Bijbels Optiek
De scheppende God, Yahweh Elohim.
Wie is de ware scheppende God?
Wie is de ware scheppende God?
Bijbels Optiek
In den beginnen schiep Hod de hemel en de aarde, de aarde nu was woest en ledig en God zei: ‘Er zij licht en het was licht’.
Genesis 2:4: “Ten tijde, dat de Yahweh Elohim aarde en hemel maakte”.
Bij de overgrote meerderheid van de tekstplaatsen (90 %) waar de titel ‘Elohim’ gebruikt wordt gaat het over de ware scheppende God. Deze Elohim is Yahweh Elohim.
Naast al die verschillende geestelijke machten die we in de Bijbel tegenkomen is Yahweh de macht boven alle machten. We zagen reeds dat Hij de Elohim der ‘elohim’ is. Wanneer we dus geen onderzoek zouden doen naar wie Yahweh is om snel door te gaan met al die buitenaardsen en aliëns, dan zouden we de belangrijkste Persoon, die werkelijk redt uit de macht van al die aliëns, over het hoofd zien.
Belangrijk om zijn Naam te kennen.
De vraag die direct opkomt is: ‘Hoe belangrijk is het om Zijn naam te kennen?’
Het eerste wat we van een persoon kennen is zijn naam. Althans, men stelt zich voor. Als je wat ouder wordt vergeet je iemands naam nog wel eens. Echter wat geeft dat? Dan weet je nog alleen maar zijn of haar naam. Maar God ken je door Zijn naam, omdat Zijn naam iets ontvouwt over Zijn karakter. Door Zijn naam leren we iets kennen van Zijn Persoon. We kunnen nadenken over de vele titels van God, maar wil je Hem echt persoonlijk kennen, dan moet je Zijn eigennaam kennen.
De naam Yahweh bestaat eigenlijk uit slechts vier letters, namelijk de medeklinkers: YHWH. De oude rabbijnen zagen in deze vier letters de voortdurende tegenwoordigheid en de altijddurende onveranderlijkheid van Gods genade en liefde.
Genesis 2:4: “Ten tijde, dat de Yahweh Elohim aarde en hemel maakte”.
Bij de overgrote meerderheid van de tekstplaatsen (90 %) waar de titel ‘Elohim’ gebruikt wordt gaat het over de ware scheppende God. Deze Elohim is Yahweh Elohim.
Naast al die verschillende geestelijke machten die we in de Bijbel tegenkomen is Yahweh de macht boven alle machten. We zagen reeds dat Hij de Elohim der ‘elohim’ is. Wanneer we dus geen onderzoek zouden doen naar wie Yahweh is om snel door te gaan met al die buitenaardsen en aliëns, dan zouden we de belangrijkste Persoon, die werkelijk redt uit de macht van al die aliëns, over het hoofd zien.
Belangrijk om zijn Naam te kennen.
De vraag die direct opkomt is: ‘Hoe belangrijk is het om Zijn naam te kennen?’
Het eerste wat we van een persoon kennen is zijn naam. Althans, men stelt zich voor. Als je wat ouder wordt vergeet je iemands naam nog wel eens. Echter wat geeft dat? Dan weet je nog alleen maar zijn of haar naam. Maar God ken je door Zijn naam, omdat Zijn naam iets ontvouwt over Zijn karakter. Door Zijn naam leren we iets kennen van Zijn Persoon. We kunnen nadenken over de vele titels van God, maar wil je Hem echt persoonlijk kennen, dan moet je Zijn eigennaam kennen.
De naam Yahweh bestaat eigenlijk uit slechts vier letters, namelijk de medeklinkers: YHWH. De oude rabbijnen zagen in deze vier letters de voortdurende tegenwoordigheid en de altijddurende onveranderlijkheid van Gods genade en liefde.
Bijbels Optiek
De oude rabbijnen zagen in deze vier letters YHWH de voortdurende tegenwoordigheid en de altijddurende onveranderlijkheid van Gods genade en liefde.
Jarenlang is de foutieve naam ‘Jehovah’ gehanteerd als de naam van God doordat men de klinkers uit de titel ‘adonai’, wat ‘Heer’ of ‘Gebieder’ betekent, er ten onrechte tussen kopieerde. Dit heeft ook het verkeerde beeld van een heerser binnen gebracht.
Die naam is Yahweh.
De naam Yahweh wordt meer dan 6800 keer gebruikt in de Bijbel. Het wordt zo’n drie maal vaker gebruikt dan de titel Elohim, de titel die vertaald betekent: ‘God’. Dat zeggen wij meestal. Wie heeft het nou over Yahweh?
Als je aan Bijbelleraars vraagt wat de meest persoonlijke, meest intieme naam van God is, dan is dat deze naam Yahweh. Dit is de naam, waarmee God zich bekend maakte aan een worstelende dienstknecht, Mozes.
De titel Elohim wijst op God als de Schepper van alles. Met de titel Elohim hebben we alleen nog maar kennis van een algemene titel. Het zegt feitelijk nog niets over het wezen van God.
De naam Yahweh wijst echter op de relatie van deze ene God met de mens, dus ook met jou en mij. Vandaar ook dat de naam Yahweh pas verschijnt als de hele schepping voltooid is en God een relatie aangaat met de mens. Yahweh is kortweg gezegd de openbaring van Elohim. Het is Gods wezen dat aan de mens geopenbaard wordt. De scheppende Elohim is liefde en in Yahweh treedt deze liefde naar buiten.
Een relatie
Gods liefde krijgt handen en voeten in de Persoon Yahweh. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met de mensheid. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met Mozes. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met het volk Israël. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met jou en mij.
In Christus Jezus is Yahweh tot ons mensen afgedaald om ons allen met Zich te verzoenen. Dit is allemaal heel kort gezegd. Vandaar dat deze studie ook een lange studie gaat worden.
Wil je alleen een relatie met de buitenaardse kidnappers, die mensen ontvoeren uitsluitend voor hun eigen voordeel, dan kan je rustig deze studies overslaan. Wil je een relatie met Yahweh, die bevrijding schenkt dan is het nuttig om de Bijbel erbij te pakken. Deze Yahweh wil deze relatie.
Yahweh treedt onze wereld binnen
God is Degene die alles schiep met liefde. Het is Yahweh Die onze wereld binnentreedt om Zijn liefde met ons te delen. Op deze plek willen we dat bezien vanuit het blikveld van het eerste mensenpaar.
Jarenlang is de foutieve naam ‘Jehovah’ gehanteerd als de naam van God doordat men de klinkers uit de titel ‘adonai’, wat ‘Heer’ of ‘Gebieder’ betekent, er ten onrechte tussen kopieerde. Dit heeft ook het verkeerde beeld van een heerser binnen gebracht.
Die naam is Yahweh.
De naam Yahweh wordt meer dan 6800 keer gebruikt in de Bijbel. Het wordt zo’n drie maal vaker gebruikt dan de titel Elohim, de titel die vertaald betekent: ‘God’. Dat zeggen wij meestal. Wie heeft het nou over Yahweh?
Als je aan Bijbelleraars vraagt wat de meest persoonlijke, meest intieme naam van God is, dan is dat deze naam Yahweh. Dit is de naam, waarmee God zich bekend maakte aan een worstelende dienstknecht, Mozes.
De titel Elohim wijst op God als de Schepper van alles. Met de titel Elohim hebben we alleen nog maar kennis van een algemene titel. Het zegt feitelijk nog niets over het wezen van God.
De naam Yahweh wijst echter op de relatie van deze ene God met de mens, dus ook met jou en mij. Vandaar ook dat de naam Yahweh pas verschijnt als de hele schepping voltooid is en God een relatie aangaat met de mens. Yahweh is kortweg gezegd de openbaring van Elohim. Het is Gods wezen dat aan de mens geopenbaard wordt. De scheppende Elohim is liefde en in Yahweh treedt deze liefde naar buiten.
Een relatie
Gods liefde krijgt handen en voeten in de Persoon Yahweh. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met de mensheid. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met Mozes. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met het volk Israël. Als Yahweh gaat Hij een relatie aan met jou en mij.
In Christus Jezus is Yahweh tot ons mensen afgedaald om ons allen met Zich te verzoenen. Dit is allemaal heel kort gezegd. Vandaar dat deze studie ook een lange studie gaat worden.
Wil je alleen een relatie met de buitenaardse kidnappers, die mensen ontvoeren uitsluitend voor hun eigen voordeel, dan kan je rustig deze studies overslaan. Wil je een relatie met Yahweh, die bevrijding schenkt dan is het nuttig om de Bijbel erbij te pakken. Deze Yahweh wil deze relatie.
Yahweh treedt onze wereld binnen
God is Degene die alles schiep met liefde. Het is Yahweh Die onze wereld binnentreedt om Zijn liefde met ons te delen. Op deze plek willen we dat bezien vanuit het blikveld van het eerste mensenpaar.
Bijbels Optiek
God schiep het eerste mensenpaaar Adam en Eva uit liefde.
Bij de mens.
God geeft ons Zijn naam in Genesis 2 zo’n 2 of 3 keer. De eerste keer is als God zich met de mens gaat bezighouden. Toen Hij nog alleen met de schepping bezig was, was het nog gewoon ‘Elohim’, dus simpel ‘God’. Bij de mens start Hij gelijk met een relatie en dan openbaart Hij zich dus als Yahweh.
Yahweh schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Niet een onpersoonlijke God was daar bezig, maar Iemand die Zich gelijk bekend maakt: ‘Ik ben Yahweh’.
Gen. 2: 21 – 22: “Toen deed Yahweh Elohim een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees. En Yahweh Elohim bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam”.
Bij de mens.
God geeft ons Zijn naam in Genesis 2 zo’n 2 of 3 keer. De eerste keer is als God zich met de mens gaat bezighouden. Toen Hij nog alleen met de schepping bezig was, was het nog gewoon ‘Elohim’, dus simpel ‘God’. Bij de mens start Hij gelijk met een relatie en dan openbaart Hij zich dus als Yahweh.
Yahweh schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Niet een onpersoonlijke God was daar bezig, maar Iemand die Zich gelijk bekend maakt: ‘Ik ben Yahweh’.
Gen. 2: 21 – 22: “Toen deed Yahweh Elohim een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees. En Yahweh Elohim bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam”.
Bijbels Optiek
God vormt de vrouw uit de zij van de mens Adam en noemt haar Eva, de moeder van alle levenden.
Dan vormt Hij uit de zij van die mens de vrouw. De man doet zijn ogen open en ziet zijn vrouw voor zich staan. Zijn mond valt open van bewondering. De man zegt: ‘Dit is vlees van mijn vlees en been van mijn been.’ Dat is in de Bijbel geen normale uitdrukking, maar ook in ons taalgebruik niet. We zeggen wel: ‘Dat is mijn eigen vlees en bloed’. Maar nooit: ‘Dat is mijn vlees en been’. Die uitdrukking wordt in de Bijbel alleen gebruikt als het over de opstanding gaat. De man kijkt dus naar zijn vrouw en ziet iets perfects, iets dat op hem lijkt. Die man en vrouw mogen weer één zijn en dan heb je weer dat beeld en die gelijkenis van Yahweh, de mens.
De twee uitdrukkingen.
We gaan nu wat verder in op die beide uitdrukkingen. Je hebt er twee:
a. ‘Vlees en bloed’. De uitdrukking waar we eigenlijk mee vertrouwd zijn.
b. ‘Vlees en been’. De vreemde uitdrukking die Adam hier voor zijn vrouw gebruikt.
Vlees en bloed
a. De eerste uitdrukking ‘vlees en bloed’ wordt voortdurend in de Bijbel gebruikt om de familiebanden uit te drukken. Dat kan je nakijken in de volgende Bijbelteksten:
Genesis 29: 14; Richteren 9: 2; 2 Samuël 5: 1; 19: 12-13; 1 Kronieken 11: 1; Nehemia 5: 5; Jesaja 58: 7; Romeinen 11: 14 en Galaten 1: 16.
Het is dus de gewone natuurlijke mens die gekenmerkt wordt door vlees en bloed.
Dan vormt Hij uit de zij van die mens de vrouw. De man doet zijn ogen open en ziet zijn vrouw voor zich staan. Zijn mond valt open van bewondering. De man zegt: ‘Dit is vlees van mijn vlees en been van mijn been.’ Dat is in de Bijbel geen normale uitdrukking, maar ook in ons taalgebruik niet. We zeggen wel: ‘Dat is mijn eigen vlees en bloed’. Maar nooit: ‘Dat is mijn vlees en been’. Die uitdrukking wordt in de Bijbel alleen gebruikt als het over de opstanding gaat. De man kijkt dus naar zijn vrouw en ziet iets perfects, iets dat op hem lijkt. Die man en vrouw mogen weer één zijn en dan heb je weer dat beeld en die gelijkenis van Yahweh, de mens.
De twee uitdrukkingen.
We gaan nu wat verder in op die beide uitdrukkingen. Je hebt er twee:
a. ‘Vlees en bloed’. De uitdrukking waar we eigenlijk mee vertrouwd zijn.
b. ‘Vlees en been’. De vreemde uitdrukking die Adam hier voor zijn vrouw gebruikt.
Vlees en bloed
a. De eerste uitdrukking ‘vlees en bloed’ wordt voortdurend in de Bijbel gebruikt om de familiebanden uit te drukken. Dat kan je nakijken in de volgende Bijbelteksten:
Genesis 29: 14; Richteren 9: 2; 2 Samuël 5: 1; 19: 12-13; 1 Kronieken 11: 1; Nehemia 5: 5; Jesaja 58: 7; Romeinen 11: 14 en Galaten 1: 16.
Het is dus de gewone natuurlijke mens die gekenmerkt wordt door vlees en bloed.
Bijbels Optiek
De gewone natuurlijke mens wordt gekenmerkt door dna dat tussen mensen van vlees en bloed matcht. Die kunnen het Koninkrijk van God niet beërven.
Dat natuurlijke vlees en bloed is precies dat wat de aliëns later vanaf Genesis 6 verwoesten door de mens met zichzelf te vermengen. Dat is dus dezelfde ellende die deze aliëns tegenwoordig in het geniep nog altijd aanrichten. Paulus wijst er dan ook op dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is.
Efeze 6:12: “want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten”.
Onze strijd is tegen deze geestelijke machten, die zich vaak presenteren aan de mens als aliëns in vliegende schotels. Hier komen we op terug.
Opstanding noodzakelijk.
Vlees en bloed is dus de gewone natuurlijke verbondenheid tussen de mens. Dit vlees en bloed kan echter niet de verbinding leggen met de hogere geestelijke werkelijkheid. Dat blijkt als Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Dan zegt Christus het volgende:
Mattheus 16:17: “Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is”.
Vlees en bloed kunnen ook niet het hogere geestelijk leven beërven. Dat blijkt helder uit de volgende uitspraak van Paulus:
1 Corinthe 15:50: “Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet”.
Dat natuurlijke vlees en bloed is precies dat wat de aliëns later vanaf Genesis 6 verwoesten door de mens met zichzelf te vermengen. Dat is dus dezelfde ellende die deze aliëns tegenwoordig in het geniep nog altijd aanrichten. Paulus wijst er dan ook op dat onze strijd niet tegen vlees en bloed is.
Efeze 6:12: “want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten”.
Onze strijd is tegen deze geestelijke machten, die zich vaak presenteren aan de mens als aliëns in vliegende schotels. Hier komen we op terug.
Opstanding noodzakelijk.
Vlees en bloed is dus de gewone natuurlijke verbondenheid tussen de mens. Dit vlees en bloed kan echter niet de verbinding leggen met de hogere geestelijke werkelijkheid. Dat blijkt als Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Dan zegt Christus het volgende:
Mattheus 16:17: “Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is”.
Vlees en bloed kunnen ook niet het hogere geestelijk leven beërven. Dat blijkt helder uit de volgende uitspraak van Paulus:
1 Corinthe 15:50: “Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet”.
Bijbels Optiek
Ons lichaam moet door de dood heen onvergankelijkheid aandoen, m.a.w. we krijgen een nieuw lichaam doordat Jezus in zijn kruisdood de straf voor de mens heeft gedragen, waardoor dat proces mogelijk wordt.
Vlees en been
b. De tweede uitdrukking ‘vlees en been’ wordt niet in de Bijbel gebruikt als kenmerk van de gewone natuurlijke mens. Deze uitdrukking wordt wel gebruikt wanneer Christus lichamelijk is opgestaan.
Lukas 24:39: “Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb”.
Zoals Christus in een geestelijk lichaam is opgestaan, wat hier gekenmerkt wordt door ‘vlees en been’, zo zullen allen opgewekt worden.
1 Corinthe 15: 22 – 23: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst”.
De uitdrukking ‘vlees en been’ wijst dus heen naar dat heerlijke einddoel. Dat zag Adam al in zijn vrouw. Is zijn enthousiasme dan niet logisch?
Vlees en been
b. De tweede uitdrukking ‘vlees en been’ wordt niet in de Bijbel gebruikt als kenmerk van de gewone natuurlijke mens. Deze uitdrukking wordt wel gebruikt wanneer Christus lichamelijk is opgestaan.
Lukas 24:39: “Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb”.
Zoals Christus in een geestelijk lichaam is opgestaan, wat hier gekenmerkt wordt door ‘vlees en been’, zo zullen allen opgewekt worden.
1 Corinthe 15: 22 – 23: “Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst”.
De uitdrukking ‘vlees en been’ wijst dus heen naar dat heerlijke einddoel. Dat zag Adam al in zijn vrouw. Is zijn enthousiasme dan niet logisch?
Bijbels Optiek
Jezus stond op uit de dood met een verheerlijkt lichaam en een ieder die in Hem gelooft, zal dit ook meemaken.
Niet slechts een theoretische kennis.
