In Bijbels Optiek
De zonen Gods verwekten een reuzengeslacht, dat de Zondvloed over de aarde haalden..
De Bijbel zegt in Genesis 6:1-4: “Toen de mensen zich op aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En de Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben, hij is vlees, zijn dagen zullen 120 jaar zijn. De reuzen waren in de die dagen op de aarde, en ook daarna toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden: dit zijn de geweldigen uit de voortijd mannen van naam.
In deze korte maar betekenisvolle bewoordingen spreekt de Bijbel over de Zonen Gods, de Nephilim. Nephilim is afgeleid van naphal ‘vallen’, en betekent letterlijk: ‘de gevallenen’. Een uitvoerige beschrijving is terug te vinden in het Boek van Henoch waar de Bijbel in positieve zin naar verwijst.
De Bijbel zegt in Genesis 6:1-4: “Toen de mensen zich op aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En de Here zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben, hij is vlees, zijn dagen zullen 120 jaar zijn. De reuzen waren in de die dagen op de aarde, en ook daarna toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden: dit zijn de geweldigen uit de voortijd mannen van naam.
In deze korte maar betekenisvolle bewoordingen spreekt de Bijbel over de Zonen Gods, de Nephilim. Nephilim is afgeleid van naphal ‘vallen’, en betekent letterlijk: ‘de gevallenen’. Een uitvoerige beschrijving is terug te vinden in het Boek van Henoch waar de Bijbel in positieve zin naar verwijst.
In Bijbels Optiek
Henoch is een bestaande Bijbelse figuur, die wandelde met God. Hij schreef het Bijbelboek Henoch.
De reuzen duiken op in de verhalen van alle oude volken op aarde. Rond de Middellandse-zee, bij de Indianen in Noord-Amerika en Canada, in Zuid-Amerika, in Tibet en in Australië. In de mythologieën van Oost en West in de sagen over Tiahuanacu en in de heldendichten van de Noormannen en Eskimo’s. De oude Chaldeeën hadden het over de reus Irdubar, in India sprak men van de Danawa en Daita en op Ceylon van Rakshasa, in Nederland over Ellert en Brammert, om zo maar een paar voorbeelden te noemen. Vertegenwoordigen zij simpelweg het verlangen van de menselijke geest naar bovennatuurlijke kracht, of hebben zij echt bestaan?
Een aantal wetenschappers die zich in het fenomeen van de reuzen verdiept hebben, kwamen met de verklaring dat er geen reuzen op aarde zijn geweest. De reusachtige megalithische bouwwerken waren het werk van gewone mensen geweest. Deze hadden - weliswaar met de nodige moeite - de enorme steenkoolossen met vuistbijlen uit de rotsen gehakt en met houten hefbomen en rollers naar de plaats van bestemming gebracht. Er zijn ook geleerden die wel geloven dat er reuzen op aarde hebben rondgelopen. Echter niet in de tijd waarover de Bijbel en andere oude geschriften berichten, maar ten tijde van de reuzenreptielen zo’n 135 miljoen jaar geleden. Zij schrijven de reusachtige vormen toe aan kosmische stralen van de zon of aan een vergrote aantrekkingskracht van de maan waardoor de mensen een lengte bereikten van wel vijf meter. Het merkwaardige fenomeen van de abnormale groei zou zijn opgehouden toen de maan een andere positie tegenover de aarde was gaan innemen, miljoenen jaren geleden????
De reuzen duiken op in de verhalen van alle oude volken op aarde. Rond de Middellandse-zee, bij de Indianen in Noord-Amerika en Canada, in Zuid-Amerika, in Tibet en in Australië. In de mythologieën van Oost en West in de sagen over Tiahuanacu en in de heldendichten van de Noormannen en Eskimo’s. De oude Chaldeeën hadden het over de reus Irdubar, in India sprak men van de Danawa en Daita en op Ceylon van Rakshasa, in Nederland over Ellert en Brammert, om zo maar een paar voorbeelden te noemen. Vertegenwoordigen zij simpelweg het verlangen van de menselijke geest naar bovennatuurlijke kracht, of hebben zij echt bestaan?
Een aantal wetenschappers die zich in het fenomeen van de reuzen verdiept hebben, kwamen met de verklaring dat er geen reuzen op aarde zijn geweest. De reusachtige megalithische bouwwerken waren het werk van gewone mensen geweest. Deze hadden - weliswaar met de nodige moeite - de enorme steenkoolossen met vuistbijlen uit de rotsen gehakt en met houten hefbomen en rollers naar de plaats van bestemming gebracht. Er zijn ook geleerden die wel geloven dat er reuzen op aarde hebben rondgelopen. Echter niet in de tijd waarover de Bijbel en andere oude geschriften berichten, maar ten tijde van de reuzenreptielen zo’n 135 miljoen jaar geleden. Zij schrijven de reusachtige vormen toe aan kosmische stralen van de zon of aan een vergrote aantrekkingskracht van de maan waardoor de mensen een lengte bereikten van wel vijf meter. Het merkwaardige fenomeen van de abnormale groei zou zijn opgehouden toen de maan een andere positie tegenover de aarde was gaan innemen, miljoenen jaren geleden????
In Bijbels Optiek
Reuzen waren in Bijbelse tijden ook op aarde, in Nederland kennen we het verhaal van Ellert en Brammert. Het waren reuzen en tegelijk booswichten van het ergste soort. Ze leefden in een hol op het Ellertsveld bij Elp (Dr.) en leven bij ons in sprookjes verder net als in andere culturen van de wereld.
Dit soort verklaringen zijn echter op geen enkele wijze in overeenstemming met wat er zich werkelijk op aarde heeft afgespeeld. De reuzen waren op de aarde, geen miljoenen jaren geleden, maar vrij recent, in Bijbelse tijden. Wetenschappers van de Universiteit van Washington zeggen bewijs te hebben gevonden voor 'vreemd DNA' in de menselijke bevolking. Het vreemde DNA werd aangetroffen in drie groepen moderne Afrikanen. Het betreft genetische 'resten' die op geen enkele wijze overeenkomen met het DNA van moderne mensen en ook niet met dat van de Neanderthalers, van wie het DNA nog terug te vinden is in sommige hedendaagse Europese volken. Men is van mening dat gevallen engelen (nephilim) hier verantwoordelijk voor zijn. Zij mengden hun eigen DNA met dat van de mensen en produceerden zo een niet-menselijke tussensoort.
Dit soort verklaringen zijn echter op geen enkele wijze in overeenstemming met wat er zich werkelijk op aarde heeft afgespeeld. De reuzen waren op de aarde, geen miljoenen jaren geleden, maar vrij recent, in Bijbelse tijden. Wetenschappers van de Universiteit van Washington zeggen bewijs te hebben gevonden voor 'vreemd DNA' in de menselijke bevolking. Het vreemde DNA werd aangetroffen in drie groepen moderne Afrikanen. Het betreft genetische 'resten' die op geen enkele wijze overeenkomen met het DNA van moderne mensen en ook niet met dat van de Neanderthalers, van wie het DNA nog terug te vinden is in sommige hedendaagse Europese volken. Men is van mening dat gevallen engelen (nephilim) hier verantwoordelijk voor zijn. Zij mengden hun eigen DNA met dat van de mensen en produceerden zo een niet-menselijke tussensoort.
In Bijbels Optiek
Er zijn reusachtige skeletten gevonden, die wijzen op het bestaan van reuzen. Als wij zouden afstammen van de apen, zoals door de evolutietheorie beweerd wordt, zouden er meer overeenkomsten moeten zijn. Zo hebben wij bijvoorbeeld al een verschillend DNA, ook het aantal ruggenwervels is anders. Ook zijn er verschillen in het breincapaciteit tussen mens en aap. Dit pleit alleen maar voor het reële bestaan van reuzen. De figuurtjes op de foto zijn mensen.
Verschillende overleveringen vertellen dat de eerste reuzen goede wezens waren maar dat door een snelle degeneratie het kwade snel de overhand had gekregen. Dat zou de reden kunnen zijn waarom ze dikwijls in oude geschriften als kwaadaardig worden afgebeeld, vijanden van de mensen maar soms ook van elkaar.
In de Scandinavische mythologie bijvoorbeeld, zijn de reuzen die in Utgard wonen de aartsvijanden van de in Asgard verblijvende reuzen. Ze veroorzaakten vaak grote nood en diepe ellende en soms vertoonden ze zelfs kannibalistische neigingen, zoals de indianen van Noord-Amerika en Canada in hun overleveringen vertellen.
In de diverse mythologieën waaronder de Griekse en de Romeinse, zijn het halfgoden, half mens en half engel. Ook uit de Griekse mythologie is het verhaal bekend van de mensenetende Chrono’s die zijn eigen kinderen verslond, en van de Homerische Cyclopen die ook een voorliefde voor mensenvlees hadden.
Verschillende overleveringen vertellen dat de eerste reuzen goede wezens waren maar dat door een snelle degeneratie het kwade snel de overhand had gekregen. Dat zou de reden kunnen zijn waarom ze dikwijls in oude geschriften als kwaadaardig worden afgebeeld, vijanden van de mensen maar soms ook van elkaar.
In de Scandinavische mythologie bijvoorbeeld, zijn de reuzen die in Utgard wonen de aartsvijanden van de in Asgard verblijvende reuzen. Ze veroorzaakten vaak grote nood en diepe ellende en soms vertoonden ze zelfs kannibalistische neigingen, zoals de indianen van Noord-Amerika en Canada in hun overleveringen vertellen.
In de diverse mythologieën waaronder de Griekse en de Romeinse, zijn het halfgoden, half mens en half engel. Ook uit de Griekse mythologie is het verhaal bekend van de mensenetende Chrono’s die zijn eigen kinderen verslond, en van de Homerische Cyclopen die ook een voorliefde voor mensenvlees hadden.
In Bijbels Optiek
In de oude Griekse mythologie komen er veel monsters voor. Maar naast monsters zijn er nog tal van andere mysterieuze wezens. Dit wordt beschreven door de Griekse zanger en dichter Homerus. Cyclopen waren reuzen die slechts één oog hadden, midden in hun hoofd. De bekendste cycloop is Polyphemus. Hij komt voor in de verhalen van Homerus. In zijn boek 'Odyssee' beschrijft hij hoe de cycloop hem en zijn vriend gevangen hield in een grot. Telkens als hij honger had, at hij één van zijn gevangenen op. Homerus hield hij als laatste over, maar Homerus kon ontsnappen met een list. Hij vertelde aan de cycloop dat 'Niemand' zijn naam was, en voerde Polyphemus dronken. Hierna stak hij hem met een gloeiende paal zijn ene oog uit. Polyphemus schreeuwde het uit van de pijn, en de andere Cyclopen kwamen uiteraard kijken. Toen Polyphemus vertelde dat Niemand zijn oog gestoken had, dachten de andere Cyclopen uiteraard dat hij gek geworden was. Homerus kon ontkomen door al hangend aan de buik van een schaap de grot uit te lopen.
Sommige volken geloven dat de reuzen de voorvaderen van de mensen zijn geweest terwijl anderen de hele schepping aan hen toeschrijven. Dat is op zich niet zo vreemd aangezien de vele natuurlijke kenmerken van de aarde zoals de oceanen, bergen en ravijnen voor de eenvoudig denkende mens wel moest duiden op een schepper van reusachtige afmetingen.
In Engeland komen fantasierijke verhalen voor over hoe heuvels valleien en andere kenmerken van een landschap, gevormd werden door reuzen die grote hoeveelheden aarde opwierpen en enorme rotsblokken in de zee gooiden.
Daarnaast verwijzen de Angelsaksen in hun oude verzen ook naar echte reuzen die Engeland bewoond zouden hebben voor hun eigen komst. Dat sluit meer aan op de werkelijkheid getuige de vele megalithische steenconstructies, die overal in Engeland te vinden zijn.
Sommige volken geloven dat de reuzen de voorvaderen van de mensen zijn geweest terwijl anderen de hele schepping aan hen toeschrijven. Dat is op zich niet zo vreemd aangezien de vele natuurlijke kenmerken van de aarde zoals de oceanen, bergen en ravijnen voor de eenvoudig denkende mens wel moest duiden op een schepper van reusachtige afmetingen.
In Engeland komen fantasierijke verhalen voor over hoe heuvels valleien en andere kenmerken van een landschap, gevormd werden door reuzen die grote hoeveelheden aarde opwierpen en enorme rotsblokken in de zee gooiden.
Daarnaast verwijzen de Angelsaksen in hun oude verzen ook naar echte reuzen die Engeland bewoond zouden hebben voor hun eigen komst. Dat sluit meer aan op de werkelijkheid getuige de vele megalithische steenconstructies, die overal in Engeland te vinden zijn.
In Bijbels Optiek
Stonehenge is een plek nabij Amesbury en Salisbury in het graafschap Wiltshire in Engeland (2500-2000 v. Chr.). Het is een prehistorische constructie, opgetrokken uit grote stenen (vandaar ‘stone’) die in een cirkelvorm zijn geplaatst. Het woord henge in Stonehenge is van Germaanse oorsprong en betekent iets als hangen. De bedoeling van de bouwers is niet volledig duidelijk. Sommigen denken dat de constructie werd gebruikt door prehistorische astronomen, anderen houden het bij religieuze bedoelingen. Stonehenge krijgt bij een bepaalde lichtinval een blauwe gloed.
De Bijbel vertelt dat er zowel vóór als ná de zondvloed, reuzen op aarde waren. "De reuzen waren in die dagen op aarde, Genesis 6:1-2-3-4 ,en ook daarna…" De algemene opvatting is dat ‘en ook daarna’ verwijst naar de tijd van na de zondvloed. Gods belofte nooit meer een watervloed over de aarde te brengen heeft Satan gemotiveerd opnieuw gevallen engelen (nephilim) naar de aarde te sturen en gemeenschap te hebben met de dochters der mensen.
Uit deze gemeenschap kwamen net als vóór de Zondvloed opnieuw reuzen voort. Dit geslacht van reuzen was het geslacht van het zaad van de slang. Deze werden door Satan in verschillende stammen verspreid door het hele ‘Beloofde land’ om zo te voorkomen dat de kinderen van Israël dit land in bezit zouden nemen, en dat de Verlosser daar geboren zou worden. Het land wemelde van de reuzen. Zo is in het verhaal van de twaalf verspieders die uitgezonden werden om het land Kanaän te verspieden, sprake van Enakieten, mannen van grote lengte.
De Bijbel vertelt dat er zowel vóór als ná de zondvloed, reuzen op aarde waren. "De reuzen waren in die dagen op aarde, Genesis 6:1-2-3-4 ,en ook daarna…" De algemene opvatting is dat ‘en ook daarna’ verwijst naar de tijd van na de zondvloed. Gods belofte nooit meer een watervloed over de aarde te brengen heeft Satan gemotiveerd opnieuw gevallen engelen (nephilim) naar de aarde te sturen en gemeenschap te hebben met de dochters der mensen.
Uit deze gemeenschap kwamen net als vóór de Zondvloed opnieuw reuzen voort. Dit geslacht van reuzen was het geslacht van het zaad van de slang. Deze werden door Satan in verschillende stammen verspreid door het hele ‘Beloofde land’ om zo te voorkomen dat de kinderen van Israël dit land in bezit zouden nemen, en dat de Verlosser daar geboren zou worden. Het land wemelde van de reuzen. Zo is in het verhaal van de twaalf verspieders die uitgezonden werden om het land Kanaän te verspieden, sprake van Enakieten, mannen van grote lengte.
In Bijbels Optiek
Opgraving van twee Enakieten. In vroeger eeuwen dacht men dat dit de nakomelingen van Seth waren, maar intussen is het over duidelijk dat met de zonen Gods, gevallen engelachtige, bedoeld worden die gemeenschap hadden met de dochters der mensen. (vs.3) Het hoofddoel was dat uit de mensheid geen Messias meer geboren zou kunnen worden, wat geheel volgens satans plan was. En God moest dit wel tegengaan.
Er was sprake van een demonische beïnvloeding van geestelijke wezens die een menselijke gedaante hadden aangenomen en zich eigenlijk vernederden (‘hun plaats verlieten’ en (seksuele) gemeenschap hadden met de dochters der mensen. De korte brief van Judas in het Nieuwe Testament verwijst hier overduidelijk naar
(evenzo het apocriefe boek Henoch). De nazaten die hieruit voortkwamen werden ‘Nephilim’ genoemd of: ‘geweldigen, mannen van naam!’
Een aanvullende Bijbelse woord- en tekststudie.
We zullen Genesis 6: 1-8 nog eens herhalen: “Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En God zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben, hij is vlees, zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden. Dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam. Toen God zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwd God dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En God zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen van God.”
In de loop van de afgelopen tweeduizend jaar is dit tekstgedeelte al op veel diverse wijzen uitgelegd. Voor iedere uitleg zijn argumenten voor en tegen te bedenken. Vanaf vers 9 gaat Genesis verder over Noach, waarna de zondvloed uitvoerig wordt beschreven.
Er was sprake van een demonische beïnvloeding van geestelijke wezens die een menselijke gedaante hadden aangenomen en zich eigenlijk vernederden (‘hun plaats verlieten’ en (seksuele) gemeenschap hadden met de dochters der mensen. De korte brief van Judas in het Nieuwe Testament verwijst hier overduidelijk naar
(evenzo het apocriefe boek Henoch). De nazaten die hieruit voortkwamen werden ‘Nephilim’ genoemd of: ‘geweldigen, mannen van naam!’
Een aanvullende Bijbelse woord- en tekststudie.
We zullen Genesis 6: 1-8 nog eens herhalen: “Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En God zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben, hij is vlees, zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden. Dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam. Toen God zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwd God dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En God zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen van God.”
In de loop van de afgelopen tweeduizend jaar is dit tekstgedeelte al op veel diverse wijzen uitgelegd. Voor iedere uitleg zijn argumenten voor en tegen te bedenken. Vanaf vers 9 gaat Genesis verder over Noach, waarna de zondvloed uitvoerig wordt beschreven.
In Bijbels Optiek
God gaf de gelovige Noach opdracht om een schip te bouwen midden op het land, omdat de Here een einde wilde maken aan het bestaan van het verdorven menselijke geslacht, dat gewelddadig en door en door slecht was. De wereld werd geregeerd door een reuzengeslacht, een voortbrengsel van gevallen engelen (giborim) en vrouwen. Toen de ark gereed was, werd ze bevolkt door een paartje van elke diersoort (van de offerdieren 7 stuks), die overlevingskansen hadden na de zondvloed, een vloed die over de aarde kwam en alles verwoestte.
De aanleiding hiervoor vinden wij in vers 5, want door de invloed van de afvallige zonen Gods en de wezens die zij voortbrachten, de Nefilim, was de slechtheid van de mensen op de aarde en hun goddeloosheid dermate toegenomen, en de begeerte van hun hart ging zo naar het kwade uit dat God om dié reden besloot dat er een zondvloed moest komen.
Het Hebreeuwse woord Nefilim wordt in sommige Bijbelvertalingen onvertaald gelaten maar meestal weergegeven als reuzen, giganten of titanen. Het verband tussen het huwelijk van de zonen Gods met de dochters van de mensen en de aanwezigheid van reuzen in vers 4 komt vooral in de Willibrordvertaling duidelijk naar voren: “In die dagen, en ook nog daarna, leefden er reuzen op de aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen en zij hun zonen hadden gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd!”
en in de Groot Nieuws Bijbel: “Er leefden toen en ook later nog reuzen op aarde. Het waren de kinderen die de godenzonen bij de dochters van de mensen gekregen hadden. Zij staan als de beroemde helden van de oudheid bekend.”
De reuzen kwamen dus uit deze verboden verbintenis voort, maar hoe komt het dat zij reuzen waren en geen gewone mensen? Wat was er eigenlijk mis met de huwelijken tussen de zonen Gods en de dochters der mensen? Wat was hun zonde precies? En kunnen we van daaruit iets zeggen over hun identiteit?
Over de identiteit van de zonen Gods kunnen we kort, het waren geen mensen, maar bovennatuurlijke hemelwezens. Echter welke identiteit hadden deze Nefilim.
De aanleiding hiervoor vinden wij in vers 5, want door de invloed van de afvallige zonen Gods en de wezens die zij voortbrachten, de Nefilim, was de slechtheid van de mensen op de aarde en hun goddeloosheid dermate toegenomen, en de begeerte van hun hart ging zo naar het kwade uit dat God om dié reden besloot dat er een zondvloed moest komen.
Het Hebreeuwse woord Nefilim wordt in sommige Bijbelvertalingen onvertaald gelaten maar meestal weergegeven als reuzen, giganten of titanen. Het verband tussen het huwelijk van de zonen Gods met de dochters van de mensen en de aanwezigheid van reuzen in vers 4 komt vooral in de Willibrordvertaling duidelijk naar voren: “In die dagen, en ook nog daarna, leefden er reuzen op de aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen en zij hun zonen hadden gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd!”
en in de Groot Nieuws Bijbel: “Er leefden toen en ook later nog reuzen op aarde. Het waren de kinderen die de godenzonen bij de dochters van de mensen gekregen hadden. Zij staan als de beroemde helden van de oudheid bekend.”
De reuzen kwamen dus uit deze verboden verbintenis voort, maar hoe komt het dat zij reuzen waren en geen gewone mensen? Wat was er eigenlijk mis met de huwelijken tussen de zonen Gods en de dochters der mensen? Wat was hun zonde precies? En kunnen we van daaruit iets zeggen over hun identiteit?
Over de identiteit van de zonen Gods kunnen we kort, het waren geen mensen, maar bovennatuurlijke hemelwezens. Echter welke identiteit hadden deze Nefilim.
In Bijbels Optiek
De zittende figuur is in vergelijking met de staande van zeer grote afmeting. Hij beeldt een scheppergod uit in zittende houding. De anderen brengen hem eer als de Babylonische zonnegod. Deze halfgoden, de nephilim, waren half engel, half mens, die zeiden van de zon te komen.
Tegenstanders van het standpunt dat de zonen Gods, en dus ook de Nefilim, van bovennatuurlijke afkomst zijn, wijzen deze theorie van gevallen engelen af, omdat zij volgens hen haar oorsprong zou vinden in de occulte wereld van de Babylonische, Griekse en Romeinse mythologie en mystieke Joodse geschriften. Zij gaan er van uit dat de zonen Gods gewone rechtvaardige, godvrezende mannen van vlees en bloed geweest zouden zijn, die door hun huwelijken met de goddeloze vrouwen van God afvallig waren geworden.
Van reuzen zou er volgens hen helemaal geen sprake zijn. Sterker nog! Omdat het Hebreeuwse woord Nefilim niet alleen ‘reuzen’ maar ook ‘gevallenen’ kan betekenen, van het werkwoord nafal (vallen), betrekken de voorstanders van deze visie dit woord helemaal niet op de reuzen, maar op de afvallige zonen Gods, en ontkennen daarmee het bestaan van twee aparte groepen.
De Nefilim waren volgens hen daarom niet de kinderen die uit de verboden huwelijken voortkwamen, maar de afvallige zonen Gods zelf, en geen hemelse wezens maar gewone mensen. Dat deze bewering nergens op slaat en geen hout snijdt zal al gauw blijken als wij de Joodse manier van Schriftonderzoek hanteren door teksten met teksten te vergelijken.
Weet u, het is heel belangrijk om zoveel mogelijk relevante Schriftplaatsen op te zoeken en te bestuderen als je wilt weten wat God over dit soort dingen te zeggen heeft.
Zo staan er in de apocriefe ofwel Deuterokanonieke Bijbelboeken een aantal teksten die rechtstreeks naar Genesis 6 verwijzen en waaruit blijkt dat de Nefilim, de befaamde ‘geweldenaars uit de voortijd’, in het Hebreeuws Giborim genaamd, daadwerkelijk reuzen waren:
“Israël, hoe groot is het domein van uw God, hoe uitgestrekt het gebied van Zijn macht! Groot is het en zonder einde, hoog is het en onmetelijk. Daar werden de reuzen geboren, die befaamde mannen uit de voortijd, groot van gestalte, bedreven in de strijd. Maar hen heeft God niet uitgekozen, de weg naar kennis werd hun niet gewezen. Zij gingen allemaal dood door een tekort aan inzicht en verstand.” (Baruch 3:24-28, Willibrordvertaling)
en: “Israël, hoe groot is Gods woning, hoe uitgestrekt het gebied waarover God heerst: groot en oneindig, groots en onmeetbaar! Daar zijn ooit de giganten geboren, de befaamde helden uit het verre verleden, groot van gestalte, bedreven in de strijd. Maar hen heeft God niet uitgekozen, aan hen heeft Hij de weg naar de kennis niet onthuld. Door gebrek aan inzicht gingen zij ten onder, hun dwaze gedrag bracht hen ten val.” (Nieuwe Bijbelvertaling). “Hij was de reuzen van de oude tijd niet genadig, toen zij met heel hun macht opstandig werden.” (Wijsheid van Sirach 16:7, Willibrord-vertaling)
en: “Hij vergaf de giganten uit de voortijd niet, die zich, machtig als ze waren, van Hem hadden afgewend.” (Nieuwe Bijbelvertaling).
“Ook in de oude tijd al, toen de trotse reuzen omkwamen, zocht de hoop van de wereld haar toevlucht op een vlot en liet, door Uw hand bestuurd, aan de wereld de kiem na van een nageslacht.” (Wijsheid van Salomo 14:6, Willibrordvertaling)
en tenslotte: “Zo is in het begin, terwijl de overmoedige giganten ten onder gingen, de hoop voor de wereld op een vlot ontkomen en heeft hij, door Uw hand geleid, nieuw leven voor de toekomst veiliggesteld.” (Nieuwe Bijbelvertaling).
Tegenstanders van het standpunt dat de zonen Gods, en dus ook de Nefilim, van bovennatuurlijke afkomst zijn, wijzen deze theorie van gevallen engelen af, omdat zij volgens hen haar oorsprong zou vinden in de occulte wereld van de Babylonische, Griekse en Romeinse mythologie en mystieke Joodse geschriften. Zij gaan er van uit dat de zonen Gods gewone rechtvaardige, godvrezende mannen van vlees en bloed geweest zouden zijn, die door hun huwelijken met de goddeloze vrouwen van God afvallig waren geworden.
Van reuzen zou er volgens hen helemaal geen sprake zijn. Sterker nog! Omdat het Hebreeuwse woord Nefilim niet alleen ‘reuzen’ maar ook ‘gevallenen’ kan betekenen, van het werkwoord nafal (vallen), betrekken de voorstanders van deze visie dit woord helemaal niet op de reuzen, maar op de afvallige zonen Gods, en ontkennen daarmee het bestaan van twee aparte groepen.
De Nefilim waren volgens hen daarom niet de kinderen die uit de verboden huwelijken voortkwamen, maar de afvallige zonen Gods zelf, en geen hemelse wezens maar gewone mensen. Dat deze bewering nergens op slaat en geen hout snijdt zal al gauw blijken als wij de Joodse manier van Schriftonderzoek hanteren door teksten met teksten te vergelijken.
Weet u, het is heel belangrijk om zoveel mogelijk relevante Schriftplaatsen op te zoeken en te bestuderen als je wilt weten wat God over dit soort dingen te zeggen heeft.
Zo staan er in de apocriefe ofwel Deuterokanonieke Bijbelboeken een aantal teksten die rechtstreeks naar Genesis 6 verwijzen en waaruit blijkt dat de Nefilim, de befaamde ‘geweldenaars uit de voortijd’, in het Hebreeuws Giborim genaamd, daadwerkelijk reuzen waren:
“Israël, hoe groot is het domein van uw God, hoe uitgestrekt het gebied van Zijn macht! Groot is het en zonder einde, hoog is het en onmetelijk. Daar werden de reuzen geboren, die befaamde mannen uit de voortijd, groot van gestalte, bedreven in de strijd. Maar hen heeft God niet uitgekozen, de weg naar kennis werd hun niet gewezen. Zij gingen allemaal dood door een tekort aan inzicht en verstand.” (Baruch 3:24-28, Willibrordvertaling)
en: “Israël, hoe groot is Gods woning, hoe uitgestrekt het gebied waarover God heerst: groot en oneindig, groots en onmeetbaar! Daar zijn ooit de giganten geboren, de befaamde helden uit het verre verleden, groot van gestalte, bedreven in de strijd. Maar hen heeft God niet uitgekozen, aan hen heeft Hij de weg naar de kennis niet onthuld. Door gebrek aan inzicht gingen zij ten onder, hun dwaze gedrag bracht hen ten val.” (Nieuwe Bijbelvertaling). “Hij was de reuzen van de oude tijd niet genadig, toen zij met heel hun macht opstandig werden.” (Wijsheid van Sirach 16:7, Willibrord-vertaling)
en: “Hij vergaf de giganten uit de voortijd niet, die zich, machtig als ze waren, van Hem hadden afgewend.” (Nieuwe Bijbelvertaling).
“Ook in de oude tijd al, toen de trotse reuzen omkwamen, zocht de hoop van de wereld haar toevlucht op een vlot en liet, door Uw hand bestuurd, aan de wereld de kiem na van een nageslacht.” (Wijsheid van Salomo 14:6, Willibrordvertaling)
en tenslotte: “Zo is in het begin, terwijl de overmoedige giganten ten onder gingen, de hoop voor de wereld op een vlot ontkomen en heeft hij, door Uw hand geleid, nieuw leven voor de toekomst veiliggesteld.” (Nieuwe Bijbelvertaling).
In Bijbels Optiek
De goddeloze mensheid kwam om in de zondvloed en daarmee ook het ras van de reuzen, alleen Noach en zijn gezin (acht) werden gered.
Wij lezen in deze teksten dat de reuzen allen omkwamen, terwijl ‘de hoop voor de wereld’ (Noach!) zijn toevlucht op een vlot zocht en daarop ontkomen is, waarmee de ark bedoeld moet zijn.
In Genesis 6:9 staat: “Noach was een rechtschapen man, hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God.” Hieruit kunnen wij constateren dat Noach en de zijnen genetisch ‘onbesmet’ waren, niet bevuild met de genetische manipulatie door de vermenging van de zonen Gods met de dochters der mensen en daarom kon God met Noach en zijn gezin de aarde opnieuw bevolken.
In elk geval gaat het in Genesis 6:1-8 over bovennatuurlijke wezens, die op grote schaal vrouwen uit de dochters der mensen namen en daarmee grenzen overschreden hadden die God gesteld had. Zij dachten waarschijnlijk dat er uit deze onnatuurlijke verbintenissen een soort halfgoden zouden voortkomen, maar zij kwamen daarbij bedrogen uit.
In plaats van een superras was het resultaat van deze huwelijken de geboorte van reuzen. Dat was nooit Gods bedoeling geweest en daarom kunnen alleen deze perverse verbintenissen van niet-menselijke hemelwezens met menselijke vrouwen een dergelijk zwaar oordeel als de allesvernietigende zondvloed verklaren en rechtvaardigen.
Wij lezen in deze teksten dat de reuzen allen omkwamen, terwijl ‘de hoop voor de wereld’ (Noach!) zijn toevlucht op een vlot zocht en daarop ontkomen is, waarmee de ark bedoeld moet zijn.
In Genesis 6:9 staat: “Noach was een rechtschapen man, hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God.” Hieruit kunnen wij constateren dat Noach en de zijnen genetisch ‘onbesmet’ waren, niet bevuild met de genetische manipulatie door de vermenging van de zonen Gods met de dochters der mensen en daarom kon God met Noach en zijn gezin de aarde opnieuw bevolken.
In elk geval gaat het in Genesis 6:1-8 over bovennatuurlijke wezens, die op grote schaal vrouwen uit de dochters der mensen namen en daarmee grenzen overschreden hadden die God gesteld had. Zij dachten waarschijnlijk dat er uit deze onnatuurlijke verbintenissen een soort halfgoden zouden voortkomen, maar zij kwamen daarbij bedrogen uit.
In plaats van een superras was het resultaat van deze huwelijken de geboorte van reuzen. Dat was nooit Gods bedoeling geweest en daarom kunnen alleen deze perverse verbintenissen van niet-menselijke hemelwezens met menselijke vrouwen een dergelijk zwaar oordeel als de allesvernietigende zondvloed verklaren en rechtvaardigen.
In Bijbels Optiek
Genesis 6:4: “De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun kinderen baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam “. Numeri 13:33: “Ook zagen wij (de verspieders) daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen”.
De Nefilim worden echter opnieuw genoemd in Numeri 13:33, en sommigen zullen zich afvragen hoe dat kan als ze allen omgekomen zouden zijn in de vloed. Genesis 6:4 zegt echter: “In die dagen, en ook nog daarna, leefden er reuzen op de aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen en zij hun zonen hadden gebaard”.
De Bijbel vertelt dat er zowel vóór als ná de zondvloed, reuzen op aarde waren. De aanduiding “…en ook daarna” verwijst volgens de meeste Bijbelgeleerden naar de tijd van na de zondvloed, wat vooral in de Groot Nieuws Bijbel bijzonder duidelijk naar voren komt: “Er leefden toen en ook later nog reuzen op aarde!” Dat was dus een tweede manifestatie van de afvallige zonen Gods, maar nu klaarblijkelijk kleiner in aantal en meer plaatselijk omdat ze grotendeels tot Kanaän beperkt waren, en feitelijk tot de ‘volken van Kanaän’ gerekend moeten worden. Volgens sommige Bijbelverklaringen komt dat omdat de zonen Gods, die immers geestelijke wezens waren en dus niet gehinderd werden door de zondvloed die wel hun aardse nakomelingen vernietigde, na de vloed hun oneerbare praktijken weer oppakten en opnieuw reusachtige bastaards bij menselijke vrouwen verwekten.
Gods belofte nooit meer een watervloed over de aarde te brengen had volgens deze uitleg namelijk de Satan gemotiveerd om opnieuw afvallige zonen Gods naar de aarde te sturen en gemeenschap te hebben met de dochters der mensen. Uit deze gemeenschap kwamen net als vóór de zondvloed opnieuw reuzen voort, die in vers 4 in het Hebreeuws ‘Nefilim’ genoemd worden. Deze werden vervolgens door Satan in verschillende stammen verspreid door het hele beloofde land om op deze wijze te voorkomen dat de Israëlieten het land later in bezit zouden nemen, en als gevolg daarvan eveneens te voorkomen dat de Verlosser daar geboren zou worden.
De Nefilim worden echter opnieuw genoemd in Numeri 13:33, en sommigen zullen zich afvragen hoe dat kan als ze allen omgekomen zouden zijn in de vloed. Genesis 6:4 zegt echter: “In die dagen, en ook nog daarna, leefden er reuzen op de aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen en zij hun zonen hadden gebaard”.
De Bijbel vertelt dat er zowel vóór als ná de zondvloed, reuzen op aarde waren. De aanduiding “…en ook daarna” verwijst volgens de meeste Bijbelgeleerden naar de tijd van na de zondvloed, wat vooral in de Groot Nieuws Bijbel bijzonder duidelijk naar voren komt: “Er leefden toen en ook later nog reuzen op aarde!” Dat was dus een tweede manifestatie van de afvallige zonen Gods, maar nu klaarblijkelijk kleiner in aantal en meer plaatselijk omdat ze grotendeels tot Kanaän beperkt waren, en feitelijk tot de ‘volken van Kanaän’ gerekend moeten worden. Volgens sommige Bijbelverklaringen komt dat omdat de zonen Gods, die immers geestelijke wezens waren en dus niet gehinderd werden door de zondvloed die wel hun aardse nakomelingen vernietigde, na de vloed hun oneerbare praktijken weer oppakten en opnieuw reusachtige bastaards bij menselijke vrouwen verwekten.
Gods belofte nooit meer een watervloed over de aarde te brengen had volgens deze uitleg namelijk de Satan gemotiveerd om opnieuw afvallige zonen Gods naar de aarde te sturen en gemeenschap te hebben met de dochters der mensen. Uit deze gemeenschap kwamen net als vóór de zondvloed opnieuw reuzen voort, die in vers 4 in het Hebreeuws ‘Nefilim’ genoemd worden. Deze werden vervolgens door Satan in verschillende stammen verspreid door het hele beloofde land om op deze wijze te voorkomen dat de Israëlieten het land later in bezit zouden nemen, en als gevolg daarvan eveneens te voorkomen dat de Verlosser daar geboren zou worden.
