In Bijbels Optiek
- Matt.24:15
- Matt.24:16, 17 en 18
Matt.24:15:” Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op)”.
N.B. Er zullen niet alleen machten (demonen) in het Midden-Oosten verbroken en overwonnen moeten worden, ook machten uit het Verre Oosten zullen hun invloed doen gelden, vooral vlak voor de tijd dat Jezus terugkeert op de Olijfberg. Dat zijn o.a. het boeddhisme, het shintogeloof, het tatoïsme, het animisme en de miljoenen goden van het hindoeïsme. Deze strijd is reeds in volle gang in de politiek in dat deel van de wereld en deze strijd zal zich uitbreiden en tot een demonisch hoogtepunt komen, uitmondend in het komen van de ‘koningen van de opkomst der zon’ (Openb. 16: 12) naar Israël om de antichrist zijn wereldmacht te betwisten.
In Bijbels Optiek
Een Boeddha is iemand die, volgens het boeddhageloof, ‘complete en volledige verlichting’ gerealiseerd heeft. Boeddha verwijst niet naar een persoon, maar naar de hoogste bewustzijnstoestand, wat dat dan ook mag zijn. De betiteling Boeddha verwijst daarbij , volgens wikipedia, naar een bepaald ‘niveau van bewustzijn’. Met de naam Boeddha wordt vaak de stichter van het boeddhisme aangeduid: Gautama Boeddha. Dat deze afgodsdienst tot de verbeelding spreekt, laat dit 132 meter hoge standbeeld zien. Achter deze boeddha’s gaan dreigende demonen schuil, die je tevreden moet houden!!! Dit is te zien aan de vele goud- wierookoffers, die dagelijks ‘geschonken’ worden.
We gaan eerst naar Daniël 9 : 70 weken.
De Here Jezus zei al: “Die het leest, die lette erop”. Wat bedoelt Hij daarmee?
Om deze vraag te beantwoorden gaan we eerst naar Dan. 9 voor enige achtergrondkennis.
Dan.9:24:” Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven”.
Dan.9:25:” Weet dan en versta: vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeenzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden”.
Ik hoop dat u bekend bent met deze profetie en de uitleg ervan. Kort gezegd: er zijn voor het volk Israël 7 en 62 jaarweken in hun geschiedenis gepasseerd. Dat zijn samen 69 jaarweken. (een jaarweek telt 7 jaren). Deze telling eindigde exact bij de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem. De 70e jaarweek (1 jaar = zeven jaar!) moet zich nog aan het einde van onze (genade)tijd voltrekken. Dat gebeurt in de tijd waar we nu in leven. Dat zijn 7 jaren waarna Israël zijn Messias zal erkennen.
Tussen haakjes: Deze genadetijd is één van de negen tijden, die Yahweh, de God der tijden of aionen, geschapen heeft en die nu bijna ten einde is. Na de komst van de Messias zal de achtste tijd aanbreken, dit alles precies volgens Gods plan. Daarna zal pas de schepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde aanbreken.
Wat zegt het evangelie van Lucas over deze toekomstige gebeurtenis?
Luk.19:41:” En toen Hij (Jezus) nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar”.
Luk.19:42:” en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstond wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen”.
Luk.19:43:” Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen”.
Luk.19:44:” en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag”.
Er blijft dus één week over, namelijk de 70ste week van Daniël, 7 jaren dus (binnenkort in vervulling gaande). De laatste twee verzen van Dan. 9 over.
Dan.9:26:” En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is”.
Dan.9:27:” En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester (antichrist) komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is”.
Een zijstap.
Deze profetie gaat niet over de grote verdrukking die over de gehele wereld komen zou. Deze 70 weken en dus ook de 70ste week, gaan alléén, volgens de Bijbel, over wat in vers 24 wordt genoemd “uw volk en uw heilige stad”, over het volk Israël dus. Wanneer u trouw bent in het lezen van de Bijbel, dan zult u die conclusie met mij delen. Dat neemt overigens niet weg, dat de grote verdrukking ook over de rest van de wereld komt, maar we moeten nu vaststellen dat we dat in ieder geval niet hier lezen!
Aangezien de Here Jezus nog steeds bezig is met het beantwoorden van de drie vragen van de discipelen, zouden wij onszelf de vraag moeten stellen, wat bedoelt Hij met:
1. deze dingen
2. uw toekomst
3. de voleinding der eeuw?
Het antwoord van de Here Jezus hier geeft is een zijstap, die deel uitmaakt van Zijn gehele antwoord. Daarom verwijst de Hij specifiek naar Daniël 9, zodat wij daar zouden lezen dat dit niet gaat om één van de drie specifieke vragen van de discipelen, maar gaat om een tijdsperiode die daar ergens invalt.
We gaan eerst naar Daniël 9 : 70 weken.
De Here Jezus zei al: “Die het leest, die lette erop”. Wat bedoelt Hij daarmee?
Om deze vraag te beantwoorden gaan we eerst naar Dan. 9 voor enige achtergrondkennis.
Dan.9:24:” Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven”.
Dan.9:25:” Weet dan en versta: vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeenzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden”.
Ik hoop dat u bekend bent met deze profetie en de uitleg ervan. Kort gezegd: er zijn voor het volk Israël 7 en 62 jaarweken in hun geschiedenis gepasseerd. Dat zijn samen 69 jaarweken. (een jaarweek telt 7 jaren). Deze telling eindigde exact bij de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem. De 70e jaarweek (1 jaar = zeven jaar!) moet zich nog aan het einde van onze (genade)tijd voltrekken. Dat gebeurt in de tijd waar we nu in leven. Dat zijn 7 jaren waarna Israël zijn Messias zal erkennen.
Tussen haakjes: Deze genadetijd is één van de negen tijden, die Yahweh, de God der tijden of aionen, geschapen heeft en die nu bijna ten einde is. Na de komst van de Messias zal de achtste tijd aanbreken, dit alles precies volgens Gods plan. Daarna zal pas de schepping van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde aanbreken.
Wat zegt het evangelie van Lucas over deze toekomstige gebeurtenis?
Luk.19:41:” En toen Hij (Jezus) nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar”.
Luk.19:42:” en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstond wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen”.
Luk.19:43:” Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen”.
Luk.19:44:” en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag”.
Er blijft dus één week over, namelijk de 70ste week van Daniël, 7 jaren dus (binnenkort in vervulling gaande). De laatste twee verzen van Dan. 9 over.
Dan.9:26:” En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is”.
Dan.9:27:” En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester (antichrist) komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is”.
Een zijstap.
Deze profetie gaat niet over de grote verdrukking die over de gehele wereld komen zou. Deze 70 weken en dus ook de 70ste week, gaan alléén, volgens de Bijbel, over wat in vers 24 wordt genoemd “uw volk en uw heilige stad”, over het volk Israël dus. Wanneer u trouw bent in het lezen van de Bijbel, dan zult u die conclusie met mij delen. Dat neemt overigens niet weg, dat de grote verdrukking ook over de rest van de wereld komt, maar we moeten nu vaststellen dat we dat in ieder geval niet hier lezen!
Aangezien de Here Jezus nog steeds bezig is met het beantwoorden van de drie vragen van de discipelen, zouden wij onszelf de vraag moeten stellen, wat bedoelt Hij met:
1. deze dingen
2. uw toekomst
3. de voleinding der eeuw?
Het antwoord van de Here Jezus hier geeft is een zijstap, die deel uitmaakt van Zijn gehele antwoord. Daarom verwijst de Hij specifiek naar Daniël 9, zodat wij daar zouden lezen dat dit niet gaat om één van de drie specifieke vragen van de discipelen, maar gaat om een tijdsperiode die daar ergens invalt.
In Bijbels Optiek
In de tijd van Daniël zag de landkaart er zo uit: het koninkrijk Juda en het koninkrijk Samaria. Als we het over Israël hebben houdt dat 12 stammen in, terwijl er volgens de Bijbel slechts twee stammen waren die daar toen woonden en nu nog, te weten Juda en Benjamin. Dat was overigens al zo in de dagen van Jezus toen Hij deze woorden sprak.
Deze zijsprong wordt dus genoemd de 70 jaarweken. Zie voor gedetailleerde uitleg het einde van deze studie: ‘Uitleg over de 70 jaarweken’.
Het einde van deze jaarweken zijn in de huidige tijd voor de Joden die in Judea wonen en die vandaag de dag wonen in de Joodse staat Israël. Een land met een zeer ongelukkige naamkeuze, want Israël impliceert 12 stammen, terwijl er volgens de Bijbel slechts twee stammen zijn die daar nu wonen, te weten dus Juda en Benjamin. Dat was overigens al zo in de dagen van Jezus toen Hij deze woorden sprak.
De Here en Zijn discipelen waren Joden, maar de profetie uit Daniël 9 gaat niet over Joden die hun aardse woning hebben geruild voor een hemelse woning, maar gaat over de Joden die de Messias hebben verworpen en Hem nog steeds verwerpen, door bijvoorbeeld te zeggen dat Hij nog moet komen.
