In Bijbels Optiek
3. Oorzaken van verwijdering van en in onze cultuur.
3.1. Cultuur- en ‘wetenschaps’beïnvloeding.
Als de lezer goed notie genomen heeft van de strekking van het eerste hoofdstuk over ‘christelijke geneeswijze…..’ en het goed tot zich heeft laten doordringen en er uit leeft, dan kan hij/zij de rest van deze brochure meer als belangstelling dan als waarschuwing lezen. Zo niet, dan zij het hier volgende voor hem/haar een leidraad in het kleurrijke scala ‘aanbiedingen”, die eerder verder van het doel tot genezing afvoeren dan hem/haar dichterbij brengen..
3.1. Cultuur- en ‘wetenschaps’beïnvloeding.
Als de lezer goed notie genomen heeft van de strekking van het eerste hoofdstuk over ‘christelijke geneeswijze…..’ en het goed tot zich heeft laten doordringen en er uit leeft, dan kan hij/zij de rest van deze brochure meer als belangstelling dan als waarschuwing lezen. Zo niet, dan zij het hier volgende voor hem/haar een leidraad in het kleurrijke scala ‘aanbiedingen”, die eerder verder van het doel tot genezing afvoeren dan hem/haar dichterbij brengen..
In Bijbels Optiek
Steeds meer christenen lezen dagelijks in de Bijbel, waardoor dit boek een voortdurende wegwijzer op alle gebied in hun leven is.
Vooreerst moet we dan beseffen dat onze westerse samenleving in de afgelopen 20 eeuwen een diepgaande invloed heeft ondergaan van het christendom, en dat de bijbel daarbij als leidraad werd gehanteerd. In allerlei vormen is dat in onze cultuur verankerd geworden. Onze maatschappij zou niet te begrijpen zijn zonder dit fundamentele gegeven.
Voor ontelbare mensen vormde Gods Woord, de bijbel, de leidraad voor hun leven en op die manier waren zij verbonden met de maatschappij, waarin ze leefden en herkenden zich er dienaangaande in. Langzamerhand kwam er een kentering onder invloed van de Verlichting )1, het rationalisme )1a, en tengevolge daarvan de ‘schriftkritiek’)1b en tenslotte het evolutionisme )1c En vooral de laatste 100 jaar is de verandering drastisch geweest. Velen herkenden in hun kerken niet meer de hun bekende waarheden en haakten af. Dit had ook grote gevolgen op vele andere gebieden in onze cultuur.
En nu komt daarbij dat er reeds vele tientallen jaren een wereldwijde, en versneld toegenomen, belangstelling waar te nemen is voor het mystieke en occulte uit oosterse godsdiensten. Of beter gezegd : het verborgene en bovennatuurlijke uit die oosterse culturen, dat nauw met die godsdiensten verweven is. En er zijn maar weinig mensen, die zich afvragen, hoe dat komt en waaròm dat zo geworden is en waaròm het christendom niet meer aan de dagelijkse behoeften voldoet, en waaròm men er geen bevrediging meer in kan vinden. Veel mensen schijnen niet de behoefte te hebben daarbij stil te staan. Betreffende dit onderwerp, alternatieve geneeswijzen, oordeelt men : wanneer het helpt, is het goed. Men realiseert zich niet, dat men dan met occultisme bezig is of kan zijn.
Vooreerst moet we dan beseffen dat onze westerse samenleving in de afgelopen 20 eeuwen een diepgaande invloed heeft ondergaan van het christendom, en dat de bijbel daarbij als leidraad werd gehanteerd. In allerlei vormen is dat in onze cultuur verankerd geworden. Onze maatschappij zou niet te begrijpen zijn zonder dit fundamentele gegeven.
Voor ontelbare mensen vormde Gods Woord, de bijbel, de leidraad voor hun leven en op die manier waren zij verbonden met de maatschappij, waarin ze leefden en herkenden zich er dienaangaande in. Langzamerhand kwam er een kentering onder invloed van de Verlichting )1, het rationalisme )1a, en tengevolge daarvan de ‘schriftkritiek’)1b en tenslotte het evolutionisme )1c En vooral de laatste 100 jaar is de verandering drastisch geweest. Velen herkenden in hun kerken niet meer de hun bekende waarheden en haakten af. Dit had ook grote gevolgen op vele andere gebieden in onze cultuur.
En nu komt daarbij dat er reeds vele tientallen jaren een wereldwijde, en versneld toegenomen, belangstelling waar te nemen is voor het mystieke en occulte uit oosterse godsdiensten. Of beter gezegd : het verborgene en bovennatuurlijke uit die oosterse culturen, dat nauw met die godsdiensten verweven is. En er zijn maar weinig mensen, die zich afvragen, hoe dat komt en waaròm dat zo geworden is en waaròm het christendom niet meer aan de dagelijkse behoeften voldoet, en waaròm men er geen bevrediging meer in kan vinden. Veel mensen schijnen niet de behoefte te hebben daarbij stil te staan. Betreffende dit onderwerp, alternatieve geneeswijzen, oordeelt men : wanneer het helpt, is het goed. Men realiseert zich niet, dat men dan met occultisme bezig is of kan zijn.
In Bijbels Optiek
Aquarius zou een Griekse prins zijn die door Zeus in de vorm van een arend ontvoerd werd om op de godenberg Olympus dienst te doen als bekerdrager. Ook kan hij degene zijn die de grote Bijbelse zondvloed veroorzaakt zou hebben. Of hij zou samen met Pegasus (het vliegende paard) aan de oorsprong van de mythes rond de vier bloeddorstige, vleesetende merries van Diomedes, de koning van Thracië, staan.
Zogenaamde ‘deskundigen’ beweren dat we het einde van het zogeheten Vissen-tijdperk naderen. ‘Vissen’ ( of Piscus ) is één van de tekenen van de dierenriem of Zodiak, de periode, zo beweren zij, die door Jezus Christus werd ingeluid. We staan nu in onze westerse samenleving op het punt het ‘Waterman-tijdperk’ ( het tijdperk van Aquarius) binnen te gaan. “Dat zal een geweldige tijd zijn ( of worden )’, zo luidt een citaat, ‘ vol parapsychische verschijnselen en gebeurtenissen. Het Vissen-tijdperk was een tijdperk van tranen en smart, gericht op de dood van Christus. In 1904 zijn we het tijdvak van Aquarius echter binnengegaan en het zal een tijdperk van vreugde, van wetenschap en prestatie zijn, )1d, einde citaat. We kunnen ons naar aanleiding hiervan afvragen, wat dat tijdperk van Aquarius dan precies heeft te betekenen? In het kort hierover het volgende !
De Zodiak of Dierenriem )1e is een denkbeeldige, brede gordel aan de sterrenhemel, in het midden waarvan men zich de cirkelbaan van de zon voorstelt. De zon doorloopt deze baan, vanuit de aarde bezien, in de loop van een jaar ( de zgn. ecliptica ). In deze baan bewegen zich ook de maan en de planeten.