In Bijbels Optiek
In onze tijd verschijnen veel ufo’s boven Israël (hier door een Israëlisch vliegtuig gefotografeerd). Het was in dit land, waar eens de reuzen in grote getale aanwezig waren? Zou satan ook nu weer via gevallen engelen de terugkomst van de Messias willen voorkomen, maar nu door ufo’s?
Nu Israël terugkeert naar het land der vaderen zijn er al 15.000 gevallen bekend van mensen die sinds 1965 ontmoetingen hebben gehad met Nephilim in ufo’s die er ook daadwerkelijk uitkwamen. Volgens hun verhalen zijn de Nephilim ‘tussen de 1,80 m en 2,70 m lang, hebben wit haar, een bleek gelaat, zijn bijna albino met lichtblauwe ogen. Ze droegen witte gewaden en geen schoenen. Ze konden zich mondeling verstaanbaar maken, maar ook middels telepathie’.
Het is niet ondenkbaar dat er in de eindtijd, waarin wij ons nu bevinden, opnieuw Nephilim zullen opstaan, omdat aan de vijandschap tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw' (Genesis 3 vers 15; Openbaringen 12 vers 17) in de tijd van de apostelen geen einde is gekomen.
Het land dat God aan Abraham, Isaak en Jakob beloofd had, wemelde van de reuzen. Toen de Israëlieten uiteindelijk na hun uittocht uit Egypte het beloofde land verkenden kwamen ze tot hun schrik deze reuzen tegen! Geheel onder de indruk van wat zij daar hebben meegemaakt vertelden de twaalf verspieders die uitgezonden werden om het land Kanaän te verspieden, na hun terugkomst wat zij gezien hadden.
Zij vertelden:“Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben, zeiden ze, verslindt zijn inwoners, en alle mensen die we er gezien hebben waren uitzonderlijk lang. We hebben daar zelfs reuzen gezien, de Anaqim (Enakieten). Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn!” (Numeri 13:32-33).
In de NBG-vertaling staat het als volgt: “Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn inwoners verslindt (reuzen staan over de hele wereld in allerlei sprookjes bekend om het eten van mensen!), en alle mensen die wij daar zagen, waren mannen van grote lengte. Ook zagen wij daar de reuzen, Anaqim [Enakieten], die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen!”
Nu Israël terugkeert naar het land der vaderen zijn er al 15.000 gevallen bekend van mensen die sinds 1965 ontmoetingen hebben gehad met Nephilim in ufo’s die er ook daadwerkelijk uitkwamen. Volgens hun verhalen zijn de Nephilim ‘tussen de 1,80 m en 2,70 m lang, hebben wit haar, een bleek gelaat, zijn bijna albino met lichtblauwe ogen. Ze droegen witte gewaden en geen schoenen. Ze konden zich mondeling verstaanbaar maken, maar ook middels telepathie’.
Het is niet ondenkbaar dat er in de eindtijd, waarin wij ons nu bevinden, opnieuw Nephilim zullen opstaan, omdat aan de vijandschap tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw' (Genesis 3 vers 15; Openbaringen 12 vers 17) in de tijd van de apostelen geen einde is gekomen.
Het land dat God aan Abraham, Isaak en Jakob beloofd had, wemelde van de reuzen. Toen de Israëlieten uiteindelijk na hun uittocht uit Egypte het beloofde land verkenden kwamen ze tot hun schrik deze reuzen tegen! Geheel onder de indruk van wat zij daar hebben meegemaakt vertelden de twaalf verspieders die uitgezonden werden om het land Kanaän te verspieden, na hun terugkomst wat zij gezien hadden.
Zij vertelden:“Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben, zeiden ze, verslindt zijn inwoners, en alle mensen die we er gezien hebben waren uitzonderlijk lang. We hebben daar zelfs reuzen gezien, de Anaqim (Enakieten). Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn!” (Numeri 13:32-33).
In de NBG-vertaling staat het als volgt: “Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn inwoners verslindt (reuzen staan over de hele wereld in allerlei sprookjes bekend om het eten van mensen!), en alle mensen die wij daar zagen, waren mannen van grote lengte. Ook zagen wij daar de reuzen, Anaqim [Enakieten], die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen!”
In Bijbels Optiek
In 1984 werden de verschillende ruïnes van Baalbek door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard, waaronder de tempel van Bachhus. Dit soort grote gebouwen kon alleen door reuzen gebouwd worden, omdat de stenen veel te groot en te zwaar zijn om door mensen van die (en de onze!) tijd te worden verwerkt.
De Enakieten.
Uit vers 32 kunnen wij opmaken dat er door de verspieders nadrukkelijk op gewezen wordt dat de inwoners van Kanaän een buitengewoon grote gestalte hadden en in vers 33 gebruiken zij zelfs tot twee keer aan toe het woord ‘reuzen’. In de Hebreeuwse grondtekst staat hier hetzelfde woord, dat ook in Genesis 6:4 wordt gebruikt: Nefilim! Dat is niet zo vreemd, want ook in de hedendaagse woordenboeken, het modern Ivrit staat het woord Nefilim voor ‘reuzen’. Nefilim is het Hebreeuwse meervoud van Nafil. Hebreeuwse uitgangen met ‘-im‘ zijn mannelijke meervoudvormen. Dat wil dus zeggen dat de reuzen in de Thora altijd van mannelijk geslacht waren en er dus geen sprake kan zijn van reuzinnen.
De reuzen werden daarom altijd als normale baby’s geboren uit normale vrouwen en begonnen daarna pas uit te groeien tot uitzonderlijke lengtes. Het is overigens heel opmerkelijk, dat ook het Hebreeuwse woord voor ‘misgeboorte, mislukking’, nefel, dezelfde woordstam bezit, waaruit wij des te meer kunnen afleiden, dat de Nefilim die in Genesis 6:4 genoemd worden beslist geen normale mensen geweest kunnen zijn zoals door sommigen wordt beweerd.
Daarom geven zowel de Griekse vertaling, de Septuaginta, alsook de Latijnse vertaling, de Vulgata, het woord ‘Nefilim’ in deze tekst weer met ‘giganten’ ofwel ‘reuzen’, en ook in de meeste hedendaagse Joodse en christelijke vertalingen staat het op deze wijze vertaald. Numeri 13:33 kunnen wij zien als een sleuteltekst die een schat aan informatie aanreikt over de identiteit en het doel van de reuzen. In deze tekst wordt het woord Nefilim namelijk toegepast op de Anaqim, de Enakieten. In het Hebreeuws staat er letterlijk de zonen van Enak. De Anaqim (Enakieten) worden hier de zonen van Enak genoemd. Maar wie was deze Anaq (Enak)?
Volgens Jozua 21:11 was Enak de zoon van Arba, want daar lezen wij: “Arba was de vader van Enak; Kirjat-Arba is het huidige Hebron.” In hoofdstuk 15 vers 13 staat dit eveneens: “Jozua wees, zoals God hem had opgedragen, een deel van Juda’s grondgebied toe aan Kaleb, de zoon van Jefunne: hij kreeg Hebron, dat toen nog Kirjat-Arba heette, naar Arba, de vader van Enak”.
De oorspronkelijke naam van de stad Hebron was dus gebaseerd op de naam van Arba, en nu, duizenden jaren later, is er een Israëlische nederzetting ten oosten van Hebron dicht bij deze stad gelegen, met de oude naam Arba. Deze Arba was niet alleen de stamvader van de reuzen, maar zelfs de grootste van allemaal, zoals in Jozua 14:15 staat vermeld: “Hebron heette destijds Kirjat-Arba, naar Arba, de grootste reus onder de Enakieten.”
De Enakieten.
Uit vers 32 kunnen wij opmaken dat er door de verspieders nadrukkelijk op gewezen wordt dat de inwoners van Kanaän een buitengewoon grote gestalte hadden en in vers 33 gebruiken zij zelfs tot twee keer aan toe het woord ‘reuzen’. In de Hebreeuwse grondtekst staat hier hetzelfde woord, dat ook in Genesis 6:4 wordt gebruikt: Nefilim! Dat is niet zo vreemd, want ook in de hedendaagse woordenboeken, het modern Ivrit staat het woord Nefilim voor ‘reuzen’. Nefilim is het Hebreeuwse meervoud van Nafil. Hebreeuwse uitgangen met ‘-im‘ zijn mannelijke meervoudvormen. Dat wil dus zeggen dat de reuzen in de Thora altijd van mannelijk geslacht waren en er dus geen sprake kan zijn van reuzinnen.
De reuzen werden daarom altijd als normale baby’s geboren uit normale vrouwen en begonnen daarna pas uit te groeien tot uitzonderlijke lengtes. Het is overigens heel opmerkelijk, dat ook het Hebreeuwse woord voor ‘misgeboorte, mislukking’, nefel, dezelfde woordstam bezit, waaruit wij des te meer kunnen afleiden, dat de Nefilim die in Genesis 6:4 genoemd worden beslist geen normale mensen geweest kunnen zijn zoals door sommigen wordt beweerd.
Daarom geven zowel de Griekse vertaling, de Septuaginta, alsook de Latijnse vertaling, de Vulgata, het woord ‘Nefilim’ in deze tekst weer met ‘giganten’ ofwel ‘reuzen’, en ook in de meeste hedendaagse Joodse en christelijke vertalingen staat het op deze wijze vertaald. Numeri 13:33 kunnen wij zien als een sleuteltekst die een schat aan informatie aanreikt over de identiteit en het doel van de reuzen. In deze tekst wordt het woord Nefilim namelijk toegepast op de Anaqim, de Enakieten. In het Hebreeuws staat er letterlijk de zonen van Enak. De Anaqim (Enakieten) worden hier de zonen van Enak genoemd. Maar wie was deze Anaq (Enak)?
Volgens Jozua 21:11 was Enak de zoon van Arba, want daar lezen wij: “Arba was de vader van Enak; Kirjat-Arba is het huidige Hebron.” In hoofdstuk 15 vers 13 staat dit eveneens: “Jozua wees, zoals God hem had opgedragen, een deel van Juda’s grondgebied toe aan Kaleb, de zoon van Jefunne: hij kreeg Hebron, dat toen nog Kirjat-Arba heette, naar Arba, de vader van Enak”.
De oorspronkelijke naam van de stad Hebron was dus gebaseerd op de naam van Arba, en nu, duizenden jaren later, is er een Israëlische nederzetting ten oosten van Hebron dicht bij deze stad gelegen, met de oude naam Arba. Deze Arba was niet alleen de stamvader van de reuzen, maar zelfs de grootste van allemaal, zoals in Jozua 14:15 staat vermeld: “Hebron heette destijds Kirjat-Arba, naar Arba, de grootste reus onder de Enakieten.”
In Bijbels Optiek
Een pentekening van Hebron, het voormalige Kirjath-Arba, waar Arba, de grootste reus onder de Enakieten, vandaan kwam.
Eigenlijk staat hier letterlijk: “de grootste reus onder de reuzen”, want het Hebreeuwse woord Anaqim betekent namelijk ‘reuzen’. Dat is het mannelijke meervoud van Anaq (reus). U zult nu wel denken: waar gaat het over? Het Hebreeuwse woord voor ‘reuzen’ is toch Nefilim? Dat klopt inderdaad, maar in de Bijbel komen we de reuzen onder diverse benamingen tegen.
Het woord Nefilim staat slechts op twee Schriftplaatsen, namelijk Genesis 6:4 en Numeri 13:33. Na Numeri 13:33 komen wij het woord Nefilim in de Bijbel nergens meer tegen. De reuzen die we vanaf dan tegenkomen zijn de Enakieten, de Emieten, de Refaïeten, de Zamzumiten en andere volkeren.
Allen deelden de kenmerken van reusachtig en sterk te zijn. Wij zullen deze reuzenvolkeren nader onder de loep nemen, om te beginnen met de Enakieten, waar we al mee bezig waren.
Wat weten wij over deze Anaqim?
Laten we weer een opsomming maken van de teksten waarin zij ter sprake komen:
“Ze trokken door de Negev en kwamen daarna in de buurt van Hebron, waar de Enakieten Achiman, Sheshai en Talmai woonden.” (Numeri 13:22).
“Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd, vertelden ze aan Mozes. Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien!” (Numeri 13:25-28).
Eigenlijk staat hier letterlijk: “de grootste reus onder de reuzen”, want het Hebreeuwse woord Anaqim betekent namelijk ‘reuzen’. Dat is het mannelijke meervoud van Anaq (reus). U zult nu wel denken: waar gaat het over? Het Hebreeuwse woord voor ‘reuzen’ is toch Nefilim? Dat klopt inderdaad, maar in de Bijbel komen we de reuzen onder diverse benamingen tegen.
Het woord Nefilim staat slechts op twee Schriftplaatsen, namelijk Genesis 6:4 en Numeri 13:33. Na Numeri 13:33 komen wij het woord Nefilim in de Bijbel nergens meer tegen. De reuzen die we vanaf dan tegenkomen zijn de Enakieten, de Emieten, de Refaïeten, de Zamzumiten en andere volkeren.
Allen deelden de kenmerken van reusachtig en sterk te zijn. Wij zullen deze reuzenvolkeren nader onder de loep nemen, om te beginnen met de Enakieten, waar we al mee bezig waren.
Wat weten wij over deze Anaqim?
Laten we weer een opsomming maken van de teksten waarin zij ter sprake komen:
“Ze trokken door de Negev en kwamen daarna in de buurt van Hebron, waar de Enakieten Achiman, Sheshai en Talmai woonden.” (Numeri 13:22).
“Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd, vertelden ze aan Mozes. Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is. De steden zijn versterkt en heel groot, en ook hebben we er Enakieten gezien!” (Numeri 13:25-28).
In Bijbels Optiek
De twaalf verspieders kwamen terug van hun tocht door Kanaän en brachten niet alleen landbouwproducten mee als grote druiventrossen, maar ook verhalen van grote versterkte steden, die bewoond werden door reuzenvolkeren.
“Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben, zeiden ze, verslindt zijn inwoners, en alle mensen die we er gezien hebben waren uitzonderlijk lang. We hebben daar zelfs reuzen gezien, de Enakieten. Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn!” (Numeri 13:32-33).
“Luister, Israël! U staat op het punt de Jordaan over te steken om het land van die andere volken binnen te gaan en het in bezit te nemen. Zij zijn groter en machtiger dan u en hebben grote steden met hemelhoge versterkingen. Onder hen is ook het grote volk van de Enakieten, de beruchte reuzen, tegen wie volgens de verhalen niemand opgewassen is. Laat vandaag echter goed tot u doordringen dat het de Here, uw God, is die u voorgaat als een verterend vuur. Hij zal hun ondergang bewerken en hen op de knieën dwingen. Zo zult u hen in korte tijd kunnen uitroeien, zoal Hij u heeft beloofd!” (Deuteronomium 9:1-3).
“Jozua roeide in die tijd ook de Enakieten uit die in de bergen van Juda woonden, in Hebron, Debir en Anab, en in de bergen van Israël. Hij doodde hen en liet hun steden aan de Here. Er bleven in het land van Israël geen Enakieten meer over, behalve in Gaza, Gat en Asdod.” (Jozua 11:21-22).
“Kaleb verdreef er de drie zonen van Enak: Sheshai, Achiman en Talmai!” (Jozua 15:14) en: “Hebron] werd, overeenkomstig de woorden van Mozes, toegewezen aan Kaleb, die de drie zonen van Enak uit de stad verdreef.” (Richteren 1:20)
De Emieten.
De tweede groep reuzen die we in de Bijbel tegen komen, zijn de Emieten, die reeds in Genesis 14:5-6 genoemd worden: “In het veertiende jaar rukte Kedor Laomer op, samen met de koningen die zijn bondgenoten waren, en zij versloegen de Refaïeten in Asterot-Karnaïm, Zuzieten in Ham, de Emieten in Sawe-Kirjataïm en de Chorieten in het bergland waar zij woonden, het Seïrgebergte; ze rukten op tot aan El-Paran, aan de rand van de woestijn.”
“Het land dat wij op onze verkenningstocht doorkruist hebben, zeiden ze, verslindt zijn inwoners, en alle mensen die we er gezien hebben waren uitzonderlijk lang. We hebben daar zelfs reuzen gezien, de Enakieten. Vergeleken bij dat volk van reuzen voelden wij ons maar nietige sprinkhanen, en veel meer zullen we in hun ogen ook niet geweest zijn!” (Numeri 13:32-33).
“Luister, Israël! U staat op het punt de Jordaan over te steken om het land van die andere volken binnen te gaan en het in bezit te nemen. Zij zijn groter en machtiger dan u en hebben grote steden met hemelhoge versterkingen. Onder hen is ook het grote volk van de Enakieten, de beruchte reuzen, tegen wie volgens de verhalen niemand opgewassen is. Laat vandaag echter goed tot u doordringen dat het de Here, uw God, is die u voorgaat als een verterend vuur. Hij zal hun ondergang bewerken en hen op de knieën dwingen. Zo zult u hen in korte tijd kunnen uitroeien, zoal Hij u heeft beloofd!” (Deuteronomium 9:1-3).
“Jozua roeide in die tijd ook de Enakieten uit die in de bergen van Juda woonden, in Hebron, Debir en Anab, en in de bergen van Israël. Hij doodde hen en liet hun steden aan de Here. Er bleven in het land van Israël geen Enakieten meer over, behalve in Gaza, Gat en Asdod.” (Jozua 11:21-22).
“Kaleb verdreef er de drie zonen van Enak: Sheshai, Achiman en Talmai!” (Jozua 15:14) en: “Hebron] werd, overeenkomstig de woorden van Mozes, toegewezen aan Kaleb, die de drie zonen van Enak uit de stad verdreef.” (Richteren 1:20)
De Emieten.
De tweede groep reuzen die we in de Bijbel tegen komen, zijn de Emieten, die reeds in Genesis 14:5-6 genoemd worden: “In het veertiende jaar rukte Kedor Laomer op, samen met de koningen die zijn bondgenoten waren, en zij versloegen de Refaïeten in Asterot-Karnaïm, Zuzieten in Ham, de Emieten in Sawe-Kirjataïm en de Chorieten in het bergland waar zij woonden, het Seïrgebergte; ze rukten op tot aan El-Paran, aan de rand van de woestijn.”
In Bijbels Optiek
De woestijn van Paran, waar de Israëlieten doortrokken op hun weg naar het Beloofde Land. Deze woestijn grenst aan het Seïrgebergte, waar de slag van Israël met Kedor Laomer plaats vond. In zijn leger vochten Refaïeten (reuzen dus!) mee.
Dat deze Emieten evenals de Enakieten reuzen waren, staat nadrukkelijk in Deuteronomium 2:10-11 te lezen: “Vroeger woonden daar de Emieten, een groot en machtig volk van reuzen zoals de Enakieten. Evenals de Enakieten worden zij tot de Refaïeten gerekend; in Moab worden ze Emieten genoemd.” Zowel de Enakieten alsook de Emieten worden in deze tekst tot de Refaïeten gerekend, en dat brengt ons meteen tot de derde groep reuzen, die wij hier zullen onderzoeken.
De Refaïeten.
Op de Golan Hoogten, ongeveer 80 km vanaf Damascus en zo’n 16 km ten oosten van de oostelijke kust van het meer van Tiberias, is een oeroud megalithisch monument in de vorm van een steenkring te vinden dat opvallend veel weg heeft van Stonehenge: Gilgal Refam ofwel in het Nederlands: ‘Cirkel van de Refaïeten’.
Dit spiraalvormige bouwwerk is net als Stonehenge gedateerd op ongeveer 5000 jaar oud en telt meer dan 42.000 basaltblokken die in cirkels zijn gerangschikt. In de omgeving van het monument zijn tot op heden zo’n 8.500 dolmens ontdekt, dit zijn hunebedachtige steenhopen. De Gilgal Refa’im is het enige megalithische monument van zijn soort dat tot dusverre in het hele Midden Oosten is ontdekt. In verband met de naam wordt Gilgal Refa’im als vanzelfsprekend geassocieerd met reuzen omdat volgens de Tenach het oervolk van Basan, de Refaïeten, een volk van reuzen was. Men gaat er daarom van uit, dat de Gilgal Refaïim door reuzen zou zijn gebouwd en sommigen zijn zelfs van mening dat Og, de koning van Basan, die zelf ook een Rafaïet was, daar werd begraven. Refaïm betekent letterlijk reuzen. Dat is het mannelijke meervoud van Rafa (reus).
Dat deze Emieten evenals de Enakieten reuzen waren, staat nadrukkelijk in Deuteronomium 2:10-11 te lezen: “Vroeger woonden daar de Emieten, een groot en machtig volk van reuzen zoals de Enakieten. Evenals de Enakieten worden zij tot de Refaïeten gerekend; in Moab worden ze Emieten genoemd.” Zowel de Enakieten alsook de Emieten worden in deze tekst tot de Refaïeten gerekend, en dat brengt ons meteen tot de derde groep reuzen, die wij hier zullen onderzoeken.
De Refaïeten.
Op de Golan Hoogten, ongeveer 80 km vanaf Damascus en zo’n 16 km ten oosten van de oostelijke kust van het meer van Tiberias, is een oeroud megalithisch monument in de vorm van een steenkring te vinden dat opvallend veel weg heeft van Stonehenge: Gilgal Refam ofwel in het Nederlands: ‘Cirkel van de Refaïeten’.
Dit spiraalvormige bouwwerk is net als Stonehenge gedateerd op ongeveer 5000 jaar oud en telt meer dan 42.000 basaltblokken die in cirkels zijn gerangschikt. In de omgeving van het monument zijn tot op heden zo’n 8.500 dolmens ontdekt, dit zijn hunebedachtige steenhopen. De Gilgal Refa’im is het enige megalithische monument van zijn soort dat tot dusverre in het hele Midden Oosten is ontdekt. In verband met de naam wordt Gilgal Refa’im als vanzelfsprekend geassocieerd met reuzen omdat volgens de Tenach het oervolk van Basan, de Refaïeten, een volk van reuzen was. Men gaat er daarom van uit, dat de Gilgal Refaïim door reuzen zou zijn gebouwd en sommigen zijn zelfs van mening dat Og, de koning van Basan, die zelf ook een Rafaïet was, daar werd begraven. Refaïm betekent letterlijk reuzen. Dat is het mannelijke meervoud van Rafa (reus).
In Bijbels Optiek
Hier op de afbeelding, de vierde op rij, een tekening van het skelet van Og de koning van Basan. Hiermee heeft men een idee, tegen welke giganten de Israëlieten moesten vechten. Dat ze wel eens de moed verloren, is voor te stellen. Dan moet het geloof in God wel de overhand hebben.
De reuzen stonden natuurlijk bekend om hun sterkte en kracht en daarom is het ronduit verbijsterend om te zien dat precies hetzelfde woord Rafa in het moderne Hebreeuws de betekenis heeft van ‘zwak worden’ ofwel ‘verzwakken, want de reuzen zijn destijds door de Israëlieten verslagen en uitgeroeid.
Ook de meervoudsvorm Refaïm wordt in het woordenboek Hebreeuws-Nederlands niet meer vertaald met ‘reuzen’, maar met ‘spoken’. Interessant! Ergens klopt het natuurlijk wel, want de reuzen zijn er niet meer, maar hun kwaadaardige geest lijkt daar in die hele regio nog steeds rond te hangen…
In de Bijbel wordt Refaïm soms letterlijk vertaald met ‘reuzen’, maar vaker vinden we de vertaling van de Refaïeten. De woorden ‘Refaïm’ (in de Nederlandse spelling) en ‘Refaïeten’ komen we ook tegen als aanduiding voor het grondgebied van de reuzen, zoals bijvoorbeeld: ‘De laagte van Refaïm’, ‘het dal Refaïm’ en ‘het dal der Refaïeten’. Wij zoeken de teksten even op:
“Vervolgens liep de grens via het Ben-Hinnomdal om het zuiden van de heuvelrug waarop Jebus lag (het huidige Jeruzalem). Daarna ging hij omhoog naar de top van de berg die westelijk van het Hinnomdal en noordelijk van de vallei van Refaïm ligt.” (Jozua 15:8, Nieuwe Bijbelvertaling).
“Dan loopt de grens naar beneden tot aan de rand van de berg die tegenover het Dal van de zoon van Hinnom ligt, dat zich ten noorden van het dal van de Refaïeten bevindt.” (Jozua 18:16, Herziene Statenvertaling).
De reuzen stonden natuurlijk bekend om hun sterkte en kracht en daarom is het ronduit verbijsterend om te zien dat precies hetzelfde woord Rafa in het moderne Hebreeuws de betekenis heeft van ‘zwak worden’ ofwel ‘verzwakken, want de reuzen zijn destijds door de Israëlieten verslagen en uitgeroeid.
Ook de meervoudsvorm Refaïm wordt in het woordenboek Hebreeuws-Nederlands niet meer vertaald met ‘reuzen’, maar met ‘spoken’. Interessant! Ergens klopt het natuurlijk wel, want de reuzen zijn er niet meer, maar hun kwaadaardige geest lijkt daar in die hele regio nog steeds rond te hangen…
In de Bijbel wordt Refaïm soms letterlijk vertaald met ‘reuzen’, maar vaker vinden we de vertaling van de Refaïeten. De woorden ‘Refaïm’ (in de Nederlandse spelling) en ‘Refaïeten’ komen we ook tegen als aanduiding voor het grondgebied van de reuzen, zoals bijvoorbeeld: ‘De laagte van Refaïm’, ‘het dal Refaïm’ en ‘het dal der Refaïeten’. Wij zoeken de teksten even op:
“Vervolgens liep de grens via het Ben-Hinnomdal om het zuiden van de heuvelrug waarop Jebus lag (het huidige Jeruzalem). Daarna ging hij omhoog naar de top van de berg die westelijk van het Hinnomdal en noordelijk van de vallei van Refaïm ligt.” (Jozua 15:8, Nieuwe Bijbelvertaling).
“Dan loopt de grens naar beneden tot aan de rand van de berg die tegenover het Dal van de zoon van Hinnom ligt, dat zich ten noorden van het dal van de Refaïeten bevindt.” (Jozua 18:16, Herziene Statenvertaling).
In Bijbels Optiek
In het Ben-Hinnomdal (ben betekent zoon) bouwden de Israëlieten later ook hun offerhoogten en offerden hun zonen en dochter (babies!!) aan de heidense goden en dachten daarmee de Here God te eren. Daar hing nog altijd de geest van de Refaïm, die hetzelfde deden, maar dan aan hun god Hinnom (Jeremiah 7: 31).
“De Filistijnen kwamen en verspreidden zich in het dal Refaïm.” (2 Samuël 5:18, Herziene Statenvertaling).
“De Filistijnen rukten nog een keer op naar de Refaïmvlakte en trokken daar rond.” (2 Samuël] 5:22, Willibrordvertaling).
“In de vallei van Refaïm waren toen Filistijnse troepen gelegerd.” (2 Samuël 23:13, Nieuwe Bijbelvertaling).
“Een andere keer trokken drie van de dertig aanvoerders naar Davids vesting bij de grot van Adullam, terwijl het leger van de Filistijnen gelegerd was in het dal van de Refaïeten.” (1 Kronieken] 11:15, Willibrordvertaling).
“Toen de Filistijnen kwamen, zo spreidden zij zich uit in de laagte van Refaïm.” (1 Kronieken] 14:9, Statenvertaling Jongbloed Editie).
“Het is of men de rijpe oogst binnenhaalt en met de hand de aren afsnijdt, het is als aren lezen in het dal van Refaïm.” (Jesaja 17:5, Nieuwe Bijbelvertaling).
Zo was ook Koning Og van Basan, een van de Amoritische koningen, een Refaïet. Gezien de enorme afmetingen van zijn rustbank, schat men dat Og zelf ongeveer 4 meter lang moet zijn geweest, wat wij kunnen afleiden uit de volgende tekst: “Alleen Og, de koning van Basan, was overgebleven als laatste der Refaïeten; zie, zijn rustbank was een rustbank van ijzer; zij staat immers in Rabba der Ammonieten. Negen el is zij lang en vier el breed naar de gewone el.” (Deuteronomium 3:11, NBG)
en: “Koning Og van Bashan was de laatste van de Refaïeten. Hij had een sarcofaag van basalt. Deze was vier en een halve meter lang en twee meter breed; hij bevindt zich nog in Raba, de hoofdstad van Amon.” (Groot Nieuws Bijbel).
Deze laatste reuzenkoning werd door Mozes op bevel van God verslagen en zijn land aan de Israëlieten als erfdeel gegeven gelijk geschreven staat: “De rest van Gilead en heel Basan, het rijk van Og, het hele gebied van Argov, heb ik aan de helft van de stam Manasse toegewezen. Heel Basan wordt ook wel het land van de Refaïeten genoemd.” (Deuteronomium 3:13, NBG-vertaling).
“De Filistijnen kwamen en verspreidden zich in het dal Refaïm.” (2 Samuël 5:18, Herziene Statenvertaling).
“De Filistijnen rukten nog een keer op naar de Refaïmvlakte en trokken daar rond.” (2 Samuël] 5:22, Willibrordvertaling).
“In de vallei van Refaïm waren toen Filistijnse troepen gelegerd.” (2 Samuël 23:13, Nieuwe Bijbelvertaling).
“Een andere keer trokken drie van de dertig aanvoerders naar Davids vesting bij de grot van Adullam, terwijl het leger van de Filistijnen gelegerd was in het dal van de Refaïeten.” (1 Kronieken] 11:15, Willibrordvertaling).
“Toen de Filistijnen kwamen, zo spreidden zij zich uit in de laagte van Refaïm.” (1 Kronieken] 14:9, Statenvertaling Jongbloed Editie).
“Het is of men de rijpe oogst binnenhaalt en met de hand de aren afsnijdt, het is als aren lezen in het dal van Refaïm.” (Jesaja 17:5, Nieuwe Bijbelvertaling).
Zo was ook Koning Og van Basan, een van de Amoritische koningen, een Refaïet. Gezien de enorme afmetingen van zijn rustbank, schat men dat Og zelf ongeveer 4 meter lang moet zijn geweest, wat wij kunnen afleiden uit de volgende tekst: “Alleen Og, de koning van Basan, was overgebleven als laatste der Refaïeten; zie, zijn rustbank was een rustbank van ijzer; zij staat immers in Rabba der Ammonieten. Negen el is zij lang en vier el breed naar de gewone el.” (Deuteronomium 3:11, NBG)
en: “Koning Og van Bashan was de laatste van de Refaïeten. Hij had een sarcofaag van basalt. Deze was vier en een halve meter lang en twee meter breed; hij bevindt zich nog in Raba, de hoofdstad van Amon.” (Groot Nieuws Bijbel).
Deze laatste reuzenkoning werd door Mozes op bevel van God verslagen en zijn land aan de Israëlieten als erfdeel gegeven gelijk geschreven staat: “De rest van Gilead en heel Basan, het rijk van Og, het hele gebied van Argov, heb ik aan de helft van de stam Manasse toegewezen. Heel Basan wordt ook wel het land van de Refaïeten genoemd.” (Deuteronomium 3:13, NBG-vertaling).
In Bijbels Optiek
Deze archeologische plaats wordt wel geïdentificeerd als de tombe van Og, ook wel bekend onder de naam Gilgal-Refaïm. Zeer waarschijnlijk diende deze constructie (vele eeuwen eerder gebouwd dan koning Og) voor astronomische doeleinden. De tombe in het midden is volgens sommigen van een iets latere datum. Of er een relatie is tussen dit bouwwerk en de bedstede van Og weten we niet, in ieder geval blijkt dat de Golanhoogte al zeer lang bewoond geweest is.
“De Israëlieten hebben eerst het gebied ten oosten van de Jordaan in bezit genomen, van het dal van de Arnon tot aan de Hermon met de hele oostelijke Jordaanvallei. Zij versloegen er twee koningen: De een was koning Sichon van de Amorieten, die in Hesbon zijn paleis had… de ander was koning Og van Bashan. Hij was een van de laatste Refaïeten en had paleizen in Ash’tarot en Edrei.” (Jozua 12:1-2a en 4, Groot Nieuws Bijbel).
Tot zover de Bijbelse verslagen over het reuzengeslacht der Refaïeten.
De Zamzummieten.
De laatste benaming voor de reuzen zijn Zamzummieten. Eigenlijk is het geen apart reuzenvolk zoals de Enakieten en de Emieten, maar slechts een andere naam voor de Refaïeten, wat in Deuteronomium 2:20-21 nadrukkelijk staat vermeld in verband met het land dat God aan de zonen van Lot tot een bezitting heeft gegeven nadat Hij de daar woonachtige reuzen had verdelgd. Wij lezen deze tekst in de nieuwe vertaling:
“Ook dat wordt beschouwd als land van de Refaïeten, die daar vroeger woonden; in Ammon worden ze Zamzummieten genoemd. Het was een groot en machtig volk van reuzen zoals de Enakieten, maar God heeft hen uitgeroeid, zodat de Ammonnieten zich meester konden maken van hun land en zich daar in hun plaats konden vestigen.”
De Kanaänieten.
In Deuteronomium 1:28 riepen de Israëlieten na terugkeer van de verkenners nadat ze gehoord hadden wat zij daar allemaal zagen: “Waar gaan we eigenlijk heen? De moed is ons in de schoenen gezonken toen onze verkenners vertelden dat de mensen daar sterker en langer zijn dan wij, dat ze in grote steden met hemelhoge versterkingen wonen en dat er zelfs reuzen leven!” (Nieuwe Vertaling).
De Kanaänieten waren dus grotendeels reuzen, bastaards die voortgekomen zijn uit de verboden verbintenis tussen de afvallige zonen Gods en de dochters der mensen en moesten daarom uitgeroeid worden door de Israëlieten toen ze het beloofde land binnentrokken.
Bij monde van Mozes kregen ze daarvoor zelfs de uitdrukkelijke opdracht van de Heer: “Maar in de steden van de volken die de Heer uw God u in eigendom geeft, mag u niemand in leven laten. U moet Hethieten, Amorieten, Kanaänieten, Perizieten, Chiwieten en Jebusieten aan de vernietiging wijden, zoals de Heer uw God u bevolen heeft. Anders brengen zij u ertoe mee te doen met al de gruwelen die zij voor hun goden hebben bedreven en te zondigen tegen de Heer uw God!” (Deuteronomium 20:16).
“De Israëlieten hebben eerst het gebied ten oosten van de Jordaan in bezit genomen, van het dal van de Arnon tot aan de Hermon met de hele oostelijke Jordaanvallei. Zij versloegen er twee koningen: De een was koning Sichon van de Amorieten, die in Hesbon zijn paleis had… de ander was koning Og van Bashan. Hij was een van de laatste Refaïeten en had paleizen in Ash’tarot en Edrei.” (Jozua 12:1-2a en 4, Groot Nieuws Bijbel).
Tot zover de Bijbelse verslagen over het reuzengeslacht der Refaïeten.
De Zamzummieten.
De laatste benaming voor de reuzen zijn Zamzummieten. Eigenlijk is het geen apart reuzenvolk zoals de Enakieten en de Emieten, maar slechts een andere naam voor de Refaïeten, wat in Deuteronomium 2:20-21 nadrukkelijk staat vermeld in verband met het land dat God aan de zonen van Lot tot een bezitting heeft gegeven nadat Hij de daar woonachtige reuzen had verdelgd. Wij lezen deze tekst in de nieuwe vertaling:
“Ook dat wordt beschouwd als land van de Refaïeten, die daar vroeger woonden; in Ammon worden ze Zamzummieten genoemd. Het was een groot en machtig volk van reuzen zoals de Enakieten, maar God heeft hen uitgeroeid, zodat de Ammonnieten zich meester konden maken van hun land en zich daar in hun plaats konden vestigen.”
De Kanaänieten.
