here Jezus op aarde terugkomt, vind er in het laatste moment van de eindtijd Gods Toorn plaats. Vooral in het boek Openbaring wordt Gods Toorn uitvoerig beschreven.
Ik geloof zelf, omdat de Bijbel hierover spreekt, dat de Opname van de Gemeente plaats vindt voor Gods Toorn. Omdat de Toorn Gods en die van het Lam (Christus) niet bestemd zijn voor het Lichaam van Christus, waar wij dus toe behoren.
Toorn is straf. En wanneer men dus zegt dat de Opname van de Gemeente plaats vindt halverwege of na de grote verdrukking, zegt men, hopelijk onbedoeld, dat het Lichaam van Christus op aarde gestraft wordt! Ik hoop dat iemand mij kan vertellen waar dat in de Bijbel staat, dat Christus opnieuw moet lijden.
Voor wie is de Toorn van het Lam dan wel?
Want de toorn Gods wordt geopenbaard van de hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden. Rom. 1:18
Maar naar uw hardheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelf toorn als een schat, in de dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. Rom. 2:5
Maar hun, die twistgierig zijn, en die de waarheid ongehoorzaam, doch de ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden; Rom. 2:8
Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar de mens.(het leem dus!)) Rom. 3:5
Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. Ef. 5:6
Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; Kol. 3:6
Voor wie is de toorn Gods niet?
Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn. Rom. 5:9
En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn. 1 Thess. 1:10
Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onze Heere Jezus Christus; 1 Thess 5:9
De Bijbel legt dus duidelijk uit voor wie deze toorn is en voor wie niet. Wij zijn namelijk Zijn lichaam. En de toorn die uit de Hemel komt (Rom.1:18) komt dus niet op Christus Zelf, want Hij is gezeten aan de rechterhand Gods. En omdat wij in Hem zijn en dus Zijn lichaam zijn, komt Zijn toorn niet voordat Zijn lichaam van de aarde is weggehaald.
Want, zegt de Bijbel, de toorn die zal komen is voor de kinderen der ongehoorzaamheid! En dat is Christus per definitie niet! Maar: “Vader, of Gij wildet deze drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.(Luc. 22:42)” Hij was gehoorzaam tot in de dood!
En nog bijzonderder is, dat de Here Jezus niet wil dat Zijn Lichaam gestraft wordt, maar: Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader; Gal. 1:4
Volgens veel christenen zal de Here Jezus gestraft worden.
Ter inleiding.
Wat een vreemde titel! Het behoeft dan namelijk ook enige uitleg. De idee is dat er verschillende visies zijn, ten aanzien van het moment van de Opname van de Gemeente. Je mag altijd verschillen van mening. Maar als je buiten de Bijbel om visies bedenkt ten aanzien van de Opname van de Gemeente, al dan niet voor de grote verdrukking, is het gevolg dat je vreemde conclusies trekt.
Dat de Here Jezus gestraft zal worden is dan ook het gevolg van het trekken van verkeerde conclusies, waardoor men dus vreemde dingen zegt!
Wat is de Gemeente?
De Bijbel spreekt veel over de Gemeente. De Bijbel zegt het volgende:
en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; Ef. 1:22
Welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult. Ef. 1:23
Die het Hoofd is, namelijk Christus; 16 Uit Wie het gehele lichaam, bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een ieder deel in zijn maat, de wasdom van het lichaam bekomt, tot opbouwing van zichzelf in de liefde. Ef. 4:15,16
Want gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden alle niet dezelfde werking hebben; Rom. 12:4
Alzo zijn wij velen één lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden. Rom. 12:5
Want gelijk het lichaam één is, en vele leden heeft, en al de leden van dit éne lichaam, vele zijnde, maar één lichaam zijn, alzo ook Christus. 1 Cor. 12:12
En zo zijn er nog vele verzen in de Bijbel die aangeven, dat wanneer je een keuze hebt gemaakt voor de Here Jezus, je IN Zijn lichaam bent en dus één bent met Jezus Christus.
Voor wie is de toekomende toorn?
Voordat de Here Jezus op aarde terugkomt, vind er in het laatste moment van de eindtijd Gods Toorn plaats. Vooral in het boek Openbaring wordt Gods Toorn uitvoerig beschreven.
Ik geloof zelf, omdat de Bijbel hierover spreekt, dat de Opname van de Gemeente plaats vindt voor Gods Toorn. Omdat de Toorn Gods en die van het Lam (Christus) niet bestemd zijn voor het Lichaam van Christus, waar wij dus toe behoren.
Toorn is straf. En wanneer men dus zegt dat de Opname van de Gemeente plaats vindt halverwege of na de grote verdrukking, zegt men, hopelijk onbedoeld, dat het Lichaam van Christus op aarde gestraft wordt! Ik hoop dat iemand mij kan vertellen waar dat in de Bijbel staat, dat Christus opnieuw moet lijden.
Voor wie is de Toorn van het Lam dan wel?
Want de toorn Gods wordt geopenbaard van de hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden. Rom. 1:18
Maar naar uw hardheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelf toorn als een schat, in de dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. Rom. 2:5
Maar hun, die twistgierig zijn, en die de waarheid ongehoorzaam, doch de ongerechtigheid gehoorzaam zijn, zal verbolgenheid en toorn vergolden worden; Rom. 2:8
Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar de mens.(het leem dus!)) Rom. 3:5
Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. Ef. 5:6
Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; Kol. 3:6
Voor wie is de toorn Gods niet?
Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn. Rom. 5:9
En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van de toekomende toorn. 1 Thess. 1:10
Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onze Heere Jezus Christus; 1 Thess 5:9
De Bijbel legt dus duidelijk uit voor wie deze toorn is en voor wie niet. Wij zijn namelijk Zijn lichaam. En de toorn die uit de Hemel komt (Rom.1:18) komt dus niet op Christus Zelf, want Hij is gezeten aan de rechterhand Gods. En omdat wij in Hem zijn en dus Zijn lichaam zijn, komt Zijn toorn niet voordat Zijn lichaam van de aarde is weggehaald.
Want, zegt de Bijbel, de toorn die zal komen is voor de kinderen der ongehoorzaamheid! En dat is Christus per definitie niet! Maar: “Vader, of Gij wildet deze drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.(Luc. 22:42)” Hij was gehoorzaam tot in de dood!
En nog bijzonderder is, dat de Here Jezus niet wil dat Zijn Lichaam gestraft wordt, maar: Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader; Gal. 1:4
Jezus heeft Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader, Gal. 1:4
Waarschuw de mensen om je heen!
Er is geen Opname van de Gemeente na of in Gods toorn en die van het Lam. De Vader en de Zoon zullen Bijbels gezien niet het Lichaam van Christus straffen!
Ef.1:1523
15 Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in de Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,
16 Houd niet op voor u te danken, u gedenkende in mijn gebeden;
17 Opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;
18 Namelijk verlichte ogen van uw verstand, opdat gij moogt weten, welke de hoop van Zijn roeping is, en welke de rijkdom der heerlijkheid van Zijn erfenis is in de heiligen;
19 En welke de uitnemende grootheid van Zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht,
20 Die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet aan Zijn rechter hand in de hemel;
21 Ver boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en alle naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;
22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult.
Laten we daarom ons uitstrekken naar de Here Jezus, Die het hoofd is van Zijn lichaam. De tijd is nog heel erg kort, omdat de zonde van de mensen tot aan de hemel is opgestegen.
Ken je mensen die denken dat zij het Bloed van Christus niet nodig hebben, waarschuw hen dan! Ken je mensen die denken dat de Opname nog wel even op zich laat wachten, omdat ze denken dat eerst de antichrist komt, waarschuw hen dan! Verzoen je met Jezus Christus en aanvaart wat Hij voor ons heeft gedaan. Hij heeft jouw zonde op Zich genomen, waardoor de Vader je na aanvaarding van Jezus Christus als jouw persoonlijke Redder en Verlosser, je niet ziet als zondaar, maar als Zijn Zoon!
Waarom vóór de grote verdrukking?
Inleiding.
De opname van de gemeente is een van de meest moeilijke onderwerpen in de eindtijdbijbelstudies. Waarom? Om het simpel te houden…. Het staat niet zo duidelijk in de bijbel.
Maar er staan toch wel een paar verzen in de bijbel die echt gaan over de opname. Het meest bekende voorbeeld is deze:
Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen. 1 Thess 4:17
Dit is een prachtige belofte. En staat als een huis. Met andere woorden, je kunt er niet veel met andere gelovigen verschillen over dit vers. Waar wel heel veel over wordt gediscussieerd is het moment van de opname.
Daar zijn drie verschillende mogelijkheden waarin je kunt geloven.
- De opname van de gemeente vindt plaats voor de grote verdrukking.
- De opname van de gemeente vindt plaats in het midden van de grote verdrukking.
- De opname van de gemeente vindt plaats na de grote verdrukking.
Er is nog een laatste, dat is dat de opname van de gemeente een grote leugen zou zijn.
Feiten.
We willen pas dingen geloven, nadat er spijkerhard bewijs is geleverd. Dat is soms goed, omdat je niet alles zomaar klakkeloos moet aannemen. En soms werkt dat geestdodend. De bijbel werkt ook met feiten. Zeg maar regels, waar je moeilijk om heen kunt. Regels die moeilijk anders te interpreteren zijn.
Voorbeeld:
Exodus 20:13-16
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
Dit zijn Bijbelse feiten. Je kunt over veel discussiëren, maar deze geboden zijn niet vrij te interpreteren. Feiten dus.
Ten aanzien van de opname eerst het volgende feit.
Opb. 6:15,16
15 Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen, iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! 17 Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’
Bij de wederkomst van Jezus ziet de hele wereld Jezus in alle heerlijkheid afdalen uit de hemel. Welke bijbel vertaling je ook leest, iedereen tracht zich te verbergen.
Feit!
De mensen die Jezus zien afdalen, geven een reden aan, waarom zij zich verbergen voor Hem. Namelijk: Voor de toorn van het lam!
Feit!
Waarschuw de mensen om je heen!
Er is geen Opname van de Gemeente na of in Gods toorn en die van het Lam. De Vader en de Zoon zullen Bijbels gezien niet het Lichaam van Christus straffen!
Ef.1:1523
15 Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in de Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,
16 Houd niet op voor u te danken, u gedenkende in mijn gebeden;
17 Opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;
18 Namelijk verlichte ogen van uw verstand, opdat gij moogt weten, welke de hoop van Zijn roeping is, en welke de rijkdom der heerlijkheid van Zijn erfenis is in de heiligen;
19 En welke de uitnemende grootheid van Zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht,
20 Die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet aan Zijn rechter hand in de hemel;
21 Ver boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en alle naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;
22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem de Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
23 Welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult.
Laten we daarom ons uitstrekken naar de Here Jezus, Die het hoofd is van Zijn lichaam. De tijd is nog heel erg kort, omdat de zonde van de mensen tot aan de hemel is opgestegen.
Ken je mensen die denken dat zij het Bloed van Christus niet nodig hebben, waarschuw hen dan! Ken je mensen die denken dat de Opname nog wel even op zich laat wachten, omdat ze denken dat eerst de antichrist komt, waarschuw hen dan! Verzoen je met Jezus Christus en aanvaart wat Hij voor ons heeft gedaan. Hij heeft jouw zonde op Zich genomen, waardoor de Vader je na aanvaarding van Jezus Christus als jouw persoonlijke Redder en Verlosser, je niet ziet als zondaar, maar als Zijn Zoon!
Waarom vóór de grote verdrukking?
Inleiding.
De opname van de gemeente is een van de meest moeilijke onderwerpen in de eindtijdbijbelstudies. Waarom? Om het simpel te houden…. Het staat niet zo duidelijk in de bijbel.
Maar er staan toch wel een paar verzen in de bijbel die echt gaan over de opname. Het meest bekende voorbeeld is deze:
Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen. 1 Thess 4:17
Dit is een prachtige belofte. En staat als een huis. Met andere woorden, je kunt er niet veel met andere gelovigen verschillen over dit vers. Waar wel heel veel over wordt gediscussieerd is het moment van de opname.
Daar zijn drie verschillende mogelijkheden waarin je kunt geloven.
- De opname van de gemeente vindt plaats voor de grote verdrukking.
- De opname van de gemeente vindt plaats in het midden van de grote verdrukking.
- De opname van de gemeente vindt plaats na de grote verdrukking.
Er is nog een laatste, dat is dat de opname van de gemeente een grote leugen zou zijn.
Feiten.
We willen pas dingen geloven, nadat er spijkerhard bewijs is geleverd. Dat is soms goed, omdat je niet alles zomaar klakkeloos moet aannemen. En soms werkt dat geestdodend. De bijbel werkt ook met feiten. Zeg maar regels, waar je moeilijk om heen kunt. Regels die moeilijk anders te interpreteren zijn.
Voorbeeld:
Exodus 20:13-16
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
Dit zijn Bijbelse feiten. Je kunt over veel discussiëren, maar deze geboden zijn niet vrij te interpreteren. Feiten dus.
Ten aanzien van de opname eerst het volgende feit.
Opb. 6:15,16
15 Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen, iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! 17 Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’
Bij de wederkomst van Jezus ziet de hele wereld Jezus in alle heerlijkheid afdalen uit de hemel. Welke bijbel vertaling je ook leest, iedereen tracht zich te verbergen.
Feit!
De mensen die Jezus zien afdalen, geven een reden aan, waarom zij zich verbergen voor Hem. Namelijk: Voor de toorn van het lam!
Feit!
Als Jezus Christus zeven jaar later terugkeert naar de aarde, komt Hij om te blijven. Deze terugkeer, die de Bijbel de 'Wederkomst' noemt, vindt plaats aan het einde van de periode van de Grote Verdrukking en luidt het Duizendjarig Vrederijk in.
De vraag die dan naar voren komt, is: voor wie is die toorn dan? Is dat dan voor mij?
Rom.5:8,9
8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren.
9 Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn.
Feit!
Wij zullen door Hem, Jezus, behouden worden van de toorn.
En om Gods heilsplan met de wereld te begrijpen, komen we altijd terug bij Daniël. Omdat dat de sleutel is, in het verstaan van het profetische woord.
Dan. 9:24
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
De zeventig weken van Daniël zijn bestemd voor:
Uw volk: Israël.
Uw heilige stad: Jeruzalem
De overtredingen; van wie: het Joodse volk
De zonden te verzegelen; van wie: het Joodse volk
De ongerechtigheid te verzoenen: wier ongerechtigheid: het Joodse volk
Een eeuwige gerechtigheid aan te brengen: voor wie: het Joodse volk
FEIT!
Dit is iets waar niet over te redetwisten valt. Het gaat bij de 70 weken van Daniël over het Joodse volk.
Als u dit begrijpt, snapt u ook dat de grote verdrukking is voor: het Joodse volk.
Principe.
“Dat is een principe kwestie”. Die uitdrukking kent u vast wel. Je staat ergens achter. Het hoort gewoon zo! De bijbel heeft tal van principes. In het kader van de opname voor de grote verdrukking kennen we in de bijbel ook een principe.
Sodom en Gomorra.
Een behoorlijk bekend bijbelverhaal.
Abraham krijgt drie mannen op bezoek. Zij vertellen hem dat hij een zoon krijgt. Als de mannen verder gaan, komt Abraham er achter dat zij naar Sodom en Gomorra gaan om de steden te vernietigen.
Omdat Lot, Abrahams neef, in Sodom woonde, ging Abraham de Here vragen om de zonden van de stad te vergeven. Omdat er ook onschuldigen in de stad konden wonen, die bij de vernietiging van de steden verloren zouden gaan.
50? 45? 30? 20? 10 dan? Prachtig! Als er 10 rechtvaardige mensen worden gevonden zal Sodom niet vernietigd worden. De andere twee engelen, gaan Sodom in. Lot vangt hen op en de engelen maken Lot duidelijk dat ze de stad en de omliggende steden gaan verwoesten. Wat is nu hier het principe van?
Het oordeel over de stad, kon pas komen, nadat de onschuldigen / rechtvaardigen, uit de stad waren gezet.
Gen.18:15,16
15 Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om en wordt u het slachtoffer van de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’
16 Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan.
Ze werden uit de stad “gerukt” VOORDAT de hel losbarstte.
Dit is dus Gods principe.
De vraag die dan naar voren komt, is: voor wie is die toorn dan? Is dat dan voor mij?
Rom.5:8,9
8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, toen wij nog zondaars waren.
9 Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn.
Feit!
Wij zullen door Hem, Jezus, behouden worden van de toorn.
En om Gods heilsplan met de wereld te begrijpen, komen we altijd terug bij Daniël. Omdat dat de sleutel is, in het verstaan van het profetische woord.
Dan. 9:24
24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
De zeventig weken van Daniël zijn bestemd voor:
Uw volk: Israël.
Uw heilige stad: Jeruzalem
De overtredingen; van wie: het Joodse volk
De zonden te verzegelen; van wie: het Joodse volk
De ongerechtigheid te verzoenen: wier ongerechtigheid: het Joodse volk
Een eeuwige gerechtigheid aan te brengen: voor wie: het Joodse volk
FEIT!
Dit is iets waar niet over te redetwisten valt. Het gaat bij de 70 weken van Daniël over het Joodse volk.
Als u dit begrijpt, snapt u ook dat de grote verdrukking is voor: het Joodse volk.
Principe.
“Dat is een principe kwestie”. Die uitdrukking kent u vast wel. Je staat ergens achter. Het hoort gewoon zo! De bijbel heeft tal van principes. In het kader van de opname voor de grote verdrukking kennen we in de bijbel ook een principe.
Sodom en Gomorra.
Een behoorlijk bekend bijbelverhaal.
Abraham krijgt drie mannen op bezoek. Zij vertellen hem dat hij een zoon krijgt. Als de mannen verder gaan, komt Abraham er achter dat zij naar Sodom en Gomorra gaan om de steden te vernietigen.
Omdat Lot, Abrahams neef, in Sodom woonde, ging Abraham de Here vragen om de zonden van de stad te vergeven. Omdat er ook onschuldigen in de stad konden wonen, die bij de vernietiging van de steden verloren zouden gaan.
50? 45? 30? 20? 10 dan? Prachtig! Als er 10 rechtvaardige mensen worden gevonden zal Sodom niet vernietigd worden. De andere twee engelen, gaan Sodom in. Lot vangt hen op en de engelen maken Lot duidelijk dat ze de stad en de omliggende steden gaan verwoesten. Wat is nu hier het principe van?
Het oordeel over de stad, kon pas komen, nadat de onschuldigen / rechtvaardigen, uit de stad waren gezet.
Gen.18:15,16
15 Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘Vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters, anders komt u om en wordt u het slachtoffer van de misdrijven die in deze stad zijn begaan.’
16 Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan.
Ze werden uit de stad “gerukt” VOORDAT de hel losbarstte.
Dit is dus Gods principe.
Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan. Ze werden uit de stad “gerukt” VOORDAT de hel losbarstte. Dit is dus Gods principe.
Voorbeeld
De bijbel stelt dus dat de opname komt voor de grote verdrukking, omdat de grote verdrukking
- Is bedoeld voor (Dan 9) het Joodse volk [feit]
- Wij behouden worden voor Zijn toorn (Rom 5:9) [feit]
- Gods principe staat voor: toorn na het weghalen van de rechtvaardigen [principe]
Is daar ook een Bijbels voorbeeld van? Jazeker.
Het mooie is dat Jezus zelf dit voorbeeld aanhaalt, juist op het moment dat hij spreekt over de tekenen van Zijn komst, wanneer dat zal gebeuren en over de voleinding van de wereld.
(Matt 24.)
Jezus zegt eigenlijk vrij vertaald: Zoals het straks in de eindtijd zal zijn is te vergelijken met de dagen van Noach. Dat was namelijk ook een eindtijd en Jezus wijst ons dan ook op de vele overeenkomsten tussen deze twee eindtijden.
Het voorbeeld hoeft niet zo heel erg diep te gaan over alle omstandigheden in de dagen van Noach. Het is een vrij bekend verhaal.
De aarde was vol van gruwel en de zonde had zich tot aan de hemel opgestapeld. God zei “dit kan niet zo langer, ik zal alles verwoesten”.
Behalve Noach en de zijnen, werd elke mens en alles wat op aarde leefde vernietigd. Gods toorn brak los, maar terwijl alles werd vernietigd, werden de uitverkorenen, Noach en de zijnen, buiten het gezichtsveld van de regen gespaard en overkwam hen niets. Zij gingen wel door de verdrukking, maar werden door Gods toedoen gespaard. Dit is mijns inziens een duidelijke verwijzing van de profetie van Johannes in Opb.12:6 "de vrouw die de woestijn in vluchtte voor de draak".
Maar voordat de zondvloed kwam en God de aarde strafte, leefde er een rechtvaardige man. Henoch!
Ging Henoch door de grote verdrukking, de tijd van Gods Toorn over die wereld? Nee: Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg. (Gen 5:24) God nam hem weg voor Zijn toorn!
God scheidt mensen in drie groepen.
- Mensen bedoeld voor Zijn toorn. (Rom. 9:22) God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil maken.
- Mensen die Gods toorn mee maken, maar toch in veiligheid worden gebracht: (Opb.12:6) De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden.
- Mensen die niet bedoeld zijn voor Gods toorn. (Gen 5:24) Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
Voorbeeld
De bijbel stelt dus dat de opname komt voor de grote verdrukking, omdat de grote verdrukking
- Is bedoeld voor (Dan 9) het Joodse volk [feit]
- Wij behouden worden voor Zijn toorn (Rom 5:9) [feit]
- Gods principe staat voor: toorn na het weghalen van de rechtvaardigen [principe]
Is daar ook een Bijbels voorbeeld van? Jazeker.
Het mooie is dat Jezus zelf dit voorbeeld aanhaalt, juist op het moment dat hij spreekt over de tekenen van Zijn komst, wanneer dat zal gebeuren en over de voleinding van de wereld.
(Matt 24.)
Jezus zegt eigenlijk vrij vertaald: Zoals het straks in de eindtijd zal zijn is te vergelijken met de dagen van Noach. Dat was namelijk ook een eindtijd en Jezus wijst ons dan ook op de vele overeenkomsten tussen deze twee eindtijden.
Het voorbeeld hoeft niet zo heel erg diep te gaan over alle omstandigheden in de dagen van Noach. Het is een vrij bekend verhaal.
De aarde was vol van gruwel en de zonde had zich tot aan de hemel opgestapeld. God zei “dit kan niet zo langer, ik zal alles verwoesten”.
Behalve Noach en de zijnen, werd elke mens en alles wat op aarde leefde vernietigd. Gods toorn brak los, maar terwijl alles werd vernietigd, werden de uitverkorenen, Noach en de zijnen, buiten het gezichtsveld van de regen gespaard en overkwam hen niets. Zij gingen wel door de verdrukking, maar werden door Gods toedoen gespaard. Dit is mijns inziens een duidelijke verwijzing van de profetie van Johannes in Opb.12:6 "de vrouw die de woestijn in vluchtte voor de draak".
Maar voordat de zondvloed kwam en God de aarde strafte, leefde er een rechtvaardige man. Henoch!
Ging Henoch door de grote verdrukking, de tijd van Gods Toorn over die wereld? Nee: Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg. (Gen 5:24) God nam hem weg voor Zijn toorn!
God scheidt mensen in drie groepen.
- Mensen bedoeld voor Zijn toorn. (Rom. 9:22) God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil maken.
- Mensen die Gods toorn mee maken, maar toch in veiligheid worden gebracht: (Opb.12:6) De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden.
- Mensen die niet bedoeld zijn voor Gods toorn. (Gen 5:24) Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg (Jan Luyken).
Slot
Dit is nu juist Gods bedoeling met de wereld en met ons. Hij heeft het beste met ons voor. Dat is de reden dat God in Zijn heilsplan, Zijn eniggeboren Zoon naar de aarde heeft gestuurd.
