In Bijbels Optiek
20. EXEGESE IN LEVITICUS.
Dat het Oude Testament duidelijk homoseksuele handelingen en praktijken veroordeelt, blijkt evenzeer uit Leviticus 18:22, Leviticus 20: 13 en Deuteronomium 23: 17b. Er wordt in deze teksten zelfs gesproken van een gruwel! En als straf wordt de doodstraf gemeld. ‘Gij zult geen gemeenschap hebben met één die van het manlijk geslacht is, zoals men met een vrouw gemeenschap heeft; een gruwel is het’.
20.1. Bezwaren.
Toch zijn er in de ‘nieuwe exegese’ allerlei bezwaren aangevoerd tegen deze teksten en de eeuwenoude uitleg ervan. Om er enkele te noemen: Het zou in Lev. 18: 21-23 gaan om een gedeelte dat a.h.w. tussen een aantal ethische geboden en verboden geplakt is en later toegevoegd is…Deze verzen zouden louter een cultisch karakter hebben en verstaan moeten worden vanuit de antithese Israël en de andere heidenvolkeren…
Het eerste argument namelijk dat deze verzen later toegevoegd zijn is niet steekhoudend (gebleken), omdat bewijs daarvoor ontbreekt. Alleen maar verondersteld kan worden!
Dat het Oude Testament duidelijk homoseksuele handelingen en praktijken veroordeelt, blijkt evenzeer uit Leviticus 18:22, Leviticus 20: 13 en Deuteronomium 23: 17b. Er wordt in deze teksten zelfs gesproken van een gruwel! En als straf wordt de doodstraf gemeld. ‘Gij zult geen gemeenschap hebben met één die van het manlijk geslacht is, zoals men met een vrouw gemeenschap heeft; een gruwel is het’.
20.1. Bezwaren.
Toch zijn er in de ‘nieuwe exegese’ allerlei bezwaren aangevoerd tegen deze teksten en de eeuwenoude uitleg ervan. Om er enkele te noemen: Het zou in Lev. 18: 21-23 gaan om een gedeelte dat a.h.w. tussen een aantal ethische geboden en verboden geplakt is en later toegevoegd is…Deze verzen zouden louter een cultisch karakter hebben en verstaan moeten worden vanuit de antithese Israël en de andere heidenvolkeren…
Het eerste argument namelijk dat deze verzen later toegevoegd zijn is niet steekhoudend (gebleken), omdat bewijs daarvoor ontbreekt. Alleen maar verondersteld kan worden!
In Bijbels Optiek
Tijdens het koningschap van Achaz en Manasse werden er kinderoffers gebracht aan de afschuwelijke god Moloch als bijv. een stad gebouwd moest worden. Zo’n Tofet (openluchtheiligdom) was er bijvoorbeeld in het dal van de zonen van Hinnom ten zuiden van Jeruzalem. In kritische situaties bracht men het dierbaarste dat men bezat aan de Moloch om redding en uitkomst te krijgen. Veel volkeren brachten mensenoffers als onderdeel van vruchtbaarheidsriten. Zo’n mensenoffer was zo radicaal en zo grensoverschrijdend, dat men geloofde dat de goden wel bevredigd zouden moeten worden door een dergelijk offer.
Het tweede bezwaar lijkt reëler te zijn. Inderdaad is voor de vermelding van de Molochdienst ( vers 21 ), waarbij kinderoffers gebracht moesten worden ter bevordering van de vruchtbaarheid ( evenzo bij de Baäldienst ) de cultus in het vizier gekomen. En het zal waar zijn, dat tegen dit heidense religieuze handelen Gods wet zich keert. Israël heeft totaal anders te zijn en te doen dan in de heidense afgoderij mode is. De antithese is een feit. Israël heeft zich van alle onreinheid verre te houden; en dat op alle levensterreinen!