In Deuteronomium 1:28 riepen de Israëlieten na terugkeer van de verkenners nadat ze gehoord hadden wat zij daar allemaal zagen: “Waar gaan we eigenlijk heen? De moed is ons in de schoenen gezonken toen onze verkenners vertelden dat de mensen daar sterker en langer zijn dan wij, dat ze in grote steden met hemelhoge versterkingen wonen en dat er zelfs reuzen leven!” (Nieuwe Vertaling).
De Kanaänieten waren dus grotendeels reuzen, bastaards die voortgekomen zijn uit de verboden verbintenis tussen de afvallige zonen Gods en de dochters der mensen en moesten daarom uitgeroeid worden door de Israëlieten toen ze het beloofde land binnentrokken.
Bij monde van Mozes kregen ze daarvoor zelfs de uitdrukkelijke opdracht van de Heer: “Maar in de steden van de volken die de Heer uw God u in eigendom geeft, mag u niemand in leven laten. U moet Hethieten, Amorieten, Kanaänieten, Perizieten, Chiwieten en Jebusieten aan de vernietiging wijden, zoals de Heer uw God u bevolen heeft. Anders brengen zij u ertoe mee te doen met al de gruwelen die zij voor hun goden hebben bedreven en te zondigen tegen de Heer uw God!” (Deuteronomium 20:16).
In Bijbels Optiek
De Kanaänieten offerden aan hun afgoden. Hier mochten de Israëlieten absoluut niet aan meedoen. Deze volken moesten uitgeroeid worden, omdat deze offers rechtstreeks tegen het gebod van Jahweh ingingen.
Het waren allereerst de heidense offermaaltijden ter ere van een of andere afgod. Daarnaast bestond de populaire tempelprostitutie. Vrije seks was heel normaal in de heidense tempel als middel om contact te hebben met de godheid. Verder was vlees eten van dieren, die niet geslacht waren, verboden. Deze dieren werden levend in stukken gescheurd en opgegeten zonder dat het bloed er uit was gestroomd. Het betrof namelijk heilige dieren van de godheid.
Door het vlees van deze verstikte dieren (waar nog bloed in zit) tot je te nemen, kreeg je de kracht van die godheid zelf, geloofde men. Verder werd vaak wijn met bloed vermengd, gedronken om eveneens de levenskracht van de godheid in zich op te nemen.
Met het oog op de komst van de Verlosser kon God geen vermenging tussen de zonen Gods en de dochters der mensen toestaan waaruit deze reusachtige bastaardvolken zijn ontstaan. Daarom zegt Hij in Deuteronomium 23:2 (in sommige vertalingen) nadrukkelijk: “Kinderen uit verboden huwelijken zijn uitgesloten van godsdienstige bijeenkomsten. Ook hun nakomelingen, zelfs die van het tiende geslacht, zijn uitgesloten!” (Groot Nieuws Bijbel).
Dit gebod gold natuurlijk ook voor buitenechtelijke relaties waaruit zogenaamde ‘mamzers’ voortkwamen, maar op de eerste plaats natuurlijk voor verboden relaties tussen hemelse wezens en mensen, waaruit bovennatuurlijke gedrochten voortkwamen.
God heeft een gruwel aan deze vermenging en heeft in de Tenach keer op keer Zijn volk gebruikt om te strijden tegen deze bastaards. Wat naar voren komt en dat is toch wel belangrijk: de strijd tegen deze reuzen was noodzakelijk in Gods Heilsplan. Want voor de komst van de Messias moesten al deze gedrochten uitgeroeid zijn, zodat Zijn uitverkoren volk niet toch nog ergens bloedverwantschap zou hebben met een afvallig hemelwezen.
Om dit koste wat het kost te voorkomen was het voor de Israëlieten noodzakelijk om de reuzenvolken met de kiem uit te roeien! U zult zich waarschijnlijk net als ik wel eens afgevraagd hebben waarom er bij de vernietiging van deze volken ook vrouwen en baby’s inbegrepen waren. Wel, gezien het feit dat er slechts mannelijke reuzen in de Bijbel voorkwamen moesten hun moeders dus gewone menselijke vrouwen zijn en zodoende werden de reuzen ook niet als reuzen geboren, maar als gewone babies, die pas op latere leeftijd uitgroeiden tot gigantische afmetingen.
Het waren allereerst de heidense offermaaltijden ter ere van een of andere afgod. Daarnaast bestond de populaire tempelprostitutie. Vrije seks was heel normaal in de heidense tempel als middel om contact te hebben met de godheid. Verder was vlees eten van dieren, die niet geslacht waren, verboden. Deze dieren werden levend in stukken gescheurd en opgegeten zonder dat het bloed er uit was gestroomd. Het betrof namelijk heilige dieren van de godheid.
Door het vlees van deze verstikte dieren (waar nog bloed in zit) tot je te nemen, kreeg je de kracht van die godheid zelf, geloofde men. Verder werd vaak wijn met bloed vermengd, gedronken om eveneens de levenskracht van de godheid in zich op te nemen.
Met het oog op de komst van de Verlosser kon God geen vermenging tussen de zonen Gods en de dochters der mensen toestaan waaruit deze reusachtige bastaardvolken zijn ontstaan. Daarom zegt Hij in Deuteronomium 23:2 (in sommige vertalingen) nadrukkelijk: “Kinderen uit verboden huwelijken zijn uitgesloten van godsdienstige bijeenkomsten. Ook hun nakomelingen, zelfs die van het tiende geslacht, zijn uitgesloten!” (Groot Nieuws Bijbel).
Dit gebod gold natuurlijk ook voor buitenechtelijke relaties waaruit zogenaamde ‘mamzers’ voortkwamen, maar op de eerste plaats natuurlijk voor verboden relaties tussen hemelse wezens en mensen, waaruit bovennatuurlijke gedrochten voortkwamen.
God heeft een gruwel aan deze vermenging en heeft in de Tenach keer op keer Zijn volk gebruikt om te strijden tegen deze bastaards. Wat naar voren komt en dat is toch wel belangrijk: de strijd tegen deze reuzen was noodzakelijk in Gods Heilsplan. Want voor de komst van de Messias moesten al deze gedrochten uitgeroeid zijn, zodat Zijn uitverkoren volk niet toch nog ergens bloedverwantschap zou hebben met een afvallig hemelwezen.
Om dit koste wat het kost te voorkomen was het voor de Israëlieten noodzakelijk om de reuzenvolken met de kiem uit te roeien! U zult zich waarschijnlijk net als ik wel eens afgevraagd hebben waarom er bij de vernietiging van deze volken ook vrouwen en baby’s inbegrepen waren. Wel, gezien het feit dat er slechts mannelijke reuzen in de Bijbel voorkwamen moesten hun moeders dus gewone menselijke vrouwen zijn en zodoende werden de reuzen ook niet als reuzen geboren, maar als gewone babies, die pas op latere leeftijd uitgroeiden tot gigantische afmetingen.
In Bijbels Optiek
In het voormalige Kanaän hebben archeologen pilasters (tempels) opgegraven die daar veelvuldig voorkwamen met betrekking tot de moedergodincultus, Ashera. Zij werd in bepaalde gebieden en plaatsen ook Ashtoreth, Astarte, Attoret, Anath of gewoon Elat of Baälat (beide woorden betekenen godin of heerseres) genoemd. Dit was in Bijbelse tijden de voornaamste godheid die een cultus had in Tyrus, Sidon, Ascalon, Beth Anath, Aphaca, Byblos en Ashtoreth Karnaim.
De Israëlieten konden dus niet weten of de Kanaänitische vrouwen zwanger waren van reuzen of niet en of de pas geboren babies zich later tot reuzen zouden ontwikkelen of niet. Daarom mochten zij bij de zuivering van het land geen enkel risico nemen. Israël schoot er echter in tekort om alle reuzen te vernietigen, en we kunnen op geen enkele manier te weten komen hoeveel van hen het hebben overleefd en naar andere delen van de wereld zijn ontsnapt.
Veel van de folklore uit de menselijke geschiedenis, waarbij reuzen betrokken zijn, zou daardoor verklaard kunnen worden, want de reuzen duiken op in de verhalen van alle oude volken op aarde.
Wanneer we al deze feiten in ogenschouw nemen dan krijgen sommige gruwelijke Bijbelse verhalen voor ons een nieuwe betekenis. Het verbod voor de Israëlieten om zich door het huwelijk te verbinden met de Kanaänitische volken, was daarom niet alleen om Israël als Gods volk genetisch zuiver te houden, maar ook om te voorkomen dat opnieuw een vermenging zou plaats vinden met het nageslacht van de afvallige godenzonen. Maar zoals bekend volbrachten de Israëlieten hun opdracht tot uitroeien niet helemaal en gedoogden sommigen van deze volkeren met alle gevolgen van dien.
Filistijnse reuzen
Daarom wordt er ook nog in latere tijden na de verovering van Kanaän over reuzen verhaald. De Bijbel noemt vele overgeblevenen van de Refaïeten die aan de kant van de Filistijnen tegen Israël streden. De bekendste van allemaal is natuurlijk de reus Goliath.
Over hem lezen wij het volgende in de NBG-vertaling: “Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliath, uit Gat. Hij was zes el en een span lang. Een koperen helm had hij op zijn hoofd, en hij was bekleed met een geschubd pantser; het gewicht van dit pantser was vijfduizend sikkels koper.” (1 Samuël 17:4-5)
en dezelfde tekst in de Groot Nieuws Bijbel: “Uit de rijen van de Filistijnen kwam een kampvechter naar voren, Goliath, afkomstig uit Gat. Hij was bijna drie meter lang. Hij had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een borstpantser van schubben dat ongeveer vijftig kilo woog.”
De Israëlieten konden dus niet weten of de Kanaänitische vrouwen zwanger waren van reuzen of niet en of de pas geboren babies zich later tot reuzen zouden ontwikkelen of niet. Daarom mochten zij bij de zuivering van het land geen enkel risico nemen. Israël schoot er echter in tekort om alle reuzen te vernietigen, en we kunnen op geen enkele manier te weten komen hoeveel van hen het hebben overleefd en naar andere delen van de wereld zijn ontsnapt.
Veel van de folklore uit de menselijke geschiedenis, waarbij reuzen betrokken zijn, zou daardoor verklaard kunnen worden, want de reuzen duiken op in de verhalen van alle oude volken op aarde.
Wanneer we al deze feiten in ogenschouw nemen dan krijgen sommige gruwelijke Bijbelse verhalen voor ons een nieuwe betekenis. Het verbod voor de Israëlieten om zich door het huwelijk te verbinden met de Kanaänitische volken, was daarom niet alleen om Israël als Gods volk genetisch zuiver te houden, maar ook om te voorkomen dat opnieuw een vermenging zou plaats vinden met het nageslacht van de afvallige godenzonen. Maar zoals bekend volbrachten de Israëlieten hun opdracht tot uitroeien niet helemaal en gedoogden sommigen van deze volkeren met alle gevolgen van dien.
Filistijnse reuzen
Daarom wordt er ook nog in latere tijden na de verovering van Kanaän over reuzen verhaald. De Bijbel noemt vele overgeblevenen van de Refaïeten die aan de kant van de Filistijnen tegen Israël streden. De bekendste van allemaal is natuurlijk de reus Goliath.
Over hem lezen wij het volgende in de NBG-vertaling: “Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliath, uit Gat. Hij was zes el en een span lang. Een koperen helm had hij op zijn hoofd, en hij was bekleed met een geschubd pantser; het gewicht van dit pantser was vijfduizend sikkels koper.” (1 Samuël 17:4-5)
en dezelfde tekst in de Groot Nieuws Bijbel: “Uit de rijen van de Filistijnen kwam een kampvechter naar voren, Goliath, afkomstig uit Gat. Hij was bijna drie meter lang. Hij had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een borstpantser van schubben dat ongeveer vijftig kilo woog.”
In Bijbels Optiek
David vocht tegen Goliath in de naam des Heren door een steen in zijn slinger te leggen en raakte de reus precies midden op het voorhoofd. Toeval of sturing?
Hoe het met hem afgelopen is weten wij allemaal. Dat hoeven wij hier dus nu niet op te zoeken. Het verslag van David en Goliath illustreert het persoonlijke hand tot hand gevecht van een zoon van Adam tegen een zoon van de vorst der duisternis. David behaalde uiteindelijk de overwinning omdat God met hem was en voor Israël streed.
In 2 Samuël 21:15-17a en 18 strijden de Israëlieten opnieuw tegen reuzen die in het leger van de Filistijnen meevochten. In de Groot Nieuws Bijbel staat: “Eens bonden de Filistijnen weer de strijd aan met Israël. David rukte met zijn soldaten uit en legerde zich in Gob. Maar tijdens het gevecht met de Filistijnen raakte hij uitgeput. Nu was daar een afstammeling uit het reuzengeslacht van de Refaïeten. De man had een speer waarvan de bronzen punt drie kilo woog, en droeg een nieuw zwaard aan zijn riem. Hij dreigde David neer te slaan, maar Avishai, de zoon van Tzeruya, schoot David te hulp en sloeg de Filistijn dood! – Niet veel later kwam het in Gov weer tot een gevecht met de Filistijnen; Sibchai uit Chusha velde Saf, een ander lid van het Refaïetengeslacht.”
Iets verderop, in vers 20 t/m 22 lezen wij: “Hierna brak er nog een gevecht uit, nu in Gat; er was daar een man van ongewone lengte met aan elke hand zes vingers en aan elke voet zes tenen. Ook hij behoorde tot het Refaïetengeslacht! Hij daagde Israël uit, maar Jonathan, de zoon van Davids broer Shima, sloeg hem neer. Deze vier mannen, leden van het geslacht van de Refaïeten uit Gat, zijn dus neergeveld door David en zijn adjudanten.”
Maar ook in 1 Kronieken 20:1-8 staat een uitgebreid verslag over de strijd van David en zijn soldaten tegen de Filistijnse reuzen. De verzen 1 tot en met vers 5 eveneens uit de Groot Nieuws Bijbel: “Hierna raakte men bij Gezer in gevecht met de Filistijnen; Sibchai uit Chusha velde Sipai, een lid van het reuzengeslacht van de Refaïeten; dat moest zich toen onderwerpen. Toen men nogmaals met de Filistijnen slaags raakte, was het Elchanan, de zoon van Ya’ir, die zegevierde over Lachmi. Lachmi was de broer van Goliath uit Gat; hij had een lans waarvan de schacht leek op de boom van een weefgetouw.”
Vooral dat laatste zegt tot wel iets over de enorme afmetingen van deze reus.
Zaad van de slang en zaad van de vrouw
Bij de bestudering van al deze Bijbelteksten over de reuzen komen we tot de conclusie dat zij echt wel hebben bestaan! De eerste reuzen kwamen we reeds in Genesis 6:4 tegen, dus vóór de zondvloed. Maar in hetzelfde vers lazen wij, dat zij er daarna ook weer zouden zijn. En inderdaad lazen wij in talrijke Schriftgedeelten, dat er ook na de zondvloed weer reuzen hebben bestaan tot aan de tijd van de koningen toe. De laatste reuzen werden door koning David en zijn leger uitgeroeid. Reeds in het eerste deel van deze Bijbelstudie werd het ons duidelijk, dat God deze bastaards en hun moeders beslist niet in leven kon laten omdat voor Hem de vermenging tussen de afvallige zonen Gods en de dochters der mensen een gruwel was. Maar waarom eigenlijk? Wat zat daar meer achter? Het kon toch niet zo zijn dat het hierbij puur om seksueel genot ging, ook al stond erbij vermeld dat de dochters der mensen mooi waren? Dat klopt! Er schuilt inderdaad meer achter!
Het was ook absoluut geen spontane actie van deze hemelwezens, maar van tevoren heel zorgvuldig door een kwaad brein bedacht en gepland! Achter dit hele scenario zat natuurlijk niemand anders dan de satan zelf! Maar wat was precies zijn doel? Voor het antwoord op deze vraag moeten we even terug naar Genesis. In Genesis 3:1-7 krijgen we de zondeval van Adam en Eva. De reactie van God hierop lezen wij dan iets verderop in de verzen 14 en 15: “Daarop zeide God tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen!”
Hoe het met hem afgelopen is weten wij allemaal. Dat hoeven wij hier dus nu niet op te zoeken. Het verslag van David en Goliath illustreert het persoonlijke hand tot hand gevecht van een zoon van Adam tegen een zoon van de vorst der duisternis. David behaalde uiteindelijk de overwinning omdat God met hem was en voor Israël streed.
In 2 Samuël 21:15-17a en 18 strijden de Israëlieten opnieuw tegen reuzen die in het leger van de Filistijnen meevochten. In de Groot Nieuws Bijbel staat: “Eens bonden de Filistijnen weer de strijd aan met Israël. David rukte met zijn soldaten uit en legerde zich in Gob. Maar tijdens het gevecht met de Filistijnen raakte hij uitgeput. Nu was daar een afstammeling uit het reuzengeslacht van de Refaïeten. De man had een speer waarvan de bronzen punt drie kilo woog, en droeg een nieuw zwaard aan zijn riem. Hij dreigde David neer te slaan, maar Avishai, de zoon van Tzeruya, schoot David te hulp en sloeg de Filistijn dood! – Niet veel later kwam het in Gov weer tot een gevecht met de Filistijnen; Sibchai uit Chusha velde Saf, een ander lid van het Refaïetengeslacht.”
Iets verderop, in vers 20 t/m 22 lezen wij: “Hierna brak er nog een gevecht uit, nu in Gat; er was daar een man van ongewone lengte met aan elke hand zes vingers en aan elke voet zes tenen. Ook hij behoorde tot het Refaïetengeslacht! Hij daagde Israël uit, maar Jonathan, de zoon van Davids broer Shima, sloeg hem neer. Deze vier mannen, leden van het geslacht van de Refaïeten uit Gat, zijn dus neergeveld door David en zijn adjudanten.”
Maar ook in 1 Kronieken 20:1-8 staat een uitgebreid verslag over de strijd van David en zijn soldaten tegen de Filistijnse reuzen. De verzen 1 tot en met vers 5 eveneens uit de Groot Nieuws Bijbel: “Hierna raakte men bij Gezer in gevecht met de Filistijnen; Sibchai uit Chusha velde Sipai, een lid van het reuzengeslacht van de Refaïeten; dat moest zich toen onderwerpen. Toen men nogmaals met de Filistijnen slaags raakte, was het Elchanan, de zoon van Ya’ir, die zegevierde over Lachmi. Lachmi was de broer van Goliath uit Gat; hij had een lans waarvan de schacht leek op de boom van een weefgetouw.”
Vooral dat laatste zegt tot wel iets over de enorme afmetingen van deze reus.
Zaad van de slang en zaad van de vrouw
Bij de bestudering van al deze Bijbelteksten over de reuzen komen we tot de conclusie dat zij echt wel hebben bestaan! De eerste reuzen kwamen we reeds in Genesis 6:4 tegen, dus vóór de zondvloed. Maar in hetzelfde vers lazen wij, dat zij er daarna ook weer zouden zijn. En inderdaad lazen wij in talrijke Schriftgedeelten, dat er ook na de zondvloed weer reuzen hebben bestaan tot aan de tijd van de koningen toe. De laatste reuzen werden door koning David en zijn leger uitgeroeid. Reeds in het eerste deel van deze Bijbelstudie werd het ons duidelijk, dat God deze bastaards en hun moeders beslist niet in leven kon laten omdat voor Hem de vermenging tussen de afvallige zonen Gods en de dochters der mensen een gruwel was. Maar waarom eigenlijk? Wat zat daar meer achter? Het kon toch niet zo zijn dat het hierbij puur om seksueel genot ging, ook al stond erbij vermeld dat de dochters der mensen mooi waren? Dat klopt! Er schuilt inderdaad meer achter!
Het was ook absoluut geen spontane actie van deze hemelwezens, maar van tevoren heel zorgvuldig door een kwaad brein bedacht en gepland! Achter dit hele scenario zat natuurlijk niemand anders dan de satan zelf! Maar wat was precies zijn doel? Voor het antwoord op deze vraag moeten we even terug naar Genesis. In Genesis 3:1-7 krijgen we de zondeval van Adam en Eva. De reactie van God hierop lezen wij dan iets verderop in de verzen 14 en 15: “Daarop zeide God tot de slang: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen!”
In Bijbels Optiek
Toen Eva van de verboden vrucht van de boom des levens had gegeten en de slang als vloek op zijn buik zou moeten kruipen wist de satan dat uit het zaad van de vrouw zijn Tegenstander zou opstaan, die volgens deze profetie uiteindelijk satans kop zal vermorzelen, ook al zou en zal hij zich fel daartegen verzetten.
Vanaf dat moment wist de satan dat uit het zaad van de vrouw zijn Tegenstander zou opstaan, die volgens deze profetie uiteindelijk satans kop zal vermorzelen, ook al zal hij zich fel daartegen verzetten.
Om dit te voorkomen wilde de satan ervoor zorgen, dat het zaad van de vrouw vermengd zou worden met zijn zaad, zodat er geen sprake meer kon zijn van het zaad van de vrouw en dus dat er dientengevolge ook nooit sprake kon zijn van het vermorzelen van zijn kop!
Daarom hebben afvallige zonen Gods, die de kant van de satan hadden gekozen, zich op diens bevel bewust vermengd met de dochters der mensen, en zo ontstonden de reuzen.
Als God daarom een basis wilde verschaffen om de mensheid te laten voortbestaan, dan kon Hij geen besmet menselijk nageslacht toestaan dat niet van Adam afkomstig was, en was het voor Hem nodig om de zondvloed over de aarde te brengen.
Het is verbijsterend om te zien hoe de satan al vanaf het begin getracht heeft om Gods heilsplannen te dwarsbomen, want wat zou anders het dieper liggende motief van deze ontrouwe zonen Gods geweest zijn, dan een poging om het menselijk ras dermate genetisch te manipuleren dat de komst van de Jezus Christus in het vlees hierdoor onmogelijk zou worden? Jezus zou nooit geboren kunnen worden uit een demonisch gedrocht, maar het is ronduit geweldig om te zien hoe God in Zijn wijsheid steeds weer alles in de goede banen weet te leiden. Tegen alle menselijke verwachtingen in konden de sterke machten die tegen Israël streden, het niet verslaan en vernietigen.
In Amos 2:9 staat dat de reuzen zo hoog als de ceders waren en zo sterk als de eiken. En toch waren de Israëlieten in staat om deze reuzen te verslaan, want God was met hen en had hen de overwinning belooft. Daarom zegt Hij tegen de kinderen van Israël: “Al waren die groot als ceders en sterk als eiken, Ik heb hen met wortel en tak uitgeroeid!” (Groot Nieuws Bijbel).
Vanaf dat moment wist de satan dat uit het zaad van de vrouw zijn Tegenstander zou opstaan, die volgens deze profetie uiteindelijk satans kop zal vermorzelen, ook al zal hij zich fel daartegen verzetten.
Om dit te voorkomen wilde de satan ervoor zorgen, dat het zaad van de vrouw vermengd zou worden met zijn zaad, zodat er geen sprake meer kon zijn van het zaad van de vrouw en dus dat er dientengevolge ook nooit sprake kon zijn van het vermorzelen van zijn kop!
Daarom hebben afvallige zonen Gods, die de kant van de satan hadden gekozen, zich op diens bevel bewust vermengd met de dochters der mensen, en zo ontstonden de reuzen.
Als God daarom een basis wilde verschaffen om de mensheid te laten voortbestaan, dan kon Hij geen besmet menselijk nageslacht toestaan dat niet van Adam afkomstig was, en was het voor Hem nodig om de zondvloed over de aarde te brengen.
Het is verbijsterend om te zien hoe de satan al vanaf het begin getracht heeft om Gods heilsplannen te dwarsbomen, want wat zou anders het dieper liggende motief van deze ontrouwe zonen Gods geweest zijn, dan een poging om het menselijk ras dermate genetisch te manipuleren dat de komst van de Jezus Christus in het vlees hierdoor onmogelijk zou worden? Jezus zou nooit geboren kunnen worden uit een demonisch gedrocht, maar het is ronduit geweldig om te zien hoe God in Zijn wijsheid steeds weer alles in de goede banen weet te leiden. Tegen alle menselijke verwachtingen in konden de sterke machten die tegen Israël streden, het niet verslaan en vernietigen.
In Amos 2:9 staat dat de reuzen zo hoog als de ceders waren en zo sterk als de eiken. En toch waren de Israëlieten in staat om deze reuzen te verslaan, want God was met hen en had hen de overwinning belooft. Daarom zegt Hij tegen de kinderen van Israël: “Al waren die groot als ceders en sterk als eiken, Ik heb hen met wortel en tak uitgeroeid!” (Groot Nieuws Bijbel).
In Bijbels Optiek
Al waren de reuzen zo groot als de ceders van de Libanon en sterk als eiken, God zou hen met wortel en tak gaan uitroeien.
De Israëlieten, van wie de ouders uit de slavernij in Egypte kwamen en een lange tocht door de woestijn achter de rug hadden, moesten nog leren, wie de Here God was. Daarom was hun reactie, die we in Numeri lezen, goed te begrijpen. De tocht door de Rode Zee hadden de meesten ook niet zelf meegemaakt. Hun reactie was dus:
Numeri 13:33: “Ook zagen wij daar reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren en wij waren als sprinkhanen in onze ogen en ook in hun ogen.
In Deuteronomium 9: 1-2 staat het bevel vermeld: “Hoor, Israël! Gij zult heden over de Jordaan trekken om het gebied in bezit te gaan nemen van volken, die groter en machtiger zijn dan gij, grote steden, hemelhoog versterkt- een groot en rijzig volk, Enakieten, die gij wel kent en waarvan gij hebt horen zeggen”. Hier was geloof en vertrouwen voor nodig.
Nog even een korte herhaling wat we eerder onderzochten om aan te sluiten bij de huidige onderzoeken.
Deze Enakieten verbleven ook in Hebron, waar Ahiman, Sesai en Talmi, de kinderen van Enak woonden. Hebron was niet de oorspronkelijke naam van de stad. Volgens Richteren 1:10 was dat Kirjath-Arba. Arba was de vader van de reuzen. God gaf dus opdracht aan de Israëlieten om alle reuzen uit te roeien en het land in bezit te nemen om zo de weg vrij te maken die moest leiden naar de geboorte van de Messias. In het overzicht van de veroveringen van Jozua, werden de Enakieten in Hebron en omgeving door de Israëlieten uitgeroeid.
In Jozua 11:21-22 staat: “Te dien tijde kwam Jozua en roeide de Enakieten uit, van het gebergte, uit Hebron, Debir en Anab, van het gehele gebergte van Juda en van het gehele gebergte van Israël. Hen en hun steden heeft Jozua met de ban geslagen. Er bleven geen Enakieten over in het land der Israëlieten; alleen te Gaza, te Gath en te Asdod zijn er overgebleven.
De Israëlieten, van wie de ouders uit de slavernij in Egypte kwamen en een lange tocht door de woestijn achter de rug hadden, moesten nog leren, wie de Here God was. Daarom was hun reactie, die we in Numeri lezen, goed te begrijpen. De tocht door de Rode Zee hadden de meesten ook niet zelf meegemaakt. Hun reactie was dus:
Numeri 13:33: “Ook zagen wij daar reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren en wij waren als sprinkhanen in onze ogen en ook in hun ogen.
In Deuteronomium 9: 1-2 staat het bevel vermeld: “Hoor, Israël! Gij zult heden over de Jordaan trekken om het gebied in bezit te gaan nemen van volken, die groter en machtiger zijn dan gij, grote steden, hemelhoog versterkt- een groot en rijzig volk, Enakieten, die gij wel kent en waarvan gij hebt horen zeggen”. Hier was geloof en vertrouwen voor nodig.
Nog even een korte herhaling wat we eerder onderzochten om aan te sluiten bij de huidige onderzoeken.
Deze Enakieten verbleven ook in Hebron, waar Ahiman, Sesai en Talmi, de kinderen van Enak woonden. Hebron was niet de oorspronkelijke naam van de stad. Volgens Richteren 1:10 was dat Kirjath-Arba. Arba was de vader van de reuzen. God gaf dus opdracht aan de Israëlieten om alle reuzen uit te roeien en het land in bezit te nemen om zo de weg vrij te maken die moest leiden naar de geboorte van de Messias. In het overzicht van de veroveringen van Jozua, werden de Enakieten in Hebron en omgeving door de Israëlieten uitgeroeid.
In Jozua 11:21-22 staat: “Te dien tijde kwam Jozua en roeide de Enakieten uit, van het gebergte, uit Hebron, Debir en Anab, van het gehele gebergte van Juda en van het gehele gebergte van Israël. Hen en hun steden heeft Jozua met de ban geslagen. Er bleven geen Enakieten over in het land der Israëlieten; alleen te Gaza, te Gath en te Asdod zijn er overgebleven.
In Bijbels Optiek
Het gebied van de Filistijnen was een vijfsteden verbond, waardoor zij sterker hoopten te zijn dan hun vijanden. Hun legers werden aangevoerd door de Refaïten.
De eerder genoemde Emieten, vermeld in Genesis 14:5 en in Deuteronomium 2:10, behoorden dus eveneens tot het reuzengeslacht net als de Refaïten. Ook in het land wat God aan de zonen van Lot tot een bezitting heeft gegeven, woonden Refaïten. Het is God Zelf die deze reuzen verdelgd.
In Deuteronomium 2:20-21: “Ook dit wordt voor een land van Refaïten gehouden; Refaïten hadden eertijds daarin gewoond, maar de Ammonnieten noemden hen Zamzummieten, een groot en talrijk volk, lang als de Enakieten, maar de Here had hen verdeven en verdelgd…
De strijd die de Israëlieten moesten voeren om het land Kanaän in bezit te nemen was geen gewone strijd maar een geestelijke strijd van Gods volk tegen het volk van satan. Hun verschijning riep grote angst op bij de gewone mensen. De Septuagint gebruikt voor de vertaling van Refaïten, Gigas, oftewel de "Giganten" en Titanes, Titanen. De Bijbel noemt vele afstammelingen van de Refaïten die aan de zijde van de Filistijnen streden tegen Israël. Eén van hen was Jisbi-Benob in (2 Samuël 21:16)- het gewicht van zijn lans was driehonderd eenheden koper…..Hij was een der afstammelingen van Rafa net als "Saf", in 2 Samuël 21:18.
In I Kronieken 20:4-5-8, is er sprake van "Sippai een afstammeling van de Refaïten en "Lachmi" de broeder van de Gathiet Goliath, die een spies had met een schacht als een weversboom.
In 2 Samuël is er ook sprake van een man van zeer grote lengte, die zes vingers aan zijn handen en zes tenen aan zijn voeten had. Ook hij stamde af van Rafa.
Koning Og van Basan, een van de Amoritische koningen, was een Refaït. Zijn rustbank van ijzer, had een lengte van 4.35 meter en men schat dat Og zelf 4 meter lang moet zijn geweest. De reuzen leefden ook in het huidige Jordanië, Syrië en Libanon. De ruïnes van Baalbek in Libanon getuigen nog van hun aanwezigheid.
De eerder genoemde Emieten, vermeld in Genesis 14:5 en in Deuteronomium 2:10, behoorden dus eveneens tot het reuzengeslacht net als de Refaïten. Ook in het land wat God aan de zonen van Lot tot een bezitting heeft gegeven, woonden Refaïten. Het is God Zelf die deze reuzen verdelgd.
In Deuteronomium 2:20-21: “Ook dit wordt voor een land van Refaïten gehouden; Refaïten hadden eertijds daarin gewoond, maar de Ammonnieten noemden hen Zamzummieten, een groot en talrijk volk, lang als de Enakieten, maar de Here had hen verdeven en verdelgd…
De strijd die de Israëlieten moesten voeren om het land Kanaän in bezit te nemen was geen gewone strijd maar een geestelijke strijd van Gods volk tegen het volk van satan. Hun verschijning riep grote angst op bij de gewone mensen. De Septuagint gebruikt voor de vertaling van Refaïten, Gigas, oftewel de "Giganten" en Titanes, Titanen. De Bijbel noemt vele afstammelingen van de Refaïten die aan de zijde van de Filistijnen streden tegen Israël. Eén van hen was Jisbi-Benob in (2 Samuël 21:16)- het gewicht van zijn lans was driehonderd eenheden koper…..Hij was een der afstammelingen van Rafa net als "Saf", in 2 Samuël 21:18.
In I Kronieken 20:4-5-8, is er sprake van "Sippai een afstammeling van de Refaïten en "Lachmi" de broeder van de Gathiet Goliath, die een spies had met een schacht als een weversboom.
In 2 Samuël is er ook sprake van een man van zeer grote lengte, die zes vingers aan zijn handen en zes tenen aan zijn voeten had. Ook hij stamde af van Rafa.
Koning Og van Basan, een van de Amoritische koningen, was een Refaït. Zijn rustbank van ijzer, had een lengte van 4.35 meter en men schat dat Og zelf 4 meter lang moet zijn geweest. De reuzen leefden ook in het huidige Jordanië, Syrië en Libanon. De ruïnes van Baalbek in Libanon getuigen nog van hun aanwezigheid.
In Bijbels Optiek
De reuzen leefden ongeveer in het huidige Jordanië, Syrië en Libanon. De ruïnes van Baälbek in Libanon getuigen nog van hun aanwezigheid ( zie eerder).
Rafa was een afstammeling van de Refaïeten die allen tot het reuzengeslacht behoorden. Goliath de kampioen van de Filistijnen was ook een reus. Zijn lengte was drie meter en hij droeg een harnas dat 5000 sikkelen woog, dat is 95 kilo. Het lemmet van zijn speer had een gewicht van 600 sikkelen, 11 kilo.
Op 17 februari 2000 verscheen er een bericht in de media afkomstig van de neuroloog Vladimir Berginer, hoogleraar aan de Ben Goerion Universiteit in Israël, dat de nederlaag van de Bijbelse Goliath het gevolg was van een oogafwijking van deze reus. Goliath leed volgens hem aan acromegalie. Dat is een door een tumor veroorzaakte stoornis in de "hypofyse " die tot groeistoornissen leidt.
Deze ziekte, die pas in de negentiende eeuw werd ontdekt, leidt tot reuzengroei indien ze niet tijdig wordt behandeld, aldus Berginer. De overwinning van David op Goliath heeft echter niets te maken met een veronderstelde oogafwijking van de reus. David behaalde de overwinning omdat God voor Israël streed. Tegen alle menselijke verwachtingen in konden de sterke machten die Israël aanvielen, het niet verslaan en vernietigen. De God van Israël is een God die wonderen doet, zowel vroeger als nu.
In Exodus 34:10 lezen we: “Hij zeide: Zie, Ik sluit een verbond; in het bijzijn van uw gehele volk zal Ik wonderen doen, zoals niet gewrocht zijn op de gehele aarde en bij al de volken; het gehele volk, in welks midden gij zijt, zal het gehele Werk des Heren zien, want ontzagwekkend is wat Ik doe met u.
In Amos 2:9 staat dus dat de reuzen hoog als ceders waren en sterk als eiken. Echter dat de Israëlieten in staat waren deze reuzen te verslaan, had alles te maken met Gods aanwezigheid, want God had hen de overwinning belooft. Er zijn theologen die beweren dat alle in de Bijbel genoemde reuzen, later aan de teksten zijn toegevoegd om hier het kwaad mee te symboliseren. Ze zouden volgens deze "Bijbelspecialisten" nooit echt hebben bestaan.
Rafa was een afstammeling van de Refaïeten die allen tot het reuzengeslacht behoorden. Goliath de kampioen van de Filistijnen was ook een reus. Zijn lengte was drie meter en hij droeg een harnas dat 5000 sikkelen woog, dat is 95 kilo. Het lemmet van zijn speer had een gewicht van 600 sikkelen, 11 kilo.
Op 17 februari 2000 verscheen er een bericht in de media afkomstig van de neuroloog Vladimir Berginer, hoogleraar aan de Ben Goerion Universiteit in Israël, dat de nederlaag van de Bijbelse Goliath het gevolg was van een oogafwijking van deze reus. Goliath leed volgens hem aan acromegalie. Dat is een door een tumor veroorzaakte stoornis in de "hypofyse " die tot groeistoornissen leidt.