Wij geloven ook in de komst van Jezus Christus, maar wij weten dat het gaat om Zijn Wederkomst. De Joden erkennen Jezus niet als Christus, waardoor zij openlijk Hem verwerpen en Gods toorn over hen zal komen. Gods toorn zal gestalte krijgen in de laatste helft van de 70ste week van Daniël. Maar dat zullen we pas in vers 21 van Mattheüs concluderen.
Matt.24:15:” Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan - wie het leest, geve er acht op - laten dan wie in Judea zijn”.
Nu wij gehoor hebben gegeven aan de woorden van de Here Jezus, namelijk deze zaken opmerken en dus dit Schriftgedeelte te leggen naast Daniël 9, kunnen we het vers verdiepen door stil te staan bij de betekenis van de “gruwel der verwoesting”
“De gruwel der verwoesting”
De Here Jezus noemt het “de gruwel der verwoesting”,
Daniël noemt het de “gruwelijken vleugel” (St.V.). Dit zijn synoniemen, omdat de Here Jezus specifiek in Zijn bewoording refereert aan de ‘gruwel’. Deze woorden van Daniël hebben deels zijn vervulling gekregen in het jaar 168 vóór Christus. Maar de Here Jezus zou deze woorden niet opnieuw aanhalen als de profetieën van Daniël in zijn geheel al vervuld zouden zijn. Dat is dus ook niet zo, want als de Hij antwoord geeft op de vraag van Zijn discipelen, die Hem de tempelgebouwen tonen, verwijst Hij naar de woorden die slaan op de laatste dag van de 69ste week van Daniël, wat weer een verwijzing is naar de hele profetie uit Daniël 9 over de 70 weken. Met andere woorden, de Here Jezus zegt: “69 van de 70 weken zijn voorbij gegaan, dus blijft er één (jaar)week over.”
Dan betekent dit weliswaar, dat in 168 v.Chr. de gebeurtenissen die overeenkomen met de 70ste week, namelijk de oprichting van een “gruwel der verwoesting” in de tempel te Jeruzalem, zijn vervuld, maar dat van de 70ste week zelf, nog NIETS vervuld is. En in die 70ste week, die dus volgens de Bijbelse profetie nog moet komen, zal er wederom een ‘gruwel der verwoesting’ rechtop worden gezet in de heilige plaats.
In 168 v.Chr. was de “gruwel der verwoesting” een afgodsbeeld, dat door Antiochus Epiphanes in de Joodse tempel werd geplaatst. Antiochus Epiphanes is onder andere daarom een voorafschaduwing van de komende vorst van een volk, die in de Bijbel ook de namen “het beest uit de aarde” en “de antichrist” krijgt.
Deze zijsprong wordt dus genoemd de 70 jaarweken. Zie voor gedetailleerde uitleg het einde van deze studie: ‘Uitleg over de 70 jaarweken’.
Het einde van deze jaarweken zijn in de huidige tijd voor de Joden die in Judea wonen en die vandaag de dag wonen in de Joodse staat Israël. Een land met een zeer ongelukkige naamkeuze, want Israël impliceert 12 stammen, terwijl er volgens de Bijbel slechts twee stammen zijn die daar nu wonen, te weten dus Juda en Benjamin. Dat was overigens al zo in de dagen van Jezus toen Hij deze woorden sprak.
De Here en Zijn discipelen waren Joden, maar de profetie uit Daniël 9 gaat niet over Joden die hun aardse woning hebben geruild voor een hemelse woning, maar gaat over de Joden die de Messias hebben verworpen en Hem nog steeds verwerpen, door bijvoorbeeld te zeggen dat Hij nog moet komen.
Wij geloven ook in de komst van Jezus Christus, maar wij weten dat het gaat om Zijn Wederkomst. De Joden erkennen Jezus niet als Christus, waardoor zij openlijk Hem verwerpen en Gods toorn over hen zal komen. Gods toorn zal gestalte krijgen in de laatste helft van de 70ste week van Daniël. Maar dat zullen we pas in vers 21 van Mattheüs concluderen.
Matt.24:15:” Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan - wie het leest, geve er acht op - laten dan wie in Judea zijn”.
Nu wij gehoor hebben gegeven aan de woorden van de Here Jezus, namelijk deze zaken opmerken en dus dit Schriftgedeelte te leggen naast Daniël 9, kunnen we het vers verdiepen door stil te staan bij de betekenis van de “gruwel der verwoesting”
“De gruwel der verwoesting”
De Here Jezus noemt het “de gruwel der verwoesting”,
Daniël noemt het de “gruwelijken vleugel” (St.V.). Dit zijn synoniemen, omdat de Here Jezus specifiek in Zijn bewoording refereert aan de ‘gruwel’. Deze woorden van Daniël hebben deels zijn vervulling gekregen in het jaar 168 vóór Christus. Maar de Here Jezus zou deze woorden niet opnieuw aanhalen als de profetieën van Daniël in zijn geheel al vervuld zouden zijn. Dat is dus ook niet zo, want als de Hij antwoord geeft op de vraag van Zijn discipelen, die Hem de tempelgebouwen tonen, verwijst Hij naar de woorden die slaan op de laatste dag van de 69ste week van Daniël, wat weer een verwijzing is naar de hele profetie uit Daniël 9 over de 70 weken. Met andere woorden, de Here Jezus zegt: “69 van de 70 weken zijn voorbij gegaan, dus blijft er één (jaar)week over.”
Dan betekent dit weliswaar, dat in 168 v.Chr. de gebeurtenissen die overeenkomen met de 70ste week, namelijk de oprichting van een “gruwel der verwoesting” in de tempel te Jeruzalem, zijn vervuld, maar dat van de 70ste week zelf, nog NIETS vervuld is. En in die 70ste week, die dus volgens de Bijbelse profetie nog moet komen, zal er wederom een ‘gruwel der verwoesting’ rechtop worden gezet in de heilige plaats.
In 168 v.Chr. was de “gruwel der verwoesting” een afgodsbeeld, dat door Antiochus Epiphanes in de Joodse tempel werd geplaatst. Antiochus Epiphanes is onder andere daarom een voorafschaduwing van de komende vorst van een volk, die in de Bijbel ook de namen “het beest uit de aarde” en “de antichrist” krijgt.
In Bijbels Optiek
Antiochus Epiphanes is onder andere daarom een voorafschaduwing van de komende vorst van een volk, die in de Bijbel ook de namen krijgt “het beest uit de aarde” en “de antichrist”.
Het laat zich raden dat de toekomstige “gruwel der verwoesting” ook een afgodsbeeld is. De term “gruwel” voor afgodsbeeld komen we op twee verschillende manieren tegen.
1. Een afgodsbeeld is in de ogen van de Heer een gruwel, in de zin dat Hij er van walgt en zeer sterke afkeer van heeft.
Deut.7:25:” De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en het goud daaraan zult gij niet begeren en u niet toe-eigenen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt, want het is een gruwel voor de Here, uw God”.
2. Een afgodsbeeld wordt zelf een gruwel genoemd.
2 Kron. 34:33:” Josia verwijderde al de gruwelen uit al de landstreken die aan de Israëlieten toebehoorden, en bracht allen die zich in Israel bevonden, tot de dienst van de Here, hun God. Gedurende heel zijn leven weken zij niet af van de Here, de God hunner vaderen”.
Daniël noemt het afgodsbeeld de “gruwelijken vleugel” (St. V.). Vleugel heeft in de Bijbel de betekenis van overdekken / overvleugelen zo u wilt, dat we in ons dagelijkse taal noemen “bescherming”. Zo hebben de cherubs in het visioen van Ezechiël 1 vleugelen en zegt de Here Jezus in:
Matt.23:37 “… Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild”.
Het laat zich raden dat de toekomstige “gruwel der verwoesting” ook een afgodsbeeld is. De term “gruwel” voor afgodsbeeld komen we op twee verschillende manieren tegen.
1. Een afgodsbeeld is in de ogen van de Heer een gruwel, in de zin dat Hij er van walgt en zeer sterke afkeer van heeft.
Deut.7:25:” De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en het goud daaraan zult gij niet begeren en u niet toe-eigenen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt, want het is een gruwel voor de Here, uw God”.
2. Een afgodsbeeld wordt zelf een gruwel genoemd.
2 Kron. 34:33:” Josia verwijderde al de gruwelen uit al de landstreken die aan de Israëlieten toebehoorden, en bracht allen die zich in Israel bevonden, tot de dienst van de Here, hun God. Gedurende heel zijn leven weken zij niet af van de Here, de God hunner vaderen”.
Daniël noemt het afgodsbeeld de “gruwelijken vleugel” (St. V.). Vleugel heeft in de Bijbel de betekenis van overdekken / overvleugelen zo u wilt, dat we in ons dagelijkse taal noemen “bescherming”. Zo hebben de cherubs in het visioen van Ezechiël 1 vleugelen en zegt de Here Jezus in:
Matt.23:37 “… Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild”.