Die relatie in Genesis 2 is tussen de man en zijn vrouw. God is daarbij in die relatie als Yahweh. Misschien ben je dat wel helemaal niet zo bewust. Maar God is er altijd bij als Yahweh.
Later gaat Yahweh zelf een bijzondere relatie aan met het volk Israël, als Hij haar bij de wetgeving op de Sionaï ten huwelijk neemt als Zijn vrouw. Dan wordt Yahweh de Elohim van Israël.
Een theoretische kennis met het verstand is niet voldoende om uit de naam van God Zijn wezen te leren kennen. Zijn naam moet in het hart door het geloof een plek krijgen.
Yahweh bij Adam en Eva.
God is er altijd bij als Yahweh wanneer mensen een verbond sluiten. We zagen dat toen het allereerste mensenpaar hun intrede in deze wereld deden en God zich niet afzijdig hield. God bleef ook niet meer de afstandelijke enige ware scheppende Elohim. God kwam bij dit eerste mensenpaar en introduceerde zich als Yahweh. Yahweh, die een relatie aangaat met de mens.
De geschiedenis van de mens gaat verder en de mens zondigt, waardoor de zonde zijn intrede doet. Daar zullen we zeker nog apart bij stilstaan. Nu zijn we erop gebrand om Yahweh steeds beter te leren kennen.
Neem je genoegen met je ufo ervaringen?
Zoals hier eerder geschreven kan je er genoegen mee nemen dat jij je eigen ervaringen al hebt met geestelijke wezens. Je noemt ze wellicht anders omdat ze zich voordoen als buitenaardsen of aliëns, maar naarmate we hen vanuit de Bijbel steeds meer zullen leren kennen zal het steeds helderder worden dat het geestelijke wezens zijn, die zich met vlees en bloed, oftewel de mens van nature, willen vermengen. Ik heb dat reeds een verwoesting van de mens genoemd en dat zullen we in Genesis 6 uitvoerig belichten.
Neem je genoegen met die ervaringen? Hoeft het persoonlijk kennen van Yahweh, die je redden kan van die ellendige ervaringen voor jou niet? Dan zou je deze studies over kunnen slaan. Je moet wel de moeite te nemen om de Bijbel te bestuderen om Hem te leren kennen. Uiteindelijk zal het je een totaal overzicht geven van de werkelijkheid van de geestelijke wereld.
Niet slechts een theoretische kennis.
Die relatie in Genesis 2 is tussen de man en zijn vrouw. God is daarbij in die relatie als Yahweh. Misschien ben je dat wel helemaal niet zo bewust. Maar God is er altijd bij als Yahweh.
Later gaat Yahweh zelf een bijzondere relatie aan met het volk Israël, als Hij haar bij de wetgeving op de Sionaï ten huwelijk neemt als Zijn vrouw. Dan wordt Yahweh de Elohim van Israël.
Een theoretische kennis met het verstand is niet voldoende om uit de naam van God Zijn wezen te leren kennen. Zijn naam moet in het hart door het geloof een plek krijgen.
Yahweh bij Adam en Eva.
God is er altijd bij als Yahweh wanneer mensen een verbond sluiten. We zagen dat toen het allereerste mensenpaar hun intrede in deze wereld deden en God zich niet afzijdig hield. God bleef ook niet meer de afstandelijke enige ware scheppende Elohim. God kwam bij dit eerste mensenpaar en introduceerde zich als Yahweh. Yahweh, die een relatie aangaat met de mens.
De geschiedenis van de mens gaat verder en de mens zondigt, waardoor de zonde zijn intrede doet. Daar zullen we zeker nog apart bij stilstaan. Nu zijn we erop gebrand om Yahweh steeds beter te leren kennen.
Neem je genoegen met je ufo ervaringen?
Zoals hier eerder geschreven kan je er genoegen mee nemen dat jij je eigen ervaringen al hebt met geestelijke wezens. Je noemt ze wellicht anders omdat ze zich voordoen als buitenaardsen of aliëns, maar naarmate we hen vanuit de Bijbel steeds meer zullen leren kennen zal het steeds helderder worden dat het geestelijke wezens zijn, die zich met vlees en bloed, oftewel de mens van nature, willen vermengen. Ik heb dat reeds een verwoesting van de mens genoemd en dat zullen we in Genesis 6 uitvoerig belichten.
Neem je genoegen met die ervaringen? Hoeft het persoonlijk kennen van Yahweh, die je redden kan van die ellendige ervaringen voor jou niet? Dan zou je deze studies over kunnen slaan. Je moet wel de moeite te nemen om de Bijbel te bestuderen om Hem te leren kennen. Uiteindelijk zal het je een totaal overzicht geven van de werkelijkheid van de geestelijke wereld.
Bijbels Optiek
Door de Bijbel te bestuderen en ook het Nieuwe Testament goed door te lezen, ga je ontdekken dat je God alleen kan leren kennen door dit boek (dat op zich weer bestaat uit 66 andere boeken).
De Redder uit Abraham
Het lijkt alsof Yahweh zich telkens meer aan de mens openbaart. Voor de volgende inkijk in Gods openbaring gaan we naar de geschiedenis van Abraham en Abimelech. Aan Abraham was de beloofde zoon geboren in de eerste zeven verzen van Genesis 21. Dat was een ontzaglijk wonder omdat Abraham en Sara beide eigenlijk niet meer vruchtbaar waren. Maar uit die zoon zou de Redder van de wereld geboren worden, de Messias. We kunnen direct uitgebreid hierop ingaan, omdat door die uiteindelijke Redder alle volkeren een verbond zullen sluiten met het beloofde volk Israël om het water van het leven te ontvangen. We gaan echter eerst nog nader in op dat verbond.
Yahweh bij dit verbond.
Abraham en Abimelech sluiten een verbond en opnieuw is Yahweh daarbij. Eerst lees je van die verbondsluiting.
Gen. 21: 31: “Daarom noemt men die plaats Berseba, want die beiden hebben daar gezworen”.
Op grond van die eed is een verbond gesloten.
Gen. 21: 32: “Toen zij te Berseba het verbond gesloten hadden,”
Als antwoord daarop legt Yahweh zelf Zijn naam verder uit.
Gen. 21: 33: “En Abraham plantte te Berseba een tamarisk, en riep daar de naam van Yahweh, de God van de eeuw, aan”.
De Redder uit Abraham
Het lijkt alsof Yahweh zich telkens meer aan de mens openbaart. Voor de volgende inkijk in Gods openbaring gaan we naar de geschiedenis van Abraham en Abimelech. Aan Abraham was de beloofde zoon geboren in de eerste zeven verzen van Genesis 21. Dat was een ontzaglijk wonder omdat Abraham en Sara beide eigenlijk niet meer vruchtbaar waren. Maar uit die zoon zou de Redder van de wereld geboren worden, de Messias. We kunnen direct uitgebreid hierop ingaan, omdat door die uiteindelijke Redder alle volkeren een verbond zullen sluiten met het beloofde volk Israël om het water van het leven te ontvangen. We gaan echter eerst nog nader in op dat verbond.
Yahweh bij dit verbond.
Abraham en Abimelech sluiten een verbond en opnieuw is Yahweh daarbij. Eerst lees je van die verbondsluiting.
Gen. 21: 31: “Daarom noemt men die plaats Berseba, want die beiden hebben daar gezworen”.
Op grond van die eed is een verbond gesloten.
Gen. 21: 32: “Toen zij te Berseba het verbond gesloten hadden,”
Als antwoord daarop legt Yahweh zelf Zijn naam verder uit.
Gen. 21: 33: “En Abraham plantte te Berseba een tamarisk, en riep daar de naam van Yahweh, de God van de eeuw, aan”.
Bijbels Optiek
Omdat de herders van Abraham zich een waterput hadden toegeëigend, die in het land van Abimelech lag, kwam er onenigheid over. Omdat Abraham water nodig had voor zijn vee, sloot hij een verbond met Abimelech bij de put. Hij riep God daarbij tot Getuige, zodat het verbond eeuwigheidswaarde zou krijgen: Jahweh was immers de ‘God van de tijdperken’.
Yahweh El Olam.
Er was daar een verbond gesloten tussen Abimelech en Abraham over de put, die Abraham gegraven had. Het land rondom die put werd daarop naar die eedzwering genoemd: ‘Beer-Sheba’. Dat betekent letterlijk: ‘put van de eed’. Op die plek roept Abraham dan de naam aan: Yahweh El Olam – ‘De God van de tijdperken’ of zoals het in het Nieuwe Testament zou heten: ‘de God van de aioon’.
De aioon of deze aioon.
Yahweh is de God van de tijdperken. Nou is die naam wel heel bijzonder omdat, als we de sprong naar het Nieuwe Testament maken, lijkt die naam toch wel heel sprekend op een naam van Gods tegenstander, de duivel. (We brengen satan hier al ten tonele, al zullen we later in aparte artikelen speciaal aandacht aan hem besteden). Oppervlakkig zou je bijna denken dat de titel van satan en de titel van Yahweh identiek zijn. Maar er ligt een heel belangrijk verschil. Hier komt die tekst uit het Nieuwe Testament:
2 Cor. 4: 4: “ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen”.
Satan is de god van deze eeuw, oftewel de god van deze aioon of dit tijdperk , terwijl Yahweh de God van de eeuw of de tijdperken is. Hij is Degene die is, die was en die komen zal, de God die al de tijdperken in handen heeft, waar satan slecht deze eeuw, dit tijdperk van Hem heeft toegewezen gekregen.
Yahweh El Olam.
Er was daar een verbond gesloten tussen Abimelech en Abraham over de put, die Abraham gegraven had. Het land rondom die put werd daarop naar die eedzwering genoemd: ‘Beer-Sheba’. Dat betekent letterlijk: ‘put van de eed’. Op die plek roept Abraham dan de naam aan: Yahweh El Olam – ‘De God van de tijdperken’ of zoals het in het Nieuwe Testament zou heten: ‘de God van de aioon’.
De aioon of deze aioon.
Yahweh is de God van de tijdperken. Nou is die naam wel heel bijzonder omdat, als we de sprong naar het Nieuwe Testament maken, lijkt die naam toch wel heel sprekend op een naam van Gods tegenstander, de duivel. (We brengen satan hier al ten tonele, al zullen we later in aparte artikelen speciaal aandacht aan hem besteden). Oppervlakkig zou je bijna denken dat de titel van satan en de titel van Yahweh identiek zijn. Maar er ligt een heel belangrijk verschil. Hier komt die tekst uit het Nieuwe Testament:
2 Cor. 4: 4: “ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen”.
Satan is de god van deze eeuw, oftewel de god van deze aioon of dit tijdperk , terwijl Yahweh de God van de eeuw of de tijdperken is. Hij is Degene die is, die was en die komen zal, de God die al de tijdperken in handen heeft, waar satan slecht deze eeuw, dit tijdperk van Hem heeft toegewezen gekregen.
Bijbels Optiek
Yahweh is de God, Die is, Die was en Die komen zal, Die zich geopenbaard heeft in zijn Zoon, Jezus Christus (Hebr. Yehoshua), met wie je een relatie kunt aangaan.
De tijd.
Tijd is nog altijd een vreemd fenomeen in onze beleving. Soms zie je in science-fiction films dat mensen door een poort van de tijd heen en weer kunnen gaan. In de werkelijkheid hebben wij geen greep op de tijd. Maar Yahweh staat als het ware buiten de tijd en heeft de tijd in Zijn handen. Hij is Degene Die ooit de tijd gecreëerd heeft. Vanaf dat moment spreken we van een begin en een eind. Yahweh is van voor het begin en van na het einde. Hij omsluit het alles. Yahweh, de El van Olam.
Yahweh is erbij.
Die Yahweh was erbij toen Abraham en Abimelech een verbondsrelatie aangingen. Hij was erbij als de God die alle tijden in Zijn hand heeft. Hij is zo groot en heerlijk dat Hij alle tijdperken omsluit en toch daalt Hij af als Yahweh om in elke relatie die we aangaan erbij te zijn.
Uit genade drinken.
Yahweh houdt de tijden in Zijn hand en zal alles in Zijn tijd in vervulling doen gaan dat alle volkeren naar Jeruzalem zullen optrekken, daar een verbond aangaan om te drinken van het water van het leven om niet, oftewel uit genade.
Openbaring 21:6:” Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet”.
Openbaring 22:1: “En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam”.
Openbaring 22:17: “En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.
De tijd.
Tijd is nog altijd een vreemd fenomeen in onze beleving. Soms zie je in science-fiction films dat mensen door een poort van de tijd heen en weer kunnen gaan. In de werkelijkheid hebben wij geen greep op de tijd. Maar Yahweh staat als het ware buiten de tijd en heeft de tijd in Zijn handen. Hij is Degene Die ooit de tijd gecreëerd heeft. Vanaf dat moment spreken we van een begin en een eind. Yahweh is van voor het begin en van na het einde. Hij omsluit het alles. Yahweh, de El van Olam.
Yahweh is erbij.
Die Yahweh was erbij toen Abraham en Abimelech een verbondsrelatie aangingen. Hij was erbij als de God die alle tijden in Zijn hand heeft. Hij is zo groot en heerlijk dat Hij alle tijdperken omsluit en toch daalt Hij af als Yahweh om in elke relatie die we aangaan erbij te zijn.
Uit genade drinken.
Yahweh houdt de tijden in Zijn hand en zal alles in Zijn tijd in vervulling doen gaan dat alle volkeren naar Jeruzalem zullen optrekken, daar een verbond aangaan om te drinken van het water van het leven om niet, oftewel uit genade.
Openbaring 21:6:” Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet”.
Openbaring 22:1: “En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam”.
Openbaring 22:17: “En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet.
Bijbels Optiek
En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam.
Yahweh kennen.
Yahweh heeft onze tijden bepaald.
Handelingen 17:26: “Hij heeft uit een enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald”.
Nu, op dit moment, heeft deze Yahweh jouw tijden in Zijn hand. Het loopt Hem absoluut niet uit de hand.
Psalm 31:15: “Mijn tijden zijn in uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers”.
Deze Yahweh te mogen kennen stijgt boven al het andere uit.
Yahweh verschijnt aan Mozes.
Yahweh is de Elohim, die boven alle andere zogenaamde ‘elohim’, die zich op velerlei manieren aan mensen presenteren, uitstijgt. Hij is de ware scheppende Elohim. Hij is de Elohim, die ons bevrijdt uit de macht van al die aliëns en buitenaardsen. Het is daarom ook van zo groot belang Hem eerst goed te leren kennen, voordat we de andere geestelijke machten gaan onderzoeken.
We gaan naar het moment dat Yahweh niet alleen Zijn naam bekend maakt, maar hem ook uitlegt. We onderzoeken eerst de ontmoeting van Mozes met Yahweh.
Bij Mozes.
Op een heel bijzonder manier openbaart God Zijn naam Yahweh aan Mozes. Dat doet Hij als Hij aan hem verschijnt in een brandende braamstruik. Nou was Mozes best wel zodanig vertrouwd met de hele natuur in die woestijn dat hij wel wist wat een braamstruik was. Had daar een metalen vliegend voorwerp gestaan, dan was Mozes beslist niet op het idee gekomen om het een braamstruik te noemen. Dat terzijde.
Mozes staat daar bij die struik en hij vraagt zich af: ‘wat ter wereld is hier aan de hand?’ Mozes ontvangt dan het woord van God dat we samen gaan lezen en dan gebeurt er iets bijzonders. God vertelt hem zijn Eigennaam.
Yahweh kennen.
Yahweh heeft onze tijden bepaald.
Handelingen 17:26: “Hij heeft uit een enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald”.
Nu, op dit moment, heeft deze Yahweh jouw tijden in Zijn hand. Het loopt Hem absoluut niet uit de hand.
Psalm 31:15: “Mijn tijden zijn in uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers”.
Deze Yahweh te mogen kennen stijgt boven al het andere uit.
Yahweh verschijnt aan Mozes.
Yahweh is de Elohim, die boven alle andere zogenaamde ‘elohim’, die zich op velerlei manieren aan mensen presenteren, uitstijgt. Hij is de ware scheppende Elohim. Hij is de Elohim, die ons bevrijdt uit de macht van al die aliëns en buitenaardsen. Het is daarom ook van zo groot belang Hem eerst goed te leren kennen, voordat we de andere geestelijke machten gaan onderzoeken.
We gaan naar het moment dat Yahweh niet alleen Zijn naam bekend maakt, maar hem ook uitlegt. We onderzoeken eerst de ontmoeting van Mozes met Yahweh.
Bij Mozes.
Op een heel bijzonder manier openbaart God Zijn naam Yahweh aan Mozes. Dat doet Hij als Hij aan hem verschijnt in een brandende braamstruik. Nou was Mozes best wel zodanig vertrouwd met de hele natuur in die woestijn dat hij wel wist wat een braamstruik was. Had daar een metalen vliegend voorwerp gestaan, dan was Mozes beslist niet op het idee gekomen om het een braamstruik te noemen. Dat terzijde.
Mozes staat daar bij die struik en hij vraagt zich af: ‘wat ter wereld is hier aan de hand?’ Mozes ontvangt dan het woord van God dat we samen gaan lezen en dan gebeurt er iets bijzonders. God vertelt hem zijn Eigennaam.
Bijbels Optiek
God maakt aan Mozes Zijn naam bekend als Hij op de berg Horeb verschijnt in een brandende
braambos. Lees de onderstaande tekst.
Ex. 3: 9 – 13: “En nu, zie, het gejammer der Israëlieten is tot Mij doorgedrongen; ook heb Ik gezien, hoezeer de Egyptenaren hen verdrukken. Nu dan, ga, Ik zend u tot Farao, om mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte te leiden. Maar Mozes zei tot God: Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? Toen zei Hij: Ik ben immers met u! En dit zal u het teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer je het volk uit Egypte hebt geleid, zullen jullie Elohim dienen op deze berg. Daarop zei Mozes tot Elohim: Maar wanneer ik tot de Israëlieten kom en hun zeg: De Elohim uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: hoe is zijn naam? wat moet ik hun dan antwoorden?”