Reeds in de antieke oudheid verdeelde men deze zogeheten dierenriem in twaalf delen, elk gekenmerkt door een bepaald sterrenbeeld. Samen vormden die twaalf delen of sterrenbeelden de inmiddels bekende ‘tekens van de dierenriem’. Volgens Hipparchus ( een astroloog uit de 2e eeuw voor Chr. ) stond de zon vanaf 21 maart in het teken van de Ram, een maand later in die van de Stier, en zo volgen verder de tekens van de Tweelingen, de Kreeft, de Leeuw, de Maagd, de Weegschaal, de Schorpioen, de Schutter, de Steenbok, de Waterman en de Vissen. Het punt waar de zon op 21 maart staat, noemt men het lentepunt. Dit schijnt door rotatie van de aarde langzaam achterwaarts in de dierenriem te bewegen, zodat al sinds eeuwen het lentepunt gelegen zou zijn in het teken van de Vissen. Het duurt 2141½ jaar voordat het lentepunt een teken geheel heeft doorlopen.Volgens ingewikkelde berekeningen doorloopt het lentepunt dus nu het teken van de Vissen. En dat tijdperk moet dan, volgens deze theorie, aan het begin van onze jaartelling zijn begonnen (?) Ergens in de tijd waarin wij nu dus leven zullen wij het tijdperk van de Waterman ( Aquarius ) binnengaan of reeds zijn binnengegaan. Na het ‘sombere’ Vissen-tijdperk zal de wereld dan onder de krachtige invloed van het goedaardige sterrenteken Waterman komen. Het zal dan, volgens de astrologen )1f, een gouden tijd van vrede, harmonie, welwillendheid, internationale samenwerking en algehele gelukzaligheid op aarde worden ! Met dit bewustzijn is er voor veel mensen nieuwe hoop en nieuw optimisme gaan dagen.
Zogenaamde ‘deskundigen’ beweren dat we het einde van het zogeheten Vissen-tijdperk naderen. ‘Vissen’ ( of Piscus ) is één van de tekenen van de dierenriem of Zodiak, de periode, zo beweren zij, die door Jezus Christus werd ingeluid. We staan nu in onze westerse samenleving op het punt het ‘Waterman-tijdperk’ ( het tijdperk van Aquarius) binnen te gaan. “Dat zal een geweldige tijd zijn ( of worden )’, zo luidt een citaat, ‘ vol parapsychische verschijnselen en gebeurtenissen. Het Vissen-tijdperk was een tijdperk van tranen en smart, gericht op de dood van Christus. In 1904 zijn we het tijdvak van Aquarius echter binnengegaan en het zal een tijdperk van vreugde, van wetenschap en prestatie zijn, )1d, einde citaat. We kunnen ons naar aanleiding hiervan afvragen, wat dat tijdperk van Aquarius dan precies heeft te betekenen? In het kort hierover het volgende !
De Zodiak of Dierenriem )1e is een denkbeeldige, brede gordel aan de sterrenhemel, in het midden waarvan men zich de cirkelbaan van de zon voorstelt. De zon doorloopt deze baan, vanuit de aarde bezien, in de loop van een jaar ( de zgn. ecliptica ). In deze baan bewegen zich ook de maan en de planeten.
Reeds in de antieke oudheid verdeelde men deze zogeheten dierenriem in twaalf delen, elk gekenmerkt door een bepaald sterrenbeeld. Samen vormden die twaalf delen of sterrenbeelden de inmiddels bekende ‘tekens van de dierenriem’. Volgens Hipparchus ( een astroloog uit de 2e eeuw voor Chr. ) stond de zon vanaf 21 maart in het teken van de Ram, een maand later in die van de Stier, en zo volgen verder de tekens van de Tweelingen, de Kreeft, de Leeuw, de Maagd, de Weegschaal, de Schorpioen, de Schutter, de Steenbok, de Waterman en de Vissen. Het punt waar de zon op 21 maart staat, noemt men het lentepunt. Dit schijnt door rotatie van de aarde langzaam achterwaarts in de dierenriem te bewegen, zodat al sinds eeuwen het lentepunt gelegen zou zijn in het teken van de Vissen. Het duurt 2141½ jaar voordat het lentepunt een teken geheel heeft doorlopen.Volgens ingewikkelde berekeningen doorloopt het lentepunt dus nu het teken van de Vissen. En dat tijdperk moet dan, volgens deze theorie, aan het begin van onze jaartelling zijn begonnen (?) Ergens in de tijd waarin wij nu dus leven zullen wij het tijdperk van de Waterman ( Aquarius ) binnengaan of reeds zijn binnengegaan. Na het ‘sombere’ Vissen-tijdperk zal de wereld dan onder de krachtige invloed van het goedaardige sterrenteken Waterman komen. Het zal dan, volgens de astrologen )1f, een gouden tijd van vrede, harmonie, welwillendheid, internationale samenwerking en algehele gelukzaligheid op aarde worden ! Met dit bewustzijn is er voor veel mensen nieuwe hoop en nieuw optimisme gaan dagen.
In Bijbels Optiek
De afgelopen 2000 jaar zouden we geleefd hebben in het ‘Vissentijdperk’, volgens de occultisten.
De voorbije sombere lijdensvolle eeuwen werden beheerst door het teken van het christendom onder het teken ‘Vissen’. En de vis was immers het teken van het christendom ? Had Jezus Christus zelf niet gezegd dat Hij Zijn volgelingen tot vissers van mensen zou maken ? Op deze wijze redeneren velen……!
Het tijdperk ‘Vissen’ is ook het tijdvak van de verheerlijking van de wetenschap, van het menselijk verstand, van het rationalisme geworden. Ook dat zal in het nieuwe tijdperk voorbij zijn. De toekomst is aan de wereld van het bovennatuurlijke, aan de ‘hogere wereld’. De wereld bereidt zich voor op dit nieuwe, ‘glorieuze tijdvak’ door het koortsachtig in het leven roepen van spiritistische sekten, continue astrologische informatiediensten, cursussen voor yoga, transcendente meditatie en andere vormen van mystiek, de verwetenschappelijking van parapsychologische verschijnselen en allerlei alternatieve geneeswijzen. Dat wat jaren geleden niet bestond, of alleen nog in het verborgene een voortbestaan had, is nu openlijk aan het daglicht getreden en wordt in veel gevallen zelfs officieel aan universiteiten gedoceerd. Zo is er in de Amerikaanse staat Maryland een officieel erkende school voor esoterische
( = alleen voor ingewijden bestemde ) kunsten en wetenschappen aan de ‘Aquarische (!) Universiteit van Maryland. De initialen van deze onderwijsinstelling vormen het woord AUM ( ook wel OM gespeld ), d.i. de meest bekende oosters-mystieke mantra ( lees : magische lettergreep) waarvan men meent, door die letters ontelbare malen te herhalen en in zichzelf te murmelen, dat ze de sleutel vormen tot het geheim van het universum.
Onze wereld, en vooral onze jeugd, bereidt zich voor of wordt voorbereid op bovengenoemde periode. Nog nooit is de westerse jeugd zo mystiek aangelegd geweest en nog nooit heeft de Europese mens zich zo opengesteld voor het oosterse denken ( met al zijn occulte aspecten ) als de laatste tientallen jaren.
De voorbije sombere lijdensvolle eeuwen werden beheerst door het teken van het christendom onder het teken ‘Vissen’. En de vis was immers het teken van het christendom ? Had Jezus Christus zelf niet gezegd dat Hij Zijn volgelingen tot vissers van mensen zou maken ? Op deze wijze redeneren velen……!
Het tijdperk ‘Vissen’ is ook het tijdvak van de verheerlijking van de wetenschap, van het menselijk verstand, van het rationalisme geworden. Ook dat zal in het nieuwe tijdperk voorbij zijn. De toekomst is aan de wereld van het bovennatuurlijke, aan de ‘hogere wereld’. De wereld bereidt zich voor op dit nieuwe, ‘glorieuze tijdvak’ door het koortsachtig in het leven roepen van spiritistische sekten, continue astrologische informatiediensten, cursussen voor yoga, transcendente meditatie en andere vormen van mystiek, de verwetenschappelijking van parapsychologische verschijnselen en allerlei alternatieve geneeswijzen. Dat wat jaren geleden niet bestond, of alleen nog in het verborgene een voortbestaan had, is nu openlijk aan het daglicht getreden en wordt in veel gevallen zelfs officieel aan universiteiten gedoceerd. Zo is er in de Amerikaanse staat Maryland een officieel erkende school voor esoterische
( = alleen voor ingewijden bestemde ) kunsten en wetenschappen aan de ‘Aquarische (!) Universiteit van Maryland. De initialen van deze onderwijsinstelling vormen het woord AUM ( ook wel OM gespeld ), d.i. de meest bekende oosters-mystieke mantra ( lees : magische lettergreep) waarvan men meent, door die letters ontelbare malen te herhalen en in zichzelf te murmelen, dat ze de sleutel vormen tot het geheim van het universum.
