Bijbels Optiek
De woorden Satan en Duivel.
Genesis 3: 1:” De slang nu was het listigste van alle dieren des velds”.
We hebben nu een tijdlang stilgestaan bij het slangenwezen dat in de hof van Eden zomaar verscheen en een gesprek met de vrouw aanknoopte. We zagen dat het scheppen van dit slangenwezen als het ware een zware bevalling voor Yahweh was. Satan is dus als dit slangenwezen geschapen.
De Reptilianen.
We hebben inmiddels ook ontdekt dat het vele dienaren of boodschappers heeft, die de tegenwoordig steeds vaker opduikende Reptilianen zouden kunnen zijn. De vraag is echter wie of wat is dit slangenwezen?
Satan, de duivel
Een duidelijk, niet te omzeilen, aanwijzing wordt ons in het boek ‘Openbaring’ gegeven.
Openbaring 12: 9 “En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Dit reptielachtig wezen, de grote draak, is niemand anders dan de duivel en de satan. Het wordt dus hoog tijd om meer licht te laten schijnen op deze satan.
Geen eigennaam maar titel.
Velen zien in het woord ‘satan’ een eigennaam en dan zou met één zo’n simpele tekst feitelijk al alles opgeklaard zijn. Het is echter net als het woord ‘God’ niet een eigennaam, maar een titel. Datzelfde geldt trouwens voor het woord ‘duivel’. Laten we nu eerst eens deze woorden doorlichten.
De slang alias Satan
Het Oude Testament:
Satan is een zelfstandig naamwoord – de betekenis: tegenstander, tegenpartij
satan. Als werkwoord – de betekenis: tegenstander zijn, als tegenstander handelen,
Het Nieuwe Testament:
Satanas, zelfstandig naamwoord mannelijk – de betekenis: tegenstander
Satan, zelfstandig naamwoord mannelijk – de betekenis: tegenstander.
Telkens als we dus het woord ‘satan’ in de Bijbel tegenkomen is er dus sprake van iemand, die tegenwerkt. Zo’n tegenstander kan een mens, een volk, een geestelijk wezen en zelfs God zijn. Dit zal blijken als we de Bijbelteksten ernaast leggen.
Genesis 3: 1:” De slang nu was het listigste van alle dieren des velds”.
We hebben nu een tijdlang stilgestaan bij het slangenwezen dat in de hof van Eden zomaar verscheen en een gesprek met de vrouw aanknoopte. We zagen dat het scheppen van dit slangenwezen als het ware een zware bevalling voor Yahweh was. Satan is dus als dit slangenwezen geschapen.
De Reptilianen.
We hebben inmiddels ook ontdekt dat het vele dienaren of boodschappers heeft, die de tegenwoordig steeds vaker opduikende Reptilianen zouden kunnen zijn. De vraag is echter wie of wat is dit slangenwezen?
Satan, de duivel
Een duidelijk, niet te omzeilen, aanwijzing wordt ons in het boek ‘Openbaring’ gegeven.
Openbaring 12: 9 “En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Dit reptielachtig wezen, de grote draak, is niemand anders dan de duivel en de satan. Het wordt dus hoog tijd om meer licht te laten schijnen op deze satan.
Geen eigennaam maar titel.
Velen zien in het woord ‘satan’ een eigennaam en dan zou met één zo’n simpele tekst feitelijk al alles opgeklaard zijn. Het is echter net als het woord ‘God’ niet een eigennaam, maar een titel. Datzelfde geldt trouwens voor het woord ‘duivel’. Laten we nu eerst eens deze woorden doorlichten.
De slang alias Satan
Het Oude Testament:
Satan is een zelfstandig naamwoord – de betekenis: tegenstander, tegenpartij
satan. Als werkwoord – de betekenis: tegenstander zijn, als tegenstander handelen,
Het Nieuwe Testament:
Satanas, zelfstandig naamwoord mannelijk – de betekenis: tegenstander
Satan, zelfstandig naamwoord mannelijk – de betekenis: tegenstander.
Telkens als we dus het woord ‘satan’ in de Bijbel tegenkomen is er dus sprake van iemand, die tegenwerkt. Zo’n tegenstander kan een mens, een volk, een geestelijk wezen en zelfs God zijn. Dit zal blijken als we de Bijbelteksten ernaast leggen.
Bijbels Optiek
Satan is in de Bijbel een geestelijk wezen, een persoon, die God op allerlei manieren tegenwerkt.
De Duivel
diabolos, bijvoeglijk naamwoord – dooreen of uiteen werpen
diaballo, werkwoord - werpen over, zenden over
afgeleid van ‘dia’ (dwars door) en ‘ballo’ (wegwerpen)
Het gaat dus dwars door iets of iemand heen en werpt dat uiteen, van elkaar weg.
Telkens als we dus het woord ‘duivel’ tegenkomen in de Bijbel is er dus sprake van iemand die zaken door elkaar gooit. Hoe we zo’n chaosmaker tegenkomen in de Bijbel zal ook weer uit de teksten zelf moeten blijken.
Meerdere duivels?
In de diverse vertalingen worden ook ‘duivels’ weergegeven, waar het demonen moeten zijn. Die vallen hier niet onder. Het hele woord ‘duivel’ komt in het Oude Testament niet voor, hoewel het woord ‘satan’ in de Septuagint wel op meerdere plekken met ‘diabolos’ is weergegeven.
Satan: een titel
Het woord 'satan' is absoluut geen eigennaam. Het is eerder een titel. Het betekent: 'tegenstander' en wordt beslist niet alleen voor de duivel gebruikt. Zo wordt de Heer zelf, oftewel Yahweh, een satan genoemd en ook van mensen lees je regelmatig dat het satans zijn.
Satan: een omschrijving
De titel geeft dus gelijk een omschrijving van degene die tegenover je staat. Als Yahweh tegenover iemand of tegenover een heel volk staat is Hij daarmee natuurlijk nog helemaal niet het gruwelijk geestelijk wezen dat hier in Genesis 3 het slangenwezen genoemd wordt. Er is dan een duidelijke reden waarom God iemands tegenstander is.
Satan, de tegenstander van God.
De aanwijzing in het Nieuwe Testament geeft ondubbelzinnig aan wie dit slangenwezen is.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Het gaat hier heel concreet over de tegenstander van God, de satan. Hij gooit alles in het honderd. In die zin is hij de duivel. Zijn openbaringsvorm is de grote draak, oftewel de oude slang. In deze heel concrete zin komen we de tegenstander met name heel duidelijk tegen in het Nieuwe Testament. Maar, omdat we een stap voor stap onderzoek doen naar de satan beginnen we niet aan het eind maar bij het begin.
De Engel Van Yahweh
We beginnen met het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord ‘satan’, zoals die in het Oude Testament gehanteerd wordt. De eerste keer dat we het woord ‘satan’ tegenkomen is als een profeet Bileam met zijn ezelin op weg is om het volk Israël te vervloeken. Daar gaat Yahweh een stokje voor steken. In die zin wordt Yahweh dus een tegenstander van Bileam. Dan lezen we dat Bileam onderweg de engel van Yahweh tegenkomt als een satan.
Numeri 22: 22:” Maar de toorn van Elohim ontbrandde, toen hij ging, en de Engel van Yahweh stelde zich op de weg een satan tegenover hem; Bileam reed op zijn ezelin en had twee zijner dienaren bij zich”.
Numeri 22: 32 :”De Engel van Yahweh zei tot hem: Om welke reden hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan om een satan voor u te zijn, want deze weg voert bij Mij ten ondergang”.
De Duivel
diabolos, bijvoeglijk naamwoord – dooreen of uiteen werpen
diaballo, werkwoord - werpen over, zenden over
afgeleid van ‘dia’ (dwars door) en ‘ballo’ (wegwerpen)
Het gaat dus dwars door iets of iemand heen en werpt dat uiteen, van elkaar weg.
Telkens als we dus het woord ‘duivel’ tegenkomen in de Bijbel is er dus sprake van iemand die zaken door elkaar gooit. Hoe we zo’n chaosmaker tegenkomen in de Bijbel zal ook weer uit de teksten zelf moeten blijken.
Meerdere duivels?
In de diverse vertalingen worden ook ‘duivels’ weergegeven, waar het demonen moeten zijn. Die vallen hier niet onder. Het hele woord ‘duivel’ komt in het Oude Testament niet voor, hoewel het woord ‘satan’ in de Septuagint wel op meerdere plekken met ‘diabolos’ is weergegeven.
Satan: een titel
Het woord 'satan' is absoluut geen eigennaam. Het is eerder een titel. Het betekent: 'tegenstander' en wordt beslist niet alleen voor de duivel gebruikt. Zo wordt de Heer zelf, oftewel Yahweh, een satan genoemd en ook van mensen lees je regelmatig dat het satans zijn.
Satan: een omschrijving
De titel geeft dus gelijk een omschrijving van degene die tegenover je staat. Als Yahweh tegenover iemand of tegenover een heel volk staat is Hij daarmee natuurlijk nog helemaal niet het gruwelijk geestelijk wezen dat hier in Genesis 3 het slangenwezen genoemd wordt. Er is dan een duidelijke reden waarom God iemands tegenstander is.
Satan, de tegenstander van God.
De aanwijzing in het Nieuwe Testament geeft ondubbelzinnig aan wie dit slangenwezen is.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Het gaat hier heel concreet over de tegenstander van God, de satan. Hij gooit alles in het honderd. In die zin is hij de duivel. Zijn openbaringsvorm is de grote draak, oftewel de oude slang. In deze heel concrete zin komen we de tegenstander met name heel duidelijk tegen in het Nieuwe Testament. Maar, omdat we een stap voor stap onderzoek doen naar de satan beginnen we niet aan het eind maar bij het begin.
De Engel Van Yahweh
We beginnen met het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord ‘satan’, zoals die in het Oude Testament gehanteerd wordt. De eerste keer dat we het woord ‘satan’ tegenkomen is als een profeet Bileam met zijn ezelin op weg is om het volk Israël te vervloeken. Daar gaat Yahweh een stokje voor steken. In die zin wordt Yahweh dus een tegenstander van Bileam. Dan lezen we dat Bileam onderweg de engel van Yahweh tegenkomt als een satan.
Numeri 22: 22:” Maar de toorn van Elohim ontbrandde, toen hij ging, en de Engel van Yahweh stelde zich op de weg een satan tegenover hem; Bileam reed op zijn ezelin en had twee zijner dienaren bij zich”.
Numeri 22: 32 :”De Engel van Yahweh zei tot hem: Om welke reden hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan om een satan voor u te zijn, want deze weg voert bij Mij ten ondergang”.
Bijbels Optiek
De Engel des Heren (Yahweh) stelde Zich op de weg toen Bilem op weg was naar koning Balak van de Amorieten, om Israël te vervloeken. Omdat deze de engel niet zag, dacht hij dat de ezel koppig was en niet wilde luisteren en sloeg het beest. De ezel vroeh: waarom? In werkelijkheid zag het dier de engel wel en weigerde tot drie maal toe zijn weg te vervolgen.
Koning David.
Bij de eerste vermelding zagen we dus gelijk dat de titel ‘satan’ in het begin van de Bijbel niet expliciet gebruikt wordt om de tegenstander van God aan te duiden. De titel wordt algemeen gebruikt in zijn directe betekenis van het woord. Yahweh zelf kan in die betekenis dus zelfs een satan zijn. Toen David gevlucht was voor koning Saul en bij de Filistijnen asiel had aangevraagd en zelfs vroeg om met hen in de oorlog mee te strijden, schrokken deze Filistijnen daarvoor terug. Zij waren bang dat David wel eens een satan voor hen zou kunnen worden.
1 Samuël 29: 4:” De aanvoerders der Filistijnen zeiden tot hem: Zend die man heen, laat hij teruggaan naar de plaats die gij hem aangewezen hebt, en niet met ons ten strijde trekken, opdat hij geen satan van ons worde in de strijd”.
De Filistijnen dachten absoluut niet aan dit slangenwezen. Ze waren ook niet bang voor één of andere geestelijke macht van David. In de strijd kon hij echter wel degelijk een tegenstander van hen worden. Dat is dus ook de primaire betekenis van het woord.
We bekijken nu verder dit Hebreeuwse zelfstandig naamwoord.
De zonen van Seruja.
De zonen van Seruja wilden Simi, aan wie David genade wilde bewijzen, veroordelen. Als zodanig werden zij satans voor koning David. Deze mannen werden niet plotseling geestelijke machten. Het werden ook geen slangen. Zij verzetten zich tegen David en in die zin waren het satans tegenover David. Ook hier is dus weer sprake van een letterlijke interpretatie van de titel ‘satan’.
2 Samuël 19: 22:”Maar David zeide: Wat heb ik met u te doen, zonen van Seruja, dat gij thans mijn satans zijt? Zou heden iemand in Israel ter dood gebracht worden? Ik weet immers, dat ik heden weer koning over Israel ben”.
Koning David.
Bij de eerste vermelding zagen we dus gelijk dat de titel ‘satan’ in het begin van de Bijbel niet expliciet gebruikt wordt om de tegenstander van God aan te duiden. De titel wordt algemeen gebruikt in zijn directe betekenis van het woord. Yahweh zelf kan in die betekenis dus zelfs een satan zijn. Toen David gevlucht was voor koning Saul en bij de Filistijnen asiel had aangevraagd en zelfs vroeg om met hen in de oorlog mee te strijden, schrokken deze Filistijnen daarvoor terug. Zij waren bang dat David wel eens een satan voor hen zou kunnen worden.
1 Samuël 29: 4:” De aanvoerders der Filistijnen zeiden tot hem: Zend die man heen, laat hij teruggaan naar de plaats die gij hem aangewezen hebt, en niet met ons ten strijde trekken, opdat hij geen satan van ons worde in de strijd”.
De Filistijnen dachten absoluut niet aan dit slangenwezen. Ze waren ook niet bang voor één of andere geestelijke macht van David. In de strijd kon hij echter wel degelijk een tegenstander van hen worden. Dat is dus ook de primaire betekenis van het woord.
We bekijken nu verder dit Hebreeuwse zelfstandig naamwoord.
De zonen van Seruja.
De zonen van Seruja wilden Simi, aan wie David genade wilde bewijzen, veroordelen. Als zodanig werden zij satans voor koning David. Deze mannen werden niet plotseling geestelijke machten. Het werden ook geen slangen. Zij verzetten zich tegen David en in die zin waren het satans tegenover David. Ook hier is dus weer sprake van een letterlijke interpretatie van de titel ‘satan’.
2 Samuël 19: 22:”Maar David zeide: Wat heb ik met u te doen, zonen van Seruja, dat gij thans mijn satans zijt? Zou heden iemand in Israel ter dood gebracht worden? Ik weet immers, dat ik heden weer koning over Israel ben”.
Bijbels Optiek
Toen David moest vluchten voor zijn zoon Absalom, omdat hij tegen hem in opstand was gekomen, en hij opnieuw terugkeerde naar Jeruzalem, kwam hij Simeï, een medestander bij de opstand, tegen en spaarde zijn leven, omdat de dag van terugkeer een fdag van vreugde was en dan werd er geen kwaad gedaan. David erkende daarin satans, die God gebruikt had om hem te beschermen.
Geen Satan.
Onder de heerschappij van koning Salomo is er geen sprake van een satan. Dit is een uitspraak van koning Salomo zelf tegen Hiram, de koning van Tyrus. De betekenis blijkt uit het begin als Salomo spreekt over de rust allerwegen. Er waren geen met Israël oorlogvoerende vorsten meer. Later, in het Nieuwe Testament, zal blijken dat satan als geestelijke macht ook in die tijd nooit weggeweest was. Klopt de uitspraak van Koning Salomo dan niet? Ja, wel degelijk. Tot op dat moment was er in de Bijbel geen enkele ontvouwing geweest van deze geestelijke macht. Wat wel bekend was op dat moment als satan was een mogelijke tegenstand. Die tegenstand was er niet. Integendeel, er was sprake van vrede in deze beginperiode van de heerschappij van koning Salomo.
1 Koningen 5: 4 :”En nu heeft Yahweh, mijn Elohim, mij rust gegeven allerwegen: er is geen satan en generlei onheil”.
Yahweh gebruikt een satan.
Aan het eind van Salomo’s heerschappij riep Yahweh de Edomiet Hadad op als satan vanwege de afgodendienst, die Salomo had toegelaten en ingesteld voor zijn vele vrouwen.
1 Koningen 11: 14:” En Yahweh deed een satan tegen Salomo opstaan, de Edomiet Hadad; deze was van het koninklijk geslacht in Edom”.
Het was dus opnieuw Yahweh zelf, die een satan doet opstaan. Zo kan God vijandige volkeren gebruiken om een gelovige terug te brengen in zijn dienst voor God. Dit is een principe dat ook belangrijk is om te begrijpen als het om de satan, die wij kennen als geestelijke macht. God gebruikt hem vaak om ons bij Hemzelf terug te brengen.
Geen Satan.
Onder de heerschappij van koning Salomo is er geen sprake van een satan. Dit is een uitspraak van koning Salomo zelf tegen Hiram, de koning van Tyrus. De betekenis blijkt uit het begin als Salomo spreekt over de rust allerwegen. Er waren geen met Israël oorlogvoerende vorsten meer. Later, in het Nieuwe Testament, zal blijken dat satan als geestelijke macht ook in die tijd nooit weggeweest was. Klopt de uitspraak van Koning Salomo dan niet? Ja, wel degelijk. Tot op dat moment was er in de Bijbel geen enkele ontvouwing geweest van deze geestelijke macht. Wat wel bekend was op dat moment als satan was een mogelijke tegenstand. Die tegenstand was er niet. Integendeel, er was sprake van vrede in deze beginperiode van de heerschappij van koning Salomo.