Mozes vraagt God naam!
Mozes groeide op in Egypte, de Egyptenaren vereerden echt van alles en nog wat. Weet je waarom God die kikkerplaag over Egypte heeft gebracht? Hij was niet zomaar wat aan het doen met die mensen. God was niet zo maar bezig. Nee, de Egyptenaren vereerden kikkers. Ze vereerden echt alles, ze aanbaden katten, ze vereerden de zon, Ra of Ree, hoe ze hem ook noemden. Ze hadden Osires en Isis. De Egyptenaren aanbaden allerlei soorten goden. Al die verschillende goden waren niet zomaar uit hun fantasie ontsproten. Tot en met die kikkers aan toe kenden zij verhalen van bijzondere bezoekers uit het universum. Die 10 % ‘elohim’, waar we al bij hebben stilgestaan, hadden in Egypte niet stil gezeten. Tegenwoordig zou dat alles heel anders genoemd worden. Dan had het internet bol gestaan aan informatie over ufo- waarnemingen boven Egypte.
braambos. Lees de onderstaande tekst.
Ex. 3: 9 – 13: “En nu, zie, het gejammer der Israëlieten is tot Mij doorgedrongen; ook heb Ik gezien, hoezeer de Egyptenaren hen verdrukken. Nu dan, ga, Ik zend u tot Farao, om mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte te leiden. Maar Mozes zei tot God: Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? Toen zei Hij: Ik ben immers met u! En dit zal u het teken zijn, dat Ik u gezonden heb: wanneer je het volk uit Egypte hebt geleid, zullen jullie Elohim dienen op deze berg. Daarop zei Mozes tot Elohim: Maar wanneer ik tot de Israëlieten kom en hun zeg: De Elohim uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: hoe is zijn naam? wat moet ik hun dan antwoorden?”
Mozes vraagt God naam!
Mozes groeide op in Egypte, de Egyptenaren vereerden echt van alles en nog wat. Weet je waarom God die kikkerplaag over Egypte heeft gebracht? Hij was niet zomaar wat aan het doen met die mensen. God was niet zo maar bezig. Nee, de Egyptenaren vereerden kikkers. Ze vereerden echt alles, ze aanbaden katten, ze vereerden de zon, Ra of Ree, hoe ze hem ook noemden. Ze hadden Osires en Isis. De Egyptenaren aanbaden allerlei soorten goden. Al die verschillende goden waren niet zomaar uit hun fantasie ontsproten. Tot en met die kikkers aan toe kenden zij verhalen van bijzondere bezoekers uit het universum. Die 10 % ‘elohim’, waar we al bij hebben stilgestaan, hadden in Egypte niet stil gezeten. Tegenwoordig zou dat alles heel anders genoemd worden. Dan had het internet bol gestaan aan informatie over ufo- waarnemingen boven Egypte.
Bijbels Optiek
De Egyptenaren vereerden allerlei dieren onder invloed van de ‘bezoekers’ van het heelal en een van die dieren was de heilige kikker. Dus de kikkerplaag was in hun ogen een straf van de goden.
Naam boven alle namen.
Dus Mozes was opgegroeid in een omgeving waar hij al die verschillende namen hoorde. Hij vluchtte daarna in de woestijn en wat hij daar heeft geleerd weten we niet precies. Het is dus heel vanzelfsprekend dat hij vroeg: ‘God, wie U ook bent, hoe heet U? Want ik heb geleefd in een land met allerlei soorten namen voor goden. Dus wilt u alstublieft vertellen wat ik de mensen moet zeggen?’ En dan komt dit moment. Lees maar mee.
Ex. 3: 14 – 15: “Toen zei Elohim tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zei: Aldus zal jij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden. Voorts zei Elohim tot Mozes: Aldus zal jij tot de Israëlieten zeggen: Yahweh, Elohim uwer vaderen, Elohim van Abraham, Elohim van Izaäk en Elohim van Jakob, heeft mij tot u gezonden”.
Drie namen.
Als je nu goed hebt opgelet zie je dat God hier drie namen genoemd heeft. Ten eerste zegt Hij: ‘Ik Ben, die Ik Ben’, daarna zegt Hij: ‘Ik Ben’ en dan zegt Hij: ‘Yahweh’. In de meeste vertalingen zal je daar lezen: ‘de Here’. Maar het is Yahweh. Bij de titel ‘Heer’ of ‘Here’ krijg je de indruk mee van heerschappij. Dat zit helemaal niet in die naam ‘Yahweh’. Al deze drie uitdrukkingen zijn gevormd uit die ene naam: ‘Yahweh’. Dan zegt Yahweh dat Hij de God is van de vaderen van Mozes: de God van Abraham, Izaäk en Jakob, Yahweh zendt Mozes tot het volk Israël.
Ex. 3: 15: “dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht”.
Als je maar ver genoeg doorgaat kom je ook in het geslacht van onze tijd. Zo wil God aangesproken worden tot in lengte van dagen: ‘Yahweh’. Daarnaast zien we dat Yahweh niet zegt: ‘zo wil ik verzwegen worden’. Hij wil worden aangeroepen.
Naam boven alle namen.
Dus Mozes was opgegroeid in een omgeving waar hij al die verschillende namen hoorde. Hij vluchtte daarna in de woestijn en wat hij daar heeft geleerd weten we niet precies. Het is dus heel vanzelfsprekend dat hij vroeg: ‘God, wie U ook bent, hoe heet U? Want ik heb geleefd in een land met allerlei soorten namen voor goden. Dus wilt u alstublieft vertellen wat ik de mensen moet zeggen?’ En dan komt dit moment. Lees maar mee.
Ex. 3: 14 – 15: “Toen zei Elohim tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zei: Aldus zal jij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden. Voorts zei Elohim tot Mozes: Aldus zal jij tot de Israëlieten zeggen: Yahweh, Elohim uwer vaderen, Elohim van Abraham, Elohim van Izaäk en Elohim van Jakob, heeft mij tot u gezonden”.
Drie namen.
Als je nu goed hebt opgelet zie je dat God hier drie namen genoemd heeft. Ten eerste zegt Hij: ‘Ik Ben, die Ik Ben’, daarna zegt Hij: ‘Ik Ben’ en dan zegt Hij: ‘Yahweh’. In de meeste vertalingen zal je daar lezen: ‘de Here’. Maar het is Yahweh. Bij de titel ‘Heer’ of ‘Here’ krijg je de indruk mee van heerschappij. Dat zit helemaal niet in die naam ‘Yahweh’. Al deze drie uitdrukkingen zijn gevormd uit die ene naam: ‘Yahweh’. Dan zegt Yahweh dat Hij de God is van de vaderen van Mozes: de God van Abraham, Izaäk en Jakob, Yahweh zendt Mozes tot het volk Israël.
Ex. 3: 15: “dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht”.
Als je maar ver genoeg doorgaat kom je ook in het geslacht van onze tijd. Zo wil God aangesproken worden tot in lengte van dagen: ‘Yahweh’. Daarnaast zien we dat Yahweh niet zegt: ‘zo wil ik verzwegen worden’. Hij wil worden aangeroepen.
Bijbels Optiek
God wil van geslacht tot geslacht aangeroepen worden met de naam Jahweh, want dat is immers zijn naam.
De Naam aanroepen
De joodse rabbijnen hebben eeuwenoude bepalingen dat de naam Yahweh alleen door de priesters uitgesproken mag worden bij het geven van de zegen. Buiten de tempel is het ook de priesters verboden deze Naam uit te spreken. In plaats van de naam van God ‘Yahweh’ spreken zij over ‘Shem’, wat ‘naam’ betekent. De Bijbel leert echter dat de redding is in het aanroepen van de naam van Yahweh. Dat is behoorlijk strijdend met deze rabbijnse traditie.
Zach. 13:9: “Zij zullen mijn naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is mijn volk; en zij zullen zeggen: Yahweh is mijn Elohim”.
De context.
Om nu te begrijpen wat er precies gebeurde met Mozes moeten we de context, de omgeving waarin dit plaats vond, goed verstaan.
De context is Gods plan om Zijn volk te bevrijden. Dit hele verhaal begint met dat God het roepen van Zijn volk hoort. Hij hoort de pijn van Zijn volk en Hij zegt: het is tijd. Ik ga mijn volk bevrijden. Daarvoor komt Hij bij Mozes en zegt dat Mozes moest uitgaan om Hem te vertegenwoordigen. ‘Ik zal ongelooflijke dingen doen en jij zal het volk bevrijden’. Nu komen we weer op het punt wat we al een aantal keren eerder opgemerkt hebben. De naam Yahweh is altijd verbonden met een verbond. Het is de verbondsnaam van God. We gaan weer lezen, maar dan een hoofdstuk eerder.
Ex. 2: 24 :”En Elohim hoorde hun klacht en Elohim gedacht aan zijn verbond met Abraham, Izaäk en Jakob”.
De Naam aanroepen
De joodse rabbijnen hebben eeuwenoude bepalingen dat de naam Yahweh alleen door de priesters uitgesproken mag worden bij het geven van de zegen. Buiten de tempel is het ook de priesters verboden deze Naam uit te spreken. In plaats van de naam van God ‘Yahweh’ spreken zij over ‘Shem’, wat ‘naam’ betekent. De Bijbel leert echter dat de redding is in het aanroepen van de naam van Yahweh. Dat is behoorlijk strijdend met deze rabbijnse traditie.
Zach. 13:9: “Zij zullen mijn naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is mijn volk; en zij zullen zeggen: Yahweh is mijn Elohim”.
De context.
Om nu te begrijpen wat er precies gebeurde met Mozes moeten we de context, de omgeving waarin dit plaats vond, goed verstaan.
De context is Gods plan om Zijn volk te bevrijden. Dit hele verhaal begint met dat God het roepen van Zijn volk hoort. Hij hoort de pijn van Zijn volk en Hij zegt: het is tijd. Ik ga mijn volk bevrijden. Daarvoor komt Hij bij Mozes en zegt dat Mozes moest uitgaan om Hem te vertegenwoordigen. ‘Ik zal ongelooflijke dingen doen en jij zal het volk bevrijden’. Nu komen we weer op het punt wat we al een aantal keren eerder opgemerkt hebben. De naam Yahweh is altijd verbonden met een verbond. Het is de verbondsnaam van God. We gaan weer lezen, maar dan een hoofdstuk eerder.
Ex. 2: 24 :”En Elohim hoorde hun klacht en Elohim gedacht aan zijn verbond met Abraham, Izaäk en Jakob”.
Bijbels Optiek
God sloot een verbond met Israël en gaf hen de wet van de tien geboden, die eeuwige geldigheid hebben voor alle volken op aarde. Omdat Hij Jahweh is en het begin van alle leven, begint het Hebreeuwse alfabet met de aleph, de letter zonder welke geen leven mogelijk is.
Het verbond herinneren.
Wat was de oorzaak dat God die dag in beweging kwam? Wat was de reden dat God zichzelf aan Mozes bekend maakte? Het was omdat Hij terugdacht aan het verbond dat Hij gesloten had. Dus in de allereerste plaats moeten we beseffen dat als God zich aan Mozes openbaart als Yahweh, hij dat doet omdat Hijzelf een verbond heeft gesloten. Hij heeft Zich vrijwillig verbonden aan Abraham, aan Izaäk en aan Jakob. Dat waren onvoorwaardelijke verbonden. God stelde geen eis aan de ander, Hij gaf alleen beloften. In tegenstelling tot politici komt Yahweh Zijn beloften altijd na. Yahweh is later, toen Mozes met het volk uittrok, ook met Israël getrouwd. Dat verbond werd dus een echte relatie. Bij zo’n verbondsrelatie geef je elkaar ook beloftes. Yahweh is degene, die altijd zijn beloften houdt. Hij houdt Zich aan Zijn verbond. Ik ga mijn mensen bevrijden. Ik doe wat ik ook zeg. De naam Yahweh mag ons altijd herinneren aan het feit dat Hij elke belofte, die Hij ooit gemaakt heeft in het boek, de Bijbel, ook zal nakomen.
Een persoonlijke relatie met Yahweh.
Yahweh Elohim is de ware scheppende God, die ver uitstijgt boven al de vreemde (aliën) ‘elohim’ waar de volken mee vertrouwd waren. Yahweh openbaarde Zich aan Mozes in de brandende braamstruik. Mozes was hierdoor zeer verward. Hij kende vanuit het hof van Egypte al die vreemde namen van buitenaardsen, die zich voordeden als goden.
Yahweh maakt hem Zijn drievoudige naam bekend: ‘Ik ben Die Ik ben’, ‘Ik ben’ en ‘Yahweh’.
Wat betekent: ‘Ik Ben’? Ik ben die Ik ben.... Dat betekent niet ‘Ik besta’ (de aliëns bestaan ook!!), maar: Ik zal erbij zijn.
De buitenaardse wezens bestaan dan wel, maar je kunt niet zeggen, dat ze er altijd zijn. Zeker niet in die volle genade waarin Yahweh Zich manifesteert. De naam Yahweh is afgeleid van ‘havah’ (‘zijn’ of ‘zijnde’). Dat woord is weer verwant aan ‘chavah’, dat ‘leven’ betekent. Hier zien we de nauwe band die er ligt tussen het ‘zijn’ en het ‘leven’. Yahweh is dus de Zijnde oftewel de oorsprong van alle leven.
Het verbond herinneren.
Wat was de oorzaak dat God die dag in beweging kwam? Wat was de reden dat God zichzelf aan Mozes bekend maakte? Het was omdat Hij terugdacht aan het verbond dat Hij gesloten had. Dus in de allereerste plaats moeten we beseffen dat als God zich aan Mozes openbaart als Yahweh, hij dat doet omdat Hijzelf een verbond heeft gesloten. Hij heeft Zich vrijwillig verbonden aan Abraham, aan Izaäk en aan Jakob. Dat waren onvoorwaardelijke verbonden. God stelde geen eis aan de ander, Hij gaf alleen beloften. In tegenstelling tot politici komt Yahweh Zijn beloften altijd na. Yahweh is later, toen Mozes met het volk uittrok, ook met Israël getrouwd. Dat verbond werd dus een echte relatie. Bij zo’n verbondsrelatie geef je elkaar ook beloftes. Yahweh is degene, die altijd zijn beloften houdt. Hij houdt Zich aan Zijn verbond. Ik ga mijn mensen bevrijden. Ik doe wat ik ook zeg. De naam Yahweh mag ons altijd herinneren aan het feit dat Hij elke belofte, die Hij ooit gemaakt heeft in het boek, de Bijbel, ook zal nakomen.
Een persoonlijke relatie met Yahweh.
Yahweh Elohim is de ware scheppende God, die ver uitstijgt boven al de vreemde (aliën) ‘elohim’ waar de volken mee vertrouwd waren. Yahweh openbaarde Zich aan Mozes in de brandende braamstruik. Mozes was hierdoor zeer verward. Hij kende vanuit het hof van Egypte al die vreemde namen van buitenaardsen, die zich voordeden als goden.
Yahweh maakt hem Zijn drievoudige naam bekend: ‘Ik ben Die Ik ben’, ‘Ik ben’ en ‘Yahweh’.
Wat betekent: ‘Ik Ben’? Ik ben die Ik ben.... Dat betekent niet ‘Ik besta’ (de aliëns bestaan ook!!), maar: Ik zal erbij zijn.
De buitenaardse wezens bestaan dan wel, maar je kunt niet zeggen, dat ze er altijd zijn. Zeker niet in die volle genade waarin Yahweh Zich manifesteert. De naam Yahweh is afgeleid van ‘havah’ (‘zijn’ of ‘zijnde’). Dat woord is weer verwant aan ‘chavah’, dat ‘leven’ betekent. Hier zien we de nauwe band die er ligt tussen het ‘zijn’ en het ‘leven’. Yahweh is dus de Zijnde oftewel de oorsprong van alle leven.
Bijbels Optiek
Jezus Christus noemde Zichzelf vaak ‘Ik ben’ in het Johannesevangelie. Hij wilde hiermee duidelijk maken dat Hij als Gods Zoon gelijk was als Zijn Vader in de hemel. Hij was niet alleen bij de schepping aanwezig, maar zal ook binnenkort terugkomen op de wolken van de hemel, om Zijn schepping te redden.
Een werkwoord.
De naam van God is eigenlijk een werkwoord: Ik ben, Ik zal er zijn. Als je die naam hoort, zit daar dus de Ik-vorm in. En IK veronderstelt ook een u. Dat vormt samen een gesprek.
In de eerste plaats zagen we al dat de naam Yahweh wijst op de verbondsrelatie die God met de mens aanging. Eerst was dat de mens Adam, Daarna werden het de vaderen van het volk Israël, namelijk Abraham, Izaäk en Jakob. In het gedeelte wat we bekijken is het de mens Mozes en bij de wetgeving wordt het huwelijksverbond gesloten met het volk Israël met de wet als ‘trouwboekje’. Yahweh wijst daarin op een relatie.
Een gesprek.
Nu zien we in de tweede plaats dat de naam Yahweh ook wijst op een gespreksrelatie: Yahweh ‘spreekt’.
In de Bijbel gaat het niet om dogma's. Alles draait om een gesprek. In de Bijbel ligt de nadruk niet op feiten, maar op gesprekken. Met alle feitenkennis kunnen we met de Bijbel in de hand elkaar om de oren slaan. Mijn feitjes helpen niet. Als jij het met mijn feitenkennis eens ben heb ik je misschien monddood gemaakt, met de nadruk op ‘dood’. Yahweh zegt: ‘Ik ben’, Ik sta tegenover je als gesprekspartner. Yahweh wijst daarin op een relatie.