Hier op aarde is Jezus niet verheerlijkt. Maar Hij heeft Zich vernederd voor ons. Hij is aan het kruis gegaan en uit de dood opgestaan. Daardoor is het mogelijk dat je zonden je vergeven worden.
Matt. 20:16
Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
God roept ons! Wij mogen bij dat groepje horen, die voor Gods toorn, door God zelf wordt weggenomen. Want wij zijn net zoals Henoch, hij wandelde met God en hij was niet meer.
De opname in ‘de ure der verzoeking’ die over de hele wereld komen zal.
Ter inleiding.
Opb.3:10
Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Slot
Dit is nu juist Gods bedoeling met de wereld en met ons. Hij heeft het beste met ons voor. Dat is de reden dat God in Zijn heilsplan, Zijn eniggeboren Zoon naar de aarde heeft gestuurd.
Hier op aarde is Jezus niet verheerlijkt. Maar Hij heeft Zich vernederd voor ons. Hij is aan het kruis gegaan en uit de dood opgestaan. Daardoor is het mogelijk dat je zonden je vergeven worden.
Matt. 20:16
Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
God roept ons! Wij mogen bij dat groepje horen, die voor Gods toorn, door God zelf wordt weggenomen. Want wij zijn net zoals Henoch, hij wandelde met God en hij was niet meer.
De opname in ‘de ure der verzoeking’ die over de hele wereld komen zal.
Ter inleiding.
Opb.3:10
Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Jezus’ lijden aan het kruis en opstanding uit de dood betekent voor de gelovige christen dat hij/zij op de dag van de opname naar de hemel weggevoerd zal worden, de Heer tegemoet in de lucht om altijd bij Hem te zijn.
Prachtig vers. Het is goed om te weten dat de Bijbel veelvuldig en uitgebreid spreekt over het “bewaren voor”, namelijk verlossing, redding en of uitkomst biedt voor degenen die op de Here vertrouwen. Het beste voorbeeld is de Here Jezus Zelf, Die door Zijn dood en Opstanding redding bracht. Zodat we niet verloren gaan, maar eeuwig leven ontvangen (Joh.3:16).
De tijdsperiode.
Er komt een “ure der verzoeking”! En deze zal komen over de hele wereld. Het impliceert dat niemand uitgesloten zal worden. Iedereen zal te maken krijgen met deze “ure der verzoeking”.
Wat bedoelt de Bijbel nu precies met deze term.De term lijkt te slaan op een tijdsperiode “ure”, dat eigendom is (“van de” of “der”) van de verzoeking.
Hierbij is systematische Bijbelstudie van belang. Dat is de methode om alle Schriftplaatsen met één bepaalde term op te zoeken, naast elkaar te leggen om te zien wat zij gezamenlijk zeggen over die ene term. In de Bijbel staan 3 Schriftplaatsen waarbij een tijdsperiode, zoals “ure” is gekoppeld aan “verzoeking”.
Luk.8:13 En die op de steenrots bezaaid worden, zijn dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor een tijd geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij af.
Hebr.3:8 Zo verhardt uw harten niet, gelijk het geschied is in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn;
Opb.3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
De nummers 1 en 3 kunnen aan elkaar gekoppeld worden, omdat de Here Jezus Zelf spreekt over de komst van deze tijdsperiode. Nummer 2 gaat juist over het tegengestelde. De Here zegt daar Zelf verzocht te zijn geweest door de vaderen van dit volk, toen zij in de woestijn waren.
Van wie is de verzoeking?
Er zijn mensen die zeggen dat onheil of persoonlijk leed afkomstig is van de Here Jezus om je te testen of je voldoende op Hem vertrouwd. Een soort gelijk gedachtegoed vinden we in de leer dat de Gemeente door de grote verdrukking moet, om gelouterd te worden. De Here zou dan zeggen: “Ik wil weten of je me echt toebehoord of niet.” De Here scheidt het kaf van het koren.
Velen hebben grote moeite met deze gedachten. Maar het gaat niet om wie er gelijk heeft, het gaat er om dat de Bijbel per definitie gelijk heeft. Dus we zoeken het gewoon op. Wat zouden we dan opzoeken? Nou, worden we door de Here verzocht of niet? Is God de verzoeker?
Jac.1:13 Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.14 Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.
Matt 4:3 En de verzoeker*, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.(* de duivel, Matt.4:1)
Prachtig vers. Het is goed om te weten dat de Bijbel veelvuldig en uitgebreid spreekt over het “bewaren voor”, namelijk verlossing, redding en of uitkomst biedt voor degenen die op de Here vertrouwen. Het beste voorbeeld is de Here Jezus Zelf, Die door Zijn dood en Opstanding redding bracht. Zodat we niet verloren gaan, maar eeuwig leven ontvangen (Joh.3:16).
De tijdsperiode.
Er komt een “ure der verzoeking”! En deze zal komen over de hele wereld. Het impliceert dat niemand uitgesloten zal worden. Iedereen zal te maken krijgen met deze “ure der verzoeking”.
Wat bedoelt de Bijbel nu precies met deze term.De term lijkt te slaan op een tijdsperiode “ure”, dat eigendom is (“van de” of “der”) van de verzoeking.
Hierbij is systematische Bijbelstudie van belang. Dat is de methode om alle Schriftplaatsen met één bepaalde term op te zoeken, naast elkaar te leggen om te zien wat zij gezamenlijk zeggen over die ene term. In de Bijbel staan 3 Schriftplaatsen waarbij een tijdsperiode, zoals “ure” is gekoppeld aan “verzoeking”.
Luk.8:13 En die op de steenrots bezaaid worden, zijn dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor een tijd geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij af.
Hebr.3:8 Zo verhardt uw harten niet, gelijk het geschied is in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn;
Opb.3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
De nummers 1 en 3 kunnen aan elkaar gekoppeld worden, omdat de Here Jezus Zelf spreekt over de komst van deze tijdsperiode. Nummer 2 gaat juist over het tegengestelde. De Here zegt daar Zelf verzocht te zijn geweest door de vaderen van dit volk, toen zij in de woestijn waren.
Van wie is de verzoeking?
Er zijn mensen die zeggen dat onheil of persoonlijk leed afkomstig is van de Here Jezus om je te testen of je voldoende op Hem vertrouwd. Een soort gelijk gedachtegoed vinden we in de leer dat de Gemeente door de grote verdrukking moet, om gelouterd te worden. De Here zou dan zeggen: “Ik wil weten of je me echt toebehoord of niet.” De Here scheidt het kaf van het koren.
Velen hebben grote moeite met deze gedachten. Maar het gaat niet om wie er gelijk heeft, het gaat er om dat de Bijbel per definitie gelijk heeft. Dus we zoeken het gewoon op. Wat zouden we dan opzoeken? Nou, worden we door de Here verzocht of niet? Is God de verzoeker?
Jac.1:13 Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.14 Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.
Matt 4:3 En de verzoeker*, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.(* de duivel, Matt.4:1)
Jezus werd door de satan veertig dagen verzocht, maar zondigde niet en werd zodoende de eerste mens, die standhield tegen de verleidingen van de Gods tegenstander.
Velen hebben moeite met de idee dat God ons op de proef stelt. Ook in het verhaal van Job wordt dit verschrikkelijk duidelijk verwoord. Niet de Here God, maar de duivel tart Job. Het enige wat God doet is het bewaken van Jobs leven (Job.1:12). Verder is natuurlijk de geschiedenis van Job niet vreselijk belangrijk, want dat we meer hebben aan de typologische, dan wel overdrachtelijke betekenis van dit verhaal. Maar er is nog een ander vers, dat ook vermeld moet worden, namelijk deze:
1 Cor.10:13 Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.
Ook hier staat dat God niet de verzoeker is. Wel staat er dat wij Christenen verzocht kunnen worden. Dan gaat het volgens dit vers uitsluitend om menselijke verzoekingen. Met deze verzoekingen die tot ons komen, zal de Here uitkomst geven. Hoe? Hoe zwaar de verzoekingen ook zijn, de Here is Dezelfde als Die in het verhaal van Job. Hij spaart ons leven. Het kunnen verdragen, zoals hier wordt vermeld, heeft te maken met de grootte van de last. De één is sterker dan de ander. Heel simpel, we nemen een lastdier. Het ene beest is sterker dan het andere, maar een goede boer zorgt ervoor dat zijn lastdier niet bezwijkt / sterft. De Here Jezus zei in dit verband: Matt.11:29 Neemt Mijn juk op u…, 30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. We zouden onze eigen juk afleggen en Zijn juk op ons nemen, is de idee. Maar nogmaals, God is geen verzoeker!
Onderwerpen over verzoeking.
In de Bijbel vinden we onder andere de volgende mogelijkheden:
- In verzoeking geleidt worden.
- In verzoeking komen.
- Menselijke verzoeking.
- Mijn verzoeking.
- Vallen in vele verzoekingen.
- Vallen in verzoeking.
- Verzoeking verdragen.
- Bedroefd zijn door verzoekingen.
- Tot u komen van verzoeking.
- Een tijdsperiode van “alle verzoeking”.
- Een tijd der verzoeking.
- Ure der verzoeking
- Dage der verzoeking.
- Verlossing uit de verzoeking.
- Verzocht worden.
- Verzocht zijn.
Wat opvalt over verzoeking en verzocht worden, is dat ze gekoppeld worden aan iets of iemand. Daarnaast vinden we ook in de Bijbel dat deze woorden een tegenstelling kennen.
Velen hebben moeite met de idee dat God ons op de proef stelt. Ook in het verhaal van Job wordt dit verschrikkelijk duidelijk verwoord. Niet de Here God, maar de duivel tart Job. Het enige wat God doet is het bewaken van Jobs leven (Job.1:12). Verder is natuurlijk de geschiedenis van Job niet vreselijk belangrijk, want dat we meer hebben aan de typologische, dan wel overdrachtelijke betekenis van dit verhaal. Maar er is nog een ander vers, dat ook vermeld moet worden, namelijk deze:
1 Cor.10:13 Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.
Ook hier staat dat God niet de verzoeker is. Wel staat er dat wij Christenen verzocht kunnen worden. Dan gaat het volgens dit vers uitsluitend om menselijke verzoekingen. Met deze verzoekingen die tot ons komen, zal de Here uitkomst geven. Hoe? Hoe zwaar de verzoekingen ook zijn, de Here is Dezelfde als Die in het verhaal van Job. Hij spaart ons leven. Het kunnen verdragen, zoals hier wordt vermeld, heeft te maken met de grootte van de last. De één is sterker dan de ander. Heel simpel, we nemen een lastdier. Het ene beest is sterker dan het andere, maar een goede boer zorgt ervoor dat zijn lastdier niet bezwijkt / sterft. De Here Jezus zei in dit verband: Matt.11:29 Neemt Mijn juk op u…, 30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht. We zouden onze eigen juk afleggen en Zijn juk op ons nemen, is de idee. Maar nogmaals, God is geen verzoeker!
Onderwerpen over verzoeking.
In de Bijbel vinden we onder andere de volgende mogelijkheden:
- In verzoeking geleidt worden.
- In verzoeking komen.
- Menselijke verzoeking.
- Mijn verzoeking.
- Vallen in vele verzoekingen.
- Vallen in verzoeking.
- Verzoeking verdragen.
- Bedroefd zijn door verzoekingen.
- Tot u komen van verzoeking.
- Een tijdsperiode van “alle verzoeking”.
- Een tijd der verzoeking.
- Ure der verzoeking
- Dage der verzoeking.
- Verlossing uit de verzoeking.
- Verzocht worden.
- Verzocht zijn.
Wat opvalt over verzoeking en verzocht worden, is dat ze gekoppeld worden aan iets of iemand. Daarnaast vinden we ook in de Bijbel dat deze woorden een tegenstelling kennen.
Toegeven aan de zonde zoals Eva en Adam deden door te eten van de verboden vrucht, heeft als gevolg dat de toegang naar de hemel wordt afgesloten. Jezus volbracht het offer aan het kruis en ‘betaalde’ zodoende onze schuld.
Verzoeking wordt gekoppeld aan:
- De zwakheid van het vlees.
- De duivel.
- De satan.
- Het afwijken van het Woord.
- Is verachtend en verfoeilijk.
- Door dwaze en schadelijke begeerten.
- Leidt tot de dood.
- Door het hart te verharden (ongeloof).
- Soms van korte duur.
- Is gewoon, overkomt iedereen.
Verzoeking wordt gezet tegenover: (lees: Geen verzoeking, maar…)
- Verlossing van de boze.
- Gebed (om niet in verzoeking te komen.)
- Gods bescherming.
- God biedt een uitkomst.
- Verdragen van verzoeking.
- Ontvangen van kroon des levens, als men overwint.
- God verlost, indien men godzalig is.
- Men wordt niet door God verzocht.
- Men kan bewaard worden.
De komst van de eigenaar van de tijdsperiode en de verzoeking.
Opb.3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Het lijkt mij nu wel duidelijk dat de “ure der verzoeking”, in verband mag gebracht worden met de satan en niet met de Here God. Immers, de Here Zelf spreekt: “zo zal Ik ook u bewaren“.
Wat opvalt aan dit vers, is het “toekomstige” aspect van het vers. Er staat namelijk:“die over de gehele wereld komen zal“. Toekomst dus. Dit lijkt in strijd te zijn met de vele, aan dit vers, voorafgaande verzen, die spreken over de verzoeking die er nu al is. Maar omdat de Bijbel Zichzelf niet kan tegenspreken, zouden we moeten begrijpen, dat de Bijbel hier de “ure der verzoeking” buiten de verzoeking zet, die wij vandaag kennen. Het gaat dus om enerzijds verzoeking die nu tot ons komt en waartegen wij bidden en anderzijds iets heel anders, namelijk de komst van de ure der verzoeking. Voor die ure der verzoeking hoeven wij niet te bidden, maar daaruit worden wij bewaard. In Jip en Janneke-taal: het gaat om het verschil tussen nu en straks.
Samenvattend:
- Er is nu verzoeking.
- Er komt straks een tijdsperiode, waar verzoeking leidend is.
- Verzoeking is gekoppeld aan de duivel, de satan.
- De Here biedt nu uitkomst tegen de bestaande verzoeking, als wij bidden.
- De Here bewaart ons uit de ure der verzoeking, die zal komen.
- Als we lezen over de komst van de antichrist, dan lijkt dat toch erg veel op het vers uit Openbaring 3.
1 Joh.4:3 En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld.
Vandaag hebben wij strijd tegen de verzoeking, van de verzoeker. En hierboven lezen we over de geest van de verzoeker die nu al in de wereld is. In Openbaring 3 lezen we over de ure der verzoeking die over de hele wereld zal komen. En in 1 Joh.4 lezen we ook dat de verzoeker (eigenaar van de verzoekingsperiode) zal komen. Satan is de verzoeker. De ure der verzoeking is gewoon de periode waar de verzoeker geopenbaard zal worden. Specifieker gezegd:
de ure der verzoeking = zijn eigen tijd (2 Thess.2:6)
Wat gebeurt er met ons, als Christus ons tot Zich vergadert? Probeer nu eens met de kennis van al het bovenstaande, het volgende Bijbelgedeelte te lezen.
Verzoeking wordt gekoppeld aan:
- De zwakheid van het vlees.
- De duivel.
- De satan.
- Het afwijken van het Woord.
- Is verachtend en verfoeilijk.
- Door dwaze en schadelijke begeerten.
- Leidt tot de dood.
- Door het hart te verharden (ongeloof).
- Soms van korte duur.
- Is gewoon, overkomt iedereen.
Verzoeking wordt gezet tegenover: (lees: Geen verzoeking, maar…)
- Verlossing van de boze.
- Gebed (om niet in verzoeking te komen.)
- Gods bescherming.
- God biedt een uitkomst.
- Verdragen van verzoeking.
- Ontvangen van kroon des levens, als men overwint.
- God verlost, indien men godzalig is.
- Men wordt niet door God verzocht.
- Men kan bewaard worden.
De komst van de eigenaar van de tijdsperiode en de verzoeking.
Opb.3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Het lijkt mij nu wel duidelijk dat de “ure der verzoeking”, in verband mag gebracht worden met de satan en niet met de Here God. Immers, de Here Zelf spreekt: “zo zal Ik ook u bewaren“.
Wat opvalt aan dit vers, is het “toekomstige” aspect van het vers. Er staat namelijk:“die over de gehele wereld komen zal“. Toekomst dus. Dit lijkt in strijd te zijn met de vele, aan dit vers, voorafgaande verzen, die spreken over de verzoeking die er nu al is. Maar omdat de Bijbel Zichzelf niet kan tegenspreken, zouden we moeten begrijpen, dat de Bijbel hier de “ure der verzoeking” buiten de verzoeking zet, die wij vandaag kennen. Het gaat dus om enerzijds verzoeking die nu tot ons komt en waartegen wij bidden en anderzijds iets heel anders, namelijk de komst van de ure der verzoeking. Voor die ure der verzoeking hoeven wij niet te bidden, maar daaruit worden wij bewaard. In Jip en Janneke-taal: het gaat om het verschil tussen nu en straks.
Samenvattend:
- Er is nu verzoeking.
- Er komt straks een tijdsperiode, waar verzoeking leidend is.
- Verzoeking is gekoppeld aan de duivel, de satan.
- De Here biedt nu uitkomst tegen de bestaande verzoeking, als wij bidden.
- De Here bewaart ons uit de ure der verzoeking, die zal komen.
- Als we lezen over de komst van de antichrist, dan lijkt dat toch erg veel op het vers uit Openbaring 3.
1 Joh.4:3 En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld.
Vandaag hebben wij strijd tegen de verzoeking, van de verzoeker. En hierboven lezen we over de geest van de verzoeker die nu al in de wereld is. In Openbaring 3 lezen we over de ure der verzoeking die over de hele wereld zal komen. En in 1 Joh.4 lezen we ook dat de verzoeker (eigenaar van de verzoekingsperiode) zal komen. Satan is de verzoeker. De ure der verzoeking is gewoon de periode waar de verzoeker geopenbaard zal worden. Specifieker gezegd:
de ure der verzoeking = zijn eigen tijd (2 Thess.2:6)
Wat gebeurt er met ons, als Christus ons tot Zich vergadert? Probeer nu eens met de kennis van al het bovenstaande, het volgende Bijbelgedeelte te lezen.
Als de Gemeente van Jezus Christus is opgenomen in de hemel, zal de satan op aarde geworpen worden en grote verwoesting aanrichten en de mensheid afslachten in de nietsontziende slag van Armageddon.
Opb.12:9 En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.
10 En ik hoorde een grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus; want de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht is nedergeworpen.
11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot den dood toe.
12 Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft.
Nee, we gaan niet door de grote verdrukking. Zelfs de 70ste week zullen we niet op aarde meemaken, omdat Hij belooft heeft: zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking.
De opstandingen uit de dood.
Ter inleiding.
Hier is bewust opstandingen gebruikt, dus in meervoud, om aan te geven dat de Bijbel spreekt over meerdere opstandingen uit de dood. Vaak stelt menige christen zich wel eens af wie gaat wanneer nu opstaan?
De normale gang van zaken ten aanzien van leven, sterven en opstanding.
Vanaf Adam tot aan de jongste dag (uitersten dage Joh.6) geld in principe deze regel:
Men wordt geboren.
Men sterft lichamelijk en geestelijk.
Het aardse lichaam wordt verteerd en het geestelijke lichaam wordt gescheiden van de Here God, als gevolg van de zondeval.
Op de jongste dag (Opb. 20) zal voor de grote witte troon een eindoordeel plaatsvinden, waarbij men of zal opstaan tot de opstanding des levens of tot opstanding der verdoemenis (Joh. 5:28,29), waarbij men respectievelijk of het aardse leven weer ontvangt (op de nieuwe aarde), in een verheerlijkt lichaam of ingaat in de tweede en laatste dood.
We behandelen later de uitzondering. Maar voor iedereen, dus ook de oudtestamentische gelovigen, op uitzonderingen daargelaten, geld dit principe.
En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing. Dan. 12:2
Maar gij, ga heen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen. Dan. 12:13
Maar ook in het Nieuwe Testament wordt deze gedachte bevestigd. Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. Joh. 11:24
Opb.12:9 En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.
10 En ik hoorde een grote stem, zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk geworden onzes Gods; en de macht van Zijn Christus; want de verklager onzer broederen, die hen verklaagde voor onzen God dag en nacht is nedergeworpen.
11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot den dood toe.
12 Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft.
Nee, we gaan niet door de grote verdrukking. Zelfs de 70ste week zullen we niet op aarde meemaken, omdat Hij belooft heeft: zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking.
De opstandingen uit de dood.
Ter inleiding.
Hier is bewust opstandingen gebruikt, dus in meervoud, om aan te geven dat de Bijbel spreekt over meerdere opstandingen uit de dood. Vaak stelt menige christen zich wel eens af wie gaat wanneer nu opstaan?
De normale gang van zaken ten aanzien van leven, sterven en opstanding.
Vanaf Adam tot aan de jongste dag (uitersten dage Joh.6) geld in principe deze regel:
Men wordt geboren.
Men sterft lichamelijk en geestelijk.
Het aardse lichaam wordt verteerd en het geestelijke lichaam wordt gescheiden van de Here God, als gevolg van de zondeval.
Op de jongste dag (Opb. 20) zal voor de grote witte troon een eindoordeel plaatsvinden, waarbij men of zal opstaan tot de opstanding des levens of tot opstanding der verdoemenis (Joh. 5:28,29), waarbij men respectievelijk of het aardse leven weer ontvangt (op de nieuwe aarde), in een verheerlijkt lichaam of ingaat in de tweede en laatste dood.
We behandelen later de uitzondering. Maar voor iedereen, dus ook de oudtestamentische gelovigen, op uitzonderingen daargelaten, geld dit principe.
En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing. Dan. 12:2
Maar gij, ga heen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen. Dan. 12:13
Maar ook in het Nieuwe Testament wordt deze gedachte bevestigd. Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. Joh. 11:24
Eenmaal in de eeuwigheid zal ieder mens moeten verschijnen voor de grote 'Witte Troon van God' Zelf om verantwoording voor de daden in zijn leven af te leggen. Een ieder die in Jezus Christus geloofde, zal vrijgesproken worden, omdat voor zijn zonden is ‘betaald’.
Dit is de normale regel. Maar gelukkig kwam de Here Jezus!!! De Here Jezus zorgde ervoor, door Zijn kruisdood en opstanding uit de dood dat de normale regel een uitzondering kent. Want als men in Christus is, als je de Here Jezus hebt aangenomen als je persoonlijke Redder en Verlosser, dan geldt er voor u en mij een uitzondering op de regel. Want dan gaat het als volgt:
- Men wordt geboren.
- Men maakt een bewuste keuze voor de Here Jezus. Men kiest ervoor om het oude geestelijke leven te verliezen, de geest sterft dus met Christus, en je ontvangt direct geestelijk eeuwig leven met en in Hem.
- Het lichaam sterft, de geest wordt gescheiden van het lichaam en gaat nergens naar toe, want onze geest is al in de hemel gezet (Ef. 2:6), dus we blijven waar we al waren, namelijk in de hemel.
- En dan wachten zij, die in Christus ontslapen zijn, in de hemel, op het moment dat hun geest weer wordt herenigd met het lichaam. Niet het oude lichaam dat misschien al honderden jaren vergaan is, maar een opstandinglichaam. Dit lichaam is een verheerlijkt lichaam en een hemelslichaam. Want wij zijn geestelijk met Christus al in de Hemel, het wachten is alleen nog op een lichaam dat daar ook kan komen. 1 Cor. 15:50 “dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen”.
Drie opstandingen.