Maar daarmee is niet aan te tonen dat het genoemde bijbelgedeelte ( Lev. 18: 20 ) uitsluitend over cultische zaken zou gaan, die het leven van alledag niet raken en andere praktijken buiten schot laten. Integendeel! Het cultische aspect is ingebed in het ethische. In ieder geval daar onlosmakelijk mee verbonden. Daarom is het onjuist wat Labuschagne in dezen poneert n.l. dat het vers over homoseksuele handelingen alleen maar een cultisch verbod is, zodat het in Lev. 18: 22 en Lev. 20: 13 louter de cultische homoseksualiteit betreft.
In deze lijn doorgedacht kun je beweren – en het wordt inderdaad zo gezegd en gedaan! – dat als er alleen maar tegen cultische homoseksualiteit opgetreden moet worden, homoseksualiteit in andere vorm en met andere bedoelingen wel geoorloofd zou zijn. Maar dat is in strijd met heel het Oude testament.
20.2. Is deze wetgeving in het Oude testament nu nog steeds van kracht?
Nu eerst het volgende: wat de cultus betreft is er veel in het Oude Testament dat in de nieuwe bedeling van de genade, waarin wij leven, geen gezag meer heeft. Denkt u bijv. aan de verschillende geboden en verboden wat het eten en drinken betreft. Al wat onrein is of maakt mag niet gebruikt worden.
Op grond van dit bovenstaande beweren nu velen, dat je met teksten uit Leviticus aangaande homoseksuele handelingen vandaag aan de dag geen rekening meer hoeft te houden. Trouwens de doodstraf voeren wij ook niet meer uit. Vandaar dat er allerlei pogingen worden ondernomen om deze teksten uit de huidige discussie en doordenking betreffende homofilie en homoseksuele praktijken te verwijderen. Dit is echter een onjuiste stellingname. Zoals gezegd mag je deze teksten uit Leviticus niet tot het cultische leven beperken, maar raken zij héél het leven. Zowel cultisch als ook ethisch is er het verbod van homoseksuele handelingen! In de alledaagse levenspraktijken en familierelaties zal men zich aan Gods wil hebben te houden en elkaar dienen te respecteren om te blijven binnen de door God aangegeven ordeningen en beschermende maatregelen. Afgoderij en ongehoorzaamheid, het treden buiten de perken van Gods Verbond heeft kwalijke en schadelijke gevolgen voor groot en klein!
Overduidelijk is wie de Schrift eerlijk leest, dat er normatief staat: een man moet geen gemeenschap hebben met een man, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw. Evenzo is het verboden met een dier ( vers 23 ). Dat is schandelijke ontucht. Het is een vermenging, een verwarring van natuurlijke grenzen ( Noordzij ). Men schendt er de ordeningen mee die God gaf in zijn schepping, zowel naar de kant van de mens als van het dier.
En juist dit onnatuurlijke, ja tegennatuurlijke karakter van de homoseksualiteit maakt het onmogelijk Leviticus 18: 22 en 20: 13 af te doen met: alleen maar cultisch bedoeld, of louter: oudtestamentisch.
Het tweede bezwaar lijkt reëler te zijn. Inderdaad is voor de vermelding van de Molochdienst ( vers 21 ), waarbij kinderoffers gebracht moesten worden ter bevordering van de vruchtbaarheid ( evenzo bij de Baäldienst ) de cultus in het vizier gekomen. En het zal waar zijn, dat tegen dit heidense religieuze handelen Gods wet zich keert. Israël heeft totaal anders te zijn en te doen dan in de heidense afgoderij mode is. De antithese is een feit. Israël heeft zich van alle onreinheid verre te houden; en dat op alle levensterreinen!
Maar daarmee is niet aan te tonen dat het genoemde bijbelgedeelte ( Lev. 18: 20 ) uitsluitend over cultische zaken zou gaan, die het leven van alledag niet raken en andere praktijken buiten schot laten. Integendeel! Het cultische aspect is ingebed in het ethische. In ieder geval daar onlosmakelijk mee verbonden. Daarom is het onjuist wat Labuschagne in dezen poneert n.l. dat het vers over homoseksuele handelingen alleen maar een cultisch verbod is, zodat het in Lev. 18: 22 en Lev. 20: 13 louter de cultische homoseksualiteit betreft.