Deze ziekte, die pas in de negentiende eeuw werd ontdekt, leidt tot reuzengroei indien ze niet tijdig wordt behandeld, aldus Berginer. De overwinning van David op Goliath heeft echter niets te maken met een veronderstelde oogafwijking van de reus. David behaalde de overwinning omdat God voor Israël streed. Tegen alle menselijke verwachtingen in konden de sterke machten die Israël aanvielen, het niet verslaan en vernietigen. De God van Israël is een God die wonderen doet, zowel vroeger als nu.
In Exodus 34:10 lezen we: “Hij zeide: Zie, Ik sluit een verbond; in het bijzijn van uw gehele volk zal Ik wonderen doen, zoals niet gewrocht zijn op de gehele aarde en bij al de volken; het gehele volk, in welks midden gij zijt, zal het gehele Werk des Heren zien, want ontzagwekkend is wat Ik doe met u.
In Amos 2:9 staat dus dat de reuzen hoog als ceders waren en sterk als eiken. Echter dat de Israëlieten in staat waren deze reuzen te verslaan, had alles te maken met Gods aanwezigheid, want God had hen de overwinning belooft. Er zijn theologen die beweren dat alle in de Bijbel genoemde reuzen, later aan de teksten zijn toegevoegd om hier het kwaad mee te symboliseren. Ze zouden volgens deze "Bijbelspecialisten" nooit echt hebben bestaan.
In Bijbels Optiek
Zowel uit het Boek van Henoch als uit de overleveringen van de oude volken valt op te maken dat de eerste afstammelingen van de Zonen Gods en de dochters der mensen, halfgodische wezens waren.
Zowel uit het Boek van Henoch als uit de overleveringen van de oude volken valt op te maken dat de eerste afstammelingen van de Zonen Gods en de dochters der mensen, halfgodische wezens waren. Ze waren in staat om dingen te doen waar de gewone mens helemaal niets van begreep. De sporen die zij hebben nagelaten vertonen het gebruik van technieken die de hedendaagse geleerden nog steeds voor een raadsel plaatsen.
Zoals gezegd, duikt de informatie over reuzen op in oude geschriften en verhalen, overal op aarde. Onze planeet is bezaaid met merkwaardige, enorme bouwwerken en beelden die dikwijls uit één stuk gehouwen zijn. Moeilijk te begrijpen is hoe en waarom ze op bepaalde plaatsen werden opgericht. Zo onthullen Arabische schrijvers dat de eerste heiligdommen van Baäl en Astarte in Baalbek door een ras van reuzen is gebouwd. Ook de bouw van de grote piramide van Cheops in Egypte moet volgens de overleveringen aan de geweldigen uit de voortijd worden toegeschreven die een techniek bezaten waarmee ze de zwaartekracht konden opheffen.
Reuzen in Noord en Zuid-Amerika.
De stad Tiahuanacu in het Andesgebergte in Zuid-Amerika, vertoont in haar chaotische ruïnes de sporen van een architectuur die onmiskenbaar stamt uit een tijdperk van reuzen met een zeer hoge technische begaafdheid. Zestig ton zware reusachtige muurstenen zijn geplaatst boven op honderd ton wegende blokken zandsteen. De stenen zien eruit alsof ze gepolijst zijn met een reusachtige schaaf. De tekst op de reusachtige, tien ton wegende, uit één stuk gehouwen beroemde Zonnepoort in Tiahuanacu, vertelt een verhaal uit lang vervlogen tijden. Er zou een gouden ruimteschip van de sterren zijn gekomen met aan boord een vrouw met de naam Oryana. Zij zou aan ieder hand vier vingers hebben gehad die met vliezen aan elkaar zaten.
Zowel uit het Boek van Henoch als uit de overleveringen van de oude volken valt op te maken dat de eerste afstammelingen van de Zonen Gods en de dochters der mensen, halfgodische wezens waren. Ze waren in staat om dingen te doen waar de gewone mens helemaal niets van begreep. De sporen die zij hebben nagelaten vertonen het gebruik van technieken die de hedendaagse geleerden nog steeds voor een raadsel plaatsen.
Zoals gezegd, duikt de informatie over reuzen op in oude geschriften en verhalen, overal op aarde. Onze planeet is bezaaid met merkwaardige, enorme bouwwerken en beelden die dikwijls uit één stuk gehouwen zijn. Moeilijk te begrijpen is hoe en waarom ze op bepaalde plaatsen werden opgericht. Zo onthullen Arabische schrijvers dat de eerste heiligdommen van Baäl en Astarte in Baalbek door een ras van reuzen is gebouwd. Ook de bouw van de grote piramide van Cheops in Egypte moet volgens de overleveringen aan de geweldigen uit de voortijd worden toegeschreven die een techniek bezaten waarmee ze de zwaartekracht konden opheffen.
Reuzen in Noord en Zuid-Amerika.
De stad Tiahuanacu in het Andesgebergte in Zuid-Amerika, vertoont in haar chaotische ruïnes de sporen van een architectuur die onmiskenbaar stamt uit een tijdperk van reuzen met een zeer hoge technische begaafdheid. Zestig ton zware reusachtige muurstenen zijn geplaatst boven op honderd ton wegende blokken zandsteen. De stenen zien eruit alsof ze gepolijst zijn met een reusachtige schaaf. De tekst op de reusachtige, tien ton wegende, uit één stuk gehouwen beroemde Zonnepoort in Tiahuanacu, vertelt een verhaal uit lang vervlogen tijden. Er zou een gouden ruimteschip van de sterren zijn gekomen met aan boord een vrouw met de naam Oryana. Zij zou aan ieder hand vier vingers hebben gehad die met vliezen aan elkaar zaten.
In Bijbels Optiek
De Zonnepoort in Tiahuanacu.
De vondsten en de precisie waarmee het werk in Tiahuanacu is verricht, doen geleerden versteld staan. Wat de zaak nog mysterieuzer maakt is dat een deel van de enorme steenblokken die in de ruines van Tiahuanacu zijn gevonden, uit een groeve komen op 320 kilometer afstand. Fraaie archeologische verzinsels als houten hefbomen en rollers kunnen daarvoor onmogelijk zijn gebruikt.
De vondsten en de precisie waarmee het werk in Tiahuanacu is verricht, doen geleerden versteld staan. Wat de zaak nog mysterieuzer maakt is dat een deel van de enorme steenblokken die in de ruines van Tiahuanacu zijn gevonden, uit een groeve komen op 320 kilometer afstand. Fraaie archeologische verzinsels als houten hefbomen en rollers kunnen daarvoor onmogelijk zijn gebruikt.
In Bijbels Optiek
De steenblokken van deze tempelmuur komen uit een groeve op 320 km. afstand. Dit is het werk van reuzen geweest, die de zwaartekracht konden opheffen om deze gewichten te kunnen vervoeren.
In de antieke stad Ollantaytambo in Peru, liggen uitgehouwen stenen blokken van 3.5 tot 5 meter hoogte. Deze cyclopische stenen werden uit een elf kilometer van de bouwplaats verwijderde steengroeve gehakt.
In de antieke stad Ollantaytambo in Peru, liggen uitgehouwen stenen blokken van 3.5 tot 5 meter hoogte. Deze cyclopische stenen werden uit een elf kilometer van de bouwplaats verwijderde steengroeve gehakt.
In Bijbels Optiek
Aan het noordelijke eind van de Heilige Vallei in Ollantaytambo in Peru ligt een massieve citadel op 50 km afstand van Machu Picchu en diende als tempel en fort in de Incaperiode.
Het fort van Sacsehuaman in Peru, wordt omgeven door een muur van 20 meter hoog die stenen bevat van meer dan 200 ton ( zie illustratie onder). In de omgeving van dit fort heeft men rotsverglazingen gevonden die volgens een aantal geleerden alleen kunnen zijn ontstaan door het smelten van steen bij zeer hoge temperaturen. Kenden de reuzen de techniek van het smelten van rotsen?
Sacsehuaman was al oeroud voordat de Inca’s ten tonele verschenen. Uit een blok graniet van elf meter hoog en achttien meter breed dat zo uit de rotswand lijkt te zijn gerukt, werd een rechthoekig blok van 2.16 meter hoog en 3.40 meter breed, uitgesneden alsof men met een warm mes door de boter was gegaan, zo volkomen rechthoekig zijn
Het fort van Sacsehuaman in Peru, wordt omgeven door een muur van 20 meter hoog die stenen bevat van meer dan 200 ton ( zie illustratie onder). In de omgeving van dit fort heeft men rotsverglazingen gevonden die volgens een aantal geleerden alleen kunnen zijn ontstaan door het smelten van steen bij zeer hoge temperaturen. Kenden de reuzen de techniek van het smelten van rotsen?
Sacsehuaman was al oeroud voordat de Inca’s ten tonele verschenen. Uit een blok graniet van elf meter hoog en achttien meter breed dat zo uit de rotswand lijkt te zijn gerukt, werd een rechthoekig blok van 2.16 meter hoog en 3.40 meter breed, uitgesneden alsof men met een warm mes door de boter was gegaan, zo volkomen rechthoekig zijn
In Bijbels Optiek
Het fort van Sacsehuaman in Peru, wordt omgeven door een muur van 20 meter hoog die stenen bevat van meer dan 200 ton.
De huidige indiaanse bewoners uit de omgeving van Tiahuanacu vertellen dat de stad door een ras van onbekende reuzen is gebouwd, in een tijd voor de komst van de grote watervloed. De bewoners waren intelligente afstammelingen van hemelse gasten die zich hadden vermengd met aardse vrouwen. Zij werden de "Zonen van de Zon"genoemd en hadden een lichte huidskleur.
"Con-Tiki-Viracocha " was zo’n Zoon van de Zon. Hij stond bij de Maya’s bekend als Kukulkan en bij de Azteken als Quetzalcoatl. Dit waren de goden die volgens de overleveringen afdaalden uit de hemel, oftewel de “Wachters’ zoals ze in het Boek van Henoch worden genoemd.
De huidige indiaanse bewoners uit de omgeving van Tiahuanacu vertellen dat de stad door een ras van onbekende reuzen is gebouwd, in een tijd voor de komst van de grote watervloed. De bewoners waren intelligente afstammelingen van hemelse gasten die zich hadden vermengd met aardse vrouwen. Zij werden de "Zonen van de Zon"genoemd en hadden een lichte huidskleur.
"Con-Tiki-Viracocha " was zo’n Zoon van de Zon. Hij stond bij de Maya’s bekend als Kukulkan en bij de Azteken als Quetzalcoatl. Dit waren de goden die volgens de overleveringen afdaalden uit de hemel, oftewel de “Wachters’ zoals ze in het Boek van Henoch worden genoemd.
In Bijbels Optiek
In het begin, zo vertellen de analen van de Indianen, kwam Kon-Tiki Viracocha licht brengen in de duisternis, hij schiep de aarde, de maan, de zon en de sterren. Daarna blies hij in de stenen van de aarde en schiep de mens, maar Kon-Tiki werd ontevreden toen zijn scheppingen hersenloze, wrede en barbaarse reuzen opleverde. Dus vernietigde Kon-Tiki hen met een grote vloed en blies daarna zijn adem in kleinere stenen om een beter ras te scheppen. Er zouden acht beschaafde mensen de kennis van Kon-Tiki onder de mensheid verspreiden. Kon-Tiki bouwde de tempelstad Tiahuanacu.
Volgens de overlevering was het Kon-Tiki-Viracocha die de tempelstad Tiahuanacu heeft gebouwd. De architectuur van dit bouwwerk laat een technologie zien die ons onbekend is. Volgens experts weegt één van de grootste stenen maar liefst 400 ton. Dat zijn ca 10 grote volgeladen vrachtwagens. De vondst van een serie menselijke schedels die afkomstig zijn van drie meter lange skeletten, bevestigen dat hier ooit in het verleden reuzen hebben gewoond. Deze reuzen waren in staat geweest reusachtige stenen zonder enige moeite te verplaatsen. Ook ontdekten onderzoekers rond het Titicaca meer een enorm netwerk van patronen, die zich over een lengte van meer dan 160 kilometer uitstrekken. Deze patronen bestaan uit perfecte rechte lijnen en hoeken, die duiden op een intelligent ontwerp. Precies in het centrum van deze lijnen, liggen de megalitische ruïnes van Tiahuanaco.
Een van de meest adembenemende ontdekkingen is die van de kilometers lange onderaardse tunnels en zalen zo groot als vliegtuighangars. De plaatselijke indianen vertellen dat ze onder grote delen van Zuid-Amerika doorlopen. Een viertal grotonderzoekers ontdekten op aanwijzing van een paar Indianen zo’n tunnelcomplex. Deze was afgesloten met een deur die gemaakt was van een rotsplaat van 8 meter hoog, 5 meter breed en 2.5 meter dik. Men wist deze fabelachtige deur uiteindelijk te openen nadat was ontdekt dat hij scharnierde op stenen kogels in een bed van water. Achter de deur lag een machtige tunnel waarvan de bodem en de wanden eruit zagen alsof ze waren gepolijst. In een enorme hal stonden stoelen en tafels van een volledig onbekende samenstelling. Achter de stoelen stond een grote verzameling dieren, waaronder sauriërs, olifanten, apen en katachtigen, alles in puur goud. De makers van deze tunnels en hallen moeten technieken hebben beheerst die zelfs in onze tijd niet geëvenaard kunnen worden. De Inca’s vertellen dat dit alles door een ras van reuzen is aangelegd. Zij zouden tegelijkertijd met de mensen hebben geleefd. Twee van deze reuzen worden met naam genoemd te weten, Atlan en Theitani. (Bron: Samuel Noah Kramer Mythologies of the Ancient World Anchor Books, New York 1961).
Volgens de overlevering was het Kon-Tiki-Viracocha die de tempelstad Tiahuanacu heeft gebouwd. De architectuur van dit bouwwerk laat een technologie zien die ons onbekend is. Volgens experts weegt één van de grootste stenen maar liefst 400 ton. Dat zijn ca 10 grote volgeladen vrachtwagens. De vondst van een serie menselijke schedels die afkomstig zijn van drie meter lange skeletten, bevestigen dat hier ooit in het verleden reuzen hebben gewoond. Deze reuzen waren in staat geweest reusachtige stenen zonder enige moeite te verplaatsen. Ook ontdekten onderzoekers rond het Titicaca meer een enorm netwerk van patronen, die zich over een lengte van meer dan 160 kilometer uitstrekken. Deze patronen bestaan uit perfecte rechte lijnen en hoeken, die duiden op een intelligent ontwerp. Precies in het centrum van deze lijnen, liggen de megalitische ruïnes van Tiahuanaco.
Een van de meest adembenemende ontdekkingen is die van de kilometers lange onderaardse tunnels en zalen zo groot als vliegtuighangars. De plaatselijke indianen vertellen dat ze onder grote delen van Zuid-Amerika doorlopen. Een viertal grotonderzoekers ontdekten op aanwijzing van een paar Indianen zo’n tunnelcomplex. Deze was afgesloten met een deur die gemaakt was van een rotsplaat van 8 meter hoog, 5 meter breed en 2.5 meter dik. Men wist deze fabelachtige deur uiteindelijk te openen nadat was ontdekt dat hij scharnierde op stenen kogels in een bed van water. Achter de deur lag een machtige tunnel waarvan de bodem en de wanden eruit zagen alsof ze waren gepolijst. In een enorme hal stonden stoelen en tafels van een volledig onbekende samenstelling. Achter de stoelen stond een grote verzameling dieren, waaronder sauriërs, olifanten, apen en katachtigen, alles in puur goud. De makers van deze tunnels en hallen moeten technieken hebben beheerst die zelfs in onze tijd niet geëvenaard kunnen worden. De Inca’s vertellen dat dit alles door een ras van reuzen is aangelegd. Zij zouden tegelijkertijd met de mensen hebben geleefd. Twee van deze reuzen worden met naam genoemd te weten, Atlan en Theitani. (Bron: Samuel Noah Kramer Mythologies of the Ancient World Anchor Books, New York 1961).
In Bijbels Optiek
Reuzen schedel opgegraven in Peru.
In Chili ligt de geheimzinnige hoogvlakte van El Enladrillado, die pas in 1968 opnieuw werd ontdekt. Het tafereel wat men hier ontdekte stelde iedere oudheidkundige voor een raadsel. De bijna 2.5 kilometer lange hoogvlakte is bijzonder moeilijk bereikbaar. Eenmaal aangekomen ontrolt zich voor de bezoekers een verbazingwekkend tafereel: de grond is bedekt met ruim 200 rechthoekige steenblokken die buitengewoon glad zijn afgewerkt. Ze zijn 5 meter hoog en zeven tot tien meter lang. Van deze blokken zijn er 233 gerangschikt in de vorm van wat op het eerste gezicht een amfitheater lijkt. Wat een buitengewone wezens moeten het zijn geweest die deze blokken hebben uitgehakt en zo nauwkeurig afgewerkt. En hoe is men erin geslaagd deze steenkolossen naar zo’n ongenaakbare plaats als deze hoogvlakte te brengen? Niemand weet het antwoord!
In Chili ligt de geheimzinnige hoogvlakte van El Enladrillado, die pas in 1968 opnieuw werd ontdekt. Het tafereel wat men hier ontdekte stelde iedere oudheidkundige voor een raadsel. De bijna 2.5 kilometer lange hoogvlakte is bijzonder moeilijk bereikbaar. Eenmaal aangekomen ontrolt zich voor de bezoekers een verbazingwekkend tafereel: de grond is bedekt met ruim 200 rechthoekige steenblokken die buitengewoon glad zijn afgewerkt. Ze zijn 5 meter hoog en zeven tot tien meter lang. Van deze blokken zijn er 233 gerangschikt in de vorm van wat op het eerste gezicht een amfitheater lijkt. Wat een buitengewone wezens moeten het zijn geweest die deze blokken hebben uitgehakt en zo nauwkeurig afgewerkt. En hoe is men erin geslaagd deze steenkolossen naar zo’n ongenaakbare plaats als deze hoogvlakte te brengen? Niemand weet het antwoord!
In Bijbels Optiek
De geheimzinnige 2,5 km lange hoogvlakte El Enladrillado is bijzonder moeilijk bereikbaar. Eenmaal aangekomen ontrolt zich voor de bezoekers een verbazingwekkend tafereel: de grond is bedekt met ruim 200 rechthoekige steenblokken die buitengewoon glad zijn afgewerkt. Ze zijn 5 meter hoog en zeven tot tien meter lang. Van deze blokken zijn er 233 gerangschikt in de vorm van wat op het eerste gezicht een amfitheater lijkt. Wat een buitengewone wezens moeten het zijn geweest die deze blokken hebben uitgehakt en zo nauwkeurig afgewerkt. En hoe is men erin geslaagd deze steenkoolossen naar zo’n ongenaakbare plaats als deze hoogvlakte te brengen? Weet niemand het antwoord?!?
De vlakte van Nasca
Aan de voet van het Andes gebergte in Peru ligt de dorre vlakte van Nazca. Vanuit de lucht zijn op een strook grond van ca zestig kilometer lang en anderhalve kilometer breed, onbegrijpelijke geometrische figuren te zien en talrijke figuren van dieren waarvan de grootste bijna driehondDerd meter in doorsnede is. Immense gestileerde vogels en andere dieren die zich uitstrekken zover de blik reikt, vormen in deze pampa, een van de moeilijkst oplosbare raadsels van de archeologie. Men moet zich tenminste 500 meter boven de grond bevinden, wil men het tafereel van tekeningen en lijnen in hun geheel kunnen overzien. Volgens onderzoekers is deze hoogvlakte een van de droogste gebieden op aarde. Er valt vanwege een uniek atmosferisch verschijnsel, slechts zeer zelden wat regen. Deze ongewone droogte is er de oorzaak van dat nog heden ten dage de lijnen en figuren in tact zijn gebleven. De Duitse wiskundige en sterrenkundige Maria Reiche, heeft tot ze meer dan zeventig jaar oud was, dertig jaar lang op de vlakte onderzoek gedaan en bracht er honderden driehoekige, vierhoekige en trapezevormige banen aan het licht. Er zijn meer dan honderd ‘tekeningen’ van dieren waaronder een spin, kolibries, een pelikaan, een eend, fantastische gevederde wezens, een walvis en een aap die groter is dan een voetbalveld en handen die ruim twaalf meter lang zijn.
De vlakte van Nasca
Aan de voet van het Andes gebergte in Peru ligt de dorre vlakte van Nazca. Vanuit de lucht zijn op een strook grond van ca zestig kilometer lang en anderhalve kilometer breed, onbegrijpelijke geometrische figuren te zien en talrijke figuren van dieren waarvan de grootste bijna driehondDerd meter in doorsnede is. Immense gestileerde vogels en andere dieren die zich uitstrekken zover de blik reikt, vormen in deze pampa, een van de moeilijkst oplosbare raadsels van de archeologie. Men moet zich tenminste 500 meter boven de grond bevinden, wil men het tafereel van tekeningen en lijnen in hun geheel kunnen overzien. Volgens onderzoekers is deze hoogvlakte een van de droogste gebieden op aarde. Er valt vanwege een uniek atmosferisch verschijnsel, slechts zeer zelden wat regen. Deze ongewone droogte is er de oorzaak van dat nog heden ten dage de lijnen en figuren in tact zijn gebleven. De Duitse wiskundige en sterrenkundige Maria Reiche, heeft tot ze meer dan zeventig jaar oud was, dertig jaar lang op de vlakte onderzoek gedaan en bracht er honderden driehoekige, vierhoekige en trapezevormige banen aan het licht. Er zijn meer dan honderd ‘tekeningen’ van dieren waaronder een spin, kolibries, een pelikaan, een eend, fantastische gevederde wezens, een walvis en een aap die groter is dan een voetbalveld en handen die ruim twaalf meter lang zijn.
In Bijbels Optiek
Aan de voet van het Andes gebergte in Peru ligt de dorre vlakte van Nazca. Vanuit de lucht zijn op een strook grond van ca zestig kilometer lang en anderhalve kilometer breed, onbegrijpelijke geometrische figuren te zien en talrijke figuren van dieren waarvan de grootste bijna driehonderd meter in doorsnede is. Immense gestileerde vogels en andere dieren die zich uitstrekken zover de blik reikt, vormen in deze pampa, een van de moeilijkst oplosbare raadsels van de archeologie. Het werk van een groot slag mensen.
In Bijbels Optiek
Afbeelding op de vlakte van Nazca.
De gigantische afmetingen van deze tekeningen die de uitgestrekte vlakten bedekken, dwars over heuvels en door dalen vormen één van de merkwaardige kanten van het raadsel van Nazca. Diverse onderzoekers zijn van mening dat lijnen en afbeeldingen van dieren, een astronomische betekenis hebben. Wie en waarom deze dierfiguren en meetkundige patronen zijn aangelegd, lijkt een onoplosbaar raadsel.
In een museum in Peru liggen 15.000 gegraveerde stenen die duizenden jaren geschiedenis omvatten. Ze tonen inscripties van sauriërs, samen met mensen, van chirurgen die druk bezig zijn met een hartoperatie, van sterrenstelsels en talloze andere wetenschappen.
Volgens Dr. Cabrera Darquea, de beheerder van de bibliotheek, stammen deze stenen uit de tijd van voor de zondvloed. Wat te zeggen van de stenen waarop mensen te zien zijn samen met sauriërs? Is dat een bewijs dat ze in dezelfde tijd geleefd hebben? Volgens de officiële wetenschap is dat absoluut onmogelijk omdat de sauriërs al 135 miljoen jaar geleden uitgestorven zouden zijn. Maar als dat waar is, hoe konden de mensen van voor de zondvloed deze dieren afbeelden zonder ze ooit gezien te hebben.
De gigantische afmetingen van deze tekeningen die de uitgestrekte vlakten bedekken, dwars over heuvels en door dalen vormen één van de merkwaardige kanten van het raadsel van Nazca. Diverse onderzoekers zijn van mening dat lijnen en afbeeldingen van dieren, een astronomische betekenis hebben. Wie en waarom deze dierfiguren en meetkundige patronen zijn aangelegd, lijkt een onoplosbaar raadsel.
In een museum in Peru liggen 15.000 gegraveerde stenen die duizenden jaren geschiedenis omvatten. Ze tonen inscripties van sauriërs, samen met mensen, van chirurgen die druk bezig zijn met een hartoperatie, van sterrenstelsels en talloze andere wetenschappen.
Volgens Dr. Cabrera Darquea, de beheerder van de bibliotheek, stammen deze stenen uit de tijd van voor de zondvloed. Wat te zeggen van de stenen waarop mensen te zien zijn samen met sauriërs? Is dat een bewijs dat ze in dezelfde tijd geleefd hebben? Volgens de officiële wetenschap is dat absoluut onmogelijk omdat de sauriërs al 135 miljoen jaar geleden uitgestorven zouden zijn. Maar als dat waar is, hoe konden de mensen van voor de zondvloed deze dieren afbeelden zonder ze ooit gezien te hebben.
In Bijbels Optiek
In 1966 kregen de Ica stenen wetenschappelijke belangstelling nadat Dr. Javier Cabrera, een lokale arts, voor zijn verjaardag een kleine gegraveerde steen kreeg van een straatarme dorpsbewoner. De gravure op de steen zag er voor Dr. Cabrera prehistorisch uit en intrigeerde hem omdat er een prehistorische vis op te zien was. Toen de lokale bevolking hoorde dat hun arts in de steen geïnteresseerd was, begonnen ze hem meer soortgelijke stenen te brengen die ze in een rivierbedding, niet zo ver van de beroemde Nazcalijnen, bijeenzochten.
Deze stenen van Ica in Peru variëren in grootte van een golfbal tot een strandbal. Op de stenen werden met de hand tekeningen van prehistorische vissen, dinosaurussen en Indianen die geavanceerde gereedschappen gebruiken, gegraveerd. Het probleem hierbij is dat de ouderdom van deze stenen niet kan worden geverifieerd. Aan de andere kant intrigeren deze stenen al decennia lang toeristen en stellen ze wetenschappers voor een raadsel.
De Ugha-Mongulala indianen die daar leven waar de Amazone-rivier begint, vertellen in hun "Kroniek van Akakor "dat de aarde door, wat zij noemen, "goden " werd gekoloniseerd in een tijd voor de tweede wereld catastrofe (Zondvloed!). Zij vertellen hier het volgende over.
De mensen bogen zich eerbiedig voor de machtige vreemdelingen toen zij kwamen, want zij waren werkelijk machtig en onbegrijpelijk voor de gewone sterveling. Zij kenden de loop van de sterren en de wetten van de natuur. Waarlijk, de hoogste wereldwet was hun bekend. De tempelsteden die zij bouwden, zoals Akakor en de wonderbaarlijke onderaardse woningen zijn voor het volk van de Mongulala altijd een raadsel gebleven. Hun bouwwerken getuigen van een hogere kennis, onbegrijpelijk voor de mensen. Zij hadden magische stenen om in de verte te zien. Zij waren waarlijk machtig.
In Midden-Amerika, in Costa Rica ligt een archeologische sensatie waar niemand een afdoende antwoord op weet. Daar liggen midden in de rimboe, op hoge bergen en in delta’s van rivieren, honderden kunstmatige bollen waarvan sommige met een doorsnede van 2.5 meter. De zwaarste die men heeft ontdekt weegt 16 ton. Deze bollen zijn zo volmaakt rond van vorm, zo kogelrond, dat ze nooit zonder mechanische hulpmiddelen gemaakt kunnen zijn. Nergens in de wijde omgeving heeft men een vindplaats aangetroffen waar deze bollen vervaardigd kunnen zijn. Er zijn onderzoekers die de hypothese naar voren hebben gebracht dat deze bollen schaalmodellen zijn van planeten uit ons zonnestelsel, benevens enkele belangrijke sterrenbeelden. De exactheid van de bollen doet vermoeden dat de makers een behoorlijke kennis van de geometrie moeten hebben gehad plus zeer doelmatige technische hulpmiddelen.
Deze stenen van Ica in Peru variëren in grootte van een golfbal tot een strandbal. Op de stenen werden met de hand tekeningen van prehistorische vissen, dinosaurussen en Indianen die geavanceerde gereedschappen gebruiken, gegraveerd. Het probleem hierbij is dat de ouderdom van deze stenen niet kan worden geverifieerd. Aan de andere kant intrigeren deze stenen al decennia lang toeristen en stellen ze wetenschappers voor een raadsel.
De Ugha-Mongulala indianen die daar leven waar de Amazone-rivier begint, vertellen in hun "Kroniek van Akakor "dat de aarde door, wat zij noemen, "goden " werd gekoloniseerd in een tijd voor de tweede wereld catastrofe (Zondvloed!). Zij vertellen hier het volgende over.
De mensen bogen zich eerbiedig voor de machtige vreemdelingen toen zij kwamen, want zij waren werkelijk machtig en onbegrijpelijk voor de gewone sterveling. Zij kenden de loop van de sterren en de wetten van de natuur. Waarlijk, de hoogste wereldwet was hun bekend. De tempelsteden die zij bouwden, zoals Akakor en de wonderbaarlijke onderaardse woningen zijn voor het volk van de Mongulala altijd een raadsel gebleven. Hun bouwwerken getuigen van een hogere kennis, onbegrijpelijk voor de mensen. Zij hadden magische stenen om in de verte te zien. Zij waren waarlijk machtig.
In Midden-Amerika, in Costa Rica ligt een archeologische sensatie waar niemand een afdoende antwoord op weet. Daar liggen midden in de rimboe, op hoge bergen en in delta’s van rivieren, honderden kunstmatige bollen waarvan sommige met een doorsnede van 2.5 meter. De zwaarste die men heeft ontdekt weegt 16 ton. Deze bollen zijn zo volmaakt rond van vorm, zo kogelrond, dat ze nooit zonder mechanische hulpmiddelen gemaakt kunnen zijn. Nergens in de wijde omgeving heeft men een vindplaats aangetroffen waar deze bollen vervaardigd kunnen zijn. Er zijn onderzoekers die de hypothese naar voren hebben gebracht dat deze bollen schaalmodellen zijn van planeten uit ons zonnestelsel, benevens enkele belangrijke sterrenbeelden. De exactheid van de bollen doet vermoeden dat de makers een behoorlijke kennis van de geometrie moeten hebben gehad plus zeer doelmatige technische hulpmiddelen.
In Bijbels Optiek
De stenen ballen van Costa Rica hebben ondertussen al heel wat pseudowetenschap en wilde veronderstellingen moeten aanhoren. Zo zijn er publicaties verschenen die de stenen ballen associëren met Atlantis terwijl anderen beweren dat de stenen ballen hulpmiddelen zijn voor navigatie van buitenaardsen. Nog anderen relateren de stenen ballen met Stonehenge of aan de reuzenbeelden van Paaseiland.
Er is door sommige archeologen een verklaring voor dit fenomeen gegeven die uitsluitend bestemd is voor zeer naïeve toehoorders. De reuzenkogels zouden door de inboorlingen net zo lang in rivierbeddingen heen en weer zijn gerold tot ze volledig rondgeslepen waren. De huidige bevolking van Costa Rica bezit geen enkele overlevering die duidelijkheid kan verschaffen over de makers van de bollen.
Iets verder naar het noorden, in het vroegere woongebied van de Olmeken liggen reusachtige koppen waarvan sommige een omvang hebben van 5.5 meter. Deze liggen verspreid in een groot gebied rond La Venta. Tot dusver is niemand erin geslaagd de grootste exemplaren van hun plaats te krijgen, laat staan te vervoeren. De makers van deze koppen hadden kennelijk geen enkel probleem met het gewicht ervan, want men heeft ontdekt dat ze uit een steengroeve komen in de buurt van Tuxla, op honderd kilometer afstand waarbij ook nog een destijds bestaand meer overgestoken moest worden. Niemand weet hoe het transport heeft plaatsgevonden, maar het gebeurde ongetwijfeld met behulp van een techniek die ons volledig vreemd is en die helemaal niet past bij de voorstelling die sommige archeologen hebben van de technische middelen van de ouden. De koppen vertonen gelaatstrekken van een volkomen onbekend ras. De huidige bewoners beschrijven de koppen als voorstellingen van vreemde "krijgers "uit de wereldruimte.
Er is door sommige archeologen een verklaring voor dit fenomeen gegeven die uitsluitend bestemd is voor zeer naïeve toehoorders. De reuzenkogels zouden door de inboorlingen net zo lang in rivierbeddingen heen en weer zijn gerold tot ze volledig rondgeslepen waren. De huidige bevolking van Costa Rica bezit geen enkele overlevering die duidelijkheid kan verschaffen over de makers van de bollen.
Iets verder naar het noorden, in het vroegere woongebied van de Olmeken liggen reusachtige koppen waarvan sommige een omvang hebben van 5.5 meter. Deze liggen verspreid in een groot gebied rond La Venta. Tot dusver is niemand erin geslaagd de grootste exemplaren van hun plaats te krijgen, laat staan te vervoeren. De makers van deze koppen hadden kennelijk geen enkel probleem met het gewicht ervan, want men heeft ontdekt dat ze uit een steengroeve komen in de buurt van Tuxla, op honderd kilometer afstand waarbij ook nog een destijds bestaand meer overgestoken moest worden. Niemand weet hoe het transport heeft plaatsgevonden, maar het gebeurde ongetwijfeld met behulp van een techniek die ons volledig vreemd is en die helemaal niet past bij de voorstelling die sommige archeologen hebben van de technische middelen van de ouden. De koppen vertonen gelaatstrekken van een volkomen onbekend ras. De huidige bewoners beschrijven de koppen als voorstellingen van vreemde "krijgers "uit de wereldruimte.
In Bijbels Optiek
In het vroegere woongebied van de Olmeken liggen reusachtige koppen waarvan sommige een omvang hebben van 5.5 meter. Deze liggen verspreid in een groot gebied rond La Venta. Tot dusver is niemand erin geslaagd de grootste exemplaren van hun plaats te krijgen, laat staan te vervoeren. De makers van deze koppen hadden kennelijk geen enkel probleem met het gewicht ervan.
In Acamabaro, een stadje in Mexico, heeft in 1945 de Duitser Waldemar Julsrud een ontdekking gedaan die zeldzaam genoemd mag worden. Hij ontdekte bij opgravingen aan de voet van de Siërra Madre, in totaal 32.000 keramieken beeldjes van een volkomen onbekende stijl. De beeldjes stellen dieren voor waaronder sauriërs, reptielen, kamelen, en menselijke figuren. De sauriërs worden vergezeld door mensen die in een goede verstandhouding met deze dieren lijken te leven. Diverse prehistorici die de zaak onderzochten kwamen tot de conclusie dat de beeldjes van zeer recente datum waren, bedrog dus, opgezet door de Mexicaan Odilon Tinajero en zijn zoons. Een dergelijke opzet te veronderstellen is echter dwaasheid want dan zouden de Tinajero’s een onvoorstelbaar voorstellingsvermogen moeten hebben gehad en een diepgaande kennis van zoölogie en paleontologie, om maar een paar voorbeelden te noemen. Nee, de beeldjes moeten in een tijd zijn gemaakt dat de Sauriërs nog op de aarde leefden. Bovendien bleek uit laboratorium onderzoek, na herhaalde proeven dat ze duizenden jaren oud zijn. De beeldjes van Acamabaro werden hierop authentiek verklaard, maar desondanks zijn de "hogepriesters "van de archeologie doorgegaan met ze in discrediet te brengen.
In Acamabaro, een stadje in Mexico, heeft in 1945 de Duitser Waldemar Julsrud een ontdekking gedaan die zeldzaam genoemd mag worden. Hij ontdekte bij opgravingen aan de voet van de Siërra Madre, in totaal 32.000 keramieken beeldjes van een volkomen onbekende stijl. De beeldjes stellen dieren voor waaronder sauriërs, reptielen, kamelen, en menselijke figuren. De sauriërs worden vergezeld door mensen die in een goede verstandhouding met deze dieren lijken te leven. Diverse prehistorici die de zaak onderzochten kwamen tot de conclusie dat de beeldjes van zeer recente datum waren, bedrog dus, opgezet door de Mexicaan Odilon Tinajero en zijn zoons. Een dergelijke opzet te veronderstellen is echter dwaasheid want dan zouden de Tinajero’s een onvoorstelbaar voorstellingsvermogen moeten hebben gehad en een diepgaande kennis van zoölogie en paleontologie, om maar een paar voorbeelden te noemen. Nee, de beeldjes moeten in een tijd zijn gemaakt dat de Sauriërs nog op de aarde leefden. Bovendien bleek uit laboratorium onderzoek, na herhaalde proeven dat ze duizenden jaren oud zijn. De beeldjes van Acamabaro werden hierop authentiek verklaard, maar desondanks zijn de "hogepriesters "van de archeologie doorgegaan met ze in discrediet te brengen.