In Bijbels Optiek
In het Ben-Hinnomdal (ben betekent zoon) bouwden de Israëlieten hun offerhoogten en offerden hun zonen en dochter (babies!!) aan de heidense goden en dachten daarmee de Here God te eren. Daar hing nog altijd de geest van de Refaïm (Kanaänitisch reuzenvolk), die hetzelfde deden, maar dan aan hun god Hinnom (Jeremiah 7: 31). Dat was één van de redenen van hun ballingschap, de beëindiging waarover Daniël zijn visioenen van Yahweh kreeg.
De oprichting van deze gruwel der verwoesting wordt in Openbaring 13 verder omschreven. Daar staat eerst:
Openb.13:11:” En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak” (St. V.).
Zoals gezegd is deze Antiochus Epiphanes een voorafschaduwing van de komende vorst van een volk, die in de Bijbel ook de namen krijgt “het beest uit de aarde” en “de antichrist”. In Openbaring komen we de ‘toekomstige Antiochus Epiphanes’, de echte antichrist tegen en hij richt een beeld op.
Verder staat er:
Openb.13:14 :”En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken”(St. V.).
Openb.13:15 :”En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden”(St. V.).
Dit beeld zou degenen, die verleid worden door het beest, zogenaamd beschermen, want dat betekent het woord “vleugel” dat Daniël aan het afgodsbeeld meegeeft. Ook blijkt dat deze gruwel der verwoesting een geest krijgt, zodat het gaat spreken. En nog veel meer!!! Maar we willen niet te ver afwijken van deze studie van Mattheüs 24, dus we laten het hierbij (zie ‘Hoe ontstond het reuzengeslacht op aarde’ e.a.… onder ‘Studies’).
Nogmaals vers 15.
“Staande in de heilige plaats”
Matt.24:15 :”Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)”.
Nu hebben we bijna alles wat dit vers in zich heeft, behandelt. Alléén nog niet het stukje “staande in de heilige plaats”. Hier staat niet zwart op wit dat het de tempel betreft.
De oprichting van deze gruwel der verwoesting wordt in Openbaring 13 verder omschreven. Daar staat eerst:
Openb.13:11:” En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak” (St. V.).
Zoals gezegd is deze Antiochus Epiphanes een voorafschaduwing van de komende vorst van een volk, die in de Bijbel ook de namen krijgt “het beest uit de aarde” en “de antichrist”. In Openbaring komen we de ‘toekomstige Antiochus Epiphanes’, de echte antichrist tegen en hij richt een beeld op.
Verder staat er:
Openb.13:14 :”En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken”(St. V.).
Openb.13:15 :”En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden”(St. V.).
Dit beeld zou degenen, die verleid worden door het beest, zogenaamd beschermen, want dat betekent het woord “vleugel” dat Daniël aan het afgodsbeeld meegeeft. Ook blijkt dat deze gruwel der verwoesting een geest krijgt, zodat het gaat spreken. En nog veel meer!!! Maar we willen niet te ver afwijken van deze studie van Mattheüs 24, dus we laten het hierbij (zie ‘Hoe ontstond het reuzengeslacht op aarde’ e.a.… onder ‘Studies’).
Nogmaals vers 15.
“Staande in de heilige plaats”
Matt.24:15 :”Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)”.
Nu hebben we bijna alles wat dit vers in zich heeft, behandelt. Alléén nog niet het stukje “staande in de heilige plaats”. Hier staat niet zwart op wit dat het de tempel betreft.
In Bijbels Optiek
Maquette van de tempel van Ezechiël te Jeruzalem, die gebouwd gaat worden als de Here Jezus Christus de regering over de aarde heeft aanvaard en de offerdienst weer in ere wordt hersteld als herinnering aan de kruisdood en opstanding, en Zijn regering van onze Heer.
Deze visie van een nieuwe tempel in Jeruzalem ten tijde van de 70ste week, wordt doorgaans ontleent aan dit vers.
Een beter vers zou ik in dat verband vinden:
2 Thess.2:4:” de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is”.
De Here Zelf zegt dat het beeld zal staan in de heilige plaats. Dat is de waarheid, waar die heilige plaats in onze tijd dan ook moge zijn.
Matt.24:16, 17 en 18
Start van de grote verdrukking voor Judea.
Matt.24:16 :”Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
De Here Jezus begint met “dat alsdan”. Dat wil zeggen dat wat Hij daarna gaat zeggen, gekoppeld moet worden aan het voorgaande wat Hij gezegd heeft. Met andere woorden, wat de Here Jezus nu gaat zeggen volgt direct op “als men ziet staan de gruwel der verwoesting, staande in de heilige plaats”.
Als men dát heeft gezien, zouden zij die in Judea zijn, de bergen in moeten vluchten. Wie zijn dan die “zij”, die zouden moeten vluchten? De mensen die in Judea zijn. En Judea is de naam voor het gebied waar de stammen Juda en Benjamin wonen, namelijk de twee stammen van Israël. De overige 10 stammen wonen daar niet, want we weten niet waar zij officieel zijn. Vandaag de dag is Judea ongeveer hetzelfde gebied als wat wij de staat Israël noemen.
Aangezien deze 70ste week van Daniël, waar de Here Jezus aan refereert, nog niet is begonnen en het Judea in de tijd van de Here Jezus, vandaag de dag overeenkomt met de staat Israël, mogen we zeggen dat dit vers, slaat op een ieder die dan in de staat Israël is. Dus wie dan in de staat Israël is, zou moeten vluchten als dat beeld wordt opgericht. Dat geld ook voor de volgende verzen.
Deze visie van een nieuwe tempel in Jeruzalem ten tijde van de 70ste week, wordt doorgaans ontleent aan dit vers.
Een beter vers zou ik in dat verband vinden:
2 Thess.2:4:” de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is”.
De Here Zelf zegt dat het beeld zal staan in de heilige plaats. Dat is de waarheid, waar die heilige plaats in onze tijd dan ook moge zijn.
Matt.24:16, 17 en 18
Start van de grote verdrukking voor Judea.
Matt.24:16 :”Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
De Here Jezus begint met “dat alsdan”. Dat wil zeggen dat wat Hij daarna gaat zeggen, gekoppeld moet worden aan het voorgaande wat Hij gezegd heeft. Met andere woorden, wat de Here Jezus nu gaat zeggen volgt direct op “als men ziet staan de gruwel der verwoesting, staande in de heilige plaats”.
Als men dát heeft gezien, zouden zij die in Judea zijn, de bergen in moeten vluchten. Wie zijn dan die “zij”, die zouden moeten vluchten? De mensen die in Judea zijn. En Judea is de naam voor het gebied waar de stammen Juda en Benjamin wonen, namelijk de twee stammen van Israël. De overige 10 stammen wonen daar niet, want we weten niet waar zij officieel zijn. Vandaag de dag is Judea ongeveer hetzelfde gebied als wat wij de staat Israël noemen.
Aangezien deze 70ste week van Daniël, waar de Here Jezus aan refereert, nog niet is begonnen en het Judea in de tijd van de Here Jezus, vandaag de dag overeenkomt met de staat Israël, mogen we zeggen dat dit vers, slaat op een ieder die dan in de staat Israël is. Dus wie dan in de staat Israël is, zou moeten vluchten als dat beeld wordt opgericht. Dat geld ook voor de volgende verzen.
In Bijbels Optiek
Als men op het dak is van een huis in Judea, dan is de Bijbelse gedachte erachter dat men via de trap die buitenlangs het huis loopt, naar beneden gaat, om vervolgens dan door de deur het huis binnen te gaan (zo is de bouw bij veel woningen in Israël nog!). De indeling van zo’n huis verschilt in dat opzicht met een Nederlands huis.
Wat de Here Jezus hiermee demonstreert is dat de tijd om dan te vluchten zeer gering is.
Matt.24:17:” Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen”.
Ook dit vers mag worden toegepast op degenen die “in Judea zijn”. De reden is dat de Heer nog altijd bezig is met Zijn zijsprong over de 70ste week van Daniël, die gezien moet worden als een belangrijke tijdsperiode die eigenlijk buiten de drie punten van de vraag van de discipelen valt.
Als men op het dak is van een huis in Judea, dan is de Bijbelse gedachte erachter dat men via de trap die buiten langs het huis loopt, naar beneden gaat, om vervolgens dan door de deur het huis binnen te gaan. De indeling van zo’n huis verschilt in dat opzicht met een Nederlands huis. Daarbij komt dat velen een puntdak hebben en daar hebben wij bijna nooit iets te zoeken. Maar de idee achter dit vers is, wanneer men de trap is afgegaan, men de korte tijd, die men anders zou gebruiken om in zijn huis iets weg te nemen, zou gebruiken, om te vluchten. Met andere woorden: “benut elke seconde!”
Wat de Here Jezus hiermee demonstreert is dat de tijd om dan te vluchten zeer gering is. En dat men daar acht op zou slaan, zodat men geen extra tijd verspeelt aan onbelangrijke zaken, maar elke seconde zou gebruiken om te vluchten. Diezelfde visie kunnen we ook opmaken uit het volgende vers.
Matt.24:18:” En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen”.
Matt.24:19
“Een ieder voor zich!”
Matt.24:19:” Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen!”