Onze wereld, en vooral onze jeugd, bereidt zich voor of wordt voorbereid op bovengenoemde periode. Nog nooit is de westerse jeugd zo mystiek aangelegd geweest en nog nooit heeft de Europese mens zich zo opengesteld voor het oosterse denken ( met al zijn occulte aspecten ) als de laatste tientallen jaren.
In Bijbels Optiek
Het ouijabord ontleent zijn naam aan het Franse oui, wat betekent: ja. Het gebruik van dit occulte spelletje heeft veel jongelui ongeluk gebracht (soms met dodelijke afloop!), omdat men te maken had en heeft met demonen, die uit zijn op vernietiging van de mens.
We kunnen van een regelrechte demonische explosie spreken. Met name jonge mensen worden eerst aangesproken met het ‘onschuldige’ (!) ouijabord ( spiritistisch ‘speelgoed’ voor het plegen van waarzeggerij ) of met horoscopen, anderen met ‘onschuldige’ vormen van oosterse meditatie, weer anderen worden misleid met ‘onschuldige spelletjes’ van zgn. witte magie en glijden af in de grijze en vervolgens de zwarte magie. Verder maakt de vrije seks de jonge mensen bevattelijk voor allerlei invloeden van buitenaf zoals het gebruik van de tam tam ( drumstel ! )2. Dat laatste is ook precies uitgekomen ( het ritme van de drumstellen wordt steeds sneller en harder ( house-parties ). De seksuele revolutie ging gepaard met een geraffineerde en gigantische drugsgolf. Muziekstijlen als rock, beat, pop, punk en nu dan house ( en nog nieuwere en vluggere (!) muziekinvloeden ) hebben hier handig op ingespeeld om de jeugd mee te slepen in het oosterse denken en het occultisme.
Dit laatste, het occultisme )3, is al zo oud als de wereld zelf. Het begon allemaal in de hof van Eden, waar de satan, de grote tegenstander van God de Schepper, de mens voorstelde God ongehoorzaam te zijn.
3.2. De wortels van het occultisme.
De eerste ontmoeting tussen de satan en de mens in de hof van Eden ( paradijs), waarover we in de bijbel lezen, was dus al direct een fatale. In de gedaante van een slang stelde de satan zijn verlokkende vragen aan Eva, om te doen wat haar verboden was. Door dàt juist te doen, stelde de slang, zou zij aan God gelijk worden, kennende het goede en het kwade. Toen Eva de slang gehoorzaamde, kende zij inderdaad het verschil tussen goed en kwaad, maar ze wist niet meer wat ze nu moest doen, want als zij het goede wilde doen, was het kwade ook tegelijk aanwezig. Ze was het contact met God namelijk kwijt. Sinds die tijd staat de duivel bekend als ‘de grote verleider, de leugenaar vanaf den beginne, de draak, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt )4. Zijn koninkrijk zetelt op deze aarde, dat heeft hij tot op zekere hoogte op de eerste mens veroverd.
We kunnen van een regelrechte demonische explosie spreken. Met name jonge mensen worden eerst aangesproken met het ‘onschuldige’ (!) ouijabord ( spiritistisch ‘speelgoed’ voor het plegen van waarzeggerij ) of met horoscopen, anderen met ‘onschuldige’ vormen van oosterse meditatie, weer anderen worden misleid met ‘onschuldige spelletjes’ van zgn. witte magie en glijden af in de grijze en vervolgens de zwarte magie. Verder maakt de vrije seks de jonge mensen bevattelijk voor allerlei invloeden van buitenaf zoals het gebruik van de tam tam ( drumstel ! )2. Dat laatste is ook precies uitgekomen ( het ritme van de drumstellen wordt steeds sneller en harder ( house-parties ). De seksuele revolutie ging gepaard met een geraffineerde en gigantische drugsgolf. Muziekstijlen als rock, beat, pop, punk en nu dan house ( en nog nieuwere en vluggere (!) muziekinvloeden ) hebben hier handig op ingespeeld om de jeugd mee te slepen in het oosterse denken en het occultisme.
Dit laatste, het occultisme )3, is al zo oud als de wereld zelf. Het begon allemaal in de hof van Eden, waar de satan, de grote tegenstander van God de Schepper, de mens voorstelde God ongehoorzaam te zijn.
3.2. De wortels van het occultisme.
De eerste ontmoeting tussen de satan en de mens in de hof van Eden ( paradijs), waarover we in de bijbel lezen, was dus al direct een fatale. In de gedaante van een slang stelde de satan zijn verlokkende vragen aan Eva, om te doen wat haar verboden was. Door dàt juist te doen, stelde de slang, zou zij aan God gelijk worden, kennende het goede en het kwade. Toen Eva de slang gehoorzaamde, kende zij inderdaad het verschil tussen goed en kwaad, maar ze wist niet meer wat ze nu moest doen, want als zij het goede wilde doen, was het kwade ook tegelijk aanwezig. Ze was het contact met God namelijk kwijt. Sinds die tijd staat de duivel bekend als ‘de grote verleider, de leugenaar vanaf den beginne, de draak, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt )4. Zijn koninkrijk zetelt op deze aarde, dat heeft hij tot op zekere hoogte op de eerste mens veroverd.
In Bijbels Optiek
Het koninkrijk van satan zetelt op deze aarde, die hij tot op zekere hoogte op de eerste mens Adam veroverde, omdat deze samen met Eva at van de boom van kennis van goed en kwaad. Dit had God verboden. Hij kon Adam alleen verleiden door via de slang tot Eva te spreken. Eens was hij een lichtengel, die en opstand kwam tegen God.
Zijn koninkrijk omvat ‘al de koninkrijken der wereld en al hun heerlijkheid’, zoals hijzelf zei tegen Jezus Christus in de woestijn. Hij wordt dan ook door Jezus ‘de overste dezer wereld’ genoemd en door Paulus ‘de god dezer eeuw’. Daarnaast zetelt zijn domein in de ‘lucht’ of in de ‘hemelse gewesten’. Hij oefent een enorme invloed op de mens uit met alle macht en vernuft, die hem ter beschikking staan, met het doel om hem in zijn macht te krijgen. Dat gelukte hem in het paradijs, na de zondvloed door middel van afgoderij, en zo gelukte hem dat later door het occultisme en het mysticisme )5.