In Bijbels Optiek
In Acamabaro, een stadje in Mexico, heeft in 1945 de Duitser Waldemar Julsrud een ontdekking gedaan die zeldzaam genoemd mag worden. Hij ontdekte bij opgravingen aan de voet van de Siërra Madre, in totaal 32.000 keramieken beeldjes van een volkomen onbekende stijl. De beeldjes stellen dieren voor waaronder sauriërs, reptielen, kamelen, en menselijke figuren. De Sauriërs worden vergezeld door mensen die in een goede verstandhouding met deze dieren lijken te leven.
In Teotihuacan, in Mexico, heeft men bij de grote "Zonnetempel" een ongewoon groot aantal menselijke beenderen gevonden die de legendes van de Tolteken en Azteken bevestigen dat er een volk van reuzen in Teotihuacan heeft gewoond. De Tolteken spraken van de "grote makers" als men sprak over de wonderbaarlijke architectuur van Teotihuacan.
In Teotihuacan, in Mexico, heeft men bij de grote "Zonnetempel" een ongewoon groot aantal menselijke beenderen gevonden die de legendes van de Tolteken en Azteken bevestigen dat er een volk van reuzen in Teotihuacan heeft gewoond. De Tolteken spraken van de "grote makers" als men sprak over de wonderbaarlijke architectuur van Teotihuacan.
In Bijbels Optiek
Teotihuacan was een stad in het Dal van Mexico, in de huidige deelstaat Mexico, waar nu slechts ruïnes van overgebleven zijn. De stad heeft van ongeveer 150 vóór Chr. tot 700 na Chr. bestaan en had op haar hoogtepunt zo'n 200.000 inwoners. De naam Teotihuacán werd pas eeuwen later gegeven door de Azteken. In het Nahuatl, de taal van de Azteken, betekent het "plaats waar men god wordt" of eventueel "verzamelplaats der goden". De oorspronkelijke naam - zoals door de toenmalige bewoners er aan gegeven - is niet bekend. De Teotihuacanen hadden mogelijk wel een schrift, maar daar is niets van overgebleven.
Een ander volk in dit deel van de wereld waren de Maya’s. De religie van dit volk werd beheerst door Kukulcan, een blanke god die uit de ‘hemel’ was gekomen om de mensen te onderwijzen in allerlei wetenschappen. Het Mayaboek de "Popol Vuh" vertelt dat deze Kukulcan noch een moeder noch een vader bezat. Geen vrouwen hebben hem gebaard, het was een wonder, dat hij geschapen werd. De geschiedenis van de Maya’s is een aaneenschakeling van wonderbaarlijke technische prestaties en getuigt van een grootsheid die nauwelijks te bevatten is. Het waren meesters in de sterrenkunde, in medische kennis en ze waren onwaarschijnlijk nauwkeurig in kalendarische profetieën. De vraag waar zij deze kennis vandaan hadden wordt beantwoord in een 112 pagina’s tellend boek waarin afbeeldingen voorkomen van reusachtige mensen.
Volgens James Churchward, schrijver van het boek "Het werelddeel Lemuria " stond het rijk van de Maya’s een tijdlang onder bestuur van wezens uit de hemel die men de "Katchina-wezens" noemde.
Een ander volk in dit deel van de wereld waren de Maya’s. De religie van dit volk werd beheerst door Kukulcan, een blanke god die uit de ‘hemel’ was gekomen om de mensen te onderwijzen in allerlei wetenschappen. Het Mayaboek de "Popol Vuh" vertelt dat deze Kukulcan noch een moeder noch een vader bezat. Geen vrouwen hebben hem gebaard, het was een wonder, dat hij geschapen werd. De geschiedenis van de Maya’s is een aaneenschakeling van wonderbaarlijke technische prestaties en getuigt van een grootsheid die nauwelijks te bevatten is. Het waren meesters in de sterrenkunde, in medische kennis en ze waren onwaarschijnlijk nauwkeurig in kalendarische profetieën. De vraag waar zij deze kennis vandaan hadden wordt beantwoord in een 112 pagina’s tellend boek waarin afbeeldingen voorkomen van reusachtige mensen.
Volgens James Churchward, schrijver van het boek "Het werelddeel Lemuria " stond het rijk van de Maya’s een tijdlang onder bestuur van wezens uit de hemel die men de "Katchina-wezens" noemde.
In Bijbels Optiek
Volgens James Churchward, schrijver van het boek "Het werelddeel Lemuria " stond het rijk van de Maya’s een tijdlang onder bestuur van wezens uit de hemel die men de "Katchina-wezens" noemde (zie afbeelding).
Archeologen hebben diep in de noordelijke jungles van Guatemala panelen opgegraven die afbeeldingen bevatten uit Mayamythen zoals monsters, slangen en goden. De panelen werden ontdekt op een locatie in El-Mirador de grootst bekende Maya stad in de wereld waar constant verrassende opgravingen worden gedaan. De stad zelf is opmerkelijk in zoverre dat het complexe wegen, kanalen en indrukwekkende structuren bevat die men in moderne metropolen zou kunnen verwachten.
De eerder genoemde Katchina’s komen ook voor in de overleveringen van de Hopi-indianen die heden ten dage nog leven in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Deze Indianen vertellen dat in de oude wereld wonderbaarlijke machtige mannen, geen echte mensen, maar geestelijke wezens leefden die van de sterren waren gekomen. Zij leerden de mensen vele dingen die van generatie op generatie werden overgedragen. De Hopi’s vertellen het bijzondere verhaal dat deze wezens ook door de lucht konden reizen op wat zij noemen "Patuwvotas". De Katchina’s zouden ook kilometers lange onderaardse tunnels hebben aangelegd op een manier die voor normale mensen totaal onbegrijpelijk was.
Archeologen hebben diep in de noordelijke jungles van Guatemala panelen opgegraven die afbeeldingen bevatten uit Mayamythen zoals monsters, slangen en goden. De panelen werden ontdekt op een locatie in El-Mirador de grootst bekende Maya stad in de wereld waar constant verrassende opgravingen worden gedaan. De stad zelf is opmerkelijk in zoverre dat het complexe wegen, kanalen en indrukwekkende structuren bevat die men in moderne metropolen zou kunnen verwachten.
De eerder genoemde Katchina’s komen ook voor in de overleveringen van de Hopi-indianen die heden ten dage nog leven in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Deze Indianen vertellen dat in de oude wereld wonderbaarlijke machtige mannen, geen echte mensen, maar geestelijke wezens leefden die van de sterren waren gekomen. Zij leerden de mensen vele dingen die van generatie op generatie werden overgedragen. De Hopi’s vertellen het bijzondere verhaal dat deze wezens ook door de lucht konden reizen op wat zij noemen "Patuwvotas". De Katchina’s zouden ook kilometers lange onderaardse tunnels hebben aangelegd op een manier die voor normale mensen totaal onbegrijpelijk was.
In Bijbels Optiek
De Hopi-indianen vertellen het bijzondere verhaal dat er machtige mannen van de sterreen kwamen. Deze wezens konden ook door de lucht reizen op wat zij noemen "Patuwvotas". Deze wezens, de Katchina’s, zouden ook kilometers lange onderaardse tunnels hebben aangelegd op een manier die voor normale mensen totaal onbegrijpelijk was.
Vondsten van oude ruines en skeletten van reuzen en de bestudering van indiaanse legenden, hebben tot de mening bijgedragen dat het zogenaamde geschiedloze continent Noord-Amerika, een zeer boeiend verleden moet hebben gekend. Honderden zonderlinge heuvels in de vorm van kegels en bodemtekeningen die alleen vanuit de lucht gezien kunnen worden, sieren het landschap. Verglaasde ruines en verwoeste steden zijn al evenmin een zeldzame verschijning, want ze komen voor in bijna alle gebieden van de Verenigde Staten waar de woestijnen overheersen.
In de Dodenvallei op de grens van Californië en Nevada zijn overblijfselen te vinden van steden die zijn uitgebrand en verglaasd. De bij deze verwoesting opgetreden hitte moet zo intens zijn geweest dat grote steenblokken zijn gesmolten. Uitsluitend met laserstralen of een kernbomexplosie is een dusdanige hoge hittegraad te bereiken. Het hele gebied tussen de rivieren de Gila en de San Juan is bedekt met ruïnes.
Men kan er de overblijfselen van steden vinden die eens door een formidabele catastrofe van thermonucleaire reacties moeten zijn vernietigd. Geologen beweren dat de woestijngebieden in Amerika nooit door de natuur zo geworden kunnen zijn, omdat ze er te bizar uitzien. Tevens menen zij dat de mysterieuze ruïnes die verspreid liggen van Zuid-Californië tot Colorado sporen vertonen die onmogelijk door een natuurramp veroorzaakt kunnen zijn. Alles lijkt in dit deel van de wereld af te wijken van een normale te verwachten gang van zaken. De wetenschap vindt de vondsten verdacht en moet er eigenlijk niets van hebben ondanks het feit dat de wonderlijke verscheidenheid aan onverklaarbare ontdekkingen te bewijzen valt. Zo zijn er bijvoorbeeld in Pennsylvania, schedels gevonden van gehoornde reuzen. In Minnesota zijn in een grafheuvel skeletten aangetroffen van wezens met een dubbele rij tanden in onder en bovenkaak. Overblijfselen van reuzen zijn overal op aarde gevonden en Noord-Amerika maakt daarop geen uitzondering.
Vondsten van oude ruines en skeletten van reuzen en de bestudering van indiaanse legenden, hebben tot de mening bijgedragen dat het zogenaamde geschiedloze continent Noord-Amerika, een zeer boeiend verleden moet hebben gekend. Honderden zonderlinge heuvels in de vorm van kegels en bodemtekeningen die alleen vanuit de lucht gezien kunnen worden, sieren het landschap. Verglaasde ruines en verwoeste steden zijn al evenmin een zeldzame verschijning, want ze komen voor in bijna alle gebieden van de Verenigde Staten waar de woestijnen overheersen.
In de Dodenvallei op de grens van Californië en Nevada zijn overblijfselen te vinden van steden die zijn uitgebrand en verglaasd. De bij deze verwoesting opgetreden hitte moet zo intens zijn geweest dat grote steenblokken zijn gesmolten. Uitsluitend met laserstralen of een kernbomexplosie is een dusdanige hoge hittegraad te bereiken. Het hele gebied tussen de rivieren de Gila en de San Juan is bedekt met ruïnes.
Men kan er de overblijfselen van steden vinden die eens door een formidabele catastrofe van thermonucleaire reacties moeten zijn vernietigd. Geologen beweren dat de woestijngebieden in Amerika nooit door de natuur zo geworden kunnen zijn, omdat ze er te bizar uitzien. Tevens menen zij dat de mysterieuze ruïnes die verspreid liggen van Zuid-Californië tot Colorado sporen vertonen die onmogelijk door een natuurramp veroorzaakt kunnen zijn. Alles lijkt in dit deel van de wereld af te wijken van een normale te verwachten gang van zaken. De wetenschap vindt de vondsten verdacht en moet er eigenlijk niets van hebben ondanks het feit dat de wonderlijke verscheidenheid aan onverklaarbare ontdekkingen te bewijzen valt. Zo zijn er bijvoorbeeld in Pennsylvania, schedels gevonden van gehoornde reuzen. In Minnesota zijn in een grafheuvel skeletten aangetroffen van wezens met een dubbele rij tanden in onder en bovenkaak. Overblijfselen van reuzen zijn overal op aarde gevonden en Noord-Amerika maakt daarop geen uitzondering.
In Bijbels Optiek
Schedels van Noord-Amerikaanse reuzen.
De Haiden-indianen op de Charlotte-eilanden in Canada vertellen dat er eens in een ver verleden "grote wijze mannen " van de sterren kwamen op grote vurige borden. De Navajo’s vertellen over wezens die uit de hemel kwamen. De Sioux-indianen vertellen dat vele manen in het verleden van hun voorvaderen, een groot wiel uit de hemel neerdaalde. Het straalde als vuur en vanuit de naaf schitterde het als sterren. De winden waaiden angstwekkend toen het machtige wiel op de Medicijnberg neerdaalde. Doodsbang renden de dorpsbewoners weg. Toen ze op een flinke afstand waren en omkeken, steeg het wiel weer op - als een wilde eend uit het struikgewas - er werd nimmer meer gezien.
De Indianen van de Noordwestkust kennen verhalen over enorme vliegende machines die onder water verbleven.
De Tootoosh-indianen bezitten overleveringen over wezens die in machtige ‘Dondervogels’ naar de aarde kwamen.
Canadese Indianen vertellen dat er eens in een ver verleden een geweldige oorlog heeft gewoed tussen ‘hemelwezens’ in Dondervogels. De strijd had zich afgespeeld in een gebied van grote wouden en weiden. Ze vertellen dat er Demonen kwamen en dat deze verschrikkelijke vernielingen aanrichten. Al het leven werd vernietigd en de steden verwoest.
In 1887 ontdekten een viertal goudzoekers in een heuvelachtig terrein bij Spring Valley in Nevada, de overblijfselen van een reusachtig mens. Onderzoek wees uit dat deze reus 3.65 lang moet zijn geweest. Deze vondst en een andere ontdekking van menselijke kiezen die driemaal zo groot waren als de kiezen van een normaal mens, zorgden voor veel deining in de wetenschappelijke wereld. Al deze zaken zouden eigenlijk niet gevonden mogen zijn. Men weet er simpelweg geen raad mee omdat reuzen nou eenmaal niet passen in het sprookje dat evolutietheorie heet. En dat wat de Bijbel over hen vertelt speelt al helemaal geen rol.
In North-Carolina, bij de Tennessee-rivier, ontdekte men de voetafdrukken van een zestenige reus. Deze leefden kennelijk ook in Arizona want hier vonden een groep werklieden in een sarcofaag, die te voorschijn kwam toen ze de fundamenten van een gebouw uitgroeven, een menselijk wezen van drie meter lang met zes tenen aan zijn voeten. (zie ook 2 Samuel 21:20)
Het is raar maar het merendeel van deze vondsten worden door de wetenschappers systematisch genegeerd of ontkend.
De Delaware-indianen kennen een overlevering die vertelt dat het gebied ten oosten van de Mississipi eens bewoond is geweest door een ras van reuzen die in enorme steden en versterkingen woonden.
In Minnesota en op verschillende andere plaatsen zijn beenderen van reuzen aangetroffen met een lengte van 2.50 meter tot maar liefst 3.75 meter. In Nevada zijn vele tientallen roodharige mummies gevonden. De plaatselijke Piute-indianen vertellen verhalen over deze reuzen waarin ze worden beschreven als kannibalen. De begraven doden van de Piute’s werden ‘s nachts door de roodharigen uit hun graven gehaald en opgegeten.
In een grafheuvel in Ohio werd in 1891 het skelet opgegraven van een reus in een koperen wapenuitrusting. Op zijn hoofd droeg hij een koperen helm met eveneens koperen omhulsels rond zijn kaken. Ook de armen waren bekleed met koper evenals zijn borst en buik. Aan weerzijden van het hoofd lag een gewei, dat in koper was verpakt. Zijn mond was gevuld met grote parels en om zijn nek hing een halssnoer van berentanden dat eveneens met parels was ingelegd.
Bij een opgraving in de buurt van Toledo (Ohio) ontdekte men 20 skeletten, die tweemaal zo lang waren als de lengte van een volwassen mens (Chicago Record, 24 oktober 1895).
In een stenen grafheuvel bij Brewersville in Indiana werd in 1879 een skelet opgegraven van een reus met een lengte van 3.20 meter. Het skelet droeg een mica halsketting en bij de voeten stond een primitief beeldje van een mens uit gebakken klei.
In Lovelock, Nevada vonden mijnwerkers in 1931 diverse mummies met een lengte van 2.50 tot 3.10 meter.
Voor de kust van Noord-Amerika, in de buurt van Bimini, deed professor Manson Valentine, een vermaard archeoloog, een sensationele ontdekking. Hij vond een muur onder water van honderden meters lengte, opgetrokken uit blokken steen met een lengte van 5 meter. Later bleek daar een hele stad op de zeebodem te liggen. Ook elders in de wereld heeft men overblijfselen van megalithische steden op de zeebodem gevonden. Deze steden moeten tijdens de zondvloed door het water zijn verzwolgen.
Dat geldt ook voor een in 1995 ontdekte megalithische constructie in zee nabij het eiland Yonaguni, in de buurt van Okinawa, Japan. De ontdekking veroorzaakte een schokgolf in de archeologische wereld. Ook zijn er enorme ronde gaten in muren te zien, waarin palen gezeten moeten hebben. In één van de muren is een hoofd met ogen gekerfd. Ook hier lijken de reuzen van voor de zondvloed aan het werk te zijn geweest.
De Haiden-indianen op de Charlotte-eilanden in Canada vertellen dat er eens in een ver verleden "grote wijze mannen " van de sterren kwamen op grote vurige borden. De Navajo’s vertellen over wezens die uit de hemel kwamen. De Sioux-indianen vertellen dat vele manen in het verleden van hun voorvaderen, een groot wiel uit de hemel neerdaalde. Het straalde als vuur en vanuit de naaf schitterde het als sterren. De winden waaiden angstwekkend toen het machtige wiel op de Medicijnberg neerdaalde. Doodsbang renden de dorpsbewoners weg. Toen ze op een flinke afstand waren en omkeken, steeg het wiel weer op - als een wilde eend uit het struikgewas - er werd nimmer meer gezien.
De Indianen van de Noordwestkust kennen verhalen over enorme vliegende machines die onder water verbleven.
De Tootoosh-indianen bezitten overleveringen over wezens die in machtige ‘Dondervogels’ naar de aarde kwamen.
Canadese Indianen vertellen dat er eens in een ver verleden een geweldige oorlog heeft gewoed tussen ‘hemelwezens’ in Dondervogels. De strijd had zich afgespeeld in een gebied van grote wouden en weiden. Ze vertellen dat er Demonen kwamen en dat deze verschrikkelijke vernielingen aanrichten. Al het leven werd vernietigd en de steden verwoest.
In 1887 ontdekten een viertal goudzoekers in een heuvelachtig terrein bij Spring Valley in Nevada, de overblijfselen van een reusachtig mens. Onderzoek wees uit dat deze reus 3.65 lang moet zijn geweest. Deze vondst en een andere ontdekking van menselijke kiezen die driemaal zo groot waren als de kiezen van een normaal mens, zorgden voor veel deining in de wetenschappelijke wereld. Al deze zaken zouden eigenlijk niet gevonden mogen zijn. Men weet er simpelweg geen raad mee omdat reuzen nou eenmaal niet passen in het sprookje dat evolutietheorie heet. En dat wat de Bijbel over hen vertelt speelt al helemaal geen rol.
In North-Carolina, bij de Tennessee-rivier, ontdekte men de voetafdrukken van een zestenige reus. Deze leefden kennelijk ook in Arizona want hier vonden een groep werklieden in een sarcofaag, die te voorschijn kwam toen ze de fundamenten van een gebouw uitgroeven, een menselijk wezen van drie meter lang met zes tenen aan zijn voeten. (zie ook 2 Samuel 21:20)
Het is raar maar het merendeel van deze vondsten worden door de wetenschappers systematisch genegeerd of ontkend.
De Delaware-indianen kennen een overlevering die vertelt dat het gebied ten oosten van de Mississipi eens bewoond is geweest door een ras van reuzen die in enorme steden en versterkingen woonden.
In Minnesota en op verschillende andere plaatsen zijn beenderen van reuzen aangetroffen met een lengte van 2.50 meter tot maar liefst 3.75 meter. In Nevada zijn vele tientallen roodharige mummies gevonden. De plaatselijke Piute-indianen vertellen verhalen over deze reuzen waarin ze worden beschreven als kannibalen. De begraven doden van de Piute’s werden ‘s nachts door de roodharigen uit hun graven gehaald en opgegeten.
In een grafheuvel in Ohio werd in 1891 het skelet opgegraven van een reus in een koperen wapenuitrusting. Op zijn hoofd droeg hij een koperen helm met eveneens koperen omhulsels rond zijn kaken. Ook de armen waren bekleed met koper evenals zijn borst en buik. Aan weerzijden van het hoofd lag een gewei, dat in koper was verpakt. Zijn mond was gevuld met grote parels en om zijn nek hing een halssnoer van berentanden dat eveneens met parels was ingelegd.
Bij een opgraving in de buurt van Toledo (Ohio) ontdekte men 20 skeletten, die tweemaal zo lang waren als de lengte van een volwassen mens (Chicago Record, 24 oktober 1895).
In een stenen grafheuvel bij Brewersville in Indiana werd in 1879 een skelet opgegraven van een reus met een lengte van 3.20 meter. Het skelet droeg een mica halsketting en bij de voeten stond een primitief beeldje van een mens uit gebakken klei.
In Lovelock, Nevada vonden mijnwerkers in 1931 diverse mummies met een lengte van 2.50 tot 3.10 meter.
Voor de kust van Noord-Amerika, in de buurt van Bimini, deed professor Manson Valentine, een vermaard archeoloog, een sensationele ontdekking. Hij vond een muur onder water van honderden meters lengte, opgetrokken uit blokken steen met een lengte van 5 meter. Later bleek daar een hele stad op de zeebodem te liggen. Ook elders in de wereld heeft men overblijfselen van megalithische steden op de zeebodem gevonden. Deze steden moeten tijdens de zondvloed door het water zijn verzwolgen.
Dat geldt ook voor een in 1995 ontdekte megalithische constructie in zee nabij het eiland Yonaguni, in de buurt van Okinawa, Japan. De ontdekking veroorzaakte een schokgolf in de archeologische wereld. Ook zijn er enorme ronde gaten in muren te zien, waarin palen gezeten moeten hebben. In één van de muren is een hoofd met ogen gekerfd. Ook hier lijken de reuzen van voor de zondvloed aan het werk te zijn geweest.
In Bijbels Optiek
Voor de kust van Noord-Amerika, in de buurt van Bimini, deed professor Manson Valentine, een vermaard archeoloog, een sensationele ontdekking. Hij vond een muur onder water van honderden meters lengte, opgetrokken uit blokken steen met een lengte van 5 meter. Later bleek daar een hele stad op de zeebodem te liggen. Ook elders in de wereld heeft men overblijfselen van megalithische steden op de zeebodem gevonden. Deze steden moeten tijdens de zondvloed door het water zijn verzwolgen.
In Bijbels Optiek
Bimini.
Reuzen in Europa.
Ook in Europa zijn honderden overblijfselen die het verhaal vertellen van hun aanwezigheid in dit deel van de wereld. Van Zweden tot aan het eiland Malta tekenen zich in een grote boog langs de kusten van West Europa talloze raadselachtige cirkels, tempels en menhirs af. Ze staan op heuvels, in heidevelden en op open plaatsen in de bossen.
Stonhenge in Zuid Engeland, Carnac in Frankrijk en de megalitische-constructies op Malta zijn van al deze monumenten wel het meest indrukwekkend. In eerste instantie lijken het allemaal eenvoudige steenblokken maar in werkelijkheid zijn het ingenieuze monumenten waarvan de bouw zeer degelijk moet zijn voorbereid. Behalve de invloed van de mens heeft de tand des tijds er nauwelijks enige invloed op gehad en zijn ze heden ten dage nog even groots als weleer. Een exacte telling is nooit precies gemaakt, maar het moeten er naar schatting zo’n 50.000 zijn.
Ze hebben in 19e eeuw de naam megalieten gekregen van een Engelsman, verkondiger van de even zonderlinge als ongefundeerde theorie dat de bouwsels van relatief recente datum zouden zij. Ontelbare stenen zijn in de loop van de tijd overspoeld door de zee, zoals de Menhirs in de Golf van Morbihan, of verwoest door de mens. Zo ontstond er in het midden van de 19e eeuw in Frankrijk het gerucht dat er goud in de menhirs verborgen was. Massaal rukten de goudzoekers erop uit met houwelen en zware hamers. Maar men vond niets. De overblijfselen van deze slag om het goud liggen overal verspreid.
Andere verwoesters waren de christenen. Zij zagen in de oude monumenten de overblijfselen van duizenden jaren bijgeloof. Ze schreven de steenkolossen toe aan de duivel en stelden het zich tot taak om ze met de grond gelijk te maken. Vele menhirs hebben ook gediend als bouwmateriaal voor huizen en de aanleg van wegen. Als men rekening houdt met alle verloren gegane monumenten dan blijkt de megaliet een behoorlijk deel van tenminste twaalf Europese landen te hebben bestreken.
Het moet, zoals ze daar met duizenden op regelmatige afstanden verspreid langs de kusten van Europa lagen, een fantastisch en uniek schouwspel zijn geweest. Cirkels, menhirs, dolmens, graftomben en tempels wisselen elkaar af in het landschap.
En dan zijn er nog de overvloed aan spiraalvormige versieringen, schuine strepen en andere geometrische motieven, die de monolieten hier en daar sieren zoals op het eiland Gravrinis in de Golf van Morbihan. Hier vlak voor de kust van Bretagne hebben archeologen een grafkamer ontdekt van enorme afmetingen waarin zonder enige twijfel een reus moet hebben gelegen. Steeds heeft men zich verwonderd over de herkomst en de betekenis van de vreemde bouwsels. De vraag wie ze heeft opgericht en met welk doel, leverde evenveel beschouwingen en strijdvragen op als alle andere geheimzinnige vondsten op aarde. Het raadsel wordt nog groter als men denkt aan al het werk dat ermee gepaard ging en het feit dat de megalieten niet zo maar op deze aardbol zijn neergezet maar dat ze beantwoorden aan een bepaald doel.
Reuzen in Europa.
Ook in Europa zijn honderden overblijfselen die het verhaal vertellen van hun aanwezigheid in dit deel van de wereld. Van Zweden tot aan het eiland Malta tekenen zich in een grote boog langs de kusten van West Europa talloze raadselachtige cirkels, tempels en menhirs af. Ze staan op heuvels, in heidevelden en op open plaatsen in de bossen.
Stonhenge in Zuid Engeland, Carnac in Frankrijk en de megalitische-constructies op Malta zijn van al deze monumenten wel het meest indrukwekkend. In eerste instantie lijken het allemaal eenvoudige steenblokken maar in werkelijkheid zijn het ingenieuze monumenten waarvan de bouw zeer degelijk moet zijn voorbereid. Behalve de invloed van de mens heeft de tand des tijds er nauwelijks enige invloed op gehad en zijn ze heden ten dage nog even groots als weleer. Een exacte telling is nooit precies gemaakt, maar het moeten er naar schatting zo’n 50.000 zijn.
Ze hebben in 19e eeuw de naam megalieten gekregen van een Engelsman, verkondiger van de even zonderlinge als ongefundeerde theorie dat de bouwsels van relatief recente datum zouden zij. Ontelbare stenen zijn in de loop van de tijd overspoeld door de zee, zoals de Menhirs in de Golf van Morbihan, of verwoest door de mens. Zo ontstond er in het midden van de 19e eeuw in Frankrijk het gerucht dat er goud in de menhirs verborgen was. Massaal rukten de goudzoekers erop uit met houwelen en zware hamers. Maar men vond niets. De overblijfselen van deze slag om het goud liggen overal verspreid.
Andere verwoesters waren de christenen. Zij zagen in de oude monumenten de overblijfselen van duizenden jaren bijgeloof. Ze schreven de steenkolossen toe aan de duivel en stelden het zich tot taak om ze met de grond gelijk te maken. Vele menhirs hebben ook gediend als bouwmateriaal voor huizen en de aanleg van wegen. Als men rekening houdt met alle verloren gegane monumenten dan blijkt de megaliet een behoorlijk deel van tenminste twaalf Europese landen te hebben bestreken.
Het moet, zoals ze daar met duizenden op regelmatige afstanden verspreid langs de kusten van Europa lagen, een fantastisch en uniek schouwspel zijn geweest. Cirkels, menhirs, dolmens, graftomben en tempels wisselen elkaar af in het landschap.
En dan zijn er nog de overvloed aan spiraalvormige versieringen, schuine strepen en andere geometrische motieven, die de monolieten hier en daar sieren zoals op het eiland Gravrinis in de Golf van Morbihan. Hier vlak voor de kust van Bretagne hebben archeologen een grafkamer ontdekt van enorme afmetingen waarin zonder enige twijfel een reus moet hebben gelegen. Steeds heeft men zich verwonderd over de herkomst en de betekenis van de vreemde bouwsels. De vraag wie ze heeft opgericht en met welk doel, leverde evenveel beschouwingen en strijdvragen op als alle andere geheimzinnige vondsten op aarde. Het raadsel wordt nog groter als men denkt aan al het werk dat ermee gepaard ging en het feit dat de megalieten niet zo maar op deze aardbol zijn neergezet maar dat ze beantwoorden aan een bepaald doel.
In Bijbels Optiek
Op stenen in een reusachtige grafkamer op het eiland Gravinis in de Golf van Morbihan, zijn megalieten met spiraalvormige versieringen, schuine strepen en andere geometrische motieven gevonden, die wijzen op het bestaan van reuzen.
In Bijbels Optiek
Grafkamer in Gravinis Morhiban, die waarschijnlijk door zijn grootte, toebehoord heeft aan een reus.
In de middeleeuwen zag men er het werk in van heksen en reuzen. In rationalistischer tijden werd het de gewoonte om ze aan de druïden toe te schrijven. Daarna toonden serieuze onderzoeken aan dat ze al heel wat eeuwen bestonden voordat de eerste Kelt zijn intrede in Europa deed.
Sommige onderzoekers dachten dat de megalieten kopieën waren van veel fraaiere bouwwerken uit het Midden-Oosten en Griekenland en bracht men ze tevens in verband met de bouwwerken van de Maya. Maar omdat nog geen enkel bewijs deze theorieën heeft kunnen staven is het raadsel onopgelost gebleven.
Steeds opnieuw stuit men op dezelfde vragen. Wie heeft deze monumenten opgericht, wanneer en met welk doel? Stonehenge in Engeland is een van die grote vraagtekens. Oudheidkundige vondsten in de omgeving hiervan hebben de vraag over wie de bouwers zijn geweest er niet eenvoudiger op gemaakt, want ze getuigen ervan dat de vroegste bewoners van deze streek, landbouwers waren die slechts beschikten over de primitiefste gereedschappen en technieken. Toch geloven een aantal geleerden dat deze mensen de kolossale bouwwerken hebben opgericht?!?
Volgens de geschiedkundigen werd Engeland omstreeks 2000 voor Christus bevolkt door een groep mensen uit het Neolithicum die het stenen tijdperk nog maar nauwelijks waren ontgroeid. Ze hadden wat primitieve van beenderen gemaakte gereedschappen en slaagden er waarschijnlijk slechts met de grootste moeite in, in hun levensonderhoud te voorzien. Maar ondanks de uiterst primitieve omstandigheden waarin ze leefden, slaagden zij er volgens de geleerden in zich generaties lang te wijden aan het delven van enorme stenen, waarvan sommige dertig ton zwaar, in de Prescelly bergen in Wales. Vervolgens werden deze enorme steenblokken over een afstand van 350 kilometer naar Salesbury gesleept. Daar werden de stenen op systematische wijze in een cirkel opgesteld, zo nauwkeurig dat ze een mathematisch correcte astronomische computer vormden. En zo ontstonden Stonehenge en de honderden andere megalithische bouwwerken in Engeland.
Stonehenge op zich lijkt een zinloze en onmogelijke taak te zijn geweest. Generaties lang moesten er duizenden werkers worden gevoed, gekleed en gehuisvest . Er moet uiterst getalenteerd personeel voor nodig zijn geweest om het werk te organiseren en toezicht te houden op de uitvoering ervan?!?
In de middeleeuwen zag men er het werk in van heksen en reuzen. In rationalistischer tijden werd het de gewoonte om ze aan de druïden toe te schrijven. Daarna toonden serieuze onderzoeken aan dat ze al heel wat eeuwen bestonden voordat de eerste Kelt zijn intrede in Europa deed.
Sommige onderzoekers dachten dat de megalieten kopieën waren van veel fraaiere bouwwerken uit het Midden-Oosten en Griekenland en bracht men ze tevens in verband met de bouwwerken van de Maya. Maar omdat nog geen enkel bewijs deze theorieën heeft kunnen staven is het raadsel onopgelost gebleven.
Steeds opnieuw stuit men op dezelfde vragen. Wie heeft deze monumenten opgericht, wanneer en met welk doel? Stonehenge in Engeland is een van die grote vraagtekens. Oudheidkundige vondsten in de omgeving hiervan hebben de vraag over wie de bouwers zijn geweest er niet eenvoudiger op gemaakt, want ze getuigen ervan dat de vroegste bewoners van deze streek, landbouwers waren die slechts beschikten over de primitiefste gereedschappen en technieken. Toch geloven een aantal geleerden dat deze mensen de kolossale bouwwerken hebben opgericht?!?
Volgens de geschiedkundigen werd Engeland omstreeks 2000 voor Christus bevolkt door een groep mensen uit het Neolithicum die het stenen tijdperk nog maar nauwelijks waren ontgroeid. Ze hadden wat primitieve van beenderen gemaakte gereedschappen en slaagden er waarschijnlijk slechts met de grootste moeite in, in hun levensonderhoud te voorzien. Maar ondanks de uiterst primitieve omstandigheden waarin ze leefden, slaagden zij er volgens de geleerden in zich generaties lang te wijden aan het delven van enorme stenen, waarvan sommige dertig ton zwaar, in de Prescelly bergen in Wales. Vervolgens werden deze enorme steenblokken over een afstand van 350 kilometer naar Salesbury gesleept. Daar werden de stenen op systematische wijze in een cirkel opgesteld, zo nauwkeurig dat ze een mathematisch correcte astronomische computer vormden. En zo ontstonden Stonehenge en de honderden andere megalithische bouwwerken in Engeland.
Stonehenge op zich lijkt een zinloze en onmogelijke taak te zijn geweest. Generaties lang moesten er duizenden werkers worden gevoed, gekleed en gehuisvest . Er moet uiterst getalenteerd personeel voor nodig zijn geweest om het werk te organiseren en toezicht te houden op de uitvoering ervan?!?
In Bijbels Optiek
Stonehenge kan alleen door een ontwikkeld reuzenvolk gebouwd zijn, omdat het bouwwerk ‘wiskundig juist’ was geconstrueerd.
Architecten moeten het monument met zorg ontworpen hebben voordat het eerste stuk steen uit de bergen werd uitgehouwen. Bovenal vragen de archeologen ons te geloven dat deze oude primitieven beschikten over de motivatie die nodig is om zich aan een dergelijke ontzagwekkende taak te wijden?!?
Ook verwacht men dat wij geloven dat zij de enorme stenen berg op en berg af hebben gesleurd, over rivieren, door wouden en drassige moerassen, op sleden en houten rollers. Toch zijn ze er op de een of andere wijze in geslaagd de stukken steen rechtop te zetten, er stenen bovenop te hijsen en het hele geval zo nauwkeurig te bouwen dat het duizenden jaren zou blijven bestaan. Deze uitleg is totaal absurd!
In zijn boek "Stonehenge Decoded" zet de astronoom Gerald Hawkins deze absurditeiten op een rijtje en geeft als reactie, dat de bouw van Stonehenge tenminste anderhalf miljoen mandagen aan arbeid heeft gekost, als het tenminste waar is wat de geleerden beweren. Hawkins heeft berekend dat er drie eeuwen voor nodig zouden zijn geweest om het monument te bouwen. Dat zijn tien generaties van primitieve mensen die er op de een of andere manier van overtuigd waren dat het de moeite waard was een stapel reusachtige stenen in een cirkel te plaatsen op een Engelse vlakte.