Wij houden zo graag van complete rijtjes, van die opsommingen. Er staan er een aantal in de Bijbel. Maar ze zijn niet altijd compleet. Dat ze niet compleet zijn, kan soms verklaard worden, omdat sommige dingen niet in het rijtje thuis horen. Maar in 1 Cor. 15, vinden we een goede opsomming van de opstandingen en wel op volgorde van tijd.
1 Cor. 15:23 Maar een ieder in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. 24 Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben;
Het vers legt uit waarom de opstandingen gefaseerd plaatsvinden. Namelijk: de opstanding vindt plaats, ieder naar zijn orde.
1. De eersteling Christus zelf -> vers 20
2. Die van Christus zijn.
3. Daarna zal het einde zijn.
Als eerste de Here Jezus. De Bijbel geeft ons vele Schriftplaatsen waar staat dat de Here Jezus is opgestaan uit de dood. En zo lezen we, in dit hoofdstuk in de Bijbel (1 Cor. 15), in vers 20:
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van hen, die ontslapen zijn.
De Here Jezus is de eerste. Er staat in de grondtekst, dat Hij “van tussen de doden uit” is opgestaan. Dat houdt in dat Hij in Zijn opstanding de overige doden heeft achtergelaten. Het woordje “en” kan in het vers eigenlijk weg, omdat het er niet staat, maar het Nederlands vraagt om dit tussenvoegsel. In wezen zijn de twee stukken zin, dat voor en achter het woordje “en” staan, identiek aan elkaar.
Dit is de normale regel. Maar gelukkig kwam de Here Jezus!!! De Here Jezus zorgde ervoor, door Zijn kruisdood en opstanding uit de dood dat de normale regel een uitzondering kent. Want als men in Christus is, als je de Here Jezus hebt aangenomen als je persoonlijke Redder en Verlosser, dan geldt er voor u en mij een uitzondering op de regel. Want dan gaat het als volgt:
- Men wordt geboren.
- Men maakt een bewuste keuze voor de Here Jezus. Men kiest ervoor om het oude geestelijke leven te verliezen, de geest sterft dus met Christus, en je ontvangt direct geestelijk eeuwig leven met en in Hem.
- Het lichaam sterft, de geest wordt gescheiden van het lichaam en gaat nergens naar toe, want onze geest is al in de hemel gezet (Ef. 2:6), dus we blijven waar we al waren, namelijk in de hemel.
- En dan wachten zij, die in Christus ontslapen zijn, in de hemel, op het moment dat hun geest weer wordt herenigd met het lichaam. Niet het oude lichaam dat misschien al honderden jaren vergaan is, maar een opstandinglichaam. Dit lichaam is een verheerlijkt lichaam en een hemelslichaam. Want wij zijn geestelijk met Christus al in de Hemel, het wachten is alleen nog op een lichaam dat daar ook kan komen. 1 Cor. 15:50 “dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen”.
Drie opstandingen.
Wij houden zo graag van complete rijtjes, van die opsommingen. Er staan er een aantal in de Bijbel. Maar ze zijn niet altijd compleet. Dat ze niet compleet zijn, kan soms verklaard worden, omdat sommige dingen niet in het rijtje thuis horen. Maar in 1 Cor. 15, vinden we een goede opsomming van de opstandingen en wel op volgorde van tijd.
1 Cor. 15:23 Maar een ieder in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. 24 Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben;
Het vers legt uit waarom de opstandingen gefaseerd plaatsvinden. Namelijk: de opstanding vindt plaats, ieder naar zijn orde.
1. De eersteling Christus zelf -> vers 20
2. Die van Christus zijn.
3. Daarna zal het einde zijn.
Als eerste de Here Jezus. De Bijbel geeft ons vele Schriftplaatsen waar staat dat de Here Jezus is opgestaan uit de dood. En zo lezen we, in dit hoofdstuk in de Bijbel (1 Cor. 15), in vers 20:
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden van hen, die ontslapen zijn.
De Here Jezus is de eerste. Er staat in de grondtekst, dat Hij “van tussen de doden uit” is opgestaan. Dat houdt in dat Hij in Zijn opstanding de overige doden heeft achtergelaten. Het woordje “en” kan in het vers eigenlijk weg, omdat het er niet staat, maar het Nederlands vraagt om dit tussenvoegsel. In wezen zijn de twee stukken zin, dat voor en achter het woordje “en” staan, identiek aan elkaar.
Jezus Christus stond op uit de dood, Hij was daardoor de ‘eersteling uit de doden’. Ieder mens die gelooft dat Jezus als vervanger en drager van zijn zondenlast is, geeft daarmee te kennen in principe schuldig te staan t.o.v. God. De gelovige christen gelooft tegelijkertijd dat ook hij uit de dood zal opstaan.
Nummer 2 in de rij, zijn zij, die van Christus zijn. Deze groep is van de Here Jezus, door het aanvaarden van Zijn Redding en Verlossing voor ons. De Gemeente van de Here Jezus. Dit is de reden dat er een uitzondering is gekomen op de regel, dat ieder die sterft op de jongste dag opstaat uit de dood om geoordeeld te worden.
Want die in Christus zijn, zijn al geoordeeld en hebben hun leven al afgelegd en hebben Zijn Leven, het eeuwige leven, al ontvangen bij de wedergeboorte. Deze opstanding vindt plaats bij de Opname van de Gemeente.
Dan zullen zij, die in de Here al ontslapen zijn, worden opgewekt in een hemels lichaam en zij die in Christus levend overgebleven zijn, zullen dan in een oogwenk ook een hemels lichaam krijgen. 1 Thess. 4: 13-18.
Fil. 3:20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus; 21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelf kan onderwerpen.
1 Cor. 15:51 Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden;
Col. 3:4 Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
1 Joh.3:2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
1 Thess. 4:14-17 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook hen, die ontslapen zijn in Jezus, weerbrengen met Hem. 15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen hen, die ontslapen zijn. 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; 17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen.
Dus de tweede groep die zal opstaan uit de dood, is de groep die in geestelijk opzicht al uit de dood is opgestaan, maar tot op heden wacht op de vervulling van Gods belofte, dat wij een lichaam krijgen dat bij ons hoort.
Nummer 2 in de rij, zijn zij, die van Christus zijn. Deze groep is van de Here Jezus, door het aanvaarden van Zijn Redding en Verlossing voor ons. De Gemeente van de Here Jezus. Dit is de reden dat er een uitzondering is gekomen op de regel, dat ieder die sterft op de jongste dag opstaat uit de dood om geoordeeld te worden.
Want die in Christus zijn, zijn al geoordeeld en hebben hun leven al afgelegd en hebben Zijn Leven, het eeuwige leven, al ontvangen bij de wedergeboorte. Deze opstanding vindt plaats bij de Opname van de Gemeente.
Dan zullen zij, die in de Here al ontslapen zijn, worden opgewekt in een hemels lichaam en zij die in Christus levend overgebleven zijn, zullen dan in een oogwenk ook een hemels lichaam krijgen. 1 Thess. 4: 13-18.
Fil. 3:20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus; 21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, opdat het gelijkvormig worde aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij ook alle dingen Zichzelf kan onderwerpen.
1 Cor. 15:51 Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden;
Col. 3:4 Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
1 Joh.3:2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.
1 Thess. 4:14-17 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook hen, die ontslapen zijn in Jezus, weerbrengen met Hem. 15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen hen, die ontslapen zijn. 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; 17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen.
Dus de tweede groep die zal opstaan uit de dood, is de groep die in geestelijk opzicht al uit de dood is opgestaan, maar tot op heden wacht op de vervulling van Gods belofte, dat wij een lichaam krijgen dat bij ons hoort.
De gelovige christen zal van zijn aardse lichaam verlost worden en krijgt een lichaam, niet alleen gelijk aan dat van Christus, beeldvormig gezien, maar ook Zijn ‘hemelse DNA’.
Dus een heel bemoedigende boodschap, of je nu te dik bent, of in een rolstoel zit, lelijke littekens hebt, of een mankementje hebt, zoals een bril of steunzolen. Dit aardse lichaam hoort niet bij ons, dus vroeg of laat wordt dit aardse lichaam verslonden door het nieuwe lichaam dat perfect bij ons past.
1 Cor 15:54 En wanneer dit verderfelijke onverderfelijkheid zal aangedaan hebben, en dit sterfelijke onsterfelijkheid zal aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.
2 Cor. 5:4 Want ook wij, die in deze tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet ontkleed, maar overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde.
De derde groep.
24. Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben
Hoe valt deze laatste groep hier uit te halen? De vorige vers zegt, aangaande de opstandingen, welke volgorde er gehanteerd wordt, namelijk ieder naar zijn orde. Na de eerste twee opstandingen, zegt het vers: Daarna zal het einde zijn.
Tussen de Opstanding van de Here Jezus en de Opname van de Gemeente zit grofweg 2000 jaren. En tussen de Opname van de Gemeente tot aan de jongste dag zit grofweg 1000 jaren. Want de belofte aan Daniël (Dan.12:13) zal vervuld worden op de jongste dag. Dus Daniël zal opstaan! En zo vinden we hier de derde groep. In Openbaring lezen we over deze laatste opstanding.
Opb. 20:11-15 En ik zag een grote witte troon, en Hem, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en geen plaats is voor die gevonden. 12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. 13 En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een ieder naar hun werken. 14 En de dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs; dit is de tweede dood. 15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs.
Dus een heel bemoedigende boodschap, of je nu te dik bent, of in een rolstoel zit, lelijke littekens hebt, of een mankementje hebt, zoals een bril of steunzolen. Dit aardse lichaam hoort niet bij ons, dus vroeg of laat wordt dit aardse lichaam verslonden door het nieuwe lichaam dat perfect bij ons past.
1 Cor 15:54 En wanneer dit verderfelijke onverderfelijkheid zal aangedaan hebben, en dit sterfelijke onsterfelijkheid zal aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning.
2 Cor. 5:4 Want ook wij, die in deze tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet ontkleed, maar overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde.
De derde groep.
24. Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en de Vader zal overgegeven hebben
Hoe valt deze laatste groep hier uit te halen? De vorige vers zegt, aangaande de opstandingen, welke volgorde er gehanteerd wordt, namelijk ieder naar zijn orde. Na de eerste twee opstandingen, zegt het vers: Daarna zal het einde zijn.
Tussen de Opstanding van de Here Jezus en de Opname van de Gemeente zit grofweg 2000 jaren. En tussen de Opname van de Gemeente tot aan de jongste dag zit grofweg 1000 jaren. Want de belofte aan Daniël (Dan.12:13) zal vervuld worden op de jongste dag. Dus Daniël zal opstaan! En zo vinden we hier de derde groep. In Openbaring lezen we over deze laatste opstanding.
Opb. 20:11-15 En ik zag een grote witte troon, en Hem, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en geen plaats is voor die gevonden. 12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. 13 En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een ieder naar hun werken. 14 En de dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs; dit is de tweede dood. 15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in de poel des vuurs.
En ik zag een grote witte troon, en Hem, Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en geen plaats is voor die gevonden.
Uitzondering 1: De opgewekte heiligen bij de dood van de Here Jezus.
We weten dat de opstandingen uit de dood een standaard regel kennen. Nu weten we ook dat de Here Jezus de uitzondering op die regel bracht, door Zijn kruisdood en Opstanding. Dit is tot op vandaag een fundamentele Bijbelse waarheid. Het fundament van ons geloof!
In de Bijbel lezen we, buiten het rijtje van 1 Cor. 15 om, dat mensen uit de dood worden opgewekt. Bijvoorbeeld Elisa die boven op een jongen klom, waarna hij weer levend werd (2 Kon 4:32-37). En in het Nieuwe Testament worden door de Here Jezus ook een aantal mensen uit de dood tot leven gewekt. Denk bijvoorbeeld aan Lazarus (Joh. 11:43) of het dochtertje van Jaïrus (Luk. 8:55).
Zijn deze opstandingen hetzelfde als in het rijtje van 1 Cor. 15? We kunnen aannemen dat één van de meest besproken opstandingen uit de dood die is van de heiligen die uit de dood opstaan op het moment dat de Here Jezus sterft. Voor sommigen is dit zelfs de opstanding uit de dood, waardoor er dus geen Opname van de Gemeente meer zal plaatsvinden. Laten we eerst het stuk maar eens gaan lezen. Deze gebeurtenis komt alleen in het Matthéüs evangelie voor.
Matt. 27:50 En Jezus, weer met een grote stem roepende, gaf de geest. 51 En ziet, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden. 52 En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werdenopgewekt; 53 En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Deze opstanding uit de doden is een belangrijkere gebeurtenis, dan we zo zouden vermoeden. Ook zijn deze opstandingen uit de dood anders dan we zouden vermoeden. Wat er is gebeurd, is dat bij het sterven van de Here Jezus, Oudtestamentische gelovigen weer levend werden. Zij werden niet opgewekt in een verheerlijkt lichaam, maar opgewekt in het lichaam dat zij vroeger ook hebben gehad. Daarna zijn zij gewoon weer gestorven. De Bijbelse argumentering hiervoor:
De Here Jezus sterft, dat gaat gepaard met zoveel kracht, dat het voorhangsel scheurt, de aarde beeft en doden levend worden. (Matt 27:50-53)
De Here Jezus zou op de derde dag uit de dood opstaan en daarmee de EERSTE zijn. Hij is de EERSTE (1 Cor. 15:20). Zijn opstandingslichaam is anders dan die van de doden die de Here Jezus Zelf had levend gemaakt (Mar.16:12).
Toen de oudtestamentische gelovigen het leven weer terug kregen, gingen ze niet naar de hemel, maar terug naar de aarde. Daaruit mag je concluderen dat hun lichaam dus niet hemels was, zoals wij die verwachten, maar aards. Zij konden Bijbels gezien geen hemels lichaam ontvangen, omdat Christus nog niet was opgestaan en Hij zou de Eerste zijn. Ondanks dat in vers 53 staat “na Zijn opstanding”. Mijns inziens slaat dat niet op de opstanding, maar op het gaan naar Jeruzalem en het verschijnen van velen.
Zo te lezen, zijn deze opgewekte heiligen na de opstanding van de Here Jezus weer gestorven. Dat betekent dat deze heiligen, door hun geloof in de Here Jezus, in Christus zijn gestorven. En nu komt het belangrijkste. Daardoor zijn zij een uitzondering voor de oudtestamentische gelovigen, omdat zij in Christus gestorven zijn, zij aan de Gemeente worden toegevoegd en niet pas op de jongste dag zullen opstaan, maar bij de Opname van de Gemeente al.
Daarom staat er in Matt.27:52 dat vele lichamen der heiligen werden opgewekt en niet alle. Want de Here God heeft tegen Daniël immers gezegd dat hij pas zou opstaan op de jongste dag.
De Here Jezus heeft deze gebeurtenis, dat na Zijn sterven zich voltrok, voor Zijn dood al geprofeteerd. Dit lezen we in Joh. 5 en in 1 Petrus lezen we wat zich geestelijk afspeelde bij de dood van de Here Jezus.
Joh. 5:25 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven.
1 Pet. 3:19 In Welke Hij ook, heengegaan zijnde, de geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft,
1 Pet. 4:6 Want daartoe is ook aan de doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar de mens in het vlees, maar leven zouden naar God in de geest.
Wij zijn gewend aan tijd en chronologie, maar in de hemel nog in haar gewesten is er geen tijd. Dus op het moment dat de Here sterft daalt Hij af in het dodenrijk, zoals dat met ieder mens voor Hem is gebeurd. Het dodenrijk is de afscheiding tussen de Here God en de geest van de overleden mens. De plaats waar men feitelijk gevangen zit, want men kan er niet uit. De hel kent verschillende gebieden en zo is er een gebied voor de gevallen engelen (1 Pet. 3:20) en ook een gebied voor de gelovigen die voor de Opstanding van de Here Jezus zijn gestorven. In Openbaring 20 wordt dit aangeduid met “de zee” en in Luk. 16 “Abrahams schoot” en in Luk 23 “het paradijs”.
De Here daalde af in het dodenrijk en volgens mij is er maar één plek in de hel waar Hij is geweest, namelijk het paradijs. Dat is namelijk de plek voor de geesten van mensen die geloofd hebben in de Here God toen zij stierven. De Here heeft een groep heiligen niet meegenomen naar de hemel (wordt soms beweerd op basis van Ef. 4:8), maar hun het aardse leven terug gegeven bij de dood van de Here Jezus, zodat zij in Christus gestorven zijn. Daardoor zijn zij toegevoegd aan het Lichaam van Christus, namelijk de Gemeente. Dit is dus een uitzondering. Maar uitzonderingen zijn Bijbels. Sterker nog! Er is nog een uitzondering als het gaat om de doden die opgewekt worden. En ook die staat niet in het rijtje van 1 Cor. 15.
Uitzondering 2: De eerste opstanding uit de dood uit Openbaring 20.
In Openbaring 20 lezen we nog een uitzondering, als het gaat om doden die worden opgewekt. Deze vindt eeuwen later plaats dan de opstanding van de heiligen bij de dood van de Here Jezus. Toch wordt deze opstanding de eerste opstanding genoemd. Laten we dit gedeelte maar even lezen. Openbaring 20:4-5.
4 En ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.
5 Maar de overigen der doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
Uitzondering 1: De opgewekte heiligen bij de dood van de Here Jezus.
We weten dat de opstandingen uit de dood een standaard regel kennen. Nu weten we ook dat de Here Jezus de uitzondering op die regel bracht, door Zijn kruisdood en Opstanding. Dit is tot op vandaag een fundamentele Bijbelse waarheid. Het fundament van ons geloof!
In de Bijbel lezen we, buiten het rijtje van 1 Cor. 15 om, dat mensen uit de dood worden opgewekt. Bijvoorbeeld Elisa die boven op een jongen klom, waarna hij weer levend werd (2 Kon 4:32-37). En in het Nieuwe Testament worden door de Here Jezus ook een aantal mensen uit de dood tot leven gewekt. Denk bijvoorbeeld aan Lazarus (Joh. 11:43) of het dochtertje van Jaïrus (Luk. 8:55).
Zijn deze opstandingen hetzelfde als in het rijtje van 1 Cor. 15? We kunnen aannemen dat één van de meest besproken opstandingen uit de dood die is van de heiligen die uit de dood opstaan op het moment dat de Here Jezus sterft. Voor sommigen is dit zelfs de opstanding uit de dood, waardoor er dus geen Opname van de Gemeente meer zal plaatsvinden. Laten we eerst het stuk maar eens gaan lezen. Deze gebeurtenis komt alleen in het Matthéüs evangelie voor.
Matt. 27:50 En Jezus, weer met een grote stem roepende, gaf de geest. 51 En ziet, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden. 52 En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werdenopgewekt; 53 En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Deze opstanding uit de doden is een belangrijkere gebeurtenis, dan we zo zouden vermoeden. Ook zijn deze opstandingen uit de dood anders dan we zouden vermoeden. Wat er is gebeurd, is dat bij het sterven van de Here Jezus, Oudtestamentische gelovigen weer levend werden. Zij werden niet opgewekt in een verheerlijkt lichaam, maar opgewekt in het lichaam dat zij vroeger ook hebben gehad. Daarna zijn zij gewoon weer gestorven. De Bijbelse argumentering hiervoor:
De Here Jezus sterft, dat gaat gepaard met zoveel kracht, dat het voorhangsel scheurt, de aarde beeft en doden levend worden. (Matt 27:50-53)
De Here Jezus zou op de derde dag uit de dood opstaan en daarmee de EERSTE zijn. Hij is de EERSTE (1 Cor. 15:20). Zijn opstandingslichaam is anders dan die van de doden die de Here Jezus Zelf had levend gemaakt (Mar.16:12).
Toen de oudtestamentische gelovigen het leven weer terug kregen, gingen ze niet naar de hemel, maar terug naar de aarde. Daaruit mag je concluderen dat hun lichaam dus niet hemels was, zoals wij die verwachten, maar aards. Zij konden Bijbels gezien geen hemels lichaam ontvangen, omdat Christus nog niet was opgestaan en Hij zou de Eerste zijn. Ondanks dat in vers 53 staat “na Zijn opstanding”. Mijns inziens slaat dat niet op de opstanding, maar op het gaan naar Jeruzalem en het verschijnen van velen.
Zo te lezen, zijn deze opgewekte heiligen na de opstanding van de Here Jezus weer gestorven. Dat betekent dat deze heiligen, door hun geloof in de Here Jezus, in Christus zijn gestorven. En nu komt het belangrijkste. Daardoor zijn zij een uitzondering voor de oudtestamentische gelovigen, omdat zij in Christus gestorven zijn, zij aan de Gemeente worden toegevoegd en niet pas op de jongste dag zullen opstaan, maar bij de Opname van de Gemeente al.
Daarom staat er in Matt.27:52 dat vele lichamen der heiligen werden opgewekt en niet alle. Want de Here God heeft tegen Daniël immers gezegd dat hij pas zou opstaan op de jongste dag.
De Here Jezus heeft deze gebeurtenis, dat na Zijn sterven zich voltrok, voor Zijn dood al geprofeteerd. Dit lezen we in Joh. 5 en in 1 Petrus lezen we wat zich geestelijk afspeelde bij de dood van de Here Jezus.
Joh. 5:25 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven.
1 Pet. 3:19 In Welke Hij ook, heengegaan zijnde, de geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft,
1 Pet. 4:6 Want daartoe is ook aan de doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar de mens in het vlees, maar leven zouden naar God in de geest.
Wij zijn gewend aan tijd en chronologie, maar in de hemel nog in haar gewesten is er geen tijd. Dus op het moment dat de Here sterft daalt Hij af in het dodenrijk, zoals dat met ieder mens voor Hem is gebeurd. Het dodenrijk is de afscheiding tussen de Here God en de geest van de overleden mens. De plaats waar men feitelijk gevangen zit, want men kan er niet uit. De hel kent verschillende gebieden en zo is er een gebied voor de gevallen engelen (1 Pet. 3:20) en ook een gebied voor de gelovigen die voor de Opstanding van de Here Jezus zijn gestorven. In Openbaring 20 wordt dit aangeduid met “de zee” en in Luk. 16 “Abrahams schoot” en in Luk 23 “het paradijs”.
De Here daalde af in het dodenrijk en volgens mij is er maar één plek in de hel waar Hij is geweest, namelijk het paradijs. Dat is namelijk de plek voor de geesten van mensen die geloofd hebben in de Here God toen zij stierven. De Here heeft een groep heiligen niet meegenomen naar de hemel (wordt soms beweerd op basis van Ef. 4:8), maar hun het aardse leven terug gegeven bij de dood van de Here Jezus, zodat zij in Christus gestorven zijn. Daardoor zijn zij toegevoegd aan het Lichaam van Christus, namelijk de Gemeente. Dit is dus een uitzondering. Maar uitzonderingen zijn Bijbels. Sterker nog! Er is nog een uitzondering als het gaat om de doden die opgewekt worden. En ook die staat niet in het rijtje van 1 Cor. 15.
Uitzondering 2: De eerste opstanding uit de dood uit Openbaring 20.
In Openbaring 20 lezen we nog een uitzondering, als het gaat om doden die worden opgewekt. Deze vindt eeuwen later plaats dan de opstanding van de heiligen bij de dood van de Here Jezus. Toch wordt deze opstanding de eerste opstanding genoemd. Laten we dit gedeelte maar even lezen. Openbaring 20:4-5.
4 En ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.
5 Maar de overigen der doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding.
En ik zag de zielen van degenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.
Deze mensen die zijn gestorven in de grote verdrukking, om de reden in vers 4. Zij zijn bij hun dood niet naar de hel gegaan, zoals gebruikelijk zou zijn, maar zijn door de Heer verzameld onder het altaar (Opb. 6:9).
Feitelijk is hun aardse leven abrupt gestopt, doordat zij gedood werden. En hebben zij dus hun leven op aarde niet kunnen voortzetten, wat anders wel was gebeurd. De Here geeft hun het aardse leven weer terug. Omdat een andere mogelijkheid, niet Bijbels te onderbouwen is. Zij worden niet toegevoegd aan het Lichaam van Christus, de Gemeente. Maar mogen met de Here Jezus, als mens verder leven.