3.3. Zondeval.
In Genesis 3 zien we in een paar woorden heel treffend omschreven, hoe de satan vanaf het begin t.o.v. de mens is te werk gegaan. Dat is nog niets veranderd. Nog steeds onderscheiden we de volgende kenmerken, die de tactiek van de duivel karakteriseren :
a). vs. 1 ‘De slang nu was het listigste van alle dieren des velds’. Dus hoge intelligentie, geraffineerde verleiding en vermomming in onschuldig uitziende gedaanten hebben de satan altijd gekenmerkt. De schranderheid van de slang heeft ook altijd graag een beroep gedaan op de schranderheid van de mens. Daarom is ‘occultisme’ ‘wetenschap’ en wel letterlijk ‘geheime wetenschap’.
b). De slang spreekt altijd geïnteresseerd over God ( vs 1 ). Hij wil ons altijd graag laten geloven òf dat God niet bestaat, òf ( nog liever ) om ons een misvormd beeld van God geven. Ook occultisten en vooral mystici spreken dolgraag over god, maar die god is hun eigen maaksel, niet de God van de bijbel. Zij suggereren graag dat zij hun eigen kennis van god hebben, onafhankelijk van het Woord dat God aan de mens heeft geopenbaard.
c). Nogmaals vs. 1 :’God heeft zeker wel gezegd : Gij zult niet eten van enige boom in de hof’. Dàt is typisch de tactiek van de slang : twijfel en verwarring zaaien door een sluwe vermenging van waarheid en leugen. Wat God werkelijk gezegd had, was alleen tot Adam gericht geweest ( 2 : 16 vv.), terwijl de slang met zijn “gij” ( meervoud ) aan Eva dezelfde plaats geeft als aan Adam. Het is dan ook opmerkelijk dat de slang zich juist tot Eva wendt, niet tot Adam. Juist in het occultisme en mysticisme hebben vrouwen altijd een voorname plaats ingenomen. De tweede ingebouwde leugen van de slang was dat hij God in de mond legt het eten van álle bomen te verbieden terwijl God in werkelijkheid maar één boom verboden had
( 2 : 17 ). Daarmee stelde hij God opzettelijk in een kwaad daglicht, door Zijn gebod strenger voor te stellen dan het was. Vandaag de dag kijkt het occultisme nog steeds minachtend neer op het christendom met de opmerking dat zij een hogere weg kennen dan God in Zijn Woord heeft geopenbaard.
Zijn koninkrijk omvat ‘al de koninkrijken der wereld en al hun heerlijkheid’, zoals hijzelf zei tegen Jezus Christus in de woestijn. Hij wordt dan ook door Jezus ‘de overste dezer wereld’ genoemd en door Paulus ‘de god dezer eeuw’. Daarnaast zetelt zijn domein in de ‘lucht’ of in de ‘hemelse gewesten’. Hij oefent een enorme invloed op de mens uit met alle macht en vernuft, die hem ter beschikking staan, met het doel om hem in zijn macht te krijgen. Dat gelukte hem in het paradijs, na de zondvloed door middel van afgoderij, en zo gelukte hem dat later door het occultisme en het mysticisme )5.
3.3. Zondeval.
In Genesis 3 zien we in een paar woorden heel treffend omschreven, hoe de satan vanaf het begin t.o.v. de mens is te werk gegaan. Dat is nog niets veranderd. Nog steeds onderscheiden we de volgende kenmerken, die de tactiek van de duivel karakteriseren :
a). vs. 1 ‘De slang nu was het listigste van alle dieren des velds’. Dus hoge intelligentie, geraffineerde verleiding en vermomming in onschuldig uitziende gedaanten hebben de satan altijd gekenmerkt. De schranderheid van de slang heeft ook altijd graag een beroep gedaan op de schranderheid van de mens. Daarom is ‘occultisme’ ‘wetenschap’ en wel letterlijk ‘geheime wetenschap’.
b). De slang spreekt altijd geïnteresseerd over God ( vs 1 ). Hij wil ons altijd graag laten geloven òf dat God niet bestaat, òf ( nog liever ) om ons een misvormd beeld van God geven. Ook occultisten en vooral mystici spreken dolgraag over god, maar die god is hun eigen maaksel, niet de God van de bijbel. Zij suggereren graag dat zij hun eigen kennis van god hebben, onafhankelijk van het Woord dat God aan de mens heeft geopenbaard.
c). Nogmaals vs. 1 :’God heeft zeker wel gezegd : Gij zult niet eten van enige boom in de hof’. Dàt is typisch de tactiek van de slang : twijfel en verwarring zaaien door een sluwe vermenging van waarheid en leugen. Wat God werkelijk gezegd had, was alleen tot Adam gericht geweest ( 2 : 16 vv.), terwijl de slang met zijn “gij” ( meervoud ) aan Eva dezelfde plaats geeft als aan Adam. Het is dan ook opmerkelijk dat de slang zich juist tot Eva wendt, niet tot Adam. Juist in het occultisme en mysticisme hebben vrouwen altijd een voorname plaats ingenomen. De tweede ingebouwde leugen van de slang was dat hij God in de mond legt het eten van álle bomen te verbieden terwijl God in werkelijkheid maar één boom verboden had
( 2 : 17 ). Daarmee stelde hij God opzettelijk in een kwaad daglicht, door Zijn gebod strenger voor te stellen dan het was. Vandaag de dag kijkt het occultisme nog steeds minachtend neer op het christendom met de opmerking dat zij een hogere weg kennen dan God in Zijn Woord heeft geopenbaard.
In Bijbels Optiek
De vijgenboom wordt vaak aangemerkt als de boom des levens en deze gaf eens met haar wortelstelsel ook voeding aan de boom der kennis van goed en kwaad, omdat die stelsels, volgens Joodse bronnen op elkaar ‘aangesloten’ waren. Zouden Adam en Eva van de boom des levens blijven eten, nadat ze van de verboden vrucht hadden genomen, dan zouden ze eeuwig ongelukkig zijn. Zodoende werden ze uit de hof van Eden verjaagd en werd er een beperking aan hun leeftijd gesteld.
d). Na het slappe en verkeerde antwoord van Eva bijt de slang onmiddellijk toe en spuit zijn venijn. Hij komt met een openlijke leugen :’Gij zult geenszins sterven’ (vs. 4 ). Daarmee gaat hij in tegen het geopenbaarde Woord van God ( kenmerkend voor het mysticisme, ook binnen het jodendom en christendom ), verdoezelt hij de grens tussen leven en dood ( zoals het spiritisme zo graag doet, dat de mens ook werkelijk voorhoudt dat hij niet werkelijk sterft ) en suggereert dat een zondige weg helemaal geen kwade gevolgen heeft maar juist hogerop voert.
e). De slang stelt vervolgens de weg van de magie voor : het gebruik van het magische middel ( in dit geval het eten van de vrucht van de boom der kennis ) opent voor de mens de wereld van de mystiek :’uw ogen zullen geopend worden’ (vs. 5 ), u krijgt buitenzintuiglijke waarnemingsvermogens, visionaire blikken in de ‘hogere wereld’, inzicht in de ‘geheime wetenschap’. Gij ‘zult niet alleen als God zijn’, niet alleen maar lijken op God, maar aan God gelijk zijn, en dat houdt ook in, dat men één met Hem is ( dat is de hele kern in het mysticisme ), ‘kennende goed en kwaad’. Occultisme en mysticisme beloven altijd ware, hogere, bovennatuurlijke, geheime ‘kennis’ ( gnosis ), zoals we met name zien in het gnosticisme )6.
f). Tenslotte zien we de kenmerken van de dingen waarmee de slang altijd weer geprobeerd heeft de mens te verleiden ( vs 6 ): het zijn dingen,die fysiek aantrekkelijk zijn, doen een beroep op de zintuigen en het driftleven en aan de zelftucht, hoogmoed en zucht naar het hogere in de mens ( vgl. 1 Joh. 2 : 14-17 en 5 : 18-20 ).
De mens trapte in de valstrik – zijn ogen werden inderdaad geopend en hij maakte kennis met het kwaad -, maar slechts om te ontdekken dat hij niet meer tot het goede maar nog slechts tot het kwade in staat was. Sindsdien heeft hij zijn pogingen niet opgegeven ‘als God te zijn’ en tot hogere, goddelijke kennis te komen. Maar wat moeten zulke pogingen opleveren, want de mens is immers een zondaar en dus volgens de bijbel een vijand van God. De mens valt altijd weer in één van de twee uitersten : òf als een rationalist of humanist een ‘binnenwereldse’ levensbeschouwing aan te hangen, òf door te slaan naar de andere kant en zich aan samenleving en maatschappij te onttrekken voor meditatie en ascese )7 en zich af te geven met magie en mystiek.