Maar het wordt nog erger want Stonehenge is niet het enige megalithische monument van dit soort. Er bestaan over geheel de Britse eilanden tientallen van deze stenen formaties waarvan velen even mysterieus als Stonehenge. Als men de geleerden wil geloven dan zijn alle Britten in het stenen tijdperk hun hele leven lang in de weer geweest met het bouwen van monumenten over een periode van tenminste duizend jaar?!?
Zo kan het niet gegaan zijn en zo is het ook niet gegaan. Ook hier zijn de reuzen aan het werk geweest en dat wordt bevestigd in de verzen van de oude Angelsaksen waarin naar hun aanwezigheid in Engeland wordt verwezen. Deze reuzen zouden uiteindelijk door gewone mensen overwonnen zijn waarbij twee van hen de strijd overleefden, te weten Gog en Magog. Deze werden als wachters aan de poort van een stad geposteerd.
Evenals de steenconstructies in Engeland vormen ook de Menhirs van Carnac in Bretagne nog steeds een bron van speculaties. Lange colonnes van meer dan 3000 stenen sieren het landschap en geven de indruk een leger te zijn in versteende houding. De lengte van de Bretonse Menhirs varieert van een tot twintig meter. In Kerloas bij Plouarzel staat er een van twaalf meter hoog met een gewicht van 150.000 kilo. De voor zover bekend, grootste “Menhir de Grand Menhir Brise" ligt in vier stukken op de grond, maar eens rees hij twintig meter omhoog en woog 380 ton, zesmaal zo zwaar als de grootste steen bij Stonehenge.
Architecten moeten het monument met zorg ontworpen hebben voordat het eerste stuk steen uit de bergen werd uitgehouwen. Bovenal vragen de archeologen ons te geloven dat deze oude primitieven beschikten over de motivatie die nodig is om zich aan een dergelijke ontzagwekkende taak te wijden?!?
Ook verwacht men dat wij geloven dat zij de enorme stenen berg op en berg af hebben gesleurd, over rivieren, door wouden en drassige moerassen, op sleden en houten rollers. Toch zijn ze er op de een of andere wijze in geslaagd de stukken steen rechtop te zetten, er stenen bovenop te hijsen en het hele geval zo nauwkeurig te bouwen dat het duizenden jaren zou blijven bestaan. Deze uitleg is totaal absurd!
In zijn boek "Stonehenge Decoded" zet de astronoom Gerald Hawkins deze absurditeiten op een rijtje en geeft als reactie, dat de bouw van Stonehenge tenminste anderhalf miljoen mandagen aan arbeid heeft gekost, als het tenminste waar is wat de geleerden beweren. Hawkins heeft berekend dat er drie eeuwen voor nodig zouden zijn geweest om het monument te bouwen. Dat zijn tien generaties van primitieve mensen die er op de een of andere manier van overtuigd waren dat het de moeite waard was een stapel reusachtige stenen in een cirkel te plaatsen op een Engelse vlakte.
Maar het wordt nog erger want Stonehenge is niet het enige megalithische monument van dit soort. Er bestaan over geheel de Britse eilanden tientallen van deze stenen formaties waarvan velen even mysterieus als Stonehenge. Als men de geleerden wil geloven dan zijn alle Britten in het stenen tijdperk hun hele leven lang in de weer geweest met het bouwen van monumenten over een periode van tenminste duizend jaar?!?
Zo kan het niet gegaan zijn en zo is het ook niet gegaan. Ook hier zijn de reuzen aan het werk geweest en dat wordt bevestigd in de verzen van de oude Angelsaksen waarin naar hun aanwezigheid in Engeland wordt verwezen. Deze reuzen zouden uiteindelijk door gewone mensen overwonnen zijn waarbij twee van hen de strijd overleefden, te weten Gog en Magog. Deze werden als wachters aan de poort van een stad geposteerd.
Evenals de steenconstructies in Engeland vormen ook de Menhirs van Carnac in Bretagne nog steeds een bron van speculaties. Lange colonnes van meer dan 3000 stenen sieren het landschap en geven de indruk een leger te zijn in versteende houding. De lengte van de Bretonse Menhirs varieert van een tot twintig meter. In Kerloas bij Plouarzel staat er een van twaalf meter hoog met een gewicht van 150.000 kilo. De voor zover bekend, grootste “Menhir de Grand Menhir Brise" ligt in vier stukken op de grond, maar eens rees hij twintig meter omhoog en woog 380 ton, zesmaal zo zwaar als de grootste steen bij Stonehenge.
In Bijbels Optiek
De ‘Grand Menhir Brise’.
Bij Kermario staan 1029 Menhirs in tien rijen op een veld van ongeveer 100 meter breed en 1200 honderd meter lang. In de buurt van Menec staan 1169 stenen in rijen van elf gerangschikt, 70 ervan staan uit het gelid en vormen een halve cirkel net zoals de megalithische monumenten van de "Do-ring"in de hooglanden van Tibet.
Bij Kermario staan 1029 Menhirs in tien rijen op een veld van ongeveer 100 meter breed en 1200 honderd meter lang. In de buurt van Menec staan 1169 stenen in rijen van elf gerangschikt, 70 ervan staan uit het gelid en vormen een halve cirkel net zoals de megalithische monumenten van de "Do-ring"in de hooglanden van Tibet.
In Bijbels Optiek
De menhirs van Carnac ‘lijken in colonnes in gelid de diepte van de Atlantische Oceaan’ in te marcheren.
De Menhirs van Bretagne marcheren in hele colonnes in gelid de diepten van de Atlantische Oceaan in.
Soms weten autochtonen wel eens iets te vertellen over de stenen waarnaast ze leven. Ze vertellen een christelijk sprookje waar ze zelf niet echt in geloven. Volgens dit verhaal zou de heilige Cornelius die in het midden van de derde eeuw na Christus leefde, door Romeinse legioensoldaten zijn achtervolgd. Door zijn vervolgers in het nauw gedreven, zou hij Christus om hulp hebben gesmeekt en met Diens welwillende bijstand waren toen de Romeinse soldaten in stenen veranderd. Een andere niet plausibele verklaring is dat het hele gebied van het tegenwoordige Bretagne vroeger heilig land der Druïden was en dat zij de Menhirs hebben opgericht. Maar dat kan niet waar zijn, want de stenen stonden er al vele eeuwen voordat de Druïden ten tonele verschenen. Een aantal onderzoekers hebben de zeer gewaagde uitspraak gedaan dat het plaatsen van de Menhirs wel eens het werk van reuzen geweest zou kunnen zijn in een tijd van voor de zondvloed!!!!!!!!!!
De uit Bosnië afkomstige professor Sam Semir Osmanagich, antropoloog aan de Amerikaanse universiteit in Bosnië-Herzogovina, heeft in 2005 vijf onder heuvels begraven piramides ontdekt waarvan er een groter is dan de piramide van Gizeh in Egypte. Volgens de professor wijzen de ontdekkingen uit dat alles wat op scholen en universiteiten over de geschiedenis van de mensheid wordt geleerd van geen kant klopt. Hij zegt dat er duizenden jaren geleden een hoogstaande beschaving op aarde bestond die op diverse terreinen geavanceerder was dan de onze. Ook zegt hij dat de mens ‘niet het resultaat is van evolutie’ en dat er ‘nooit een missing link’ zal worden gevonden omdat ‘de intelligente mens het product is van genetische technologie’. Volgens Osmanagich tonen de oudste piramides aan dat de bouwers op het gebied van bouwkunde, energie en astronomie verder ontwikkeld waren dan nu.
De Menhirs van Bretagne marcheren in hele colonnes in gelid de diepten van de Atlantische Oceaan in.
Soms weten autochtonen wel eens iets te vertellen over de stenen waarnaast ze leven. Ze vertellen een christelijk sprookje waar ze zelf niet echt in geloven. Volgens dit verhaal zou de heilige Cornelius die in het midden van de derde eeuw na Christus leefde, door Romeinse legioensoldaten zijn achtervolgd. Door zijn vervolgers in het nauw gedreven, zou hij Christus om hulp hebben gesmeekt en met Diens welwillende bijstand waren toen de Romeinse soldaten in stenen veranderd. Een andere niet plausibele verklaring is dat het hele gebied van het tegenwoordige Bretagne vroeger heilig land der Druïden was en dat zij de Menhirs hebben opgericht. Maar dat kan niet waar zijn, want de stenen stonden er al vele eeuwen voordat de Druïden ten tonele verschenen. Een aantal onderzoekers hebben de zeer gewaagde uitspraak gedaan dat het plaatsen van de Menhirs wel eens het werk van reuzen geweest zou kunnen zijn in een tijd van voor de zondvloed!!!!!!!!!!
De uit Bosnië afkomstige professor Sam Semir Osmanagich, antropoloog aan de Amerikaanse universiteit in Bosnië-Herzogovina, heeft in 2005 vijf onder heuvels begraven piramides ontdekt waarvan er een groter is dan de piramide van Gizeh in Egypte. Volgens de professor wijzen de ontdekkingen uit dat alles wat op scholen en universiteiten over de geschiedenis van de mensheid wordt geleerd van geen kant klopt. Hij zegt dat er duizenden jaren geleden een hoogstaande beschaving op aarde bestond die op diverse terreinen geavanceerder was dan de onze. Ook zegt hij dat de mens ‘niet het resultaat is van evolutie’ en dat er ‘nooit een missing link’ zal worden gevonden omdat ‘de intelligente mens het product is van genetische technologie’. Volgens Osmanagich tonen de oudste piramides aan dat de bouwers op het gebied van bouwkunde, energie en astronomie verder ontwikkeld waren dan nu.
In Bijbels Optiek
Volgens de professor Semis Osmanagich wijzen de ontdekkingen uit de oudheid uit, dat alles wat op scholen en universiteiten over de geschiedenis van de mensheid wordt geleerd van geen kant klopt. Hij zegt dat er duizenden jaren geleden een hoogstaande beschaving op aarde bestond die op diverse terreinen geavanceerder was dan de onze. Ook zegt hij dat de mens ‘niet het resultaat is van evolutie’ en dat er ‘nooit een missing link’ zal worden gevonden omdat ‘de intelligente mens het product is van genetische technologie.
Osmanagich deed al tientallen jaren onderzoek naar piramides voordat hij in 2005 in Bosnië de eerste twee piramides op het Europese continent ontdekte. Net als drie jaar later ontdekte piramides zijn deze bedekt met een dikke laag aarde en vegetatie. Zes jaar en 340.000 manuren later was er al meer informatie aan het licht gekomen dan gedurende 200 jaar onderzoek van de piramides in Egypte. De Bosnische ‘Vallei van de Piramiden’ bestaat uit de piramides van de Zon, de Maan, de Draak, Moeder Aarde en Liefde, zoals ze door Osmanagich werden genoemd. De piramide van de Zon is met zijn ruim 220 meter veel hoger dan de Grote Piramide in Egypte (147 meter) en bestaat volledig uit rechthoekige extreem harde betonblokken,van een veel betere kwaliteit dan moderne betonsoorten. Daarnaast is deze piramide zeer nauwkeurig op het kosmische noorden gericht, met slechts een foutmarge van 0 graden, 0 minuten en 12 seconden.
Osmanagich deed al tientallen jaren onderzoek naar piramides voordat hij in 2005 in Bosnië de eerste twee piramides op het Europese continent ontdekte. Net als drie jaar later ontdekte piramides zijn deze bedekt met een dikke laag aarde en vegetatie. Zes jaar en 340.000 manuren later was er al meer informatie aan het licht gekomen dan gedurende 200 jaar onderzoek van de piramides in Egypte. De Bosnische ‘Vallei van de Piramiden’ bestaat uit de piramides van de Zon, de Maan, de Draak, Moeder Aarde en Liefde, zoals ze door Osmanagich werden genoemd. De piramide van de Zon is met zijn ruim 220 meter veel hoger dan de Grote Piramide in Egypte (147 meter) en bestaat volledig uit rechthoekige extreem harde betonblokken,van een veel betere kwaliteit dan moderne betonsoorten. Daarnaast is deze piramide zeer nauwkeurig op het kosmische noorden gericht, met slechts een foutmarge van 0 graden, 0 minuten en 12 seconden.
In Bijbels Optiek
In de ‘Vallei van de Pyramiden’ in Bosnië ligt de ‘Pyramide van de zon’, de grootste van de wereld. Deze bestaat uit een volledig rechthoekig systeem harde betonblokken, van een veel betere kwaliteit dan moderne betonsoorten.
Prehistorische megalithische overblijfselen treft men ook aan op het eiland Malta. Toen de eerste tempel in 1916 werd ontdekt, dachten de mensen dat het door reuzen moest zijn gebouwd. Er zijn enorme stenen gebruikt tot wel acht meter hoog. Daarom noemden ze het Ggantija (Giant Temples). De hedendaagse prehistorici geloven niet dat er reuzen aan werk zijn geweest, maar komen ook niet met een afdoende antwoord wie deze tempels dan wel heeft gebouwd.
Prehistorische megalithische overblijfselen treft men ook aan op het eiland Malta. Toen de eerste tempel in 1916 werd ontdekt, dachten de mensen dat het door reuzen moest zijn gebouwd. Er zijn enorme stenen gebruikt tot wel acht meter hoog. Daarom noemden ze het Ggantija (Giant Temples). De hedendaagse prehistorici geloven niet dat er reuzen aan werk zijn geweest, maar komen ook niet met een afdoende antwoord wie deze tempels dan wel heeft gebouwd.
In Bijbels Optiek
De Ggantija tempels op Malta zijn letterlijk reuze bouwwerken, wat ook de vertaling inhoudt, namelijk reuzentempels.
Het lijdt geen twijfel dat ook hier de reuzen aan het werk zijn geweest. Overblijfselen van machtige tempels en raadselachtige "karrensporen" in de rotsen, openbaren een verleden waar de archeologie nauwelijks enige weet van heeft. Men schat dat de stenen monumenten dateren uit 3600 v. C. Men kan niet meer dan alleen maar gissen naar wat hier werkelijk is gebeurd. Geen legenden, geen overleveringen, niets, alleen maar het verhaal dat de Feniciërs de bouwers zouden zijn geweest, maar deze verschenen pas veel later ten tonele.
Het lijdt geen twijfel dat ook hier de reuzen aan het werk zijn geweest. Overblijfselen van machtige tempels en raadselachtige "karrensporen" in de rotsen, openbaren een verleden waar de archeologie nauwelijks enige weet van heeft. Men schat dat de stenen monumenten dateren uit 3600 v. C. Men kan niet meer dan alleen maar gissen naar wat hier werkelijk is gebeurd. Geen legenden, geen overleveringen, niets, alleen maar het verhaal dat de Feniciërs de bouwers zouden zijn geweest, maar deze verschenen pas veel later ten tonele.
In Bijbels Optiek
Overblijfselen van machtige tempels en raadselachtige "karrensporen" in de rotsen van Malta en het eiland Gozo openbaren een verleden waar de archeologie nauwelijks enige weet van heeft. Men schat dat de stenen monumenten dateren uit 3600 v. C. Men kan niet meer dan alleen maar gissen naar wat hier werkelijk is gebeurd. De sporen gaan door valleien en lopen over bergen, soms liggen er een aantal naast elkaar als een groot ‘rangeeremplacement voor treinen’. In een aantal gevallen lopen de sporen rechtstreeks de diepten van de Middellandse Zee in en weer anderen eindigen abrupt op een steil rif.
karrensporen overgebleven maar het moeten er aanvankelijk veel meer zijn geweest. De sporen gaan door valleien en lopen over bergen, soms liggen er een aantal naast elkaar als een groot rangeeremplacement voor treinen. In een aantal gevallen lopen de sporen rechtstreeks de diepten van de Middellandse-zee in, en weer anderen eindigen abrupt op een steil rif.
Nog niet zolang geleden nam men aan dat de sporen die de zee inlopen enkele meters voor de kust, onder water zouden eindigen en daarom in een periode zouden kunnen zijn ontstaan toen de Middellandse Zee een lagere waterstand had. Maar nee, de sporen lopen ook op grote diepte verder de zee in.
Geen mens weet waarvoor dit bodemlabyrint diende en wie het heeft ontworpen en aangelegd. Vaststaat dat in vroegere tijden op Malta en op de nabij gelegen eilanden iets unieks heeft plaatsgevonden. Wat zijn het voor wezens geweest die hier hun centrum hebben gehad? De bouwers bouwden hun tempels met waarlijk monumentale fantasie. Het zijn geweldige cultusoorden waarvan de fundamenten uit tonnen zware tot zes à acht meter hoge, vrijwel voegloos aaneengeschakelde blokken bestaan.
karrensporen overgebleven maar het moeten er aanvankelijk veel meer zijn geweest. De sporen gaan door valleien en lopen over bergen, soms liggen er een aantal naast elkaar als een groot rangeeremplacement voor treinen. In een aantal gevallen lopen de sporen rechtstreeks de diepten van de Middellandse-zee in, en weer anderen eindigen abrupt op een steil rif.
Nog niet zolang geleden nam men aan dat de sporen die de zee inlopen enkele meters voor de kust, onder water zouden eindigen en daarom in een periode zouden kunnen zijn ontstaan toen de Middellandse Zee een lagere waterstand had. Maar nee, de sporen lopen ook op grote diepte verder de zee in.
Geen mens weet waarvoor dit bodemlabyrint diende en wie het heeft ontworpen en aangelegd. Vaststaat dat in vroegere tijden op Malta en op de nabij gelegen eilanden iets unieks heeft plaatsgevonden. Wat zijn het voor wezens geweest die hier hun centrum hebben gehad? De bouwers bouwden hun tempels met waarlijk monumentale fantasie. Het zijn geweldige cultusoorden waarvan de fundamenten uit tonnen zware tot zes à acht meter hoge, vrijwel voegloos aaneengeschakelde blokken bestaan.
In Bijbels Optiek
In al deze tempels zijn beeldjes gevonden, vervaardigd van klei. Deze beeldjes, die vrouwen voorstellen, lijken op zwangere vrouwen die een zware vrucht te dragen hebben. De lichamen zijn bijzonder opgezwollen als ze zware kinderen moeten baren.
In al deze tempels zijn beeldjes gevonden, vervaardigd van klei. Deze beeldjes, die vrouwen voorstellen, lijken op zwangere vrouwen die een zware vrucht te dragen hebben. De lichamen zijn bijzonder opgezwollen als ze zware kinderen moeten baren. De kuiten zijn niet meer herkenbaar, de zwelling van het lichaam begint al bij de voeten. Vele figuren tonen een gebogen arm die op de borst rust alsof de vrouw haar pijn of angst voor de geboorte wilde uiten. Deze beeldjes lijken een aanwijzing te zijn dat de vrouwen in verwachting zijn van reuzenkinderen, dat ze een meer dan normaal embryo dragen en dat het abnormale gewicht van de vrucht het hele lichaam naar benden trok.
In de "Kebra Negast", een Ethiopisch geschrift staat in hoofdstuk 100 de volgende tekst.
Maar de dochters van Kaïn, aan wie de engelen zich hadden vergrepen werden zwanger, de meesten konden echter niet baren en stierven. Anderen kwamen eruit doordat zij de buik van hun moeder spleten. Bij de navel kwamen zij eruit. Toen zij dan ouder werden en opgroeiden, zie zij werden reuzen.
In al deze tempels zijn beeldjes gevonden, vervaardigd van klei. Deze beeldjes, die vrouwen voorstellen, lijken op zwangere vrouwen die een zware vrucht te dragen hebben. De lichamen zijn bijzonder opgezwollen als ze zware kinderen moeten baren. De kuiten zijn niet meer herkenbaar, de zwelling van het lichaam begint al bij de voeten. Vele figuren tonen een gebogen arm die op de borst rust alsof de vrouw haar pijn of angst voor de geboorte wilde uiten. Deze beeldjes lijken een aanwijzing te zijn dat de vrouwen in verwachting zijn van reuzenkinderen, dat ze een meer dan normaal embryo dragen en dat het abnormale gewicht van de vrucht het hele lichaam naar benden trok.
In de "Kebra Negast", een Ethiopisch geschrift staat in hoofdstuk 100 de volgende tekst.
Maar de dochters van Kaïn, aan wie de engelen zich hadden vergrepen werden zwanger, de meesten konden echter niet baren en stierven. Anderen kwamen eruit doordat zij de buik van hun moeder spleten. Bij de navel kwamen zij eruit. Toen zij dan ouder werden en opgroeiden, zie zij werden reuzen.
In Bijbels Optiek
Het heilige boek van de Ethiopiërs, de Kebra Negast, verhaalt in hoofdstuk 100 dat de engelen zich vergrepen aan de dochters van Kaïn en zij kinderen baarden, die er bij de navel uitkwamen. Vaak stierven zij daarna.
Een aantal schrijvers hebben de overblijfselen op Malta in verband gebracht met het verhaal van Homerus, waarin de zwerftochten van Odyseus, de koning van Ithaca beschreven worden. Door zware stormen naar kaap Melea aan de zuidoostpunt van de Peloponnesus uit de koers geslagen, komt hij met zijn schepen aan op het eiland der Cyclopen, de eenogige reuzen. Sommige onderzoekers menen dat Sicilië het eiland der Cyclopen is geweest terwijl anderen het houden op Malta. Het verhaal vertelt dat een der Cyclopen, de reus Polyphemos, Odysseus met zijn twaalf makkers gevangen zet in een grot, waarvan hij de toegang afsloot met een gigantische steen. Polyphemos zelf kon de grot naar believen in en uit gaan. Hij pakte de steen gewoon op en zette die achteloos opzij, maar voor Odysseus en zijn mannen was er geen beweging in de steen te krijgen. Polyphemos was de eenogige zoon van Poseidon.
Volgens de Griekse mythologie waren de reuzen op het Cyclopen-eiland allen godenzonen. Bestaat er een mythologische relatie met wat eens werkelijkheid is geweest? Als Homerus niet louter verhaaltjes vertelde, maar tenminste de kern van werkelijke gebeurtenissen in zijn Odyssee weergaf, dan kunnen de diepe sporen in de bodem van Malta en de megalithische tempels rechtstreeks iets met de Bijbelse hemelzonen of hun nakomelingen te maken hebben.
De Griekse mythologie verteld over de opstand der Giganten, het oproer van de Aloïden en aan de strijd tussen ‘goden’ en Titanen, de ruige, bovenmenselijke wezens, de godheden die aan de Olympische goden voorafgingen.
Een aantal schrijvers hebben de overblijfselen op Malta in verband gebracht met het verhaal van Homerus, waarin de zwerftochten van Odyseus, de koning van Ithaca beschreven worden. Door zware stormen naar kaap Melea aan de zuidoostpunt van de Peloponnesus uit de koers geslagen, komt hij met zijn schepen aan op het eiland der Cyclopen, de eenogige reuzen. Sommige onderzoekers menen dat Sicilië het eiland der Cyclopen is geweest terwijl anderen het houden op Malta. Het verhaal vertelt dat een der Cyclopen, de reus Polyphemos, Odysseus met zijn twaalf makkers gevangen zet in een grot, waarvan hij de toegang afsloot met een gigantische steen. Polyphemos zelf kon de grot naar believen in en uit gaan. Hij pakte de steen gewoon op en zette die achteloos opzij, maar voor Odysseus en zijn mannen was er geen beweging in de steen te krijgen. Polyphemos was de eenogige zoon van Poseidon.
Volgens de Griekse mythologie waren de reuzen op het Cyclopen-eiland allen godenzonen. Bestaat er een mythologische relatie met wat eens werkelijkheid is geweest? Als Homerus niet louter verhaaltjes vertelde, maar tenminste de kern van werkelijke gebeurtenissen in zijn Odyssee weergaf, dan kunnen de diepe sporen in de bodem van Malta en de megalithische tempels rechtstreeks iets met de Bijbelse hemelzonen of hun nakomelingen te maken hebben.
De Griekse mythologie verteld over de opstand der Giganten, het oproer van de Aloïden en aan de strijd tussen ‘goden’ en Titanen, de ruige, bovenmenselijke wezens, de godheden die aan de Olympische goden voorafgingen.
In Bijbels Optiek
De Griekse oppergod Zeus bezat een schrikwekkend schild waarmee hij donder en bliksem kon produceren. Hij ‘woonde’ net als alle Griekse goden op de Olympus. De god Zeus mag tegenwoordig weer aanbeden worden, net als de goden Athene en Poseidon.
Wat de Griekse mythologie verhaald is de gigantische krachtmeting tussen gevallen engelen en gedegenereerde nazaten. Hemelgod Zeus bezat een schrikwekkend schild waarmee hij donder en bliksem kon produceren.
Op 11 november 2004 verscheen het bericht in de Griekse media dat Griekse archeologen denken bij opgravingen in de stad Thebe het geboortehuis van de Griekse superheld Heracles te hebben ontdekt. De wetenschappers omschrijven de vondst als ‘sensationeel’. De onderzoekers stuitten op fundamenten van een huis uit de Antieke Tijd. Deze plaats gold als geboorteplaats van de helden uit de Griekse mythologie. Heracles is de zoon van oppergod Zeus. Heracles (ook bekend als Hercules) is bekend om de twaalf opdrachten die hij moest uitvoeren. Hij redde het Griekse godenrijk door de Giganten te verslaan.
Inmiddels mogen van een Griekse rechtbank de oude goden Zeus, Athene en Poseidon, na een jarenlange ban, weer officieel worden aanbeden. Dit naar aanleiding van een jarenlange juridische strijd door een Griekse groepering die deze goden uit de Griekse mythologie vereren. Het hoofd van de Griekse priesters noemde deze aanhangers van het oude geloof, ‘een handjevol erbarmelijke reanimisten van een gedegenereerd oud geloof, die willen terugkeren naar de monsterlijke, duistere waanvoorstellingen uit het verleden’.
In 1950 heeft men bij opgravingen in Zuidoost Turkije in de Eufraatvallei, een menselijk dijbeen gevonden van maar liefst 1.20 meter. Op basis hiervan zou de eigenaar van dit been tussen de 4.30 en 4.85 meter lang geweest moeten zijn en zijn voeten van 50.5 tot 55.8 centimeter. (zie afbeelding)
Wat de Griekse mythologie verhaald is de gigantische krachtmeting tussen gevallen engelen en gedegenereerde nazaten. Hemelgod Zeus bezat een schrikwekkend schild waarmee hij donder en bliksem kon produceren.
Op 11 november 2004 verscheen het bericht in de Griekse media dat Griekse archeologen denken bij opgravingen in de stad Thebe het geboortehuis van de Griekse superheld Heracles te hebben ontdekt. De wetenschappers omschrijven de vondst als ‘sensationeel’. De onderzoekers stuitten op fundamenten van een huis uit de Antieke Tijd. Deze plaats gold als geboorteplaats van de helden uit de Griekse mythologie. Heracles is de zoon van oppergod Zeus. Heracles (ook bekend als Hercules) is bekend om de twaalf opdrachten die hij moest uitvoeren. Hij redde het Griekse godenrijk door de Giganten te verslaan.
Inmiddels mogen van een Griekse rechtbank de oude goden Zeus, Athene en Poseidon, na een jarenlange ban, weer officieel worden aanbeden. Dit naar aanleiding van een jarenlange juridische strijd door een Griekse groepering die deze goden uit de Griekse mythologie vereren. Het hoofd van de Griekse priesters noemde deze aanhangers van het oude geloof, ‘een handjevol erbarmelijke reanimisten van een gedegenereerd oud geloof, die willen terugkeren naar de monsterlijke, duistere waanvoorstellingen uit het verleden’.
In 1950 heeft men bij opgravingen in Zuidoost Turkije in de Eufraatvallei, een menselijk dijbeen gevonden van maar liefst 1.20 meter. Op basis hiervan zou de eigenaar van dit been tussen de 4.30 en 4.85 meter lang geweest moeten zijn en zijn voeten van 50.5 tot 55.8 centimeter. (zie afbeelding)
In Bijbels Optiek
Dit dijbeen is te zien in het Mt.Blanco Museum,Crosbyton, Texas, Verenigde Staten. Op de afbeelding Joe Taylor, directeur van het museum.
Megalithische vondsten in de Stille Oceaan.
Zoals gezegd treft men megalithische overblijfselen uit het reuzentijdperk overal op aarde aan. Zelfs op de meest afgelegen eilanden in de Stille Oceaan. Op Paaseiland staan honderden merkwaardige steenkoolossen die de herinnering aan een tijdperk van reuzen levendig maken.
Megalithische vondsten in de Stille Oceaan.
Zoals gezegd treft men megalithische overblijfselen uit het reuzentijdperk overal op aarde aan. Zelfs op de meest afgelegen eilanden in de Stille Oceaan. Op Paaseiland staan honderden merkwaardige steenkoolossen die de herinnering aan een tijdperk van reuzen levendig maken.
In Bijbels Optiek
Reusachtige beelden, die men de Moai noemt, bevolken het eiland. Iedereen staat voor een raadsel. Er zijn zo’n 600 beelden ontdekt waarvan velen een gewicht hebben van rond de twintig ton en vier tot zeven meter hoog zijn. Ontzagwekkende beelden met enorme grote hoofden en lang gerekte oren.
De ontdekker van dit eiland, de Nederlander Jacob Roggeveen,die op zoek was naar het legendarische ‘Zuidland’, stond versteld wat hij in 1722 op het eiland aantrof. Reusachtige beelden, die men de Moai noemt, bevolken het eiland. Iedereen staat voor een raadsel. Er zijn zo’n 600 beelden ontdekt waarvan velen een gewicht hebben van rond de twintig ton en vier tot zeven meter hoog zijn. Ontzagwekkende beelden met enorme grote hoofden en lang gerekte oren. De meeste beelden werden op de hellingen van de vulkaan "Rano Raraku" gemaakt.
De ontdekker van dit eiland, de Nederlander Jacob Roggeveen,die op zoek was naar het legendarische ‘Zuidland’, stond versteld wat hij in 1722 op het eiland aantrof. Reusachtige beelden, die men de Moai noemt, bevolken het eiland. Iedereen staat voor een raadsel. Er zijn zo’n 600 beelden ontdekt waarvan velen een gewicht hebben van rond de twintig ton en vier tot zeven meter hoog zijn. Ontzagwekkende beelden met enorme grote hoofden en lang gerekte oren. De meeste beelden werden op de hellingen van de vulkaan "Rano Raraku" gemaakt.
In Bijbels Optiek
De meeste beelden werden op de hellingen van de vulkaan "Rano Raraku" gemaakt.
Een werkplaats waarin reuzen met een zeer hoge technische kennis aan het werk zijn geweest. Een werkplaats die men - zo lijkt het - hals over kop heeft verlaten met achterlating van beelden in alle stadia van bewerking. De wetenschappers hebben weinig twijfels meer over wie de makers van deze reusachtige beelden zijn geweest?!? Dat waren mensen van Polynesische afkomst die omstreeks 800 na Christus het Paaseiland koloniseerden. Volgens de gevestigde orde waren de beeldhouwers omstreeks 1470 nog volop met hamer en beitel in de weer.
De waarheid is dat men de kolossale brokstukken lava, waaruit de beelden zijn gemaakt, nooit heeft kunnen blootleggen met behulp van kleine primitieve vuistbijlen. De makers moeten gereedschap hebben gehad wat technisch volmaakt was.
Vele onderzoekers, waaronder Thor Heijerdahl, hebben een poging gedaan te bewijzen dat de beelden met vuistbijlen uit de lava zijn gehakt, tevergeefs, het leverde niet veel meer op dan honderden kapotte bijlen. Niemand kan uitleggen hoe ze gemaakt zijn, niemand kan uitleggen wat ze voorstellen of waarvoor ze dienden. Sommige van de zeven meter hoge beelden dragen hoeden met een omvang van 7.60 meter en een hoogte van 2.18 meter. Onvoorstelbare perfect uitgesneden steenkoolossen lijken de vulkaan te bewaken terwijl andere in grote aantallen aan de kust zijn neergezet met hun blik turend over zee. Ook zijn er beelden die het hele eiland lijken te bewaken omdat ze met de rug naar de zee zijn gekeerd. Ooit zal de mensheid weten wat hier precies is gebeurd want eens zal God alle geheimen van de aarde openbaren.
Een werkplaats waarin reuzen met een zeer hoge technische kennis aan het werk zijn geweest. Een werkplaats die men - zo lijkt het - hals over kop heeft verlaten met achterlating van beelden in alle stadia van bewerking. De wetenschappers hebben weinig twijfels meer over wie de makers van deze reusachtige beelden zijn geweest?!? Dat waren mensen van Polynesische afkomst die omstreeks 800 na Christus het Paaseiland koloniseerden. Volgens de gevestigde orde waren de beeldhouwers omstreeks 1470 nog volop met hamer en beitel in de weer.
De waarheid is dat men de kolossale brokstukken lava, waaruit de beelden zijn gemaakt, nooit heeft kunnen blootleggen met behulp van kleine primitieve vuistbijlen. De makers moeten gereedschap hebben gehad wat technisch volmaakt was.
Vele onderzoekers, waaronder Thor Heijerdahl, hebben een poging gedaan te bewijzen dat de beelden met vuistbijlen uit de lava zijn gehakt, tevergeefs, het leverde niet veel meer op dan honderden kapotte bijlen. Niemand kan uitleggen hoe ze gemaakt zijn, niemand kan uitleggen wat ze voorstellen of waarvoor ze dienden. Sommige van de zeven meter hoge beelden dragen hoeden met een omvang van 7.60 meter en een hoogte van 2.18 meter. Onvoorstelbare perfect uitgesneden steenkoolossen lijken de vulkaan te bewaken terwijl andere in grote aantallen aan de kust zijn neergezet met hun blik turend over zee. Ook zijn er beelden die het hele eiland lijken te bewaken omdat ze met de rug naar de zee zijn gekeerd. Ooit zal de mensheid weten wat hier precies is gebeurd want eens zal God alle geheimen van de aarde openbaren.
In Bijbels Optiek
Niemand kan uitleggen hoe ze gemaakt zijn, niemand kan uitleggen wat ze voorstellen of waarvoor ze dienden. Sommige van de zeven meter hoge beelden dragen hoeden met een omvang van ± 7.60 meter en een hoogte van 2.18 meter. Onvoorstelbare perfect uitgesneden steenkoolossen lijken de vulkaan te bewaken terwijl andere in grote aantallen aan de kust zijn neergezet met hun blik turend over zee.
Tijdens zijn reis om de wereld in 1520 kwam Ferdinand Magelhan in Patagonië (Zuid-Amerika) oog in oog te staan met een figuur van extreme lengte. De scheepsschrijver Pigafetta, behorende tot de staf van Magelhan, schreef: “Deze man was zo groot dat onze hoofden nauwelijks tot zijn middel reikten en zijn sten klonk als die van een stier”. Sir Francis Drake bezocht in 1578 dezelfde plaats en ook uit zijn scheepsverslagen blijkt dat hij mensen had gezien langer dan 2.30 meter. Anthony Knyvet, die in 1578 deelnam aan een expeditie naar de Straat van Magelhan, schreef dat hij Pategoniërs had gezien die langer waren dan 4 meter. Een Oudhollands scheepsverslag uit 1615 van de schoener Willen Schouten verhaalt van twee bemanningsleden die een aantal lichamen hadden gevonden met een lengte van 3.5 tot 4 meter.
Over de hele lengte en breedte van de Stille Oceaan liggen eilanden waarop megalithische bouwwerken te vinden zijn. Zowel op eilanden in Polynesië als in Micronesië staan grote stenen tempels,cyclopische muren, monolieten en standbeelden.
Een van de meest indrukwekkende ruines is te vinden op het eilandje Temuen wat ligt in een gordel van kleine eilandjes en koraalriffen rondom Ponape in Micronesië. Op Temuen liggen de geweldige ruines van Nan Madol. Deze ruines bestaan al sinds oeroude tijden en beslaan nagenoeg het hele eiland. Hoewel de bouwwerken nooit formeel zijn gedateerd, geloven sommige onderzoekers dat ze moeten stammen uit de tijd van voor de zondvloed, omdat een deel van de muren tot in de zee doorlopen. De overblijfselen bestaan uit grote aantallen tonnen zware, drie tot negen meter lange blokken basalt die op elkaar gestapeld liggen.