Waarom wordt dit dan de eerste opstanding genoemd?
Dit wordt de eerste opstanding genoemd, omdat zij bij hun opstanding geoordeeld zijn. Let wel: oordeel kan zowel negatief als positief worden uitgelegd. Onder het altaar worden zij verzameld en lezen we in Opb. 6:11, dat zij het oordeel ontvangen. Want hen wordt wat gegeven, dat is het ontvangen van loon en dat geschiedt altijd op basis van een oordeel. In dit geval in positieve zin van het begrip.
Opb. 6:11 En aan een ieder werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleine tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, zoals zij.
Op de uiterste dag, de jongste dag, zal iedereen die nog geen oordeel heeft ontvangen, dit voor de grote witte Troon ontvangen. De groep uit de grote verdrukking is hen al voor gegaan en hebben oordeel ontvangen en de garantie gekregen dat zij niet de tweede dood zullen ingaan. Daarom is dit de eerste opstanding.
De Here Jezus deed nog een uitspraak in het Johannes-evangelie. Hoe kunnen we deze interpreteren?
Joh. 6:44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Deze strekking staat een keer of drie in hoofdstuk zes. De Heer legt uit dat Hij het Levende Brood is. Hij is Degene Die oordeelt. Ook over de oudtestamentische gelovigen. Zij worden alleen behouden op grond van hun geloof en niet uit werken. De werken zijn secundair. We weten dat de Here Jezus is afgedaald naar het dodenrijk. Daar heeft Hij de dood overwonnen en gepredikt. Een groep van hen is opgewekt uit de dood door deze gebeurtenis, maar de rest zal worden opgewekt op de jongste dag. Als we willen weten wat de Here Jezus heeft gepreekt, dan is het dit wel, wat in Johannes 6 staat.
Conclusies:
De opstanding der doden kent een vaste regel.
De Here Jezus was Die uitzondering!
Het rijtje in 1 Cor. 15 over de orde in de opstandingen heeft betrekking op levend worden gekoppeld aan het ontvangen van loon / oordeel!
De Here Jezus is de Eerste, de Gemeente volgt Christus in het opstaan, deels in het aardse leven, gevolgd door het verkrijgen van een hemelslichaam dat verheerlijkt wordt. De laatste groep zal opstaan op de jongste dag.
De Bijbel geeft aan dat er uitzonderingen zijn voor wat betreft de opstandingen uit de dood en de aard van de opstanding. De Here Jezus was de Eerste uitzondering. De aard van Zijn opstanding was een Hemelslichaam ontvangen. De Gemeente deelt in deze uitzondering. Vele oudtestamentisch gelovigen vallen ook in de uitzondering. Hun opstanding was qua aard, aards. Maar werden daarna toegevoegd aan het Lichaam van Christus. De laatste uitzondering is de eerste opstanding. De aard van die opstanding is ook aards, maar nieuw is dat zij oordeel ontvangen.
Na de opname: de rechterstoel van Christus.
Ter inleiding.
Elke kerk, gemeente, samenkomst heeft haar eigen visie. Tenminste, daarin probeert zij zich te onderscheiden van de andere gemeenten. En een van deze visies is gelegen in de strijd tegen de zonde. Het leven onder de wet. Van de Bijbel wordt dan een wetboek gemaakt waarin duidelijk staat wat wel en niet mag. En als we ons daar aan houden, zou de Heer van ons houden en zijn wij gered.
Dat is kort door de bocht, dus hebben we weer de Bijbel als toetsinstrument.
Deze mensen die zijn gestorven in de grote verdrukking, om de reden in vers 4. Zij zijn bij hun dood niet naar de hel gegaan, zoals gebruikelijk zou zijn, maar zijn door de Heer verzameld onder het altaar (Opb. 6:9).
Feitelijk is hun aardse leven abrupt gestopt, doordat zij gedood werden. En hebben zij dus hun leven op aarde niet kunnen voortzetten, wat anders wel was gebeurd. De Here geeft hun het aardse leven weer terug. Omdat een andere mogelijkheid, niet Bijbels te onderbouwen is. Zij worden niet toegevoegd aan het Lichaam van Christus, de Gemeente. Maar mogen met de Here Jezus, als mens verder leven.
Waarom wordt dit dan de eerste opstanding genoemd?
Dit wordt de eerste opstanding genoemd, omdat zij bij hun opstanding geoordeeld zijn. Let wel: oordeel kan zowel negatief als positief worden uitgelegd. Onder het altaar worden zij verzameld en lezen we in Opb. 6:11, dat zij het oordeel ontvangen. Want hen wordt wat gegeven, dat is het ontvangen van loon en dat geschiedt altijd op basis van een oordeel. In dit geval in positieve zin van het begrip.
Opb. 6:11 En aan een ieder werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een kleine tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, zoals zij.
Op de uiterste dag, de jongste dag, zal iedereen die nog geen oordeel heeft ontvangen, dit voor de grote witte Troon ontvangen. De groep uit de grote verdrukking is hen al voor gegaan en hebben oordeel ontvangen en de garantie gekregen dat zij niet de tweede dood zullen ingaan. Daarom is dit de eerste opstanding.
De Here Jezus deed nog een uitspraak in het Johannes-evangelie. Hoe kunnen we deze interpreteren?
Joh. 6:44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Deze strekking staat een keer of drie in hoofdstuk zes. De Heer legt uit dat Hij het Levende Brood is. Hij is Degene Die oordeelt. Ook over de oudtestamentische gelovigen. Zij worden alleen behouden op grond van hun geloof en niet uit werken. De werken zijn secundair. We weten dat de Here Jezus is afgedaald naar het dodenrijk. Daar heeft Hij de dood overwonnen en gepredikt. Een groep van hen is opgewekt uit de dood door deze gebeurtenis, maar de rest zal worden opgewekt op de jongste dag. Als we willen weten wat de Here Jezus heeft gepreekt, dan is het dit wel, wat in Johannes 6 staat.
Conclusies:
De opstanding der doden kent een vaste regel.
De Here Jezus was Die uitzondering!
Het rijtje in 1 Cor. 15 over de orde in de opstandingen heeft betrekking op levend worden gekoppeld aan het ontvangen van loon / oordeel!
De Here Jezus is de Eerste, de Gemeente volgt Christus in het opstaan, deels in het aardse leven, gevolgd door het verkrijgen van een hemelslichaam dat verheerlijkt wordt. De laatste groep zal opstaan op de jongste dag.
De Bijbel geeft aan dat er uitzonderingen zijn voor wat betreft de opstandingen uit de dood en de aard van de opstanding. De Here Jezus was de Eerste uitzondering. De aard van Zijn opstanding was een Hemelslichaam ontvangen. De Gemeente deelt in deze uitzondering. Vele oudtestamentisch gelovigen vallen ook in de uitzondering. Hun opstanding was qua aard, aards. Maar werden daarna toegevoegd aan het Lichaam van Christus. De laatste uitzondering is de eerste opstanding. De aard van die opstanding is ook aards, maar nieuw is dat zij oordeel ontvangen.
Na de opname: de rechterstoel van Christus.
Ter inleiding.
Elke kerk, gemeente, samenkomst heeft haar eigen visie. Tenminste, daarin probeert zij zich te onderscheiden van de andere gemeenten. En een van deze visies is gelegen in de strijd tegen de zonde. Het leven onder de wet. Van de Bijbel wordt dan een wetboek gemaakt waarin duidelijk staat wat wel en niet mag. En als we ons daar aan houden, zou de Heer van ons houden en zijn wij gered.
Dat is kort door de bocht, dus hebben we weer de Bijbel als toetsinstrument.
Aan de Bijbel dient alles wat wordt beweerd op het christelijk vlak getoetst te worden aan de Bijbel, het Woord van God.
Het verlangen naar de hemel.
Onze eindbestemming is de hemel. Het is dan ook niet meer dan normaal dat wij uitzien naar het moment dat wij door de Here Jezus worden geroepen, bijvoorbeeld met de woorden: “Kom hier op!” (Opb. 4:1). Want bij die unieke, specifieke gebeurtenis worden wij verlost van ons aardse lichaam. Het lichaam is zondig. Het lichaam is van stof en zal volgens de Bijbel tot stof wederkeren en dus niet naar de hemel gaan. In datzelfde lichaam zit onze geest, dat één is geworden met de Here Jezus Christus (Rom. 6:5) en niet kan zondigen. Dit is als water en vuur. Altijd met elkaar in conflict.
2 Cor. 5 spreekt over dit verlangen. Namelijk het verlangen om het oude deel van ons, dat dus niet van dag tot dag toe wordt vernieuwd, maar verdorven wordt (2 Cor. 4:16) te verlaten, dan wel achter te laten of verlost ervan te worden.
1 Want wij weten, dat, zo ons aardse huis van deze tabernakel gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
2 Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit de hemel is, overkleed te worden.
3 Zo wij ook bekleed en niet naakt zullen gevonden worden.
4 Want ook wij, die in deze tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet ontkleed, maar overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde.
Het verlangen naar de hemel.
Onze eindbestemming is de hemel. Het is dan ook niet meer dan normaal dat wij uitzien naar het moment dat wij door de Here Jezus worden geroepen, bijvoorbeeld met de woorden: “Kom hier op!” (Opb. 4:1). Want bij die unieke, specifieke gebeurtenis worden wij verlost van ons aardse lichaam. Het lichaam is zondig. Het lichaam is van stof en zal volgens de Bijbel tot stof wederkeren en dus niet naar de hemel gaan. In datzelfde lichaam zit onze geest, dat één is geworden met de Here Jezus Christus (Rom. 6:5) en niet kan zondigen. Dit is als water en vuur. Altijd met elkaar in conflict.
2 Cor. 5 spreekt over dit verlangen. Namelijk het verlangen om het oude deel van ons, dat dus niet van dag tot dag toe wordt vernieuwd, maar verdorven wordt (2 Cor. 4:16) te verlaten, dan wel achter te laten of verlost ervan te worden.
1 Want wij weten, dat, zo ons aardse huis van deze tabernakel gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
2 Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit de hemel is, overkleed te worden.
3 Zo wij ook bekleed en niet naakt zullen gevonden worden.
4 Want ook wij, die in deze tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; aangezien wij niet ontkleed, maar overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven verslonden worde.
Want wij weten, dat, zo ons aardse huis van deze tabernakel gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
Het laatste vers legt precies uit op welke manier ons aardse lichaam zal vervangen worden door het hemelse lichaam. Het hemelse lichaam, dat in dit vers wordt genoemd wordt “het leven” verslind, of “opeten”, het sterfelijke. En in dit geval komt het Nederlandse gezegde mooi tot z’n recht; namelijk “met huid en haar”! Dan gaat het stuk verder.
5 Die ons nu hiertoe bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft.
Dit vers legt uit dat de Here Jezus dit gebeuren klaar heeft gelegd, namelijk aan allen die deel hebben aan Zijn Geest. Want Zijn Geest is de garantie, het onderpand, dat deze verandering van het lichaam, je zal overkomen.
6 Wij hebben dan altijd goede moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van de Heere;
7 (Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)
8 Maar wij hebben goede moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij de Heere in te wonen.
9 Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn.
10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
We eindigen bij vers 10. Want hier staat het oordeel beschreven dat over iedere wedergeboren Christen zal komen. Want het komen voor de rechterstoel van Christus is ons einddoel. We gaan nu even niet verder over het doel dat wij daarna, met Christus, hebben, tot in alle eeuwigheden.
Voor de rechterstoel.
Het laatste vers legt precies uit op welke manier ons aardse lichaam zal vervangen worden door het hemelse lichaam. Het hemelse lichaam, dat in dit vers wordt genoemd wordt “het leven” verslind, of “opeten”, het sterfelijke. En in dit geval komt het Nederlandse gezegde mooi tot z’n recht; namelijk “met huid en haar”! Dan gaat het stuk verder.
5 Die ons nu hiertoe bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft.
Dit vers legt uit dat de Here Jezus dit gebeuren klaar heeft gelegd, namelijk aan allen die deel hebben aan Zijn Geest. Want Zijn Geest is de garantie, het onderpand, dat deze verandering van het lichaam, je zal overkomen.
6 Wij hebben dan altijd goede moed, en weten, dat wij, inwonende in het lichaam, uitwonen van de Heere;
7 (Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.)
8 Maar wij hebben goede moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij de Heere in te wonen.
9 Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn.
10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
We eindigen bij vers 10. Want hier staat het oordeel beschreven dat over iedere wedergeboren Christen zal komen. Want het komen voor de rechterstoel van Christus is ons einddoel. We gaan nu even niet verder over het doel dat wij daarna, met Christus, hebben, tot in alle eeuwigheden.
Voor de rechterstoel.
Als de Here Jezus op Zijn rechterstoel zit dan weten wij dat Hij met een waslijst komt, met zaken die wij, toen we nog in het lichaam waren, hebben gedaan. Over de goede dingen zijn wij niet zo bezorgd, maar die kwade dingen…!? Dan volgt vrijspraak, want Hij heeft alles volbracht bij de Vader.
De Opname van de Gemeente is geschied. Het aardse lichaam bestaat niet meer. En met ons prachtige hemelse lichaam staan wij allemaal voor de Here Jezus Christus. Hij zit op Zijn rechterstoel en wij weten dat de Here Jezus nu met een waslijst komt, met zaken die wij, toen we nog in het lichaam waren, hebben gedaan. Over de goede dingen zijn wij niet zo bezorgd, maar die kwade dingen… tja. Geen weg meer terug! Na een Hemels kwartiertje vraagt de Here Jezus nu jou om voor Hem te komen staan. O, oh! Hartkloppingen.
Als je in Zijn ogen kijkt zakken de hartkloppingen weg. Het voelt goed. In Zijn handen zie je geen waslijst met foute dingen. En dan begint de Here je allemaal positieve dingen op te noemen. Een aantal wist je nog wel, maar ook veel dingen waarvan je helemaal niet wist dat je ze gedaan had. Als de Here Jezus is uitgesproken ziet Hij dat je een brandende vraag op je lippen hebt. “Ja, vraagt het Me maar.” “Heer, U heeft alleen maar positieve dingen opgenoemd. Maar ik heb ook heel veel foute dingen gedaan. En de Bijbel zegt toch dat we hier ook oordeel krijgen over de kwade zaken”. Je begint allemaal ruzies te noemen, maar de Here onderbreekt je. “Ik heb dat oordeel, waar jij het over hebt, voor jou al weggedragen. Al jou fouten staan niet op een lijstje, zoals je dacht. Want Ik heb je voor de Vader vrijgesproken en die vrijspraak heb je aangenomen. Dat is je redding en daarom sta je volkomen schoon en zondevrij voor Mij”.
Het goede en het kwade worden geopenbaard.
Dit bovenstaande stukje is natuurlijk fictief, maar geheel gegrond op de Bijbel. Het kwaad dat wij gedaan hebben is iets anders dan de zonde. Dat kan niet anders, omdat de Here Jezus juist daarvoor aan het kruis is gestorven. Hij heeft onze schuld afbetaald. Welke betekenis heeft het goede en het kwade dan? Want het wordt voor de rechterstoel geopenbaard.
Het gaat om ons leven. En om dat, wat we in ons leven hebben gedaan. Want van Wie hebben we aards leven ontvangen? Van de Here God. Van Wie hebben we eeuwig leven ontvangen? Van de Here Jezus Christus. In ons leven zet de Heer ons aan het werk. Want waar wij toe zijn geschapen is de dienst aan de Here God. Priesterschap noemt de Bijbel dat. Alles wat wij doen, zouden we voor de Heer doen.
Daar gij openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onze dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet in stenen tafelen, maar in vlesen tafelen des harten. (2 Cor. 3:3)
Wij leven immers uit genade, tenminste dat is Zijn bedoeling met ons. Dan leven we dus niet meer in zonde. Want waarom zouden we tegen de zonde strijden, als de Here Zelf deze al heeft overwonnen? Dus genade. En elke dag dat we leven, is een dag om voor Hem te leven. Er is geen enkele dag in ons leven op aarde dat wij opnieuw kunnen doen. Dus leef elke dag. In Openbaring wordt nog meer uit de doeken gedaan wat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt.
De Opname van de Gemeente is geschied. Het aardse lichaam bestaat niet meer. En met ons prachtige hemelse lichaam staan wij allemaal voor de Here Jezus Christus. Hij zit op Zijn rechterstoel en wij weten dat de Here Jezus nu met een waslijst komt, met zaken die wij, toen we nog in het lichaam waren, hebben gedaan. Over de goede dingen zijn wij niet zo bezorgd, maar die kwade dingen… tja. Geen weg meer terug! Na een Hemels kwartiertje vraagt de Here Jezus nu jou om voor Hem te komen staan. O, oh! Hartkloppingen.
Als je in Zijn ogen kijkt zakken de hartkloppingen weg. Het voelt goed. In Zijn handen zie je geen waslijst met foute dingen. En dan begint de Here je allemaal positieve dingen op te noemen. Een aantal wist je nog wel, maar ook veel dingen waarvan je helemaal niet wist dat je ze gedaan had. Als de Here Jezus is uitgesproken ziet Hij dat je een brandende vraag op je lippen hebt. “Ja, vraagt het Me maar.” “Heer, U heeft alleen maar positieve dingen opgenoemd. Maar ik heb ook heel veel foute dingen gedaan. En de Bijbel zegt toch dat we hier ook oordeel krijgen over de kwade zaken”. Je begint allemaal ruzies te noemen, maar de Here onderbreekt je. “Ik heb dat oordeel, waar jij het over hebt, voor jou al weggedragen. Al jou fouten staan niet op een lijstje, zoals je dacht. Want Ik heb je voor de Vader vrijgesproken en die vrijspraak heb je aangenomen. Dat is je redding en daarom sta je volkomen schoon en zondevrij voor Mij”.
Het goede en het kwade worden geopenbaard.
Dit bovenstaande stukje is natuurlijk fictief, maar geheel gegrond op de Bijbel. Het kwaad dat wij gedaan hebben is iets anders dan de zonde. Dat kan niet anders, omdat de Here Jezus juist daarvoor aan het kruis is gestorven. Hij heeft onze schuld afbetaald. Welke betekenis heeft het goede en het kwade dan? Want het wordt voor de rechterstoel geopenbaard.
Het gaat om ons leven. En om dat, wat we in ons leven hebben gedaan. Want van Wie hebben we aards leven ontvangen? Van de Here God. Van Wie hebben we eeuwig leven ontvangen? Van de Here Jezus Christus. In ons leven zet de Heer ons aan het werk. Want waar wij toe zijn geschapen is de dienst aan de Here God. Priesterschap noemt de Bijbel dat. Alles wat wij doen, zouden we voor de Heer doen.
Daar gij openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onze dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet in stenen tafelen, maar in vlesen tafelen des harten. (2 Cor. 3:3)
Wij leven immers uit genade, tenminste dat is Zijn bedoeling met ons. Dan leven we dus niet meer in zonde. Want waarom zouden we tegen de zonde strijden, als de Here Zelf deze al heeft overwonnen? Dus genade. En elke dag dat we leven, is een dag om voor Hem te leven. Er is geen enkele dag in ons leven op aarde dat wij opnieuw kunnen doen. Dus leef elke dag. In Openbaring wordt nog meer uit de doeken gedaan wat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt.
Omdat slechts wedergeboren christenen deel zullen hebben aan de opname, zullen enkel zij voor de rechterstoel van Christus verschijnen opdat hun werken getoetst kunnen worden met het oog op het genadeloon. Tegen hen zei Jezus dat Hij heenging naar de hemel, om coor hen plaats te bereiden in het van de Vader.
Opb. 2:23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen; en al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal u geven een ieder naar uw werken.
Opb. 22:12 En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij, om een ieder te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
In beide verzen gaat het om het werk. Loon naar werk om het zomaar te noemen. Het werk dat wij volgens de Bijbel doen en waarvoor wij dus loon ontvangen staat in 1 Cor. 3:9 Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij. Wat zijn bouwers van Zijn gebouw, Zijn Lichaam. En wij bouwen op het fundament dat er al is, namelijk de Here Jezus Christus (1 Cor. 3:11). En wat wij bouwen is hetgeen dat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt (vers 13).
Ons bouwwerk moet vuurbestendig zijn.
Wat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt is dus het werk dat wij dagelijks voor Hem mogen doen. Het werken aan Zijn gebouw. Maar als dat te abstract is, mag je ook gewoon zeggen het werk dat je niet voor jezelf doet, maar voor Hem. De Bijbel legt in 1 Cor. 3 uit welke verschillende bouwwerken er in onze levens gebouwd worden:
vers 12, En indien iemand op dit fundament bouwt: goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi, stoppels;
En met ons bouwwerkje komen we voor de Heer te staan. We gaan weer even terug naar het verhaal voor de rechterstoel. De Here Jezus heeft net uitgelegd dat de zondes helemaal niet aan de orde komen. Dan ineens zie je tussen jou en de Here Jezus een klein gebouwtje. Het bestaat uit kostbare stenen en takjes, gouden en zilveren versieringen en hooi en zaagsel. Terwijl je kijkt begint het gebouwtje te branden. Het is kort maar krachtig. Dan pas kijkt de Here Jezus naar je bouwwerkje. “Here Jezus, U zag het misschien zo net niet, maar voordat hij in brand vloog was hij veel groter” zeg je. De Here Jezus kijkt je aan en zegt:”Ik zie alleen dit bouwwerk”. Voor je gevoel is het gebouwtje, door de brand qua omvang en grootte, gehalveerd. Net als je er weer over wil beginnen zegt de Here Jezus:”Mooi, heel mooi. Ik zie dat je allemaal goud en zilver en kostbare stenen hebt gebruikt. Zo hoor je te bouwen! En voor wat je gebouwd hebt zal ik je belonen”.
Opb. 2:23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen; en al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal u geven een ieder naar uw werken.
Opb. 22:12 En zie, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij, om een ieder te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
In beide verzen gaat het om het werk. Loon naar werk om het zomaar te noemen. Het werk dat wij volgens de Bijbel doen en waarvoor wij dus loon ontvangen staat in 1 Cor. 3:9 Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij. Wat zijn bouwers van Zijn gebouw, Zijn Lichaam. En wij bouwen op het fundament dat er al is, namelijk de Here Jezus Christus (1 Cor. 3:11). En wat wij bouwen is hetgeen dat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt (vers 13).
Ons bouwwerk moet vuurbestendig zijn.
Wat voor de rechterstoel van Christus geopenbaard wordt is dus het werk dat wij dagelijks voor Hem mogen doen. Het werken aan Zijn gebouw. Maar als dat te abstract is, mag je ook gewoon zeggen het werk dat je niet voor jezelf doet, maar voor Hem. De Bijbel legt in 1 Cor. 3 uit welke verschillende bouwwerken er in onze levens gebouwd worden:
vers 12, En indien iemand op dit fundament bouwt: goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi, stoppels;
En met ons bouwwerkje komen we voor de Heer te staan. We gaan weer even terug naar het verhaal voor de rechterstoel. De Here Jezus heeft net uitgelegd dat de zondes helemaal niet aan de orde komen. Dan ineens zie je tussen jou en de Here Jezus een klein gebouwtje. Het bestaat uit kostbare stenen en takjes, gouden en zilveren versieringen en hooi en zaagsel. Terwijl je kijkt begint het gebouwtje te branden. Het is kort maar krachtig. Dan pas kijkt de Here Jezus naar je bouwwerkje. “Here Jezus, U zag het misschien zo net niet, maar voordat hij in brand vloog was hij veel groter” zeg je. De Here Jezus kijkt je aan en zegt:”Ik zie alleen dit bouwwerk”. Voor je gevoel is het gebouwtje, door de brand qua omvang en grootte, gehalveerd. Net als je er weer over wil beginnen zegt de Here Jezus:”Mooi, heel mooi. Ik zie dat je allemaal goud en zilver en kostbare stenen hebt gebruikt. Zo hoor je te bouwen! En voor wat je gebouwd hebt zal ik je belonen”.