Twee feitjes om de weg te wijzen.
Wat God bedoelde met de uitdrukking ‘Ik Ben’ willen we wat helderder maken.
1. Dit is de eigennaam van God, Yahweh. Daarmee geeft God aan dat Hij wil dat je Hem persoonlijk zal kennen. Yahweh is een uitgesproken persoonlijke naam van God. Dat werd bekend gemaakt aan een dienstknecht die reeds een hele voorraad vreemde namen van godheden kende. Misschien had Mozes wel al een idee over God.
Misschien heb jij wel een idee over God als iemand die heel ver weg wellicht ergens is. Wellicht dat je dan zelfs wel zegt: O ja, ik geloof in God. Vaak geloven we als een Deïst. Dat is iemand die gelooft in een God, die de kosmos geschapen heeft, het heeft opgewonden en het nu maar laat afdraaien. Hij bemoeit Zich er verder niet mee. Als op een dag dat hele zaakje is afgelopen komt Hij terug. Maar Yahweh heeft een relatie met de mens. Hij bemoeit zich met elk facet van je leven. Vraag is hier nu: ‘Ken je werkelijk deze God? Heb je Hem persoonlijk leren kennen?’
Een werkwoord.
De naam van God is eigenlijk een werkwoord: Ik ben, Ik zal er zijn. Als je die naam hoort, zit daar dus de Ik-vorm in. En IK veronderstelt ook een u. Dat vormt samen een gesprek.
In de eerste plaats zagen we al dat de naam Yahweh wijst op de verbondsrelatie die God met de mens aanging. Eerst was dat de mens Adam, Daarna werden het de vaderen van het volk Israël, namelijk Abraham, Izaäk en Jakob. In het gedeelte wat we bekijken is het de mens Mozes en bij de wetgeving wordt het huwelijksverbond gesloten met het volk Israël met de wet als ‘trouwboekje’. Yahweh wijst daarin op een relatie.
Een gesprek.
Nu zien we in de tweede plaats dat de naam Yahweh ook wijst op een gespreksrelatie: Yahweh ‘spreekt’.
In de Bijbel gaat het niet om dogma's. Alles draait om een gesprek. In de Bijbel ligt de nadruk niet op feiten, maar op gesprekken. Met alle feitenkennis kunnen we met de Bijbel in de hand elkaar om de oren slaan. Mijn feitjes helpen niet. Als jij het met mijn feitenkennis eens ben heb ik je misschien monddood gemaakt, met de nadruk op ‘dood’. Yahweh zegt: ‘Ik ben’, Ik sta tegenover je als gesprekspartner. Yahweh wijst daarin op een relatie.
Twee feitjes om de weg te wijzen.
Wat God bedoelde met de uitdrukking ‘Ik Ben’ willen we wat helderder maken.
1. Dit is de eigennaam van God, Yahweh. Daarmee geeft God aan dat Hij wil dat je Hem persoonlijk zal kennen. Yahweh is een uitgesproken persoonlijke naam van God. Dat werd bekend gemaakt aan een dienstknecht die reeds een hele voorraad vreemde namen van godheden kende. Misschien had Mozes wel al een idee over God.
Misschien heb jij wel een idee over God als iemand die heel ver weg wellicht ergens is. Wellicht dat je dan zelfs wel zegt: O ja, ik geloof in God. Vaak geloven we als een Deïst. Dat is iemand die gelooft in een God, die de kosmos geschapen heeft, het heeft opgewonden en het nu maar laat afdraaien. Hij bemoeit Zich er verder niet mee. Als op een dag dat hele zaakje is afgelopen komt Hij terug. Maar Yahweh heeft een relatie met de mens. Hij bemoeit zich met elk facet van je leven. Vraag is hier nu: ‘Ken je werkelijk deze God? Heb je Hem persoonlijk leren kennen?’
Bijbels Optiek
Dit is een foto van de berg Sinaï, waar Mozes van God te horen kreeg dat hij te doen had met de God van Abraham, Izak en Jacob, en dat Hij niet meer alleen Elohim heette, maar nu ook Jahweh genoemd wilde worden. De naam die bekend zou worden onder de Israëlieten als ‘Ik Ben’.
Weet je, dat is wat er hier gebeurde met Mozes. Hier op dit moment kreeg Mozes de eigennaam van God te horen alsof God wilde zeggen: ‘Mozes, ja Ik ben de God van je vaderen, ja Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jakob, maar Mozes Ik ben ook jouw God en ik zal je nooit verlaten’.
Heb jij ooit zo voor God gestaan en heb je gehoord wie God is en dat je dan zei: ‘God, U was de God van mijn vader, U was de God van mijn moeder, U was de God van mijn grootouders, maar vandaag bent U mijn God geworden’. Een persoonlijke relatie met God. Dat is wat er op dat moment gebeurde.
2. Hij is tijdloos. Dat is echt apart, want als je daarover nadenkt kunnen je gedachten behoorlijk met je op de loop gaan. Ik wil proberen het wat helderder voor je uit te leggen. God is tijdloos. Hij is ‘Ik Ben’.
Je zou je kunnen afvragen: U bent vandaag ‘Ik Ben’, maar hoe zit het dan morgen?
‘Ik Ben’ ook morgen. Wat was U dan in de tijd van de Bijbel? Toen was ik ‘Ik Ben’.
Begrijp je de betekenis ervan? Hij is altijd de tegenwoordige tijd. Hij is altijd het ‘nu’. Was Hij gisteren de ‘Ik ben’? Beslist! Hij zegt het toch zelf: Ik ben de God van je vaderen, de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Dat is toch wel een aardig tijdje terug. In de Bijbel lezen we over een God, die heel persoonlijk met mensen omging en we denken misschien dat dit alleen maar gold voor die tijd. Maar Hij is tijdloos en zoals Hij toen een persoonlijke band met mensen had heeft Hij dat nu nog steeds. ‘Ik Ben’ betekent: Hij is hier. Waar jij bent, daar is Hij. Hij is tijdloos. Het betekent ook dat Hij staat te komen. Je maakt je misschien zorgen over de komende generaties, over je kinderen, over je kleinkinderen. Dan heb ik nieuws voor je. Als je achterkleinkinderen geboren worden is Hij nog steeds ‘Ik Ben’. Hij is tijdloos. Het is in het boek Openbaring dat we een blik krijgen op de troon van God en daar zijn die vier levende wezens die het uitroepen: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here God (daar heb je de Yahweh van het Oude Testament), die was, die is en die komt’.
Weet je, dat is wat er hier gebeurde met Mozes. Hier op dit moment kreeg Mozes de eigennaam van God te horen alsof God wilde zeggen: ‘Mozes, ja Ik ben de God van je vaderen, ja Ik ben de God van Abraham, Izaäk en Jakob, maar Mozes Ik ben ook jouw God en ik zal je nooit verlaten’.
Heb jij ooit zo voor God gestaan en heb je gehoord wie God is en dat je dan zei: ‘God, U was de God van mijn vader, U was de God van mijn moeder, U was de God van mijn grootouders, maar vandaag bent U mijn God geworden’. Een persoonlijke relatie met God. Dat is wat er op dat moment gebeurde.
2. Hij is tijdloos. Dat is echt apart, want als je daarover nadenkt kunnen je gedachten behoorlijk met je op de loop gaan. Ik wil proberen het wat helderder voor je uit te leggen. God is tijdloos. Hij is ‘Ik Ben’.
Je zou je kunnen afvragen: U bent vandaag ‘Ik Ben’, maar hoe zit het dan morgen?
‘Ik Ben’ ook morgen. Wat was U dan in de tijd van de Bijbel? Toen was ik ‘Ik Ben’.
Begrijp je de betekenis ervan? Hij is altijd de tegenwoordige tijd. Hij is altijd het ‘nu’. Was Hij gisteren de ‘Ik ben’? Beslist! Hij zegt het toch zelf: Ik ben de God van je vaderen, de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Dat is toch wel een aardig tijdje terug. In de Bijbel lezen we over een God, die heel persoonlijk met mensen omging en we denken misschien dat dit alleen maar gold voor die tijd. Maar Hij is tijdloos en zoals Hij toen een persoonlijke band met mensen had heeft Hij dat nu nog steeds. ‘Ik Ben’ betekent: Hij is hier. Waar jij bent, daar is Hij. Hij is tijdloos. Het betekent ook dat Hij staat te komen. Je maakt je misschien zorgen over de komende generaties, over je kinderen, over je kleinkinderen. Dan heb ik nieuws voor je. Als je achterkleinkinderen geboren worden is Hij nog steeds ‘Ik Ben’. Hij is tijdloos. Het is in het boek Openbaring dat we een blik krijgen op de troon van God en daar zijn die vier levende wezens die het uitroepen: ‘Heilig, heilig, heilig is de Here God (daar heb je de Yahweh van het Oude Testament), die was, die is en die komt’.
Bijbels Optiek
God is als Schepper (Elohim) niet alleen aan het begin van Zijn schepping, maar zal als ‘Ik Ben’ (Jahweh) ook constant aanwezig zijn in elke situatie van elk mensenleven, Hij zal er ook zijn als de toekomstige Schepper van een nieuwe aarde. Als je in Jezus gelooft heb je de eeuwige dimensie aan je leven toegevoegd.
Ik Ben Die Ik Ben.
De uitdrukking die we in Ex. 3: 14 tegenkomen als een soort uitleg van de Naam Yahweh is: ‘Ik ben, die Ik ben’. Eigenlijk zit er in de Hebreeuwse uitdrukking een kracht, die we zouden kunnen weergeven met: ‘Ik blijf doorgaan te zijn wie Ik ben’. of: ‘Ik zal worden wat Ik ook maar wens’. Hij zegt hier zelf het volgende over: De uitdrukking zelf is tamelijk simpel: 'ehyeh asher ehyeh’. Het eerste en laatste woord zijn dezelfde en drukt uit: ‘Ik zal worden’. Het is een herhaling van hetzelfde, wat ook al in de naam naar voren komt. Wij hebben zelf in het Nederlands dat soort herhalingen ook als we zeggen: ‘Ik doe wat ik doe’ of ‘ik zeg wat ik doe’. Dan is er geen stuiten meer aan, dan gebeurt het gewoon zo of dan wordt het gewoon zo gezegd. Niemand kan daar dan nog iets aan veranderen. Verbindt God zich zo met Zijn naam aan je, dan weet je zeker dat Hij zijn plannen zal volvoeren. Dat is de gedachte achter zo’n dubbele uitspraak. Als Yahweh zich dus openbaart en blijkt dat in de openbaring van die naam Zijn onherroepelijk plan tot uitdrukking komt. Hij doet wat Hij wenst naar het voornemen van Zijn wil, dan zien we daar de verbondsgod met Zijn reddingsplan klaar staan.
Ex. 3: 14: “Toen zei Elohim tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zei: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden”.
‘Ik zal Mijn doel volbrengen’ was wat Yahweh hier als het ware uitspreekt. Hij volbrengt Zijn plan, ook met jou.
Ik Ben Die Ik Ben.
De uitdrukking die we in Ex. 3: 14 tegenkomen als een soort uitleg van de Naam Yahweh is: ‘Ik ben, die Ik ben’. Eigenlijk zit er in de Hebreeuwse uitdrukking een kracht, die we zouden kunnen weergeven met: ‘Ik blijf doorgaan te zijn wie Ik ben’. of: ‘Ik zal worden wat Ik ook maar wens’. Hij zegt hier zelf het volgende over: De uitdrukking zelf is tamelijk simpel: 'ehyeh asher ehyeh’. Het eerste en laatste woord zijn dezelfde en drukt uit: ‘Ik zal worden’. Het is een herhaling van hetzelfde, wat ook al in de naam naar voren komt. Wij hebben zelf in het Nederlands dat soort herhalingen ook als we zeggen: ‘Ik doe wat ik doe’ of ‘ik zeg wat ik doe’. Dan is er geen stuiten meer aan, dan gebeurt het gewoon zo of dan wordt het gewoon zo gezegd. Niemand kan daar dan nog iets aan veranderen. Verbindt God zich zo met Zijn naam aan je, dan weet je zeker dat Hij zijn plannen zal volvoeren. Dat is de gedachte achter zo’n dubbele uitspraak. Als Yahweh zich dus openbaart en blijkt dat in de openbaring van die naam Zijn onherroepelijk plan tot uitdrukking komt. Hij doet wat Hij wenst naar het voornemen van Zijn wil, dan zien we daar de verbondsgod met Zijn reddingsplan klaar staan.
Ex. 3: 14: “Toen zei Elohim tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zei: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden”.
‘Ik zal Mijn doel volbrengen’ was wat Yahweh hier als het ware uitspreekt. Hij volbrengt Zijn plan, ook met jou.
Bijbels Optiek
Mozes moest tot de farao van Egypte zeggen dat Jahweh, Ik Ben, hem gestuurd had, dat hij Gods volk moest laten vertrekken uit de slavernij. Mozes moest van Jahweh allerlei wonderen doen om deze heidense heerser te overtuigen. Er waren tien verschrikkelijke plagen nodig om hem zover te krijgen.
El Shaddai is Yahweh.
Yahweh Elohim is degene die er altijd is, heel persoonlijk. Zo mogen we Hem kennen. Wat een verschil met de aliëns en buitenaardsen die midden in je ervaringen je plotseling kunnen verrassen, waar geen pijl op te trekken valt. Echte bijstand zal je van hen zeker niet hoeven te verwachten. Vandaar dat ik ervoor kies om eerst lang stil te blijven staan bij Yahweh zelf om later, gewapend in Hem, verder ons te verdiepen wat de Bijbel over al die UFO piloten te zeggen heeft.
Yahweh, Die was, Die is en Die komt.
Die was, Die is en Die komt, dat is de uitgebreide versie van de naam Yahweh, de ‘Ik Ben’. Dat is precies de betekenis van Zijn naam. En weet je wat te gek is? Wil ik nou beweren dat die God Yahweh, die zo vaak opduikt in de Bijbel, die altijd er was om een persoonlijke band met de mens te hebben, dat die God die er toen was nog steeds hier aanwezig is? Dat is precies wat die uitspraak in Openbaring wil zeggen. Dat is wat Yahweh betekent. Hij is niet ‘Ik Was’ alleen maar, Hij is niet “Ik zal komen’ alleen maar. Hij is ook de ‘Ik Ben’ in het nu van jou.
Als we eerlijk omgaan met de betekenis van Zijn naam en eerlijk omgaan met de tijdsvorm waarin Zijn naam geschreven staat, dan is Yahweh de God die was, die is en altijd zal zijn. Dus onthoudt: de God die tot Mozes sprak in de brandende braamstruik zit nu bij jou achter het computerscherm. Een enge gedachte? Dezelfde God die het volk redde uit de slavernij van Egypte zit in jouw auto als je naar je werk rijdt. Waarom? Omdat Zijn naam is: Yahweh, ‘Ik Ben’. Weet je wat dat met je doet? Misschien merk je er niets van en overkomen je juist nu allerlei ellendige dingen, misschien dat jij regelmatig zo’n aliën ontvoering meemaakt en er niet over durft te praten, maar de altijd Zijnde houdt jou in Zijn handen geborgen.
Het loopt Hem niet uit de hand. Hij is de ‘Ik Ben’. Hij is erbij.
El Shaddai is Yahweh.
Yahweh Elohim is degene die er altijd is, heel persoonlijk. Zo mogen we Hem kennen. Wat een verschil met de aliëns en buitenaardsen die midden in je ervaringen je plotseling kunnen verrassen, waar geen pijl op te trekken valt. Echte bijstand zal je van hen zeker niet hoeven te verwachten. Vandaar dat ik ervoor kies om eerst lang stil te blijven staan bij Yahweh zelf om later, gewapend in Hem, verder ons te verdiepen wat de Bijbel over al die UFO piloten te zeggen heeft.
Yahweh, Die was, Die is en Die komt.
Die was, Die is en Die komt, dat is de uitgebreide versie van de naam Yahweh, de ‘Ik Ben’. Dat is precies de betekenis van Zijn naam. En weet je wat te gek is? Wil ik nou beweren dat die God Yahweh, die zo vaak opduikt in de Bijbel, die altijd er was om een persoonlijke band met de mens te hebben, dat die God die er toen was nog steeds hier aanwezig is? Dat is precies wat die uitspraak in Openbaring wil zeggen. Dat is wat Yahweh betekent. Hij is niet ‘Ik Was’ alleen maar, Hij is niet “Ik zal komen’ alleen maar. Hij is ook de ‘Ik Ben’ in het nu van jou.
Als we eerlijk omgaan met de betekenis van Zijn naam en eerlijk omgaan met de tijdsvorm waarin Zijn naam geschreven staat, dan is Yahweh de God die was, die is en altijd zal zijn. Dus onthoudt: de God die tot Mozes sprak in de brandende braamstruik zit nu bij jou achter het computerscherm. Een enge gedachte? Dezelfde God die het volk redde uit de slavernij van Egypte zit in jouw auto als je naar je werk rijdt. Waarom? Omdat Zijn naam is: Yahweh, ‘Ik Ben’. Weet je wat dat met je doet? Misschien merk je er niets van en overkomen je juist nu allerlei ellendige dingen, misschien dat jij regelmatig zo’n aliën ontvoering meemaakt en er niet over durft te praten, maar de altijd Zijnde houdt jou in Zijn handen geborgen.
Het loopt Hem niet uit de hand. Hij is de ‘Ik Ben’. Hij is erbij.
Bijbels Optiek
In Genesis 17:1 verschijnt de Heer aan Abraham en zegt tot hem: Ik ben El Shaddai, de Ontzagwekkende, of ‘de Almachtige.'