Volgens de bijbel vinden we ‘in de hogere wereld’ naast God allerlei geschapen wezens, namelijk engelen en demonen. Demonen zijn gevallen engelen, die onder leiding van de satan staan. We weten dat de satan de mens er altijd toe zal trachten te brengen òf te geloven dat hij helemaal niet bestaat ( net zomin als God ) òf zich geheel in zijn macht te begeven. Daarom zien we in de geschiedenis altijd weer dat de God-vijandige mens geneigd is òf een ‘hogere wereld’ te loochenen òf het bestaan van die ‘hogere wereld’ te aanvaarden, maar in die hogere wereld de verkeerde contacten te leggen. Daar ligt het probleem.
Miljoenen mensen vanaf de grijze oudheid tot op vandaag loochenen niet dat er een ‘hogere wereld’ is. De westerse wereld beschikt zelfs sinds eeuwen over een rechtstreeks, goddelijke openbaring vanuit en aangaande de ‘hogere wereld’, maar zijn probleem is begonnen toen hij zijn leven niet langer wenste in te richten naar deze Gods-openbaring zoals de bijbel die is.
d). Na het slappe en verkeerde antwoord van Eva bijt de slang onmiddellijk toe en spuit zijn venijn. Hij komt met een openlijke leugen :’Gij zult geenszins sterven’ (vs. 4 ). Daarmee gaat hij in tegen het geopenbaarde Woord van God ( kenmerkend voor het mysticisme, ook binnen het jodendom en christendom ), verdoezelt hij de grens tussen leven en dood ( zoals het spiritisme zo graag doet, dat de mens ook werkelijk voorhoudt dat hij niet werkelijk sterft ) en suggereert dat een zondige weg helemaal geen kwade gevolgen heeft maar juist hogerop voert.
e). De slang stelt vervolgens de weg van de magie voor : het gebruik van het magische middel ( in dit geval het eten van de vrucht van de boom der kennis ) opent voor de mens de wereld van de mystiek :’uw ogen zullen geopend worden’ (vs. 5 ), u krijgt buitenzintuiglijke waarnemingsvermogens, visionaire blikken in de ‘hogere wereld’, inzicht in de ‘geheime wetenschap’. Gij ‘zult niet alleen als God zijn’, niet alleen maar lijken op God, maar aan God gelijk zijn, en dat houdt ook in, dat men één met Hem is ( dat is de hele kern in het mysticisme ), ‘kennende goed en kwaad’. Occultisme en mysticisme beloven altijd ware, hogere, bovennatuurlijke, geheime ‘kennis’ ( gnosis ), zoals we met name zien in het gnosticisme )6.
f). Tenslotte zien we de kenmerken van de dingen waarmee de slang altijd weer geprobeerd heeft de mens te verleiden ( vs 6 ): het zijn dingen,die fysiek aantrekkelijk zijn, doen een beroep op de zintuigen en het driftleven en aan de zelftucht, hoogmoed en zucht naar het hogere in de mens ( vgl. 1 Joh. 2 : 14-17 en 5 : 18-20 ).
De mens trapte in de valstrik – zijn ogen werden inderdaad geopend en hij maakte kennis met het kwaad -, maar slechts om te ontdekken dat hij niet meer tot het goede maar nog slechts tot het kwade in staat was. Sindsdien heeft hij zijn pogingen niet opgegeven ‘als God te zijn’ en tot hogere, goddelijke kennis te komen. Maar wat moeten zulke pogingen opleveren, want de mens is immers een zondaar en dus volgens de bijbel een vijand van God. De mens valt altijd weer in één van de twee uitersten : òf als een rationalist of humanist een ‘binnenwereldse’ levensbeschouwing aan te hangen, òf door te slaan naar de andere kant en zich aan samenleving en maatschappij te onttrekken voor meditatie en ascese )7 en zich af te geven met magie en mystiek.
Volgens de bijbel vinden we ‘in de hogere wereld’ naast God allerlei geschapen wezens, namelijk engelen en demonen. Demonen zijn gevallen engelen, die onder leiding van de satan staan. We weten dat de satan de mens er altijd toe zal trachten te brengen òf te geloven dat hij helemaal niet bestaat ( net zomin als God ) òf zich geheel in zijn macht te begeven. Daarom zien we in de geschiedenis altijd weer dat de God-vijandige mens geneigd is òf een ‘hogere wereld’ te loochenen òf het bestaan van die ‘hogere wereld’ te aanvaarden, maar in die hogere wereld de verkeerde contacten te leggen. Daar ligt het probleem.
Miljoenen mensen vanaf de grijze oudheid tot op vandaag loochenen niet dat er een ‘hogere wereld’ is. De westerse wereld beschikt zelfs sinds eeuwen over een rechtstreeks, goddelijke openbaring vanuit en aangaande de ‘hogere wereld’, maar zijn probleem is begonnen toen hij zijn leven niet langer wenste in te richten naar deze Gods-openbaring zoals de bijbel die is.
In Bijbels Optiek
Als je los van God leeft of Hem ontkent, dan zoek je andere wegen om met de onzichtbare wereld in contact te komen. Voor dit doel worden veel cursussen en trainingen aangeboden, vaak tegen een hoge financiële vergoeding. Je gedachtewereld zal hierin totaal verstrikt raken. Gevolgen zijn: angst, slapeloosheid en fobieën, etc.
Duizenden moderne mensen zijn al lang geleden God kwijtgeraakt, maar willen ook het rationalisme en materialisme niet meer, en daardoor werd en wordt hun leven uitzichtloos. Hun probleem is dat zij leven in het na-christelijke tijdperk ( het zgn. tijdperk van ‘Aquarius’), waaruit God en Zijn Woord verdwenen zijn, zodat er grote leemte in hun hart is ontstaan.
En de vraag verschijnt dan : wie zal deze leemte opvullen ? In de 19e eeuw was dat de rationalistische of de humanistische levensbeschouwing, maar deze hebben afgedaan. De moderne mens snakt naar het irrationele en mystieke levenselement, hij snakt naar contacten met de ‘hogere wereld’ die zin en betekenis aan het leven kunnen geven, die het doel van zijn bestaan op deze kille aarde zouden kunnen verklaren en die wat warmte en waarde eraan zouden kunnen verschaffen. Daarom luistert hij graag naar iedereen die hem een methode aanprijst om zulke contacten te leggen. Maar hij ziet iets niet in : door de zonde is er scheiding tussen de mens en God )8. Daardoor is er bij zijn zoeken naar contacten met de ‘hogere wereld’ die weg al bij voorbaat door de zonde afgesloten. Als hij er dan al in slaagt zulke contacten tòch te leggen, waarmee zullen die dan zijn ? Met de engelen die God
dienen ? Nee, met de demonen. Dat is het probleem ! De mens zonder God die hongert naar contact met de ‘hogere wereld’, kan, als het hem lukt alleen maar in verbinding komen met de demonen ( en dat streven is alleen maar erger geworden sinds de Here Jezus Christus Zich als de enige Weg tot God heeft geopenbaard ). En dat is dan ook precies de grote macht die achter het moderne occultisme en mysticisme schuil gaat. De duivel zal alles op alles zetten om de mens zand in de ogen te strooien.
3.4. Afgoderij.
De oudste vormen van occultisme vinden we in datgene wat de bijbel gewoon afgoderij noemt. Door de schepping hadden de mensen kennis van God als de Schepper, en door de zondvloed hadden zij kennis van Hem als de Rechter en Redder. Maar, zegt Paulus, ‘hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt. Zij immers hebben de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen’ )9. Deze belangwekkende passage toont ons duidelijk het karakter van de afgoderij zoals die al gauw na de zondvloed op aarde voorkwam : een mengsel van duistere praktijken, verziekte geesten, platvloerse schepsel-verering en sexuele perversie.