Tijdens zijn reis om de wereld in 1520 kwam Ferdinand Magelhan in Patagonië (Zuid-Amerika) oog in oog te staan met een figuur van extreme lengte. De scheepsschrijver Pigafetta, behorende tot de staf van Magelhan, schreef: “Deze man was zo groot dat onze hoofden nauwelijks tot zijn middel reikten en zijn sten klonk als die van een stier”. Sir Francis Drake bezocht in 1578 dezelfde plaats en ook uit zijn scheepsverslagen blijkt dat hij mensen had gezien langer dan 2.30 meter. Anthony Knyvet, die in 1578 deelnam aan een expeditie naar de Straat van Magelhan, schreef dat hij Pategoniërs had gezien die langer waren dan 4 meter. Een Oudhollands scheepsverslag uit 1615 van de schoener Willen Schouten verhaalt van twee bemanningsleden die een aantal lichamen hadden gevonden met een lengte van 3.5 tot 4 meter.
Over de hele lengte en breedte van de Stille Oceaan liggen eilanden waarop megalithische bouwwerken te vinden zijn. Zowel op eilanden in Polynesië als in Micronesië staan grote stenen tempels,cyclopische muren, monolieten en standbeelden.
Een van de meest indrukwekkende ruines is te vinden op het eilandje Temuen wat ligt in een gordel van kleine eilandjes en koraalriffen rondom Ponape in Micronesië. Op Temuen liggen de geweldige ruines van Nan Madol. Deze ruines bestaan al sinds oeroude tijden en beslaan nagenoeg het hele eiland. Hoewel de bouwwerken nooit formeel zijn gedateerd, geloven sommige onderzoekers dat ze moeten stammen uit de tijd van voor de zondvloed, omdat een deel van de muren tot in de zee doorlopen. De overblijfselen bestaan uit grote aantallen tonnen zware, drie tot negen meter lange blokken basalt die op elkaar gestapeld liggen.
In Bijbels Optiek
De ruïnes van Nan Madol bestaan uit grote aantallen tonnen zware, drie tot negen meter lange blokken basalt die op elkaar gestapeld liggen. De eilandbewoners vertellen dat de blokken met een soort vlotten zijn aangevoerd. De bouwers (reuzen) van Nan Madol beheersten de fabelachtige kunst om de grootste en zwaarste voorwerpen over grote afstanden ook door de lucht naar hun plaats te brengen. In dit geval moet de levitatie techniek zijn toegepast ( het opheffen van de zwaartekracht).
De eilandbewoners vertellen dat de blokken met vlotten zijn aangevoerd. Het is duidelijk dat deze opvatting zeker niet uit legenden is voortgekomen maar eerder uit een gebrekkig voorstellingsvermogen. Een geleerde die ook niet precies wist wat hij ermee aan moest, beweerde dat de bazaltblokken - waarvan sommige tien ton wegen - hangend onder een kano naar het eiland zijn vervoerd. Er zijn naar schatting 400.000 van deze blokken gebruikt voor de bouw van een hoofdgebouw en meer dan tachtig bijgebouwen. Het kanoverhaal kan derhalve - mede gezien de enorme hoeveelheid blokken - als volslagen waanzinnig worden aangemerkt.
Ook in dit geval moet er een techniek zijn toegepast, die ons volledig boven de pet gaat. Polynesische overleveringen vertellen dat de grote stenen door de lucht naar hun plaats werden gebracht. De bouwers van Nan Madol beheersten de fabelachtige kunst om de grootste en zwaarste voorwerpen over grote afstanden door de lucht naar hun plaats te brengen. Ook in dit geval moet de levitatie techniek zijn toegepast ( het opheffen van de zwaartekracht).
De eilandbewoners vertellen dat de blokken met vlotten zijn aangevoerd. Het is duidelijk dat deze opvatting zeker niet uit legenden is voortgekomen maar eerder uit een gebrekkig voorstellingsvermogen. Een geleerde die ook niet precies wist wat hij ermee aan moest, beweerde dat de bazaltblokken - waarvan sommige tien ton wegen - hangend onder een kano naar het eiland zijn vervoerd. Er zijn naar schatting 400.000 van deze blokken gebruikt voor de bouw van een hoofdgebouw en meer dan tachtig bijgebouwen. Het kanoverhaal kan derhalve - mede gezien de enorme hoeveelheid blokken - als volslagen waanzinnig worden aangemerkt.
Ook in dit geval moet er een techniek zijn toegepast, die ons volledig boven de pet gaat. Polynesische overleveringen vertellen dat de grote stenen door de lucht naar hun plaats werden gebracht. De bouwers van Nan Madol beheersten de fabelachtige kunst om de grootste en zwaarste voorwerpen over grote afstanden door de lucht naar hun plaats te brengen. Ook in dit geval moet de levitatie techniek zijn toegepast ( het opheffen van de zwaartekracht).
In Bijbels Optiek
Volgens de locale ‘mythe’ groeiden de ruïnes van Nanmador vanzelf toen de stenen ‘uit zichzelf aan kwamen vliegen’ gepaard gaand met het geluid van een fluit (levitatie).
Aan de zuidoostelijke kust van het eiland Ponape liggen ruines van een enorme stad. Sommige stenen blokken in deze ruines wegen vijftien ton en zijn niet van het eiland zelf afkomstig. Op het kleine eiland Malden in de eilandketen Line, ongeveer 5000 kilometer verwijderd van Ponape, staan de ruines van veertig stenen tempels waarvan de architectuur gelijk is aan die van Ponape. Wegen van basaltblokken lopen rechtstreeks de oceaan in.
Op Rarotonga, in de Cook eilandengroep, rijst een oude weg van basaltblokken uit de oceaan op. Talloze andere moeilijk bereikbare eilanden door de Stille Oceaan verspreid, wemelen van geheimzinnige ruines, kanalen en wegen die in geen geval door de huidige bewoners zijn aangelegd. Ze lijken alle onderling verband te houden.
Op Tonga Tabu, een koraal atol ten zuiden van Samoa, is geen snipper natuursteen te vinden, toch staat er een stenen boog van vijf meter hoog waarvan het totale gewicht wordt geschat op 95 ton. Men moet 400 kilometer verderop om natuursteen te vinden.
Aan de zuidoostelijke kust van het eiland Ponape liggen ruines van een enorme stad. Sommige stenen blokken in deze ruines wegen vijftien ton en zijn niet van het eiland zelf afkomstig. Op het kleine eiland Malden in de eilandketen Line, ongeveer 5000 kilometer verwijderd van Ponape, staan de ruines van veertig stenen tempels waarvan de architectuur gelijk is aan die van Ponape. Wegen van basaltblokken lopen rechtstreeks de oceaan in.
Op Rarotonga, in de Cook eilandengroep, rijst een oude weg van basaltblokken uit de oceaan op. Talloze andere moeilijk bereikbare eilanden door de Stille Oceaan verspreid, wemelen van geheimzinnige ruines, kanalen en wegen die in geen geval door de huidige bewoners zijn aangelegd. Ze lijken alle onderling verband te houden.
Op Tonga Tabu, een koraal atol ten zuiden van Samoa, is geen snipper natuursteen te vinden, toch staat er een stenen boog van vijf meter hoog waarvan het totale gewicht wordt geschat op 95 ton. Men moet 400 kilometer verderop om natuursteen te vinden.
In Bijbels Optiek
Op Tonga Tabu, een koraal atol ten zuiden van Samoa, is geen snipper natuursteen te vinden, toch staat er een stenen boog van vijf meter hoog waarvan het totale gewicht wordt geschat op 95 ton. Men moet 400 kilometer verderop om natuursteen te vinden.
Piramiden verheffen zich op de Swallow en Kingsmill-eilanden, op Hawaï en de Markiezen, in Australië en op de vele eilandjes rond Tahiti. Helaas heeft de moderne wetenschap die veel positiefs in het onderzoek naar de oorsprong van de megalithische bouwwerken in de wereld had kunnen bijdragen, zich ingegraven en zich gewijd aan de taak om Darwins evolutietheorie te bewijzen.
Australië.
Oude legenden van de Australische Aborigines, spreken van "zonnegoden"die uit de hemel kwamen. Zij beweren dat hun voorvaderen hun beschaving te danken hadden aan hemelse wezens die zij Baiame, Daramulun en Benjil noemden. Over het algemeen gebruiken zij voor deze wezens de verzamelnaam "De Wondjina". In het woestijngebied van westelijk Australië zijn afbeeldingen van deze wezens in de rotsen gekerfd. De tekeningen stellen in lange mantels geklede reuzen voor. De onderzoeker George Grey ontdekte in 1838 in een grot in het gebied van Kimberley Ranges, een fresco met de afbeelding van een man van drie meter lang. Het zou hier gaan om een Wondjina.
Piramiden verheffen zich op de Swallow en Kingsmill-eilanden, op Hawaï en de Markiezen, in Australië en op de vele eilandjes rond Tahiti. Helaas heeft de moderne wetenschap die veel positiefs in het onderzoek naar de oorsprong van de megalithische bouwwerken in de wereld had kunnen bijdragen, zich ingegraven en zich gewijd aan de taak om Darwins evolutietheorie te bewijzen.
Australië.
Oude legenden van de Australische Aborigines, spreken van "zonnegoden"die uit de hemel kwamen. Zij beweren dat hun voorvaderen hun beschaving te danken hadden aan hemelse wezens die zij Baiame, Daramulun en Benjil noemden. Over het algemeen gebruiken zij voor deze wezens de verzamelnaam "De Wondjina". In het woestijngebied van westelijk Australië zijn afbeeldingen van deze wezens in de rotsen gekerfd. De tekeningen stellen in lange mantels geklede reuzen voor. De onderzoeker George Grey ontdekte in 1838 in een grot in het gebied van Kimberley Ranges, een fresco met de afbeelding van een man van drie meter lang. Het zou hier gaan om een Wondjina.
In Bijbels Optiek
In het woestijngebied van westelijk Australië zijn afbeeldingen van ‘Wondjina’s, in de rotsen gekerfd. De tekeningen stellen in lange mantels geklede reuzen voor.
De Aboriginals vertellen dat er een barbaars gevecht plaatsvond tussen de ‘goden’ onderling waarbij de ‘zonnegoden’de strijd wonnen door gebruik te maken van hitte.
De Nieuw-Zeelandse Maori’s spreken van goden die zij de " Uenuku "noemen. In 1905 in een beeld van dit wezen ontdekt in het Ngarotomeer nabij Hamilton. Dit beeld met een lengte van 2.63 meter, zou de exacte lengte zijn van de Uenuku. De Maori’s beweren dat een uit de hemel afkomstige god met de naam Zane een geweldige strijd te voeren had tegen een groep opstandelingen die zich niet aan zijn gezag wilden onderwerpen. Er ontbrandde een oorlog in de hemel waarbij Zane zijn tegenstanders met de bliksem sloeg. Tane dwong ze naar een wereld in de duisternis (de aarde) af te dalen om tot in alle eeuwigheden in twijfel te leven.
De Aboriginals vertellen dat er een barbaars gevecht plaatsvond tussen de ‘goden’ onderling waarbij de ‘zonnegoden’de strijd wonnen door gebruik te maken van hitte.
De Nieuw-Zeelandse Maori’s spreken van goden die zij de " Uenuku "noemen. In 1905 in een beeld van dit wezen ontdekt in het Ngarotomeer nabij Hamilton. Dit beeld met een lengte van 2.63 meter, zou de exacte lengte zijn van de Uenuku. De Maori’s beweren dat een uit de hemel afkomstige god met de naam Zane een geweldige strijd te voeren had tegen een groep opstandelingen die zich niet aan zijn gezag wilden onderwerpen. Er ontbrandde een oorlog in de hemel waarbij Zane zijn tegenstanders met de bliksem sloeg. Tane dwong ze naar een wereld in de duisternis (de aarde) af te dalen om tot in alle eeuwigheden in twijfel te leven.
In Bijbels Optiek
De Maori’s beweren dat een uit de hemel afkomstige god met de naam Zane, een geweldige strijd te voeren had tegen een groep opstandelingen die zich niet aan zijn gezag wilden onderwerpen. Er ontbrandde een oorlog in de hemel waarbij Zane zijn tegenstanders met de bliksem sloeg. Tane dwong ze naar een wereld in de duisternis (de aarde) af te dalen om tot in alle eeuwigheden in twijfel te leven.
Azië.
Ook in Azië bestaan indrukwekkende overblijfselen uit lang vervlogen tijden en verhalen die eeuwenlang bewaard zijn gebleven.
In China bestond in oude tijden niet alleen een hoogstaande cultuur, maar ook de techniek en de wetenschap stonden op een bijzonder hoog peil. Dit was te danken aan de invloeden van de "zonen van de hemel" zoals de Chinezen hen noemden. Deze hemelzonen voerden technieken in en introduceerden apparaten waarvan de primitieve aardbewoners versteld stonden. Volgens de verhalen volgden na de schepping van de mens een aantal "halfgoden" elkaar op als leiders van het volk. Dit waren de nakomelingen van de zonen Gods, de geweldigen uit de voortijd.
Deze introduceerden apparaten waar de huidige wetenschap van zou staan te likkebaarden. Zo kende men een soort spiegel, zeg maar een soort röntgenapparaat, dat, als men ervoor ging staan, alle inwendige organen liet zien en ook de ziekten in het lichaam. Ging een patiënt voor de spiegel staan dan zag hij zijn spiegelbeeld binnenste buiten.
En zo zijn er in het oude China ontelbare voorbeelden te vinden van apparaten met een zeer hoog technisch niveau. Net als in Zuid-Amerika bestaan er ook in China kilometers lange gangenstelsels met enorme ondergrondse hallen.
Azië.
Ook in Azië bestaan indrukwekkende overblijfselen uit lang vervlogen tijden en verhalen die eeuwenlang bewaard zijn gebleven.
In China bestond in oude tijden niet alleen een hoogstaande cultuur, maar ook de techniek en de wetenschap stonden op een bijzonder hoog peil. Dit was te danken aan de invloeden van de "zonen van de hemel" zoals de Chinezen hen noemden. Deze hemelzonen voerden technieken in en introduceerden apparaten waarvan de primitieve aardbewoners versteld stonden. Volgens de verhalen volgden na de schepping van de mens een aantal "halfgoden" elkaar op als leiders van het volk. Dit waren de nakomelingen van de zonen Gods, de geweldigen uit de voortijd.
Deze introduceerden apparaten waar de huidige wetenschap van zou staan te likkebaarden. Zo kende men een soort spiegel, zeg maar een soort röntgenapparaat, dat, als men ervoor ging staan, alle inwendige organen liet zien en ook de ziekten in het lichaam. Ging een patiënt voor de spiegel staan dan zag hij zijn spiegelbeeld binnenste buiten.
En zo zijn er in het oude China ontelbare voorbeelden te vinden van apparaten met een zeer hoog technisch niveau. Net als in Zuid-Amerika bestaan er ook in China kilometers lange gangenstelsels met enorme ondergrondse hallen.
In Bijbels Optiek
Net als in Zuid-Amerika bestaan er ook in China kilometers lange gangenstelsels met enorme ondergrondse hallen. Hier een gangenstelsel onder de stad Beijing, een (verlicht) labyrint van tunnels, die ooit in het verre verleden van China zijn aangelegd.
De overleveringen vertellen dat een labyrint van tunnels onder grote delen van Centraal-Azie doorlopen en onvoorstelbare wetenschappelijke geheimen bewaren van de ‘zonen van de zon’. Sommige Chinese overleveringen vertellen sciencefictionachtige verhalen.
De oorlogen van de goden onderling werden gevoerd met verblindende lichtstralen, vuurdraken en vuurbollen, lichtende pijlen en bliksem. De oorlogvoerenden beschermden zich met onzichtbare sluiers en konden voorwerpen waarnemen die nog mijlenver weg waren.
In juli 1961 ontdekte de Chinese archeoloog Tschi-Pen-Lao, in het "Dal der stenen" tijdens opgravingwerkzaamheden, grote delen van een onderaards grottenstelsel. De gangen, waarvan de wanden glad en geglazuurd waren, liepen onder een meer door. De archeoloog trof, ondanks het feit dat de gangen aardedonker waren grote aantallen tekeningen aan op de wanden. Hij trof nergens sporen van roet afkomstig van toortsen of iets dergelijks.
Ook hier helpt de overlevering weer een handje, want deze vertelt dat de makers van de gangen en de hallen, over een bepaalde energiebron beschikten die een groenachtig fluorescerend licht uitstraalde. Het was als het ware een soort kunstmatige zon, die zoveel licht gaf dat men zelfs planten ondergronds kon laten groeien. Ook in de Zuidamerikaanse overleveringen komen verhalen voor dat de bouwers van de gangenstelsels beschikten over een "groen licht".
De Chinezen vertellen dat de onderaardse gangen met behulp van stralen gegraven werden. Overal in China zijn reusachtige ruines te vinden die volgens de overleveringen dateren van voor de "Grote ramp met het water", zoals zij dat noemen.
De overleveringen vertellen dat een labyrint van tunnels onder grote delen van Centraal-Azie doorlopen en onvoorstelbare wetenschappelijke geheimen bewaren van de ‘zonen van de zon’. Sommige Chinese overleveringen vertellen sciencefictionachtige verhalen.
De oorlogen van de goden onderling werden gevoerd met verblindende lichtstralen, vuurdraken en vuurbollen, lichtende pijlen en bliksem. De oorlogvoerenden beschermden zich met onzichtbare sluiers en konden voorwerpen waarnemen die nog mijlenver weg waren.
In juli 1961 ontdekte de Chinese archeoloog Tschi-Pen-Lao, in het "Dal der stenen" tijdens opgravingwerkzaamheden, grote delen van een onderaards grottenstelsel. De gangen, waarvan de wanden glad en geglazuurd waren, liepen onder een meer door. De archeoloog trof, ondanks het feit dat de gangen aardedonker waren grote aantallen tekeningen aan op de wanden. Hij trof nergens sporen van roet afkomstig van toortsen of iets dergelijks.
Ook hier helpt de overlevering weer een handje, want deze vertelt dat de makers van de gangen en de hallen, over een bepaalde energiebron beschikten die een groenachtig fluorescerend licht uitstraalde. Het was als het ware een soort kunstmatige zon, die zoveel licht gaf dat men zelfs planten ondergronds kon laten groeien. Ook in de Zuidamerikaanse overleveringen komen verhalen voor dat de bouwers van de gangenstelsels beschikten over een "groen licht".
De Chinezen vertellen dat de onderaardse gangen met behulp van stralen gegraven werden. Overal in China zijn reusachtige ruines te vinden die volgens de overleveringen dateren van voor de "Grote ramp met het water", zoals zij dat noemen.
In Bijbels Optiek
De Grote Witte Piramide ligt in het Qin Ling Shan-gebergte, zo'n 100 km ten zuidwesten van de stad Xi'an in de provincie Shaanxi in China en vormt onderdeel van de naar schatting 100 piramiden van China, waarvan de meeste zich rond deze stad bevinden. De hoogte van de piramide is nooit officieel vastgesteld. Schattingen variëren van ongeveer 300 meter ("1000 voet") tot 60 meter ("200 voet"). Indien de piramide 300 meter hoog zou zijn, zou deze daarmee de hoogste piramide ter wereld zijn (ongeveer twee keer zo hoog als de piramide van Cheops). De piramide maakt deel uit van een groep van waarschijnlijk ongeveer 90 - 100 piramides.
De bouwers van deze steden behoorden tot een stam van supermensen die woonden in een stad op een eiland in de Gobizee. De huidige Gobiwoestijn was destijds voor een deel overdekt met water. De bewoners konden over grote afstanden met elkaar spreken en waren in staat de zwaartekracht rond hun lichaam op te heffen.
Deze techniek pasten zij ook toe bij het verplaatsen van enorme steenblokken. Net als in Mexico en in Egypte zijn de piramidebouwers ook in China actief geweest. Opmerkelijk is hierbij dat de hoogste tot nu toe gevonden piramide 300 meter hoog is, tweemaal zo hoog als de hoogste piramide van Egypte. Dit bouwwerk dat zich in "verboden gebied" bevindt, werd door een Amerikaanse satelliet ontdekt en werd zodoende in het westen bekend.
De bouwers van deze steden behoorden tot een stam van supermensen die woonden in een stad op een eiland in de Gobizee. De huidige Gobiwoestijn was destijds voor een deel overdekt met water. De bewoners konden over grote afstanden met elkaar spreken en waren in staat de zwaartekracht rond hun lichaam op te heffen.
Deze techniek pasten zij ook toe bij het verplaatsen van enorme steenblokken. Net als in Mexico en in Egypte zijn de piramidebouwers ook in China actief geweest. Opmerkelijk is hierbij dat de hoogste tot nu toe gevonden piramide 300 meter hoog is, tweemaal zo hoog als de hoogste piramide van Egypte. Dit bouwwerk dat zich in "verboden gebied" bevindt, werd door een Amerikaanse satelliet ontdekt en werd zodoende in het westen bekend.
In Bijbels Optiek
Gedurende duizenden jaren verborgen onder water in China’s twee na diepste meer, het Fuxianmeer, is een overblijfsel van een stad van 2,7 vierkante kilometer gevonden. Deze heeft waarschijnlijk te maken met de Qin en Hang dynastie van 2000 jaar geleden.
In Bijbels Optiek
Eveneens zijn in de omgeving onder water ook allerlei oude kunstafbeeldingen gevonden, waaronder een sfinx.
Chinese onderzoekers hebben onder water in het Fuxian-meer in de zuidelijke provincie Yunnan een complex bouwwerken aangetroffen die sterk lijken op de piramides die de Maya’s in Midden en Zuid-Amerika. Het complex beslaat 2.4 vierkante kilometer en telt acht prominente bouwwerken (De Telegraaf 2 januari 2006).
In de Chinese tekst Hwai-Nan-Tze, wordt een idyllisch tijdperk beschreven dat sterk doet denken aan het Bijbelse Hof van Eden.
Toentertijd leefden de mensen en dieren in een paradijs en waren in een sfeer van begrip met elkaar verbonden. Natuurcatastrofes waren onbekend. Het klimaat was aangenaam mild, de planeten geraakten niet uit hun baan en misdaden waren onbekend. Het was een genoegen om op de planeet te leven. Geesten, of wat waren het, daalden naar de aarde af om de mensen hun goddelijke wijsheid te leren.
De inwoners van Yunnan hebben de herinnering aan dit gelukkige tijdperk tot op heden bewaard. Het leven duurde destijds lang, vertellen zij plechtig en zelfs de zwaarste rotsen konden zonder moeite worden opgetild.
Chinese onderzoekers hebben onder water in het Fuxian-meer in de zuidelijke provincie Yunnan een complex bouwwerken aangetroffen die sterk lijken op de piramides die de Maya’s in Midden en Zuid-Amerika. Het complex beslaat 2.4 vierkante kilometer en telt acht prominente bouwwerken (De Telegraaf 2 januari 2006).
In de Chinese tekst Hwai-Nan-Tze, wordt een idyllisch tijdperk beschreven dat sterk doet denken aan het Bijbelse Hof van Eden.
Toentertijd leefden de mensen en dieren in een paradijs en waren in een sfeer van begrip met elkaar verbonden. Natuurcatastrofes waren onbekend. Het klimaat was aangenaam mild, de planeten geraakten niet uit hun baan en misdaden waren onbekend. Het was een genoegen om op de planeet te leven. Geesten, of wat waren het, daalden naar de aarde af om de mensen hun goddelijke wijsheid te leren.
De inwoners van Yunnan hebben de herinnering aan dit gelukkige tijdperk tot op heden bewaard. Het leven duurde destijds lang, vertellen zij plechtig en zelfs de zwaarste rotsen konden zonder moeite worden opgetild.
In Bijbels Optiek
De oude Indiërs aanbaden hemelse wezens die zij de Devas en ook wel de Stralenden noemden. Soms is er ook sprake van De Siddha’s.
De oude Indiërs aanbaden hemelse wezens die zij de Devas en ook wel de Stralenden noemden. Soms is er ook sprake van De Siddha’s. Deze worden de ‘bezitters van kennis’ genoemd of ‘meesters van grote kunde. De Hindoes vertellen dat de ‘’ hemelingen’ zich vanaf de berg Longkapur in de Lohitvallei, over heel India en Tibet hebben verspreid.
Het legendarische "Boek van Dzyan"een heilige Tibetaanse tekst staat vol vermeldingen over de Zonen des Hemels, die op aarde waren gekomen en zich vrouwen hadden genomen.
Zij namen vrouwen die er mooi uitzagen. Vrouwen van de gemoedlozen en de zwakhoofdigen. Ze brachten monsters voort, boosaardige demonen, mannelijke en vrouwelijke. Ze bouwden enorme tempels voor hun menselijke lichaam. Ze bouwden grote steden. Uit de uitgespuwde gloedmassa, uit de witte stenen van de bergen en de zwarte, stelden zij hun eigen beelden samen, ter grootte van hun lichamen. De eerste grote wateren kwamen. Ze verslonden de zeven grote steden. Na de watervloed kwamen nieuwe slangen (demonen) te voorschijn en sloten vrede met de vijfden (normale bevolking van na de zondvloed) en leerden en onderwezen hen.
De Indische teksten Ramayana en de Drona Parva bevatten gedetailleerde beschrijvingen van vliegende wagens die Vimana’s worden genoemd. De vertalers aan de Internationale Academie voor Sanskrietstudie in Myoore in India stelden vast dat er zestien metaalsoorten bij de bouw van de Vimana’s werden gebruikt waarvan er slechts drie bij ons op aarde bekend zijn.
De oude Indiërs aanbaden hemelse wezens die zij de Devas en ook wel de Stralenden noemden. Soms is er ook sprake van De Siddha’s. Deze worden de ‘bezitters van kennis’ genoemd of ‘meesters van grote kunde. De Hindoes vertellen dat de ‘’ hemelingen’ zich vanaf de berg Longkapur in de Lohitvallei, over heel India en Tibet hebben verspreid.
Het legendarische "Boek van Dzyan"een heilige Tibetaanse tekst staat vol vermeldingen over de Zonen des Hemels, die op aarde waren gekomen en zich vrouwen hadden genomen.
Zij namen vrouwen die er mooi uitzagen. Vrouwen van de gemoedlozen en de zwakhoofdigen. Ze brachten monsters voort, boosaardige demonen, mannelijke en vrouwelijke. Ze bouwden enorme tempels voor hun menselijke lichaam. Ze bouwden grote steden. Uit de uitgespuwde gloedmassa, uit de witte stenen van de bergen en de zwarte, stelden zij hun eigen beelden samen, ter grootte van hun lichamen. De eerste grote wateren kwamen. Ze verslonden de zeven grote steden. Na de watervloed kwamen nieuwe slangen (demonen) te voorschijn en sloten vrede met de vijfden (normale bevolking van na de zondvloed) en leerden en onderwezen hen.
De Indische teksten Ramayana en de Drona Parva bevatten gedetailleerde beschrijvingen van vliegende wagens die Vimana’s worden genoemd. De vertalers aan de Internationale Academie voor Sanskrietstudie in Myoore in India stelden vast dat er zestien metaalsoorten bij de bouw van de Vimana’s werden gebruikt waarvan er slechts drie bij ons op aarde bekend zijn.
In Bijbels Optiek
Volgens de overleveringen waren de Vimana’s voorzien van vier sterke kwikzilverreservoirs om het toestel met grote snelheid te laten vliegen. De Samar, een andere Indische tekst, spreekt over goed gevormde gladde metalen machines met een lading kwikzilver, die onder geloei en aan de achterzijde vlammen uitstotend, wegspoot
Volgens de overleveringen waren de Vimana’s voorzien van vier sterke kwikzilverreservoirs om het toestel met grote snelheid te laten vliegen. De Samar, een andere Indische tekst, spreekt over goed gevormde gladde metalen machines met een lading kwikzilver, die onder geloei en aan de achterzijde vlammen uitstotend, wegspoot.
In de Mausola Purva staat dat Cukra vliegend aan boord van een machtige Vimana, een projectiel slingerde op een drievoudige stad. Het projectiel was geladen, zo leek het, met alle kracht uit het heelal. Een lichtgevende kolom van rook en vuur werd na de enorme explosie zichtbaar, zo helder als tienduizend zonnen verhief het zich omhoog in een immense pracht.
In de Sanskrietteksten vindt men ook veel informatie over huwelijken van ‘goden’ met aardbewoners waarbij er kinderen worden verwekt. Afstammelingen van deze gevallen engelen bezaten de kennis van hun vader en beschikten tevens over de wapens van hun goddelijke vader.
In de Ramayana staat dat de woestijnen op aarde zijn ontstaan door verwoesting met een verschrikkelijk wapen dat de goden bezaten. De beschrijving van deze wapens vindt men in het Indiase Epos de Mahabharata, het grote epos van de strijd van de nakomelingen van Bharata. Bharata is één van de Indische godheden uit een pantheon van vele duizenden hogere en lagere afgoden. De beschrijvingen van hun onderlinge gevechten zijn realistisch en indrukwekkend. Het is een klassieke vertelling van een oorlog waarin zowel mensen als ‘goden’ strijd leverden.
Het onbekende wapen is een stralende bliksem, een alles verwoestende bode des doods die allen die behoorden tot de steden Vrisjni en Andhaka tot as liet vergaan. De verbrande lichamen waren onherkenbaar. Bij hen die ontkwamen vielen haren en nagels uit. Vaatwerk brak zonder verdere aanleiding aan stukken en de vogels in het veld werden geheel wit. In korte tijd was al het water en het voedsel vergiftigt. De bliksem zonk ineen en werd tot fijn stof. Het leek alsof alle elementen waren losgebroken. Verzengd door de gloed van het wapen leek het wel of de aarde wankelde in de hitte. Olifanten werden door de gloed verschroeid en holden eerst nog wild heen en weer. Het woeden van het alles verzengende vuur deed de bomen als bij een bosbrand in rijen omvallen. De lijken van de mensen en de dieren waren door de ontzettende hitte verpulverd en de mensen zagen er niet meer als mensen uit. Nadat alles eruit zag als na een enorme brand, viel er plotseling een doodse stilte. Het was een afschuwelijk schouwspel. Nimmer hadden wij zulk een afschuwelijk wapen gezien en nooit eerder hadden wij van zulk een wapen gehoord.
Volgens de overleveringen waren de Vimana’s voorzien van vier sterke kwikzilverreservoirs om het toestel met grote snelheid te laten vliegen. De Samar, een andere Indische tekst, spreekt over goed gevormde gladde metalen machines met een lading kwikzilver, die onder geloei en aan de achterzijde vlammen uitstotend, wegspoot.
In de Mausola Purva staat dat Cukra vliegend aan boord van een machtige Vimana, een projectiel slingerde op een drievoudige stad. Het projectiel was geladen, zo leek het, met alle kracht uit het heelal. Een lichtgevende kolom van rook en vuur werd na de enorme explosie zichtbaar, zo helder als tienduizend zonnen verhief het zich omhoog in een immense pracht.
In de Sanskrietteksten vindt men ook veel informatie over huwelijken van ‘goden’ met aardbewoners waarbij er kinderen worden verwekt. Afstammelingen van deze gevallen engelen bezaten de kennis van hun vader en beschikten tevens over de wapens van hun goddelijke vader.
In de Ramayana staat dat de woestijnen op aarde zijn ontstaan door verwoesting met een verschrikkelijk wapen dat de goden bezaten. De beschrijving van deze wapens vindt men in het Indiase Epos de Mahabharata, het grote epos van de strijd van de nakomelingen van Bharata. Bharata is één van de Indische godheden uit een pantheon van vele duizenden hogere en lagere afgoden. De beschrijvingen van hun onderlinge gevechten zijn realistisch en indrukwekkend. Het is een klassieke vertelling van een oorlog waarin zowel mensen als ‘goden’ strijd leverden.
Het onbekende wapen is een stralende bliksem, een alles verwoestende bode des doods die allen die behoorden tot de steden Vrisjni en Andhaka tot as liet vergaan. De verbrande lichamen waren onherkenbaar. Bij hen die ontkwamen vielen haren en nagels uit. Vaatwerk brak zonder verdere aanleiding aan stukken en de vogels in het veld werden geheel wit. In korte tijd was al het water en het voedsel vergiftigt. De bliksem zonk ineen en werd tot fijn stof. Het leek alsof alle elementen waren losgebroken. Verzengd door de gloed van het wapen leek het wel of de aarde wankelde in de hitte. Olifanten werden door de gloed verschroeid en holden eerst nog wild heen en weer. Het woeden van het alles verzengende vuur deed de bomen als bij een bosbrand in rijen omvallen. De lijken van de mensen en de dieren waren door de ontzettende hitte verpulverd en de mensen zagen er niet meer als mensen uit. Nadat alles eruit zag als na een enorme brand, viel er plotseling een doodse stilte. Het was een afschuwelijk schouwspel. Nimmer hadden wij zulk een afschuwelijk wapen gezien en nooit eerder hadden wij van zulk een wapen gehoord.
In Bijbels Optiek
In het Indiase Epos de Mahabharata vertelt een ooggetuige:”Wij zagen in de hemel wat ons een massale vuurrode wolk toescheen, gelijkend op de woeste vlammen van een fel vuur. Uit deze massa schoten vele brandende projectielen te voorschijn die alle kanten opvlogen en daarbij alles vernietigden. Wolken kolkten en brulden omhoog naar de hemelen en de wereld verzengd door de hitte van dat wapen verkeerde in koorts. Koele winden begonnen nu van alle zijden te waaien en toen ontwaarden wij die getuige waren geweest van het verbijsterende tafereel, alles. Totaal verbrand door de ontstellende kracht van het wapen konden wij de vormen en gestalten van de gevallenen niet eens meer onderscheiden.
Archeoloog en schrijver uit de achttiende eeuw James Churchward, schreef al in 1883 een door hemzelf vertaald verslag uit de Mahabharata. Deze man wist niets van kernwapens en raketten want die waren er in zijn tijd nog niet. Toch staan er ook in zijn verhaal duidelijke aanwijzingen in het gebruik van alles vernietigende wapens.
Wij zagen in de hemel wat ons een massale vuurrode wolk toescheen, gelijkend op de woeste vlammen van een fel vuur. Uit deze massa schoten vele brandende projectielen te voorschijn die alle kanten opvlogen en daarbij alles vernietigden. Wolken kolkten en brulden omhoog naar de hemelen en de wereld verzengd door de hitte van dat wapen verkeerde in koorts. Koele winden begonnen nu van alle zijden te waaien en toen ontwaarden wij die getuige waren geweest van het verbijsterende tafereel, alles. Totaal verbrand door de ontstellende kracht van het wapen konden wij de vormen en gestalten van de gevallenen niet eens meer onderscheiden.
In het boek Drona Parva, een onderdeel van de Mahabharata staat ook een verhaal over Kapilla’s Gloed dat 50.000 mannen op het slagveld, in enkele seconden tot as kon doen vergaan. Het verhaal vertelt verder dat vliegende speren zwaar versterkte steden totaal konden verwoesten. De ‘goden’ in dit verhaal strijden met vreemdsoortige wapens zoals de Narayana. Dit wapen vloog de lucht in en duizenden pijlen kwamen er als sissende slangen uit te voorschijn en vielen aan alle kanten op de tegenstanders neer.
Ook bij de volken van het oude Mesopotamië was de kosmos vol ‘goden’. In vrijwel elk onderdeel van het bestaan ontwaarden zij schier onbegrensde vormen van bovennatuurlijk leven waarbij duivels en demonen een voortdurend gevaar opleverden. De priesters vreesden de ‘buitenaardse goden’ en het ontwaken van de ‘slapende godenzonen’.
