In Bijbels Optiek
De geboorte van de Here Jezus volgens de Joodse tijdberekening, de maand Tishri.
De Here heeft niet voor niets in ‘t bijzonder de maand Tishri (september / oktober) uitgekozen voor Zijn komst in het vlees. In deze maand vinden namelijk drie van de zeven Bijbelse feesten plaats: Rosh haShana, het nieuwjaarsfeest. Het is de dag waarop de bazuin geblazen wordt. Het is de eerste scheppingsdag en tevens de dag van de wederkomst van Jezus Christus.
Daarna volg Yom Kipoer, de grote verzoendag. Alleen Jezus kon deze grote verzoening tussen mens en God tot stand brengen. En tenslotte Sukot, het Loofhuttenfeest, ter herdenking van de tocht door de woestijn. Wij worden met dit feest herinnerd aan onze eigen woestijntocht in dit aardse leven en de loofhutten geven aan hoe kwetsbaar wij zijn zonder Jezus. Dus de maand september geeft genoeg symboliek voor de komst van Jezus.
Maar is dit ook historisch aanwijsbaar? Jazeker! Tot deze conclusie komen wij, als wij de Joodse geschriften nauwkeurig bestuderen. De echtgenoot van Elizabeth, de priester Zacharias, had namelijk in de maand Tamuz (juni/juli) tempeldienst toen de engel Gabriël aan hem verscheen. Enkele dagen daarna werd Elisabeth zwanger en zes maanden later verscheen Gabriël eveneens aan Maria. De Heilige Geest kwam over haar en zij werd toen ook zwanger. Dat gebeurde dus in de maand Tevet (december/januari). Als wij negen maanden verder tellen, kan Jezus dus alleen in de maand Tishri (september/oktober) geboren zijn.
Hoe kunnen we nu precies weten, wanneer Zacharias de tempeldienst moest verrichten? Welnu! In Lucas 1:5 lezen wij: "Er was in de dagen van Herodes, de koning van Judea, een priester, genaamd Zacharias, behorende tot de afdeling van Abia, en zijn vrouw was uit de dochters van Aäron en haar naam was Elisabeth." - Uit deze tekst blijkt, dat Zacharias tot de afdeling van Abia behoorde. Iets verderop lezen wij: "En het geschiedde, toen hij de priesterdienst voor God verrichtte in de beurt zijner afdeling, dat hij door het lot werd aangewezen, volgens de regel van de priesterdienst, om de tempel des HEREN binnen te gaan en het reukoffer te brengen."
De Here heeft niet voor niets in ‘t bijzonder de maand Tishri (september / oktober) uitgekozen voor Zijn komst in het vlees. In deze maand vinden namelijk drie van de zeven Bijbelse feesten plaats: Rosh haShana, het nieuwjaarsfeest. Het is de dag waarop de bazuin geblazen wordt. Het is de eerste scheppingsdag en tevens de dag van de wederkomst van Jezus Christus.
Daarna volg Yom Kipoer, de grote verzoendag. Alleen Jezus kon deze grote verzoening tussen mens en God tot stand brengen. En tenslotte Sukot, het Loofhuttenfeest, ter herdenking van de tocht door de woestijn. Wij worden met dit feest herinnerd aan onze eigen woestijntocht in dit aardse leven en de loofhutten geven aan hoe kwetsbaar wij zijn zonder Jezus. Dus de maand september geeft genoeg symboliek voor de komst van Jezus.
Maar is dit ook historisch aanwijsbaar? Jazeker! Tot deze conclusie komen wij, als wij de Joodse geschriften nauwkeurig bestuderen. De echtgenoot van Elizabeth, de priester Zacharias, had namelijk in de maand Tamuz (juni/juli) tempeldienst toen de engel Gabriël aan hem verscheen. Enkele dagen daarna werd Elisabeth zwanger en zes maanden later verscheen Gabriël eveneens aan Maria. De Heilige Geest kwam over haar en zij werd toen ook zwanger. Dat gebeurde dus in de maand Tevet (december/januari). Als wij negen maanden verder tellen, kan Jezus dus alleen in de maand Tishri (september/oktober) geboren zijn.