De twee hoofdelementen : natuuraanbidding en seksuele onreinheid, vormen vanaf het begin de kern van het occultisme. Al op oude rotsschilderingen op vele plaatsen in Europa ziet men ‘tovenaars’ afgebeeld, mannen in dierenhuiden met horens op het hoofd. Zowel bij de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen als de Kelten kwamen zulke gehoornde goden voor. Ook in Afrika, Amerika ( bij Eskimo’s en Indianen ) en op de eilanden in de Stille Oceaan zijn zulke figuren gevonden. Aanvankelijk werden deze figuren waarschijnlijk met de jacht in verband gebracht. Zo was kort na de zondvloed de figuur van Nimrod ‘een geweldig jager voor het aangezicht des Heren )10. Later werd de figuur een vruchtbaarheidssymbool : zo kenden de Grieken hun God Pan, een bokkefiguur met horens. In het Oude Testament kennen we de saïr ( de harige ), dat òf gewoon een geitenbok betekende, òf een demon of satyr in bokfiguur voorstelde, wonend in de woestijn. Ook afgoden worden soms met dit woord aangeduid )11.
Duizenden moderne mensen zijn al lang geleden God kwijtgeraakt, maar willen ook het rationalisme en materialisme niet meer, en daardoor werd en wordt hun leven uitzichtloos. Hun probleem is dat zij leven in het na-christelijke tijdperk ( het zgn. tijdperk van ‘Aquarius’), waaruit God en Zijn Woord verdwenen zijn, zodat er grote leemte in hun hart is ontstaan.
En de vraag verschijnt dan : wie zal deze leemte opvullen ? In de 19e eeuw was dat de rationalistische of de humanistische levensbeschouwing, maar deze hebben afgedaan. De moderne mens snakt naar het irrationele en mystieke levenselement, hij snakt naar contacten met de ‘hogere wereld’ die zin en betekenis aan het leven kunnen geven, die het doel van zijn bestaan op deze kille aarde zouden kunnen verklaren en die wat warmte en waarde eraan zouden kunnen verschaffen. Daarom luistert hij graag naar iedereen die hem een methode aanprijst om zulke contacten te leggen. Maar hij ziet iets niet in : door de zonde is er scheiding tussen de mens en God )8. Daardoor is er bij zijn zoeken naar contacten met de ‘hogere wereld’ die weg al bij voorbaat door de zonde afgesloten. Als hij er dan al in slaagt zulke contacten tòch te leggen, waarmee zullen die dan zijn ? Met de engelen die God
dienen ? Nee, met de demonen. Dat is het probleem ! De mens zonder God die hongert naar contact met de ‘hogere wereld’, kan, als het hem lukt alleen maar in verbinding komen met de demonen ( en dat streven is alleen maar erger geworden sinds de Here Jezus Christus Zich als de enige Weg tot God heeft geopenbaard ). En dat is dan ook precies de grote macht die achter het moderne occultisme en mysticisme schuil gaat. De duivel zal alles op alles zetten om de mens zand in de ogen te strooien.
3.4. Afgoderij.
De oudste vormen van occultisme vinden we in datgene wat de bijbel gewoon afgoderij noemt. Door de schepping hadden de mensen kennis van God als de Schepper, en door de zondvloed hadden zij kennis van Hem als de Rechter en Redder. Maar, zegt Paulus, ‘hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt. Zij immers hebben de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen’ )9. Deze belangwekkende passage toont ons duidelijk het karakter van de afgoderij zoals die al gauw na de zondvloed op aarde voorkwam : een mengsel van duistere praktijken, verziekte geesten, platvloerse schepsel-verering en sexuele perversie.
De twee hoofdelementen : natuuraanbidding en seksuele onreinheid, vormen vanaf het begin de kern van het occultisme. Al op oude rotsschilderingen op vele plaatsen in Europa ziet men ‘tovenaars’ afgebeeld, mannen in dierenhuiden met horens op het hoofd. Zowel bij de Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen als de Kelten kwamen zulke gehoornde goden voor. Ook in Afrika, Amerika ( bij Eskimo’s en Indianen ) en op de eilanden in de Stille Oceaan zijn zulke figuren gevonden. Aanvankelijk werden deze figuren waarschijnlijk met de jacht in verband gebracht. Zo was kort na de zondvloed de figuur van Nimrod ‘een geweldig jager voor het aangezicht des Heren )10. Later werd de figuur een vruchtbaarheidssymbool : zo kenden de Grieken hun God Pan, een bokkefiguur met horens. In het Oude Testament kennen we de saïr ( de harige ), dat òf gewoon een geitenbok betekende, òf een demon of satyr in bokfiguur voorstelde, wonend in de woestijn. Ook afgoden worden soms met dit woord aangeduid )11.
In Bijbels Optiek
Pan is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is een zoon van Hermes en de nimf Penelope. Pan is de god van het woud en patroon van de herders en hun kudden. Verder is hij de god van het vee en het dierlijk instinct. Pan heeft het onderlijf en de hoorns van een geit, maar een menselijk bovenlijf. Verder heeft hij een lang smal gezicht, een grote neus en gele oogjes.
De panfluit is naar hem vernoemd. Deze kreeg hij toen hij de nimf Syrinx achterna zat. Zij wilde graag maagd blijven en bad tot de goden terwijl ze Pans adem al in haar nek voelde. Haar gebed werd verhoord en ze veranderde net op tijd in een rietstengel. Daar maakte Pan toen zijn fluit van.
Al in de oudste tijden, vlak na de zondvloed, kennen we vele vruchtbaarheidssymbolen, vooral vruchtbaarheidsgodinnen, die zich ontwikkelden tot de grote Artemis van Epheze en de Isjtar ( of Astarte ) van Babylonië, en verder godinnen als Cybele, Demeter, Ceres, Aphrodite, enz. Zij speelden een rol bij de vruchtbaarheidsceremoniën die soms met de grofste seksuele perversie gepaard gingen, zoals we ook uit de bijbel weten. Deze vruchtbaarheidsriten hingen nauw samen met natuuraanbidding.
De mens zonder de ware God – een God die hij bovendien niet kon zien – leefde dicht bij de zichtbare en tastbare natuur. In plaats van zijn ogen op te slaan naar God, zag hij de glans van de zon, maan en sterren aan en begon ze te vereren en in hun invloed op zijn leven te geloven. Zo ontstond de astrologie. Het mogelijk oudste boek van de bijbel, het boek Job, wijst al indirect op deze sterrenwichelarij )12 en Flavius Josephus, een joodse geschiedschrijver in Romeinse dienst, beschrijft hoe Abraham in Ur der Chaldeeën ermee te kampen had.
De mens – niet zozeer de jagende mens als wel de landbouwende vrouw – ontdekte de geneeskrachtige werking van kruiden, maar ook de verdovende, hallucinogene of vergiftige werking van andere kruiden. Zij leerde luisteren naar het geheimzinnige gemurmel van de beek en het geruis van het gebladerte en ontwikkelde gemurmelde toverformules en magische toverdranken en –kruiden. De vrouw was het die de gevangen dieren op het vuur toebereidde en zich het eerst leerde verbazen over de grillige vorm van hun ingewanden waarachter haar levendige fantasie geheimzinnige krachten vermoedde. Hier werd de heks geboren en demonen stonden klaar om zich van de arme verduisterde harten meester te maken. De Perzen kregen hun magiërs, de Indiërs hun yogi’s, de Kelten hun druïden ( priesters ), de Saksen hun ‘wicca’s’ ( vergelijk het Engelse woord witch, ‘heks’ ), dit betekent : wijzen. Hun speciale betrekking tot de natuur boeit de tegenwoordige moderne mens. De hele ‘terug naar de natuur’-beweging, met haar nadruk op macrobiotisch voedsel, bepaalde vormen van natuurgeneeswijzen en yogaoefeningen, is niet los te denken van de geweldige opkomst van het moderne occultisme – en is helaas één van de terreinen waar ook veel christenen erg gevoelig voor blijken te zijn.
