Click here to edit.
3. Stromingen in de islam.
Binnen de islam zijn er verschillende stromingen. De twee grootste stromingen zijn ontstaan ten gevolge van een conflict over de opvolging van Mohammed. De islam kent hierdoor geen centraal leergezag en er is ook geen religieusspiritueel leider, zoals de Paus in de rooms-katholieke Kerk, wiens gezag algemeen erkend wordt. Het opvolgingsconflict ontstond doordat Mohammed, ondanks negen vrouwen, geen levende mannelijke afstammeling had verwekt (zijn enige zoon was jong overleden). Tot ongenoegen van enkele moslims werd na de dood van Mohammed diens vriend Aboe Bakr als opvolger aanvaard en niet Ali, een neef (en schoonzoon) van Mohammed.
Binnen de islam zijn er verschillende stromingen. De twee grootste stromingen zijn ontstaan ten gevolge van een conflict over de opvolging van Mohammed. De islam kent hierdoor geen centraal leergezag en er is ook geen religieusspiritueel leider, zoals de Paus in de rooms-katholieke Kerk, wiens gezag algemeen erkend wordt. Het opvolgingsconflict ontstond doordat Mohammed, ondanks negen vrouwen, geen levende mannelijke afstammeling had verwekt (zijn enige zoon was jong overleden). Tot ongenoegen van enkele moslims werd na de dood van Mohammed diens vriend Aboe Bakr als opvolger aanvaard en niet Ali, een neef (en schoonzoon) van Mohammed.
Click here to edit.
Ali, de neef en de schoonzoon van de profeet Mohammed.
Ali werd uiteindelijk de vierde kalief, maar hij werd in 661 vermoord. Zijn zoon Hoessein volgde hem op, maar deze werd in 680 eveneens gedood door het leger van de Oemajjaden. Na een kleine dertig jaar resulteerde dit tot het ontstaan van twee hoofdstromingen: het sjiisme en het soennisme.
Het soennisme en het sjiisme verschillen niet zozeer op het gebied van elementaire geloofsleer en religieuze verplichtingen, maar wel op het gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken. Er worden verschillende versies van de Hadith gehanteerd.
Naast soennisme en sjiisme bestaat er binnen beide stromingen een mystieke substroom, het soefisme.
Ali werd uiteindelijk de vierde kalief, maar hij werd in 661 vermoord. Zijn zoon Hoessein volgde hem op, maar deze werd in 680 eveneens gedood door het leger van de Oemajjaden. Na een kleine dertig jaar resulteerde dit tot het ontstaan van twee hoofdstromingen: het sjiisme en het soennisme.
Het soennisme en het sjiisme verschillen niet zozeer op het gebied van elementaire geloofsleer en religieuze verplichtingen, maar wel op het gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken. Er worden verschillende versies van de Hadith gehanteerd.
Naast soennisme en sjiisme bestaat er binnen beide stromingen een mystieke substroom, het soefisme.