Nadat we voor de troon zijn geoordeeld, zet de Here Jezus een kroon op ons hoofd, dat aangeeft dat we een koningskinderen zijn.
De Here Jezus zet je een kroon op je hoofd en vervolgens komt een zeer bekende predikant naar voren. Ook tussen de predikant en de Here Jezus komt een gebouw te voorschijn. Het lijkt wel een kasteel. Door het grote bouwwerk ben je helemaal onder de indruk. Maar je ziet nog net dat de Here Jezus helemaal niet kijkt. Zou Hij het echt niet zien? En dan vliegt het kasteel in de brand. Het brand tot de grond toe af. Het enige wat overblijft zijn wat kleine kostbare steentjes die in de kasteelmuren verwerkt waren. De predikant is behoorlijk ontdaan. Dan kijkt de Here Jezus naar het bouwwerk van de predikant. De Here Jezus vraagt de predikant of dit alles is wat hij heeft gebouwd. De predikant ontvangt voor zijn kostbare steentjes ook een kroon. Het is niet zo’n mooie als jij hebt. Zijn kroon is kleiner, met minder steentjes en minder stralend. De Here Jezus legt de predikant uit dat dit loon naar werk is. De predikant begrijpt dat heel veel zaken die hij voor de plaatselijke kerk had gedaan, niet voor de Here Jezus had gedaan, maar voor zichzelf.
Dan komt er een jongetje van een jaar of vier naar voren. De Here Jezus staat op en gaat naast het jongetje staan. Voor de Here Jezus en het jongetje verschijnt een piepklein gouden hutje. Het hutje vliegt niet in brand en de Here Jezus geeft het jongetje een werkelijk prachtige kroon. De predikant van zojuist ziet wat er gebeurt en komt naar voren. Hij vraagt aan de Heer waar dit grote verschil in zit.
De Here Jezus legt uit.
En zoals wij allen de Here Jezus kennen, begon Hij ons een uitleg te geven.
1 Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes, die met de morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn wijngaard.
2 En toen hij het met de arbeiders eens geworden was, voor een penning des daags, zond hij hen heen in zijn wijngaard.
3 En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig staande op de markt.
4 En hij zeide tot hen: Gaat ook gij heen in de wijngaard, en zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen.
5 Weer uitgegaan zijnde omtrent de zesde en negende ure, deed hij evenzo.
6 En uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure, vond hij anderen ledig staande, en zeide tot hen: Wat staat gij hier de gehele dag ledig?
7 Zij zeiden tot hem: Omdat ons niemand gehuurd heeft. Hij zeide tot hen: Gaat ook gij heen in de wijngaard, en zo wat recht is, zult gij ontvangen.
8 Toen het nu avond geworden was, zeide de heer van de wijngaard, tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon, beginnende van de laatsten tot de eersten.
9 En toen zij kwamen, die ter elfder ure gehuurd waren, ontvingen zij ieder een penning.
10 En de eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen zouden; en zij zelf ontvingen ook elk een penning.
11 En die ontvangen hebbende, murmureerden zij tegen de heer des huizes.
12 Zeggende: Deze laatsten hebben maar één uur gearbeid, en gij hebt ze gelijk gemaakt aan ons, die de last van de dag en de hitte gedragen hebben.
13 Doch hij, antwoordende, zeide tot een van hen: Vriend! ik doe u geen onrecht; zijt gij het niet met mij eens geworden voor een penning?
14 Neem het uwe en ga heen. Ik wil deze laatsten ook geven, zoals u.
Jezus hield de volwassen discipelen voor dat ze zich niet druk behoorden te maken over wie de eerste zou zijn in het Koninkrijk der hemelen. Hij zette daartoe een kind in hun midden en wees op de peuter en maakte duidelijk dat hij voor zou gaan als ze niet werden als hij.
Toen zei de Here Jezus dat het kleine jongetje op vier jarige leeftijd stierf. In die vier jaar is hij met z’n oma een paar keer naar de zondagsschool geweest. In die korte momenten en met zijn korte leven heeft hij iets gebouwd dat voor Mij meer van waarde heeft dan alles wat u voor Mij hebt gedaan in uw leven van 67 jaren. Maar voor alles wat u voor Mij hebt gedaan heb Ik u beloond.
Wat moeten we doen?
Toen zei de Here Jezus dat het kleine jongetje op vier jarige leeftijd stierf. In die vier jaar is hij met z’n oma een paar keer naar de zondagsschool geweest. In die korte momenten en met zijn korte leven heeft hij iets gebouwd dat voor Mij meer van waarde heeft dan alles wat u voor Mij hebt gedaan in uw leven van 67 jaren. Maar voor alles wat u voor Mij hebt gedaan heb Ik u beloond.
Wat moeten we doen?
Alle fouten die we in ons leven gemaakt hebben, moeten tijdens ons leven beleden worden en vergeven zijn. Voor Gods rechterstoel gaat het louter en alleen om ons geloof in Jezus’ plaatsvervangend offer aan het kruis.
Wat moeten we doen? We hebben op een rij gezet wat de Here belangrijk vindt.
We leven uit genade. Elke zonde die wij doen of zullen doen heeft de Here Jezus ons al vergeven. Probeer te leven zonder de zonde, zodat de boze geen vat op je krijgt.
Als wij voor de rechterstoel van Christus staan is er dus geen waslijst met verwijten van de Heer. De Heer ziet onze mooie kant, namelijk Christus in ons.
Wat voor de rechterstoel geopenbaard wordt is alles wat wij in ons leven, hoe lang dat ook moge zijn of was, voor Hem hebben gedaan. De dingen die wij in de gemeente voor onszelf doen zijn zaken die door het vuur verteerd zullen worden. De Bijbel noemt dat de kwade zaken. De Here Jezus straft ons daar niet voor. Hij rekent ze simpelweg niet.
Wat de Here ons aanrekent is dat wat vuurbestendig is. Dat is wat voor de Here waarde heeft en voor al die dingen komt er een oordeel. Oordeel hoeft niet altijd negatief te zijn. Want in de Bijbel lezen we juist dat oordeel gelijk staat aan het ontvangen van loon.
Nu we dit hebben gelezen is het zaak om daar wat mee te gaan doen. Wees je bewust dat een ziekenbezoekje door de Heer gerekend wordt, behalve als je het doet om bij anderen in het aanzien te komen. Doe wat je doet voor Hem. En toets het aan de Bijbel!
Na de opname: wat gaan we straks doen?
Ter inleiding.
Wat gaan we in de Eeuwigheid allemaal doen?
We gaan wat deze vraag betreft naar een wat dieper niveau. Want in alle eeuwigheden werken voor de Heer, lijkt menselijk gezien wel heeeeeeel erg lang. Geen uitzicht op een pensioen en dergelijke. Maar dit is nu eenmaal de droombaan die voor ons, door Christus Zelf, is weggelegd (2 Tim. 4:8).
Wedergeboorte.
Aangezien de Opname van de Gemeente werkelijk voor de deur staat, gaan we beginnen met de wedergeboorte. Want dit is toch echt iets waar wij reikhalzend naar uitzien! Maar we beginnen bij Christus Jezus Zelf. Tenminste, dat is wat de Schrift leert in bijvoorbeeld Romeinen 8.
Rom. 8:15 Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
Wat moeten we doen? We hebben op een rij gezet wat de Here belangrijk vindt.
We leven uit genade. Elke zonde die wij doen of zullen doen heeft de Here Jezus ons al vergeven. Probeer te leven zonder de zonde, zodat de boze geen vat op je krijgt.
Als wij voor de rechterstoel van Christus staan is er dus geen waslijst met verwijten van de Heer. De Heer ziet onze mooie kant, namelijk Christus in ons.
Wat voor de rechterstoel geopenbaard wordt is alles wat wij in ons leven, hoe lang dat ook moge zijn of was, voor Hem hebben gedaan. De dingen die wij in de gemeente voor onszelf doen zijn zaken die door het vuur verteerd zullen worden. De Bijbel noemt dat de kwade zaken. De Here Jezus straft ons daar niet voor. Hij rekent ze simpelweg niet.
Wat de Here ons aanrekent is dat wat vuurbestendig is. Dat is wat voor de Here waarde heeft en voor al die dingen komt er een oordeel. Oordeel hoeft niet altijd negatief te zijn. Want in de Bijbel lezen we juist dat oordeel gelijk staat aan het ontvangen van loon.
Nu we dit hebben gelezen is het zaak om daar wat mee te gaan doen. Wees je bewust dat een ziekenbezoekje door de Heer gerekend wordt, behalve als je het doet om bij anderen in het aanzien te komen. Doe wat je doet voor Hem. En toets het aan de Bijbel!
Na de opname: wat gaan we straks doen?
Ter inleiding.
Wat gaan we in de Eeuwigheid allemaal doen?
We gaan wat deze vraag betreft naar een wat dieper niveau. Want in alle eeuwigheden werken voor de Heer, lijkt menselijk gezien wel heeeeeeel erg lang. Geen uitzicht op een pensioen en dergelijke. Maar dit is nu eenmaal de droombaan die voor ons, door Christus Zelf, is weggelegd (2 Tim. 4:8).
Wedergeboorte.
Aangezien de Opname van de Gemeente werkelijk voor de deur staat, gaan we beginnen met de wedergeboorte. Want dit is toch echt iets waar wij reikhalzend naar uitzien! Maar we beginnen bij Christus Jezus Zelf. Tenminste, dat is wat de Schrift leert in bijvoorbeeld Romeinen 8.
Rom. 8:15 Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
De Geest, die wij hebben ontvangen, heeft ons leren bidden: Abba, Vader!
Paulus, de schrijver van deze brief, zegt dat wij de Geest hebben ontvangen. Deze Geest kunnen wij pas ontvangen, wanneer wij ook kunnen zeggen: “Abba, Vader”! Even ons geheugen kort opfrissen.
Alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God (1 Joh. 4:2)
een ieder, die liefheeft, is uit God geboren, en kent God (1 Joh. 4:7)
Een ieder, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren (1 Joh. 5:1)
Die goed doet, is uit God (3 Joh. 1:11)
Wij kunnen alléén maar “Abba, Vader” zeggen, als wij ook een Vader hebben. Wij hebben een Hemelse Vader, als wij Zijn zonen zijn! Bij onze Wedergeboorte, zijn wij uit God geboren. En daar moeten we mee beginnen. Als je benieuwd bent, wat wij straks allemaal voor de Here mogen gaan doen, dan moeten we beginnen bij Christus. Is Hij jouw Redder en Verlosser? Ben jij uit God geboren? Zo ja: dan zeg je: ABBA, VADER!!!
Wij gaan dan weer verder met wat Paulus schreef in Romeinen 8.
Rom. 8:15 Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.
17 En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; indien wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Als wij wedergeboren zijn, dan ontvangen wij de Geest die genoemd wordt: de Geest die ons tot kinderen van de Vader aanstelt. Eenvoudiger gezegd: de Geest tot zoonstelling, vers 15. Want dat wordt in vers 16 duidelijker gemaakt. Dan in vers 17 wordt ingegaan op de inhoud van dit zoonschap. Met andere woorden, wat wil dat zeggen: “kind van God zijn?"
Kind van God zijn, wil zeggen, vers 17, dat wij erfgenamen zijn. Erfgenamen van de Vader en medeërfgenamen van Christus. Als je iets erft, bijvoorbeeld van familie, dan ontvang je iets. Dit gebeurt als wij voor de Rechterstoel van Christus staan. Daarover straks meer.
De Opname, namelijk de verlossing van ons lichaam.
Nu wij kunnen zeggen: Abba, Vader. En wij weten dat wij wedergeboren zijn, namelijk uit God zijn of uit God geboren zijn, weten wij dat we kind van God zijn. En heel belangrijk: wij weten dat wij voor ogen hebben, te mogen delen in de erfenis die onze Here Jezus krijgt van de Vader.
Maar vóórdat het zover is, zal er eerst iets met ons moeten gebeuren. Wij zijn weliswaar uit God geboren en één plant met Hem geworden (Rom. 6:5) en daardoor een nieuw schepsel geworden, het oude is voorbij gegaan (2 Cor. 5:17), toch? Wij zitten met één probleem. En dat is ons vlees, ons aardse lichaam!
1Cor. 15:50 Doch dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen.
Ben je net helemaal blij gemaakt dat je erfgenaam bent van de Vader en mag delen in de erfenis van Christus Jezus, blijkt dat je het Koninkrijk van God niet in kunt en daardoor dus ook niet kunt erven!
Daarom is het noodzakelijk dat ons lichaam wordt veranderd. De Bijbel geeft ons een aantal Schriftplaatsen, waar wordt gesproken over de onzin van het vlees en de noodzaak van de verandering van ons lichaam én de belofte dat, dat zal gebeuren.
Ons lichaam:
De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. Joh. 6:63
dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen. 1 Cor.15:50
maar het vlees is zwak. Matth. 14:38
het vlees vijandschap is tegen God. Rom. 8:7
En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Rom. 8:8
Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont. Rom. 7:18
De Bijbel is overduidelijk hoe het met ons vlees gesteld is, namelijk bar en bar slecht. Dan kun je ’s ochtends je haren netjes kammen, het blijft iets wat de Here niet kan ontvangen. Dus is het noodzakelijk dat wij verlost worden van dit lichaam. Voor de meesten van ons, nu spreek ik namens de hele Gemeente, is dat de lichamelijke dood voor iedere van ons een keer komt.. Want vanaf dan wordt onze geest van het lichaam gescheiden. Maar aangezien er ook nog mensen zijn, die wedergeboren zijn en op aarde verblijven, wanneer het hele Lichaam van Christus, compleet is, zullen die mensen, dus veranderd moeten worden. De Bijbel noemt dit: de verlossing van ons lichaam.
Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; 1 Cor. 15:51
Hier staat dat wij niet allemaal lichamelijk zullen sterven, om ook daadwerkelijk te veranderen. Het aardse lichaam wordt een hemels lichaam en hoe dat er uit zal zien lezen we in hetzelfde hoofdstuk van 1 Cor. 15.
Ons veranderd lichaam:
- een geestelijk lichaam (vers 44),
- onverderfelijk (vers 50),
- niet van vlees en bloed (vers 50),
- onsterfelijk (vers 54),
- verschillend in heerlijkheid (vers 41).
Paulus, de schrijver van deze brief, zegt dat wij de Geest hebben ontvangen. Deze Geest kunnen wij pas ontvangen, wanneer wij ook kunnen zeggen: “Abba, Vader”! Even ons geheugen kort opfrissen.
Alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God (1 Joh. 4:2)
een ieder, die liefheeft, is uit God geboren, en kent God (1 Joh. 4:7)
Een ieder, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren (1 Joh. 5:1)
Die goed doet, is uit God (3 Joh. 1:11)
Wij kunnen alléén maar “Abba, Vader” zeggen, als wij ook een Vader hebben. Wij hebben een Hemelse Vader, als wij Zijn zonen zijn! Bij onze Wedergeboorte, zijn wij uit God geboren. En daar moeten we mee beginnen. Als je benieuwd bent, wat wij straks allemaal voor de Here mogen gaan doen, dan moeten we beginnen bij Christus. Is Hij jouw Redder en Verlosser? Ben jij uit God geboren? Zo ja: dan zeg je: ABBA, VADER!!!
Wij gaan dan weer verder met wat Paulus schreef in Romeinen 8.
Rom. 8:15 Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.
17 En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; indien wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Als wij wedergeboren zijn, dan ontvangen wij de Geest die genoemd wordt: de Geest die ons tot kinderen van de Vader aanstelt. Eenvoudiger gezegd: de Geest tot zoonstelling, vers 15. Want dat wordt in vers 16 duidelijker gemaakt. Dan in vers 17 wordt ingegaan op de inhoud van dit zoonschap. Met andere woorden, wat wil dat zeggen: “kind van God zijn?"
Kind van God zijn, wil zeggen, vers 17, dat wij erfgenamen zijn. Erfgenamen van de Vader en medeërfgenamen van Christus. Als je iets erft, bijvoorbeeld van familie, dan ontvang je iets. Dit gebeurt als wij voor de Rechterstoel van Christus staan. Daarover straks meer.
De Opname, namelijk de verlossing van ons lichaam.
Nu wij kunnen zeggen: Abba, Vader. En wij weten dat wij wedergeboren zijn, namelijk uit God zijn of uit God geboren zijn, weten wij dat we kind van God zijn. En heel belangrijk: wij weten dat wij voor ogen hebben, te mogen delen in de erfenis die onze Here Jezus krijgt van de Vader.
Maar vóórdat het zover is, zal er eerst iets met ons moeten gebeuren. Wij zijn weliswaar uit God geboren en één plant met Hem geworden (Rom. 6:5) en daardoor een nieuw schepsel geworden, het oude is voorbij gegaan (2 Cor. 5:17), toch? Wij zitten met één probleem. En dat is ons vlees, ons aardse lichaam!
1Cor. 15:50 Doch dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen.
Ben je net helemaal blij gemaakt dat je erfgenaam bent van de Vader en mag delen in de erfenis van Christus Jezus, blijkt dat je het Koninkrijk van God niet in kunt en daardoor dus ook niet kunt erven!
Daarom is het noodzakelijk dat ons lichaam wordt veranderd. De Bijbel geeft ons een aantal Schriftplaatsen, waar wordt gesproken over de onzin van het vlees en de noodzaak van de verandering van ons lichaam én de belofte dat, dat zal gebeuren.
Ons lichaam:
De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. Joh. 6:63
dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beërven kunnen. 1 Cor.15:50
maar het vlees is zwak. Matth. 14:38
het vlees vijandschap is tegen God. Rom. 8:7
En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. Rom. 8:8
Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont. Rom. 7:18
De Bijbel is overduidelijk hoe het met ons vlees gesteld is, namelijk bar en bar slecht. Dan kun je ’s ochtends je haren netjes kammen, het blijft iets wat de Here niet kan ontvangen. Dus is het noodzakelijk dat wij verlost worden van dit lichaam. Voor de meesten van ons, nu spreek ik namens de hele Gemeente, is dat de lichamelijke dood voor iedere van ons een keer komt.. Want vanaf dan wordt onze geest van het lichaam gescheiden. Maar aangezien er ook nog mensen zijn, die wedergeboren zijn en op aarde verblijven, wanneer het hele Lichaam van Christus, compleet is, zullen die mensen, dus veranderd moeten worden. De Bijbel noemt dit: de verlossing van ons lichaam.
Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; 1 Cor. 15:51
Hier staat dat wij niet allemaal lichamelijk zullen sterven, om ook daadwerkelijk te veranderen. Het aardse lichaam wordt een hemels lichaam en hoe dat er uit zal zien lezen we in hetzelfde hoofdstuk van 1 Cor. 15.
Ons veranderd lichaam:
- een geestelijk lichaam (vers 44),
- onverderfelijk (vers 50),
- niet van vlees en bloed (vers 50),
- onsterfelijk (vers 54),
- verschillend in heerlijkheid (vers 41).
Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden.
Wij weten nu hoe de Heer aankijkt tegen ons vlees en dat ons lichaam zal veranderd worden in een hemels lichaam. Dan komen in dit hoofdstukje over de verlossing van ons lichaam bij de slotsom: waarom?
Wij moeten van ons aardse lichaam af om het Koninkrijk Gods te kunnen beërven, daarom! Aangezien de Bijbel over engelen spreekt als zonen Gods, is het logisch dat wij, die nu nog in het vlees zijn, maar al wel zonen Gods zijn in de geest, ook dat worden naar ons lichaam.
De belofte:
Want in de opstanding, (de verandering van ons lichaam) nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel. Matt. 22:30
maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn. Mark 12:25
Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn de engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, omdat zij kinderen der opstanding zijn. Luc. 20:36
het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broeders. Rom. 8:29
Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. 1 Joh. 3:2
Dus in het kort. Wij zullen op het moment dat de opstanding plaatsvindt, van hen die ontslapen zijn, in zekere mate gelijk zijn aan de engelen in de hemel. We kunnen niet meer sterven en zijn dan volmaakte kinderen Gods. En dan komt Johannes met de klap op de vuurpijl. Wij zullen aan Christus gelijk zijn! Dat kan ook niet anders, omdat de Bijbel expliciet leert dat de Gemeente met Christus Jezus één lichaam vormt.
Daarom is de Opname van de Gemeente veel meer dan behouden worden voor de toekomende toorn. Het is voor ons als wedergeboren Christenen hét moment dat wij veranderen zullen van lichaam, verlost worden van het oude en Hem zullen zien, zoals Hij is.
Rechterstoel van Christus: ontvangen van loon, erfenis, zoonstelling.
Daar gaan we. Ons lichaam wordt veranderd, zoals Hij ons had beloofd. De Opname van de Gemeente voltrekt zich. Dit houdt in dat wij in een punt des tijds zullen veranderd worden, qua lichaam dan. Waar komen we dan?
Het antwoord op die vraag is veel breder dan de hemel. Want allereerst moeten we ons realiseren dat wij NU al in de hemel zijn (Ef. 2:6). Dus in geestelijk opzicht gaan we bij de Opname van de Gemeente nergens naartoe, want we zijn al in de hemel. Maar lichamelijk gezien zijn wij daar natuurlijk niet.
De Here heeft gelukkig ook ons lichaam voor de hemel bestemd. Want geest en lichaam horen verenigd te zijn, anders is het lichaam dood. Dat laatste gebeurt bij de Opname van de Gemeente. Onze geest wordt voorzien van een lichaam dat het Koninkrijk Gods wel kan beërven.
Wij weten nu hoe de Heer aankijkt tegen ons vlees en dat ons lichaam zal veranderd worden in een hemels lichaam. Dan komen in dit hoofdstukje over de verlossing van ons lichaam bij de slotsom: waarom?
Wij moeten van ons aardse lichaam af om het Koninkrijk Gods te kunnen beërven, daarom! Aangezien de Bijbel over engelen spreekt als zonen Gods, is het logisch dat wij, die nu nog in het vlees zijn, maar al wel zonen Gods zijn in de geest, ook dat worden naar ons lichaam.
De belofte:
Want in de opstanding, (de verandering van ons lichaam) nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel. Matt. 22:30
maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn. Mark 12:25
Want zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn de engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, omdat zij kinderen der opstanding zijn. Luc. 20:36
het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broeders. Rom. 8:29
Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. 1 Joh. 3:2
Dus in het kort. Wij zullen op het moment dat de opstanding plaatsvindt, van hen die ontslapen zijn, in zekere mate gelijk zijn aan de engelen in de hemel. We kunnen niet meer sterven en zijn dan volmaakte kinderen Gods. En dan komt Johannes met de klap op de vuurpijl. Wij zullen aan Christus gelijk zijn! Dat kan ook niet anders, omdat de Bijbel expliciet leert dat de Gemeente met Christus Jezus één lichaam vormt.
Daarom is de Opname van de Gemeente veel meer dan behouden worden voor de toekomende toorn. Het is voor ons als wedergeboren Christenen hét moment dat wij veranderen zullen van lichaam, verlost worden van het oude en Hem zullen zien, zoals Hij is.
Rechterstoel van Christus: ontvangen van loon, erfenis, zoonstelling.
Daar gaan we. Ons lichaam wordt veranderd, zoals Hij ons had beloofd. De Opname van de Gemeente voltrekt zich. Dit houdt in dat wij in een punt des tijds zullen veranderd worden, qua lichaam dan. Waar komen we dan?