De panfluit is naar hem vernoemd. Deze kreeg hij toen hij de nimf Syrinx achterna zat. Zij wilde graag maagd blijven en bad tot de goden terwijl ze Pans adem al in haar nek voelde. Haar gebed werd verhoord en ze veranderde net op tijd in een rietstengel. Daar maakte Pan toen zijn fluit van.
Al in de oudste tijden, vlak na de zondvloed, kennen we vele vruchtbaarheidssymbolen, vooral vruchtbaarheidsgodinnen, die zich ontwikkelden tot de grote Artemis van Epheze en de Isjtar ( of Astarte ) van Babylonië, en verder godinnen als Cybele, Demeter, Ceres, Aphrodite, enz. Zij speelden een rol bij de vruchtbaarheidsceremoniën die soms met de grofste seksuele perversie gepaard gingen, zoals we ook uit de bijbel weten. Deze vruchtbaarheidsriten hingen nauw samen met natuuraanbidding.
De mens zonder de ware God – een God die hij bovendien niet kon zien – leefde dicht bij de zichtbare en tastbare natuur. In plaats van zijn ogen op te slaan naar God, zag hij de glans van de zon, maan en sterren aan en begon ze te vereren en in hun invloed op zijn leven te geloven. Zo ontstond de astrologie. Het mogelijk oudste boek van de bijbel, het boek Job, wijst al indirect op deze sterrenwichelarij )12 en Flavius Josephus, een joodse geschiedschrijver in Romeinse dienst, beschrijft hoe Abraham in Ur der Chaldeeën ermee te kampen had.
De mens – niet zozeer de jagende mens als wel de landbouwende vrouw – ontdekte de geneeskrachtige werking van kruiden, maar ook de verdovende, hallucinogene of vergiftige werking van andere kruiden. Zij leerde luisteren naar het geheimzinnige gemurmel van de beek en het geruis van het gebladerte en ontwikkelde gemurmelde toverformules en magische toverdranken en –kruiden. De vrouw was het die de gevangen dieren op het vuur toebereidde en zich het eerst leerde verbazen over de grillige vorm van hun ingewanden waarachter haar levendige fantasie geheimzinnige krachten vermoedde. Hier werd de heks geboren en demonen stonden klaar om zich van de arme verduisterde harten meester te maken. De Perzen kregen hun magiërs, de Indiërs hun yogi’s, de Kelten hun druïden ( priesters ), de Saksen hun ‘wicca’s’ ( vergelijk het Engelse woord witch, ‘heks’ ), dit betekent : wijzen. Hun speciale betrekking tot de natuur boeit de tegenwoordige moderne mens. De hele ‘terug naar de natuur’-beweging, met haar nadruk op macrobiotisch voedsel, bepaalde vormen van natuurgeneeswijzen en yogaoefeningen, is niet los te denken van de geweldige opkomst van het moderne occultisme – en is helaas één van de terreinen waar ook veel christenen erg gevoelig voor blijken te zijn.
In Bijbels Optiek
De mens van nu is erg gevoelig voor de moderne aanbieding van yoga, een occulte vorm van ontspanning, die uit het boeddhisme komt. Hierbij sprak men zogenaamde mantra’s uit . Deze mantra’s waren meestal de naam van een demon, waarmee men dan in contact kwam. De sessies in het Westen hebben in yoga allerlei gradaties, echter de wortels blijven occult en dus weer levensgevaarlijk
3.5. Verlossing.
We moeten ons voor ogen blijven houden, dat de aanknopingspunten van het moderne mysticisme en occultisme zijn gelegen in de zondigheid van de mens ( dus in een fundamenteel probleem binnenin hem ) èn in de aanwezigheid van een onzichtbare demonenwereld buiten hem, die vele malen sterker is dan hijzelf. Er is daarom voor het probleem van de moderne mens maar één oplossing. Hij heeft volkomen gelijk dat de zichtbare wereld niet de enig bestaande wereld kan zijn. Hij heeft ook gelijk dat zijn leven pas zin en doel zal krijgen als zijn verkeerde verbindingen verbroken en zijn verbinding naar boven toe in orde gebracht wordt. Maar hij zal moeten beseffen dat als hij niet de goede verbinding naar boven legt, hij van de wal in de sloot geholpen zal worden. Er is maar één goede verbinding en dat is met de Schepper. Maar die is geblokkeerd door de zonde. Dáár ligt zijn struikelblok ! Alleen het evangelie van Gods genade zal hem kunnen helpen, want daarin wordt hem verkondigd wat het allereerste is dat hem te doen staat : zijn zonden belijden. Dat betekent voor de mens een open en eerlijke erkenning dat het gordijn tussen hem en God dichtgetrokken is en dat hij ernaar verlangt dat dit gordijn zal worden weggenomen. Bekering is de oprechte erkenning van zondige daden en een zondige toestand tegenover God en een gebed naar God toe dat Hij de scheidsmuur zal wegnemen. Het evangelie vertelt ons dat God niets liever doet ! Hij gaf zijn eigen Zoon opdat voor een ieder die in Hem gelooft als zijn Verlosser, de scheidsmuur van de zonden wordt weggenomen en de verbinding met God hersteld zal worden ( zie voor verdere details hierover aan het eind van deze studie !).
1 Petrus 3 : 18 zegt ons : ‘Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen’. Dat is de geweldige boodschap van God. De mens is een eeuwigheidwezen. God heeft hem bij de schepping ‘de eeuw in het hart gelegd’ )13, zodat de mens ook na de zondeval een hunkering heeft overgehouden naar de ‘hogere wereld’ buiten de hem vertrouwde ruimte en tijd. Maar de demonen en hun leidsman, de satan ( die de eerste mens al tot zonde verleidde, zoals we zagen ) staan klaar om aan deze hunkering tegemoet te komen. In de mens strijden zijn natuurlijke vijandschap ten opzichte van God èn zijn hunkering naar de ‘hogere wereld’ met elkaar. De enige die daar belang bij heeft en daarvan profiteren kan, is de satan. Hij lijmt de mens met zijn methodieken van occultisme en mysticisme waardoor deze inderdaad met de ‘hogere wereld’ in verbinding treedt – maar dan wel met de ‘afdeling’ die geregeerd wordt door de satan. Het is schokkend hoe weinig christenen dit zelfs schijnen te beseffen. En even schokkend is het dat er nooit een tijd is geweest dat de westerse mens zó voor deze satanische methoden openstond.
Het is belangrijk te zien dat de methodieken die de satan ter beschikking staan, niet nieuw zijn, maar al heel oud. Het westen is reeds voor langere tijd diepgaand door het joods-christelijke denken beïnvloed en stond dus veel minder onder het beslag van het heidense denken. Maar de laatste tientallen jaren komt vooral het denken uit het Verre Oosten naar West-Europa en nestelt zich hier als een luis in de pels van datzelfde Westen en breidt haar invloed gestaag uit.