De naam Shaddai houdt verband met 'shadayim' dat borsten in het Hebreeuws betekent. De naam kan dus verbonden zijn aan het idee van de goddelijke vruchtbaarheid en voorzienigheid (voeding) voor de mensheid. In Genesis 28:3 staat: "God, de Ontzagwekkende, de Almachtige moge je zegenen, je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven, zodat er een groot aantal volken uit je voortkomt." In Genesis 35:11 en 49:25 komt El Shaddai opnieuw voor en de naam is opnieuw verbonden aan de zegeningen die uit de borsten (Hebreeuws 'shadayim') en baarmoeder (Hebreeuws 'racham') voortkomen.
Hij is de God die is.
Johannes zegt niet: op een keer komt er wel een einde. Op die manier gelooft hij niet in een einde. Hij zegt: ik geloof in déze God, die bezig is te komen en Hij maakt het heden, het heden is van Hèm. Het is goed om dat eens even goed op je te laten inwerken. Hij is de God die is, Hij is ook nu! Ook in deze éénentwintigste eeuw is Hij de God die is. Het heden is van Hèm en niet van de duivel en niet van de antichrist en niet van alle mogelijke krachten en machten en demonen en ook niet van wezens die in ufo’s jou willen ontvoeren. De tijd wòrdt niet gemaakt door de boze. De boze loopt alleen maar achter de feiten aan. De duivel maakt geen geschiedenis, dat kan hij ook niet. Het heden is van de altijd Zijnde, van de God die zegt: Ik ben!
Hij is de God die was.
Maar Hij is ook de God die was. Het verleden is ook van Hem. God neemt ook het verleden op in zijn armen. Dat is ook zo kostbaar.
In het verleden is vaak zoveel waarvan je zegt: O God, hoe moet dat ooit rechtgezet worden. Dat kan ook in je persoonlijk leven zijn. Als je terugkijkt zeg je vaak: had ik tóen maar dit of dat wèl of níet gedaan, dan zou nu alles anders zijn geweest. Er zijn zoveel dingen in het verleden gebeurd waar je misschien niets aan kon doen, waar je alleen maar slachtoffer van bent. En dan zegt God: leg dat verleden nu ook maar in mijn hand.
Hij is de God die jouw verleden omvat. Hij is ook de God die het verleden van àlle mensen en alle volkeren omvat.
Hij is de God die komende is.
Hij is ook de God die komende is. Hij is bezig te komen. Dat is ook weer heel belangrijk. We leven nu in de tijd van de verwachting, van de hoop. Af en toe is het goed je weer eens te oefenen in die hoop, dat uitzicht. Zo gemakkelijk suddert dat weer een beetje weg en komt het op een laag pitje te staan. Je gaat kijken naar alles wat om je heen gebeurt en naar de geest van de tijd en naar de tand van de tijd, die alles kapot knaagt.
Spr.13:12: “Een langgerekt hopen maakt het hart ziek”.
Dat is iets uit de praktijk. Wachten en hopen en maar weer wachten en op het laatst hoop je niets meer. Wat verwacht je nog?
Echter Hij is komende !
De naam Shaddai houdt verband met 'shadayim' dat borsten in het Hebreeuws betekent. De naam kan dus verbonden zijn aan het idee van de goddelijke vruchtbaarheid en voorzienigheid (voeding) voor de mensheid. In Genesis 28:3 staat: "God, de Ontzagwekkende, de Almachtige moge je zegenen, je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven, zodat er een groot aantal volken uit je voortkomt." In Genesis 35:11 en 49:25 komt El Shaddai opnieuw voor en de naam is opnieuw verbonden aan de zegeningen die uit de borsten (Hebreeuws 'shadayim') en baarmoeder (Hebreeuws 'racham') voortkomen.
Hij is de God die is.
Johannes zegt niet: op een keer komt er wel een einde. Op die manier gelooft hij niet in een einde. Hij zegt: ik geloof in déze God, die bezig is te komen en Hij maakt het heden, het heden is van Hèm. Het is goed om dat eens even goed op je te laten inwerken. Hij is de God die is, Hij is ook nu! Ook in deze éénentwintigste eeuw is Hij de God die is. Het heden is van Hèm en niet van de duivel en niet van de antichrist en niet van alle mogelijke krachten en machten en demonen en ook niet van wezens die in ufo’s jou willen ontvoeren. De tijd wòrdt niet gemaakt door de boze. De boze loopt alleen maar achter de feiten aan. De duivel maakt geen geschiedenis, dat kan hij ook niet. Het heden is van de altijd Zijnde, van de God die zegt: Ik ben!
Hij is de God die was.
Maar Hij is ook de God die was. Het verleden is ook van Hem. God neemt ook het verleden op in zijn armen. Dat is ook zo kostbaar.
In het verleden is vaak zoveel waarvan je zegt: O God, hoe moet dat ooit rechtgezet worden. Dat kan ook in je persoonlijk leven zijn. Als je terugkijkt zeg je vaak: had ik tóen maar dit of dat wèl of níet gedaan, dan zou nu alles anders zijn geweest. Er zijn zoveel dingen in het verleden gebeurd waar je misschien niets aan kon doen, waar je alleen maar slachtoffer van bent. En dan zegt God: leg dat verleden nu ook maar in mijn hand.
Hij is de God die jouw verleden omvat. Hij is ook de God die het verleden van àlle mensen en alle volkeren omvat.
Hij is de God die komende is.
Hij is ook de God die komende is. Hij is bezig te komen. Dat is ook weer heel belangrijk. We leven nu in de tijd van de verwachting, van de hoop. Af en toe is het goed je weer eens te oefenen in die hoop, dat uitzicht. Zo gemakkelijk suddert dat weer een beetje weg en komt het op een laag pitje te staan. Je gaat kijken naar alles wat om je heen gebeurt en naar de geest van de tijd en naar de tand van de tijd, die alles kapot knaagt.
Spr.13:12: “Een langgerekt hopen maakt het hart ziek”.
Dat is iets uit de praktijk. Wachten en hopen en maar weer wachten en op het laatst hoop je niets meer. Wat verwacht je nog?
Echter Hij is komende !
Bijbels Optiek
God gebied ons, dat wij Hem (Jezus!!) vurig moeten blijven verwachten en daarbij leven, alsof Hij elk moment terug zou kunnen komen. Openb. 3:10 "Omdat jij het BEVEL bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik jou bewaren voor de ure der verzoeking (eindtijd/verdrukking), die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen".
Opnieuw: welke Naam?
Later vroeg Mozes nog eens, toen hij tot de kinderen van Israël moest gaan, in welke naam hij gezonden werd. Gods antwoord was het volgende:
Ex. 6: 2 en 3: “Voorts sprak Elohim tot Mozes en zeide tot hem: Ik ben Yahweh. Ik ben aan Abraham, Izaäk en Jakob verschenen als El Shaddai, maar met mijn naam Yahweh ben Ik hun niet bekend geweest”.
De naam Yahweh wordt daarmee de naam van de God van Israël. Die naam houdt voor Mozes en het volk een belofte in. Het is alsof God daarin tot dit slavenvolk, dat zonder hoop leefde, zei: ‘Ik zal zijn Die Ik zijn zal. Daarin ligt alles wat jullie nodig hebben.’ Het plan van de redding van Israël leefde in Gods hart en Hij alleen kon het ontvouwen. Zonder Hem kon het nooit verwezenlijkt worden. Hij zou het voor, in en door hen uitwerken. Zo zou Hij steeds dichter tot hen komen. God wilde meer voor hen zijn dan alleen het verleden en de toekomst. De onbegrensde inhoud van de naam Yahweh opende voor hen de schatkamer van Zijn hart!
God is Dezelfde gisteren, heden en tot in de aioon (toekomstig tijdperk).
Uit de bovenstaande tekstplaats blijkt ook dat God zich langzaam aan steeds meer openbaart. Konden ze eerst terugblikken op El Shaddai, hier openbaart God zich aan hen als Yahweh. Dat laat tevens zien dat er geen verwarring is als we in Genesis 1 lezen over Elohim en nu in Genesis 2 en 3 lezen over Yahweh Elohim. In alle rust ontvouwt de ware scheppende Elohim wie Hij is.
Zoals in het Oude Testament alle titels van God vervat zijn in de naam Yahweh, zo is dat eender het geval met de naam Jezus in het Nieuwe Testament. Jezus is in het Hebreeuws feitelijk: Yah Shua, oftewel Yahweh redt.
Die Christus Jezus is de dood ingegaan om de dood te overwinnen. Met Zijn opstanding heeft Hij alle geestelijke machten overwonnen, ook die geestelijke wezens die zich presenteren als buitenaardsen. Dat die Christus Jezus de openbaring is van Yahweh Elohim zelf zullen we hierna op in gaan.
Opnieuw: welke Naam?
Later vroeg Mozes nog eens, toen hij tot de kinderen van Israël moest gaan, in welke naam hij gezonden werd. Gods antwoord was het volgende:
Ex. 6: 2 en 3: “Voorts sprak Elohim tot Mozes en zeide tot hem: Ik ben Yahweh. Ik ben aan Abraham, Izaäk en Jakob verschenen als El Shaddai, maar met mijn naam Yahweh ben Ik hun niet bekend geweest”.
De naam Yahweh wordt daarmee de naam van de God van Israël. Die naam houdt voor Mozes en het volk een belofte in. Het is alsof God daarin tot dit slavenvolk, dat zonder hoop leefde, zei: ‘Ik zal zijn Die Ik zijn zal. Daarin ligt alles wat jullie nodig hebben.’ Het plan van de redding van Israël leefde in Gods hart en Hij alleen kon het ontvouwen. Zonder Hem kon het nooit verwezenlijkt worden. Hij zou het voor, in en door hen uitwerken. Zo zou Hij steeds dichter tot hen komen. God wilde meer voor hen zijn dan alleen het verleden en de toekomst. De onbegrensde inhoud van de naam Yahweh opende voor hen de schatkamer van Zijn hart!
God is Dezelfde gisteren, heden en tot in de aioon (toekomstig tijdperk).
Uit de bovenstaande tekstplaats blijkt ook dat God zich langzaam aan steeds meer openbaart. Konden ze eerst terugblikken op El Shaddai, hier openbaart God zich aan hen als Yahweh. Dat laat tevens zien dat er geen verwarring is als we in Genesis 1 lezen over Elohim en nu in Genesis 2 en 3 lezen over Yahweh Elohim. In alle rust ontvouwt de ware scheppende Elohim wie Hij is.
Zoals in het Oude Testament alle titels van God vervat zijn in de naam Yahweh, zo is dat eender het geval met de naam Jezus in het Nieuwe Testament. Jezus is in het Hebreeuws feitelijk: Yah Shua, oftewel Yahweh redt.
Die Christus Jezus is de dood ingegaan om de dood te overwinnen. Met Zijn opstanding heeft Hij alle geestelijke machten overwonnen, ook die geestelijke wezens die zich presenteren als buitenaardsen. Dat die Christus Jezus de openbaring is van Yahweh Elohim zelf zullen we hierna op in gaan.
Bijbels Optiek
In Christus Jezus heeft Jahweh Zich tenslotte ten volle aan de mens bekend gemaakt. Alleen als je je geloof vestigt op Hem, zul je worden gered voor de eeuwigheid en God leren kennen als de Barmhartige en Liefdevolle. In het Hebreeuws heet Jezus ‘Yah Shua’, oftewel ‘Yahweh redt’.
Maar één reddende Yahweh.
Telkens openbaart Yahweh zich persoonlijker. In Christus Jezus heeft Hij Zich tenslotte ten volle aan de mens bekend gemaakt. Dat willen we nu gaan bestuderen.
Er is geen andere Yahweh.
Deut. 6: 4 luidt:” Hoor, Israël: Yahweh is onze Elohim, Yahweh is één!”
Je kan hier heel letterlijk weergeven: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh.
Wat hier opvalt is dat er niet gezegd wordt dat er sprake is van één Elohim.
Als Yahweh genoemd wordt is er geen sprake van een Elohim in het algemeen, maar het is altijd een Elohim in relatie. Hier is het zijn verbondsrelatie met Zijn aardse volk Israël. Die relatie is onmogelijk om te negeren. In het vierde hoofdstuk van Deuteronomium wordt tweemaal verklaard dat er geen andere is.
Deut. 4: 35:” Jullie hebben het te zien gekregen, opdat jullie zouden weten, dat Yahweh de enige Elohim is, er is geen ander behalve Hij”.
Deut. 4: 39: “Weet daarom heden en neem het ter harte, dat Yahweh de enige Elohim is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander”.
Yahweh is de enig waarachtige Elohim. Het bestaat dus niet om naast Hem enig andere elohim, oftewel godheid voor de aandacht te stellen. Als we dus Jah Shua, oftewel Jezus, naast Hem stellen, komen we dus op verdacht en zelfs onbijbels terrein.
Jezus is Yahweh.
Joh. 1: 1:” In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”.
Yahweh is Elohim en naast Hem is er geen Elohim. De enige oplossing op dit vraagstuk is dat Yah Shua, oftewel Jezus, diezelfde Yahweh is in het Nieuwe Testament. De sleutel ligt in de volgende tekst: Deut. 6: 4:” Hoor, Israël: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh!”
Het woord ‘echad’ dat hier met ons telwoord één vertaald wordt, duidt op een samengestelde eenheid, het woord ‘echad’.
Maar één reddende Yahweh.
Telkens openbaart Yahweh zich persoonlijker. In Christus Jezus heeft Hij Zich tenslotte ten volle aan de mens bekend gemaakt. Dat willen we nu gaan bestuderen.
Er is geen andere Yahweh.
Deut. 6: 4 luidt:” Hoor, Israël: Yahweh is onze Elohim, Yahweh is één!”
Je kan hier heel letterlijk weergeven: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh.
Wat hier opvalt is dat er niet gezegd wordt dat er sprake is van één Elohim.
Als Yahweh genoemd wordt is er geen sprake van een Elohim in het algemeen, maar het is altijd een Elohim in relatie. Hier is het zijn verbondsrelatie met Zijn aardse volk Israël. Die relatie is onmogelijk om te negeren. In het vierde hoofdstuk van Deuteronomium wordt tweemaal verklaard dat er geen andere is.
Deut. 4: 35:” Jullie hebben het te zien gekregen, opdat jullie zouden weten, dat Yahweh de enige Elohim is, er is geen ander behalve Hij”.
Deut. 4: 39: “Weet daarom heden en neem het ter harte, dat Yahweh de enige Elohim is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander”.
Yahweh is de enig waarachtige Elohim. Het bestaat dus niet om naast Hem enig andere elohim, oftewel godheid voor de aandacht te stellen. Als we dus Jah Shua, oftewel Jezus, naast Hem stellen, komen we dus op verdacht en zelfs onbijbels terrein.
Jezus is Yahweh.
Joh. 1: 1:” In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”.
Yahweh is Elohim en naast Hem is er geen Elohim. De enige oplossing op dit vraagstuk is dat Yah Shua, oftewel Jezus, diezelfde Yahweh is in het Nieuwe Testament. De sleutel ligt in de volgende tekst: Deut. 6: 4:” Hoor, Israël: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh!”
Het woord ‘echad’ dat hier met ons telwoord één vertaald wordt, duidt op een samengestelde eenheid, het woord ‘echad’.
Bijbels Optiek
In Deut. 6,4 komt de drie-eenheid van God in het Oude Testament (Tenach) naar voren door het woord 'echad' . Wie Jezus (Yeshua) als Messias heeft aangenomen, gelooft niet in het bestaan van drie afzonderlijke goden. In de gehele bijbel, dus zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament, wordt ons op talloze plaatsen geleerd dat er wel drie Personen zijn, maar echter in een enig Goddelijk Wezen. Deze leer gaat het menselijk verstand te boven; het Goddelijk Wezen is een onbegrijpelijk mysterie. Wat we van Hem weten, is wat ons geopenbaard is. In dit schilderij is het prachtig verbeeld door El Greco.
Het woord ‘echad’
Op dezelfde manier komen we het woord ‘echad’ opnieuw tegen in het volgende Bijbelwoord:
In Ezech. 37: 16 – 17:” Jij mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: voor Juda en de Israëlieten die daarbij behoren; neem dan een ander stuk hout en schrijf daarop: voor Jozef (het stuk hout van Efraïm) en het gehele huis Israëls dat daarbij behoort; voeg ze dan aan elkander tot één stuk hout, zodat zij in uw hand tot één worden”.
Die twee stukken hout zijn tot één stuk hout geworden in de hand van de profeet. Zo wordt ditzelfde woord ook gebruikt bij de eenwording van man en vrouw.
Gen. 2: 24:” Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn”.
Het één vlees zijn van man en vrouw en het één hout zijn van beide houten is dus eenzelfde eenheid als het één Yahweh zijn van Yahweh, onze Elohim.
We kunnen de voorbeelden nog verder uitbreiden.
Num. 13: 23” Toen zij in het dal Eskol gekomen waren, sneden zij daar één rank met een tros druiven af, die zij met hun tweeën aan een draagstok droegen”.
Die ene tak was zo afgeladen met druiven dat er twee mannen nodig waren om het te dragen. Ook hier is het opnieuw die samengestelde eenheid, waar echad op wijst. We kunnen niet anders dan onder de zware druk van de overstelpende bewijsteksten geloven in een samengestelde eenheid van Yahweh.
Het Griekse ‘Kurios’ en het Hebreeuwse ‘Yahweh’, één en dezelfde
Het volgende onderwerp dat wacht op ons onderzoek is de al inmiddels gesuggereerde waarheid dat Yah Shua, oftewel Christus Jezus, in het Nieuwe Testament niemand anders is dat deze Yahweh uit het Oude Testament. We gaan opnieuw naar onze uitgangstekst.
Deut. 6: 4:” Hoor, Israël: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh!”