Nadat de Here Jezus heeft gedemonstreerd, dat de tijd te vluchten zeer gering is, na de oprichting van de gruwel der verwoesting, geeft de Heer een ander aspect aan deze zeer korte tijd dat men nog zou kunnen vluchten.
De idee is dat vrouwen en kinderen zwakker zijn dan mannen. Dat lezen we niet alleen in de Bijbel, dat geldt ook voor vandaag. Een toepasselijke gezegde in dit verband is: “Vrouwen en kinderen eerst!” De zwangere vrouwen en de vrouwen die baby’s hebben zijn al helemaal een kwetsbare groep. Contextueel blijkt dat “Vrouwen en kinderen eerst!”, wordt vervangen door het gezegde: “Een ieder voor zich!”
Wat de Here Jezus hiermee demonstreert is dat de tijd om dan te vluchten zeer gering is.
Matt.24:17:” Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen”.
Ook dit vers mag worden toegepast op degenen die “in Judea zijn”. De reden is dat de Heer nog altijd bezig is met Zijn zijsprong over de 70ste week van Daniël, die gezien moet worden als een belangrijke tijdsperiode die eigenlijk buiten de drie punten van de vraag van de discipelen valt.
Als men op het dak is van een huis in Judea, dan is de Bijbelse gedachte erachter dat men via de trap die buiten langs het huis loopt, naar beneden gaat, om vervolgens dan door de deur het huis binnen te gaan. De indeling van zo’n huis verschilt in dat opzicht met een Nederlands huis. Daarbij komt dat velen een puntdak hebben en daar hebben wij bijna nooit iets te zoeken. Maar de idee achter dit vers is, wanneer men de trap is afgegaan, men de korte tijd, die men anders zou gebruiken om in zijn huis iets weg te nemen, zou gebruiken, om te vluchten. Met andere woorden: “benut elke seconde!”
Wat de Here Jezus hiermee demonstreert is dat de tijd om dan te vluchten zeer gering is. En dat men daar acht op zou slaan, zodat men geen extra tijd verspeelt aan onbelangrijke zaken, maar elke seconde zou gebruiken om te vluchten. Diezelfde visie kunnen we ook opmaken uit het volgende vers.
Matt.24:18:” En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen”.
Matt.24:19
“Een ieder voor zich!”
Matt.24:19:” Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen!”
Nadat de Here Jezus heeft gedemonstreerd, dat de tijd te vluchten zeer gering is, na de oprichting van de gruwel der verwoesting, geeft de Heer een ander aspect aan deze zeer korte tijd dat men nog zou kunnen vluchten.
De idee is dat vrouwen en kinderen zwakker zijn dan mannen. Dat lezen we niet alleen in de Bijbel, dat geldt ook voor vandaag. Een toepasselijke gezegde in dit verband is: “Vrouwen en kinderen eerst!” De zwangere vrouwen en de vrouwen die baby’s hebben zijn al helemaal een kwetsbare groep. Contextueel blijkt dat “Vrouwen en kinderen eerst!”, wordt vervangen door het gezegde: “Een ieder voor zich!”
In Bijbels Optiek
Als de antichrist een beeld van zichzelf zal oprichten te Jeruzalem, raadt Jezus de inwoners van Judea aan te vluchten naar de bergen. Ze moeten niet talmen, want er is weinig tijd, want deze antichristus zal eisen dat ze zijn beeld zullen aanbidden.
De haast die men volgens de Here Jezus dan zou moeten maken, maakt het voor de vrouwen met een baby in de buik of op de arm, dat, men niet moet verwachten dat er tijd is voor extra hulp, ondanks dat zij trager zijn. Het zou kunnen zijn dat hun eigen mannen niet zullen wachten uit compassie, maar eieren voor hun geld kiezen, en zonder hun vrouwen, de benen zullen nemen. Ja, dat is hard!
Maar de idee die de Bijbel ons geeft, is dan ook dat men niet zou wachten met vluchten totdat de gruwel der verwoesting wordt opgericht, maar dat men ver daarvóór al zou vluchten. Het vluchten zou men moeten doen in de eerste helft van de 70ste week van Daniël, wanneer er nog tijd is. Want als het beeld wordt opgericht is er geen tijd meer!
De uitbeelding van deze vlucht in de eerste helft van de 70ste week van Daniël vinden we beeldend beschreven in Openbaring 12, waar een vrouw wordt gezien, met de expliciete vermelding van zon, maan en sterren, zodat we weten, uit Schriftvergelijkingen met de droom van Jozef (Gen.37), dat het gaat om de 12 stammen van Israël.
Gen.37:9:” En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan, en elf sterren bogen zich voor mij neder”.
Gen.37:10:” En als hij het aan zijn vader en aan zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide tot hem: Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd hebt; zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw broeders, om ons voor u ter aarde te buigen?”
Dan lezen we over die vrouw, die geheel Israël uitbeeld, dus met inbegrip van de 10 stammen van Israël waarvan wij niet weten waar en wie zij zijn, dat zij vlucht.
Opb.12:5:” En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon”.
Opb.12:6 :”En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen”.
We lezen hier namelijk de omschrijving van een vrouw die een mannelijke zoon baart, die wordt weggerukt tot God en Zijn troon. De term "mannelijke zoon" zou op Christus Zelf kunnen worden toegepast, maar niet in dit geval. De Here Jezus is namelijk nooit van de aarde weggerukt. Daarom slaat dit op Zijn lichaam, de Gemeente. Die zal wél weggerukt worden. Hetzelfde Griekse woord voor "weggerukt" (harpazo) wordt in 1 Thessalonicenzen 4 : 17 met "opgenomen" vertaald.
De haast die men volgens de Here Jezus dan zou moeten maken, maakt het voor de vrouwen met een baby in de buik of op de arm, dat, men niet moet verwachten dat er tijd is voor extra hulp, ondanks dat zij trager zijn. Het zou kunnen zijn dat hun eigen mannen niet zullen wachten uit compassie, maar eieren voor hun geld kiezen, en zonder hun vrouwen, de benen zullen nemen. Ja, dat is hard!
Maar de idee die de Bijbel ons geeft, is dan ook dat men niet zou wachten met vluchten totdat de gruwel der verwoesting wordt opgericht, maar dat men ver daarvóór al zou vluchten. Het vluchten zou men moeten doen in de eerste helft van de 70ste week van Daniël, wanneer er nog tijd is. Want als het beeld wordt opgericht is er geen tijd meer!
De uitbeelding van deze vlucht in de eerste helft van de 70ste week van Daniël vinden we beeldend beschreven in Openbaring 12, waar een vrouw wordt gezien, met de expliciete vermelding van zon, maan en sterren, zodat we weten, uit Schriftvergelijkingen met de droom van Jozef (Gen.37), dat het gaat om de 12 stammen van Israël.
Gen.37:9:” En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan, en elf sterren bogen zich voor mij neder”.
Gen.37:10:” En als hij het aan zijn vader en aan zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide tot hem: Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd hebt; zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw broeders, om ons voor u ter aarde te buigen?”
Dan lezen we over die vrouw, die geheel Israël uitbeeld, dus met inbegrip van de 10 stammen van Israël waarvan wij niet weten waar en wie zij zijn, dat zij vlucht.
Opb.12:5:” En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon”.
Opb.12:6 :”En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen”.
We lezen hier namelijk de omschrijving van een vrouw die een mannelijke zoon baart, die wordt weggerukt tot God en Zijn troon. De term "mannelijke zoon" zou op Christus Zelf kunnen worden toegepast, maar niet in dit geval. De Here Jezus is namelijk nooit van de aarde weggerukt. Daarom slaat dit op Zijn lichaam, de Gemeente. Die zal wél weggerukt worden. Hetzelfde Griekse woord voor "weggerukt" (harpazo) wordt in 1 Thessalonicenzen 4 : 17 met "opgenomen" vertaald.
In Bijbels Optiek
De christelijke gemeente zal weggerukt worden van de aarde voordat de grote verdrukking zijn hoogtepunt zal hebben bereikt: de oprichting van het beeld van de antichrist, die absolute aanbidding en onderwerping zal eisen van alle aardbewoners.
Opb.12:6:” En de vrouw vluchtte in de woestijn”. Dat komt overeen met Matt.24:15 en verder, tot de oprichting van de gruwel der verwoesting, namelijk op de helft van de 70ste week, “alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen”. Deze 1260 dagen, is de laatste helft van de 70ste week, want als men in het land blijft, kan men niet meer vluchten, totdat de Here Zijn voeten op de Olijfberg zal zetten (Zach.14:4). Men zou dus de woestijn invluchten.
Matt.24:20
Doch bidt, maar Ik zal niet horen.
Matt.24:20:” Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
De Here Jezus spreekt nog altijd over het moment vanaf de oprichting van het beeld van het beest. Die gruwel waarvan Daniël meldt dat dit op de helft der week zal worden opgericht.
Dan.9:27:” … en in de helft der week zal … over den gruwelijken vleugel … een verwoester zijn”.