1 Koningen 5: 4 :”En nu heeft Yahweh, mijn Elohim, mij rust gegeven allerwegen: er is geen satan en generlei onheil”.
Yahweh gebruikt een satan.
Aan het eind van Salomo’s heerschappij riep Yahweh de Edomiet Hadad op als satan vanwege de afgodendienst, die Salomo had toegelaten en ingesteld voor zijn vele vrouwen.
1 Koningen 11: 14:” En Yahweh deed een satan tegen Salomo opstaan, de Edomiet Hadad; deze was van het koninklijk geslacht in Edom”.
Het was dus opnieuw Yahweh zelf, die een satan doet opstaan. Zo kan God vijandige volkeren gebruiken om een gelovige terug te brengen in zijn dienst voor God. Dit is een principe dat ook belangrijk is om te begrijpen als het om de satan, die wij kennen als geestelijke macht. God gebruikt hem vaak om ons bij Hemzelf terug te brengen.
Bijbels Optiek
Salomo aanbidt de afgoden van zijn vrouwen en wordt daarvoor gestraft doordat God zogeheten satans op zijn weg plaatst, bijv. de Edomiet Hadad en Rezon de zoon van Eljada, om hem weer op de goede weg te plaatsen, zodat hij alles weer van God verwacht.
Satan Rezon, de zoon van Eljada.
Tijdens de regering van Salomo wordt in een terugblik een satan voor David vermeld.
1 Koningen 11: 23:” Elohim deed nog een satan tegen hem opstaan, Rezon, de zoon van Eljada, die zijn heer Hadadezer, de koning van Soba, ontvlucht was”.
Deze door David verslagen satan werd opnieuw een satan voor Salomo na zijn afval.
1 Koningen 11: 25:” En hij was een satan van Israel zolang Salomo leefde, nog afgezien van het kwaad dat Hadad deed. Hij had een afschuw van Israel en was koning over Aram.
Dit valt dus onder precies hetzelfde beginsel, dat we in het vorige voorbeeld vonden. God gebruikt vijandelijke machten om de gelovige weer terug aan Zijn hart te brengen. Het zijn zonder meer tegenstanders en in die letterlijke betekenis dus satans.
Yahweh als de tegenstander van Israël.
Als we bij de volgende Bijbeltekst aankomen hebben we in eerste instantie de neiging om te denken dat we met de eerste echte vermelding van satan als geestelijke macht geconfronteerd worden.
1 Kronieken 21: 1:” Satan keerde zich tegen Israel en zette David aan, Israël te tellen”.
Satan port koning David aan om het volk Israël te tellen. Pas als we dit verslag vergelijken met een ander verslag van hetzelfde incident blijkt dat het toch een tikkeltje anders ligt.
2 Samuël 24: 1:” En de toorn van Yahweh voer voort te ontsteken tegen Israel; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israel en Juda”.
Het blijkt Yahweh zelf te zijn die David ertoe brengt om Israël te tellen.
Hoe komt Yahweh ertoe om een tegenstander te worden van iemand die Hij lief heeft. Er was blijkbaar al een onafhankelijke gezindheid bij David. God wilde dat openlijk aan het licht brengen door een daad die dat overduidelijk aantoonde. Zo zien we opnieuw dat het Gods wens is dat we dicht aan Zijn hart zijn. Als het echter in het hart al niet in orde is treedt God op als tegenstander om dit openlijk te krijgen opdat er daadwerkelijk herstel kan komen.
Zo is het dus niet alleen dat God satan kan gebruiken maar zelfs dat Hijzelf op kan treden als satan, oftewel tegenstander.
Satan zelf.
Job 1: 6 – 9:” Op zekere dag nu kwamen de zonen van Elohim om zich voor Yahweh te stellen, en onder hen kwam ook de satan. En Yahweh zeide tot de satan: Vanwaar komt gij? En de satan antwoordde Yahweh: Van een zwerftocht over de aarde, die ik doorkruist heb. Toen zeide Yahweh tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht Job? Want niemand op aarde is als hij, zo vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad. En de satan antwoordde Yahweh: Is het om niet, dat Job Elohim vreest?”
Satan Rezon, de zoon van Eljada.
Tijdens de regering van Salomo wordt in een terugblik een satan voor David vermeld.
1 Koningen 11: 23:” Elohim deed nog een satan tegen hem opstaan, Rezon, de zoon van Eljada, die zijn heer Hadadezer, de koning van Soba, ontvlucht was”.
Deze door David verslagen satan werd opnieuw een satan voor Salomo na zijn afval.
1 Koningen 11: 25:” En hij was een satan van Israel zolang Salomo leefde, nog afgezien van het kwaad dat Hadad deed. Hij had een afschuw van Israel en was koning over Aram.
Dit valt dus onder precies hetzelfde beginsel, dat we in het vorige voorbeeld vonden. God gebruikt vijandelijke machten om de gelovige weer terug aan Zijn hart te brengen. Het zijn zonder meer tegenstanders en in die letterlijke betekenis dus satans.
Yahweh als de tegenstander van Israël.
Als we bij de volgende Bijbeltekst aankomen hebben we in eerste instantie de neiging om te denken dat we met de eerste echte vermelding van satan als geestelijke macht geconfronteerd worden.
1 Kronieken 21: 1:” Satan keerde zich tegen Israel en zette David aan, Israël te tellen”.
Satan port koning David aan om het volk Israël te tellen. Pas als we dit verslag vergelijken met een ander verslag van hetzelfde incident blijkt dat het toch een tikkeltje anders ligt.
2 Samuël 24: 1:” En de toorn van Yahweh voer voort te ontsteken tegen Israel; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israel en Juda”.
Het blijkt Yahweh zelf te zijn die David ertoe brengt om Israël te tellen.
Hoe komt Yahweh ertoe om een tegenstander te worden van iemand die Hij lief heeft. Er was blijkbaar al een onafhankelijke gezindheid bij David. God wilde dat openlijk aan het licht brengen door een daad die dat overduidelijk aantoonde. Zo zien we opnieuw dat het Gods wens is dat we dicht aan Zijn hart zijn. Als het echter in het hart al niet in orde is treedt God op als tegenstander om dit openlijk te krijgen opdat er daadwerkelijk herstel kan komen.
Zo is het dus niet alleen dat God satan kan gebruiken maar zelfs dat Hijzelf op kan treden als satan, oftewel tegenstander.
Satan zelf.
Job 1: 6 – 9:” Op zekere dag nu kwamen de zonen van Elohim om zich voor Yahweh te stellen, en onder hen kwam ook de satan. En Yahweh zeide tot de satan: Vanwaar komt gij? En de satan antwoordde Yahweh: Van een zwerftocht over de aarde, die ik doorkruist heb. Toen zeide Yahweh tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht Job? Want niemand op aarde is als hij, zo vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad. En de satan antwoordde Yahweh: Is het om niet, dat Job Elohim vreest?”
Bijbels Optiek
Toen de satan samen met de zonen Gods verscheen voor Yahweh in de hemel voor de troon van God, merkte de satan op, dat het niet zo moeilijk te begrijpen was dat Job God dankbaar was, want God gaf hem grote rijkdom. Satan krijgt toestemming om Job in zijn vlees te treffen.
Job 1: 12:” En Yahweh zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van het aangezicht van Yahweh heen.
Job 2: 1 – 4 :”Op zekere dag kwamen de zonen van Elohim om zich voor Yahweh te stellen, en onder hen kwam ook de satan om zich voor Yahweh te stellen. En Yahweh zeide tot de satan: Vanwaar komt gij? En de satan antwoordde Yahweh: Van een zwerftocht over de aarde, die ik doorkruist heb. Toen zeide Yahweh tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht Job? Want niemand op aarde is als hij, zo vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad. En nog volhardt hij in zijn vroomheid, hoewel gij Mij tegen hem hebt opgezet om hem, zonder oorzaak, in het verderf te storten. Maar de satan antwoordde Yahweh: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven”.
Job 2: 6 – 7:” En Yahweh zeide tot de satan: Zie, hij zij in uw macht; alleen, spaar zijn leven. Toen ging de satan van het aangezicht van Yahweh heen, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe”.
Het boek Job is één van de oudste Hebreeuwse geschriften. Hoewel de daadwerkelijke geestelijke macht ‘satan’ in de volgorde van de Bijbelboeken dus nu pas naar voren komt kan je rustig stellen dat hij er dus altijd al was. Dit kan dus niet anders dan dezelfde zijn die in Genesis 3 als het slangenwezen het gesprek aanging met de vrouw en die in Openbaring als de grote draak, de oude slang ontmaskerd wordt.
Het zou een hele studie van het Bijbelboek Job vergen om te ontdekken welke plaats en taak satan als tegenstander in dat boek heeft. Het is echter overduidelijk dat hij slechts figureert om Gods plan met Job ten uitvoer te brengen. Dit houdt evenwel wel degelijk in dat Job een zeer zware tijd dankzij deze tegenstander doormaakt. Wij hebben echter veel onderwijs over het lijden in deze wereld te danken aan dit Bijbelboek.
Job 1: 12:” En Yahweh zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van het aangezicht van Yahweh heen.
Job 2: 1 – 4 :”Op zekere dag kwamen de zonen van Elohim om zich voor Yahweh te stellen, en onder hen kwam ook de satan om zich voor Yahweh te stellen. En Yahweh zeide tot de satan: Vanwaar komt gij? En de satan antwoordde Yahweh: Van een zwerftocht over de aarde, die ik doorkruist heb. Toen zeide Yahweh tot de satan: Hebt gij ook acht geslagen op mijn knecht Job? Want niemand op aarde is als hij, zo vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad. En nog volhardt hij in zijn vroomheid, hoewel gij Mij tegen hem hebt opgezet om hem, zonder oorzaak, in het verderf te storten. Maar de satan antwoordde Yahweh: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven”.
Job 2: 6 – 7:” En Yahweh zeide tot de satan: Zie, hij zij in uw macht; alleen, spaar zijn leven. Toen ging de satan van het aangezicht van Yahweh heen, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn hoofdschedel toe”.
Het boek Job is één van de oudste Hebreeuwse geschriften. Hoewel de daadwerkelijke geestelijke macht ‘satan’ in de volgorde van de Bijbelboeken dus nu pas naar voren komt kan je rustig stellen dat hij er dus altijd al was. Dit kan dus niet anders dan dezelfde zijn die in Genesis 3 als het slangenwezen het gesprek aanging met de vrouw en die in Openbaring als de grote draak, de oude slang ontmaskerd wordt.
Het zou een hele studie van het Bijbelboek Job vergen om te ontdekken welke plaats en taak satan als tegenstander in dat boek heeft. Het is echter overduidelijk dat hij slechts figureert om Gods plan met Job ten uitvoer te brengen. Dit houdt evenwel wel degelijk in dat Job een zeer zware tijd dankzij deze tegenstander doormaakt. Wij hebben echter veel onderwijs over het lijden in deze wereld te danken aan dit Bijbelboek.
Bijbels Optiek
De satan krijgt van God toestemming om Jobs lichaam te bedekken met etterige zweren, zodat hij zijn verblijf naar de mesthoop moet verleggen, waar hij zich met potscherven krabt. Toch blijft Job in Yahweh geloven en stelt: zou ik alleen rijkdom uit Gods hand ontvangen en niet de ziekte? Dit in tegenstelling tot zijn vrienden, die er allemaal redenen achterzoeken en zeker niet de fraaiste!
Judas of Satan.
We hebben nog een paar Bijbelteksten te gaan met dit Hebreeuwse zelfstandig naamwoord ‘satan’ in het Oude Testament. De eerstvolgende is uit de Psalmen.
Psalm 109: 6:” Stel een goddeloze als rechter over hem, satan sta aan zijn rechterhand”.
Als Koning David in een Psalm zijn emoties uit, spreekt hij profetisch over het verraad door Judas en wellicht letterlijk over satan, die Christus aanklaagt.
Letterlijk: Satan.
Zacharia 3: 1 - 2 :”Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond als een satan tegenover hem. Yahweh echter zeide tot de satan: Yahweh bestraffe u, satan, ja Yahweh, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?”
Hier in Zacharia is het zonder meer letterlijk satan. Het woord ‘satan’ komt nog een keer extra in dit gedeelte naar voren.
Eindconclusie over dit zelfstandig naamwoord is dat satan net zo min als Elohim een naam is, maar een titel.
Waarom dit onderwerp? Weten het nog? Nog even weer samenvatten!!
Je zult je wellicht afvragen waarom zo uitgebreid op het vraagstuk ingegaan wordt wie satan is. Daar zijn meerdere redenen voor.
1/ De zogenaamde buitenaardsen, die zich aan de mensen presenteren als aliëns, zijn letterlijke wezens.
2/ In tegenstelling tot ons, mensen met lichamen door de ziel beheerst, zijn zij lichamelijke wezens beheerst door de geest.
3/ Eén van de voornaamste groepen onder die aliëns zijn de Reptilianen.
4/ De satan, als slangenwezen en grote draak, valt onder dezelfde categorie samen met de Serafs.
5/ Satan zelf staat aan het hoofd van deze reptielachtige geestelijke wezens.
Satan, het slangenwezen.
Uit de studie die we tot dusver over de titel ‘satan’ gedaan hebben is gebleken dat dit slangenwezen in de hof van Eden de satan is. We hebben ontdekt dat de schepping van dit slangenwezen een zware, pijnlijke bevalling was voor Yahweh. Daaruit kunnen we concluderen dat satan, het slangenwezen, als satan geschapen is. Daar zullen we laten zeker meer grond voor vinden.
Judas of Satan.
We hebben nog een paar Bijbelteksten te gaan met dit Hebreeuwse zelfstandig naamwoord ‘satan’ in het Oude Testament. De eerstvolgende is uit de Psalmen.
Psalm 109: 6:” Stel een goddeloze als rechter over hem, satan sta aan zijn rechterhand”.
Als Koning David in een Psalm zijn emoties uit, spreekt hij profetisch over het verraad door Judas en wellicht letterlijk over satan, die Christus aanklaagt.
Letterlijk: Satan.
Zacharia 3: 1 - 2 :”Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond als een satan tegenover hem. Yahweh echter zeide tot de satan: Yahweh bestraffe u, satan, ja Yahweh, die Jeruzalem verkiest, bestraffe u; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?”
Hier in Zacharia is het zonder meer letterlijk satan. Het woord ‘satan’ komt nog een keer extra in dit gedeelte naar voren.
Eindconclusie over dit zelfstandig naamwoord is dat satan net zo min als Elohim een naam is, maar een titel.
Waarom dit onderwerp? Weten het nog? Nog even weer samenvatten!!
Je zult je wellicht afvragen waarom zo uitgebreid op het vraagstuk ingegaan wordt wie satan is. Daar zijn meerdere redenen voor.
1/ De zogenaamde buitenaardsen, die zich aan de mensen presenteren als aliëns, zijn letterlijke wezens.
2/ In tegenstelling tot ons, mensen met lichamen door de ziel beheerst, zijn zij lichamelijke wezens beheerst door de geest.
3/ Eén van de voornaamste groepen onder die aliëns zijn de Reptilianen.
4/ De satan, als slangenwezen en grote draak, valt onder dezelfde categorie samen met de Serafs.
5/ Satan zelf staat aan het hoofd van deze reptielachtige geestelijke wezens.
Satan, het slangenwezen.
Uit de studie die we tot dusver over de titel ‘satan’ gedaan hebben is gebleken dat dit slangenwezen in de hof van Eden de satan is. We hebben ontdekt dat de schepping van dit slangenwezen een zware, pijnlijke bevalling was voor Yahweh. Daaruit kunnen we concluderen dat satan, het slangenwezen, als satan geschapen is. Daar zullen we laten zeker meer grond voor vinden.
Bijbels Optiek
Van Yahweh mag je geen beeld maken, wat we wel van Hem weten is Zijn Naam, die bestaat in vier letters: YHWH. We weten ook dat Yeshua, Zijn Zoon naar de aarde kwam om Hem te vertegnwoordigen als de God van liefde en barmhartigheid.
Tegenstander.
Uit het onderzoek van het zelfstandig naamwoord bleek dat satan beslist geen eigennaam is maar een titel. Die titel wordt vanaf de start van de Bijbel geplakt op elke tegenstander in welke vorm dan ook. Yahweh zelf kon een satan zijn in die zin, de engel van Yahweh, volkeren en gewone mensen, maar ook de satan zelf. We zullen ons bij het gebruik van de titel dus telkens moeten afvragen wie ermee bedoeld wordt.
De werkelijke satan.
Uit het boek Job zagen we dat waar de daadwerkelijke satan handelt, hij dat slechts kan doen binnen het plan van God. Ook dient hij zelfs Gods plan om de mens dicht aan Zijn hart te hebben. Het begrijpen daarvan is lang niet altijd zo makkelijk als dat we het hier even constateren, zeker als je persoonlijk met het lijden wordt geconfronteerd.
De teksten met het werkwoord ‘Satan’.
In het overzicht van de verschillende Bijbelse woorden zagen we dat het Hebreeuwse woord ‘satan’ ook als werkwoord voorkomt. De betekenis is dan ‘weerstand bieden’ of ‘tegenstander zijn’. Het zijn slechts zes Bijbelteksten waar dit werkwoord voorkomt. We gaan ze stuk voor stuk bekijken.
In zware tijden slaan satans toe.