Waar hier in het Hebreeuws Yahweh staat is dit in de Septuagint weergegeven met het Griekse woord Kurios. Deze titel wordt telkens opnieuw in het Nieuwe Testament gehanteerd als het spreekt over Yah Shua, oftewel Jezus Christus. Het is niet de Vader, die één Kurios genoemd wordt, maar het is Christus zelf.
Ef. 4: 5:” één Kurios, één geloof, één doop”.
1 Cor. 8: 6:” voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Kurios, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem”.
Het woord ‘echad’
Op dezelfde manier komen we het woord ‘echad’ opnieuw tegen in het volgende Bijbelwoord:
In Ezech. 37: 16 – 17:” Jij mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: voor Juda en de Israëlieten die daarbij behoren; neem dan een ander stuk hout en schrijf daarop: voor Jozef (het stuk hout van Efraïm) en het gehele huis Israëls dat daarbij behoort; voeg ze dan aan elkander tot één stuk hout, zodat zij in uw hand tot één worden”.
Die twee stukken hout zijn tot één stuk hout geworden in de hand van de profeet. Zo wordt ditzelfde woord ook gebruikt bij de eenwording van man en vrouw.
Gen. 2: 24:” Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn”.
Het één vlees zijn van man en vrouw en het één hout zijn van beide houten is dus eenzelfde eenheid als het één Yahweh zijn van Yahweh, onze Elohim.
We kunnen de voorbeelden nog verder uitbreiden.
Num. 13: 23” Toen zij in het dal Eskol gekomen waren, sneden zij daar één rank met een tros druiven af, die zij met hun tweeën aan een draagstok droegen”.
Die ene tak was zo afgeladen met druiven dat er twee mannen nodig waren om het te dragen. Ook hier is het opnieuw die samengestelde eenheid, waar echad op wijst. We kunnen niet anders dan onder de zware druk van de overstelpende bewijsteksten geloven in een samengestelde eenheid van Yahweh.
Het Griekse ‘Kurios’ en het Hebreeuwse ‘Yahweh’, één en dezelfde
Het volgende onderwerp dat wacht op ons onderzoek is de al inmiddels gesuggereerde waarheid dat Yah Shua, oftewel Christus Jezus, in het Nieuwe Testament niemand anders is dat deze Yahweh uit het Oude Testament. We gaan opnieuw naar onze uitgangstekst.
Deut. 6: 4:” Hoor, Israël: Yahweh, onze Elohim is één Yahweh!”
Waar hier in het Hebreeuws Yahweh staat is dit in de Septuagint weergegeven met het Griekse woord Kurios. Deze titel wordt telkens opnieuw in het Nieuwe Testament gehanteerd als het spreekt over Yah Shua, oftewel Jezus Christus. Het is niet de Vader, die één Kurios genoemd wordt, maar het is Christus zelf.
Ef. 4: 5:” één Kurios, één geloof, één doop”.
1 Cor. 8: 6:” voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Kurios, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem”.
Bijbels Optiek
Er is maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Kurios, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.
Oude Testament vergeleken met Nieuw Testament.
Het is wellicht nog niet duidelijk voor elke lezer dat het Nieuwe Testament de titel Kurios hanteert als vertaling van de Hebreeuwse naam Yahweh. We gaan daar dus nog even iets dieper op in.
Rom. 4: 8:” Zalig de man, wiens zonde Kurios geenszins zal toerekenen”.
Dit is een citaat van Paulus uit de Psalmen.
Psalm 32: 2:” welzalig de mens, wie Yahweh de ongerechtigheid niet toerekent”.
Ook de schrijver van de Hebreeën gebruikt het woord Kurios.
Hebr. 7: 21 :”Kurios heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen”.
Ook dit is weer een citaat uit de Psalmen.
Psalm 110: 4:” Yahweh heeft gezworen en het berouwt Hem niet”.
In deze beide voorbeelden zien we dat de schrijvers van het Nieuwe Testament blijkbaar de weergave van de Septuagint volgden.
Matth. 3: 3 :”De stem van één, die roept in de woestijn: Bereidt de weg van Kurios, maakt recht zijn paden”.
We gaan terug naar de oorspronkelijke uitspraak.
Jes. 40: 3:” Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg van Yahweh, effent in de wildernis een baan voor onze Elohim”.
Geen andere Yahweh.
We gaan nu nog drie Bijbelgedeelten bij elkaar voegen, die als we dat geheel overzien overduidelijk aantonen dat Yah Shua, Christus Jezus, Kurios is, oftewel Yahweh. De gedeeltes zijn: Jesaja 45, Romeinen 14 en Filippi 2. Jesaja 45 benadrukt de waarheid dat er ‘geen ander’ is. Het hele idee van een Elohim naast Yahweh is onverdraagbaar.
Jes. 45: 5:” Ik ben Yahweh en er is geen ander; buiten Mij is er geen Elohim”.
Jes. 45: 6:” Ik ben Yahweh, en er is geen ander”.
Jes. 45: 14 :”Zo zegt Yahweh: …Alleen bij u is El, en er is geen ander, generlei Elohim”..
Jes. 45: 18:” Want zo zegt Yahweh: Ik ben Yahweh en er is geen ander”.
Yahweh, de enige Redder.
Jes. 45: 21 – 22:” En er is geen Elohim behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende El is er buiten Mij niet. Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben El en niemand meer” .
Oude Testament vergeleken met Nieuw Testament.
Het is wellicht nog niet duidelijk voor elke lezer dat het Nieuwe Testament de titel Kurios hanteert als vertaling van de Hebreeuwse naam Yahweh. We gaan daar dus nog even iets dieper op in.
Rom. 4: 8:” Zalig de man, wiens zonde Kurios geenszins zal toerekenen”.
Dit is een citaat van Paulus uit de Psalmen.
Psalm 32: 2:” welzalig de mens, wie Yahweh de ongerechtigheid niet toerekent”.
Ook de schrijver van de Hebreeën gebruikt het woord Kurios.
Hebr. 7: 21 :”Kurios heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen”.
Ook dit is weer een citaat uit de Psalmen.
Psalm 110: 4:” Yahweh heeft gezworen en het berouwt Hem niet”.
In deze beide voorbeelden zien we dat de schrijvers van het Nieuwe Testament blijkbaar de weergave van de Septuagint volgden.
Matth. 3: 3 :”De stem van één, die roept in de woestijn: Bereidt de weg van Kurios, maakt recht zijn paden”.
We gaan terug naar de oorspronkelijke uitspraak.
Jes. 40: 3:” Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg van Yahweh, effent in de wildernis een baan voor onze Elohim”.
Geen andere Yahweh.
We gaan nu nog drie Bijbelgedeelten bij elkaar voegen, die als we dat geheel overzien overduidelijk aantonen dat Yah Shua, Christus Jezus, Kurios is, oftewel Yahweh. De gedeeltes zijn: Jesaja 45, Romeinen 14 en Filippi 2. Jesaja 45 benadrukt de waarheid dat er ‘geen ander’ is. Het hele idee van een Elohim naast Yahweh is onverdraagbaar.
Jes. 45: 5:” Ik ben Yahweh en er is geen ander; buiten Mij is er geen Elohim”.
Jes. 45: 6:” Ik ben Yahweh, en er is geen ander”.
Jes. 45: 14 :”Zo zegt Yahweh: …Alleen bij u is El, en er is geen ander, generlei Elohim”..
Jes. 45: 18:” Want zo zegt Yahweh: Ik ben Yahweh en er is geen ander”.
Yahweh, de enige Redder.
Jes. 45: 21 – 22:” En er is geen Elohim behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende El is er buiten Mij niet. Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben El en niemand meer” .
Bijbels Optiek
Alleen op Jezus Christus is van toepassing wat God tegen Jesaja zei: “En er is geen Elohim behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende El is er buiten Mij niet. Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben El en niemand meer”. (Jes. 45: 21 – 22). Jezus stond op uit de dood en dat was nog nooit eerder vertoond. Hij kon dit doen omdat Hij God Zelf was, de Schepper van alle leven.
Er is dus geen reddende God behalve Yahweh. Aan het eind van dit indrukwekkende hoofdstuk lezen we deze woorden:
Jes. 45: 23: “ Want Ik heb gezworen bij Mij zelf, waarheid is uit mijn mond uitgegaan, een woord dat niet zal worden herroepen: dat voor Mij elke knie zich zal buigen, dat bij Mij elke tong zal zweren” .
Paulus kende dit hoofdstuk als geen ander. Hij wist dus ook heel goed van die voortdurend herhalende nadruk op ‘GEEN ANDER’ en toch wordt deze algemene huldebetuiging in zijn brieven gebracht aan het adres van Christus.
Fil. 2: 9 – 11:” Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Kurios, tot eer van God, de Vader!”
Paulus lijkt in Romeinen iets anders te leren.
Rom. 14: 10 – 11:” Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel Gods. Want er staat geschreven: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt Kurios: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal Theos loven” .
Wat moeten we hier nou precies van maken? Hier lijkt het op met name God zelf te slaan en niet op Christus zoals in Fil. 2. Hij wellicht bewust de ene keer dit citaat uit Jesaja 45 slaan op Christus en de andere keer slaan op God omdat hij wist dat Yah Shua voor Zijn vleeswording Yahweh Elohim van Israël was.
Getuigen Van Yahweh
Voor Israël was er geen ander dan Yahweh. Van die ene Yahweh was Israël de getuige.
Jes. 43: 10 – 12:” Jullie zijn, luidt het woord van Yahweh, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat jullie het weten en in Mij geloven en inzien, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser. Ik heb verkondigd, verlost en doen horen, en ben geen vreemde onder u; jullie toch zijn mijn getuigen, luidt het woord van Yahweh, en Ik ben El.
Er is dus geen reddende God behalve Yahweh. Aan het eind van dit indrukwekkende hoofdstuk lezen we deze woorden:
Jes. 45: 23: “ Want Ik heb gezworen bij Mij zelf, waarheid is uit mijn mond uitgegaan, een woord dat niet zal worden herroepen: dat voor Mij elke knie zich zal buigen, dat bij Mij elke tong zal zweren” .
Paulus kende dit hoofdstuk als geen ander. Hij wist dus ook heel goed van die voortdurend herhalende nadruk op ‘GEEN ANDER’ en toch wordt deze algemene huldebetuiging in zijn brieven gebracht aan het adres van Christus.
Fil. 2: 9 – 11:” Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Kurios, tot eer van God, de Vader!”
Paulus lijkt in Romeinen iets anders te leren.
Rom. 14: 10 – 11:” Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel Gods. Want er staat geschreven: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt Kurios: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal Theos loven” .
Wat moeten we hier nou precies van maken? Hier lijkt het op met name God zelf te slaan en niet op Christus zoals in Fil. 2. Hij wellicht bewust de ene keer dit citaat uit Jesaja 45 slaan op Christus en de andere keer slaan op God omdat hij wist dat Yah Shua voor Zijn vleeswording Yahweh Elohim van Israël was.
Getuigen Van Yahweh
Voor Israël was er geen ander dan Yahweh. Van die ene Yahweh was Israël de getuige.
Jes. 43: 10 – 12:” Jullie zijn, luidt het woord van Yahweh, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat jullie het weten en in Mij geloven en inzien, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser. Ik heb verkondigd, verlost en doen horen, en ben geen vreemde onder u; jullie toch zijn mijn getuigen, luidt het woord van Yahweh, en Ik ben El.
Bijbels Optiek
Jezus werd geboren om Knecht te zijn, zegt Jesaja. Hij zal geboren worden uit de stam van Juda en wordt vergeleken met een leeuw. Door Zijn knechtzijn zal Hij van Zijn vader in de hemel de koningskroon ontvangen, omdat Hij gehoorzaam was tot de dood.
Israël is getuige van het feit dat er voor en na Yahweh geen andere Elohim is en ook geen andere Redder. Begrijpelijk is dus de felheid van dit volk op dit punt. Tenzij je ziet dat de Yah Shua van het Nieuwe Testament de Yahweh van het Oude Testament is. Oorspronkelijk staat er in het Hebreeuws van Jes. 43: 11 ‘Ik Ik Yahweh’. De NBG maakt daar al van ‘Ik ben’. In het Hebreeuws komt dit werkwoord ‘zijn’ of een vervoeging ervan niet voor. Wij vertalen het wel zo en we hebben de oude Griekse vertaling, de Septuagint, aan onze kant staan. Daar wordt dit dubbele ‘Ik’ vertaald in ‘eimi’. Yahweh zegt daar dus ‘Ik ben’ en later zullen we dit ‘eimi’ bij voortduring tegenkomen in de uitspraken van Yah Shua. De bekende ‘Ik ben’ uitspraken van het Nieuwe Testament.
We gaan die ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus Christus hierna verder uitpluizen en zullen er zeker nog dieper op ingaan. Waarom? Omdat als je vanuit de Bijbel Hem echt kunt leren kennen als Degene, die werkelijk bevrijdt uit de macht van al die geestelijke wezens, waar we mee geconfronteerd worden.
De bekende ‘Ik ben’ uitspraken.
We gaan dus nu ontdekken dat Yahweh zowel als YahShuah dezelfde sterke God is:
Joh. 8: 58 :” Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was [‘genestai’=’tot ontstaan kwam’], ben ik [‘eimi’].
YahShua deed hier duidelijk een aanspraak op de grote ‘Ik Ben’ van het Oude Testament, wat direct blijkt uit de reactie van de omringende Joden. ‘Zij namen stenen op om naar Hem te gooien’, staat er in het direct daarop volgende vers. Eén van de zonden die bestraft moest worden door steniging was godslastering en dat was wat ze hoorden in deze woorden. Niemand, ook de Heer zelf niet, deed een poging om deze ‘verkeerde’ conclusie te corrigeren.
Israël is getuige van het feit dat er voor en na Yahweh geen andere Elohim is en ook geen andere Redder. Begrijpelijk is dus de felheid van dit volk op dit punt. Tenzij je ziet dat de Yah Shua van het Nieuwe Testament de Yahweh van het Oude Testament is. Oorspronkelijk staat er in het Hebreeuws van Jes. 43: 11 ‘Ik Ik Yahweh’. De NBG maakt daar al van ‘Ik ben’. In het Hebreeuws komt dit werkwoord ‘zijn’ of een vervoeging ervan niet voor. Wij vertalen het wel zo en we hebben de oude Griekse vertaling, de Septuagint, aan onze kant staan. Daar wordt dit dubbele ‘Ik’ vertaald in ‘eimi’. Yahweh zegt daar dus ‘Ik ben’ en later zullen we dit ‘eimi’ bij voortduring tegenkomen in de uitspraken van Yah Shua. De bekende ‘Ik ben’ uitspraken van het Nieuwe Testament.
We gaan die ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus Christus hierna verder uitpluizen en zullen er zeker nog dieper op ingaan. Waarom? Omdat als je vanuit de Bijbel Hem echt kunt leren kennen als Degene, die werkelijk bevrijdt uit de macht van al die geestelijke wezens, waar we mee geconfronteerd worden.
De bekende ‘Ik ben’ uitspraken.
We gaan dus nu ontdekken dat Yahweh zowel als YahShuah dezelfde sterke God is:
Joh. 8: 58 :” Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was [‘genestai’=’tot ontstaan kwam’], ben ik [‘eimi’].
YahShua deed hier duidelijk een aanspraak op de grote ‘Ik Ben’ van het Oude Testament, wat direct blijkt uit de reactie van de omringende Joden. ‘Zij namen stenen op om naar Hem te gooien’, staat er in het direct daarop volgende vers. Eén van de zonden die bestraft moest worden door steniging was godslastering en dat was wat ze hoorden in deze woorden. Niemand, ook de Heer zelf niet, deed een poging om deze ‘verkeerde’ conclusie te corrigeren.
Bijbels Optiek
De straf ‘stenigen’ kwam zowel in het Oude testament als in het Nieuwe Testament voor. Op de tekening wordt Stefanus gestenigd omdat hij door een visioen in de hemel kon kijken en Jezus Christus ter rechterzijde van God de Vader zag zitten. Dat was Godslastering en daar stond de doodstraf door steniging op. Ook Jezus zei dat Hij de ‘Ik ben’ van het O.T. was, dus daarom pakten de Joden stenen op.
De grammaticale zinsbouw
Feitelijk vond hier net zo’n grammaticaal vreemde zet plaats als in het Oude Testament, toen het meervoudig woord ‘Elohim’ verbonden werd met een enkelvoudig werkwoord. Hier volgt YahShua niet de logica van de toehoorders. Had Hij namelijk als normaal mens hen duidelijk willen maken dat Hij reeds bestond voordat Abraham geboren werd, dan had Hij grammaticaal juist moeten zeggen: ‘Eer Abraham was, was Ik er’. De verleden tijdsvorm van het werkwoord was de enig juiste geweest. Maar Hij had heel bewust die woorden gekozen ‘ego eimi’, die voor iedere luisteraar uitsluitend voorbehouden was aan Yahweh.
Johannes de doper volgde bijvoorbeeld wel de grammaticaal normaal lopende zinsbouw.
Joh. 1: 30:” Deze is het, van wie ik zei: Na mij komt een man, die voor mij geweest is, want Hij was eer dan ik” .
De getuigen van Yahweh.
We gaan nog eens terug naar het onderwerp van de getuigen van Yahweh.
Jes. 43: 10 – 12:” Jullie zijn, luidt het woord van Yahweh, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat jullie het weten en in Mij geloven en inzien, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser. Ik heb verkondigd, verlost en doen horen, en ben geen vreemde onder u; jullie toch zijn mijn getuigen, luidt het woord van Yahweh, en Ik ben El.
Voor en na Yahweh is er geen God.
Voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn.
Waar Yahweh hier op doelt wijst de hele context wel uit. Naast Yahweh konden geen andere elohim bestaan, zoals de vreemde (aliën) elohim van de andere volkeren.