In deze lijn doorgedacht kun je beweren – en het wordt inderdaad zo gezegd en gedaan! – dat als er alleen maar tegen cultische homoseksualiteit opgetreden moet worden, homoseksualiteit in andere vorm en met andere bedoelingen wel geoorloofd zou zijn. Maar dat is in strijd met heel het Oude testament.
20.2. Is deze wetgeving in het Oude testament nu nog steeds van kracht?
Nu eerst het volgende: wat de cultus betreft is er veel in het Oude Testament dat in de nieuwe bedeling van de genade, waarin wij leven, geen gezag meer heeft. Denkt u bijv. aan de verschillende geboden en verboden wat het eten en drinken betreft. Al wat onrein is of maakt mag niet gebruikt worden.
Op grond van dit bovenstaande beweren nu velen, dat je met teksten uit Leviticus aangaande homoseksuele handelingen vandaag aan de dag geen rekening meer hoeft te houden. Trouwens de doodstraf voeren wij ook niet meer uit. Vandaar dat er allerlei pogingen worden ondernomen om deze teksten uit de huidige discussie en doordenking betreffende homofilie en homoseksuele praktijken te verwijderen. Dit is echter een onjuiste stellingname. Zoals gezegd mag je deze teksten uit Leviticus niet tot het cultische leven beperken, maar raken zij héél het leven. Zowel cultisch als ook ethisch is er het verbod van homoseksuele handelingen! In de alledaagse levenspraktijken en familierelaties zal men zich aan Gods wil hebben te houden en elkaar dienen te respecteren om te blijven binnen de door God aangegeven ordeningen en beschermende maatregelen. Afgoderij en ongehoorzaamheid, het treden buiten de perken van Gods Verbond heeft kwalijke en schadelijke gevolgen voor groot en klein!
Overduidelijk is wie de Schrift eerlijk leest, dat er normatief staat: een man moet geen gemeenschap hebben met een man, zoals men gemeenschap heeft met een vrouw. Evenzo is het verboden met een dier ( vers 23 ). Dat is schandelijke ontucht. Het is een vermenging, een verwarring van natuurlijke grenzen ( Noordzij ). Men schendt er de ordeningen mee die God gaf in zijn schepping, zowel naar de kant van de mens als van het dier.
En juist dit onnatuurlijke, ja tegennatuurlijke karakter van de homoseksualiteit maakt het onmogelijk Leviticus 18: 22 en 20: 13 af te doen met: alleen maar cultisch bedoeld, of louter: oudtestamentisch.
In Bijbels Optiek
De King James Bijbel noemt het liggen van een man, net zoals hij bij de vrouw doet, abomination of Ned. verfoeilijk (=verderfelijk).
20.3. En de straf dan?
Maar hoe moeten we dan aan met de bepaling van de doodstraf? Is het feit, dat die niet meer wordt toegepast op homoseksuelen niet een belangrijk tegenargument?
Prof. Douma zegt in zijn boekje over homofilie: ‘Immers de strafmaat mag veranderen zonder dat daarmee de strafwaardigheid voor God is verdwenen. Wat wij tegenover seksuele handelingen moeten doen, is trouwens ondergeschikt aan de vraag, wat zij tegenover God behoren te doen. Er valt hier bovendien een parallel te trekken met de zonde van overspel. Op dit kwaad stond de doodstraf ( Lev. 20: 10 ). Maar wie in de voetsporen van Christus gaat, kan vandaag zeggen: Ga heen, zondig van nu aan niet meer ( Joh. 8: 11, overspel blijft zonde, ook als wordt er geen vonnis voltrokken).