De eerste keer dat we dit werkwoord tegenkomen is in een psalm van David toen hij er behoorlijk beroerd aan toe was. De hele beschrijving van de psalm tekent een doodzieke David. Dan blijken verschillende vrienden ook niet bijzonder waardevol omdat ze dan met beschuldigingen komen. Degenen die het toch al niet zo goed met hem voor hadden richten nog eens extra hun pijlen op David. Die personen benoemd hij als zijn satans.
Psalm 38: 20:” zij, die mij kwaad voor goed vergelden zijn mijn satans , omdat ik het goede najaag”.
Het is een zeer leerzame Psalm die aantoont hoe je te midden van zulke satans alles in de hand van de Heer kan leggen.
Leg het alles in de hand van de Heer.
De belangrijkste les hebben we dus te pakken. Of we nu met ziekte of met strijd geconfronteerd worden, of we nu met mensen als satans of zogenaamde buitenaardsen geconfronteerd worden. Onze kracht ligt alleen in de Heer, bij wie we onze toevlucht mogen zoeken. We mogen het in Zijn hand leggen.
Tegenstander.
Uit het onderzoek van het zelfstandig naamwoord bleek dat satan beslist geen eigennaam is maar een titel. Die titel wordt vanaf de start van de Bijbel geplakt op elke tegenstander in welke vorm dan ook. Yahweh zelf kon een satan zijn in die zin, de engel van Yahweh, volkeren en gewone mensen, maar ook de satan zelf. We zullen ons bij het gebruik van de titel dus telkens moeten afvragen wie ermee bedoeld wordt.
De werkelijke satan.
Uit het boek Job zagen we dat waar de daadwerkelijke satan handelt, hij dat slechts kan doen binnen het plan van God. Ook dient hij zelfs Gods plan om de mens dicht aan Zijn hart te hebben. Het begrijpen daarvan is lang niet altijd zo makkelijk als dat we het hier even constateren, zeker als je persoonlijk met het lijden wordt geconfronteerd.
De teksten met het werkwoord ‘Satan’.
In het overzicht van de verschillende Bijbelse woorden zagen we dat het Hebreeuwse woord ‘satan’ ook als werkwoord voorkomt. De betekenis is dan ‘weerstand bieden’ of ‘tegenstander zijn’. Het zijn slechts zes Bijbelteksten waar dit werkwoord voorkomt. We gaan ze stuk voor stuk bekijken.
In zware tijden slaan satans toe.
De eerste keer dat we dit werkwoord tegenkomen is in een psalm van David toen hij er behoorlijk beroerd aan toe was. De hele beschrijving van de psalm tekent een doodzieke David. Dan blijken verschillende vrienden ook niet bijzonder waardevol omdat ze dan met beschuldigingen komen. Degenen die het toch al niet zo goed met hem voor hadden richten nog eens extra hun pijlen op David. Die personen benoemd hij als zijn satans.
Psalm 38: 20:” zij, die mij kwaad voor goed vergelden zijn mijn satans , omdat ik het goede najaag”.
Het is een zeer leerzame Psalm die aantoont hoe je te midden van zulke satans alles in de hand van de Heer kan leggen.
Leg het alles in de hand van de Heer.
De belangrijkste les hebben we dus te pakken. Of we nu met ziekte of met strijd geconfronteerd worden, of we nu met mensen als satans of zogenaamde buitenaardsen geconfronteerd worden. Onze kracht ligt alleen in de Heer, bij wie we onze toevlucht mogen zoeken. We mogen het in Zijn hand leggen.
Bijbels Optiek
De vrouw, die in het Nieuwe Testament leed aan een ongeneeslijke ziekte, raakte in haar vertwijfeling het kleed van Jezus aan en ze genas. Genezing niet altijd, echter ‘geestkracht van de mens (geloof) kan hem staande houden in zijn lijden’ (Spreuken 18: 14).
Gebed en genade zijn dé antwoorden op Satan.
Zie op genade, niet op de satans.
We gaan nu naar de volgende Bijbeltekst met hetzelfde werkwoord.
We komen nu terecht in een psalm die David in hoge ouderdom geschreven heeft. Van meerdere kanten zijn er rebellerende machten die hem van de troon willen stoten. In vers vijf kijkt hij terug naar zijn jeugd en ziet hoe hij toen op God mocht vertrouwen.
Psalm 71: 13:” Laten beschaamd worden en vergaan, deze satans van mijn ziel; in schande en smaad zich hullen, wie mijn onheil zoeken”.
Het vertrouwen sinds zijn jeugd heeft hem geleerd om ondanks alle satans die hem van meerdere kanten bedreigen volledig terug te vallen op de genade van God alleen. Dat brengt hem aan het eind van de Psalm tot lofprijzing. Hij kijkt niet op de satans, die er nog altijd zijn, maar op de God van alle genade. Dat verandert zijn houding.
Gebed: het antwoord op satans.
We gaan weer een stap verder en bekijken gelijk drie Bijbelteksten uit één en dezelfde psalm met ditzelfde werkwoord.
Het is onduidelijk bij welke gelegenheid David deze Psalm heeft gedicht. In elk geval wordt hij geconfronteerd met haat als hij liefde bewijst, met kwaad als hij het goede doet. Maar uit dit vierde vers blijkt wat zijn antwoord is op zijn satans: gebed.
Psalm 109: 4:” tot loon voor mijn liefde zijn zij mijn satans, maar ik ben een en al gebed”.
Psalm 109: 20:” Dit zij van Yahweh het loon van mijn satans, en van hen die kwaad tegen mij spreken”.
Psalm 109: 29:” Dat mijn satans met smaad bekleed worden, en zich in hun schande hullen als in een mantel”.
Letterlijk staat er: ‘Ik gebed’. Zijn houding werd gekenmerkt door gebed. Hij wist dat hij het kon leggen in de handen van Zijn Heer. Hij vertrouwde op genade alleen.
Gebed en genade zijn dé antwoorden op Satan.
Zie op genade, niet op de satans.
We gaan nu naar de volgende Bijbeltekst met hetzelfde werkwoord.
We komen nu terecht in een psalm die David in hoge ouderdom geschreven heeft. Van meerdere kanten zijn er rebellerende machten die hem van de troon willen stoten. In vers vijf kijkt hij terug naar zijn jeugd en ziet hoe hij toen op God mocht vertrouwen.
Psalm 71: 13:” Laten beschaamd worden en vergaan, deze satans van mijn ziel; in schande en smaad zich hullen, wie mijn onheil zoeken”.
Het vertrouwen sinds zijn jeugd heeft hem geleerd om ondanks alle satans die hem van meerdere kanten bedreigen volledig terug te vallen op de genade van God alleen. Dat brengt hem aan het eind van de Psalm tot lofprijzing. Hij kijkt niet op de satans, die er nog altijd zijn, maar op de God van alle genade. Dat verandert zijn houding.
Gebed: het antwoord op satans.
We gaan weer een stap verder en bekijken gelijk drie Bijbelteksten uit één en dezelfde psalm met ditzelfde werkwoord.
Het is onduidelijk bij welke gelegenheid David deze Psalm heeft gedicht. In elk geval wordt hij geconfronteerd met haat als hij liefde bewijst, met kwaad als hij het goede doet. Maar uit dit vierde vers blijkt wat zijn antwoord is op zijn satans: gebed.
Psalm 109: 4:” tot loon voor mijn liefde zijn zij mijn satans, maar ik ben een en al gebed”.
Psalm 109: 20:” Dit zij van Yahweh het loon van mijn satans, en van hen die kwaad tegen mij spreken”.
Psalm 109: 29:” Dat mijn satans met smaad bekleed worden, en zich in hun schande hullen als in een mantel”.
Letterlijk staat er: ‘Ik gebed’. Zijn houding werd gekenmerkt door gebed. Hij wist dat hij het kon leggen in de handen van Zijn Heer. Hij vertrouwde op genade alleen.
Bijbels Optiek
Ín de geschiedenis van de Bijbel is er geen enkel individu waar meer aandacht aan besteed wordt dan aan koning David. Zijn naam wordt in de Bijbel meer vermeld dan alle andere namen die in de Bijbel voorkomen. Zijn naam wordt meer dan 1100 keer vermeld. Hij was niet alleen Koning, hij was ook een musicus, een dichter, een held, een krijger, een profeet, maar ook een groot leider. Zijn leven werd gedragen door gebed, waarbij hij steeds probeerde Gods wil te zoeken.
De werkelijke Satan.
We komen nu bij de laatste Bijbelplaats met dit werkwoord. Het is dezelfde tekst die we ook als laatste hadden bij de reeks met het zelfstandig naamwoord ‘satan’.
Zacharia 3:1:” Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Yah Shua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond als een satan tegenover hem”.
Bij het werkwoord ‘satan’ is dit de enige tekstplaats die weer daadwerkelijk slaat op satan, die wij inmiddels kennen als het slangenwezen of de grote draak.
Vijf Bijbelplaatsen waar het werkwoord slaat op menselijke tegenstanders tegenover één Bijbeltekst die concreet over de satan, de duivel spreekt.
Conclusie uit het Oude Testament
De eindconclusie blijft dus dezelfde in het Oude Testament. Het woord ‘satan’ is geen eigennaam maar een titel die op elke willekeurige tegenstander kan slaan. Uit de context zullen we moeten concluderen of het daadwerkelijk handelt over satan zelf of niet.
Satan in het Nieuwe Testament
Verschil tussen het Oude en het Nieuwe Testament.
In het Oude Testament wordt de titel ‘satan’ lang niet altijd toegepast op de daadwerkelijke satan. Daar komt in het Nieuwe Testament krachtdadig verandering in. Ook kwamen we in het Oude Testament niet het woord ‘duivel’ tegen, dat ‘dooreen werper’ betekent. Ook daar komt in het Nieuwe Testament verandering in. Tijd voor het Nieuwe Testament.
De teksten met het zelfstandig naamwoord ‘Satanas’
Hier zijn 33 Bijbelteksten van in het Nieuwe Testament. Elke keer is het hier ook keurig vertaald met satan. De uitzondering waarin je kan zien dat satan een titel is, is als Christus Petrus met die titel aanspreekt. Verder heeft het ook telkens betrekking op satan als persoon. We hoeven daarom al die teksten hier niet weer te geven.
De enige tekst met het zelfstandig naamwoord ‘satan’.
2 Corinthe 12: 7:” en ook om het buitengewone van de openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen”.
Ook hier is het helder en duidelijk wie bedoeld wordt. Het gaat hier om een engel of boodschapper van de werkelijke satan.
Teksten met ‘diabolos’ oftewel de Duivel.
Er was een strijd van Michael met de duivel over het lichaam van Mozes.
Judas 1: 9:” Maar Michael, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zei: De Here straffe u!”
De werkelijke Satan.
We komen nu bij de laatste Bijbelplaats met dit werkwoord. Het is dezelfde tekst die we ook als laatste hadden bij de reeks met het zelfstandig naamwoord ‘satan’.
Zacharia 3:1:” Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Yah Shua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond als een satan tegenover hem”.
Bij het werkwoord ‘satan’ is dit de enige tekstplaats die weer daadwerkelijk slaat op satan, die wij inmiddels kennen als het slangenwezen of de grote draak.
Vijf Bijbelplaatsen waar het werkwoord slaat op menselijke tegenstanders tegenover één Bijbeltekst die concreet over de satan, de duivel spreekt.
Conclusie uit het Oude Testament
De eindconclusie blijft dus dezelfde in het Oude Testament. Het woord ‘satan’ is geen eigennaam maar een titel die op elke willekeurige tegenstander kan slaan. Uit de context zullen we moeten concluderen of het daadwerkelijk handelt over satan zelf of niet.
Satan in het Nieuwe Testament
Verschil tussen het Oude en het Nieuwe Testament.
In het Oude Testament wordt de titel ‘satan’ lang niet altijd toegepast op de daadwerkelijke satan. Daar komt in het Nieuwe Testament krachtdadig verandering in. Ook kwamen we in het Oude Testament niet het woord ‘duivel’ tegen, dat ‘dooreen werper’ betekent. Ook daar komt in het Nieuwe Testament verandering in. Tijd voor het Nieuwe Testament.
De teksten met het zelfstandig naamwoord ‘Satanas’
Hier zijn 33 Bijbelteksten van in het Nieuwe Testament. Elke keer is het hier ook keurig vertaald met satan. De uitzondering waarin je kan zien dat satan een titel is, is als Christus Petrus met die titel aanspreekt. Verder heeft het ook telkens betrekking op satan als persoon. We hoeven daarom al die teksten hier niet weer te geven.
De enige tekst met het zelfstandig naamwoord ‘satan’.
2 Corinthe 12: 7:” en ook om het buitengewone van de openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen”.
Ook hier is het helder en duidelijk wie bedoeld wordt. Het gaat hier om een engel of boodschapper van de werkelijke satan.
Teksten met ‘diabolos’ oftewel de Duivel.
Er was een strijd van Michael met de duivel over het lichaam van Mozes.
Judas 1: 9:” Maar Michael, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zei: De Here straffe u!”
Bijbels Optiek
Maar Michael, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zei: De Here straffe u!
De aard van de Duivel.
Johannes 8: 44:” de duivel. Die was een mensenmoordenaar van den beginne en staat niet in de waarheid”.
1 Johannes 3: 8 :”want de duivel zondigt van den beginne”.
We zullen verderop in deze studie zeker nog dieper ingaan op deze geaardheid van dit slangenwezen en ook het feit dat deze geaardheid hier letterlijk als iets genoemd wordt dat vanaf het begin bij hem hoorde. Hij is dus niet op een later tijdstip tot zonde gekomen. Dit geeft dus al aan waarom de schepping van dit wezen zo’n zware bevalling was.
Eigendom zijn van de Duivel.
Johannes 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen.
Handelingen 10: 38 Hij [Jezus] is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem”.
Handelingen 13: 10:” Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?
1 Timotheus 3: 7”:” opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle”.
2 Timotheus 2: 26:” losgekomen uit de strik des duivels, die hen gevangen hield”.
1 Johannes 3: 8:” wie de zonde doet is uit de duivel”.
1 Johannes 3: 10:” Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar: een ieder die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als wie zijn broeder niet liefheeft”.
We hebben een begin gemaakt met de Bijbelteksten uit het Nieuwe Testament die over de duivel spreken. In de nu volgende artikelen zetten we dit speurwerk verder voort. Een volgend middel dat de duivel gebruikt zou je ontvoeringen kunnen noemen.
Onze tegenpartij, de Duivel.
1 Petrus 5: 8:” Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden”.
Hier valt op dat de duivel de tegenpartij wordt genoemd. Daarmee bevestigt deze tekst het beeld dat satan (betekent: tegenstander) en de duivel één en dezelfde is.
De aard van de Duivel.
Johannes 8: 44:” de duivel. Die was een mensenmoordenaar van den beginne en staat niet in de waarheid”.
1 Johannes 3: 8 :”want de duivel zondigt van den beginne”.
We zullen verderop in deze studie zeker nog dieper ingaan op deze geaardheid van dit slangenwezen en ook het feit dat deze geaardheid hier letterlijk als iets genoemd wordt dat vanaf het begin bij hem hoorde. Hij is dus niet op een later tijdstip tot zonde gekomen. Dit geeft dus al aan waarom de schepping van dit wezen zo’n zware bevalling was.
Eigendom zijn van de Duivel.
Johannes 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen.
Handelingen 10: 38 Hij [Jezus] is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem”.
Handelingen 13: 10:” Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?
1 Timotheus 3: 7”:” opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle”.
2 Timotheus 2: 26:” losgekomen uit de strik des duivels, die hen gevangen hield”.
1 Johannes 3: 8:” wie de zonde doet is uit de duivel”.
1 Johannes 3: 10:” Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar: een ieder die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als wie zijn broeder niet liefheeft”.
We hebben een begin gemaakt met de Bijbelteksten uit het Nieuwe Testament die over de duivel spreken. In de nu volgende artikelen zetten we dit speurwerk verder voort. Een volgend middel dat de duivel gebruikt zou je ontvoeringen kunnen noemen.
Onze tegenpartij, de Duivel.
1 Petrus 5: 8:” Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden”.
Hier valt op dat de duivel de tegenpartij wordt genoemd. Daarmee bevestigt deze tekst het beeld dat satan (betekent: tegenstander) en de duivel één en dezelfde is.
Bijbels Optiek
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden
Vervolging door de duivel.
Openbaring 2: 10:” Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen”.
Als mensen om het geloof vervolgd en in de gevangenis geworpen worden hebben we de neiging de mensen hierop aan te kijken. Hier zien we dat de geestelijke macht van de duivel er feitelijk achter zit.
De positieve boodschap uit de gedachte halen door de Duivel.
Lukas 8: 12:” Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden worden”.
Ook hier zien we een activiteit van de duivel waar we feitelijk weinig rekening mee houden. We zien de mens er meestal op aan als ze geen aandacht hebben voor het blijde bericht.
Meenemen door de Duivel.
Mattheus 4: 5:” Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels”.
Mattheus 4: 8:” Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid”.
Lukas 4: 5 :”En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds”.
Vervolging door de duivel.
Openbaring 2: 10:” Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen”.
Als mensen om het geloof vervolgd en in de gevangenis geworpen worden hebben we de neiging de mensen hierop aan te kijken. Hier zien we dat de geestelijke macht van de duivel er feitelijk achter zit.
De positieve boodschap uit de gedachte halen door de Duivel.
Lukas 8: 12:” Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden worden”.
Ook hier zien we een activiteit van de duivel waar we feitelijk weinig rekening mee houden. We zien de mens er meestal op aan als ze geen aandacht hebben voor het blijde bericht.
Meenemen door de Duivel.
Mattheus 4: 5:” Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des tempels”.
Mattheus 4: 8:” Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid”.