Jes. 44: 8 – 10:” Weest niet verschrikt en vreest niet. Heb Ik het u niet van oudsher doen horen en verkondigd? Jullie zijn mijn getuigen: is er een Eloah buiten Mij? Er is geen andere Rots, Ik ken er geen. Zij, die beelden vormen, zijn allen ijdelheid: hun dierbare maaksels brengen geen baat, zijzelf zijn er getuigen van, dat zij niets zien en niets weten, zodat zij beschaamd staan. Wie vormt een el en giet een beeld, waarvan hij geen baat heeft?
De grammaticale zinsbouw
Feitelijk vond hier net zo’n grammaticaal vreemde zet plaats als in het Oude Testament, toen het meervoudig woord ‘Elohim’ verbonden werd met een enkelvoudig werkwoord. Hier volgt YahShua niet de logica van de toehoorders. Had Hij namelijk als normaal mens hen duidelijk willen maken dat Hij reeds bestond voordat Abraham geboren werd, dan had Hij grammaticaal juist moeten zeggen: ‘Eer Abraham was, was Ik er’. De verleden tijdsvorm van het werkwoord was de enig juiste geweest. Maar Hij had heel bewust die woorden gekozen ‘ego eimi’, die voor iedere luisteraar uitsluitend voorbehouden was aan Yahweh.
Johannes de doper volgde bijvoorbeeld wel de grammaticaal normaal lopende zinsbouw.
Joh. 1: 30:” Deze is het, van wie ik zei: Na mij komt een man, die voor mij geweest is, want Hij was eer dan ik” .
De getuigen van Yahweh.
We gaan nog eens terug naar het onderwerp van de getuigen van Yahweh.
Jes. 43: 10 – 12:” Jullie zijn, luidt het woord van Yahweh, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat jullie het weten en in Mij geloven en inzien, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser. Ik heb verkondigd, verlost en doen horen, en ben geen vreemde onder u; jullie toch zijn mijn getuigen, luidt het woord van Yahweh, en Ik ben El.
Voor en na Yahweh is er geen God.
Voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn.
Waar Yahweh hier op doelt wijst de hele context wel uit. Naast Yahweh konden geen andere elohim bestaan, zoals de vreemde (aliën) elohim van de andere volkeren.
Jes. 44: 8 – 10:” Weest niet verschrikt en vreest niet. Heb Ik het u niet van oudsher doen horen en verkondigd? Jullie zijn mijn getuigen: is er een Eloah buiten Mij? Er is geen andere Rots, Ik ken er geen. Zij, die beelden vormen, zijn allen ijdelheid: hun dierbare maaksels brengen geen baat, zijzelf zijn er getuigen van, dat zij niets zien en niets weten, zodat zij beschaamd staan. Wie vormt een el en giet een beeld, waarvan hij geen baat heeft?
Bijbels Optiek
Jezus zegt in Matth. 14: 28: ‘Houdt moed, Ik ben het, wees niet bevreesd’, als Hij over het water in de storm naar hen toekomt op het meer van Galilea. In Jesaja 44 zegt Yahweh: ‘Weest niet verschrikt en vreest niet, jullie zijn mijn getuigen: is er een Eloah buiten Mij’? Er is geen andere Rots, Ik ken er geen. Als Schepper van hemel en aarde had Jezus de macht over het water en de wind en daarom kwam Hij lopend over het water naar hen toe.
Geen El voor en na Yahweh.
Als Yahweh zegt dat er voor Hem geen El geformeerd is, dan ligt daar ook een ironische toon in. In de directe context zie je hoe de volkeren wel aan het formeren waren door een ‘el’ te vormen en een beeld te gieten, maar het zal hen niet lukken om zo’n el een hogere ouderdom te geven dan Yahweh zelf. Maar Yahweh liet het niet bij deze uitspraak. Hij voegde er ook nog aan toe dat er na Hem ook geen zou zijn. Dat levert toch wel vraagtekens op. Je ziet hier in Jesaja 44 dat de volkeren daar juist druk mee bezig waren.
Het woordje ‘Yarsar’
Het Hebreeuwse woord ‘yarsar’, dat in Jes. 43 vertaald is met formeren komt vier keer voor.
Jes. 43: 1:” Maar nu, zo zegt Yahweh, uw Schepper, o Jakob, en uw Formeerder, o Israël” .
Jes. 43: 7:” ieder die Ik geformeerd heb” .
Jes. 43: 10:” Voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn” .
Jes. 43: 21:” Het volk dat Ik Mij geformeerd heb” .
Komen we dan in het volgende hoofdstuk terecht, dan ontdekken we dat dit woord ‘yarsar’ ook gebruikt wordt om een geboorte te beschrijven.
Jes. 44: 2:” Zo zegt Yahweh, uw Maker en van de moederschoot aan uw Formeerder” .
Jes. 44: 24:” Zo zegt Yahweh, uw Verlosser, en uw Formeerder van de moederschoot aan” .
De El Gibbor.
Voordat ook maar één van deze teksten door Jesaja opgeschreven was, had hij al de grote Messiaanse profetie uitgesproken:
Jes. 9: 6:” Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke El, Eeuwige Vader, Vredevorst” .
Geen El voor en na Yahweh.
Als Yahweh zegt dat er voor Hem geen El geformeerd is, dan ligt daar ook een ironische toon in. In de directe context zie je hoe de volkeren wel aan het formeren waren door een ‘el’ te vormen en een beeld te gieten, maar het zal hen niet lukken om zo’n el een hogere ouderdom te geven dan Yahweh zelf. Maar Yahweh liet het niet bij deze uitspraak. Hij voegde er ook nog aan toe dat er na Hem ook geen zou zijn. Dat levert toch wel vraagtekens op. Je ziet hier in Jesaja 44 dat de volkeren daar juist druk mee bezig waren.
Het woordje ‘Yarsar’
Het Hebreeuwse woord ‘yarsar’, dat in Jes. 43 vertaald is met formeren komt vier keer voor.
Jes. 43: 1:” Maar nu, zo zegt Yahweh, uw Schepper, o Jakob, en uw Formeerder, o Israël” .
Jes. 43: 7:” ieder die Ik geformeerd heb” .
Jes. 43: 10:” Voor Mij is er geen El geformeerd en na Mij zal er geen zijn” .
Jes. 43: 21:” Het volk dat Ik Mij geformeerd heb” .
Komen we dan in het volgende hoofdstuk terecht, dan ontdekken we dat dit woord ‘yarsar’ ook gebruikt wordt om een geboorte te beschrijven.
Jes. 44: 2:” Zo zegt Yahweh, uw Maker en van de moederschoot aan uw Formeerder” .
Jes. 44: 24:” Zo zegt Yahweh, uw Verlosser, en uw Formeerder van de moederschoot aan” .
De El Gibbor.
Voordat ook maar één van deze teksten door Jesaja opgeschreven was, had hij al de grote Messiaanse profetie uitgesproken:
Jes. 9: 6:” Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke El, Eeuwige Vader, Vredevorst” .
Bijbels Optiek
Welk mens kan Jesaja 9: 1-6 doorgronden, dat de Schepper van hemel en aarde als een Kind werd geboren, dat de heerschappij op Zijn schouders rust, wonderbare Raadsman genoemd wordt, sterke El (El Gibbor), eeuwige Vader, Vredevorst wordt genoemd en tegelijkertijd stierf aan een kruis (de tav, de laatste letter van het Hebreeuwse alphabet), echter opstond uit de dood en naar de hemel opvoer om later terug te keren met al Zijn titels. Dat is alleen te geloven!!!!!!!!!!
‘Een kind geboren…de sterke El (El Gibbor)’. Dat zijn stevige woorden! Er is geen spoortje van twijfel over de betekenis van deze woorden. Hier neemt de profeet ons mee naar de eerste komst van de Messias, die de titel draagt: El Gibbor. In het daarop volgende hoofdstuk neemt hij ons mee naar de tweede komst van diezelfde Messias, die dan weer verschijnt onder dezelfde titel: El Gibbor.
Jes. 10: 20 - 21 :” En het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jakobs huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid steunen zullen op Yahweh, de Heilige Israëls. Een rest zal zich bekeren, de rest van Jakob, tot de sterke El” .
Yahweh verschijnt als de El Gibbor, zoals Hij in het voorgaande hoofdstuk als de El Gibbor als kind geboren wordt. In Jesaja 44 zagen we al dat ‘yarsar’ een geboorte van een kind beschrijft. In Jesaja 9 wordt het formeren van de El Gibbor beschreven, die wij kennen als YahShua.
Sterk en machtig is Hij. Dat mogen we zeker weten. Die sterke God als je persoonlijke Redder te kennen vernieuwt je hele leven.
Jezus en Yahweh gelijk.
Voor alles moeten we begrijpen dat we nooit ten volle de aard van God kunnen doorgronden. We spreken over het ‘wezen’ van God als ‘absoluut’ en ‘onbegrensd’ maar als we eerlijk zijn zouden we het net zo goed de ‘x-factor’ kunnen noemen. Het is een voor ons ongrijpbare, onbegrijpelijke grootheid. God is zodanig tot ons afgedaald door Zichzelf in te perken waardoor we iets van Zijn eigenschappen kunnen begrijpen. Hij gebruikt termen, die binnen ons begrip vallen en dat doet Hij bovenal door ons in dit huidige leven Zijn heerlijkheid te doen kennen in de Persoon van YahShua Ha Masschiah, dat is Jezus Christus.
Ons inzicht en die van een klein kind.
In al ons vergaren van kennis is ons brein voortdurend aan het vergelijken, zoeken naar tegenstellingen, etiketten opplakken en het trekken van conclusies. In welke categorie moeten we God plaatsen? Hij is Geest. Dat weten we dan, maar weten we ook wat dat inhoudt? Begrijpen we iets van de voorwaarden en manieren van leven die bijdragen aan puur Geest? Nou nee, niets! Een klein kind bij moeder op schoot heeft nog eerder de volledige betekenis van de vierde dimensie te pakken dan dat wij met ons verstand de aard van deze Oneindige El kunnen doorgronden.
‘Een kind geboren…de sterke El (El Gibbor)’. Dat zijn stevige woorden! Er is geen spoortje van twijfel over de betekenis van deze woorden. Hier neemt de profeet ons mee naar de eerste komst van de Messias, die de titel draagt: El Gibbor. In het daarop volgende hoofdstuk neemt hij ons mee naar de tweede komst van diezelfde Messias, die dan weer verschijnt onder dezelfde titel: El Gibbor.
Jes. 10: 20 - 21 :” En het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jakobs huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid steunen zullen op Yahweh, de Heilige Israëls. Een rest zal zich bekeren, de rest van Jakob, tot de sterke El” .
Yahweh verschijnt als de El Gibbor, zoals Hij in het voorgaande hoofdstuk als de El Gibbor als kind geboren wordt. In Jesaja 44 zagen we al dat ‘yarsar’ een geboorte van een kind beschrijft. In Jesaja 9 wordt het formeren van de El Gibbor beschreven, die wij kennen als YahShua.
Sterk en machtig is Hij. Dat mogen we zeker weten. Die sterke God als je persoonlijke Redder te kennen vernieuwt je hele leven.
Jezus en Yahweh gelijk.
Voor alles moeten we begrijpen dat we nooit ten volle de aard van God kunnen doorgronden. We spreken over het ‘wezen’ van God als ‘absoluut’ en ‘onbegrensd’ maar als we eerlijk zijn zouden we het net zo goed de ‘x-factor’ kunnen noemen. Het is een voor ons ongrijpbare, onbegrijpelijke grootheid. God is zodanig tot ons afgedaald door Zichzelf in te perken waardoor we iets van Zijn eigenschappen kunnen begrijpen. Hij gebruikt termen, die binnen ons begrip vallen en dat doet Hij bovenal door ons in dit huidige leven Zijn heerlijkheid te doen kennen in de Persoon van YahShua Ha Masschiah, dat is Jezus Christus.
Ons inzicht en die van een klein kind.
In al ons vergaren van kennis is ons brein voortdurend aan het vergelijken, zoeken naar tegenstellingen, etiketten opplakken en het trekken van conclusies. In welke categorie moeten we God plaatsen? Hij is Geest. Dat weten we dan, maar weten we ook wat dat inhoudt? Begrijpen we iets van de voorwaarden en manieren van leven die bijdragen aan puur Geest? Nou nee, niets! Een klein kind bij moeder op schoot heeft nog eerder de volledige betekenis van de vierde dimensie te pakken dan dat wij met ons verstand de aard van deze Oneindige El kunnen doorgronden.
Bijbels Optiek
Jezus zei tegen de toehoorders in Zijn tijd dat zij moesten worden als de kinderen, want aan hen behoorde het Koninkrijk der hemelen. Wat Hij zeggen wilde was, dat zij Hem moesten geloven en geen andere goden moesten dienen, want Hij was immers de grote Ik ben, God Zelf in het vlees gekomen.
Vergelijken.
God heeft geen Gelijke en dus hebben wij niets waarmee wij Hem kunnen vergelijken. We zijn direct bij de start stopgezet. Geen Gelijke.
Jes. 40: 18:” Met wie dan wil jij El vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen?”
Jes. 40: 25:” Met wie dan wil jij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de Heilige”
Jes. 46: 5:” Met wie wil jij Mij vergelijken en gelijkstellen, aan wie Mij gelijk achten, dat wij elkander zouden gelijk zijn?”
Psalm 89: 6 :” want wie in de hemel kan Yahweh evenaren, wie onder [de zonen van] El is Yahweh gelijk?
Bij een vergelijkingsonderzoek zijn er twee mogelijke uitkomsten:
1/ Men stelt absolute gelijkheid op elk terrein vast. Bij een goed vergelijkingsonderzoek is dat feitelijk uitgesloten omdat een absolute gelijkheid inhoudt dat er een 100% identieke zaak, persoon, geval of iets gevonden is.
2/ Er komen verschillen aan het licht. Daardoor zal de één aan de ander superieur zijn of andersom.
Als Yahweh nu zo uitdrukkelijk op meerdere plaatsen stelt: “ met wie wil je Mij vergelijken, dat Ik hem gelijk zou zijn?” , dan geeft Hij dus aan dat Hij een vergelijkingsonderzoek met één van deze twee mogelijke uitkomsten niet toestaat. We moeten Yahweh dus gewoon op Zijn woord geloven dat er geen Gelijke is aan Hem.
Niet te vergelijken.
Het Hebreeuwse woord ‘sharah’ betekent ‘gelijk zijn’. Het drukt uit: evenveel gewicht hebben, evenveel invloed hebben, evenveel zaken ondergaan, oftewel een perfect duplicaat, een gelijke zonder enige uitzondering. Een duidelijk voorbeeld vind je in het gebruik van dit woord als een ramp het joodse volk gaat treffen onder koningin Esther.
Esther 7: 4:” deze ramp zal onder de verliezen van de koning zijn weerga niet hebben” .
De uitdrukking ‘weerga hebben’ is weer ditzelfde woordje ‘sharah’. Die ramp is nergens mee te vergelijken.
Als Yahweh dus vraagt: ‘met wie wil je Mij vergelijken, dat Ik hem gelijk zou zijn?’ kan het antwoord dus eenvoudig niet anders zijn dan: met niemand! Yahweh is onvergelijkbaar.
Gelijk zijn in het Nieuwe Testament.
Er is ook nog een getuigenis in het Nieuwe Testament dat we mee moeten laten wegen voordat we dit grote vraagstuk als afgesloten kunnen beschouwen. Het Griekse woord dat met ‘gelijke’ vertaald kan worden is ‘isos’. De basisbetekenis van het woord is: identiek, dezelfde of volkomen eender. Een voorbeeld ervan vinden we bij het hemelse Jeruzalem.
Openb. 21:16 :” En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad met de stok: twaalfduizend stadiën; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk” .
Er was absoluut geen enkel verschil tussen de lengte, breedte en de hoogte. Alles was perfect identiek.
Vergelijken.
God heeft geen Gelijke en dus hebben wij niets waarmee wij Hem kunnen vergelijken. We zijn direct bij de start stopgezet. Geen Gelijke.
Jes. 40: 18:” Met wie dan wil jij El vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen?”
Jes. 40: 25:” Met wie dan wil jij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de Heilige”
Jes. 46: 5:” Met wie wil jij Mij vergelijken en gelijkstellen, aan wie Mij gelijk achten, dat wij elkander zouden gelijk zijn?”
Psalm 89: 6 :” want wie in de hemel kan Yahweh evenaren, wie onder [de zonen van] El is Yahweh gelijk?
Bij een vergelijkingsonderzoek zijn er twee mogelijke uitkomsten:
1/ Men stelt absolute gelijkheid op elk terrein vast. Bij een goed vergelijkingsonderzoek is dat feitelijk uitgesloten omdat een absolute gelijkheid inhoudt dat er een 100% identieke zaak, persoon, geval of iets gevonden is.
2/ Er komen verschillen aan het licht. Daardoor zal de één aan de ander superieur zijn of andersom.
Als Yahweh nu zo uitdrukkelijk op meerdere plaatsen stelt: “ met wie wil je Mij vergelijken, dat Ik hem gelijk zou zijn?” , dan geeft Hij dus aan dat Hij een vergelijkingsonderzoek met één van deze twee mogelijke uitkomsten niet toestaat. We moeten Yahweh dus gewoon op Zijn woord geloven dat er geen Gelijke is aan Hem.
Niet te vergelijken.
Het Hebreeuwse woord ‘sharah’ betekent ‘gelijk zijn’. Het drukt uit: evenveel gewicht hebben, evenveel invloed hebben, evenveel zaken ondergaan, oftewel een perfect duplicaat, een gelijke zonder enige uitzondering. Een duidelijk voorbeeld vind je in het gebruik van dit woord als een ramp het joodse volk gaat treffen onder koningin Esther.