Het antwoord op die vraag is veel breder dan de hemel. Want allereerst moeten we ons realiseren dat wij NU al in de hemel zijn (Ef. 2:6). Dus in geestelijk opzicht gaan we bij de Opname van de Gemeente nergens naartoe, want we zijn al in de hemel. Maar lichamelijk gezien zijn wij daar natuurlijk niet.
De Here heeft gelukkig ook ons lichaam voor de hemel bestemd. Want geest en lichaam horen verenigd te zijn, anders is het lichaam dood. Dat laatste gebeurt bij de Opname van de Gemeente. Onze geest wordt voorzien van een lichaam dat het Koninkrijk Gods wel kan beërven.
In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.
Joh. 14:2 In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. 3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.
Het Vaderhuis is de plaats waar wij direct na de Opname zullen zijn. Je moet je bedenken dat het Vaderhuis heel erg groot is. Zo zijn er vele woningen, maar ook bijvoorbeeld een troonzaal (Opb. 4 en 5).
Wanneer we zijn verzameld, zullen wij voor de Rechterstoel van Christus komen te staan. Ergens in het Vaderhuis staat de Rechterstoel. Dat is de stoel van de Rechter. Christus is Die Rechter. En wat doet een Rechter? Hij spreekt een vonnis uit of beter gezegd; een oordeel. Want, 2 Cor. 5:10 opdat een ieder wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
De Here Jezus zal ons dan oordelen. Daarbij gaat het niet om het zondeprobleem! Dat heeft Christus al voor ons opgelost! Het oordeel gaat over wat wij als Christenen hebben gedaan voor Hem. Hetzij goed, hetzij kwaad. We krijgen loon naar werken (1 Cor. 3:8, Rom. 2:6). Daardoor bestaat er in de hemel verschil in heerlijkheid van de lichamen. Ja, ze zijn allemaal hemels en allemaal heerlijk, maar in heerlijkheid verschillen ze van elkaar.
Het oordeel dat Christus ons geeft, heeft niet alleen betrekking op het hemelse lichaam, maar ook, veel belangrijker, op onze toekomstige functie voor Christus. Lees bijvoorbeeld de gelijkenis van de talenten in
Matth. 25.
Voor de Rechterstoel worden dus de functies, de rangordes, verdeeld. En zo zijn wij allen koningen en priesters van onze Here God in de hemel. Wij regeren met Christus in de hemel. En vanuit de hemel, de hoogst denkbare positie, regeren wij ook over de aarde. Zowel de 1000 jaren op de oude, als wel in alle eeuwigheden op de nieuwe.
En het oordeel dat wij ontvangen van Christus, voor Zijn Rechterstoel, is dus ons loon naar werken en de erfenis! Het was ons toch beloofd dat wij medeërfgenamen van Hem zouden zijn! Vanaf dan zijn wij dat ook. En dan zijn wij klaar om met Christus geopenbaard te worden in heerlijkheid (Kol. 3:4).
Regeren met Christus, hoe ziet die functie eruit?
In deze studie zijn we inmiddels door Christus, niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk, in de hemel gezet. En zijn wij allen voor de Rechterstoel van Christus geweest en hebben we oordeel, loon naar werken, dan wel erfenis ontvangen. Okay, maar wat dan? Want dat is eigenlijk de vraag van deze studie. Wat gaan we dan doen? En wat is er eigenlijk te doen?
We hebben zojuist gezien dat er verschillende functies zijn, omdat er ook verschil is in heerlijkheid. Wat is er eigenlijk?
Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; (Col.1:16)
Gods Koninkrijk is geen dictatuur! En is ook geen log bureaucratisch systeem. Want de Heer heeft Zijn Koninkrijk voorzien van verschillende organen, die allen op verschillend niveau (hiërarchie), verschillende taken uitvoeren in de dienst aan God. Het beste voorbeeld daarvan, is dat vers Col.1:16. Maar de Here Jezus spreekt ook over orde, als het gaat om engelen. Bijvoorbeeld in Matt. 26:53.
Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal meer dan twaalf legioenen engelen bij Mij stellen? (Matt. 26:53)
De Here Jezus doet deze uitspraak ten tijde van de Romeinse overheersing. De Joden kenden daardoor de kenmerken van het Romeinse leger. Ook het Romeinse leger was een strak georganiseerd orgaan. En ten tijde van keizer Julius Caesar, bestond één legioen uit ongeveer 3500 man. Als de Here spreekt over meer dan 12 legioen, dan hebben we het al over meer dan 42000 engelen. Maar al zou er maar een engel van de Heer verschijnen. In 2 Kon.19:35 valt te lezen dat één engel in één nacht 185.000 man doodde.
Terug naar de heerschappij. Als zonen Gods, zijn wij gelijk aan de engelen geworden. Bij de Opname van de Gemeente zullen wij met Christus, satan en zijn engelenmacht uit de hemel werpen. Dus daar hebben wij onze eerste taak. Want een legioen moet worden aangevoerd. En kent ook weer verschil in hiërarchie. We kunnen niet precies zeggen hoe dit chronologisch in elkaar steekt, mede doordat er geen tijd in de hemel is. Dus hier hebben wij de eerste functie al te pakken, namelijk soldaten van Christus. Dit is dan ook tevens de laatste keer dat wij in de hemel oorlog voeren. Want de Bijbel leert dat de hemel daarna schoongeveegd is. Want er is voor hen geen plaats meer gevonden (Opb. 12).
Maar een koninkrijk kent niet alleen maar soldaten. In Gods Koninkrijk wordt er ook bestuurd. Er wordt vergaderd in de hemel. De Here wil van Zijn zonen weten, wat ze hebben gedaan. Een dergelijke vergadering valt te lezen in het boek Job.
Job 1:6 Er was nu een dag, toen de kinderen Gods kwamen, om zich voor de HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam. 7 Toen zeide de HEERE tot de satan: Van waar komt gij? En de satan antwoordde de HEERE, en zeide: Van om te trekken op de aarde, en van die te doorwandelen. 8 En de HEERE zeide tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad.
9 Toen antwoordde de satan de HEERE, en zeide: Is het om niet, dat Job God vreest? 10 Hebt Gij niet een omtuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom? Het werk zijner handen hebt Gij gezegend, en zijn vee is in menigte uitgebroken in het land. 11 Maar toch, strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? 12 En de HEERE zeide tot de satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; strek alleen aan hem uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.
Het mooie hiervan is het intieme, persoonlijke en vertrouwelijke wat deze vergadering uitstraalt. De satan was toen ook al in de hemel. Dit in tegenstelling tot wat sommigen beweren, namelijk dat de satan al uit de hemel geworpen zou zijn.
Het gevoel dat je krijgt bij het lezen hiervan, is het alledaagse. Een gewone vergadering, waarbij de Here met zijn zonen bespreekt hoe de zaken in het Koninkrijk er aan toe gaan, zoals een koning zou horen te doen. Nou onze Koning doet dat wel. Je kunt uit de context opmaken, omdat de kinderen Gods zich verzameld hadden, dat er een soortement evaluatiemoment plaatsvond. Dat was ook het geval en is dat nog steeds. De hemelse machten leggen verantwoording bij de Here af. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat zij dan een functie hebben. Want waar zou je dan verantwoording voor af leggen? En dat de Here Zijn kinderen opdrachten geeft, zou je ook kunnen afleiden in wat de Here tegen de satan zegt.
Joh. 14:2 In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. 3 En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben.
Het Vaderhuis is de plaats waar wij direct na de Opname zullen zijn. Je moet je bedenken dat het Vaderhuis heel erg groot is. Zo zijn er vele woningen, maar ook bijvoorbeeld een troonzaal (Opb. 4 en 5).
Wanneer we zijn verzameld, zullen wij voor de Rechterstoel van Christus komen te staan. Ergens in het Vaderhuis staat de Rechterstoel. Dat is de stoel van de Rechter. Christus is Die Rechter. En wat doet een Rechter? Hij spreekt een vonnis uit of beter gezegd; een oordeel. Want, 2 Cor. 5:10 opdat een ieder wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
De Here Jezus zal ons dan oordelen. Daarbij gaat het niet om het zondeprobleem! Dat heeft Christus al voor ons opgelost! Het oordeel gaat over wat wij als Christenen hebben gedaan voor Hem. Hetzij goed, hetzij kwaad. We krijgen loon naar werken (1 Cor. 3:8, Rom. 2:6). Daardoor bestaat er in de hemel verschil in heerlijkheid van de lichamen. Ja, ze zijn allemaal hemels en allemaal heerlijk, maar in heerlijkheid verschillen ze van elkaar.
Het oordeel dat Christus ons geeft, heeft niet alleen betrekking op het hemelse lichaam, maar ook, veel belangrijker, op onze toekomstige functie voor Christus. Lees bijvoorbeeld de gelijkenis van de talenten in
Matth. 25.
Voor de Rechterstoel worden dus de functies, de rangordes, verdeeld. En zo zijn wij allen koningen en priesters van onze Here God in de hemel. Wij regeren met Christus in de hemel. En vanuit de hemel, de hoogst denkbare positie, regeren wij ook over de aarde. Zowel de 1000 jaren op de oude, als wel in alle eeuwigheden op de nieuwe.
En het oordeel dat wij ontvangen van Christus, voor Zijn Rechterstoel, is dus ons loon naar werken en de erfenis! Het was ons toch beloofd dat wij medeërfgenamen van Hem zouden zijn! Vanaf dan zijn wij dat ook. En dan zijn wij klaar om met Christus geopenbaard te worden in heerlijkheid (Kol. 3:4).
Regeren met Christus, hoe ziet die functie eruit?
In deze studie zijn we inmiddels door Christus, niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk, in de hemel gezet. En zijn wij allen voor de Rechterstoel van Christus geweest en hebben we oordeel, loon naar werken, dan wel erfenis ontvangen. Okay, maar wat dan? Want dat is eigenlijk de vraag van deze studie. Wat gaan we dan doen? En wat is er eigenlijk te doen?
We hebben zojuist gezien dat er verschillende functies zijn, omdat er ook verschil is in heerlijkheid. Wat is er eigenlijk?
Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; (Col.1:16)
Gods Koninkrijk is geen dictatuur! En is ook geen log bureaucratisch systeem. Want de Heer heeft Zijn Koninkrijk voorzien van verschillende organen, die allen op verschillend niveau (hiërarchie), verschillende taken uitvoeren in de dienst aan God. Het beste voorbeeld daarvan, is dat vers Col.1:16. Maar de Here Jezus spreekt ook over orde, als het gaat om engelen. Bijvoorbeeld in Matt. 26:53.
Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal meer dan twaalf legioenen engelen bij Mij stellen? (Matt. 26:53)
De Here Jezus doet deze uitspraak ten tijde van de Romeinse overheersing. De Joden kenden daardoor de kenmerken van het Romeinse leger. Ook het Romeinse leger was een strak georganiseerd orgaan. En ten tijde van keizer Julius Caesar, bestond één legioen uit ongeveer 3500 man. Als de Here spreekt over meer dan 12 legioen, dan hebben we het al over meer dan 42000 engelen. Maar al zou er maar een engel van de Heer verschijnen. In 2 Kon.19:35 valt te lezen dat één engel in één nacht 185.000 man doodde.
Terug naar de heerschappij. Als zonen Gods, zijn wij gelijk aan de engelen geworden. Bij de Opname van de Gemeente zullen wij met Christus, satan en zijn engelenmacht uit de hemel werpen. Dus daar hebben wij onze eerste taak. Want een legioen moet worden aangevoerd. En kent ook weer verschil in hiërarchie. We kunnen niet precies zeggen hoe dit chronologisch in elkaar steekt, mede doordat er geen tijd in de hemel is. Dus hier hebben wij de eerste functie al te pakken, namelijk soldaten van Christus. Dit is dan ook tevens de laatste keer dat wij in de hemel oorlog voeren. Want de Bijbel leert dat de hemel daarna schoongeveegd is. Want er is voor hen geen plaats meer gevonden (Opb. 12).
Maar een koninkrijk kent niet alleen maar soldaten. In Gods Koninkrijk wordt er ook bestuurd. Er wordt vergaderd in de hemel. De Here wil van Zijn zonen weten, wat ze hebben gedaan. Een dergelijke vergadering valt te lezen in het boek Job.
Job 1:6 Er was nu een dag, toen de kinderen Gods kwamen, om zich voor de HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam. 7 Toen zeide de HEERE tot de satan: Van waar komt gij? En de satan antwoordde de HEERE, en zeide: Van om te trekken op de aarde, en van die te doorwandelen. 8 En de HEERE zeide tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad.
9 Toen antwoordde de satan de HEERE, en zeide: Is het om niet, dat Job God vreest? 10 Hebt Gij niet een omtuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom? Het werk zijner handen hebt Gij gezegend, en zijn vee is in menigte uitgebroken in het land. 11 Maar toch, strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? 12 En de HEERE zeide tot de satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; strek alleen aan hem uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.
Het mooie hiervan is het intieme, persoonlijke en vertrouwelijke wat deze vergadering uitstraalt. De satan was toen ook al in de hemel. Dit in tegenstelling tot wat sommigen beweren, namelijk dat de satan al uit de hemel geworpen zou zijn.
Het gevoel dat je krijgt bij het lezen hiervan, is het alledaagse. Een gewone vergadering, waarbij de Here met zijn zonen bespreekt hoe de zaken in het Koninkrijk er aan toe gaan, zoals een koning zou horen te doen. Nou onze Koning doet dat wel. Je kunt uit de context opmaken, omdat de kinderen Gods zich verzameld hadden, dat er een soortement evaluatiemoment plaatsvond. Dat was ook het geval en is dat nog steeds. De hemelse machten leggen verantwoording bij de Here af. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat zij dan een functie hebben. Want waar zou je dan verantwoording voor af leggen? En dat de Here Zijn kinderen opdrachten geeft, zou je ook kunnen afleiden in wat de Here tegen de satan zegt.
Job kreeg bezoek van drie vrienden (geïnspireerd door de satan) die beweerden dat de rampen, die hem overkwamen, een straf van God wegens verborgen zonde waren.
Daarna gaat dit verhaal verder in Job 2. Maar tenslotte nog even naar de positie die de Here inneemt. Hij heeft de touwtjes in handen en macht van de satan is gebonden aan dat wat de Here spreekt. De woorden van de Heer hebben macht over het functioneren van een hemelwezen. En dat dat zo is, valt ook op te maken als je het bijbelboek Openbaring leest.
Hiermee hebben we al wat meer inzicht in wat onze toekomstige functie er uit zal zien. Want het woord wat nog niet is genoemd is koningschap. Wij zullen namelijk gaan regeren in het Koninkrijk van God. Bijbels gezien kunnen alleen koningen regeren. De koning is ook de rechter en bestuurt dat waarover hij tot koning is gesteld.
Daarmee komen we tot een bijna compleet functieoverzicht, want het priesterschap is nog niet benoemd. Christus heeft ons namelijk, nu al, gemaakt tot Zijn priesters. De priester is de middelaar en bemiddeld dus. De priester leeft in de dienst aan God en zijn leven is daaraan gewijd. De priester bidt voor zijn volk en onderwijst hen uit het Woord.
Onze toekomstige functie:
- We wordt door Christus ingedeeld, naar onze ontvangen heerlijkheid (erfenis), in een functie in Zijn Koninkrijk.
- zitten op één van de tronen,
- of bij Zijn heerschappijen,
- of bij de overheden, (denk aan het parlement)
- of bij de machten, (legermachten)
Onze functie in Zijn Koninkrijk is duidelijk. De Here zorgt ervoor dat wij onze taak kunnen uitvoeren. Hij geeft ons “macht”, dan wel dat wat nodig is, om dat te doen waar Hij ons toe heeft aangesteld.
Als Vader is Hij immers altijd in ons geïnteresseerd en verschrikkelijk bij ons betrokken. Hij zal ons daarom nooit aan ons lot overlaten en daarom kunnen we ook niet falen! (Speciaal voor de mensen die last van faalangst hebben. Dat bestaat gelukkig niet in de hemel.)
We zijn hoe dan ook koning! Dat is wat de Bijbel leert. Dat wil zeggen dat we geplaatst zijn over ondergeschikten. Deze ondergeschikten zouden engelen kunnen zijn, aangezien wij altijd een hemelse positie hebben en houden. Maar we zullen ook over de aarde regeren ten tijde van de 1000 jaren. Want tijdens deze periode zullen de gelovigen uit de grote verdrukking, samen met Christus en dus met ons, regeren de 1000 jaren. Op de nieuwe aarde gaan wij gewoon verder met onze taak. Dat geld niet voor de gelovigen uit de grote verdrukking. Verder zullen we als koning op de aarde rechtspreken. Vergeet daarbij niet dat de zonde en de dood op een gegeven moment zullen zijn verdwenen. Dan blijft rechtspreken wat het blijft, namelijk niet krom spreken, maar recht, namelijk de Waarheid spreken.
En zo komen we bij het laatste facet van onze toekomstige functie, namelijk priesterschap. In alles bij wat wij doen in Gods Koninkrijk, doen wij dat als een dienst aan God. Bij ons blijft primair staan, de verheerlijking van onze Koning en Hogepriester. Wij willen niet alleen op zondag van 10 tot 11 in de kerkdienst Hem grootmaken, maar dag en nacht, zonder stop. Deze verheerlijking zal eeuwig zijn.
Hoger dan de engelen, hoe dan?
Engelen worden in de Bijbel ook aangeduid als “zonen Gods” of als “Gods kinderen”. Wij worden boven de engelen geplaatst. De eerste en dus belangrijkste reden is, omdat Christus boven hen is geplaatst (Hebr. 1:4, 1Petr. 3:22)!
De engelen aanbidden Hem. (Hebr. 1:6)
De engelen dienen Hem. (Hebr. 1:7)
En wij zijn één met Christus en in Christus Jezus gezet. Je kunt wedergeboren Christenen niet los zien van Christus. Dat zou hetzelfde zijn als een lichaam zonder hoofd. En daaraan ondergeschikt, spreekt de Bijbel ook vrij duidelijk over het verschil tussen ons, in onze positie in Christus Jezus nu en straks na de verlossing van ons lichaam. Dan wordt het verschil tussen ons en de engelen helemaal duidelijk.
Want Hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende wereld, van welke wij spreken. Hebr. 2:5
Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen? 1 Cor. 6:3
Aan wie geopenbaard is, dat zij niet zichzelf, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn door degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, Die van de hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien. 1 Petr. 1:12
Uit deze Schriftplaatsen komt naar voren dat de toekomstige wereld aan ons wel is onderworpen, dit in tegenstelling tot de engelen. En dat wij, omdat wij hoger geplaatst zijn, namelijk in Christus, wij de engelen zullen oordelen. En tot slot is ons het Evangelie geopenbaard, dat de engelen ook graag hadden willen weten.
Let wel; de engelen zijn nu hoger geplaatst zijn dan wij. Vanuit het vlees gezien dan. De hemel is hoger dan de aarde. Alles wat in de hemel geschapen is, is dus per definitie hoger dat wat op aarde leeft. Daar voegt Petrus nog aan toe; Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor de Heere voortbrengen. (2 Petr.2:11)
Daarna gaat dit verhaal verder in Job 2. Maar tenslotte nog even naar de positie die de Here inneemt. Hij heeft de touwtjes in handen en macht van de satan is gebonden aan dat wat de Here spreekt. De woorden van de Heer hebben macht over het functioneren van een hemelwezen. En dat dat zo is, valt ook op te maken als je het bijbelboek Openbaring leest.
Hiermee hebben we al wat meer inzicht in wat onze toekomstige functie er uit zal zien. Want het woord wat nog niet is genoemd is koningschap. Wij zullen namelijk gaan regeren in het Koninkrijk van God. Bijbels gezien kunnen alleen koningen regeren. De koning is ook de rechter en bestuurt dat waarover hij tot koning is gesteld.
Daarmee komen we tot een bijna compleet functieoverzicht, want het priesterschap is nog niet benoemd. Christus heeft ons namelijk, nu al, gemaakt tot Zijn priesters. De priester is de middelaar en bemiddeld dus. De priester leeft in de dienst aan God en zijn leven is daaraan gewijd. De priester bidt voor zijn volk en onderwijst hen uit het Woord.
Onze toekomstige functie:
- We wordt door Christus ingedeeld, naar onze ontvangen heerlijkheid (erfenis), in een functie in Zijn Koninkrijk.
- zitten op één van de tronen,
- of bij Zijn heerschappijen,
- of bij de overheden, (denk aan het parlement)
- of bij de machten, (legermachten)
Onze functie in Zijn Koninkrijk is duidelijk. De Here zorgt ervoor dat wij onze taak kunnen uitvoeren. Hij geeft ons “macht”, dan wel dat wat nodig is, om dat te doen waar Hij ons toe heeft aangesteld.
Als Vader is Hij immers altijd in ons geïnteresseerd en verschrikkelijk bij ons betrokken. Hij zal ons daarom nooit aan ons lot overlaten en daarom kunnen we ook niet falen! (Speciaal voor de mensen die last van faalangst hebben. Dat bestaat gelukkig niet in de hemel.)
We zijn hoe dan ook koning! Dat is wat de Bijbel leert. Dat wil zeggen dat we geplaatst zijn over ondergeschikten. Deze ondergeschikten zouden engelen kunnen zijn, aangezien wij altijd een hemelse positie hebben en houden. Maar we zullen ook over de aarde regeren ten tijde van de 1000 jaren. Want tijdens deze periode zullen de gelovigen uit de grote verdrukking, samen met Christus en dus met ons, regeren de 1000 jaren. Op de nieuwe aarde gaan wij gewoon verder met onze taak. Dat geld niet voor de gelovigen uit de grote verdrukking. Verder zullen we als koning op de aarde rechtspreken. Vergeet daarbij niet dat de zonde en de dood op een gegeven moment zullen zijn verdwenen. Dan blijft rechtspreken wat het blijft, namelijk niet krom spreken, maar recht, namelijk de Waarheid spreken.
En zo komen we bij het laatste facet van onze toekomstige functie, namelijk priesterschap. In alles bij wat wij doen in Gods Koninkrijk, doen wij dat als een dienst aan God. Bij ons blijft primair staan, de verheerlijking van onze Koning en Hogepriester. Wij willen niet alleen op zondag van 10 tot 11 in de kerkdienst Hem grootmaken, maar dag en nacht, zonder stop. Deze verheerlijking zal eeuwig zijn.
Hoger dan de engelen, hoe dan?
Engelen worden in de Bijbel ook aangeduid als “zonen Gods” of als “Gods kinderen”. Wij worden boven de engelen geplaatst. De eerste en dus belangrijkste reden is, omdat Christus boven hen is geplaatst (Hebr. 1:4, 1Petr. 3:22)!
De engelen aanbidden Hem. (Hebr. 1:6)
De engelen dienen Hem. (Hebr. 1:7)
En wij zijn één met Christus en in Christus Jezus gezet. Je kunt wedergeboren Christenen niet los zien van Christus. Dat zou hetzelfde zijn als een lichaam zonder hoofd. En daaraan ondergeschikt, spreekt de Bijbel ook vrij duidelijk over het verschil tussen ons, in onze positie in Christus Jezus nu en straks na de verlossing van ons lichaam. Dan wordt het verschil tussen ons en de engelen helemaal duidelijk.
Want Hij heeft aan de engelen niet onderworpen de toekomende wereld, van welke wij spreken. Hebr. 2:5
Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen? 1 Cor. 6:3
Aan wie geopenbaard is, dat zij niet zichzelf, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn door degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, Die van de hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien. 1 Petr. 1:12
Uit deze Schriftplaatsen komt naar voren dat de toekomstige wereld aan ons wel is onderworpen, dit in tegenstelling tot de engelen. En dat wij, omdat wij hoger geplaatst zijn, namelijk in Christus, wij de engelen zullen oordelen. En tot slot is ons het Evangelie geopenbaard, dat de engelen ook graag hadden willen weten.
