In Bijbels Optiek
De oude slang, de satan, de duivel is verweven met diverse boeken van de Bijbel.
Satan is "de overste van deze wereld" (Joh. 12:31), want "de gehele wereld ligt in het boze" 1 (Joh. 5:19). Zondaars leven en handelen "overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid" (Ef. 2:2),"ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen" (2 Cor.4:4). De satan is het die de gedachten van mensen met blindheid heeft geslagen. "De satan zelf doet zich voor als een engel des lichts" (2 Cor. 11:14) en is er voortdurend op uit om de mensenharten te vervullen met ongerechtigheid (Hand 5:3) en om hen te verzoeken tot zonde (1 Cor. 7:5). Bij Adam en Eva kwam de beïnvloeding niet van binnenuit, maar van buitenaf. Bij Kaïn lag de zondemacht als een belager aan de deur (Gen 4:7). "Satan zette David aan, Israël te tellen" (1 Cor. 21:1). Tegen Petrus zegt Jezus: "Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot" (Matth. 16:23). Verder zegt Jezus tegen alle discipelen "de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe" (Luc 22:31). Jezus zelf werd door de duivel verleid, zodat Hij "in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest" (Hebr 4:15. Vgl met Matt 4:1-11; 1 Tim 5:15; Luk 8:12). "De duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden" (1 Petr. 5:8). Johannes schrijft hierover "Kinderkens, laat niemand u misleiden... wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne" 1 Joh 3:7-8. De mens, geschapen met een vrije wil, heeft zich doorheen zijn bestaan laten verleiden tot zonde. Zo zegt Jezus tegen het volk Israel "Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen" Joh 8:44. Israel koos ervoor om de begeerten van hun vader te doen en dit terwijl velen waaronder oa Jozua hen de keuze had voorgehouden "indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult" (Jozua 24:15). Satan berooft de mensen van een leven met God (Ef 2:12-13) en maakt hen een slaaf van de zonde (Joh 8:34). Hij zorgt ervoor dat mensen vijandig gezind zijn tegenover God wegens hun boze werken (Kol 1:21) door hen te vangen in een strik (1 Tim 3:7, vgl met Rom 1:28-32).
(N.B. Satan, ook wel aangeduid als de duivel of Lucifer , wordt door Joden zowel als Christenen gezien als een gevallen (aarts-)engel, die door God uit de hemel werd geworpen toen deze tegen Hem in opstand kwam. Hij is de leider van rebellerende gevallen engelen, die onder zijn aanvoering God verlaten hebben en wordt gezien als de verpersoonlijking van het kwaad (Jesaja 12: 12-23).
Satan is "de overste van deze wereld" (Joh. 12:31), want "de gehele wereld ligt in het boze" 1 (Joh. 5:19). Zondaars leven en handelen "overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid" (Ef. 2:2),"ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen" (2 Cor.4:4). De satan is het die de gedachten van mensen met blindheid heeft geslagen. "De satan zelf doet zich voor als een engel des lichts" (2 Cor. 11:14) en is er voortdurend op uit om de mensenharten te vervullen met ongerechtigheid (Hand 5:3) en om hen te verzoeken tot zonde (1 Cor. 7:5). Bij Adam en Eva kwam de beïnvloeding niet van binnenuit, maar van buitenaf. Bij Kaïn lag de zondemacht als een belager aan de deur (Gen 4:7). "Satan zette David aan, Israël te tellen" (1 Cor. 21:1). Tegen Petrus zegt Jezus: "Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot" (Matth. 16:23). Verder zegt Jezus tegen alle discipelen "de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe" (Luc 22:31). Jezus zelf werd door de duivel verleid, zodat Hij "in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest" (Hebr 4:15. Vgl met Matt 4:1-11; 1 Tim 5:15; Luk 8:12). "De duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden" (1 Petr. 5:8). Johannes schrijft hierover "Kinderkens, laat niemand u misleiden... wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne" 1 Joh 3:7-8. De mens, geschapen met een vrije wil, heeft zich doorheen zijn bestaan laten verleiden tot zonde. Zo zegt Jezus tegen het volk Israel "Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen" Joh 8:44. Israel koos ervoor om de begeerten van hun vader te doen en dit terwijl velen waaronder oa Jozua hen de keuze had voorgehouden "indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult" (Jozua 24:15). Satan berooft de mensen van een leven met God (Ef 2:12-13) en maakt hen een slaaf van de zonde (Joh 8:34). Hij zorgt ervoor dat mensen vijandig gezind zijn tegenover God wegens hun boze werken (Kol 1:21) door hen te vangen in een strik (1 Tim 3:7, vgl met Rom 1:28-32).
(N.B. Satan, ook wel aangeduid als de duivel of Lucifer , wordt door Joden zowel als Christenen gezien als een gevallen (aarts-)engel, die door God uit de hemel werd geworpen toen deze tegen Hem in opstand kwam. Hij is de leider van rebellerende gevallen engelen, die onder zijn aanvoering God verlaten hebben en wordt gezien als de verpersoonlijking van het kwaad (Jesaja 12: 12-23).
In Bijbels Optiek
Satan is volgens traditionele christenen, Joden nooit gelijkwaardig aan God en zij verwerpen dan ook de gedachte dat er een soort tweestrijd aan de gang is tussen een 'macht van het goede' en een tegengestelde 'macht van het kwade', die even sterk zijn. God heeft volgens hen dus het laatste woord).
De val van satan door Gustave Dore
De val van satan door Gustave Dore