Vanaf dan is er Bijbels gezien bijna geen tijd meer om te vluchten. We hadden al gezien dat men dat moment van de oprichting van de gruwel niet zou moeten afwachten, maar veel eerder zou moeten vluchten. Want de kans bestaat dat als men het erop aan laat komen en het moment is daar dat men moet vluchten, hun vlucht op een sabbat valt en of in de winter. Dit is praktisch gezien extra vervelend als men moet vluchten. Want de kans dat het openbaar vervoer dan rijdt is een stuk kleiner, dan op andere dagen of tijden.
De Here zegt: “Doch bidt”. Wij geloven dat de Heer gebeden verhoord. Dat gebeurt soms en alleen als Hij dat wil. Maar misschien realiseert u zich niet, dat als men op dat moment tot de Here bidt, de Here niet zal luisteren en al zeker niet gehoor zal geven aan dat gebed.
Jer.7:16 :”Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op, en loop Mij niet aan; want Ik zal u niet horen”.
Jer.11:11:” Daarom zegt de Heere alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen”.
Jer.11:14:” Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op; want Ik zal niet horen, ten tijde als zij over hun kwaad tot Mij zullen roepen”
Opb.12:6:” En de vrouw vluchtte in de woestijn”. Dat komt overeen met Matt.24:15 en verder, tot de oprichting van de gruwel der verwoesting, namelijk op de helft van de 70ste week, “alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen”. Deze 1260 dagen, is de laatste helft van de 70ste week, want als men in het land blijft, kan men niet meer vluchten, totdat de Here Zijn voeten op de Olijfberg zal zetten (Zach.14:4). Men zou dus de woestijn invluchten.
Matt.24:20
Doch bidt, maar Ik zal niet horen.
Matt.24:20:” Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
De Here Jezus spreekt nog altijd over het moment vanaf de oprichting van het beeld van het beest. Die gruwel waarvan Daniël meldt dat dit op de helft der week zal worden opgericht.
Dan.9:27:” … en in de helft der week zal … over den gruwelijken vleugel … een verwoester zijn”.
Vanaf dan is er Bijbels gezien bijna geen tijd meer om te vluchten. We hadden al gezien dat men dat moment van de oprichting van de gruwel niet zou moeten afwachten, maar veel eerder zou moeten vluchten. Want de kans bestaat dat als men het erop aan laat komen en het moment is daar dat men moet vluchten, hun vlucht op een sabbat valt en of in de winter. Dit is praktisch gezien extra vervelend als men moet vluchten. Want de kans dat het openbaar vervoer dan rijdt is een stuk kleiner, dan op andere dagen of tijden.
De Here zegt: “Doch bidt”. Wij geloven dat de Heer gebeden verhoord. Dat gebeurt soms en alleen als Hij dat wil. Maar misschien realiseert u zich niet, dat als men op dat moment tot de Here bidt, de Here niet zal luisteren en al zeker niet gehoor zal geven aan dat gebed.
Jer.7:16 :”Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op, en loop Mij niet aan; want Ik zal u niet horen”.
Jer.11:11:” Daarom zegt de Heere alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen”.
Jer.11:14:” Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op; want Ik zal niet horen, ten tijde als zij over hun kwaad tot Mij zullen roepen”
In Bijbels Optiek
Oefen jezelf in bidden, zodat het een gebedshouding voor je wordt. Als het dan zover komt dat de nood het grootst is, heb je jezelf goed voorbereid. Op het laatste moment kun je dat niet meer doen, want God verhoort je gebed dan niet meer, je bent te laat. Dus oefen jezelf voor die tijd.
Wat de Here Jezus bedoelt met “doch bidt”, is meer in de vorm van “ik hoop van harte voor jullie dat jullie vlucht niet in de winter of een sabbat valt, want je zult het al zwaar genoeg hebben met het vluchten.” Bereid je er in elk geval op voor.
Voor wat betreft de sabbat is er nog een kleine kanttekening. Ten oosten van Jeruzalem ligt de Olijfberg. Bij de Wederkomst van de Here Jezus zal Hij Zijn voeten zetten op de Olijfberg dat lezen we in Zach.14:4
Zach.14:4 :”En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden”.
Zach.14:5:” Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; den zal de Heere, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o Heere!”
Als men bij de Wederkomst van de Here Jezus, via de gespleten Olijfberg pas weer kan vluchten uit Judea, dan is het logisch dat men in het begin van de 70ste week over de Olijfberg moet vluchten.
Matt.24:16:” Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
Wat heeft dat met de sabbat te maken?
Hand.1:12 “Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
Om vanuit Jeruzalem naar de Olijfberg te vluchten, duurt een sabbatsreize. Via de Olijfberg kan men dan doorvluchten naar Azal, in de woestijn. Andere Schriftplaatsen leggen uit dat men zou gaan naar de “schaapskooi”, namelijk Bosra, dan wel Petra of Sela. Dat is de gereserveerde plaats in de woestijn waar ‘de vrouw’ naartoe zou vluchten. En waar zij, volgens hetzelfde boek Openbaring, buiten het bereik van de draak zou zijn. Maar nu dwalen we te ver van ons onderwerp af..
Matt.24:21
Matt.24:22
Matt.24:21
Matt.24:21 :”Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal”.
Dan pas krijgen we de term “grote verdrukking”. De Here Jezus heeft een aantal verzen gebruikt ter aanloop van het gebruik van deze term, zodat de grote verdrukking niet alléén in dit vers als een climax wordt voorgesteld, maar ook door al het voorafgaande.
De Here Jezus zegt dat de grote verdrukking een ongekend begrip is, omdat nog nooit iemand, sinds dat de “kosmos” bestaat, zoiets heeft meegemaakt. Dat wil dus zeggen, dat hoe erg ook alle voorgaande oorlogen en rampen zijn geweest, dat niet vergelijkbaar is met de periode die dan zal beginnen. Wat al eerder in dit verband naar voren is gebracht, is dat de tweede wereld oorlog, hoe erg die is ook geweest, kinderspel is bij de toekomstige grote verdrukking.
De grote verdrukking is in het Grieks “megas thlipsis”. Iemand met een klein beetje taalgevoel haalt uit dat Griekse woord “megas”, ons woordje “mega”. “Thlipsis” betekent “druk”, zoals in “iets onder druk zetten” en “de druk opvoeren”. En niet van “ik heb het zo druk”. Die “druk, thlipsis” wordt in de vertalingen gebruikt voor “ellende, verdrukking, vervolging, lijdend, benauwdheid”.
Wat de Here Jezus bedoelt met “doch bidt”, is meer in de vorm van “ik hoop van harte voor jullie dat jullie vlucht niet in de winter of een sabbat valt, want je zult het al zwaar genoeg hebben met het vluchten.” Bereid je er in elk geval op voor.
Voor wat betreft de sabbat is er nog een kleine kanttekening. Ten oosten van Jeruzalem ligt de Olijfberg. Bij de Wederkomst van de Here Jezus zal Hij Zijn voeten zetten op de Olijfberg dat lezen we in Zach.14:4
Zach.14:4 :”En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden”.
Zach.14:5:” Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; den zal de Heere, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o Heere!”
Als men bij de Wederkomst van de Here Jezus, via de gespleten Olijfberg pas weer kan vluchten uit Judea, dan is het logisch dat men in het begin van de 70ste week over de Olijfberg moet vluchten.
Matt.24:16:” Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
Wat heeft dat met de sabbat te maken?
Hand.1:12 “Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
Om vanuit Jeruzalem naar de Olijfberg te vluchten, duurt een sabbatsreize. Via de Olijfberg kan men dan doorvluchten naar Azal, in de woestijn. Andere Schriftplaatsen leggen uit dat men zou gaan naar de “schaapskooi”, namelijk Bosra, dan wel Petra of Sela. Dat is de gereserveerde plaats in de woestijn waar ‘de vrouw’ naartoe zou vluchten. En waar zij, volgens hetzelfde boek Openbaring, buiten het bereik van de draak zou zijn. Maar nu dwalen we te ver van ons onderwerp af..
Matt.24:21
Matt.24:22
Matt.24:21
Matt.24:21 :”Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal”.
Dan pas krijgen we de term “grote verdrukking”. De Here Jezus heeft een aantal verzen gebruikt ter aanloop van het gebruik van deze term, zodat de grote verdrukking niet alléén in dit vers als een climax wordt voorgesteld, maar ook door al het voorafgaande.
De Here Jezus zegt dat de grote verdrukking een ongekend begrip is, omdat nog nooit iemand, sinds dat de “kosmos” bestaat, zoiets heeft meegemaakt. Dat wil dus zeggen, dat hoe erg ook alle voorgaande oorlogen en rampen zijn geweest, dat niet vergelijkbaar is met de periode die dan zal beginnen. Wat al eerder in dit verband naar voren is gebracht, is dat de tweede wereld oorlog, hoe erg die is ook geweest, kinderspel is bij de toekomstige grote verdrukking.
De grote verdrukking is in het Grieks “megas thlipsis”. Iemand met een klein beetje taalgevoel haalt uit dat Griekse woord “megas”, ons woordje “mega”. “Thlipsis” betekent “druk”, zoals in “iets onder druk zetten” en “de druk opvoeren”. En niet van “ik heb het zo druk”. Die “druk, thlipsis” wordt in de vertalingen gebruikt voor “ellende, verdrukking, vervolging, lijdend, benauwdheid”.