In de oude Soemerische geschriften is sprake van hemelse gezanten. Deze droegen namen als "de Hemelsen ", "de Ramani ", "de Hogen "en de aan de Schepper ontrouw geworden "Gabari "de aardgebondenen. Deze hemelingen worden soms ook met de verzamelnaam "Annunaki "aangeduid wat zoveel betekent als ‘zij die van de hemel kwamen’. Vele sterrenkundigen hebben zich afgevraagd waar de Soemeriërs hun fabelachtige kennis van de sterrenhemel vandaan hebben gehaald. Zij kenden de bewegingen van de sterren en de planeten en bepaalden de lengte van de dag tot op 0.2 seconden nauwkeurig .Daartoe is men zelfs tegenwoordig nog nauwelijks in staat.
Archeoloog en schrijver uit de achttiende eeuw James Churchward, schreef al in 1883 een door hemzelf vertaald verslag uit de Mahabharata. Deze man wist niets van kernwapens en raketten want die waren er in zijn tijd nog niet. Toch staan er ook in zijn verhaal duidelijke aanwijzingen in het gebruik van alles vernietigende wapens.
Wij zagen in de hemel wat ons een massale vuurrode wolk toescheen, gelijkend op de woeste vlammen van een fel vuur. Uit deze massa schoten vele brandende projectielen te voorschijn die alle kanten opvlogen en daarbij alles vernietigden. Wolken kolkten en brulden omhoog naar de hemelen en de wereld verzengd door de hitte van dat wapen verkeerde in koorts. Koele winden begonnen nu van alle zijden te waaien en toen ontwaarden wij die getuige waren geweest van het verbijsterende tafereel, alles. Totaal verbrand door de ontstellende kracht van het wapen konden wij de vormen en gestalten van de gevallenen niet eens meer onderscheiden.
In het boek Drona Parva, een onderdeel van de Mahabharata staat ook een verhaal over Kapilla’s Gloed dat 50.000 mannen op het slagveld, in enkele seconden tot as kon doen vergaan. Het verhaal vertelt verder dat vliegende speren zwaar versterkte steden totaal konden verwoesten. De ‘goden’ in dit verhaal strijden met vreemdsoortige wapens zoals de Narayana. Dit wapen vloog de lucht in en duizenden pijlen kwamen er als sissende slangen uit te voorschijn en vielen aan alle kanten op de tegenstanders neer.
Ook bij de volken van het oude Mesopotamië was de kosmos vol ‘goden’. In vrijwel elk onderdeel van het bestaan ontwaarden zij schier onbegrensde vormen van bovennatuurlijk leven waarbij duivels en demonen een voortdurend gevaar opleverden. De priesters vreesden de ‘buitenaardse goden’ en het ontwaken van de ‘slapende godenzonen’.
In de oude Soemerische geschriften is sprake van hemelse gezanten. Deze droegen namen als "de Hemelsen ", "de Ramani ", "de Hogen "en de aan de Schepper ontrouw geworden "Gabari "de aardgebondenen. Deze hemelingen worden soms ook met de verzamelnaam "Annunaki "aangeduid wat zoveel betekent als ‘zij die van de hemel kwamen’. Vele sterrenkundigen hebben zich afgevraagd waar de Soemeriërs hun fabelachtige kennis van de sterrenhemel vandaan hebben gehaald. Zij kenden de bewegingen van de sterren en de planeten en bepaalden de lengte van de dag tot op 0.2 seconden nauwkeurig .Daartoe is men zelfs tegenwoordig nog nauwelijks in staat.
In Bijbels Optiek
Vele sterrenkundigen hebben zich afgevraagd waar de Soemeriers hun fabelachtige kennis van de sterrenhemel vandaan hebben gehaald. Spijkerschrift tabletten van de Soemeriers vertellen dat de goden hen allerlei wijsheid hadden gebracht, waaronder ook kennis van de sterrenhemel. De tabletten ‘vertellen’ ook dat de goden gebruik maakten van robotachtigen, soms aangeduid met draken en allesvernietigende wapens.
Spijkerschrifttabletten van de Soemeriërs vertellen dat de goden hen allerlei wijsheid hadden gebracht, waaronder ook kennis van de sterrenhemel. De tabletten vertellen ook dat de goden gebruik maakten van robotachtigen, soms aangeduid met draken en allesvernietigende wapens. In het Babylonische Gilgamesj Epos staan ervaringen als in de Mahabharata:
‘Het schreeuwde ten hemel, en een antwoord brulde ten aarde, een bliksem lichtte, een vuur vlamde op en bracht dood en verderf. De hel verdween en het vuur ging uit. Alles wat door de bliksem was neergeslagen verging tot as’.
Deze robotten bewaakten de gebieden waar de goden hun woonplaats hadden. In het Gilgamesj-epos wordt zo’n metalen monster beschreven. Zijn naam is "Hoewawa "en hij bewaakte de cederbossen van het Amanusgebergte. Dat is de plaats waar de goden zetelden. Deze Hoewawa was een lichtend monster, noch mens, noch dier, noch god. Hij wist iedere indringer te verslaan, totdat hijzelf overwonnen werd door de krachtmens "Enkidoe ". Op een ander spijkerschrifttablet is het de godin "Inanna "die zich door zulke robots laat vergezellen. In de Griekse mythologie worden zij de Talos genoemd. Dit metalen monster beschoot ongewenste vreemdelingen met vuur en stenen.
Spijkerschrifttabletten van de Soemeriërs vertellen dat de goden hen allerlei wijsheid hadden gebracht, waaronder ook kennis van de sterrenhemel. De tabletten vertellen ook dat de goden gebruik maakten van robotachtigen, soms aangeduid met draken en allesvernietigende wapens. In het Babylonische Gilgamesj Epos staan ervaringen als in de Mahabharata:
‘Het schreeuwde ten hemel, en een antwoord brulde ten aarde, een bliksem lichtte, een vuur vlamde op en bracht dood en verderf. De hel verdween en het vuur ging uit. Alles wat door de bliksem was neergeslagen verging tot as’.
Deze robotten bewaakten de gebieden waar de goden hun woonplaats hadden. In het Gilgamesj-epos wordt zo’n metalen monster beschreven. Zijn naam is "Hoewawa "en hij bewaakte de cederbossen van het Amanusgebergte. Dat is de plaats waar de goden zetelden. Deze Hoewawa was een lichtend monster, noch mens, noch dier, noch god. Hij wist iedere indringer te verslaan, totdat hijzelf overwonnen werd door de krachtmens "Enkidoe ". Op een ander spijkerschrifttablet is het de godin "Inanna "die zich door zulke robots laat vergezellen. In de Griekse mythologie worden zij de Talos genoemd. Dit metalen monster beschoot ongewenste vreemdelingen met vuur en stenen.
In Bijbels Optiek
Talos in een avonturenfilm uit 1963, zoals die in Griekse mythologie naar voren komt: een krachtmens, met weinig hersens en reusachtig groot.
Midden-Oosten en Afrika.
Aan de spoorlijn van Beiroet naar Homs in de Libanon, treft men op 1150 meter hoogte de ruïnes aan van Baälbek. In de eerste en tweede eeuw na Christus liet de Romeinse keizer Augustus op de reeds bestaande Griekse ruïnes, prachtige tempels oprichten, waarvan de restanten nog heden ten dage te bewonderen zijn. Toen de Grieken en de Romeinen op deze plaats hun tempels bouwden en de stad Heliopolis (stad van de Zonnegiod) noemden, bouwden zij op reeds bestaande ruines. Baälbek wordt onder de naam Bali voor het eerst al in 804 v. Chr in Assyrische geschriften vermeld.
Net als Tiahuanacu is het echte Baalbek een technische constructie die ieder begrip te boven gaat. Baalbek is net als vele andere gelijksoortige bouwwerken, niet historisch te dateren, dat wil zeggen, niet te dateren binnen de ons bekende geschiedenis. Op ongeveer een kilometer van de stad, in een steengroeve treft men steenkolossen aan met een lengte van twintig meter, vijf meter hoog en vijf meter breed, met een gewicht van tweeduizend ton. Hier kan men een van deze grootste geslepen stenen ter wereld aanschouwen. Deze steen wordt "Hadjer-el- Gouble " genoemd, oftewel de “Steen van het Zuiden.”
In de stoutste fantasie kan men zich niet voorstellen hoe deze machtige stenen uit de groeve zijn gehakt en naar de plaats van bestemming zijn gebracht. Nergens ter wereld bestaat vandaag iets met een zodanig vermogen dat het een blok van tweeduizend ton zou kunnen tillen.
Midden-Oosten en Afrika.
Aan de spoorlijn van Beiroet naar Homs in de Libanon, treft men op 1150 meter hoogte de ruïnes aan van Baälbek. In de eerste en tweede eeuw na Christus liet de Romeinse keizer Augustus op de reeds bestaande Griekse ruïnes, prachtige tempels oprichten, waarvan de restanten nog heden ten dage te bewonderen zijn. Toen de Grieken en de Romeinen op deze plaats hun tempels bouwden en de stad Heliopolis (stad van de Zonnegiod) noemden, bouwden zij op reeds bestaande ruines. Baälbek wordt onder de naam Bali voor het eerst al in 804 v. Chr in Assyrische geschriften vermeld.
Net als Tiahuanacu is het echte Baalbek een technische constructie die ieder begrip te boven gaat. Baalbek is net als vele andere gelijksoortige bouwwerken, niet historisch te dateren, dat wil zeggen, niet te dateren binnen de ons bekende geschiedenis. Op ongeveer een kilometer van de stad, in een steengroeve treft men steenkolossen aan met een lengte van twintig meter, vijf meter hoog en vijf meter breed, met een gewicht van tweeduizend ton. Hier kan men een van deze grootste geslepen stenen ter wereld aanschouwen. Deze steen wordt "Hadjer-el- Gouble " genoemd, oftewel de “Steen van het Zuiden.”
In de stoutste fantasie kan men zich niet voorstellen hoe deze machtige stenen uit de groeve zijn gehakt en naar de plaats van bestemming zijn gebracht. Nergens ter wereld bestaat vandaag iets met een zodanig vermogen dat het een blok van tweeduizend ton zou kunnen tillen.
In Bijbels Optiek
Hadjer-el-Gouble - de steen van het Zuiden. Arabische schrijvers onthullen dat Baalbek door een ras van reuzen is gebouwd ter ere van Baal en Astarte.
In een graf ten noordoosten van Dzjeddah in Saoedi-Arabie, zouden de stoffelijke resten liggen van een reuzin. Al in de tiende eeuw na Christus werd dit graf door een Arabische historicus ontdekt. In 1928 werd de bovenbouw van het graf op bevel van ene Abdul Aziz vernietigd, omdat het een soort cultusoord voor moslims was geworden. Zij dachten dat de aardmoeder Eva daar begraven lag. Het geraamte met een lengte van ruim drie meter zou nog steeds op dezelfde plaats liggen, maar niemand krijgt van de autoriteiten toestemming het graf nader te onderzoeken.
Ook de oude Egyptische teksten maken gewag van machtige wezens die met barken langs het firmament vlogen. Van de Egyptische god Ptah is bekend dat hij in een glanzende barnstenen hemelwagen verscheen.
Een tekst gewijd aan de zonnegod Ra verteld ,, Gij mengt u tussen sterren en maan. Gij trekt het schip van Aton de hemel binnen en reist onvermoeibaar langs hun baan lopende sterren. Een andere tekst vermeldt: ,, Van hoog uit de hemel kon Heru-Behutet de vijanden van zijn vader zien en hij achtervolgde ze in een grote gevleugelde schijf.
Volgens de meeste archeologen zijn de Egyptische piramiden gebruikt als graftomben voor de farao’s. De grote piramide van Cheops schijnt echter nooit voor dit doel te zijn gebouwd. Tegenwoordig zouden 500.000 vrachtautoladingen van elk vijftien ton nodig zijn voor het vervoer van de 2.300.000 blokken steen. Deze werden uit een groeve gezaagd, geslepen, vervoerd en op de bouwplaats tot op de millimeter nauwkeurig samengevoegd. Ze zijn uitgegraven op kilometers afstand van de bouwplaats en naar men beweert, op vlotten aangevoerd en via houten rollers en hefbomen en andere primitieve constructies op hun plaats gebracht.
Het kan zijn dat de piramides van veel latere datum op deze manier zijn ontstaan, maar dat geldt beslist niet voor de piramide van Cheops. Er zijn vele mankementen aan de moderne theorie. Zo wordt er verteld dat er in totaal zo’n zeshonderd jaar, door honderdduizenden slaven aan de bouw van de grote piramide is gewerkt. Dit gegeven alleen al werpt enorme logistieke problemen op, want er zou een zeer gecompliceerde organisatie voor nodig zijn om al deze mensen dagelijks te voeden en in al hun behoeften te voorzien.
In een graf ten noordoosten van Dzjeddah in Saoedi-Arabie, zouden de stoffelijke resten liggen van een reuzin. Al in de tiende eeuw na Christus werd dit graf door een Arabische historicus ontdekt. In 1928 werd de bovenbouw van het graf op bevel van ene Abdul Aziz vernietigd, omdat het een soort cultusoord voor moslims was geworden. Zij dachten dat de aardmoeder Eva daar begraven lag. Het geraamte met een lengte van ruim drie meter zou nog steeds op dezelfde plaats liggen, maar niemand krijgt van de autoriteiten toestemming het graf nader te onderzoeken.
Ook de oude Egyptische teksten maken gewag van machtige wezens die met barken langs het firmament vlogen. Van de Egyptische god Ptah is bekend dat hij in een glanzende barnstenen hemelwagen verscheen.
Een tekst gewijd aan de zonnegod Ra verteld ,, Gij mengt u tussen sterren en maan. Gij trekt het schip van Aton de hemel binnen en reist onvermoeibaar langs hun baan lopende sterren. Een andere tekst vermeldt: ,, Van hoog uit de hemel kon Heru-Behutet de vijanden van zijn vader zien en hij achtervolgde ze in een grote gevleugelde schijf.
Volgens de meeste archeologen zijn de Egyptische piramiden gebruikt als graftomben voor de farao’s. De grote piramide van Cheops schijnt echter nooit voor dit doel te zijn gebouwd. Tegenwoordig zouden 500.000 vrachtautoladingen van elk vijftien ton nodig zijn voor het vervoer van de 2.300.000 blokken steen. Deze werden uit een groeve gezaagd, geslepen, vervoerd en op de bouwplaats tot op de millimeter nauwkeurig samengevoegd. Ze zijn uitgegraven op kilometers afstand van de bouwplaats en naar men beweert, op vlotten aangevoerd en via houten rollers en hefbomen en andere primitieve constructies op hun plaats gebracht.
Het kan zijn dat de piramides van veel latere datum op deze manier zijn ontstaan, maar dat geldt beslist niet voor de piramide van Cheops. Er zijn vele mankementen aan de moderne theorie. Zo wordt er verteld dat er in totaal zo’n zeshonderd jaar, door honderdduizenden slaven aan de bouw van de grote piramide is gewerkt. Dit gegeven alleen al werpt enorme logistieke problemen op, want er zou een zeer gecompliceerde organisatie voor nodig zijn om al deze mensen dagelijks te voeden en in al hun behoeften te voorzien.
In Bijbels Optiek
Piramide van Cheops met sfinx op last van koning Saurid door een ras van reuzen gebouwd.
Volgens een Koptische overlevering zou de piramide van Cheops (Gizeh) driehonderd jaar voor de zondvloed in opdracht van koning Saurid door een ras van reuzen zijn gebouwd. Hij gaf het bevel aan de priesters er de totaliteit van al hun wijsheid in op te bergen.
Koning Saurid, zoon van Salahoc, regeerde 300 jaar voor de zondvloed over Egypte. Hij droomde op een nacht dat de aarde beefde, alle huizen storten in en de sterren botsten zo aan de hemel, dat hun stukken de zon bedekten. De koning werd met grote angst wakker, haastte zich naar de zonnetempel en consulteerde daar de priesters en de waarzeggers. Akliman, de wijste van allen, zei dat hij ook zo’n droom had gehad en daarom liet de koning een grote piramide bouwen op de hoekige wijze die geschikt was om zelfs de slagen van de sterren te kunnen doorstaan.
Er gaan verhalen dat er grote geheime kamers onder de piramide van Cheops verborgen liggen en dat daarin alle geschriften en kennis van voor de zondvloed opgeslagen ligt. De bouwers kenden de macht van het opheffen van de zwaartekracht. Het laten zweven van voorwerpen was voor hen slechts een simpele handeling. Ook in Arabische geschriften kan men lezen dat de bouwers geheimen bezaten om zonder problemen enorme tempels en piramiden te bouwen.
Dat de piramide van Cheops gebouwd zou zijn door een Egyptische farao, kan als absolute nonsens worden afgedaan. Er staat geen naam in van een farao zoals dat wel bij andere piramides het geval is. Niemand weet wie deze piramide heeft gebouwd. Wel zijn een groot aantal archeologen van mening dat de piramide stamt van vóór de zondvloed. Zij geloven dat de piramide informatie bevat voor de mensheid in de toekomst.
Rotstekeningen op het hoogland van ‘n Ajjer, dat men ook wel Tassili noemt, in het zuiden van Algerije, schijnen ook de herinnering aan de legendarische reuzen te bewaren. Hier is een afbeelding van een vrouw te zien van ruim twee meter naast een mannenfiguur van 3.5 meter Deze figuur wordt door normale schepsels van veel geringer afmetingen aanbeden. Men heeft in het Tassiligebergte op honderden plaatsen beschilderde rotswanden ontdekt waarop reuzen voorkomen in bizarre pakken.
In Agadir in Marokko ontdekte de Franse kapitein Lafanechere een enorm arsenaal wapens voor de jacht waaronder 500 bijlen met een gewicht van 8.5 kg elk en een handgreep alleen geschikt voor reuzenhanden.
Volgens een Koptische overlevering zou de piramide van Cheops (Gizeh) driehonderd jaar voor de zondvloed in opdracht van koning Saurid door een ras van reuzen zijn gebouwd. Hij gaf het bevel aan de priesters er de totaliteit van al hun wijsheid in op te bergen.
Koning Saurid, zoon van Salahoc, regeerde 300 jaar voor de zondvloed over Egypte. Hij droomde op een nacht dat de aarde beefde, alle huizen storten in en de sterren botsten zo aan de hemel, dat hun stukken de zon bedekten. De koning werd met grote angst wakker, haastte zich naar de zonnetempel en consulteerde daar de priesters en de waarzeggers. Akliman, de wijste van allen, zei dat hij ook zo’n droom had gehad en daarom liet de koning een grote piramide bouwen op de hoekige wijze die geschikt was om zelfs de slagen van de sterren te kunnen doorstaan.
Er gaan verhalen dat er grote geheime kamers onder de piramide van Cheops verborgen liggen en dat daarin alle geschriften en kennis van voor de zondvloed opgeslagen ligt. De bouwers kenden de macht van het opheffen van de zwaartekracht. Het laten zweven van voorwerpen was voor hen slechts een simpele handeling. Ook in Arabische geschriften kan men lezen dat de bouwers geheimen bezaten om zonder problemen enorme tempels en piramiden te bouwen.
Dat de piramide van Cheops gebouwd zou zijn door een Egyptische farao, kan als absolute nonsens worden afgedaan. Er staat geen naam in van een farao zoals dat wel bij andere piramides het geval is. Niemand weet wie deze piramide heeft gebouwd. Wel zijn een groot aantal archeologen van mening dat de piramide stamt van vóór de zondvloed. Zij geloven dat de piramide informatie bevat voor de mensheid in de toekomst.
Rotstekeningen op het hoogland van ‘n Ajjer, dat men ook wel Tassili noemt, in het zuiden van Algerije, schijnen ook de herinnering aan de legendarische reuzen te bewaren. Hier is een afbeelding van een vrouw te zien van ruim twee meter naast een mannenfiguur van 3.5 meter Deze figuur wordt door normale schepsels van veel geringer afmetingen aanbeden. Men heeft in het Tassiligebergte op honderden plaatsen beschilderde rotswanden ontdekt waarop reuzen voorkomen in bizarre pakken.
In Agadir in Marokko ontdekte de Franse kapitein Lafanechere een enorm arsenaal wapens voor de jacht waaronder 500 bijlen met een gewicht van 8.5 kg elk en een handgreep alleen geschikt voor reuzenhanden.
In Bijbels Optiek
Afbeelding van reus in astronautenpak in Tassili gebergte Algerije.
In het voormalige Rhodesie heeft men ruïnes ontdekt die ook aan reuzen doen denken. Op een hoog gelegen plateau liggen de “ruines van Zimbabwe”. De bouwwerken zijn opgetrokken uit granieten blokken die zonder mortel in elkaar zijn gevoegd. De grootste ruïne, die de tempel of het “Elliptisch Bouwwerk” wordt genoemd bestaat op sommige plaatsen uit een muur van ruim vier meter dik en negen meter hoog. Men heeft er enkele rotsblokken aangetroffen van vijftien meter hoog. Deze enorme monolieten zijn vergelijkbaar met die in Sacsayhuaman in Peru. Sinds de ontdekking van Zimbabwe heeft er een waas van geheimzinnigheid rond de ruines gehangen.
In het voormalige Rhodesie heeft men ruïnes ontdekt die ook aan reuzen doen denken. Op een hoog gelegen plateau liggen de “ruines van Zimbabwe”. De bouwwerken zijn opgetrokken uit granieten blokken die zonder mortel in elkaar zijn gevoegd. De grootste ruïne, die de tempel of het “Elliptisch Bouwwerk” wordt genoemd bestaat op sommige plaatsen uit een muur van ruim vier meter dik en negen meter hoog. Men heeft er enkele rotsblokken aangetroffen van vijftien meter hoog. Deze enorme monolieten zijn vergelijkbaar met die in Sacsayhuaman in Peru. Sinds de ontdekking van Zimbabwe heeft er een waas van geheimzinnigheid rond de ruines gehangen.
In Bijbels Optiek
In het voormalige Rhodesie heeft men ruines ontdekt die ook aan reuzen doen denken. Op een hoog gelegen plateau liggen de zgn. ‘ruines van Zimbabwe’. De bouwwerken zijn opgetrokken uit granieten blokken die zonder mortel in elkaar zijn gevoegd. De grootste ruïne, die de tempel of het ‘Elliptisch Bouwwerk’ wordt genoemd, bestaat op sommige plaatsen uit een muur van ruim vier meter dik en negen meter hoog.
Gissingen naar de oorsprong van de reusachtige stenen muren en dakloze gebouwen leverden een enorme verscheidenheid aan denkbeelden op. Zo zouden het de overblijfselen zijn van de duizendjarige hoofdstad van het land Ofir, het land waar de schepen van Hiram en Salomo het goud haalden voor de tempel in Jeruzalem. Het grootste deel van de geleerden wijzen iedere suggestie van de hand dat er reuzen in het spel kunnen zijn geweest. Zij doen alle verhalen die over de reuzen de ronde doen, af met de opmerking dat het slechts mythen zijn,voortgekomen uit breinen van mensen met een te sterke fantasie.
Maar de waarheid is dat geen enkele mythe uit het niets is ontstaan. Op onze wereld bestaat niets sprookjesachtigs. De ‘goden’ schoten raketten af en lieten uit onbekende vliegende objecten op kernbommen gelijkende wapens vallen. Wat de oude kroniekschrijvers bericht hebben kwam niet uit een macabere fantasie voort zoals velen geloven. Wat ze overgeleverd hebben was ooit werkelijkheid. Geesten hebben geen wapens en de ‘goden’ waren wezens van vlees en bloed. Alles wat wonderlijk lijkt valt te verklaren als men bereid is de overleveringen van de oude volken te zien vanuit het Bijbels perspectief. Het verschijnen van allerlei bijzondere wezens op aarde in oude tijden had rechtstreeks te maken met de gevallen engelen. In het boek van Henoch staat dat deze engelen, vele gestalten konden aannemen waarmee ze de mens misleiden. De mensen wisten niet dat het demonen waren en vereerden hen als goden. Alle zogenaamde goden en goddelijke helden die overal op aarde in de overleveringen van de oude volken voorkomen zijn gevallen engelen en hun nakomelingen.
Gissingen naar de oorsprong van de reusachtige stenen muren en dakloze gebouwen leverden een enorme verscheidenheid aan denkbeelden op. Zo zouden het de overblijfselen zijn van de duizendjarige hoofdstad van het land Ofir, het land waar de schepen van Hiram en Salomo het goud haalden voor de tempel in Jeruzalem. Het grootste deel van de geleerden wijzen iedere suggestie van de hand dat er reuzen in het spel kunnen zijn geweest. Zij doen alle verhalen die over de reuzen de ronde doen, af met de opmerking dat het slechts mythen zijn,voortgekomen uit breinen van mensen met een te sterke fantasie.
Maar de waarheid is dat geen enkele mythe uit het niets is ontstaan. Op onze wereld bestaat niets sprookjesachtigs. De ‘goden’ schoten raketten af en lieten uit onbekende vliegende objecten op kernbommen gelijkende wapens vallen. Wat de oude kroniekschrijvers bericht hebben kwam niet uit een macabere fantasie voort zoals velen geloven. Wat ze overgeleverd hebben was ooit werkelijkheid. Geesten hebben geen wapens en de ‘goden’ waren wezens van vlees en bloed. Alles wat wonderlijk lijkt valt te verklaren als men bereid is de overleveringen van de oude volken te zien vanuit het Bijbels perspectief. Het verschijnen van allerlei bijzondere wezens op aarde in oude tijden had rechtstreeks te maken met de gevallen engelen. In het boek van Henoch staat dat deze engelen, vele gestalten konden aannemen waarmee ze de mens misleiden. De mensen wisten niet dat het demonen waren en vereerden hen als goden. Alle zogenaamde goden en goddelijke helden die overal op aarde in de overleveringen van de oude volken voorkomen zijn gevallen engelen en hun nakomelingen.
In Bijbels Optiek
Het grootste deel van de geleerden wijzen iedere suggestie van de hand dat er reuzen in het spel kunnen zijn geweest. Zij doen alle verhalen die over de reuzen de ronde doen, af met de opmerking dat het slechts mythen zijn, voortgekomen uit breinen van mensen met een te sterke fantasie. Maar de waarheid is dat geen enkele mythe uit het niets is ontstaan. Zo heeft het sprookje van Klein Duimpje en de Reus als Ellert en Brammert wel degelijk een historische basis, maar voor onze kinderen hebben wij ze geromantiseerd, en dat laten we maar zo totdat ze de leeftijd van onderscheid hebben bereikt.
Zij vertegenwoordigden de macht van de duisternis, zowel voor als na de zondvloed. Zij belichaamden de demonische machten van deze wereld, vandaag terug te vinden in het satanisme, in de demonologie, in de zwarte magie, in de ufologie en in allerlei andere soortgelijke cultussen en sekten die kwaadaardigheid, wanorde, vernietiging en wreedheid propageren.
Vanuit de Bijbel en oude apocriefe geschriften is duidelijk op te maken dat de reuzen (Nephilim) op een gegeven moment in de eindtijd opnieuw op aarde zullen verschijnen en door de antichrist zullen worden ingezet om de hele mensheid te onderwerpen.
Talloze Amerikaanse soldaten in Irak hebben verteld dat zij vele containers vol met archeologisch materiaal hebben gevuld, waar ook tabletten bij zouden hebben gezeten met daarop de locaties van diep onder de grond gelegen grotten waarin Nephilim begraven zouden zijn, mogelijk zelfs in 'stasis', een toestand van schijndood.
Ook in het eeuwenoude apocriefe boek Jubileeën - een hervertelling van Genesis en deels Exodus - wordt de terugkeer van de Nephilim in de eindtijd voorzegd en dat dit pal vóór het oordeel over satan zal plaatsvinden.
Nog is de "boze "niet verslagen. Met list, bedrog en mooie woorden probeert hij de mens tot zonde te verleiden. Maar met de komst van Jezus heeft God de mens de mogelijkheid gegeven, de lijn van de vloek te verlaten die sinds de zondeval op hen rust. Iedereen die de naam van Jezus aanroept zal gered worden en voor eeuwig met Hem leven.
En de "boze ", de oude slang? Die zal gegrepen worden en voor duizend jaar in de afgrond verdwijnen. Tenslotte zal hij dag en nacht gepijnigd worden in de poel van vuur en zwavel, samen met het beest en de valse profeet die binnen afzienbare tijd hun rol op de aarde zullen gaan vervullen.
Overige bronnen:
- Peter Kolosimo, De onbekende planeet/ Aarde zonder tijd/ Schaduwen op de sterren. Uitgeverij Hollandia Baarn.
- Zarkon, Kosmonauten op de Sinaï. Uitgeverij Gradivus B.V. ’s Gravenhage.
- Adolf Schneider, Besucher aus dem All. Herman Bauer KG, Freiburg.
- Erich von Däniken, Die steinzeit war ganz anders. C.Bertelsman Verlag GmbH, Múnchen 1991.
- Erich von Däniken, De terugkeer van de goden/Zijn wij godenkinderen? Uitgeverij Luitingh-Sijthoff.
- Uitgeverij Lekturama.Onverklaarbaar verdwenen landen en culturen/ Raadselachtige vondsten uit het verleden.
- A.Thom Megalithic Sites in Britain Oxford 1967.
- Uwe Topper Das erbe der Giganten, Olten 1977. F. Weidenbach Apes, Giants and Man, Chicago 1946.
- Denis Saurat, Atlantis und die Herrschaft der Riezen,Stuttgart 1945.
- Hans Bellamy, Schindler - Tiahuanacology and the Gate of the Sun Ancient Skies nummer 4 1981.
- Gerald Hwakins, Stonehenge Decoded, New York 1965.
- Peter Krassa, Met vurige wagens, Meulenhoff, Baarn.
- John A.Keel Onze belaagde planeet, Uitgeverij J.H.Gottmer, Haarlem 1973.
- Robert - K.G.Temple Het mysterie Sirius, Uitgeverij J.H.Gottmer,Haarlem 1978.
- Robert Graves, The Greek Myths, Penquin Books, Londen 1962. Grote Spectrum Encyclopedie deel 8 Griekenland (oudheid). Het boek van Henoch.
- Robin Collyns Ruimtekolonie Aarde, Loeb&van der Velden, Amsterdam.
- Robert Charroux Mysteriën van e Andes/Meesters der Wereld, Ankh Hermes b.v. Deventer. - Richard .E. Mooney Goden van Licht en Duisternis, Meulenhoff ,Baarn.
- Francis Hitching, De Megalieten Bouwers, Amsterdam boek 1978.
- C.N. Dougherty, Valley of Giants, The latest Discoveries in Paleontology, Cleburne, Texas 1971.
- Erich von Däniken, Profeet van het verleden, Van Holkema & Warendorf, Bussem.
- Denis Saurat, Atlantis und die Herrschaft des Riesen, Sturrgart 1955.
- Kebra Negest, Die Heiligkeit der Könige.
- Harold Osborne, South American Mythologie, Londen 1967.
- M.Stingl Indianer ohne Tomahawks, Leipzig 1977.
- Vincent Scully, The Earth, The Temple and the Gods, brocure Yale Universiteit Press, 1962. - James Wellard, Lost Worlds of Africa, Hutchenson, Londen 1967. - http://www.stevequayle.com/Giants/articles/why.giants.html The New Nation, Bangladesh’s Independent News Source,
- Giant human skeleton found in Saoedi Arabia, door Saalim Alvi, 22 april 2004.
Zij vertegenwoordigden de macht van de duisternis, zowel voor als na de zondvloed. Zij belichaamden de demonische machten van deze wereld, vandaag terug te vinden in het satanisme, in de demonologie, in de zwarte magie, in de ufologie en in allerlei andere soortgelijke cultussen en sekten die kwaadaardigheid, wanorde, vernietiging en wreedheid propageren.
Vanuit de Bijbel en oude apocriefe geschriften is duidelijk op te maken dat de reuzen (Nephilim) op een gegeven moment in de eindtijd opnieuw op aarde zullen verschijnen en door de antichrist zullen worden ingezet om de hele mensheid te onderwerpen.
Talloze Amerikaanse soldaten in Irak hebben verteld dat zij vele containers vol met archeologisch materiaal hebben gevuld, waar ook tabletten bij zouden hebben gezeten met daarop de locaties van diep onder de grond gelegen grotten waarin Nephilim begraven zouden zijn, mogelijk zelfs in 'stasis', een toestand van schijndood.
Ook in het eeuwenoude apocriefe boek Jubileeën - een hervertelling van Genesis en deels Exodus - wordt de terugkeer van de Nephilim in de eindtijd voorzegd en dat dit pal vóór het oordeel over satan zal plaatsvinden.
Nog is de "boze "niet verslagen. Met list, bedrog en mooie woorden probeert hij de mens tot zonde te verleiden. Maar met de komst van Jezus heeft God de mens de mogelijkheid gegeven, de lijn van de vloek te verlaten die sinds de zondeval op hen rust. Iedereen die de naam van Jezus aanroept zal gered worden en voor eeuwig met Hem leven.
En de "boze ", de oude slang? Die zal gegrepen worden en voor duizend jaar in de afgrond verdwijnen. Tenslotte zal hij dag en nacht gepijnigd worden in de poel van vuur en zwavel, samen met het beest en de valse profeet die binnen afzienbare tijd hun rol op de aarde zullen gaan vervullen.
Overige bronnen:
- Peter Kolosimo, De onbekende planeet/ Aarde zonder tijd/ Schaduwen op de sterren. Uitgeverij Hollandia Baarn.
- Zarkon, Kosmonauten op de Sinaï. Uitgeverij Gradivus B.V. ’s Gravenhage.
- Adolf Schneider, Besucher aus dem All. Herman Bauer KG, Freiburg.
- Erich von Däniken, Die steinzeit war ganz anders. C.Bertelsman Verlag GmbH, Múnchen 1991.
- Erich von Däniken, De terugkeer van de goden/Zijn wij godenkinderen? Uitgeverij Luitingh-Sijthoff.
- Uitgeverij Lekturama.Onverklaarbaar verdwenen landen en culturen/ Raadselachtige vondsten uit het verleden.
- A.Thom Megalithic Sites in Britain Oxford 1967.
- Uwe Topper Das erbe der Giganten, Olten 1977. F. Weidenbach Apes, Giants and Man, Chicago 1946.
- Denis Saurat, Atlantis und die Herrschaft der Riezen,Stuttgart 1945.
- Hans Bellamy, Schindler - Tiahuanacology and the Gate of the Sun Ancient Skies nummer 4 1981.
- Gerald Hwakins, Stonehenge Decoded, New York 1965.
- Peter Krassa, Met vurige wagens, Meulenhoff, Baarn.
- John A.Keel Onze belaagde planeet, Uitgeverij J.H.Gottmer, Haarlem 1973.
- Robert - K.G.Temple Het mysterie Sirius, Uitgeverij J.H.Gottmer,Haarlem 1978.
- Robert Graves, The Greek Myths, Penquin Books, Londen 1962. Grote Spectrum Encyclopedie deel 8 Griekenland (oudheid). Het boek van Henoch.
- Robin Collyns Ruimtekolonie Aarde, Loeb&van der Velden, Amsterdam.
- Robert Charroux Mysteriën van e Andes/Meesters der Wereld, Ankh Hermes b.v. Deventer. - Richard .E. Mooney Goden van Licht en Duisternis, Meulenhoff ,Baarn.
- Francis Hitching, De Megalieten Bouwers, Amsterdam boek 1978.
- C.N. Dougherty, Valley of Giants, The latest Discoveries in Paleontology, Cleburne, Texas 1971.
- Erich von Däniken, Profeet van het verleden, Van Holkema & Warendorf, Bussem.
- Denis Saurat, Atlantis und die Herrschaft des Riesen, Sturrgart 1955.
- Kebra Negest, Die Heiligkeit der Könige.
- Harold Osborne, South American Mythologie, Londen 1967.
- M.Stingl Indianer ohne Tomahawks, Leipzig 1977.
- Vincent Scully, The Earth, The Temple and the Gods, brocure Yale Universiteit Press, 1962. - James Wellard, Lost Worlds of Africa, Hutchenson, Londen 1967. - http://www.stevequayle.com/Giants/articles/why.giants.html The New Nation, Bangladesh’s Independent News Source,
- Giant human skeleton found in Saoedi Arabia, door Saalim Alvi, 22 april 2004.