Let wel; de engelen zijn nu hoger geplaatst zijn dan wij. Vanuit het vlees gezien dan. De hemel is hoger dan de aarde. Alles wat in de hemel geschapen is, is dus per definitie hoger dat wat op aarde leeft. Daar voegt Petrus nog aan toe; Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor de Heere voortbrengen. (2 Petr.2:11)
Als christelijke gelovigen moeten wij het geloofsstokje en de uitleg van de Bijbelse waarheden aan de volgende generatie doorgeven, zodat ook zij de keuze voor de eeuwigheid door kennis kunnen maken.
Tot slot.
Door een kijkje in de hemel zijn we bewust gemaakt van de importantie van wedergeboorte. En ook waarom we veranderd moeten worden en dat wij één met Christus Jezus zijn! We besluiten nu hier waar in dit hoofdstuk we mee begonnen zijn: Romeinen 8.
De eerstelingen des Geestes Rom. 8
18 Want ik houd het daarvoor, dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. ...
23 En niet alleen dit, maar ook wij zelf, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelf, zeg ik, zuchten in onszelf, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.
24 Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij het ook hopen?
25 Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.
26 En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
27 En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening van de Geest is, omdat Hij naar God voor de heiligen bidt.
28 En wij weten, dat hun, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk hun, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
29 Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broeders.
30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.
De verschillende opnamen in de Bijbel.
Inleiding
De Opname van de Gemeente is een Bijbels onderwerp dat vaak niet geloofd wordt en nog vaker niet eens gekend wordt door mensen die zich gelovigen noemen. En als men dan gelooft in de Opname, dan weet men er vervolgens niet echt raad mee en kan men het niet echt plaatsen binnen de chronologie van Gods plan, dat Hij ons voor ogen houdt in Zijn profetisch Woord.
7 Opnamen.
Er staan 7 Opnamen in de Bijbel.
De Opname wordt in de Bijbel ook wel genoemd:
- de wegneming,
- ten hemel opvaren
Ten eerste:
De Opname is het naar de hemel gaan en vervolgens weer terugkomen naar de aarde. Tenminste, zo is het in ieder geval bij onze wegneming.
1 Thess 4:16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
1 Thess 4:17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
Dit gaat over de Wederkomst van onze Heer mét ons.
a. Want dan zal de Here:
+ nederdalen van den hemel (vers 16)
b. Dus vòòr die tijd zullen wij:
+ opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet (vers 17)
c. Na de Opname, als de Here zal nederdalen van de hemel, zullen wij dus ook met Hem nederdalen van den hemel, want
+ alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. (vers 17)
Ten tweede:
Ten tweede wordt het stokje doorgegeven aan een ander, als degene voor een langere tijd weg is. Daarmee bedoel ik dat een ander doorgaat met het getuigenis van Gods werk.
Henoch.
De eerste Opname is die van Henoch.
Gen 5:21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.
Gen 5:22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Gen 5:23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.
Gen 5:24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
Tot slot.
Door een kijkje in de hemel zijn we bewust gemaakt van de importantie van wedergeboorte. En ook waarom we veranderd moeten worden en dat wij één met Christus Jezus zijn! We besluiten nu hier waar in dit hoofdstuk we mee begonnen zijn: Romeinen 8.
De eerstelingen des Geestes Rom. 8
18 Want ik houd het daarvoor, dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. ...
23 En niet alleen dit, maar ook wij zelf, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelf, zeg ik, zuchten in onszelf, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.
24 Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij het ook hopen?
25 Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.
26 En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
27 En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening van de Geest is, omdat Hij naar God voor de heiligen bidt.
28 En wij weten, dat hun, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk hun, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
29 Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broeders.
30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.
De verschillende opnamen in de Bijbel.
Inleiding
De Opname van de Gemeente is een Bijbels onderwerp dat vaak niet geloofd wordt en nog vaker niet eens gekend wordt door mensen die zich gelovigen noemen. En als men dan gelooft in de Opname, dan weet men er vervolgens niet echt raad mee en kan men het niet echt plaatsen binnen de chronologie van Gods plan, dat Hij ons voor ogen houdt in Zijn profetisch Woord.
7 Opnamen.
Er staan 7 Opnamen in de Bijbel.
De Opname wordt in de Bijbel ook wel genoemd:
- de wegneming,
- ten hemel opvaren
Ten eerste:
De Opname is het naar de hemel gaan en vervolgens weer terugkomen naar de aarde. Tenminste, zo is het in ieder geval bij onze wegneming.
1 Thess 4:16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
1 Thess 4:17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
Dit gaat over de Wederkomst van onze Heer mét ons.
a. Want dan zal de Here:
+ nederdalen van den hemel (vers 16)
b. Dus vòòr die tijd zullen wij:
+ opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet (vers 17)
c. Na de Opname, als de Here zal nederdalen van de hemel, zullen wij dus ook met Hem nederdalen van den hemel, want
+ alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. (vers 17)
Ten tweede:
Ten tweede wordt het stokje doorgegeven aan een ander, als degene voor een langere tijd weg is. Daarmee bedoel ik dat een ander doorgaat met het getuigenis van Gods werk.
Henoch.
De eerste Opname is die van Henoch.
Gen 5:21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.
Gen 5:22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Gen 5:23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.
Gen 5:24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg.
1. Terug naar de aarde:
God nam Henoch weg. Hij is de enige waarvan de Bijbel niet schrijft dat hij terug ging naar de aarde. Maar als we de rest van de Opnamen hebben behandeld, dan lijkt me het logisch dat ook Henoch weer is teruggekomen. Henoch werd weggenomen voor de dagen van Noach, waarin zondige engelen zich openbaarden en gemeenschap hadden met de vrouwen der mensen (Gen.6).
2. Stokje wordt overgenomen:
En het stokje werd overgenomen door Noach.
We weten eigenlijk heel weinig over Henoch, tenzij je het het apocriefe boek van Henoch gaat lezen.. Apocriefe boeken zijn de niet gemarkeerde tekst van een belangrijk document. Alles wat in het document gemarkeerd is, is belangrijk, zoals de Bijbel dat is. Maar niet alle tekst van een document is belangrijk genoeg om te markeren. De tekst die overblijft in een document, dat dus niet gemarkeerd is, maar misschien in het licht van de rest toch interessant is om te lezen, kunt u dan zien als apocriefe boeken. Zo ook het apocriefe boek Henoch.
Toch weten we bijvoorbeeld van Judas, dat het boek Henoch in Judas’ tijd gelezen werd en dat er uit geciteerd werd. En dat deed Judas dus ook.
Verder komen we de opname van Henoch nog een keer in het NT tegen, namelijk in Hebr. 5.
Heb.11:5 Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde.
Ook hier wordt twee maal melding gedaan van de wegneming van Henoch. Het stokje werd overgenomen door Noach. Als u Hebr.5 verder leest, is de eerste naam die u na Henoch leest: Noach!
Elia
De tweede persoon die opgenomen werd, is Elia. In tegenstelling tot Henoch wordt de Opname van Elia uitgebreid beschreven. In 2 Koningen 2 kunt u dat lezen. We zullen er een paar verzen uitlichten waar duidelijk staat dat het om de Opname gaat.
2 Kon 2:1 Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal.
2 Kon 2:11 En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden (2 Kon.6:17), die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel.
2 Kon 2:12 En Elisa zag het, en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! (2Kon.13:14)
En hij zag hem niet meer; en hij vatte zijn klederen en scheurde ze in twee stukken.
2 Kon 2:16 En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.
1. Terug naar de aarde:
God nam Henoch weg. Hij is de enige waarvan de Bijbel niet schrijft dat hij terug ging naar de aarde. Maar als we de rest van de Opnamen hebben behandeld, dan lijkt me het logisch dat ook Henoch weer is teruggekomen. Henoch werd weggenomen voor de dagen van Noach, waarin zondige engelen zich openbaarden en gemeenschap hadden met de vrouwen der mensen (Gen.6).
2. Stokje wordt overgenomen:
En het stokje werd overgenomen door Noach.
We weten eigenlijk heel weinig over Henoch, tenzij je het het apocriefe boek van Henoch gaat lezen.. Apocriefe boeken zijn de niet gemarkeerde tekst van een belangrijk document. Alles wat in het document gemarkeerd is, is belangrijk, zoals de Bijbel dat is. Maar niet alle tekst van een document is belangrijk genoeg om te markeren. De tekst die overblijft in een document, dat dus niet gemarkeerd is, maar misschien in het licht van de rest toch interessant is om te lezen, kunt u dan zien als apocriefe boeken. Zo ook het apocriefe boek Henoch.
Toch weten we bijvoorbeeld van Judas, dat het boek Henoch in Judas’ tijd gelezen werd en dat er uit geciteerd werd. En dat deed Judas dus ook.
Verder komen we de opname van Henoch nog een keer in het NT tegen, namelijk in Hebr. 5.
Heb.11:5 Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde.
Ook hier wordt twee maal melding gedaan van de wegneming van Henoch. Het stokje werd overgenomen door Noach. Als u Hebr.5 verder leest, is de eerste naam die u na Henoch leest: Noach!
Elia
De tweede persoon die opgenomen werd, is Elia. In tegenstelling tot Henoch wordt de Opname van Elia uitgebreid beschreven. In 2 Koningen 2 kunt u dat lezen. We zullen er een paar verzen uitlichten waar duidelijk staat dat het om de Opname gaat.
2 Kon 2:1 Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal.
2 Kon 2:11 En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden (2 Kon.6:17), die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel.
2 Kon 2:12 En Elisa zag het, en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! (2Kon.13:14)
En hij zag hem niet meer; en hij vatte zijn klederen en scheurde ze in twee stukken.
2 Kon 2:16 En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.
En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel.
1. Terug naar de aarde:
Elia blijft een hele lange tijd in de hemel, maar hij zal terugkomen, met Mozes als één van de twee getuigen die beschreven worden in Openbaring 11 en Zach. 4.
Interessant om te noemen is dat Elia na zijn opname gezien wordt. De Bijbel maakt melding van Elia, die gezien werd door de discipelen. Op de berg der verheerlijking zien zij namelijk de Here, Mozes en Elia.
Matt.17:3 En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende.
Zie ook: Matt.17:4, Mark.9:4,5, Luk.9:30,33
2. Stokje wordt overgenomen:
Door Elisa.
2 Kon 2:15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.
Door Elisa.
2 Kon 2:15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.
Jezus Christus
De derde Die werd opgenomen, is tevens de bekendste. Namelijk onze Heer en Heiland. Van Zijn opname vinden we dan ook de meeste Schriftgedeelten.
Allereerst gaan we naar het bekendste Schriftgedeelte over de hemelvaart, dan wel Opname van Christus Jezus. Dat is Handelingen hoofdstuk 1.
Hand. 1:2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
Hand. 1:9 En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen.
1. Terug naar de aarde:
Elia blijft een hele lange tijd in de hemel, maar hij zal terugkomen, met Mozes als één van de twee getuigen die beschreven worden in Openbaring 11 en Zach. 4.
Interessant om te noemen is dat Elia na zijn opname gezien wordt. De Bijbel maakt melding van Elia, die gezien werd door de discipelen. Op de berg der verheerlijking zien zij namelijk de Here, Mozes en Elia.
Matt.17:3 En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende.
Zie ook: Matt.17:4, Mark.9:4,5, Luk.9:30,33
2. Stokje wordt overgenomen:
Door Elisa.
2 Kon 2:15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.
Door Elisa.
2 Kon 2:15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.
Jezus Christus
De derde Die werd opgenomen, is tevens de bekendste. Namelijk onze Heer en Heiland. Van Zijn opname vinden we dan ook de meeste Schriftgedeelten.
Allereerst gaan we naar het bekendste Schriftgedeelte over de hemelvaart, dan wel Opname van Christus Jezus. Dat is Handelingen hoofdstuk 1.
Hand. 1:2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
Hand. 1:9 En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen.
En toen Hij (Jezus Christus) dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen.
Hand. 1:10 En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding;
Hand. 1:11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
Strikt genomen is deze gebeurtenis niet Zijn hemelvaart, maar eigenlijk een omgekeerde voorafschaduwing van Zijn Wederkomst. Zijn echte opname vond plaats bij Pasen.
Als de Here Jezus is opgestaan uit de dood, lezen we in Joh. 20 dat Maria naar het graf van de Here gaat. In haar verdriet ziet ze de Here Jezus aan voor de hovenier. En als de Here haar bij haar naam noemt, gaan haar ogen open. Dan staat er deze zin in vers 17:
Joh. 20:17 Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.
Niet veel later verschijnt de Here aan de discipelen en mag Thomas zijn vinger steken in de wond van de Here. Dat is wel aanraken! En niet zo’n klein beetje aanraken ook. Dat is in hetzelfde hoofdstuk van Joh.20, slechts een paar verzen verder.
Het is niet zo dat Maria de Here Jezus niet mocht aanraken na Zijn opstanding. Maar Maria mocht op dat specifieke moment de Here niet aanraken, omdat de Here nog eerst opgenomen moest worden. Daarna was het aanraken van de Here Jezus geen enkel probleem!
Met andere woorden: tussen de ontmoeting van Maria en de Here én de verschijning van de Here aan de discipelen, is de Here Jezus naar Zijn Vader opgevaren.
1. Terug naar de aarde:
De gebeurtenis op Hemelvaartsdag om het zomaar te noemen, is wellicht daar de letterlijke uitbeelding van. Maar meer waarde moeten we leggen bij de woorden van de twee engelen in Hand.1:11
Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
En met dat woordje “gelijkerwijs”, wordt aangegeven, dat als je de gebeurtenis achteruit spoelt, je exact de Wederkomst van de Here op de Olijfberg hebt.
Dus ook hier vinden we de beschrijving dat Hem die opgenomen wordt, weer zal terug komen. “Deze Jezus zal alzo komen.” Dat is punt 1.
2. Stokje wordt overgenomen:
Wie neemt het stokje over? Dat hebben we al gelezen, namelijk in Hand.1:2
Hand. 1:2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
De Here heeft het stokje doorgegeven aan de apostelen.
Filippus
Nummer vier is de paardenliefhebber. Althans dat is de betekenis van de naam Filippus. Zijn opname vinden we in Hand.8 in het verhaal over de doop van de kamerling van Morenland.
Hand. 8:38 En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.
Hand. 8:39 En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg (nam…weg = harpazo), en de kamerling zag hem niet meer; en hij reisde zijn weg met blijdschap.
Hand. 1:10 En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding;
Hand. 1:11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
Strikt genomen is deze gebeurtenis niet Zijn hemelvaart, maar eigenlijk een omgekeerde voorafschaduwing van Zijn Wederkomst. Zijn echte opname vond plaats bij Pasen.
Als de Here Jezus is opgestaan uit de dood, lezen we in Joh. 20 dat Maria naar het graf van de Here gaat. In haar verdriet ziet ze de Here Jezus aan voor de hovenier. En als de Here haar bij haar naam noemt, gaan haar ogen open. Dan staat er deze zin in vers 17:
Joh. 20:17 Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.
Niet veel later verschijnt de Here aan de discipelen en mag Thomas zijn vinger steken in de wond van de Here. Dat is wel aanraken! En niet zo’n klein beetje aanraken ook. Dat is in hetzelfde hoofdstuk van Joh.20, slechts een paar verzen verder.
Het is niet zo dat Maria de Here Jezus niet mocht aanraken na Zijn opstanding. Maar Maria mocht op dat specifieke moment de Here niet aanraken, omdat de Here nog eerst opgenomen moest worden. Daarna was het aanraken van de Here Jezus geen enkel probleem!
Met andere woorden: tussen de ontmoeting van Maria en de Here én de verschijning van de Here aan de discipelen, is de Here Jezus naar Zijn Vader opgevaren.
1. Terug naar de aarde:
De gebeurtenis op Hemelvaartsdag om het zomaar te noemen, is wellicht daar de letterlijke uitbeelding van. Maar meer waarde moeten we leggen bij de woorden van de twee engelen in Hand.1:11
Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
En met dat woordje “gelijkerwijs”, wordt aangegeven, dat als je de gebeurtenis achteruit spoelt, je exact de Wederkomst van de Here op de Olijfberg hebt.
Dus ook hier vinden we de beschrijving dat Hem die opgenomen wordt, weer zal terug komen. “Deze Jezus zal alzo komen.” Dat is punt 1.
2. Stokje wordt overgenomen:
Wie neemt het stokje over? Dat hebben we al gelezen, namelijk in Hand.1:2
Hand. 1:2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
De Here heeft het stokje doorgegeven aan de apostelen.
Filippus
Nummer vier is de paardenliefhebber. Althans dat is de betekenis van de naam Filippus. Zijn opname vinden we in Hand.8 in het verhaal over de doop van de kamerling van Morenland.
Hand. 8:38 En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.
Hand. 8:39 En toen zij uit het water waren opgekomen, nam de Geest des Heeren Filippus weg (nam…weg = harpazo), en de kamerling zag hem niet meer; en hij reisde zijn weg met blijdschap.
Filippus legde de kamerling van Morenland het Bijbelboek boek van Jesaja 53 uit, waarop de deze zich liet dopen in de Jordaan.
Terug naar de aarde:
Bij deze harpazo is Filippus volgens mij niet naar de hemel gegaan. Maar is hij van het ene op het andere moment geteleporteerd.
Hand. 8:40 Maar Filippus werd gevonden, te Azote; …
Stokje wordt overgenomen:
Het stokje werd dan ook niet overgedragen aan een ander, maar als we vers 40 uitlezen, dan lezen we dat Filippus doorging, na zijn harpazo (Opname), met het werk voor Christus.
Hand. 8:40 …en het land doorgaande, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij te Cesarea kwam.
Paulus
Nummer vijf is de apostel Paulus. Het lijkt er op dat hij niet wil toegeven dat hij het zelf was die opgenomen is geweest, maar volgens de vertalers van de Statenvertaling, is dat een nederigheids- beleefdheidsvorm, namelijk schrijven in de derde persoon.
“Alzo spreekt hij van zichzelven in den derden persoon, tot een teken van nederigheid, alsof het ene zaak ware, die buiten hem ware.” (Kanttekening Statenvertaling)
Terug naar de aarde:
Bij deze harpazo is Filippus volgens mij niet naar de hemel gegaan. Maar is hij van het ene op het andere moment geteleporteerd.
Hand. 8:40 Maar Filippus werd gevonden, te Azote; …
Stokje wordt overgenomen:
Het stokje werd dan ook niet overgedragen aan een ander, maar als we vers 40 uitlezen, dan lezen we dat Filippus doorging, na zijn harpazo (Opname), met het werk voor Christus.
Hand. 8:40 …en het land doorgaande, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij te Cesarea kwam.
Paulus
Nummer vijf is de apostel Paulus. Het lijkt er op dat hij niet wil toegeven dat hij het zelf was die opgenomen is geweest, maar volgens de vertalers van de Statenvertaling, is dat een nederigheids- beleefdheidsvorm, namelijk schrijven in de derde persoon.
“Alzo spreekt hij van zichzelven in den derden persoon, tot een teken van nederigheid, alsof het ene zaak ware, die buiten hem ware.” (Kanttekening Statenvertaling)
Paulus zei over zichzelf: Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken (Harpazo) is geweest tot in den derden hemel.
2 Cor.12:2 Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken (Harpazo) is geweest tot in den derden hemel;
2 Cor. 12:3 En ik ken een zodanig mens (of het in het lichaam, of buiten het lichaam geschied zij, weet ik niet, God weet het),
2 Cor. 12:4 Dat hij opgetrokken (Harpazo) is geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.
Waarom werd Paulus opgenomen? Hij moest in de derde hemel, dus bij God komen, om daar dingen te horen, die we in de brieven aan de christelijke gemeenten kunnen teruglezen.
Misschien gebeurde zijn Opname boven op de berg Sinaï in Arabië.
Gal 1:15 Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade,
Gal 1:16 Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed;
Gal 1:17 En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabië, en keerde wederom naar Damaskus.
En als je dan naar Arabië gaat om de Heer te zoeken, dan is er maar één plaats waar je dat zou moeten doen, namelijk op de berg Sinaï. Dat vindt u terug in Gal.4:25. Dat is dezelfde berg waar ook Mozes de waarheid te horen kreeg (Ex.19:20).
1. Terug naar de aarde:
De opname van Paulus was niet van hele lange tijd en hij kwam dus ook vrij snel weer terug op aarde om zijn bediening op te nemen.
2. Stokje wordt overgenomen:
Het stokje hoefde dus niet overgenomen te worden, net als bij de opname van Filippus.
De Gemeente
Nummer 6 is de Gemeente, die al vele malen de revue is gepasseerd. Dus die korten we in.
1. Terug naar de aarde:
Matt 25:31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem (de Gemeente), dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid.
2. Stokje wordt overgenomen:
Als de Gemeente is opgenomen dan zal de Here Zijn twee getuigen zenden.
Opb.11 daar wordt een meetstok gebruikt, om te meten, dan wel eigendom te bepalen. En de meetstok is de verwijzing naar de stok en de staf, die weer de uitbeelding zijn van wedergeboorte.
Zo’n ding staat rechtop => op…staan = opstanding vanuit een horizontale positie = wedergeboorte / nieuw leven / opstaan uit de dood.
Er wordt dus gemeten wie wedergeboren is. Dat is namelijk toegevoegd aan de Here en daar heeft de Here Zijn woning in gemaakt, namelijk de tempel (1 Cor.3:16 en 6:19).
Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest,…?
Wat niet wordt gemeten is dat wat buiten is. Dit is de uitbeelding van de opname van de Gemeente, waarna direct gesproken wordt over wie het stokje van de Gemeente dan moet overnemen. En dan komen we direct uit bij punt 7, namelijk de twee getuigen.
De twee getuigen.
Opb.11:3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed.
De twee getuigen nemen het stokje over van de Gemeente. Maar zij zullen ook opgenomen worden.
Openb. 11:11 En na die drie dagen en een halven, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.
Openb. 11:12 En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel (De opname van de twee getuigen) in de wolk (net als Christus met hemelvaart en de Gemeente bij de Opname); en hun vijanden aanschouwden hen.
2 Cor.12:2 Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken (Harpazo) is geweest tot in den derden hemel;
2 Cor. 12:3 En ik ken een zodanig mens (of het in het lichaam, of buiten het lichaam geschied zij, weet ik niet, God weet het),
2 Cor. 12:4 Dat hij opgetrokken (Harpazo) is geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.
Waarom werd Paulus opgenomen? Hij moest in de derde hemel, dus bij God komen, om daar dingen te horen, die we in de brieven aan de christelijke gemeenten kunnen teruglezen.
Misschien gebeurde zijn Opname boven op de berg Sinaï in Arabië.
Gal 1:15 Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade,
Gal 1:16 Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed;
Gal 1:17 En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabië, en keerde wederom naar Damaskus.
En als je dan naar Arabië gaat om de Heer te zoeken, dan is er maar één plaats waar je dat zou moeten doen, namelijk op de berg Sinaï. Dat vindt u terug in Gal.4:25. Dat is dezelfde berg waar ook Mozes de waarheid te horen kreeg (Ex.19:20).
1. Terug naar de aarde:
De opname van Paulus was niet van hele lange tijd en hij kwam dus ook vrij snel weer terug op aarde om zijn bediening op te nemen.
2. Stokje wordt overgenomen:
Het stokje hoefde dus niet overgenomen te worden, net als bij de opname van Filippus.
De Gemeente
Nummer 6 is de Gemeente, die al vele malen de revue is gepasseerd. Dus die korten we in.
1. Terug naar de aarde:
Matt 25:31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem (de Gemeente), dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid.
2. Stokje wordt overgenomen:
Als de Gemeente is opgenomen dan zal de Here Zijn twee getuigen zenden.
Opb.11 daar wordt een meetstok gebruikt, om te meten, dan wel eigendom te bepalen. En de meetstok is de verwijzing naar de stok en de staf, die weer de uitbeelding zijn van wedergeboorte.