Lukas 4: 5 :”En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds”.
Bijbels Optiek
En hij (satan) voerde Hem (Jezus) op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds. Indien Gij mij aanbidt, zal zij geheel van U zijn.
Er zijn honderdduizenden ontvoeringverhalen door aliëns in omloop. Mensen die prachtige ervaringen hebben opgedaan, maar ook velen die traumatische ervaringen hebben opgedaan. Hier zien we dat zelfs Jezus Zelf weggevoerd werd door de duivel. Het werkwoord dat gebruikt wordt is een krachtig werkwoord dat we tegenwoordig ook met ontvoeren zouden kunnen weergeven. Ook in deze situatie was de Heer één met de Vader en was Hij feitelijk de Overwinnaar. Dat is ook het geheim dat wij in elke situatie mogen kennen. We zijn geborgen met Christus in God, ongeacht in welke situatie we verzeild raken.
Verleiding van de Heer door de Duivel.
Mattheus 4: 1:” Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel”.
Lukas 4: 2 - 3 :”waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel En Hij at niets in die dagen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger. En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan tot deze steen, dat hij brood worde”.
Lukas 4: 6:” En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil”.
De duivel kan de Heer ontvoeren. De duivel kan de Heer verleiden. De duivel kan Hem er niet toe brengen op de verleiding in te gaan. De Heer heeft de overwinning door het krachtige Woord van God. Ook wij bezitten de Bijbel. Ook wij mogen onze geborgenheid bezitten in Christus, de Overwinnaar. Als de verleiding komt hebben we dus ook het antwoord.
Geborgen.
We zijn hiermee aangeland bij één van de belangrijkste redenen waarom deze studie over aliëns, buitenaardsen en Reptilianen, die in hun ufo’s verschijnen en inmiddels al velen ontvoerd hebben, zo belangrijk zijn. We bezitten munitie in de Bijbel zelf om hen van repliek te dienen. Onze overwinning staat vast in de opgestane Heer Jezus Christus. Hij heeft de plaats van heerschappij ingenomen boven deze geestelijke machten. Als we ons vertrouwen op Hem stellen zijn we met Hem meegezet in die plaats van heerschappij. Ook al kunnen ze ons ontvoeren, ook al kunnen ze ons verleiden, wij staan vast in de overwinning van Christus. Dat moet ons antwoord op deze geestelijke machten zijn.
Satan is reeds veroordeeld.
In Christus kan hij ons ook niet raken. We gaan nog even door met ons onderzoek in het Nieuwe Testament over de daden van de duivel.
Verleiding van Judas door de Duivel.
Johannes 13: 2 :”En onder de maaltijd, toen de duivel reeds Judas, Simons zoon Iskariot, in het hart had gegeven Hem te verraden”.
Twijfel aan de Persoon van de Heer Jezus is een ingang voor de verleiding van de duivel.
Er zijn honderdduizenden ontvoeringverhalen door aliëns in omloop. Mensen die prachtige ervaringen hebben opgedaan, maar ook velen die traumatische ervaringen hebben opgedaan. Hier zien we dat zelfs Jezus Zelf weggevoerd werd door de duivel. Het werkwoord dat gebruikt wordt is een krachtig werkwoord dat we tegenwoordig ook met ontvoeren zouden kunnen weergeven. Ook in deze situatie was de Heer één met de Vader en was Hij feitelijk de Overwinnaar. Dat is ook het geheim dat wij in elke situatie mogen kennen. We zijn geborgen met Christus in God, ongeacht in welke situatie we verzeild raken.
Verleiding van de Heer door de Duivel.
Mattheus 4: 1:” Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel”.
Lukas 4: 2 - 3 :”waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel En Hij at niets in die dagen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger. En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan tot deze steen, dat hij brood worde”.
Lukas 4: 6:” En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil”.
De duivel kan de Heer ontvoeren. De duivel kan de Heer verleiden. De duivel kan Hem er niet toe brengen op de verleiding in te gaan. De Heer heeft de overwinning door het krachtige Woord van God. Ook wij bezitten de Bijbel. Ook wij mogen onze geborgenheid bezitten in Christus, de Overwinnaar. Als de verleiding komt hebben we dus ook het antwoord.
Geborgen.
We zijn hiermee aangeland bij één van de belangrijkste redenen waarom deze studie over aliëns, buitenaardsen en Reptilianen, die in hun ufo’s verschijnen en inmiddels al velen ontvoerd hebben, zo belangrijk zijn. We bezitten munitie in de Bijbel zelf om hen van repliek te dienen. Onze overwinning staat vast in de opgestane Heer Jezus Christus. Hij heeft de plaats van heerschappij ingenomen boven deze geestelijke machten. Als we ons vertrouwen op Hem stellen zijn we met Hem meegezet in die plaats van heerschappij. Ook al kunnen ze ons ontvoeren, ook al kunnen ze ons verleiden, wij staan vast in de overwinning van Christus. Dat moet ons antwoord op deze geestelijke machten zijn.
Satan is reeds veroordeeld.
In Christus kan hij ons ook niet raken. We gaan nog even door met ons onderzoek in het Nieuwe Testament over de daden van de duivel.
Verleiding van Judas door de Duivel.
Johannes 13: 2 :”En onder de maaltijd, toen de duivel reeds Judas, Simons zoon Iskariot, in het hart had gegeven Hem te verraden”.
Twijfel aan de Persoon van de Heer Jezus is een ingang voor de verleiding van de duivel.
Bijbels Optiek
Judas verraadde zijn Meester met een kus, omdat hij in de macht van de duivel was, die hem wijs gemaakt had dat Jezus hem niet zou geven, wat hij verlangde: macht, rijkdom en eer.
Verleiding van de gelovigen door de Duivel.
Efeze 6: 11:” Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels”.
Veel verder in de studie zullen we uitgebreid bij deze wapenrusting van God. Nu willen we ond realiseren dat het belangrijkste is simpel te blijven staan in die positie van heerschappij waar we dankzij het werk van Christus in geplaatst zijn. Het werkwoord ‘standhouden’ is letterlijk ‘blijven staan’.
Verleiding van de hele wereld door de Duivel.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Openbaring 12: 12:” Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft”.
Er komt een tijd dat satan op de aarde geworpen zal worden. Dan wordt de hele wereld verleid. Wat nu nog in het verborgene aan het werk is, de ufoverschijningen, de ontvoeringen, het fokken van een mengsoort tussen de mens en de geestelijke wezens, zal dan een openbaar feit worden. Mensen zullen het omarmen als het grote antwoord op de wereldproblemen. De Bijbel noemt dit de verleiding die over de hele wereld komt. Wie nu zijn vertrouwen op de Heer stelt hoeft hier niet angstig naar uit te zien.
Onkruid zaaien van de Duivel.
Mattheus 13: 39:” de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen.
Dit is slechts een onderdeel van een gelijkenis die over de tijd handelt waar het bij de vorige tekst over ging. Later gaan we dan ook uitgebreid in op deze gelijkenis. Het onkruid is evenals het goede zaad een beeld.
Verleiding van de gelovigen door de Duivel.
Efeze 6: 11:” Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels”.
Veel verder in de studie zullen we uitgebreid bij deze wapenrusting van God. Nu willen we ond realiseren dat het belangrijkste is simpel te blijven staan in die positie van heerschappij waar we dankzij het werk van Christus in geplaatst zijn. Het werkwoord ‘standhouden’ is letterlijk ‘blijven staan’.
Verleiding van de hele wereld door de Duivel.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Openbaring 12: 12:” Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft”.
Er komt een tijd dat satan op de aarde geworpen zal worden. Dan wordt de hele wereld verleid. Wat nu nog in het verborgene aan het werk is, de ufoverschijningen, de ontvoeringen, het fokken van een mengsoort tussen de mens en de geestelijke wezens, zal dan een openbaar feit worden. Mensen zullen het omarmen als het grote antwoord op de wereldproblemen. De Bijbel noemt dit de verleiding die over de hele wereld komt. Wie nu zijn vertrouwen op de Heer stelt hoeft hier niet angstig naar uit te zien.
Onkruid zaaien van de Duivel.
Mattheus 13: 39:” de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen.
Dit is slechts een onderdeel van een gelijkenis die over de tijd handelt waar het bij de vorige tekst over ging. Later gaan we dan ook uitgebreid in op deze gelijkenis. Het onkruid is evenals het goede zaad een beeld.
Bijbels Optiek
Bij de voleinding van de wereldoogst, wanneer Yahweh (God) de engelen zal uitzenden om het kaf van het koren te scheiden, zal het onkruid, dat de duivel zaaide, duidelijk te onderscheiden zijn van het goed koren. Het kaf gaf geen vrucht en zal verbrand worden.
De Duivel weerstaan.
Efeze 4: 27:” en geeft de duivel geen voet”.
Jakobus 4: 7:” Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden”.
Overwinning over de Duivel.
Mattheus 4: 11:” Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem”.
Lukas 4: 13:” En toen de duivel alle verzoeking ten einde had gebracht, week hij van Hem tot een bestemde tijd”.
Hebreeën 2: 14:” Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel zou onttronen”.
1 Johannes 3: 8:” Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”.
Hier zien we dat de overwinning over deze geestelijke macht behaald is door Christus zelf. Onze persoonlijke overwinning is ook slechts in Christus alleen.
Oordeel over de Duivel.
Mattheus 25: 41:” het aionios vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is”.
Openbaring 20: 2:” en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren”.
Openbaring 20: 10:” en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel”
Dat staat hem te wachten. Het oordeel is reeds uitgesproken. Het vonnis wacht.
Een belangrijk beginsel.
Grofweg hebben we nu al een redelijk compleet overzicht uit de Bijbel teruggevonden over het slangenwezen, de satan. Eerst nu even aandachtig kennis nemen van een belangrijk beginsel dat Paulus in zijn brieven neerlegt.
1 Corinthe 8: 6:” voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem”.
De Duivel weerstaan.
Efeze 4: 27:” en geeft de duivel geen voet”.
Jakobus 4: 7:” Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden”.
Overwinning over de Duivel.
Mattheus 4: 11:” Toen liet de duivel Hem met rust en zie, engelen kwamen en dienden Hem”.
Lukas 4: 13:” En toen de duivel alle verzoeking ten einde had gebracht, week hij van Hem tot een bestemde tijd”.
Hebreeën 2: 14:” Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel zou onttronen”.
1 Johannes 3: 8:” Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou”.
Hier zien we dat de overwinning over deze geestelijke macht behaald is door Christus zelf. Onze persoonlijke overwinning is ook slechts in Christus alleen.
Oordeel over de Duivel.
Mattheus 25: 41:” het aionios vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is”.
Openbaring 20: 2:” en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren”.
Openbaring 20: 10:” en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel”
Dat staat hem te wachten. Het oordeel is reeds uitgesproken. Het vonnis wacht.
Een belangrijk beginsel.
Grofweg hebben we nu al een redelijk compleet overzicht uit de Bijbel teruggevonden over het slangenwezen, de satan. Eerst nu even aandachtig kennis nemen van een belangrijk beginsel dat Paulus in zijn brieven neerlegt.
1 Corinthe 8: 6:” voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem”.
Bijbels Optiek
Voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.
Alle dingen zijn uit God.
Er is maar één God de Vader, uit Wie alle dingen zijn.
Er is maar één Heer Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn.
In die uitdrukking ‘alle dingen’ kunnen we moeilijk een aantal zaken, personen of wezens uitsluiten. Hoezeer het misschien ook tegen de gebruikelijke manier van denken ingaat, hieruit blijkt zonder meer dat ook satan, het slangenwezen uit God voortkomt.
Twee goden?
Luisteren we naar de algemene leer die in ons Westen gevolgd wordt dan lijkt het wel alsof er twee goden bestaan. Aan de ene kant zou je dan God hebben, die Zich in Christus Jezus heeft geopenbaard. Hij zou dan staan voor de God van het goede. Aan de andere kant zou je dan satan hebben. Die zou dan staan voor de god van het kwaad. Let wel, die hele start is al gelijk een duidelijke tegenspraak van de uitspraak van Paulus in de Corinthebrief.
Satan, de grote winnaar?
Als je nu elk kwaad, strijd, oorlog en ellende terugbrengt tot die satan, dan moet je zelfs constateren dat deze god momenteel de grote winnaar is. Bekijk je de toekomst, dan lijkt deze god die ook al in handen te hebben omdat de meerderheid van de mensheid zich niet lijkt te bekommeren om de ware God, de Schepper van alles. De grote misser in deze visie wordt kraakhelder blootgelegd door deze ene tekst in Corinthe.
Alle machten.
Er is één God, uit Wie alle dingen zijn.
Er is één Heer, door Wie alle dingen zijn.
De grootmachten in de wereld, hoezeer ze hun macht ook misbruiken, zijn allen uit God.
De westerse mogendheden, zoals Amerika, de Europese Gemeenschap, de Navo, ze zijn allen uit God.
De communistische mogendheden als China, Rusland, Cuba, ze zijn allen uit God.
De Moslim mogendheden als Iran, Irak, Afghanistan, Al Quaida, ze zijn allen uit God.
Ook satan, het slangenwezen, samen met de reptilianen, de aliëns, de buitenaardsen, ze zijn allen uit God.
Ieder heeft zijn doel.
Welke macht en mogendheid je ook in de menselijke geschiedenis tegenkomt, of hij nou invloedrijk of onbeduidend is, zijn waarde en doel van bestaan is terug te brengen tot God. God heeft elke macht, tot en met de Hitlers in deze wereld, gemaakt voor Zijn doel. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit ook niet altijd begrijp. Het is echter wel degelijk van belang om ook ons onderwerp ‘satan’ telkens in dit licht te bezien. Ieder volbrengt zijn eigen essentiële onderdeel in Gods plan van de aionen.
De God van alle genade.
Efeze 3: 11:” het voornemen van de aionen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd”.
God heeft een plan van meerdere tijdperken om tot Zijn doel te komen. Die tijdperken worden in de Bijbel aionen genoemd. God komt tot Zijn doel, dwars door al die tijdperken met zijn eigen grootmachten heen. We moeten daarbij goed in de gaten houden dat God dit alles gebruikt om Zijn plannen van genade te openbaren. Alles vindt zijn bron in een God van alle genade.
Alle dingen zijn uit God.
Er is maar één God de Vader, uit Wie alle dingen zijn.
Er is maar één Heer Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn.
In die uitdrukking ‘alle dingen’ kunnen we moeilijk een aantal zaken, personen of wezens uitsluiten. Hoezeer het misschien ook tegen de gebruikelijke manier van denken ingaat, hieruit blijkt zonder meer dat ook satan, het slangenwezen uit God voortkomt.
Twee goden?
Luisteren we naar de algemene leer die in ons Westen gevolgd wordt dan lijkt het wel alsof er twee goden bestaan. Aan de ene kant zou je dan God hebben, die Zich in Christus Jezus heeft geopenbaard. Hij zou dan staan voor de God van het goede. Aan de andere kant zou je dan satan hebben. Die zou dan staan voor de god van het kwaad. Let wel, die hele start is al gelijk een duidelijke tegenspraak van de uitspraak van Paulus in de Corinthebrief.
Satan, de grote winnaar?
Als je nu elk kwaad, strijd, oorlog en ellende terugbrengt tot die satan, dan moet je zelfs constateren dat deze god momenteel de grote winnaar is. Bekijk je de toekomst, dan lijkt deze god die ook al in handen te hebben omdat de meerderheid van de mensheid zich niet lijkt te bekommeren om de ware God, de Schepper van alles. De grote misser in deze visie wordt kraakhelder blootgelegd door deze ene tekst in Corinthe.
Alle machten.
Er is één God, uit Wie alle dingen zijn.
Er is één Heer, door Wie alle dingen zijn.
De grootmachten in de wereld, hoezeer ze hun macht ook misbruiken, zijn allen uit God.
De westerse mogendheden, zoals Amerika, de Europese Gemeenschap, de Navo, ze zijn allen uit God.
De communistische mogendheden als China, Rusland, Cuba, ze zijn allen uit God.
De Moslim mogendheden als Iran, Irak, Afghanistan, Al Quaida, ze zijn allen uit God.
Ook satan, het slangenwezen, samen met de reptilianen, de aliëns, de buitenaardsen, ze zijn allen uit God.
Ieder heeft zijn doel.
Welke macht en mogendheid je ook in de menselijke geschiedenis tegenkomt, of hij nou invloedrijk of onbeduidend is, zijn waarde en doel van bestaan is terug te brengen tot God. God heeft elke macht, tot en met de Hitlers in deze wereld, gemaakt voor Zijn doel. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit ook niet altijd begrijp. Het is echter wel degelijk van belang om ook ons onderwerp ‘satan’ telkens in dit licht te bezien. Ieder volbrengt zijn eigen essentiële onderdeel in Gods plan van de aionen.
De God van alle genade.
Efeze 3: 11:” het voornemen van de aionen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd”.
God heeft een plan van meerdere tijdperken om tot Zijn doel te komen. Die tijdperken worden in de Bijbel aionen genoemd. God komt tot Zijn doel, dwars door al die tijdperken met zijn eigen grootmachten heen. We moeten daarbij goed in de gaten houden dat God dit alles gebruikt om Zijn plannen van genade te openbaren. Alles vindt zijn bron in een God van alle genade.
Bijbels Optiek
Yahweh is de God der aionen, die de tijd heeft geschapen om daarin met Zijn schepping tot Zijn doel te komen. We kunnen Hem leren kennen uit de Bijbel, de Heilige Schrift.