In Bijbels Optiek
Uit Zach. 14, 5 kan geconcludeerd worden, dat de Yahweh Israël wel zal verzamelen, maar dat Hij dat niet in het land zal doen, maar ergens daarbuiten. Dat dit zo is, wordt in veel andere Schriftplaatsen bevestigd!
Voorzover de gelovige Joden aan het einde van de zeventigste week van Daniël in Jeruzalem zijn zullen, kunnen zij niet in Jeruzalem worden bijeengebracht, want daar waren zij reeds. Zij zullen Jeruzalem moeten verlaten, zoals Lot eens Sodom, waarbij de vergelijking tussen de verwoesting van Jeruzalem en die van Sodom volstrekt Bijbels is!
Men zal niet worden verzameld in Jeruzalem, maar ergens daarbuiten. Vanuit die plaats zal men later naar de plaats waar Jeruzalem eens lag worden gebracht. Men zal er dan zeven jaar over doen om het verwoeste land te ontdoen van het oorlogstuig en men zal zeven maanden nodig hebben voor het begraven van de doden! Ez. 39:9 en 12
Grote verdrukking is díe druk, waardoor je in benauwdheid komt. Je probeert adem te halen, maar dat lukt bijna niet. Wat je ook probeert, je snakt naar lucht. Iemand met een ingeklapte long of zware astma zal begrijpen wat benauwdheid is.
In de grote verdrukking is men dan ook op zoek naar een beetje lucht, zodat men weer op adem kan komen. Dat komt doordat de grote verdrukking, zware vervolging met zich meebrengt. Het mooie in deze vergelijking is dat het Griekse woord lucht of adem, waar men naar op zoek is, “pneuma” is, wat hetzelfde woord is voor geest. Er is maar één geest Die hen dan kan helpen. En dat lezen we in de enige Schriftverwijzing van dit vers.
Dan.12:1:” Te dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden”
Voorzover de gelovige Joden aan het einde van de zeventigste week van Daniël in Jeruzalem zijn zullen, kunnen zij niet in Jeruzalem worden bijeengebracht, want daar waren zij reeds. Zij zullen Jeruzalem moeten verlaten, zoals Lot eens Sodom, waarbij de vergelijking tussen de verwoesting van Jeruzalem en die van Sodom volstrekt Bijbels is!
Men zal niet worden verzameld in Jeruzalem, maar ergens daarbuiten. Vanuit die plaats zal men later naar de plaats waar Jeruzalem eens lag worden gebracht. Men zal er dan zeven jaar over doen om het verwoeste land te ontdoen van het oorlogstuig en men zal zeven maanden nodig hebben voor het begraven van de doden! Ez. 39:9 en 12
Grote verdrukking is díe druk, waardoor je in benauwdheid komt. Je probeert adem te halen, maar dat lukt bijna niet. Wat je ook probeert, je snakt naar lucht. Iemand met een ingeklapte long of zware astma zal begrijpen wat benauwdheid is.
In de grote verdrukking is men dan ook op zoek naar een beetje lucht, zodat men weer op adem kan komen. Dat komt doordat de grote verdrukking, zware vervolging met zich meebrengt. Het mooie in deze vergelijking is dat het Griekse woord lucht of adem, waar men naar op zoek is, “pneuma” is, wat hetzelfde woord is voor geest. Er is maar één geest Die hen dan kan helpen. En dat lezen we in de enige Schriftverwijzing van dit vers.
Dan.12:1:” Te dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden”
In Bijbels Optiek
Te dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe.
Michaël is de voornaamste engel (Jud.1:9). En een engel is een gedienstige geest (Hebr.1:7). En geest is pneuma. Waardoor Daniël 12:1 uitlegt dat “de kinderen van uw volk”, dat zijn exact dezelfden als “uw volk en uw heilige stad” uit Dan.9, op adem komen door Michaël. Dat maakt Michaël de aartsengel op z’n minst een type van Christus, namelijk de hoogste engel des Heren is. Maar als dat voor u te discutabel is, is Michaël in ieder geval de uitbeelding van Christus.
Vanuit Daniël 9 over de 70 weken en hier in Mattheüs 24 wordt niet duidelijk dat de grote verdrukking over de hele wereld zal komen. Toch is dat wél het geval. Maar dat is een Bijbelstudie op zich zelf. Heel in het kort willen we toch in dit verband aanhalen Openbaring 3:10.
Opb.3:10:” Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen”.
De “ure der verzoeking” is hetzelfde als de “tijdsperiode van de verzoeker”. Deze verzoeker zal over de gehele wereld verzoeking brengen en zal volgens Opb.12:9 t/m 12 grote toorn hebben, omdat hij weet dat hij maar een kleine tijd heeft, om hen, die de aarde en de zee bewonen, te verzoeken.
Matt.24:22
We houden even vast dat de grote verdrukking begint vanaf wat de Here Jezus Zelf zei, het zien staan van de ‘gruwel der verwoesting in de heilige plaats’. En dat de grote verdrukking volgens andere Schriftgedeelten spreekt over meer dan alleen “uw volk en uw heilige stad”, dus niet alleen Israël treft, maar over de hele wereld komen zal!!!
Matt.24:22:” En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden”.
Dus als de Here Jezus verder gaat, met de grote verdrukking, die volgens andere Schriftgedeelten en Oudtestamentische profetieën, over de gehele wereld zou komen, dan zegt Hij over die grote verdrukking, dat “zo die dagen niet verkort werden”, “geen vlees behouden zou worden”. Waarover spreekt de Here dan? De Here spreekt over het behoud van het vlees van de uitverkorenen. Want voor de uitverkorenen alléén zullen de dagen van de grote verdrukking verkort worden. Wat betekent dat dan voor de niet-uitverkorenen? Voor hen gaat de grote verdrukking dus gewoon door!
Want de lengte van de grote verdrukking voor de uitverkorenen is 1260 dagen, zoals eerder al aangegeven. We lazen toen Openbaring 12, waar gesproken wordt over de vrouw die de woestijn invlucht, gedurende de eerste helft van de 70ste week en waar zij, gedurende de tweede helft van de 70ste week, “… een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen” (Openb. 12: 6).
Michaël is de voornaamste engel (Jud.1:9). En een engel is een gedienstige geest (Hebr.1:7). En geest is pneuma. Waardoor Daniël 12:1 uitlegt dat “de kinderen van uw volk”, dat zijn exact dezelfden als “uw volk en uw heilige stad” uit Dan.9, op adem komen door Michaël. Dat maakt Michaël de aartsengel op z’n minst een type van Christus, namelijk de hoogste engel des Heren is. Maar als dat voor u te discutabel is, is Michaël in ieder geval de uitbeelding van Christus.
Vanuit Daniël 9 over de 70 weken en hier in Mattheüs 24 wordt niet duidelijk dat de grote verdrukking over de hele wereld zal komen. Toch is dat wél het geval. Maar dat is een Bijbelstudie op zich zelf. Heel in het kort willen we toch in dit verband aanhalen Openbaring 3:10.
Opb.3:10:” Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen”.
De “ure der verzoeking” is hetzelfde als de “tijdsperiode van de verzoeker”. Deze verzoeker zal over de gehele wereld verzoeking brengen en zal volgens Opb.12:9 t/m 12 grote toorn hebben, omdat hij weet dat hij maar een kleine tijd heeft, om hen, die de aarde en de zee bewonen, te verzoeken.
Matt.24:22
We houden even vast dat de grote verdrukking begint vanaf wat de Here Jezus Zelf zei, het zien staan van de ‘gruwel der verwoesting in de heilige plaats’. En dat de grote verdrukking volgens andere Schriftgedeelten spreekt over meer dan alleen “uw volk en uw heilige stad”, dus niet alleen Israël treft, maar over de hele wereld komen zal!!!
Matt.24:22:” En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden”.
Dus als de Here Jezus verder gaat, met de grote verdrukking, die volgens andere Schriftgedeelten en Oudtestamentische profetieën, over de gehele wereld zou komen, dan zegt Hij over die grote verdrukking, dat “zo die dagen niet verkort werden”, “geen vlees behouden zou worden”. Waarover spreekt de Here dan? De Here spreekt over het behoud van het vlees van de uitverkorenen. Want voor de uitverkorenen alléén zullen de dagen van de grote verdrukking verkort worden. Wat betekent dat dan voor de niet-uitverkorenen? Voor hen gaat de grote verdrukking dus gewoon door!
Want de lengte van de grote verdrukking voor de uitverkorenen is 1260 dagen, zoals eerder al aangegeven. We lazen toen Openbaring 12, waar gesproken wordt over de vrouw die de woestijn invlucht, gedurende de eerste helft van de 70ste week en waar zij, gedurende de tweede helft van de 70ste week, “… een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen” (Openb. 12: 6).
In Bijbels Optiek
In de woestijn heeft God voor de gevluchte Joden, die voor de antichrist gevlucht zijn uit Jeruzalem, een plaats bereid, waar ze door Hem verzorgd zullen worden. Zal er weer manna uit de hemel vallen, zoals eens bij de tocht door de woestijn naar het Beloofde Land.