Schrift met Schrift vergelijkend, en daarbij bedenkend dat de oude bedeling onder Israël anders is dan de nieuwe onder het regiem van Christus, kunnen we twee dingen staande houden: homoseksualiteit blijft zonde, terwijl de doodstraf van ons niet meer gevraagd wordt ( blz. 53 ).
20.4. Buigen wij voor dit Schriftgetuigenis?
In het bovenstaande wordt eerlijk weergegeven wat er staat in genoemde O.T. gegevens. In de discussie dienen wij voor dit Schriftgetuigenis en Schriftgezag te buigen en het te belijden in woord en daad! In duidelijke tegenspraak hiermee, en hoe geheel anders, is de mening van de voorstanders van homofilie “: ‘In Leviticus 18: 22 en 20: 13 wordt de homoseksualiteit uitdrukkelijk veroordeeld. Deze beide teksten zijn van veel groter belang dan Genesis 19. Nu kunnen deze teksten best bepaalde cultische gebruiken van de homoseksualiteit bij omliggende volkeren ( zoals tempelprostitutie ) op het oog hebben, maar de vraag waar wij op moeten antwoorden is deze, of een zo duidelijke veroordeling van de homofilie in bijbels getuigenis voor ons normerend is. Ons antwoord daarop is negatief. De vraag is o.m. of bijbelse uitspraken in ethische zin zolang geleden gedaan in een volstrekt andere tijd en situatie voor ons hier en nu nog beslissende norm en maatstaf kunnen zijn. Zijn ethische uitspraken, die verabsoluteerd worden, niet ‘onhandelbaar’? Kunnen we mensen daar juist geen onrecht mee aandoen? Is er ten aanzien van de achtergronden van homofilie intussen ook niet zoveel aan het licht gekomen, dat we ook daarmee de bijbelse uitspraken daarover niet zonder meer kunnen laten gelden en kunnen toepassen? Mogen we mensen zulke harde oordelen voorhouden, die niet anders dan homofiel kunnen zijn? Wij leven ook in volslagen andere economische omstandigheden. Wij denken ook volkomen anders over vruchtbaarheid. Vermoedelijk heeft het bijbelse denken over de vruchtbaarheid het denken over homofilie bepaald’.
Je wrijft toch je ogen uit als een dergelijke ‘uitleg’ onder de kop ‘Bijbelse noties over homofilie’ de gemeente wordt ingedragen.
20.5. Filterexegese.
Men kan er niet onderuit te erkennen dat de bijbel er zelf heel anders over spreekt. Door de voorstanders van homofilie wordt uitgemaakt, dat de bijbel ook op dit punt voor hen en daarom voor anderen niet normerend is. De bijbelse uitspraken worden tijdgebonden verklaard, zijn onhandelbaar! De mens en zijn situatie is normerend geworden. Tegenwoordig weten wij meer en is het Oude Testament toch wel erg naïef. Ons zgn. nieuwe denken en veranderde omstandigheden heersen over het duidelijke Schriftgetuigenis. Via deze ‘filterexegese’ wordt Gods recht verduisterd en geschonden en worden mensen in diepste wezen niet geholpen en in ware vrijheid gesteld! Zegt de Schrift zelf niet, dat de barmhartigheden der goddelozen wreed zijn? Deze huidige onbijbelse visie moet beslist afgewezen worden in gehoorzaamhei aan Gods Woord. Voor de gemeente geldt toch: gij geheel anders!
20.3. En de straf dan?
Maar hoe moeten we dan aan met de bepaling van de doodstraf? Is het feit, dat die niet meer wordt toegepast op homoseksuelen niet een belangrijk tegenargument?
Prof. Douma zegt in zijn boekje over homofilie: ‘Immers de strafmaat mag veranderen zonder dat daarmee de strafwaardigheid voor God is verdwenen. Wat wij tegenover seksuele handelingen moeten doen, is trouwens ondergeschikt aan de vraag, wat zij tegenover God behoren te doen. Er valt hier bovendien een parallel te trekken met de zonde van overspel. Op dit kwaad stond de doodstraf ( Lev. 20: 10 ). Maar wie in de voetsporen van Christus gaat, kan vandaag zeggen: Ga heen, zondig van nu aan niet meer ( Joh. 8: 11, overspel blijft zonde, ook als wordt er geen vonnis voltrokken).