Menselijke Tradities
Over de oorspronkelijke staat van satan heeft de Bijbel wel degelijk het één en ander te zeggen. De meeste opvattingen op dat gebied zijn echter meestal alleen maar getrokken uit tradities en overleveringen. Dat zal veel mensen verbazen omdat er toch geleerd wordt dat satan eerst als Lucifer prima geschapen was, maar later in zonde was gevallen.
Milton en Joost van den Vondel.
Die zogenaamde val van een zekere Lucifer wordt geleerd vanuit twee hele hoofdstukken in de Bijbel. We zullen die hoofdstukken later uitgebreid behandelen om aan te tonen wat er in die hoofdstukken letterlijk besproken wordt. Dan zal blijken dat satan in beide hoofdstukken zelfs totaal niet voorkomt. Het zijn tradities, mythen en overleveringen, die in Engeland populair gemaakt zijn door Milton en in Nederland door Joost van den Vondel, maar zonder enig spoor van Bijbels gezag.
Zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar.
We hebben al ontdekt dat satan zijn oorsprong vindt in God en was geschapen in Christus. We gaan nu naar enkele Bijbelteksten die helder laten zien dat hij als zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar geschapen is.
Joh. 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen”.
1 Joh. 3: 8:”wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne”.
In den beginne.
Vanaf het begin was de duivel een zondaar, mensenmoordenaar en een leugenaar. Misschien hebben wij in het westen wel niet meer zo’n goed begrip van wat dat begin was. In het oosten had men daar een stuk minder moeite mee.
De Joden noemen nog steeds het boek Genesis niet Genesis. Zij gebruiken simpel de eerste woorden van het boek om aan te geven welk boek het is. Als zij dus ‘Genesis 1: 1’ opzoeken dan kijken zij bij: ‘In het begin 1: 1’. Het is dus heel goed mogelijk dat dit is waar Johannes hier over schrijft. Dus vanaf het begin, vanaf de allereerste openbaring waar wij iets over lezen kunnen in de Bijbel, ‘in den beginne’, zondigde satan. Hij was een zondaar vanaf dat begin.
Hoe komen we er dan bij om de Bijbel letterlijk tegen te spreken door te beweren dat hij niet vanaf het begin zondigde. Johannes stelt dat hij dat wel deed. Het is dus een kwestie van eenvoudig buigen voor de Bijbel of het eigenwijs beter weten. Welke reden hebben we daarvoor?
Menselijke Tradities
Over de oorspronkelijke staat van satan heeft de Bijbel wel degelijk het één en ander te zeggen. De meeste opvattingen op dat gebied zijn echter meestal alleen maar getrokken uit tradities en overleveringen. Dat zal veel mensen verbazen omdat er toch geleerd wordt dat satan eerst als Lucifer prima geschapen was, maar later in zonde was gevallen.
Milton en Joost van den Vondel.
Die zogenaamde val van een zekere Lucifer wordt geleerd vanuit twee hele hoofdstukken in de Bijbel. We zullen die hoofdstukken later uitgebreid behandelen om aan te tonen wat er in die hoofdstukken letterlijk besproken wordt. Dan zal blijken dat satan in beide hoofdstukken zelfs totaal niet voorkomt. Het zijn tradities, mythen en overleveringen, die in Engeland populair gemaakt zijn door Milton en in Nederland door Joost van den Vondel, maar zonder enig spoor van Bijbels gezag.
Zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar.
We hebben al ontdekt dat satan zijn oorsprong vindt in God en was geschapen in Christus. We gaan nu naar enkele Bijbelteksten die helder laten zien dat hij als zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar geschapen is.
Joh. 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen”.
1 Joh. 3: 8:”wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne”.
In den beginne.
Vanaf het begin was de duivel een zondaar, mensenmoordenaar en een leugenaar. Misschien hebben wij in het westen wel niet meer zo’n goed begrip van wat dat begin was. In het oosten had men daar een stuk minder moeite mee.
De Joden noemen nog steeds het boek Genesis niet Genesis. Zij gebruiken simpel de eerste woorden van het boek om aan te geven welk boek het is. Als zij dus ‘Genesis 1: 1’ opzoeken dan kijken zij bij: ‘In het begin 1: 1’. Het is dus heel goed mogelijk dat dit is waar Johannes hier over schrijft. Dus vanaf het begin, vanaf de allereerste openbaring waar wij iets over lezen kunnen in de Bijbel, ‘in den beginne’, zondigde satan. Hij was een zondaar vanaf dat begin.
Hoe komen we er dan bij om de Bijbel letterlijk tegen te spreken door te beweren dat hij niet vanaf het begin zondigde. Johannes stelt dat hij dat wel deed. Het is dus een kwestie van eenvoudig buigen voor de Bijbel of het eigenwijs beter weten. Welke reden hebben we daarvoor?
Bijbels Optiek
In het Hebreeuws vertaald is Genesis Bereshit, wat betekent ‘in het begin’.
Satan en Duivel.
We zullen ingaan op zijn titel. Als duivel is hij vanaf het begin een door elkaar gooier. Als satan is hij vanaf het begin een tegenstander. Hij werd dus niet een wezen die alles door elkaar gooit doordat hij in zonde viel. Hij werd ook geen tegenstander doordat hij in zonde viel. Dat hij een zondaar was vanaf het begin sluit zo’n hele val al totaal uit. Dat hij deze titels al per definitie draagt bevestigt dit nog eens.
Vanaf het begin was satan een tegenstander, een door elkaar gooier, een zondaar, een mensenmoordenaar en een leugenaar. God schiep hem als tegenstander en zondaar.
God heeft het slangenwezen met veel geboorteweeën geschapen. Satan is als tegenstander geschapen. De duivel was per definitie de door elkaar gooier. Vanaf het begin was hij een zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar. De reden waarom God hem zo geschapen heeft zullen we nu verder onderzoeken.
Vanaf het begin.
Joh. 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen”.
Vanaf het begin was satan een tegenstander, een door elkaar gooier, een zondaar, een mensenmoordenaar en een leugenaar. God schiep hem als tegenstander en zondaar.
Juist daar hebben we als mens de grootst mogelijke moeite mee. God zou hem als tegenstander en zondaar geschapen hebben.
Een taak voor de tegenstander.
We vergeten er dan bij dat God hem met een doel, een taak, als zodanig geschapen heeft. Gods plan der eeuwen, waarin God dwars door alle tijdperken, oftewel aionen, heen Zijn plan van genade met de mens zou uitwerken, zal de mens leren enkel en alleen op Hem te vertrouwen. De taak van satan was om dit werk van God te dwarsbomen. Was dat dan mogelijk voor satan? Nee, want hij is een zondaar. Was satan te vertrouwen in die taak? Nee, want hij is een leugenaar. Dit komt al direct in de sluwheid en listigheid van het slangenwezen tot uiting. Hoe mooi hij zichzelf ook voordoet, hij is en blijft een vijand van de mens. Let wel, deze tegenstand gaat echt tot het uiterste om de mens uit te roeien.
Onze moeite met die taak.
Het is zo begrijpelijk dat we God niet als de oorsprong van deze tegenstander kunnen zien. Wat heeft God uitstaande met het kwaad? Inderdaad, God is licht en in Hem is totaal geen duisternis. Een zondaar, die ook nog eens de taak heeft het werk van God te slopen en te ruïneren lijkt daar volkomen mee in tegenspraak. Maar in het plan dat God in de achtereenvolgende aionen wil uitwerken om Zijn genade te tonen is wel degelijk een rol toegewezen aan deze tegenstander.
Genade openbaart zich bij tegenstand.
Zonder het kwaad van deze tegenstander hadden wij geen zicht gekregen op de liefde van God. We hadden God dan wel als Schepper gekend, maar zonder Zijn genade te proeven. Zonder de tegenstand van deze zondaar hadden we niets geweten van de overwinning die er alleen ligt in Christus. We hadden feitelijk niets geweten van de veiligheid en geborgenheid, die we nu bij de Heer hebben gevonden. Er zou geen spontane verering en lofprijzing zijn.
Satan en Duivel.
We zullen ingaan op zijn titel. Als duivel is hij vanaf het begin een door elkaar gooier. Als satan is hij vanaf het begin een tegenstander. Hij werd dus niet een wezen die alles door elkaar gooit doordat hij in zonde viel. Hij werd ook geen tegenstander doordat hij in zonde viel. Dat hij een zondaar was vanaf het begin sluit zo’n hele val al totaal uit. Dat hij deze titels al per definitie draagt bevestigt dit nog eens.
Vanaf het begin was satan een tegenstander, een door elkaar gooier, een zondaar, een mensenmoordenaar en een leugenaar. God schiep hem als tegenstander en zondaar.
God heeft het slangenwezen met veel geboorteweeën geschapen. Satan is als tegenstander geschapen. De duivel was per definitie de door elkaar gooier. Vanaf het begin was hij een zondaar, mensenmoordenaar en leugenaar. De reden waarom God hem zo geschapen heeft zullen we nu verder onderzoeken.
Vanaf het begin.
Joh. 8: 44:” Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen”.
Vanaf het begin was satan een tegenstander, een door elkaar gooier, een zondaar, een mensenmoordenaar en een leugenaar. God schiep hem als tegenstander en zondaar.
Juist daar hebben we als mens de grootst mogelijke moeite mee. God zou hem als tegenstander en zondaar geschapen hebben.
Een taak voor de tegenstander.
We vergeten er dan bij dat God hem met een doel, een taak, als zodanig geschapen heeft. Gods plan der eeuwen, waarin God dwars door alle tijdperken, oftewel aionen, heen Zijn plan van genade met de mens zou uitwerken, zal de mens leren enkel en alleen op Hem te vertrouwen. De taak van satan was om dit werk van God te dwarsbomen. Was dat dan mogelijk voor satan? Nee, want hij is een zondaar. Was satan te vertrouwen in die taak? Nee, want hij is een leugenaar. Dit komt al direct in de sluwheid en listigheid van het slangenwezen tot uiting. Hoe mooi hij zichzelf ook voordoet, hij is en blijft een vijand van de mens. Let wel, deze tegenstand gaat echt tot het uiterste om de mens uit te roeien.
Onze moeite met die taak.
Het is zo begrijpelijk dat we God niet als de oorsprong van deze tegenstander kunnen zien. Wat heeft God uitstaande met het kwaad? Inderdaad, God is licht en in Hem is totaal geen duisternis. Een zondaar, die ook nog eens de taak heeft het werk van God te slopen en te ruïneren lijkt daar volkomen mee in tegenspraak. Maar in het plan dat God in de achtereenvolgende aionen wil uitwerken om Zijn genade te tonen is wel degelijk een rol toegewezen aan deze tegenstander.
Genade openbaart zich bij tegenstand.
Zonder het kwaad van deze tegenstander hadden wij geen zicht gekregen op de liefde van God. We hadden God dan wel als Schepper gekend, maar zonder Zijn genade te proeven. Zonder de tegenstand van deze zondaar hadden we niets geweten van de overwinning die er alleen ligt in Christus. We hadden feitelijk niets geweten van de veiligheid en geborgenheid, die we nu bij de Heer hebben gevonden. Er zou geen spontane verering en lofprijzing zijn.
Bijbels Optiek
Bij Gods genade accepteer je gelijkertijd Zijn liefde, die op haar beurt van je verlangt die door te geven aan anderen. Het is te vergelijken met een bos sleutels, die op veel deuren van harten passen.
Een almachtig God Die Zijn genade toont.
Het is een almachtig God die zelf een tegenstander geschapen heeft om zijn heerlijkheid en genade aan de mensheid te tonen. Als het niet Gods bedoeling was geweest dat satan zou zondigen, dan had God iets van Zijn almacht in moeten leveren toen hij wel een tegenstander bleek te zijn.
Mijn eigen weerstand.
Misschien voel je gelijk de weerstand opkomen bij deze tekening van satan als dienstknecht van een almachtig God. Je erkent de pijn die er ligt in het kwaad in deze wereld. Je voelt dat wellicht ook in elke vezel van je wezen. Ieder mens ondergaat de strijd die er ligt in het feit dat we onderworpen zijn aan de vergankelijkheid. Er zijn zoveel botsingen in het gewone dagelijkse leven van ons bestaan. Kunnen we dan zomaar al het kwaad in deze wereld op het bordje van een almachtig God leggen? Als mensen ontmoetingen met aliëns hebben en sommigen zelfs ontvoerd worden om experimenten te ondergaan, ligt dat dan binnen de begrenzingen van Gods plan?
Emotioneel zijn de bezwaren legio. We zullen echter weinig of niets verstaan van Gods genade als we deze grondwaarheden niet doorkrijgen. Daarom gaan we nog verder uitwerken.
Illustratie van de virtuose violist.
De almachtige God heeft dus een tegenstander geschapen om zijn heerlijkheid en genade aan de mensheid te tonen.
Een illustratie.
Eén van de meest beroemde violisten had een rivaal. Een andere, jaloerse violist had speciaal voor hem een bijzonder moeilijk muziekstuk gecomponeerd. Die rivaal was ervan overtuigd dat hij dat stuk niet zou kunnen spelen. Hij zat zich al te verheugen op zijn afgang. Natuurlijk, als hij het toch zonder fouten zou kunnen spelen zou zijn eer nog veel meer geroemd worden. Maar dat kon hij zich niet voorstellen.
De beroemde violist pakte het muziekstuk en zette het op de kop op zijn lessenaar. Drie van de vier snaren van zijn viool maakte hij los. Zo hield hij nog maar één snaar over om op te spelen. Hij zette de strijkstok op die ene snaar en speelde het hele stuk perfect, zonder een fout te maken.
Zijn rivaal was helemaal verpletterd en ging af. De violist had precies het tegendeel bereikt van wat de componist voor ogen had gestaan. In plaats van dat hij afging was zijn roem nog verder uitgebreid.
Het op de kop gezette muziekstuk was een behoorlijke tegenstander om het geheel tot een goed einde te brengen. De losse snaren waren stuk voor stuk zondaren om het werk goed in het honderd te laten lopen. Hadden die snaren enig eergevoel in hun dunne lijven gehad, dan hadden ze de voldoening gevoeld dat ze bijgedragen hadden aan de meerdere eer van hun meester.
Een almachtig God Die Zijn genade toont.
Het is een almachtig God die zelf een tegenstander geschapen heeft om zijn heerlijkheid en genade aan de mensheid te tonen. Als het niet Gods bedoeling was geweest dat satan zou zondigen, dan had God iets van Zijn almacht in moeten leveren toen hij wel een tegenstander bleek te zijn.
Mijn eigen weerstand.
Misschien voel je gelijk de weerstand opkomen bij deze tekening van satan als dienstknecht van een almachtig God. Je erkent de pijn die er ligt in het kwaad in deze wereld. Je voelt dat wellicht ook in elke vezel van je wezen. Ieder mens ondergaat de strijd die er ligt in het feit dat we onderworpen zijn aan de vergankelijkheid. Er zijn zoveel botsingen in het gewone dagelijkse leven van ons bestaan. Kunnen we dan zomaar al het kwaad in deze wereld op het bordje van een almachtig God leggen? Als mensen ontmoetingen met aliëns hebben en sommigen zelfs ontvoerd worden om experimenten te ondergaan, ligt dat dan binnen de begrenzingen van Gods plan?
Emotioneel zijn de bezwaren legio. We zullen echter weinig of niets verstaan van Gods genade als we deze grondwaarheden niet doorkrijgen. Daarom gaan we nog verder uitwerken.
Illustratie van de virtuose violist.
De almachtige God heeft dus een tegenstander geschapen om zijn heerlijkheid en genade aan de mensheid te tonen.
Een illustratie.
Eén van de meest beroemde violisten had een rivaal. Een andere, jaloerse violist had speciaal voor hem een bijzonder moeilijk muziekstuk gecomponeerd. Die rivaal was ervan overtuigd dat hij dat stuk niet zou kunnen spelen. Hij zat zich al te verheugen op zijn afgang. Natuurlijk, als hij het toch zonder fouten zou kunnen spelen zou zijn eer nog veel meer geroemd worden. Maar dat kon hij zich niet voorstellen.
De beroemde violist pakte het muziekstuk en zette het op de kop op zijn lessenaar. Drie van de vier snaren van zijn viool maakte hij los. Zo hield hij nog maar één snaar over om op te spelen. Hij zette de strijkstok op die ene snaar en speelde het hele stuk perfect, zonder een fout te maken.
Zijn rivaal was helemaal verpletterd en ging af. De violist had precies het tegendeel bereikt van wat de componist voor ogen had gestaan. In plaats van dat hij afging was zijn roem nog verder uitgebreid.
Het op de kop gezette muziekstuk was een behoorlijke tegenstander om het geheel tot een goed einde te brengen. De losse snaren waren stuk voor stuk zondaren om het werk goed in het honderd te laten lopen. Hadden die snaren enig eergevoel in hun dunne lijven gehad, dan hadden ze de voldoening gevoeld dat ze bijgedragen hadden aan de meerdere eer van hun meester.
Bijbels Optiek
De beroemde violist pakte het muziekstuk en zette het op de kop op zijn lessenaar. Drie van de vier snaren van zijn viool maakte hij los. Zo hield hij nog maar één snaar over om op te spelen. Hij zette de strijkstok op die ene snaar en speelde het hele stuk perfect, zonder een fout te maken. De betekenis vind je in de tekst.
De tegenstander is daartoe geschapen.
Gods eer wordt groter juist door de tegenstander die Hijzelf geschapen heeft. God voorzag dit slangenwezen met genoeg intellect om Hem tegen te werken. Daartoe heeft God hem geschapen. Wij zien God als de formeerder van het licht. Hij heeft echter ook de duisternis geschapen.