De 70ste week is namelijk een periode van 7 profetische jaren van 360 dagen elk. Dus rekenen we uit: 7 x 360 dagen = 2520 dagen. Dat is ook wat de Heer met Zijn hand, op de wand schreef, in Daniël 5. Hij schreef:
Dan.5:25:” Dit nu is het schrift, dat daar getekend is: MENE, MENE, TEKEL, UPHARSIN”.
Mene is 1000, tekel is 500 en Upharsin is 20. Mene wordt 2 x genoemd, waardoor je krijgt, dus tel op: mene, 1000, mene, 1000, tekel, 500, upharsin 20 = 2520.
2520 dagen, de laatste profetische jaarweek, zijn de totale lengte, niet van de grote verdrukking voor de hele wereld, maar:
Dan 9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad”.
1. om de overtreding te sluiten,
2. en om de zonden te verzegelen,
3. en om de ongerechtigheid te verzoenen,
4. en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,
5. en om het gezicht, en den profeet te verzegelen,
6. en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
De 70ste week is namelijk een periode van 7 profetische jaren van 360 dagen elk. Dus rekenen we uit: 7 x 360 dagen = 2520 dagen. Dat is ook wat de Heer met Zijn hand, op de wand schreef, in Daniël 5. Hij schreef:
Dan.5:25:” Dit nu is het schrift, dat daar getekend is: MENE, MENE, TEKEL, UPHARSIN”.
Mene is 1000, tekel is 500 en Upharsin is 20. Mene wordt 2 x genoemd, waardoor je krijgt, dus tel op: mene, 1000, mene, 1000, tekel, 500, upharsin 20 = 2520.
2520 dagen, de laatste profetische jaarweek, zijn de totale lengte, niet van de grote verdrukking voor de hele wereld, maar:
Dan 9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad”.
1. om de overtreding te sluiten,
2. en om de zonden te verzegelen,
3. en om de ongerechtigheid te verzoenen,
4. en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,
5. en om het gezicht, en den profeet te verzegelen,
6. en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
In Bijbels Optiek
Op een schilderij van Rembrandt van Rhijn staat koning Belsazar afgebeeld, terwijl Gods Hand op de muur schrijft: “MENE, MENE, TEKEL, UPHARSIN” wat betekent: Gewogen, geteld en te licht bevonden.
Ook Daniël zegt dat het niet gaat om de hele wereld, maar beperkt dit zelfs tot toepassing op de twee stammen. Terwijl, in de profetie van Johannes, de vrouw die de woestijn invlucht, de uitbeelding is van alle twaalf de stammen Israëls. Dat gaat over twee helften van de 70ste week. Dus rekenen we die ook uit:
2520 dagen zijn 1 profetische jaarweek. 2520 dagen gedeeld door twee helften is (2520 : 2 =) 1260 dagen.
De uitverkorenen die de Here Jezus benoemt in Matt.24:22 zijn kennelijk, in ieder geval, dezelfde als die in Daniël 9 worden benoemd “uw volk”. Dus vanaf de oprichting van de gruwel der verwoesting tot 1260 dagen daarna, noemt de Here Jezus “de verkorte dagen voor het vlees van de uitverkorenen”. Want de Here Jezus sprak vele woorden over het laatste moment dat men nog zou kunnen vluchten. Concluderend zouden we moeten vaststellen dat direct na de oprichting van de gruwel der verwoesting de landsgrenzen dichtgaan en zij het land niet meer kunnen verlaten. Het einde van de grote verdrukking zal een uitkomst, een vluchtweg bieden voor hen die dan nog levend in de stad Jeruzalem zijn. Deze groep noemt de Bijbel “een gelovig overblijfsel”, maar dit zijn ook dezelfden die hier de uitverkorenen worden genoemd. In Zach.14 lezen we hoe die uitvlucht er uitziet.
Zach.14:1-5 :“Zie, er komt een dag voor de Here, waarop de buit, op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden.
2 Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden.
3 Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg;
4 Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts;
5 En gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de Here, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem”.
Nu zullen we proberen te begrijpen waarom de dagen van de grote verdrukking voor het vlees van de uitverkorenen al na 1260 dagen stopt. Daarvoor moeten we weten dat overal waar de Bijbel spreekt over de verduistering van zon, maan en sterren, dat al deze profetieën spreken over het moment van “terstond na de verdrukking van die dagen” of “de komst van de Zoon des mensen”, wat de Bijbel vaak benoemd als de dag des Heeren of een dag der toorn, wraak of dikke duisternis. Wie opgelet heeft, las of hoorde ook dat Zacharia 14:1 ook begint met de aankondiging: Ziet, de dag komt voor de Here.
De reden waarom de grote verdrukking stopt, is om de eenvoudige reden dat het land Israël verwoest is. En alles wat daarin is, dood is.
Ook Daniël zegt dat het niet gaat om de hele wereld, maar beperkt dit zelfs tot toepassing op de twee stammen. Terwijl, in de profetie van Johannes, de vrouw die de woestijn invlucht, de uitbeelding is van alle twaalf de stammen Israëls. Dat gaat over twee helften van de 70ste week. Dus rekenen we die ook uit:
2520 dagen zijn 1 profetische jaarweek. 2520 dagen gedeeld door twee helften is (2520 : 2 =) 1260 dagen.
De uitverkorenen die de Here Jezus benoemt in Matt.24:22 zijn kennelijk, in ieder geval, dezelfde als die in Daniël 9 worden benoemd “uw volk”. Dus vanaf de oprichting van de gruwel der verwoesting tot 1260 dagen daarna, noemt de Here Jezus “de verkorte dagen voor het vlees van de uitverkorenen”. Want de Here Jezus sprak vele woorden over het laatste moment dat men nog zou kunnen vluchten. Concluderend zouden we moeten vaststellen dat direct na de oprichting van de gruwel der verwoesting de landsgrenzen dichtgaan en zij het land niet meer kunnen verlaten. Het einde van de grote verdrukking zal een uitkomst, een vluchtweg bieden voor hen die dan nog levend in de stad Jeruzalem zijn. Deze groep noemt de Bijbel “een gelovig overblijfsel”, maar dit zijn ook dezelfden die hier de uitverkorenen worden genoemd. In Zach.14 lezen we hoe die uitvlucht er uitziet.
Zach.14:1-5 :“Zie, er komt een dag voor de Here, waarop de buit, op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden.
2 Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden.
3 Dan zal de Here uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg;
4 Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts;
5 En gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de Here, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem”.
Nu zullen we proberen te begrijpen waarom de dagen van de grote verdrukking voor het vlees van de uitverkorenen al na 1260 dagen stopt. Daarvoor moeten we weten dat overal waar de Bijbel spreekt over de verduistering van zon, maan en sterren, dat al deze profetieën spreken over het moment van “terstond na de verdrukking van die dagen” of “de komst van de Zoon des mensen”, wat de Bijbel vaak benoemd als de dag des Heeren of een dag der toorn, wraak of dikke duisternis. Wie opgelet heeft, las of hoorde ook dat Zacharia 14:1 ook begint met de aankondiging: Ziet, de dag komt voor de Here.
De reden waarom de grote verdrukking stopt, is om de eenvoudige reden dat het land Israël verwoest is. En alles wat daarin is, dood is.
In Bijbels Optiek
Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden, daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven.
Jes.24:6:” Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten; daarom worden de bewoners der aarde door een gloed verbrand en zullen weinig mensen overblijven”.
Jes. 24:23:” Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want de Here der heerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen van zijn oudsten.”.
Jer.4:7:” Een leeuw is opgerezen uit zijn struikgewas, een verderver der volken is opgebroken, uitgegaan uit zijn plaats, om uw land tot een woestenij te maken; uw steden zullen verwoest worden, zodat er geen inwoners zijn”.
Jer.4:8 :’Omgordt u hierom met rouwgewaad, weeklaagt en jammert, want de brandende toorn des Heren keert zich niet van ons af”.
Jer.7:33:” Ja, de lijken van dit volk zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde tot voedsel strekken, zonder dat iemand ze verjaagt”.
Jer.7:34:” En Ik zal in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem doen verstommen de stem der vreugde en de stem der vrolijkheid, de stem van de bruidegom en de stem der bruid, want het land zal een verwoesting zijn”.
Uitleg over de 70 jaarweken.
De profeet Daniël schrijft over 70 jaarweken die er zijn tot aan de oprichting van het Messiaanse Rijk.
1 jaarweek duurt 7 jaar. De zeventig jaarweken zijn verdeeld over drie perioden:
periode 1 = 7 jaarweken (49 jaar)
periode 2 = 62 jaarweken (434 jaar)
periode 3 = 1 jaar week (7 jaar)
Jes.24:6:” Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten; daarom worden de bewoners der aarde door een gloed verbrand en zullen weinig mensen overblijven”.
Jes. 24:23:” Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want de Here der heerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen van zijn oudsten.”.