3.5. Verlossing.
We moeten ons voor ogen blijven houden, dat de aanknopingspunten van het moderne mysticisme en occultisme zijn gelegen in de zondigheid van de mens ( dus in een fundamenteel probleem binnenin hem ) èn in de aanwezigheid van een onzichtbare demonenwereld buiten hem, die vele malen sterker is dan hijzelf. Er is daarom voor het probleem van de moderne mens maar één oplossing. Hij heeft volkomen gelijk dat de zichtbare wereld niet de enig bestaande wereld kan zijn. Hij heeft ook gelijk dat zijn leven pas zin en doel zal krijgen als zijn verkeerde verbindingen verbroken en zijn verbinding naar boven toe in orde gebracht wordt. Maar hij zal moeten beseffen dat als hij niet de goede verbinding naar boven legt, hij van de wal in de sloot geholpen zal worden. Er is maar één goede verbinding en dat is met de Schepper. Maar die is geblokkeerd door de zonde. Dáár ligt zijn struikelblok ! Alleen het evangelie van Gods genade zal hem kunnen helpen, want daarin wordt hem verkondigd wat het allereerste is dat hem te doen staat : zijn zonden belijden. Dat betekent voor de mens een open en eerlijke erkenning dat het gordijn tussen hem en God dichtgetrokken is en dat hij ernaar verlangt dat dit gordijn zal worden weggenomen. Bekering is de oprechte erkenning van zondige daden en een zondige toestand tegenover God en een gebed naar God toe dat Hij de scheidsmuur zal wegnemen. Het evangelie vertelt ons dat God niets liever doet ! Hij gaf zijn eigen Zoon opdat voor een ieder die in Hem gelooft als zijn Verlosser, de scheidsmuur van de zonden wordt weggenomen en de verbinding met God hersteld zal worden ( zie voor verdere details hierover aan het eind van deze studie !).
1 Petrus 3 : 18 zegt ons : ‘Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen’. Dat is de geweldige boodschap van God. De mens is een eeuwigheidwezen. God heeft hem bij de schepping ‘de eeuw in het hart gelegd’ )13, zodat de mens ook na de zondeval een hunkering heeft overgehouden naar de ‘hogere wereld’ buiten de hem vertrouwde ruimte en tijd. Maar de demonen en hun leidsman, de satan ( die de eerste mens al tot zonde verleidde, zoals we zagen ) staan klaar om aan deze hunkering tegemoet te komen. In de mens strijden zijn natuurlijke vijandschap ten opzichte van God èn zijn hunkering naar de ‘hogere wereld’ met elkaar. De enige die daar belang bij heeft en daarvan profiteren kan, is de satan. Hij lijmt de mens met zijn methodieken van occultisme en mysticisme waardoor deze inderdaad met de ‘hogere wereld’ in verbinding treedt – maar dan wel met de ‘afdeling’ die geregeerd wordt door de satan. Het is schokkend hoe weinig christenen dit zelfs schijnen te beseffen. En even schokkend is het dat er nooit een tijd is geweest dat de westerse mens zó voor deze satanische methoden openstond.
Het is belangrijk te zien dat de methodieken die de satan ter beschikking staan, niet nieuw zijn, maar al heel oud. Het westen is reeds voor langere tijd diepgaand door het joods-christelijke denken beïnvloed en stond dus veel minder onder het beslag van het heidense denken. Maar de laatste tientallen jaren komt vooral het denken uit het Verre Oosten naar West-Europa en nestelt zich hier als een luis in de pels van datzelfde Westen en breidt haar invloed gestaag uit.
In Bijbels Optiek
De Westerse wereld is diepgaand beïnvloed door de Joods-christelijke cultuur, waarbij de tien geboden een grote bijdrage aan het recht en de rechtspraak hebben geleverd.
Het Verre Oosten dat nooit door dit joods-christelijke denken beïnvloed is geweest en de volken, die zich daar kort na de zondvloed vestigden, vervingen de kennis van de ware God al gauw door hun eigen vormen van denken. In overeenstemming met hun aard ontwikkelden zij hun eigen ‘buitenwereldlijke’ filosofieën, d.w.z. zij leggen de nadruk op deze tastbare wereld en ontkennen of negeren een ‘hogere’ wereld. Toen de moderne mens van de 20e eeuw niet langer zijn bevrediging vond in de puur ‘binnenwereldlijke’ filosofie, doemde onmiddellijk het gevaar op dat hij niet zou terugkeren naar de ‘middenweg’ van het christelijk geloof, maar òf zou terugvallen op de voorchristelijke westerse afgoderij òf zou vallen in de handen van de oosterse denkers.
Het christendom wordt in dit verband ‘middenweg’ genoemd, niet omdat het een compromis zou zijn, maar omdat er in de bijbel nooit gaat om een tegenstelling tussen de ‘hogere wereld’ en deze wereld, of om een eenzijdige benadering òf van de ‘hogere wereld’ òf van deze wereld, maar om de zuivere harmonie van die twee. Verder is de ziel in de bijbel niet het hoogste deel van de mens, dat slechts in zijn lichaam tijdelijk gevangen zit, om bij de dood in de vrijheid te treden ( zie de filosofie van Plato, aantek. 14 ), maar is het lichaam even belangrijk als de ziel en de geest, en is de hoop van de gelovige juist niet de ‘bevrijding’ van de ziel uit het lichaam, maar de opstanding waarin het lichaam verheerlijkt wordt. In de bijbel is de roeping van de gelovige niet het dienen van de materiële dingen, ook niet een leven van onthouding ( ascese ) te leiden, waardoor hij in hogere sferen zweeft, maar een harmonieus dienen van God juist in de aardse omstandigheden van huwelijk, gezin werkkring, kring van gelovigen èn het verwezenlijken van de hemelde positie van de gelovige. Het is een ‘bedenken van de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn ( want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God )’. Tegelijk moet de gelovige God trouw dienen in de dingen die van deze aarde zijn )13.
Het Verre Oosten dat nooit door dit joods-christelijke denken beïnvloed is geweest en de volken, die zich daar kort na de zondvloed vestigden, vervingen de kennis van de ware God al gauw door hun eigen vormen van denken. In overeenstemming met hun aard ontwikkelden zij hun eigen ‘buitenwereldlijke’ filosofieën, d.w.z. zij leggen de nadruk op deze tastbare wereld en ontkennen of negeren een ‘hogere’ wereld. Toen de moderne mens van de 20e eeuw niet langer zijn bevrediging vond in de puur ‘binnenwereldlijke’ filosofie, doemde onmiddellijk het gevaar op dat hij niet zou terugkeren naar de ‘middenweg’ van het christelijk geloof, maar òf zou terugvallen op de voorchristelijke westerse afgoderij òf zou vallen in de handen van de oosterse denkers.
Het christendom wordt in dit verband ‘middenweg’ genoemd, niet omdat het een compromis zou zijn, maar omdat er in de bijbel nooit gaat om een tegenstelling tussen de ‘hogere wereld’ en deze wereld, of om een eenzijdige benadering òf van de ‘hogere wereld’ òf van deze wereld, maar om de zuivere harmonie van die twee. Verder is de ziel in de bijbel niet het hoogste deel van de mens, dat slechts in zijn lichaam tijdelijk gevangen zit, om bij de dood in de vrijheid te treden ( zie de filosofie van Plato, aantek. 14 ), maar is het lichaam even belangrijk als de ziel en de geest, en is de hoop van de gelovige juist niet de ‘bevrijding’ van de ziel uit het lichaam, maar de opstanding waarin het lichaam verheerlijkt wordt. In de bijbel is de roeping van de gelovige niet het dienen van de materiële dingen, ook niet een leven van onthouding ( ascese ) te leiden, waardoor hij in hogere sferen zweeft, maar een harmonieus dienen van God juist in de aardse omstandigheden van huwelijk, gezin werkkring, kring van gelovigen èn het verwezenlijken van de hemelde positie van de gelovige. Het is een ‘bedenken van de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn ( want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God )’. Tegelijk moet de gelovige God trouw dienen in de dingen die van deze aarde zijn )13.