Jesaja 45: 7:” Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak de vrede en schep het kwaad, Ik, Yahweh God, doe al deze dingen”.
Jesaja 54: 16:” Zie, Ik ben het, die de smid geschapen heb, welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik ben het ook, die de verderver geschapen heb om te vernielen”.
De schepping van het slangenwezen.
Job 26: 13:” Zijn hand heeft de opstandige slang voortgebracht”.
Hier hebben we een verwijzing naar de taak van de tegenwerker: om tijdelijk ellende en pijn in de schepping binnen te brengen. De barensweeën bij het voortbrengen van dit opstandige slangenwezen zijn een hint dat Yahweh Zelf in sympathie meeleed toen Hij hem schiep. Hij maakte hem om vanaf het begin mensendoder en zondaar te zijn.
Ook menselijke tegenstanders door God opgeroepen.
Als we de Bijbel goed kennen is het niet zo’n vreemde zaak dat God tegenstanders gebruikt om Zijn doel te bereiken. We zien dat al in de geschiedenis van het volk Israël. Ook tegen hen roept God de tegenstand van de Egyptenaren op.
Psalm 105: 25:” Hij [Yahweh] veranderde hun harten, zodat zij zijn volk haatten en listig handelden tegen zijn knechten”.
Hier staat dat God de harten van de Egyptenaren veranderde. Dit was nog niet eens omdat het volk van Hem afgedwaald was en dus gecorrigeerd moest worden. Dat was later wel de reden.
God schiep het slangenwezen om een tegenstander te zijn. In de illustratie van de violist zagen we dat die virtuoos violist ook tegenstanders opstelde (het op de kop gezette muziekstuk, de losse snaren) om zijn virtuositeit te meer openbaar te maken. Hierna zullen we een blik achter de schermen werpen hoe God dit aanpakt in het boek Job.
De tegenstander is daartoe geschapen.
Gods eer wordt groter juist door de tegenstander die Hijzelf geschapen heeft. God voorzag dit slangenwezen met genoeg intellect om Hem tegen te werken. Daartoe heeft God hem geschapen. Wij zien God als de formeerder van het licht. Hij heeft echter ook de duisternis geschapen.
Jesaja 45: 7:” Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak de vrede en schep het kwaad, Ik, Yahweh God, doe al deze dingen”.
Jesaja 54: 16:” Zie, Ik ben het, die de smid geschapen heb, welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik ben het ook, die de verderver geschapen heb om te vernielen”.
De schepping van het slangenwezen.
Job 26: 13:” Zijn hand heeft de opstandige slang voortgebracht”.
Hier hebben we een verwijzing naar de taak van de tegenwerker: om tijdelijk ellende en pijn in de schepping binnen te brengen. De barensweeën bij het voortbrengen van dit opstandige slangenwezen zijn een hint dat Yahweh Zelf in sympathie meeleed toen Hij hem schiep. Hij maakte hem om vanaf het begin mensendoder en zondaar te zijn.
Ook menselijke tegenstanders door God opgeroepen.
Als we de Bijbel goed kennen is het niet zo’n vreemde zaak dat God tegenstanders gebruikt om Zijn doel te bereiken. We zien dat al in de geschiedenis van het volk Israël. Ook tegen hen roept God de tegenstand van de Egyptenaren op.
Psalm 105: 25:” Hij [Yahweh] veranderde hun harten, zodat zij zijn volk haatten en listig handelden tegen zijn knechten”.
Hier staat dat God de harten van de Egyptenaren veranderde. Dit was nog niet eens omdat het volk van Hem afgedwaald was en dus gecorrigeerd moest worden. Dat was later wel de reden.
God schiep het slangenwezen om een tegenstander te zijn. In de illustratie van de violist zagen we dat die virtuoos violist ook tegenstanders opstelde (het op de kop gezette muziekstuk, de losse snaren) om zijn virtuositeit te meer openbaar te maken. Hierna zullen we een blik achter de schermen werpen hoe God dit aanpakt in het boek Job.
Bijbels Optiek
Door de tekenen, die Mozes bij de Egyptenaren deed, veranderde het hart van de farao niet en hij liet het volk niet gaan. Pas bij de tiende plaag was hij ertoe bereid, want al zijn goden hadden zo langzamerhand het onderspit moeten delven tegen de machtige Jahweh, de God van de Hebreeën.
Het lidwoord kenmerkt de feitelijke Satan.
De eerste keer dat in het Oude Testament de feitelijke satan met zijn bekende titel op het toneel verschijnt is in het boek Job. Je kan dat in het Hebreeuws herkennen doordat hier ook het lidwoord gebruikt wordt voor het woord ‘satan’ . De keren dat het woord ‘satan’ gebruikt wordt zonder lidwoord is het ook telkens een tegenstander in het algemeen.
De geschiedenis van Job.
Het onderwerp van dat boek is Job zelf, een zeer rechtvaardig en heilig man op aarde. De geschiedenis loopt goed af, je kan wel zeggen: perfect, hij had God leren kennen. Nu niet meer alleen dat hij over Hem gehoord had, maar van aangezicht tot aangezicht. Maar we beginnen bij het begin.
De eerste tegenstand van Satan.
Satan zegt tegen God: “Je zegent Job met van alles en nog wat. Je beschermt hem en zet dan nog eens een hek om hem heen. Vind je het gek dat hij dan zo goed is? Neem dat allemaal maar eens weg. Dan vervloekt hij je in het gezicht”. Zo staat het er niet letterlijk, maar daar komt het wel op neer.
Terugvallen op de genade.
Satan kreeg de toestemming om Job alles af te pikken. We moeten even terugdenken aan het verhaaltje met die violist bij deze geschiedenis. De snaren werden losgegooid. Het muziekstuk werd op de kop op de lessenaar gelegd. Job moest zelfs de dood van zijn kinderen ondergaan. Job bleef trouw aan Yahweh. Hij bleef terugvallen op de genade van God.
De tweede tegenstand van Satan.
In het tweede hoofdstuk verschijnt de satan opnieuw bij de Heer. God zelf wijst hem op Zijn trouwe dienstknecht Job. “Wat je ook met hem uitspookt, hij blijft afhankelijk van mij’.
‘Moet je eens kijken wat er gebeurt als je hem in zijn gezondheid treft. Dan piept die wel anders”, zei satan. Satan kreeg toestemming om ook die compositie op de kop te zetten. Hij mocht hem in zijn gezondheid raken.
Binnen Gods grenzen.
Was satan nou oppermachtig? Was hij de (tijdelijke) overwinnaar? Moet je goed opletten wat daar gebeurt. Hij mocht van alles, tot op een bepaalde grens. Hij mocht Job niet het leven benemen. In dit boek Job blijkt onomwonden dat satan onder de controle staat van de almachtige God. God had hem grenzen gesteld en wee zijn gebeente als hij die niet respecteerde.
Het lidwoord kenmerkt de feitelijke Satan.
De eerste keer dat in het Oude Testament de feitelijke satan met zijn bekende titel op het toneel verschijnt is in het boek Job. Je kan dat in het Hebreeuws herkennen doordat hier ook het lidwoord gebruikt wordt voor het woord ‘satan’ . De keren dat het woord ‘satan’ gebruikt wordt zonder lidwoord is het ook telkens een tegenstander in het algemeen.
De geschiedenis van Job.
Het onderwerp van dat boek is Job zelf, een zeer rechtvaardig en heilig man op aarde. De geschiedenis loopt goed af, je kan wel zeggen: perfect, hij had God leren kennen. Nu niet meer alleen dat hij over Hem gehoord had, maar van aangezicht tot aangezicht. Maar we beginnen bij het begin.
De eerste tegenstand van Satan.
Satan zegt tegen God: “Je zegent Job met van alles en nog wat. Je beschermt hem en zet dan nog eens een hek om hem heen. Vind je het gek dat hij dan zo goed is? Neem dat allemaal maar eens weg. Dan vervloekt hij je in het gezicht”. Zo staat het er niet letterlijk, maar daar komt het wel op neer.
Terugvallen op de genade.
Satan kreeg de toestemming om Job alles af te pikken. We moeten even terugdenken aan het verhaaltje met die violist bij deze geschiedenis. De snaren werden losgegooid. Het muziekstuk werd op de kop op de lessenaar gelegd. Job moest zelfs de dood van zijn kinderen ondergaan. Job bleef trouw aan Yahweh. Hij bleef terugvallen op de genade van God.
De tweede tegenstand van Satan.
In het tweede hoofdstuk verschijnt de satan opnieuw bij de Heer. God zelf wijst hem op Zijn trouwe dienstknecht Job. “Wat je ook met hem uitspookt, hij blijft afhankelijk van mij’.
‘Moet je eens kijken wat er gebeurt als je hem in zijn gezondheid treft. Dan piept die wel anders”, zei satan. Satan kreeg toestemming om ook die compositie op de kop te zetten. Hij mocht hem in zijn gezondheid raken.
Binnen Gods grenzen.
Was satan nou oppermachtig? Was hij de (tijdelijke) overwinnaar? Moet je goed opletten wat daar gebeurt. Hij mocht van alles, tot op een bepaalde grens. Hij mocht Job niet het leven benemen. In dit boek Job blijkt onomwonden dat satan onder de controle staat van de almachtige God. God had hem grenzen gesteld en wee zijn gebeente als hij die niet respecteerde.
Bijbels Optiek
Job had in zijn leven geleerd en ook door zijn ziekte alles van God te verwachten en door genade alleen gered te kunnen worden van alle machten, die er ook toen al bestonden. Zijn drie vrienden zochten het oorzaken, die in de persoonlijke sfeer zouden liggen.
Genade komt openbaar.
God bepaalt wat satan wel of niet doet. De violist maakt zelf de snaren los, wat zijn werk behoorlijk tegenstaat. Job bleef leven, maar wel onder verschrikkelijk lijden. Je moet echter goed opletten hoe zo’n juweel van leven daaruit voortkwam! Gods genade komt tot bijzondere bloei in het leven van Job.
Genade in jouw en mijn leven.
God wil Zijn genade in ons openbaren. Daartoe kunnen we enkel en alleen terugvallen op God zelf. Maar al het lijden in deze wereld werkt mee tot dit doel.
Romeinen 8: 28:” Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede”.
Ja, God gebruikt deze tegenstander tot dat doel. Wij ervaren het lijden niet als een prettige zaak. Integendeel. We lopen voortdurend tegen onze eigen beperkingen op. Maar dan mag je terugvallen op de genade van God. Dat is Gods doel in ons leven.
Satans taak: het kwaad.
God heeft de satan dus geschapen met een bijzondere taak op aarde. Dat kunnen we natuurlijk niet zomaar beweren zonder de Bijbelse onderbouwing. Daarom hierna de Bijbelteksten die aangeven dat God niet zo zeer betrokken is in de schepping en het beheer van het kwaad op aarde als ook dat Hij in de schepping het beheer van het goede heeft.
Daar komen de Bijbelteksten:
Jesaja 45: 6 – 7:” Ik ben Yahweh, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, Yahweh, doe dit alles”.
Jesaja 54: 16:” Zie, Ik (Yahweh) ben het, die de smid geschapen heb, welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik (Yahweh) ben het ook, die de verderver geschapen heb om te vernielen”.
Amos 3: 6 :”Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat Yahweh die bewerkt?”
Genade komt openbaar.
God bepaalt wat satan wel of niet doet. De violist maakt zelf de snaren los, wat zijn werk behoorlijk tegenstaat. Job bleef leven, maar wel onder verschrikkelijk lijden. Je moet echter goed opletten hoe zo’n juweel van leven daaruit voortkwam! Gods genade komt tot bijzondere bloei in het leven van Job.
Genade in jouw en mijn leven.
God wil Zijn genade in ons openbaren. Daartoe kunnen we enkel en alleen terugvallen op God zelf. Maar al het lijden in deze wereld werkt mee tot dit doel.
Romeinen 8: 28:” Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede”.
Ja, God gebruikt deze tegenstander tot dat doel. Wij ervaren het lijden niet als een prettige zaak. Integendeel. We lopen voortdurend tegen onze eigen beperkingen op. Maar dan mag je terugvallen op de genade van God. Dat is Gods doel in ons leven.
Satans taak: het kwaad.
God heeft de satan dus geschapen met een bijzondere taak op aarde. Dat kunnen we natuurlijk niet zomaar beweren zonder de Bijbelse onderbouwing. Daarom hierna de Bijbelteksten die aangeven dat God niet zo zeer betrokken is in de schepping en het beheer van het kwaad op aarde als ook dat Hij in de schepping het beheer van het goede heeft.
Daar komen de Bijbelteksten:
Jesaja 45: 6 – 7:” Ik ben Yahweh, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, Yahweh, doe dit alles”.
Jesaja 54: 16:” Zie, Ik (Yahweh) ben het, die de smid geschapen heb, welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik (Yahweh) ben het ook, die de verderver geschapen heb om te vernielen”.
Amos 3: 6 :”Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat Yahweh die bewerkt?”
Bijbels Optiek
God schiep het licht en er was het licht en in Hem zal nooit duisternis zijn.
Veel meer teksten.
Dwars door al de profetieën van Jeremia lopen de vele verklaringen dat God het kwaad (een groot onheil) bracht over Zijn eigen volk. Het kwaad moest komen vanwege hun zonden en God gaf zelfs het bevel aan kwade mensen om die taak op zich te nemen.
Staat God achter het kwaad?
Jeremia 25: 9:” zie, Ik laat alle geslachten van het Noorden komen, luidt het woord van Yahweh, en Nebukadnezar, de koning van Babel, mijn dienaar, en breng hen tegen dit land en zijn inwoners, ja, tegen al deze volken rondom, en Ik sla hen met de ban, en maak hen tot een voorwerp van ontzetting, tot een aanfluiting en tot een eeuwige smaad”.
Jeremia 27: 6:” Nu heb Ik (Yahweh) al deze landen in de macht van Nebukadnezar, de koning van Babel, mijn dienaar, gegeven; ja, zelfs het gedierte van het veld heb Ik hem gegeven om hem dienstbaar te zijn”.
Jeremia 43: 10:” en zeg tot hen: Zo zegt Yahweh Zebaoth, Elohim van Israël: Zie, Ik ontbied mijn knecht Nebukadnezar, de koning van Babel, opdat hij zijn troon zette boven op deze stenen, die Ik verborgen heb, en zijn statietapijt daarboven uitbreide”.
Dienstknechten van God om Zijn genade te laten stralen.
God in al Zijn heerlijke titels noemt koning Nebukadnezar van Babel Zijn knecht. Bedenk daarbij nog eens hoe God satan gebruikte om Job met veel kwade vervloekingen zeer pijnlijk te raken. Maar God legde daarbij wel de begrenzingen voor satan helder en duidelijk aan. Satan kon niet over de grens heen die God getrokken had. (Job 1: 6-12; 2: 1-6).
De violist zet zelf het muziekstuk op de kop om als tegenstander een dienstknecht voor hem te zijn in zijn perfecte uitvoering van deze muziek. Het maakt zijn uitvoering des te meer subliem. God had, heeft en zal de absolute leiding hebben over alles wat er zich voordoet binnen Zijn schepping om Zijn genade des te helderder te laten stralen.
Er is alleen leven uit de dood.
Emotioneel hebben wij als mens grote moeite met dit Bijbelse standpunt. Vanzelfsprekend, want wij zijn, net als Job, de onderwerpen die deze tegenstand aan den lijve ondergaan. We hebben dan ook liever een God voor ogen die geneest en die redt dan Eén die verbrijzelt en doodt.
Deuteronomium 32: 39:” Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen Elohim, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht”.
God geeft leven door opstanding. Maar opstanding impliceert de dood. Zonder dood geen opstanding. Ook wij als gelovigen redeneren liever de dood weg. Maar het is Yahweh die doodt en doet herleven.
Wij zien liever een God die welvaart biedt en die verhoogt, maar het is dezelfde God die arm maakt en vernedert.
1 Samuel 2: 6 – 8:” Yahweh doodt en doet herleven, Hij doet naar het dodenrijk (sheol=graf) neerdalen en daaruit opkomen. Yahweh maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij”.
Eigenlijk wensen wij God niet te associëren met het kwaad, terwijl de Bijbel dat onomwonden doet en stelt dat het gemaakt is voor Zijn doel.
Spreuken 16: 4 :”Yahweh heeft alles gemaakt voor Zijn doel, ja, zelfs de misdadiger voor de dag van het kwaad”.
Job 12: 16:” Bij Hem (Yahweh) is kracht en beleid, de misleide en de misleider zijn van Hem”.
Veel meer teksten.
Dwars door al de profetieën van Jeremia lopen de vele verklaringen dat God het kwaad (een groot onheil) bracht over Zijn eigen volk. Het kwaad moest komen vanwege hun zonden en God gaf zelfs het bevel aan kwade mensen om die taak op zich te nemen.
Staat God achter het kwaad?
Jeremia 25: 9:” zie, Ik laat alle geslachten van het Noorden komen, luidt het woord van Yahweh, en Nebukadnezar, de koning van Babel, mijn dienaar, en breng hen tegen dit land en zijn inwoners, ja, tegen al deze volken rondom, en Ik sla hen met de ban, en maak hen tot een voorwerp van ontzetting, tot een aanfluiting en tot een eeuwige smaad”.
Jeremia 27: 6:” Nu heb Ik (Yahweh) al deze landen in de macht van Nebukadnezar, de koning van Babel, mijn dienaar, gegeven; ja, zelfs het gedierte van het veld heb Ik hem gegeven om hem dienstbaar te zijn”.