Jer.4:7:” Een leeuw is opgerezen uit zijn struikgewas, een verderver der volken is opgebroken, uitgegaan uit zijn plaats, om uw land tot een woestenij te maken; uw steden zullen verwoest worden, zodat er geen inwoners zijn”.
Jer.4:8 :’Omgordt u hierom met rouwgewaad, weeklaagt en jammert, want de brandende toorn des Heren keert zich niet van ons af”.
Jer.7:33:” Ja, de lijken van dit volk zullen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde tot voedsel strekken, zonder dat iemand ze verjaagt”.
Jer.7:34:” En Ik zal in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem doen verstommen de stem der vreugde en de stem der vrolijkheid, de stem van de bruidegom en de stem der bruid, want het land zal een verwoesting zijn”.
Uitleg over de 70 jaarweken.
De profeet Daniël schrijft over 70 jaarweken die er zijn tot aan de oprichting van het Messiaanse Rijk.
1 jaarweek duurt 7 jaar. De zeventig jaarweken zijn verdeeld over drie perioden:
periode 1 = 7 jaarweken (49 jaar)
periode 2 = 62 jaarweken (434 jaar)
periode 3 = 1 jaar week (7 jaar)
In Bijbels Optiek
De profeet Daniël, aan wie Yahweh de toekomst van zijn volk onthulde.
periode 1 = 7 jaarweken (49 jaar)
Dit is de periode waarin Jeruzalem weer wordt opgebouwd onder leiding van Nehemia, vanaf de maand nisan (maart/april) 455 v. Chr. Dit staat beschreven in Nehemia 2. Het laatste jaar valt samen met de afsluiting van het Oude Testament.
periode 2 = 62 jaarweken (434 jaar)
434 jaar tot het moment dat de Messias als Vorst zal verschijnen: Palmzondag.
We moeten niet vergeten dat de wonderen en tekenen specifiek voor het Joodse volk waren in deze periode. Dit was een teken voor de Joden dat Gods Koninkrijk op aarde was gekomen. Het was ook de bevestiging van vele profetieën die wezen op de beloofde Messias.
Joh. 7: 31:”En velen uit de menigte kwamen tot geloof in Hem en zeiden: Wanneer de Christus komt, zal Hij toch niet meer tekenen doen dan Híj gedaan heeft?”
Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden en er zal geen vrede, maar oorlog en verwoesting zijn:
Dan. 9: 26 zegt:”Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloeden tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is”.
Nadat Israël de Here Jezus dus als Messias heeft verworpen is de 69e week vervuld. De laatste jaarweek, de 70e, moet nog komen. God heeft tussen de 69e en 70e week de periode van gemeente geplaatst.
De eerste verzen van Mattheüs 24 spreken over de verwoesting van de tempel. Na de verwoesting van de tempel in 70 na Chr. werd het tijdperk van ‘de overgang naar de het gemeentetijdperk’ afgesloten. Deze overgangsperiode is het tijdperk waar het boek Handelingen over gaat, dus het tijdperk van de gemeente van Jezus Christus. Na de geschiedenis van het boek Handelingen heeft de gemeente de “volwassen”status bereikt.
Deze overgangsperiode heeft God aan Zijn volk gegeven om hen, in Zijn genade, tot geloof te laten komen. Omdat Israël niet Jezus als de Messias zag, werd het de opdracht om de heidenen te bereiken met het evangelie.
Nadat de gemeente volwassen was geworden zijn de gaven en tekenen die als hulp bedoeld waren opgehouden. Ze werden vervangen door de Bijbel die volledig was voltooid, met het Nieuwe Testament er bij. Er kwam een nieuw tijdperk, het gemeentetijdperk. Dit is een aparte periode met een eigen bedeling: leven uit geloof. Wij, de gemeente, leven uit geloof. De Here Jezus zegt het Zelf:
Joh. 20:29:”Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven”.
periode 1 = 7 jaarweken (49 jaar)
Dit is de periode waarin Jeruzalem weer wordt opgebouwd onder leiding van Nehemia, vanaf de maand nisan (maart/april) 455 v. Chr. Dit staat beschreven in Nehemia 2. Het laatste jaar valt samen met de afsluiting van het Oude Testament.
periode 2 = 62 jaarweken (434 jaar)
434 jaar tot het moment dat de Messias als Vorst zal verschijnen: Palmzondag.
We moeten niet vergeten dat de wonderen en tekenen specifiek voor het Joodse volk waren in deze periode. Dit was een teken voor de Joden dat Gods Koninkrijk op aarde was gekomen. Het was ook de bevestiging van vele profetieën die wezen op de beloofde Messias.
Joh. 7: 31:”En velen uit de menigte kwamen tot geloof in Hem en zeiden: Wanneer de Christus komt, zal Hij toch niet meer tekenen doen dan Híj gedaan heeft?”
Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden en er zal geen vrede, maar oorlog en verwoesting zijn:
Dan. 9: 26 zegt:”Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten. Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloeden tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is”.
Nadat Israël de Here Jezus dus als Messias heeft verworpen is de 69e week vervuld. De laatste jaarweek, de 70e, moet nog komen. God heeft tussen de 69e en 70e week de periode van gemeente geplaatst.
De eerste verzen van Mattheüs 24 spreken over de verwoesting van de tempel. Na de verwoesting van de tempel in 70 na Chr. werd het tijdperk van ‘de overgang naar de het gemeentetijdperk’ afgesloten. Deze overgangsperiode is het tijdperk waar het boek Handelingen over gaat, dus het tijdperk van de gemeente van Jezus Christus. Na de geschiedenis van het boek Handelingen heeft de gemeente de “volwassen”status bereikt.
Deze overgangsperiode heeft God aan Zijn volk gegeven om hen, in Zijn genade, tot geloof te laten komen. Omdat Israël niet Jezus als de Messias zag, werd het de opdracht om de heidenen te bereiken met het evangelie.
Nadat de gemeente volwassen was geworden zijn de gaven en tekenen die als hulp bedoeld waren opgehouden. Ze werden vervangen door de Bijbel die volledig was voltooid, met het Nieuwe Testament er bij. Er kwam een nieuw tijdperk, het gemeentetijdperk. Dit is een aparte periode met een eigen bedeling: leven uit geloof. Wij, de gemeente, leven uit geloof. De Here Jezus zegt het Zelf:
Joh. 20:29:”Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven”.
In Bijbels Optiek
In de genadetijd vanaf het Bijbelboek Handelingen tot aan de laatste jaarweek m.b.t. het volk Israël, zal het evangelie gepredikt worden aan de hele heidenwereld en een ieder die zich bekeert, zal door het offer van Jezus Christus behouden worden.
periode 3 = 1 jaar week (7 jaar)
De 70e jaarweek zal beginnen na de opname van de gemeente. Als de gemeente is opgenomen zal er een periode van grote verdrukking zijn, 7 jaar lang. Dan zal God weer de draad oppakken met Zijn volk. Dan zullen er weer wonderen en tekenen zijn, voor Israël. Dan zal ook de profetie uit Joël in vervulling gaan.
Joël 2: 28-31 zegt namelijk:”Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende”.
periode 3 = 1 jaar week (7 jaar)
De 70e jaarweek zal beginnen na de opname van de gemeente. Als de gemeente is opgenomen zal er een periode van grote verdrukking zijn, 7 jaar lang. Dan zal God weer de draad oppakken met Zijn volk. Dan zullen er weer wonderen en tekenen zijn, voor Israël. Dan zal ook de profetie uit Joël in vervulling gaan.
Joël 2: 28-31 zegt namelijk:”Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende”.
In Bijbels Optiek
De 70e jaarweek zal pas in vervulling gaan als de christelijke gemeente is opgenomen in de hemel.
Dit gaat pas in vervulling na de opname van de christelijke gemeente. Paulus gaf aan Timotheüs de raad om bij ziekte wat wijn met water te drinken in verband met zijn zwakke maag en andere kwalen. Jakobus roept de zieken op om de oudsten te roepen.
Dat men denkt dat wonderen en tekenen ook voor deze tijd zijn komt ook omdat steeds minder christenen weten wat de bijbel leert. In het oude testament was de gemeente een geheimenis. In Daniël staat het heel duidelijk beschreven hoe God handelt met Zijn volk.
Dan. 9: 24:”Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven”.
Deze profetie staat binnenkort te gebeuren als de laatste jaarweek in vervulling gaat en Jezus 1000 jaar zal gaan regeren met een ‘ijzeren scepter’.
Dit gaat pas in vervulling na de opname van de christelijke gemeente. Paulus gaf aan Timotheüs de raad om bij ziekte wat wijn met water te drinken in verband met zijn zwakke maag en andere kwalen. Jakobus roept de zieken op om de oudsten te roepen.
Dat men denkt dat wonderen en tekenen ook voor deze tijd zijn komt ook omdat steeds minder christenen weten wat de bijbel leert. In het oude testament was de gemeente een geheimenis. In Daniël staat het heel duidelijk beschreven hoe God handelt met Zijn volk.
Dan. 9: 24:”Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven”.
Deze profetie staat binnenkort te gebeuren als de laatste jaarweek in vervulling gaat en Jezus 1000 jaar zal gaan regeren met een ‘ijzeren scepter’.