Esther 7: 4:” deze ramp zal onder de verliezen van de koning zijn weerga niet hebben” .
De uitdrukking ‘weerga hebben’ is weer ditzelfde woordje ‘sharah’. Die ramp is nergens mee te vergelijken.
Als Yahweh dus vraagt: ‘met wie wil je Mij vergelijken, dat Ik hem gelijk zou zijn?’ kan het antwoord dus eenvoudig niet anders zijn dan: met niemand! Yahweh is onvergelijkbaar.
Gelijk zijn in het Nieuwe Testament.
Er is ook nog een getuigenis in het Nieuwe Testament dat we mee moeten laten wegen voordat we dit grote vraagstuk als afgesloten kunnen beschouwen. Het Griekse woord dat met ‘gelijke’ vertaald kan worden is ‘isos’. De basisbetekenis van het woord is: identiek, dezelfde of volkomen eender. Een voorbeeld ervan vinden we bij het hemelse Jeruzalem.
Openb. 21:16 :” En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad met de stok: twaalfduizend stadiën; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk” .
Er was absoluut geen enkel verschil tussen de lengte, breedte en de hoogte. Alles was perfect identiek.
Bijbels Optiek
Openbaring 21: En ik zag de Heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdalen, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde een stem zeggen: Zie de tabernakel GODS is bij de mensen en HIJ zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn en GOD Zelf zal bij hen zijn. En GOD zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer bestaan, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite, zal meer zijn want de eerste dingen zijn voorbij.
Ons Nederlands gebruik van het woord ‘iso’
Wij gebruiken dit woord in het Nederlands ook wel. Wij zeggen bijvoorbeeld dat volkomen gelijkvormige kristallen isomorf zijn. Wij gebruiken dat woord dus ook in woordsamenstellingen om volkomen gelijkheid aan te duiden. Zo spreken we over isochroon als er sprake is van een gelijke tijdsduur en bij weersvoorspellingen worden isobaren op de landkaart getekend als punten met gelijke luchtdruk. De betekenis van dit Griekse woord ‘isos’ is dus ook in onze taal behoorlijk ingeburgerd en heeft dezelfde betekenis, die het ook in het Grieks heeft: identiek, dezelfde of volkomen eender.
Jood en heiden gelijke gaven in het Nieuwe Verbond.
In het Nieuwe Testament klagen de dagloners bij hun baas dat iedereen precies identiek kreeg uitbetaald.
Matth. 20:12:” en zij zeiden: Deze laatste hebben een uur gewerkt en u heeft hen met ons gelijkgesteld” .
Precies hetzelfde bedrag kregen deze mensen, die veel later kwamen. Zo constateert Petrus dat de heidenen precies dezelfde gaven ontvangen hadden als de Joden, die al eerder geroepen waren.
Hand. 11:17:” Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?”
Ook hier gebruikt Petrus weer dat Griekse woord ‘isos’. Het is opvallend hoe die gebeurtenis een verklaring is van de gelijkenis in Mattheus. Beiden ontvangen identieke gaven, de vroege dagloners en de vroeg geroepen joden ontvingen identiek hetzelfde als de late dagloners en de laat geroepen heidenen.
Ons Nederlands gebruik van het woord ‘iso’
Wij gebruiken dit woord in het Nederlands ook wel. Wij zeggen bijvoorbeeld dat volkomen gelijkvormige kristallen isomorf zijn. Wij gebruiken dat woord dus ook in woordsamenstellingen om volkomen gelijkheid aan te duiden. Zo spreken we over isochroon als er sprake is van een gelijke tijdsduur en bij weersvoorspellingen worden isobaren op de landkaart getekend als punten met gelijke luchtdruk. De betekenis van dit Griekse woord ‘isos’ is dus ook in onze taal behoorlijk ingeburgerd en heeft dezelfde betekenis, die het ook in het Grieks heeft: identiek, dezelfde of volkomen eender.
Jood en heiden gelijke gaven in het Nieuwe Verbond.
In het Nieuwe Testament klagen de dagloners bij hun baas dat iedereen precies identiek kreeg uitbetaald.
Matth. 20:12:” en zij zeiden: Deze laatste hebben een uur gewerkt en u heeft hen met ons gelijkgesteld” .
Precies hetzelfde bedrag kregen deze mensen, die veel later kwamen. Zo constateert Petrus dat de heidenen precies dezelfde gaven ontvangen hadden als de Joden, die al eerder geroepen waren.
Hand. 11:17:” Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?”
Ook hier gebruikt Petrus weer dat Griekse woord ‘isos’. Het is opvallend hoe die gebeurtenis een verklaring is van de gelijkenis in Mattheus. Beiden ontvangen identieke gaven, de vroege dagloners en de vroeg geroepen joden ontvingen identiek hetzelfde als de late dagloners en de laat geroepen heidenen.
Bijbels Optiek
Jezus sprak vaak in gelijkenissen tegen Zijn discipelen. Zo vertelde Hij de gelijkenis van de werkers in de wijngaard. De wijngaard is het Koninkrijk van God en zowel de Joden als de heidenen zouden gelijkgesteld worde, waren gelijk (isos).
Jezus gelijk aan Yahweh.
Er staan twee getuigenissen in de Bijbel dat YahShua identiek is aan Yahweh. De eerste is als YahShua tegenover Zijn moordenaars staat.
Joh 5:18:” Hierom dan trachtten de Joden des te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat schond, maar ook God zijn eigen Vader noemde en Zich dus met God gelijkstelde” .
Het resultaat hier was dat ze Hem wilden stenigen vanwege deze godslastering. De tweede komt van de hand van de apostel Paulus.
Filip. 2:6:” die, in de gestalte Gods zijnde, het Theos gelijk zijn niet als een roof heeft geacht” .
Als we nu logisch nadenken zitten we hier met een probleem. De profeet Jesaja maakt het onbetwist duidelijk dat er geen ander kan zijn, die de gelijke van Yahweh is. Paulus stelt glashard dat de gelijkheid van YahShua aan Yahweh een volstrekt normale zaak is. Er kan geen frictie bestaan tussen beide uitspraken, die beide geïnspireerd zijn. Er is dus maar één conclusie mogelijk. Jesaja en Paulus spreken beide van dezelfde heerlijke Persoon. YahShua is de Yahweh van het Oude Testament.
Geloof in een verzoenende Yahweh.
Voordat we verder gaan met een onderzoek naar alle vreemde (aliën) geestelijke wezen in de Bijbel staan we nog één keer stil bij de Persoon van Yahweh.
De Engel van Yahweh.
Eén van de meest overtuigende bewijsstukken dat de Heer Jezus, YahShua, dezelfde is als Yahweh blijkt aan het eind van de Bijbel.
Openb. 22: 16:” Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om jullie dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster” .
YahShua stuurt Zijn engel. Dat het de engel van Yahweh zelf is blijkt tien verzen daarvoor.
Openb. 22: 6:” En Hij zei tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Here, de God van de geesten der profeten, heeft Zijn engel gezonden, om zijn knechten te tonen, hetgeen weldra geschieden moet” .
Geloof in Christus Jezus.
Wil je geloven in Christus Jezus dan kan het niet anders dan dat je gelooft wat God over Zijn Zoon zegt. Geloven in Christus Jezus is geloven in wat de Bijbel over Hem zegt. Dan geloof je dus dat de Yahweh van het Oude Testament de Christus Jezus van het Nieuwe Testament is.
Yahweh noemt Zichzelf de Redder van Israël.
Jesaja 43: 11:”Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser”.
Jesaja 45: 21:” Ben Ik het niet, Yahweh? En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet”.
Hosea 13: 4:” Maar Ik ben Yahweh, uw Elohim, van het land Egypte af; een Elohim nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet”.
Het Nieuwe Testament wijst de redding aan als uitsluitend in Christus Jezus.
Efeze 1: 7:” En in Hem [Christus] hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade”.
Daarmee is Christus de reddende Yahweh. De engelen riepen dat bij de geboorte van Christus de Redder geboren was, namelijk Christus, de Heer. Die titels kunnen dan ook niet anders geïnterpreteerd worden als ‘Messias Yahweh’.
Jezus gelijk aan Yahweh.
Er staan twee getuigenissen in de Bijbel dat YahShua identiek is aan Yahweh. De eerste is als YahShua tegenover Zijn moordenaars staat.
Joh 5:18:” Hierom dan trachtten de Joden des te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen de sabbat schond, maar ook God zijn eigen Vader noemde en Zich dus met God gelijkstelde” .
Het resultaat hier was dat ze Hem wilden stenigen vanwege deze godslastering. De tweede komt van de hand van de apostel Paulus.
Filip. 2:6:” die, in de gestalte Gods zijnde, het Theos gelijk zijn niet als een roof heeft geacht” .
Als we nu logisch nadenken zitten we hier met een probleem. De profeet Jesaja maakt het onbetwist duidelijk dat er geen ander kan zijn, die de gelijke van Yahweh is. Paulus stelt glashard dat de gelijkheid van YahShua aan Yahweh een volstrekt normale zaak is. Er kan geen frictie bestaan tussen beide uitspraken, die beide geïnspireerd zijn. Er is dus maar één conclusie mogelijk. Jesaja en Paulus spreken beide van dezelfde heerlijke Persoon. YahShua is de Yahweh van het Oude Testament.
Geloof in een verzoenende Yahweh.
Voordat we verder gaan met een onderzoek naar alle vreemde (aliën) geestelijke wezen in de Bijbel staan we nog één keer stil bij de Persoon van Yahweh.
De Engel van Yahweh.
Eén van de meest overtuigende bewijsstukken dat de Heer Jezus, YahShua, dezelfde is als Yahweh blijkt aan het eind van de Bijbel.
Openb. 22: 16:” Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om jullie dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster” .
YahShua stuurt Zijn engel. Dat het de engel van Yahweh zelf is blijkt tien verzen daarvoor.
Openb. 22: 6:” En Hij zei tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Here, de God van de geesten der profeten, heeft Zijn engel gezonden, om zijn knechten te tonen, hetgeen weldra geschieden moet” .
Geloof in Christus Jezus.
Wil je geloven in Christus Jezus dan kan het niet anders dan dat je gelooft wat God over Zijn Zoon zegt. Geloven in Christus Jezus is geloven in wat de Bijbel over Hem zegt. Dan geloof je dus dat de Yahweh van het Oude Testament de Christus Jezus van het Nieuwe Testament is.
Yahweh noemt Zichzelf de Redder van Israël.
Jesaja 43: 11:”Ik, Ik ben Yahweh, en buiten Mij is er geen Verlosser”.
Jesaja 45: 21:” Ben Ik het niet, Yahweh? En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet”.
Hosea 13: 4:” Maar Ik ben Yahweh, uw Elohim, van het land Egypte af; een Elohim nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet”.
Het Nieuwe Testament wijst de redding aan als uitsluitend in Christus Jezus.
Efeze 1: 7:” En in Hem [Christus] hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade”.
Daarmee is Christus de reddende Yahweh. De engelen riepen dat bij de geboorte van Christus de Redder geboren was, namelijk Christus, de Heer. Die titels kunnen dan ook niet anders geïnterpreteerd worden als ‘Messias Yahweh’.
Bijbels Optiek
De engelen riepen dat bij de geboorte van Christus de Redder geboren was, namelijk Christus, de Heer. Die titels kunnen dan ook niet anders geïnterpreteerd worden als ‘Messias Yahweh’.
De Eerste en de Laatste.
Yahweh beweert dat Hij de Eerste en de Laatste is. Iedereen zal moeten toegeven dat er niet twee eersten en twee laatsten kunnen zijn. Hoe kan je dan de uitspraak van de opgestane Jezus uitleggen in Openbaring?
Openbaring 1: 17 – 18:” Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle aionen” .
Dat kan alleen Yahweh zeggen.
Onze redding ligt vast in Christus Jezus alleen, oftewel in Yahweh.
Yahweh, Yahweh van alle genade.
Voordat we dit stu onderdeel afsluiten willen we nog iets opmerkelijks doornemen. We gaan naar Exodus.
Ex. 34: 6 – 7:” Yahweh ging aan hem voorbij [dit was op de berg toen Mozes de tien woorden of geboden ontving] en riep: Yahweh, Yahweh, El, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft” .
In deze tekst bazuint Yahweh zijn eigen naam tot twee keer toe uit over het volk. Welke eigenschappen worden daarbij dan opgenoemd? Yahweh is barmhartig en genadig en lankmoedig. Dat laatste woord betekent dat hij traag is in het boos worden. Onze Yahweh is bewogen, vol mededogen, groot van goedertierenheid en trouw. Yahweh is de God die vergeeft. Die God gaat een relatie aan en Hij houdt zich aan Zijn beloften. De vraag is: ‘Wil jij daar vanaf vandaag al mee leven?’
Al die kenmerken zijn samengebald in die naam: Yahweh. Dat zijn de kenmerken die ook weer terugkomen in de naam YahShua oftewel Jezus.
De Eerste en de Laatste.
Yahweh beweert dat Hij de Eerste en de Laatste is. Iedereen zal moeten toegeven dat er niet twee eersten en twee laatsten kunnen zijn. Hoe kan je dan de uitspraak van de opgestane Jezus uitleggen in Openbaring?
Openbaring 1: 17 – 18:” Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de Levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle aionen” .
Dat kan alleen Yahweh zeggen.
Onze redding ligt vast in Christus Jezus alleen, oftewel in Yahweh.
Yahweh, Yahweh van alle genade.
Voordat we dit stu onderdeel afsluiten willen we nog iets opmerkelijks doornemen. We gaan naar Exodus.
Ex. 34: 6 – 7:” Yahweh ging aan hem voorbij [dit was op de berg toen Mozes de tien woorden of geboden ontving] en riep: Yahweh, Yahweh, El, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft” .
In deze tekst bazuint Yahweh zijn eigen naam tot twee keer toe uit over het volk. Welke eigenschappen worden daarbij dan opgenoemd? Yahweh is barmhartig en genadig en lankmoedig. Dat laatste woord betekent dat hij traag is in het boos worden. Onze Yahweh is bewogen, vol mededogen, groot van goedertierenheid en trouw. Yahweh is de God die vergeeft. Die God gaat een relatie aan en Hij houdt zich aan Zijn beloften. De vraag is: ‘Wil jij daar vanaf vandaag al mee leven?’
Al die kenmerken zijn samengebald in die naam: Yahweh. Dat zijn de kenmerken die ook weer terugkomen in de naam YahShua oftewel Jezus.
Bijbels Optiek
Jezus’ leven stond in het teken van de verzoening tussen God en de mens en zijn eeuwige redding. Het kruis was daarvan het symbool.
Yahweh wil een relatie.
Het voert te ver om alle teksten over Elohim met en zonder Yahweh de revue te laten passeren. We zien dan dat aan de naam Yahweh een meer intieme relatie verbonden zit als bij de titel Elohim. Elohim wijst op de Schepper en Zijn relatie tot het schepsel, terwijl Yahweh de naam is waarmee Hij in een verbondsrelatie staat met de mens. Als Elohim heeft God een plan met Zijn schepping, daarmee een doel, een eed en een belofte om het na te komen. Als Yahweh voert Hij het plan uit. Alles staat in het kader van Zijn hele plan met Zijn schepping.
Yahweh verzoent de mensheid.
Als we nu naar de naam van Elohim kijken, dan weten we dat Yahweh dezelfde Elohim is, die hemelen en aarde geschapen heeft, maar Die Zich nu als het ware begrenst binnen het plan van tijdperken. Elohim heeft met Zijn schepping ook tijdperken geschapen, waarbinnen Hij tot Zijn doel komt met deze schepping. De Bijbel noemt die tijdperken aionen. Als Yahweh treedt Hij die aionen, die tijdperken binnen om een relatie aan te gaan met de mens. Waar Elohim het plan van verzoening en herstel van Zijn hele schepping heeft, treedt Yahweh die schepping binnen, hij gaat een relatie aan met de mens om daarmee actief betrokken te zijn aan het proces van verzoening en om de heerschappij van satan en zijn zaad te overwinnen.
Dat alles heeft Yahweh gedaan door als Christus Jezus onze wereld binnen te stappen, de dood te overwinnen en een verzoening voor de hele mensheid tot stand te brengen.
Yahweh wil een relatie.
Het voert te ver om alle teksten over Elohim met en zonder Yahweh de revue te laten passeren. We zien dan dat aan de naam Yahweh een meer intieme relatie verbonden zit als bij de titel Elohim. Elohim wijst op de Schepper en Zijn relatie tot het schepsel, terwijl Yahweh de naam is waarmee Hij in een verbondsrelatie staat met de mens. Als Elohim heeft God een plan met Zijn schepping, daarmee een doel, een eed en een belofte om het na te komen. Als Yahweh voert Hij het plan uit. Alles staat in het kader van Zijn hele plan met Zijn schepping.
Yahweh verzoent de mensheid.
Als we nu naar de naam van Elohim kijken, dan weten we dat Yahweh dezelfde Elohim is, die hemelen en aarde geschapen heeft, maar Die Zich nu als het ware begrenst binnen het plan van tijdperken. Elohim heeft met Zijn schepping ook tijdperken geschapen, waarbinnen Hij tot Zijn doel komt met deze schepping. De Bijbel noemt die tijdperken aionen. Als Yahweh treedt Hij die aionen, die tijdperken binnen om een relatie aan te gaan met de mens. Waar Elohim het plan van verzoening en herstel van Zijn hele schepping heeft, treedt Yahweh die schepping binnen, hij gaat een relatie aan met de mens om daarmee actief betrokken te zijn aan het proces van verzoening en om de heerschappij van satan en zijn zaad te overwinnen.
Dat alles heeft Yahweh gedaan door als Christus Jezus onze wereld binnen te stappen, de dood te overwinnen en een verzoening voor de hele mensheid tot stand te brengen.