Jeremia 43: 10:” en zeg tot hen: Zo zegt Yahweh Zebaoth, Elohim van Israël: Zie, Ik ontbied mijn knecht Nebukadnezar, de koning van Babel, opdat hij zijn troon zette boven op deze stenen, die Ik verborgen heb, en zijn statietapijt daarboven uitbreide”.
Dienstknechten van God om Zijn genade te laten stralen.
God in al Zijn heerlijke titels noemt koning Nebukadnezar van Babel Zijn knecht. Bedenk daarbij nog eens hoe God satan gebruikte om Job met veel kwade vervloekingen zeer pijnlijk te raken. Maar God legde daarbij wel de begrenzingen voor satan helder en duidelijk aan. Satan kon niet over de grens heen die God getrokken had. (Job 1: 6-12; 2: 1-6).
De violist zet zelf het muziekstuk op de kop om als tegenstander een dienstknecht voor hem te zijn in zijn perfecte uitvoering van deze muziek. Het maakt zijn uitvoering des te meer subliem. God had, heeft en zal de absolute leiding hebben over alles wat er zich voordoet binnen Zijn schepping om Zijn genade des te helderder te laten stralen.
Er is alleen leven uit de dood.
Emotioneel hebben wij als mens grote moeite met dit Bijbelse standpunt. Vanzelfsprekend, want wij zijn, net als Job, de onderwerpen die deze tegenstand aan den lijve ondergaan. We hebben dan ook liever een God voor ogen die geneest en die redt dan Eén die verbrijzelt en doodt.
Deuteronomium 32: 39:” Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen Elohim, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht”.
God geeft leven door opstanding. Maar opstanding impliceert de dood. Zonder dood geen opstanding. Ook wij als gelovigen redeneren liever de dood weg. Maar het is Yahweh die doodt en doet herleven.
Wij zien liever een God die welvaart biedt en die verhoogt, maar het is dezelfde God die arm maakt en vernedert.
1 Samuel 2: 6 – 8:” Yahweh doodt en doet herleven, Hij doet naar het dodenrijk (sheol=graf) neerdalen en daaruit opkomen. Yahweh maakt arm en maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij”.
Eigenlijk wensen wij God niet te associëren met het kwaad, terwijl de Bijbel dat onomwonden doet en stelt dat het gemaakt is voor Zijn doel.
Spreuken 16: 4 :”Yahweh heeft alles gemaakt voor Zijn doel, ja, zelfs de misdadiger voor de dag van het kwaad”.
Job 12: 16:” Bij Hem (Yahweh) is kracht en beleid, de misleide en de misleider zijn van Hem”.
Bijbels Optiek
Alleen wie in de gekruisigde en opgestane Jezus Christus gelooft, zal het lege graf aanvaarden als de opstanding van zijn eigen lichaam en eeuwig leven.
Satan, een tegenstander van God
Als we dus over satan nadenken is het van belang dat we het doel van satan goed doorhebben. In alle facetten werkt hij God tegen. Daarvoor heeft hij echt alle mogelijke middelen voorhanden. Besef goed dat hij daar zeer bedreven in is.
Het blijft voor jou als lezer erg moeilijk te bevatten dat satan nou juist geschapen is om die tegenstander van God te zijn. Daarom nog een voorbeeld om dit beginsel te illustreren.
De spiegel.
Om de voortreffelijke eigenschappen van Zijn Persoon goed tot zijn recht te doen komen heeft God voor een donkere achtergrond, de satan, gezorgd. Je kan dat vergelijken met de zwarte achterlaag die elke spiegel nodig heeft om een helder spiegelbeeld weer te geven. Zo had God ook in Zijn schepping een zwarte achtergrond nodig om Zijn heerlijkheid uit te doen komen. Satan, de tegenstander, is die zwarte achtergrond.
Gods kracht, wijsheid, liefde en genade.
De kracht van God hadden we nooit gekend zonder de krachtige tegenstand. De wijsheid van God hadden we nooit gekend zonder de sluwheid van satan. De liefde van God hadden we nooit gekend zonder de tirannieke tegenstand van satan. De genade van God hadden we nooit gekend zonder de leugens van de kracht in jezelf, die satan verspreid.
Christus doet alle werken van Satan teniet.
Satan is een machtig tegenstander die uitsluitend door Christus in macht en gezag overtroffen wordt. In de loop van de vele studies over ufo’s zullen we veel verschillende geestelijke machten tegenkomen. Velen van hen hebben blijkbaar de leugens van deze tegenstander geslikt. Je ziet dat in de vele esoterische denkbeelden, die in de ufo-wereld opgang doen. Ze zijn daarmee onderworpen geraakt aan zijn invloed. Dat hij bijzonder veel macht heeft blijkt wel uit het feit dat Michaël, één van de hoogste engelen, hem niet zomaar kon bestraffen.
Judas 1:9:” Zelfs de aartsengel Michaël waagde het niet de duivel te beschuldigen en te veroordelen toen hij met hem twistte over het lichaam van Mozes. Hij zei alleen: ‘Moge de Heer u straffen”.
De Heer zelf heeft wel dat volle gezag, zoals blijkt uit deze tekst. Hij is ook werkelijk de Enige die alle werken van satan zal teniet doen.
Satan, een tegenstander van God
Als we dus over satan nadenken is het van belang dat we het doel van satan goed doorhebben. In alle facetten werkt hij God tegen. Daarvoor heeft hij echt alle mogelijke middelen voorhanden. Besef goed dat hij daar zeer bedreven in is.
Het blijft voor jou als lezer erg moeilijk te bevatten dat satan nou juist geschapen is om die tegenstander van God te zijn. Daarom nog een voorbeeld om dit beginsel te illustreren.
De spiegel.
Om de voortreffelijke eigenschappen van Zijn Persoon goed tot zijn recht te doen komen heeft God voor een donkere achtergrond, de satan, gezorgd. Je kan dat vergelijken met de zwarte achterlaag die elke spiegel nodig heeft om een helder spiegelbeeld weer te geven. Zo had God ook in Zijn schepping een zwarte achtergrond nodig om Zijn heerlijkheid uit te doen komen. Satan, de tegenstander, is die zwarte achtergrond.
Gods kracht, wijsheid, liefde en genade.
De kracht van God hadden we nooit gekend zonder de krachtige tegenstand. De wijsheid van God hadden we nooit gekend zonder de sluwheid van satan. De liefde van God hadden we nooit gekend zonder de tirannieke tegenstand van satan. De genade van God hadden we nooit gekend zonder de leugens van de kracht in jezelf, die satan verspreid.
Christus doet alle werken van Satan teniet.
Satan is een machtig tegenstander die uitsluitend door Christus in macht en gezag overtroffen wordt. In de loop van de vele studies over ufo’s zullen we veel verschillende geestelijke machten tegenkomen. Velen van hen hebben blijkbaar de leugens van deze tegenstander geslikt. Je ziet dat in de vele esoterische denkbeelden, die in de ufo-wereld opgang doen. Ze zijn daarmee onderworpen geraakt aan zijn invloed. Dat hij bijzonder veel macht heeft blijkt wel uit het feit dat Michaël, één van de hoogste engelen, hem niet zomaar kon bestraffen.
Judas 1:9:” Zelfs de aartsengel Michaël waagde het niet de duivel te beschuldigen en te veroordelen toen hij met hem twistte over het lichaam van Mozes. Hij zei alleen: ‘Moge de Heer u straffen”.
De Heer zelf heeft wel dat volle gezag, zoals blijkt uit deze tekst. Hij is ook werkelijk de Enige die alle werken van satan zal teniet doen.
Bijbels Optiek
Eenmaal zal er vrede zijn als Jezus Christus in het Duizendjarig Vrederijk op aarde zal regeren en alle macht van de duivel 1000 jaar verbroken zal zijn en er vrede zal heersen zowel in de mensenwereld als ook onder de dieren onderling. De hele natuur zal herschapen worden, zodat overal overvloed aanwezig is.
Karikatuur van Satan.
Er is een soort karikatuur ontstaan van satan alsof hij het voorzien heeft op ons vlees. Mensen zondigen en wijzen dan naar satan als de hoofdschuldige. Mensen hebben tegenspoed en wijzen dan naar satan. Mensen hebben ruzie met elkaar en wijzen dan naar satan. Zelfs oorlog wordt op zijn bordje geschoven. De Bijbel legt de verantwoording voor deze zaken echter volledig in handen van de mens zelf.
Satan is een geestelijk wezen.
Satan houdt zich als geestelijk wezen met name bezig met de zaken die onze geest betreffen. Ons geestelijk leven is het waar hij het op gemunt heeft. Hij kan wel degelijk invloed uitoefenen op ons vlees, maar zijn doel is om onze geest te treffen.
Tegenstander van genade.
Om maar gelijk man en paard te noemen: Hij is de tegenstander van genade. Het is de genade van God die ons vertrouwen richt op Christus alleen. Dit simpele vertrouwen op God is namelijk een gesteldheid van onze geest. Dat vertrouwen vindt plaats in ons denken. Daar is zijn sluwheid op gericht. Hij wenst niet dat we afhankelijk zijn van God en Zijn Woord. Voor geen meter pikt hij het dat we uitsluitend op grond van genade leven.
Karikatuur van Satan.
Er is een soort karikatuur ontstaan van satan alsof hij het voorzien heeft op ons vlees. Mensen zondigen en wijzen dan naar satan als de hoofdschuldige. Mensen hebben tegenspoed en wijzen dan naar satan. Mensen hebben ruzie met elkaar en wijzen dan naar satan. Zelfs oorlog wordt op zijn bordje geschoven. De Bijbel legt de verantwoording voor deze zaken echter volledig in handen van de mens zelf.
Satan is een geestelijk wezen.
Satan houdt zich als geestelijk wezen met name bezig met de zaken die onze geest betreffen. Ons geestelijk leven is het waar hij het op gemunt heeft. Hij kan wel degelijk invloed uitoefenen op ons vlees, maar zijn doel is om onze geest te treffen.
Tegenstander van genade.
Om maar gelijk man en paard te noemen: Hij is de tegenstander van genade. Het is de genade van God die ons vertrouwen richt op Christus alleen. Dit simpele vertrouwen op God is namelijk een gesteldheid van onze geest. Dat vertrouwen vindt plaats in ons denken. Daar is zijn sluwheid op gericht. Hij wenst niet dat we afhankelijk zijn van God en Zijn Woord. Voor geen meter pikt hij het dat we uitsluitend op grond van genade leven.
Bijbels Optiek
De apostel Paulus zegt in de Corinthebrief: En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. Dit had hij door ervaring geleerd.
Let op het eindresultaat.
De voorbeelden in de Bijbel van mensen die lichamelijk door satan zijn aangeraakt om hen ziek te maken, zoals Job en ook Paulus met die engel van satan die hem sloeg, zijn juist voorbeelden van het feit dat hij die mensen wilde raken in hun geloofsvertrouwen. Bij Job werden de grootste slagen toegebracht door zijn vrouw en zijn vrienden. Zij waren bezig zijn vertrouwen op God te ondergraven. Hoe eindigt het?
Job 42: 5:” Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd”.
Het oog van Job bleef gericht op God en hij had Hem beter leren kennen.
Bij Paulus was de grootste worsteling zijn eigen innerlijke strijd. Hoe eindigt die?
2 Corinthe 12: 9:” En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome”.
Simpel vertrouwen.
Houdt dus bij al de listen van satan je oog op God gericht. Zijn genade is ons genoeg. Het is de genade van God, die ook in ons wil werken, waardoor God verheerlijkt wordt juist onder al de tegenstand van de satan. Simpel vertrouwen op die God van alle genade is de sleutel tot overwinning over deze tegenstander. Simpel vertrouwen is ook gelijk het doelwit van deze tegenstander. Het is een geestelijk wezen wiens doel het is ons te raken in ons geestelijk leven.
Wantrouwen zaaien.
Deze sluwe aanpak komen we ook tegen als we de communicatie tussen het slangenwezen en de vrouw volgen. Later komen we het opnieuw tegen bij de verzoeking van de Heer tijdens de veertig dagen in de woestijn. Kijk hoe hij tewerk gaat om het geloofsvertrouwen te ondergraven. Hij komt met twijfel, ontkenning, leugens, halve waarheden, verdraaiingen en citaten uit zijn context. In het denken van de mens zaait hij het wantrouwen. Dat deed hij bij de vrouw. Hij benaderde de vrouw met een regelrechte leugen: “Heeft God niet gezegd dat je van geen enkele boom mag eten?” Dat had God helemaal niet gezegd. In feite had Hij gezegd: “Van elke boom in de hof mag je vrijelijk eten”. Hij had zijn pijlen goed gericht op het denken van de vrouw. Daardoor was ze aan het twijfelen geraakt.
Twijfel.
Die twijfel kan je duidelijk proeven uit het onzekere antwoord van de vrouw.
Genesis 3: 3:” Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft”.
De manier waarop ze zei ‘opdat je niet sterft’ wekt de indruk alsof God haar gewaarschuwd had dat ze wellicht misschien wel eens zou kunnen sterven. Niets was er meer over van de duidelijke uitspraak van God dat je stervende zou sterven. Haar denken was al bezoedeld van wantrouwen.
Let op het eindresultaat.
De voorbeelden in de Bijbel van mensen die lichamelijk door satan zijn aangeraakt om hen ziek te maken, zoals Job en ook Paulus met die engel van satan die hem sloeg, zijn juist voorbeelden van het feit dat hij die mensen wilde raken in hun geloofsvertrouwen. Bij Job werden de grootste slagen toegebracht door zijn vrouw en zijn vrienden. Zij waren bezig zijn vertrouwen op God te ondergraven. Hoe eindigt het?
Job 42: 5:” Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd”.
Het oog van Job bleef gericht op God en hij had Hem beter leren kennen.
Bij Paulus was de grootste worsteling zijn eigen innerlijke strijd. Hoe eindigt die?
2 Corinthe 12: 9:” En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome”.
Simpel vertrouwen.
Houdt dus bij al de listen van satan je oog op God gericht. Zijn genade is ons genoeg. Het is de genade van God, die ook in ons wil werken, waardoor God verheerlijkt wordt juist onder al de tegenstand van de satan. Simpel vertrouwen op die God van alle genade is de sleutel tot overwinning over deze tegenstander. Simpel vertrouwen is ook gelijk het doelwit van deze tegenstander. Het is een geestelijk wezen wiens doel het is ons te raken in ons geestelijk leven.
Wantrouwen zaaien.
Deze sluwe aanpak komen we ook tegen als we de communicatie tussen het slangenwezen en de vrouw volgen. Later komen we het opnieuw tegen bij de verzoeking van de Heer tijdens de veertig dagen in de woestijn. Kijk hoe hij tewerk gaat om het geloofsvertrouwen te ondergraven. Hij komt met twijfel, ontkenning, leugens, halve waarheden, verdraaiingen en citaten uit zijn context. In het denken van de mens zaait hij het wantrouwen. Dat deed hij bij de vrouw. Hij benaderde de vrouw met een regelrechte leugen: “Heeft God niet gezegd dat je van geen enkele boom mag eten?” Dat had God helemaal niet gezegd. In feite had Hij gezegd: “Van elke boom in de hof mag je vrijelijk eten”. Hij had zijn pijlen goed gericht op het denken van de vrouw. Daardoor was ze aan het twijfelen geraakt.
Twijfel.
Die twijfel kan je duidelijk proeven uit het onzekere antwoord van de vrouw.
Genesis 3: 3:” Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft”.
De manier waarop ze zei ‘opdat je niet sterft’ wekt de indruk alsof God haar gewaarschuwd had dat ze wellicht misschien wel eens zou kunnen sterven. Niets was er meer over van de duidelijke uitspraak van God dat je stervende zou sterven. Haar denken was al bezoedeld van wantrouwen.
Bijbels Optiek
De satan had tegen Eva gezegd, dat ze niet zou sterven als ze van de boom der kennis van goed en kwaad zou eten, maar alleen aan God gelijk zou zijn. Echter haar aardse leven zou wel eindigen, evenals dat va Adam. Twee engelen bewaakten de Hof van Eden en versperden zó de toegang tot de boom des levens, anders zouden ze eeuwig ongelukkig leven. De dood en opstanding in een Verlosser zou dit proces ten goede keren.
Genade van God tegenover de leugens van Satan.
Nu kon satan dan ook zijn kanon op het laatste beetje vertrouwen dat nog overgebleven was bij de vrouw richten. “Je zal beslist niet sterven”. Een regelrechte leugen.
Als we ons niet afhankelijk weten van de genade van God, dan gaan we geheid precies eender voor de bijl. We zijn uit onszelf niet bestand tegen de leugens van de tegenstander. Nog altijd worden zijn leugens gezaaid om het geloofsvertrouwen om zeep te helpen.
Genade bereikt zijn doel.
Satan is de tegenstander van God. Als geestelijk wezen is zijn doel vooral gericht op ons geestelijk leven. Genade en genade alleen werkt geloofsvertrouwen. Waar de genade heerst treffen de pijlen van satan geen doel. Gods heerlijkheid en eer komt openbaar waar satans tegenstand overwonnen is. Uiteindelijk zal genade heersen over allen en alles.
Satan, de oude Slang.
Wie satan nu feitelijk is komt in de Bijbel slechts geleidelijk aan openbaar. De eerste tekening die de Bijbel geeft van de personificatie van het kwaad is in het slangenwezen. Als je goed leest valt natuurlijk wel direct het idiote op van zijn aanbod dat de mens ‘als Elohim’ zou worden. Zo’n belofte neem je toch eigenlijk niet serieus als je die uit de mond van alleen maar een dier hoort. Dat is niet erg overtuigend.