Hoe kunnen we nu precies weten, wanneer Zacharias de tempeldienst moest verrichten? Welnu! In Lucas 1:5 lezen wij: "Er was in de dagen van Herodes, de koning van Judea, een priester, genaamd Zacharias, behorende tot de afdeling van Abia, en zijn vrouw was uit de dochters van Aäron en haar naam was Elisabeth." - Uit deze tekst blijkt, dat Zacharias tot de afdeling van Abia behoorde. Iets verderop lezen wij: "En het geschiedde, toen hij de priesterdienst voor God verrichtte in de beurt zijner afdeling, dat hij door het lot werd aangewezen, volgens de regel van de priesterdienst, om de tempel des HEREN binnen te gaan en het reukoffer te brengen."
In Bijbels Optiek
De engel Gabriël verkondigt de blijde boodschap aan Zacharias, dat hij een zoon zal ontvangen.
Om te zien, wanneer de afdeling van Abia, waartoe Zacharias behoorde, aan de beurt was, moeten wij het boek I Kronieken 24:1-5 raadplegen: "De afdelingen der zonen van Aäron. De zonen van Aäron waren Nadab, Abihu, Eleazar en Ithamar. Nadab en Abihu stierven nog voor hun vader, zonder zonen te hebben, zodat Eleazar en Ithamar het priesterambt bekleedden. David, Zadok - uit de zonen van Eleazar - en Ahimelech - uit de zonen van Ithamar - verdeelden hen voor hun ambtswerk in dienstgroepen. Toen bleek het, dat de zonen van Eleazar meer groepshoofden hadden dan de zonen van Ithamar; daarom deelde men hen aldus in: zestien hoofden voor de families van de zonen van Eleazar, en acht voor de families van de zonen van Ithamar. Men deelde hen in bij loting, de ene groep zowel als de andere, omdat er oversten van het heiligdom - oversten Gods - zowel onder de zonen van Eleazar als onder de zonen van Ithamar waren" (24:1-5). Het waren dus in totaal 24, en om de beurt, per 14 dagen, verrichtten zij de tempeldienst. "Het eerste lot nu viel op Jojarib, het tweede op Jedaja, het derde op Harim, het vierde op Seorim, het vijfde op Malkia, het zesde op Mijamin, het zevende op Hakkoz, het achtste op Abia..." (24:7-10).
Abia, de dienstgroep van Zacharia, wordt in vers 10 als achtste genoemd en daaruit kunnen wij afleiden, dat Zacharias in de maand juli de taak had om in de tempel te dienen. Het Bijbelse jaar begint immers met de maand Nisan (maart/april) en wordt opgevolgd door Ijar (april/mei). Daarna komt Sivan (mei/juni) en de vierde maand, waarin dus de achtste groep tempeldienst had, was Tamuz (juni/juli). Het was daarom dus begin juli, dat de engel Gabriël in de tempel aan Zacharias verscheen om hem de geboorte van zijn zoon Johannes aan te kondigen. Kort daarna werd zijn vrouw Elisabeth zwanger en zes maanden later, begin januari kwam de Heilige Geest over Maria en zij werd eveneens zwanger (Lucas 1:26). Jezus Christus werd negen maanden later, dus in september geboren. Maar op welke dag precies? Wanneer moeten we het feest van Zijn geboorte, dan wel vieren, als het niet op 25 december kan zijn? Yom Kipur, de grote verzoendag, is het meest waarschijnlijk, want met Zijn geboorte is immers de grote verzoening begonnen. Rosh haShana, de nieuwjaarsdag, kan ook, want Hij heeft een nieuw begin gemaakt. Bovendien zal dit tevens ook de dag van Zijn tweede komst zijn. Sukot kan niet, want als alle Joden op dit pelgrimsfeest naar Jeruzalem moesten gaan, konden zij onmogelijk in verband met de volkstelling ieder naar zijn plaats van herkomst gegaan zijn om zich daar te laten inschrijven.
Welnu, het maakt weinig uit op welke dag in de maand september wij de komst van onze Joodse Verlosser herdenken. De viering van het kerstfeest wordt immers noch in het Nieuwe Testament, noch in het Oude Testament vermeld. Het gaat er dus op de eerste plaats niet om, WANNEER de Messias is gekomen, maar DAT Hij is gekomen en dat Hij heel SPOEDIG ZAL WEDERKEREN! Als u DAT gelooft en Jezus NU aanvaardt als uw door de profeten in het Oude testament beloofde Verlosser, dan is Hij HEDEN tot u gekomen en dan mag u de tekst uit Lucas 2:10-11 ook persoonlijk opvatten: "Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is HEDEN de Heiland geboren, namelijk de Messias, de Here, in de stad van David!"