Zo’n ding staat rechtop => op…staan = opstanding vanuit een horizontale positie = wedergeboorte / nieuw leven / opstaan uit de dood.
Er wordt dus gemeten wie wedergeboren is. Dat is namelijk toegevoegd aan de Here en daar heeft de Here Zijn woning in gemaakt, namelijk de tempel (1 Cor.3:16 en 6:19).
Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest,…?
Wat niet wordt gemeten is dat wat buiten is. Dit is de uitbeelding van de opname van de Gemeente, waarna direct gesproken wordt over wie het stokje van de Gemeente dan moet overnemen. En dan komen we direct uit bij punt 7, namelijk de twee getuigen.
De twee getuigen.
Opb.11:3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed.
De twee getuigen nemen het stokje over van de Gemeente. Maar zij zullen ook opgenomen worden.
Openb. 11:11 En na die drie dagen en een halven, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden.
Openb. 11:12 En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel (De opname van de twee getuigen) in de wolk (net als Christus met hemelvaart en de Gemeente bij de Opname); en hun vijanden aanschouwden hen.
En zij (de twee getuigen) hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel.
1. Terug naar de aarde:
De twee getuigen worden toegevoegd aan de Gemeente.
2. Stokje wordt overgenomen:
Het stokje wordt overgenomen door alle 12 de stammen van Israël. Want aan hen is de prediking gericht. En het resultaat van het werk van de Gemeente, door de 2 getuigen, is de bekering van Israël, collectief als volk.
Israël is dan ook het eerste volk dat tot bekering is gekomen. Daarvoor was er alleen maar sprake van het individu, maar vanaf de Wedergeboorte van de vijgenboom uit Matt.24, zullen de volkeren zich bekeren, maar ook geoordeeld worden, zoals schapen van de bokken (Matt.25)
Daarom zullen er uit al de geslachten van Israël, 12.000 worden verzegeld om het stokje van de twee getuigen en daarmee van de Gemeente, over te nemen.
Staat de opname voor de deur?
Ter inleiding
1. Terug naar de aarde:
De twee getuigen worden toegevoegd aan de Gemeente.
2. Stokje wordt overgenomen:
Het stokje wordt overgenomen door alle 12 de stammen van Israël. Want aan hen is de prediking gericht. En het resultaat van het werk van de Gemeente, door de 2 getuigen, is de bekering van Israël, collectief als volk.
Israël is dan ook het eerste volk dat tot bekering is gekomen. Daarvoor was er alleen maar sprake van het individu, maar vanaf de Wedergeboorte van de vijgenboom uit Matt.24, zullen de volkeren zich bekeren, maar ook geoordeeld worden, zoals schapen van de bokken (Matt.25)
Daarom zullen er uit al de geslachten van Israël, 12.000 worden verzegeld om het stokje van de twee getuigen en daarmee van de Gemeente, over te nemen.
Staat de opname voor de deur?
Ter inleiding
Op Gods agenda volgens de Hebreeuwse jaartelling staat als volgende gebeurtenis de opname van de Gemeente vermeld.
We hebben reeds eerder stilgestaan bij 2 Thess.2, de openbaring van den antichrist. Daar wordt ons een inkijkje gegeven in de profetische agenda van onze Heer. Want, zegt Paulus, Christus komt helemaal niet met de Gemeente terug, tenzij dat eerst de afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs; (2Thess.2:3)
Maar de antichrist kan zich niet zomaar openbaren, want hij wordt tegengehouden door het werk dat Christus Jezus door de Gemeente heen doet. Daarom moet eerst de Gemeente worden weggedaan, uit de zienlijke positie waarin zij nu verkeerd. Of zoals Paulus schreef: De Gemeente weerhoudt de satan zich te openbaren…
…totdat hij (het Lichaam van Christus) uit het midden zal weggedaan worden.
Dus, bovenaan de profetische agenda van Christus Jezus staat de Opname van de Gemeente!
De Opname = de verlossing van ons lichaam.
Rom. 8:19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der zonen (kinderen) Gods.
Rom. 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft;
Rom. 8:21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.
Rom. 8:22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
Rom. 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende [aangesteld te worden tot zonen], namelijk de verlossing onzes lichaams.
We hebben reeds eerder stilgestaan bij 2 Thess.2, de openbaring van den antichrist. Daar wordt ons een inkijkje gegeven in de profetische agenda van onze Heer. Want, zegt Paulus, Christus komt helemaal niet met de Gemeente terug, tenzij dat eerst de afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs; (2Thess.2:3)
Maar de antichrist kan zich niet zomaar openbaren, want hij wordt tegengehouden door het werk dat Christus Jezus door de Gemeente heen doet. Daarom moet eerst de Gemeente worden weggedaan, uit de zienlijke positie waarin zij nu verkeerd. Of zoals Paulus schreef: De Gemeente weerhoudt de satan zich te openbaren…
…totdat hij (het Lichaam van Christus) uit het midden zal weggedaan worden.
Dus, bovenaan de profetische agenda van Christus Jezus staat de Opname van de Gemeente!
De Opname = de verlossing van ons lichaam.
Rom. 8:19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der zonen (kinderen) Gods.
Rom. 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft;
Rom. 8:21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.
Rom. 8:22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
Rom. 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende [aangesteld te worden tot zonen], namelijk de verlossing onzes lichaams.
Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden.
Maar de verlossing van ons lichaam is niet hetzelfde als onze lichamelijke dood, of zoals de Bijbel dat noemt: “het ontslapen in Christus”. Want er zijn ook broeders en zusters die nog leven, als de Heer ons met kracht tot zich neemt.
1 Cor 15:51 Ziet, ik zeg u (Wie? allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen 1Kor.1:2) een verborgenheid:
Dat is een geheim. Voor wie? Voor ons!!!
Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden...
En dat “veranderd worden” van het lichaam, is wat Rom.8 noemt de verlossing van ons lichaam. En helemaal als we doorlezen…
1 Cor 15:52 In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk…
“Onverderfelijk” wil zeggen dat er een gigantische verandering heeft plaats gevonden. Want een lichaam, dood of levend, is aan het verderf onderhevig. Denk aan het leesbrilletje, het boodschappenlijstje, zodat je niets vergeet, maar ook aan ziektes en hele ernstige ziektes. Als ons lichaam niet verderfelijk was, zouden wij zelfs niet sterven!
…want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
Dus als de doden onverderfelijk opgewekt worden, weten we precies welke verandering de levenden zullen ondervinden. DEZELFDE! Wij krijgen dan ook een onverderfelijk lichaam
Eerste punt op Gods agenda = Laatste punt van de Gemeentelijke periode op aarde.
Dat is dus het eerste punt op Gods agenda! Of beter gezegd, het is eigenlijk het laatste punt van de Gemeentelijke periode die Christus is gestart door op te staan uit de dood. Want vanaf dát moment, is alles veranderd en is Hij bezig een volk te verzamelen voor Zijn Naam (Hand.15:14).
Maar dat houdt wel een keer op! Het laatste dat Christus doet, is éénmaal spreken:
Opb. 4:1 Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin,
En dat is die welbekende bazuin die we net twee keer tegenkwamen:
1Cor 15:52 In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
Maar de laatste bazuin vinden we ook terug in 1Thess.4:16, waar het genoemd wordt “bazuin Gods”. En dat heeft helemaal niets te doen met de zevende bazuin in Openbaring, want dat is ver na de Gemeentelijke periode en spreekt niet over de Genade, zoals onze periode ook wel wordt genoemd, maar het spreekt over oordeel van Gods wege over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Maar wat zegt die laatste bazuin? Wat zegt de Heer tot ons, waardoor wij veranderd worden en met kracht tot Hem getrokken worden?
Opb. 4:1 Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet.
Kom hier op!
Maar de verlossing van ons lichaam is niet hetzelfde als onze lichamelijke dood, of zoals de Bijbel dat noemt: “het ontslapen in Christus”. Want er zijn ook broeders en zusters die nog leven, als de Heer ons met kracht tot zich neemt.
1 Cor 15:51 Ziet, ik zeg u (Wie? allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen 1Kor.1:2) een verborgenheid:
Dat is een geheim. Voor wie? Voor ons!!!
Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden...
En dat “veranderd worden” van het lichaam, is wat Rom.8 noemt de verlossing van ons lichaam. En helemaal als we doorlezen…
1 Cor 15:52 In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk…
“Onverderfelijk” wil zeggen dat er een gigantische verandering heeft plaats gevonden. Want een lichaam, dood of levend, is aan het verderf onderhevig. Denk aan het leesbrilletje, het boodschappenlijstje, zodat je niets vergeet, maar ook aan ziektes en hele ernstige ziektes. Als ons lichaam niet verderfelijk was, zouden wij zelfs niet sterven!
…want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
Dus als de doden onverderfelijk opgewekt worden, weten we precies welke verandering de levenden zullen ondervinden. DEZELFDE! Wij krijgen dan ook een onverderfelijk lichaam
Eerste punt op Gods agenda = Laatste punt van de Gemeentelijke periode op aarde.
Dat is dus het eerste punt op Gods agenda! Of beter gezegd, het is eigenlijk het laatste punt van de Gemeentelijke periode die Christus is gestart door op te staan uit de dood. Want vanaf dát moment, is alles veranderd en is Hij bezig een volk te verzamelen voor Zijn Naam (Hand.15:14).
Maar dat houdt wel een keer op! Het laatste dat Christus doet, is éénmaal spreken:
Opb. 4:1 Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin,
En dat is die welbekende bazuin die we net twee keer tegenkwamen:
1Cor 15:52 In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden.
Maar de laatste bazuin vinden we ook terug in 1Thess.4:16, waar het genoemd wordt “bazuin Gods”. En dat heeft helemaal niets te doen met de zevende bazuin in Openbaring, want dat is ver na de Gemeentelijke periode en spreekt niet over de Genade, zoals onze periode ook wel wordt genoemd, maar het spreekt over oordeel van Gods wege over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Maar wat zegt die laatste bazuin? Wat zegt de Heer tot ons, waardoor wij veranderd worden en met kracht tot Hem getrokken worden?
Opb. 4:1 Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet.
Kom hier op!
Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet.
En die woorden komen slechts 2x voor in de Bijbel, voor zover ik heb kunnen nagaan. En de enige andere Schriftplaats is bij de Opname van de twee getuigen.
Opb. 11:12 En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.
Dus de Opname is het eerste punt op Gods agenda en tevens het laatste punt van de Gemeentelijke periode en sluit de Gemeentelijke periode af. Maar het is niet het belangrijkste wat ons te wachten staat.
Want wij zien niet uit naar het moment dat wij worden verlost van ons lichaam, maar wij zien veel meer uit naar onze openbaring met Christus Jezus, dus collectief; Hoofd en Lichaam, in heerlijkheid!
Bijbelse kernpunten zijn:
- Gods doel is: de verheerlijking van Jezus Christus!
- Onze positie is: IN Christus Jezus!
De Opname van de Gemeente is het eerstvolgende punt dat nu op Gods Agenda staat. Als Wedergeboren Christen wachten wij op de verlossing van ons lichaam!
God houdt Zijn Woord.
En alles en iedereen wacht op deze gebeurtenis. Zelfs hebben we gelezen dat de antichrist zich niet kan openbaren, als de Gemeente niet wordt opgenomen. Maar het is nog veel sterker uit te drukken!
Het grootste deel van Gods Woord, dus wat God heeft gesproken, zouden loze woorden zijn, als Hij ons niet tot Zich zou nemen. Want de Bijbel is het profetisch Woord (2Petr.1:19), het spreekt dus in het bijzonder over toekomstige dingen. En in onze bedeling gebeurt er vrij weinig volgens de Bijbel. Logisch ook, want het is de bedeling der verborgenheid, waarin God Zich heeft verborgen en niet spreekt, dan door Zijn Woord.
Pas na de Opname van de Gemeente gaan in vervulling, al die profetieën die nog vervuld moeten worden. Een heel groot deel van de Bijbel, Gods Woord, spreekt over toekomstige dingen, die na de Opname zullen gebeuren, en als wij niet zouden opgenomen worden, zijn Zijn woorden leeg. En aangezien zijn woorden niet leeg zijn, maar juist het tegenovergestelde, en omdat de Jezus Christus geen leugenaar is, maar de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde (Opb.1:5), moet u op Zijn woord staan!
2 Thess 2:15 Zo dan, broeders, staat vast.
Dat neemt niet weg dat de vervulling van sommige profetieën, nu al gestalte beginnen te krijgen.
Een daarvan is de Palestijnse staat. Opnieuw zullen de nog in leven zijnde Palestijnen van wijlen Yasser Arafat de VN vragen om erkenning van de zelfstandige, zelf uitgeroepen Palestijnse staat.
De vorige keer heeft de VS middels een veto dit tegengehouden. En eerstvolgende keer zal na alle waarschijnlijkheid weer een veto worden uitgesproken.
En die woorden komen slechts 2x voor in de Bijbel, voor zover ik heb kunnen nagaan. En de enige andere Schriftplaats is bij de Opname van de twee getuigen.
Opb. 11:12 En zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.
Dus de Opname is het eerste punt op Gods agenda en tevens het laatste punt van de Gemeentelijke periode en sluit de Gemeentelijke periode af. Maar het is niet het belangrijkste wat ons te wachten staat.
Want wij zien niet uit naar het moment dat wij worden verlost van ons lichaam, maar wij zien veel meer uit naar onze openbaring met Christus Jezus, dus collectief; Hoofd en Lichaam, in heerlijkheid!
Bijbelse kernpunten zijn:
- Gods doel is: de verheerlijking van Jezus Christus!
- Onze positie is: IN Christus Jezus!
De Opname van de Gemeente is het eerstvolgende punt dat nu op Gods Agenda staat. Als Wedergeboren Christen wachten wij op de verlossing van ons lichaam!
God houdt Zijn Woord.
En alles en iedereen wacht op deze gebeurtenis. Zelfs hebben we gelezen dat de antichrist zich niet kan openbaren, als de Gemeente niet wordt opgenomen. Maar het is nog veel sterker uit te drukken!
Het grootste deel van Gods Woord, dus wat God heeft gesproken, zouden loze woorden zijn, als Hij ons niet tot Zich zou nemen. Want de Bijbel is het profetisch Woord (2Petr.1:19), het spreekt dus in het bijzonder over toekomstige dingen. En in onze bedeling gebeurt er vrij weinig volgens de Bijbel. Logisch ook, want het is de bedeling der verborgenheid, waarin God Zich heeft verborgen en niet spreekt, dan door Zijn Woord.
Pas na de Opname van de Gemeente gaan in vervulling, al die profetieën die nog vervuld moeten worden. Een heel groot deel van de Bijbel, Gods Woord, spreekt over toekomstige dingen, die na de Opname zullen gebeuren, en als wij niet zouden opgenomen worden, zijn Zijn woorden leeg. En aangezien zijn woorden niet leeg zijn, maar juist het tegenovergestelde, en omdat de Jezus Christus geen leugenaar is, maar de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde (Opb.1:5), moet u op Zijn woord staan!
2 Thess 2:15 Zo dan, broeders, staat vast.
Dat neemt niet weg dat de vervulling van sommige profetieën, nu al gestalte beginnen te krijgen.
Een daarvan is de Palestijnse staat. Opnieuw zullen de nog in leven zijnde Palestijnen van wijlen Yasser Arafat de VN vragen om erkenning van de zelfstandige, zelf uitgeroepen Palestijnse staat.
De vorige keer heeft de VS middels een veto dit tegengehouden. En eerstvolgende keer zal na alle waarschijnlijkheid weer een veto worden uitgesproken.
De machthebbers van deze wereld verdelen Gods land, maar zullen daardoor de toorn van God over zich afroepen. De tien landen, die dan de dienst op aarde uitmaken, zullen hun rol in de eindtijd volgens Gods plan moeten spelen.
Zo niet, dan hebben we iets belangrijks. Want dan zijn de tien landen, die na de opname een sleutelrol zullen spelen in de eindtijd, compleet.
Het laatste wereldrijk dat zal heersen met satan tot de aanvang van de duizend jaren, dan wel tot de val van Babel, is een antichristelijk wereldrijk en vermoedelijk een islamitisch wereldrijk.
Volksopstanden, Arabische lente = Eindtijdtekenen.
Daarom is de Arabische lente een meer dan bijzondere katalysator, dan we vermoeden.
Syrië vormt het volgende eindtijdteken.
Maar de volksopstanden die in 2010 zijn begonnen, zijn nog niet geëindigd, maar hebben wel huisgehouden in zowat de gehele islamitische wereld.
Volksopstanden van de afgelopen weken, zoals in Tunesië, Egypte, Jemen en Algerije zijn eindtijdtekenen. Dat kunnen we met zekerheid vaststellen, omdat de Here Jezus dit Zelf zei in Mattheüs 24.
Matt 24:7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en daarmee worden in de eerste plaats de volken verstaan, die op een mee directere Bijbelse wijze tot Israël staan.
Maar slaan we de grondtekst er op na, dan staat er: “Want volk zal opstaan / wakker worden”. En dan staat er het woordje “epie” dat vertaald werd met “tegen”. Volk tegen volk. Maar “epie” heeft veel meer vertalingen hoor. Het kan ook zijn “met, samen of na”. Want volksopstanden hoeft niet gericht te zijn tegen elkaar, want dat is oorlog en die wordt al apart door de Heere Jezus genoemd in Matt.24:6, het voorgaande vers.
Wij zien vandaag de dag volk met volk opstaan tegen de eigen leiders. En volk na volk opstaan, dat is volksopstand na volksopstand.
En dat woordje “volksopstand” houdt in dat het volk wakker wordt. Dat omschreef de Iranese ayatollah Ali Khamenei destijds als volgt: “De groeiende onrust in de Arabische wereld is een teken van islamitische bewustwording in de regio.”
Die islamitische bewustwording vindt niet alleen plaats in het Midden-Oosten! Zelfs in Nederland worden de moslims zich meer bewust van hun islamitische identiteit.
Zo niet, dan hebben we iets belangrijks. Want dan zijn de tien landen, die na de opname een sleutelrol zullen spelen in de eindtijd, compleet.
Het laatste wereldrijk dat zal heersen met satan tot de aanvang van de duizend jaren, dan wel tot de val van Babel, is een antichristelijk wereldrijk en vermoedelijk een islamitisch wereldrijk.
Volksopstanden, Arabische lente = Eindtijdtekenen.
Daarom is de Arabische lente een meer dan bijzondere katalysator, dan we vermoeden.
Syrië vormt het volgende eindtijdteken.
Maar de volksopstanden die in 2010 zijn begonnen, zijn nog niet geëindigd, maar hebben wel huisgehouden in zowat de gehele islamitische wereld.
Volksopstanden van de afgelopen weken, zoals in Tunesië, Egypte, Jemen en Algerije zijn eindtijdtekenen. Dat kunnen we met zekerheid vaststellen, omdat de Here Jezus dit Zelf zei in Mattheüs 24.
Matt 24:7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en daarmee worden in de eerste plaats de volken verstaan, die op een mee directere Bijbelse wijze tot Israël staan.
Maar slaan we de grondtekst er op na, dan staat er: “Want volk zal opstaan / wakker worden”. En dan staat er het woordje “epie” dat vertaald werd met “tegen”. Volk tegen volk. Maar “epie” heeft veel meer vertalingen hoor. Het kan ook zijn “met, samen of na”. Want volksopstanden hoeft niet gericht te zijn tegen elkaar, want dat is oorlog en die wordt al apart door de Heere Jezus genoemd in Matt.24:6, het voorgaande vers.
Wij zien vandaag de dag volk met volk opstaan tegen de eigen leiders. En volk na volk opstaan, dat is volksopstand na volksopstand.
En dat woordje “volksopstand” houdt in dat het volk wakker wordt. Dat omschreef de Iranese ayatollah Ali Khamenei destijds als volgt: “De groeiende onrust in de Arabische wereld is een teken van islamitische bewustwording in de regio.”
Die islamitische bewustwording vindt niet alleen plaats in het Midden-Oosten! Zelfs in Nederland worden de moslims zich meer bewust van hun islamitische identiteit.
Ook in Nederland zal eens de sharia ingevoerd worden, als een groot deel van de christenen door de opname der gemeente in de hemel zijn opgetrokken.
Als straks de Opname plaats vindt en alle Christenen uit Nederland zijn verdwenen, wie zal zo sterk zijn om een democratisch gekozen invoering van een sharia in Nederland te weerhouden, zoals Piet Hein Donner al eens eerder opmerkte en wat hem duur kwam te staan. Maar de man heeft gelijk, hoewel het nu niet aan de orde is. Wat hij zei drong waarschijnlijk niet goed tot hem door of hij werd gedreven door onwetendheid.
Tot slot.
Maar dat neemt niet weg dat profetieën die na de Opname in vervulling zullen gaan, wellicht nu in een zekere mate vormen beginnen te krijgen.
Een goed voorbeeld is:
Als u in blijde verwachting bent, dan weet u wat er gaat komen en is na verloop van tijd steeds duidelijker te zien aan de buik van de moeder, dat er iets heftigs staat te gebeuren.
En dat zegt de Bijbel ook!
Rom 8:22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
Rom 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende [aangesteld te worden tot zonen], namelijk de verlossing onzes lichaams.
De Opname van de Gemeente staat voor de deur. En wij verwachten dat de Heer tot ons zal spreken: Kom hier op!
En zolang wij in het vlees zijn, gaan wij gewoon door met het dienen van Hem, maar dat zouden wij wakende doen, zodat wij zien dat de schepping volop in barensnood is.
Als straks de Opname plaats vindt en alle Christenen uit Nederland zijn verdwenen, wie zal zo sterk zijn om een democratisch gekozen invoering van een sharia in Nederland te weerhouden, zoals Piet Hein Donner al eens eerder opmerkte en wat hem duur kwam te staan. Maar de man heeft gelijk, hoewel het nu niet aan de orde is. Wat hij zei drong waarschijnlijk niet goed tot hem door of hij werd gedreven door onwetendheid.
Tot slot.
Maar dat neemt niet weg dat profetieën die na de Opname in vervulling zullen gaan, wellicht nu in een zekere mate vormen beginnen te krijgen.
Een goed voorbeeld is:
Als u in blijde verwachting bent, dan weet u wat er gaat komen en is na verloop van tijd steeds duidelijker te zien aan de buik van de moeder, dat er iets heftigs staat te gebeuren.
En dat zegt de Bijbel ook!
Rom 8:22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
Rom 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende [aangesteld te worden tot zonen], namelijk de verlossing onzes lichaams.
De Opname van de Gemeente staat voor de deur. En wij verwachten dat de Heer tot ons zal spreken: Kom hier op!
En zolang wij in het vlees zijn, gaan wij gewoon door met het dienen van Hem, maar dat zouden wij wakende doen, zodat wij zien dat de schepping volop in barensnood is.
De hoofdrolspelers worden één voor één klaar gezet. En in een ondeelbaar ogenblik kan de hele wereld veranderen. Want dat zal gebeuren als wij in een ondeelbaar ogenblik worden veranderd!
De hoofdrolspelers worden één voor één klaar gezet. En in een ondeelbaar ogenblik kan de hele wereld veranderen. Want dat zal gebeuren als wij in een ondeelbaar ogenblik worden veranderd!
1 Cor 15:52 In een punt des tijds, in een (ondeelbaar) ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, NAMELIJK: wij zullen veranderd worden.
De hoofdrolspelers worden één voor één klaar gezet. En in een ondeelbaar ogenblik kan de hele wereld veranderen. Want dat zal gebeuren als wij in een ondeelbaar ogenblik worden veranderd!
1 Cor 15:52 In een punt des tijds, in een (ondeelbaar) ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, NAMELIJK: wij zullen veranderd worden.
En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste.
Bent u erbij???