Het was natuurlijk de duivel, die zondigt vanaf het begin (1 Johannes 3: 8). Het was zonder meer satan, de oude slang (Openbaring 12: 9). Maar zo wordt hij niet direct aangewezen in het begin van de Bijbel.
Bron van het kwaad – bron van het goede.
Eigenlijk bleef gedurende de hele periode van het Oude Testament het plaatje van satan nogal vaag. Wat dat betreft bleef de bron van het kwaad behoorlijk onbekend.
Aan de andere kant had je de bron van het goede. Die wordt gelijk vanaf het eerste begin in al Zijn heerlijkheid helder getekend. Kwaad was dan ook haast alleen bekend als een afdwalen van die bron van het goede. De bron achter al het kwaad, satan, wordt pas werkelijk onthuld in het Nieuwe Testament.
Het boek Job.
De uitzondering op de regel zou je het boek Job kunnen noemen. Daar wordt satan wel degelijk letterlijk vermeld. Ook zien we daar hoever zijn macht reikt. Daarbij valt op dat hij die macht alleen kan en mag gebruiken waar dit in het plan van God past. Het Nieuwe Testament gaat zelfs een heel stuk verder dan deze beschrijving van satan in het boek Job.
Het boek Zacharia.
Ook het boek Zacharia tekent de ondergeschiktheid van satan aan Yahweh als hij de hogepriester wil aanklagen.
Het volk Israël mag namelijk terugkomen uit de ballingschap. Zeventig jaar zijn ze in Babylon in ballingschap geweest en dan mogen ze terug. Alsof een droom is uitgekomen. Maar de realiteit valt tegen. Ze willen wel overnieuw beginnen, maar het lukt zo moeilijk. Er komt een nieuwe hogepriester mee uit Babel, Jozua. U kent waarschijnlijk een andere Jozua beter, de opvolger van Mozes die het land binnentrekt, als ze uit de woestijn komen. Dit is een verre naamgenoot van hem, maar hij staat voor een vergelijkbare taak: opnieuw beginnen temidden van tegenslag en vijandigheid.
Dan krijgt de profeet Zacharia een visioen. Hij ziet de hogepriester Jozua staan voor een hemels gerechtshof. Jozua wordt in de hemel geoordeeld. En zoals in elk proces is er een officier van justitie die de aanklacht formuleert: en hier is dat de satan. Het is de satan die Jozua graag schuldig wil hebben voor het hemelse hof en er voor wil zorgen dat hij veroordeeld wordt.
Zacharia 3: 1 en 2:” Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. Yahweh echter zei tot de satan: Yahweh bestraft je, satan, ja Yahweh, die Jeruzalem verkiest, bestraft je; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?”
Genade van God tegenover de leugens van Satan.
Nu kon satan dan ook zijn kanon op het laatste beetje vertrouwen dat nog overgebleven was bij de vrouw richten. “Je zal beslist niet sterven”. Een regelrechte leugen.
Als we ons niet afhankelijk weten van de genade van God, dan gaan we geheid precies eender voor de bijl. We zijn uit onszelf niet bestand tegen de leugens van de tegenstander. Nog altijd worden zijn leugens gezaaid om het geloofsvertrouwen om zeep te helpen.
Genade bereikt zijn doel.
Satan is de tegenstander van God. Als geestelijk wezen is zijn doel vooral gericht op ons geestelijk leven. Genade en genade alleen werkt geloofsvertrouwen. Waar de genade heerst treffen de pijlen van satan geen doel. Gods heerlijkheid en eer komt openbaar waar satans tegenstand overwonnen is. Uiteindelijk zal genade heersen over allen en alles.
Satan, de oude Slang.
Wie satan nu feitelijk is komt in de Bijbel slechts geleidelijk aan openbaar. De eerste tekening die de Bijbel geeft van de personificatie van het kwaad is in het slangenwezen. Als je goed leest valt natuurlijk wel direct het idiote op van zijn aanbod dat de mens ‘als Elohim’ zou worden. Zo’n belofte neem je toch eigenlijk niet serieus als je die uit de mond van alleen maar een dier hoort. Dat is niet erg overtuigend.
Het was natuurlijk de duivel, die zondigt vanaf het begin (1 Johannes 3: 8). Het was zonder meer satan, de oude slang (Openbaring 12: 9). Maar zo wordt hij niet direct aangewezen in het begin van de Bijbel.
Bron van het kwaad – bron van het goede.
Eigenlijk bleef gedurende de hele periode van het Oude Testament het plaatje van satan nogal vaag. Wat dat betreft bleef de bron van het kwaad behoorlijk onbekend.
Aan de andere kant had je de bron van het goede. Die wordt gelijk vanaf het eerste begin in al Zijn heerlijkheid helder getekend. Kwaad was dan ook haast alleen bekend als een afdwalen van die bron van het goede. De bron achter al het kwaad, satan, wordt pas werkelijk onthuld in het Nieuwe Testament.
Het boek Job.
De uitzondering op de regel zou je het boek Job kunnen noemen. Daar wordt satan wel degelijk letterlijk vermeld. Ook zien we daar hoever zijn macht reikt. Daarbij valt op dat hij die macht alleen kan en mag gebruiken waar dit in het plan van God past. Het Nieuwe Testament gaat zelfs een heel stuk verder dan deze beschrijving van satan in het boek Job.
Het boek Zacharia.
Ook het boek Zacharia tekent de ondergeschiktheid van satan aan Yahweh als hij de hogepriester wil aanklagen.
Het volk Israël mag namelijk terugkomen uit de ballingschap. Zeventig jaar zijn ze in Babylon in ballingschap geweest en dan mogen ze terug. Alsof een droom is uitgekomen. Maar de realiteit valt tegen. Ze willen wel overnieuw beginnen, maar het lukt zo moeilijk. Er komt een nieuwe hogepriester mee uit Babel, Jozua. U kent waarschijnlijk een andere Jozua beter, de opvolger van Mozes die het land binnentrekt, als ze uit de woestijn komen. Dit is een verre naamgenoot van hem, maar hij staat voor een vergelijkbare taak: opnieuw beginnen temidden van tegenslag en vijandigheid.
Dan krijgt de profeet Zacharia een visioen. Hij ziet de hogepriester Jozua staan voor een hemels gerechtshof. Jozua wordt in de hemel geoordeeld. En zoals in elk proces is er een officier van justitie die de aanklacht formuleert: en hier is dat de satan. Het is de satan die Jozua graag schuldig wil hebben voor het hemelse hof en er voor wil zorgen dat hij veroordeeld wordt.
Zacharia 3: 1 en 2:” Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. Yahweh echter zei tot de satan: Yahweh bestraft je, satan, ja Yahweh, die Jeruzalem verkiest, bestraft je; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?”
Bijbels Optiek
Zacharia schrijft: “Vervolgens deed Hij mij de hogepriester Jozua zien, staande voor de Engel van Yahweh, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen. Yahweh echter zei tot de satan: Yahweh bestraft je, satan, ja Yahweh, die Jeruzalem verkiest, bestraft je; is deze niet een brandhout uit het vuur gerukt?”
Het Nieuwe Testament.
Het is het Nieuwe Testament dat ons in concrete bewoordingen met het bestaan van satan confronteert. Vanaf de eerste start bij de Evangeliën, waar hij verschijnt als de persoonlijke verleider van onze Heer, door de brieven tot en met de Openbaring wordt zijn bestaan telkens opnieuw als een vertrouwde en belangrijke waarheid geponeerd.
Satan uit de hemel gevallen.
Laten we maar gelijk een tekst bij de kop pakken uit het Nieuwe Testament die veel verwarring heeft veroorzaakt.
Lucas 10: 18:” Hij [Christus Jezus] zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”.
Het Nieuwe Testament.
Het is het Nieuwe Testament dat ons in concrete bewoordingen met het bestaan van satan confronteert. Vanaf de eerste start bij de Evangeliën, waar hij verschijnt als de persoonlijke verleider van onze Heer, door de brieven tot en met de Openbaring wordt zijn bestaan telkens opnieuw als een vertrouwde en belangrijke waarheid geponeerd.
Satan uit de hemel gevallen.
Laten we maar gelijk een tekst bij de kop pakken uit het Nieuwe Testament die veel verwarring heeft veroorzaakt.
Lucas 10: 18:” Hij [Christus Jezus] zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”.
Bijbels Optiek
Jezus zegt: “Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”.
De Heer Jezus zag iets gebeuren. Hij vertelt er echter niet bij wanneer dit plaats vond of nog moet plaats vinden. Het tijdstip staat er niet bij. Het aparte feit doet zich echter voor dat het gros van de christenheid wel denkt te weten wanneer dit plaats vond. Daarvoor gaan ze naar Bijbelgedeelten uit Jesaja en Ezechiël. Omdat deze gedachte zo wijd verbreid is zullen we die gedeelten later uitvoerig doornemen. Men leest daar iets in wat dan prima zou passen tussen Genesis 1: 1 en Genesis 1: 2.
De val van Satan uit de hemel.
Lukas 10: 18:” Hij [Christus Jezus] zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”.
De overgrote meerderheid van Bijbeluitleggers plaats deze gebeurtenis ten onrechte in het verleden. Hoewel deze wereld in een ellendige staat verkeert, is het er nog lang niet zo beroerd aan toe als wanneer satan daadwerkelijk op aarde geworpen zal zijn. De daadwerkelijke gebeurtenis die Christus hier profetisch al zag vinden we beschreven in Openbaring.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Toekomstige gebeurtenis.
Dit zal in de toekomst plaats vinden in de Dag des Heren. Hoe ernstig dit voor de wereld zal zijn wordt een aantal verzen verder beschreven
Openbaring 12: 12:” Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft”.
Dat zal het moment zijn dat er een gigantische vervolging van de Vrouw Israël zal plaats vinden. Zij vlucht in de woestijn. Satan werpt een rivier achter haar aan. Er komt een scheur in de aarde en al het water stroomt daarin weg.
Er zal dus een tijd aanbreken in de toekomst dat satan uit de hemel geworpen zal worden. Dan heeft hij niet meer de mogelijkheid om heen en weer te gaan naar de hemel. Het wordt een verschrikkelijke tijd op aarde. Zover is het nu nog niet.
Tegenwerker van genade.
Toch werkt satan wel degelijk in de huidige tijd. Hij is de grote tegenwerker van God. Hij zal alles in het werk stellen dat we geen zicht krijgen op de overvloeiende rijkdommen van Gods genade. Hij toont ons onze eigen mogelijkheden, onze eigen potentie. Heel plat gezegd roept hij ons allen toe: geloof in jezelf.
Door elkaar gooien.
Hij is de duivel, degene die alles door elkaar gooit. We denken zicht te hebben op God via uiterlijke symbolen en uiterlijke vastigheden. Het geloof is echter het bewijs van de dingen die je niet ziet (Hebreeën 11: 1).
Johannes 20: 29:” Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven”.
Wij leven in de tijd van de verborgenheid. God houdt Zich verborgen voor deze wereld. Uiterlijk valt er niets te ontdekken van Zijn handelen. De duivel gooit alles door elkaar en leert ons te vertrouwen op uiterlijke vastigheden.
De Heer Jezus zag iets gebeuren. Hij vertelt er echter niet bij wanneer dit plaats vond of nog moet plaats vinden. Het tijdstip staat er niet bij. Het aparte feit doet zich echter voor dat het gros van de christenheid wel denkt te weten wanneer dit plaats vond. Daarvoor gaan ze naar Bijbelgedeelten uit Jesaja en Ezechiël. Omdat deze gedachte zo wijd verbreid is zullen we die gedeelten later uitvoerig doornemen. Men leest daar iets in wat dan prima zou passen tussen Genesis 1: 1 en Genesis 1: 2.
De val van Satan uit de hemel.
Lukas 10: 18:” Hij [Christus Jezus] zei tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen”.
De overgrote meerderheid van Bijbeluitleggers plaats deze gebeurtenis ten onrechte in het verleden. Hoewel deze wereld in een ellendige staat verkeert, is het er nog lang niet zo beroerd aan toe als wanneer satan daadwerkelijk op aarde geworpen zal zijn. De daadwerkelijke gebeurtenis die Christus hier profetisch al zag vinden we beschreven in Openbaring.
Openbaring 12: 9:” En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem”.
Toekomstige gebeurtenis.
Dit zal in de toekomst plaats vinden in de Dag des Heren. Hoe ernstig dit voor de wereld zal zijn wordt een aantal verzen verder beschreven
Openbaring 12: 12:” Hierom bedrijft vreugde, gij hemelen, en gij, die daarin woont! Wee dengenen, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft groten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft”.
Dat zal het moment zijn dat er een gigantische vervolging van de Vrouw Israël zal plaats vinden. Zij vlucht in de woestijn. Satan werpt een rivier achter haar aan. Er komt een scheur in de aarde en al het water stroomt daarin weg.
Er zal dus een tijd aanbreken in de toekomst dat satan uit de hemel geworpen zal worden. Dan heeft hij niet meer de mogelijkheid om heen en weer te gaan naar de hemel. Het wordt een verschrikkelijke tijd op aarde. Zover is het nu nog niet.
Tegenwerker van genade.
Toch werkt satan wel degelijk in de huidige tijd. Hij is de grote tegenwerker van God. Hij zal alles in het werk stellen dat we geen zicht krijgen op de overvloeiende rijkdommen van Gods genade. Hij toont ons onze eigen mogelijkheden, onze eigen potentie. Heel plat gezegd roept hij ons allen toe: geloof in jezelf.
Door elkaar gooien.
Hij is de duivel, degene die alles door elkaar gooit. We denken zicht te hebben op God via uiterlijke symbolen en uiterlijke vastigheden. Het geloof is echter het bewijs van de dingen die je niet ziet (Hebreeën 11: 1).
Johannes 20: 29:” Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven”.
Wij leven in de tijd van de verborgenheid. God houdt Zich verborgen voor deze wereld. Uiterlijk valt er niets te ontdekken van Zijn handelen. De duivel gooit alles door elkaar en leert ons te vertrouwen op uiterlijke vastigheden.
Bijbels Optiek
Wij leven in een tijd van verborgenheden en het is soms moeilijk om te blijven geloven in Jezus Christus en Zijn geweldige toekomst. Maar Jezus zegt daarover:” Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven”. Op de afbeelding controleert Thomas, een van de discipelen van de Here Jezus, de wonden in Zijn zij.
Leugenaar.
Satan is de leugenaar vanaf het begin. Bedrog is zijn grootste troef. Het sterkste staaltje van deze specialiteit geeft hij weg als hij ons laat geloven dat hij niet satan is. Manipulatie is zijn wapen. Zo bewerkt hij de mens zodat ze geloven dat ze hun eigen welzijn zelf in handen hebben. ‘Geloof het en je bezit het’ is zijn credo. Geloof in zijn aanpak en je hebt de wereld aan je voeten liggen, wil hij ons doen geloven. Hij doet zich voor als de redder uit de ellende, terwijl hijzelf de personificatie is van ellende.
Moordenaar.
Daar komt de ware moordenaar van den beginne om de hoek kijken. Hij is geen redder, hij is een verslindende leeuw. Hij presenteert zich echter als de engel van het licht. Deze leugenaar doet zich altijd anders voor en we zien een wereld buigen voor deze zogenaamde lichtbrenger.
Summum van zijn leugen.
De geleerden en intellectuelen van de wereld zitten op zijn school. Satan had de taak gekregen om het zicht op de genade te benemen en je kan zeggen dat hij daar in de wereld bijzonder succesvol in is geslaagd. Uiteindelijk zal het inderdaad uitlopen op die gebeurtenis dat hij op aarde geworpen zal worden. Uiteindelijk zal er inderdaad een vermenging plaatsvinden tussen de mens en satan. Of dat door middel van DNA manipulatie of door seksueel contact plaats zal vinden is onzeker. Maar er zal een mens der schande opstaan, een hybride. Het bedrog en de leugen is dan zover doorgewerkt dat de mensheid dit schepsel zal verwelkomen als een openbaring van de ware god.
Leugenaar.
Satan is de leugenaar vanaf het begin. Bedrog is zijn grootste troef. Het sterkste staaltje van deze specialiteit geeft hij weg als hij ons laat geloven dat hij niet satan is. Manipulatie is zijn wapen. Zo bewerkt hij de mens zodat ze geloven dat ze hun eigen welzijn zelf in handen hebben. ‘Geloof het en je bezit het’ is zijn credo. Geloof in zijn aanpak en je hebt de wereld aan je voeten liggen, wil hij ons doen geloven. Hij doet zich voor als de redder uit de ellende, terwijl hijzelf de personificatie is van ellende.
Moordenaar.
Daar komt de ware moordenaar van den beginne om de hoek kijken. Hij is geen redder, hij is een verslindende leeuw. Hij presenteert zich echter als de engel van het licht. Deze leugenaar doet zich altijd anders voor en we zien een wereld buigen voor deze zogenaamde lichtbrenger.
Summum van zijn leugen.
De geleerden en intellectuelen van de wereld zitten op zijn school. Satan had de taak gekregen om het zicht op de genade te benemen en je kan zeggen dat hij daar in de wereld bijzonder succesvol in is geslaagd. Uiteindelijk zal het inderdaad uitlopen op die gebeurtenis dat hij op aarde geworpen zal worden. Uiteindelijk zal er inderdaad een vermenging plaatsvinden tussen de mens en satan. Of dat door middel van DNA manipulatie of door seksueel contact plaats zal vinden is onzeker. Maar er zal een mens der schande opstaan, een hybride. Het bedrog en de leugen is dan zover doorgewerkt dat de mensheid dit schepsel zal verwelkomen als een openbaring van de ware god.