Om te zien, wanneer de afdeling van Abia, waartoe Zacharias behoorde, aan de beurt was, moeten wij het boek I Kronieken 24:1-5 raadplegen: "De afdelingen der zonen van Aäron. De zonen van Aäron waren Nadab, Abihu, Eleazar en Ithamar. Nadab en Abihu stierven nog voor hun vader, zonder zonen te hebben, zodat Eleazar en Ithamar het priesterambt bekleedden. David, Zadok - uit de zonen van Eleazar - en Ahimelech - uit de zonen van Ithamar - verdeelden hen voor hun ambtswerk in dienstgroepen. Toen bleek het, dat de zonen van Eleazar meer groepshoofden hadden dan de zonen van Ithamar; daarom deelde men hen aldus in: zestien hoofden voor de families van de zonen van Eleazar, en acht voor de families van de zonen van Ithamar. Men deelde hen in bij loting, de ene groep zowel als de andere, omdat er oversten van het heiligdom - oversten Gods - zowel onder de zonen van Eleazar als onder de zonen van Ithamar waren" (24:1-5). Het waren dus in totaal 24, en om de beurt, per 14 dagen, verrichtten zij de tempeldienst. "Het eerste lot nu viel op Jojarib, het tweede op Jedaja, het derde op Harim, het vierde op Seorim, het vijfde op Malkia, het zesde op Mijamin, het zevende op Hakkoz, het achtste op Abia..." (24:7-10).
Abia, de dienstgroep van Zacharia, wordt in vers 10 als achtste genoemd en daaruit kunnen wij afleiden, dat Zacharias in de maand juli de taak had om in de tempel te dienen. Het Bijbelse jaar begint immers met de maand Nisan (maart/april) en wordt opgevolgd door Ijar (april/mei). Daarna komt Sivan (mei/juni) en de vierde maand, waarin dus de achtste groep tempeldienst had, was Tamuz (juni/juli). Het was daarom dus begin juli, dat de engel Gabriël in de tempel aan Zacharias verscheen om hem de geboorte van zijn zoon Johannes aan te kondigen. Kort daarna werd zijn vrouw Elisabeth zwanger en zes maanden later, begin januari kwam de Heilige Geest over Maria en zij werd eveneens zwanger (Lucas 1:26). Jezus Christus werd negen maanden later, dus in september geboren. Maar op welke dag precies? Wanneer moeten we het feest van Zijn geboorte, dan wel vieren, als het niet op 25 december kan zijn? Yom Kipur, de grote verzoendag, is het meest waarschijnlijk, want met Zijn geboorte is immers de grote verzoening begonnen. Rosh haShana, de nieuwjaarsdag, kan ook, want Hij heeft een nieuw begin gemaakt. Bovendien zal dit tevens ook de dag van Zijn tweede komst zijn. Sukot kan niet, want als alle Joden op dit pelgrimsfeest naar Jeruzalem moesten gaan, konden zij onmogelijk in verband met de volkstelling ieder naar zijn plaats van herkomst gegaan zijn om zich daar te laten inschrijven.
Welnu, het maakt weinig uit op welke dag in de maand september wij de komst van onze Joodse Verlosser herdenken. De viering van het kerstfeest wordt immers noch in het Nieuwe Testament, noch in het Oude Testament vermeld. Het gaat er dus op de eerste plaats niet om, WANNEER de Messias is gekomen, maar DAT Hij is gekomen en dat Hij heel SPOEDIG ZAL WEDERKEREN! Als u DAT gelooft en Jezus NU aanvaardt als uw door de profeten in het Oude testament beloofde Verlosser, dan is Hij HEDEN tot u gekomen en dan mag u de tekst uit Lucas 2:10-11 ook persoonlijk opvatten: "Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is HEDEN de Heiland geboren, namelijk de Messias, de Here, in de stad van David!"
In Bijbels Optiek.
De geboorte van Jezus Christus, de Zoon van God, die de hemel verliet en mens geworden is, om onze zonden op Zich te kunnen nemen.