Schrift met Schrift vergelijkend, en daarbij bedenkend dat de oude bedeling onder Israël anders is dan de nieuwe onder het regiem van Christus, kunnen we twee dingen staande houden: homoseksualiteit blijft zonde, terwijl de doodstraf van ons niet meer gevraagd wordt ( blz. 53 ).
20.4. Buigen wij voor dit Schriftgetuigenis?
In het bovenstaande wordt eerlijk weergegeven wat er staat in genoemde O.T. gegevens. In de discussie dienen wij voor dit Schriftgetuigenis en Schriftgezag te buigen en het te belijden in woord en daad! In duidelijke tegenspraak hiermee, en hoe geheel anders, is de mening van de voorstanders van homofilie “: ‘In Leviticus 18: 22 en 20: 13 wordt de homoseksualiteit uitdrukkelijk veroordeeld. Deze beide teksten zijn van veel groter belang dan Genesis 19. Nu kunnen deze teksten best bepaalde cultische gebruiken van de homoseksualiteit bij omliggende volkeren ( zoals tempelprostitutie ) op het oog hebben, maar de vraag waar wij op moeten antwoorden is deze, of een zo duidelijke veroordeling van de homofilie in bijbels getuigenis voor ons normerend is. Ons antwoord daarop is negatief. De vraag is o.m. of bijbelse uitspraken in ethische zin zolang geleden gedaan in een volstrekt andere tijd en situatie voor ons hier en nu nog beslissende norm en maatstaf kunnen zijn. Zijn ethische uitspraken, die verabsoluteerd worden, niet ‘onhandelbaar’? Kunnen we mensen daar juist geen onrecht mee aandoen? Is er ten aanzien van de achtergronden van homofilie intussen ook niet zoveel aan het licht gekomen, dat we ook daarmee de bijbelse uitspraken daarover niet zonder meer kunnen laten gelden en kunnen toepassen? Mogen we mensen zulke harde oordelen voorhouden, die niet anders dan homofiel kunnen zijn? Wij leven ook in volslagen andere economische omstandigheden. Wij denken ook volkomen anders over vruchtbaarheid. Vermoedelijk heeft het bijbelse denken over de vruchtbaarheid het denken over homofilie bepaald’.
Je wrijft toch je ogen uit als een dergelijke ‘uitleg’ onder de kop ‘Bijbelse noties over homofilie’ de gemeente wordt ingedragen.
20.5. Filterexegese.
Men kan er niet onderuit te erkennen dat de bijbel er zelf heel anders over spreekt. Door de voorstanders van homofilie wordt uitgemaakt, dat de bijbel ook op dit punt voor hen en daarom voor anderen niet normerend is. De bijbelse uitspraken worden tijdgebonden verklaard, zijn onhandelbaar! De mens en zijn situatie is normerend geworden. Tegenwoordig weten wij meer en is het Oude Testament toch wel erg naïef. Ons zgn. nieuwe denken en veranderde omstandigheden heersen over het duidelijke Schriftgetuigenis. Via deze ‘filterexegese’ wordt Gods recht verduisterd en geschonden en worden mensen in diepste wezen niet geholpen en in ware vrijheid gesteld! Zegt de Schrift zelf niet, dat de barmhartigheden der goddelozen wreed zijn? Deze huidige onbijbelse visie moet beslist afgewezen worden in gehoorzaamhei aan Gods Woord. Voor de gemeente geldt toch: gij geheel anders!
In Bijbels Optiek
Er is geen ander evangelie dan Gods vergeving en verzoening van ‘alles’ in Jezus Christus. Daarom is de gemeente van Jezus Christus geheel anders. De mensen van de wereld geloven dit niet.