In Bijbels Optiek
Het Zondvloedverhaal.
Genesis 6:5-6-7 zegt ons : ”Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En de Here zeide: Ik zal de mensen die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen des Heren”.
Steeds meer wetenschappers erkennen dat er in het verleden een enorme waterramp de aarde moet hebben geteisterd. Lange tijd heerste de gedachte dat de verschillende aardlagen heel traag sedert miljoenen jaren moeten zijn gevormd. Maar er bestaan steeds meer twijfels t.a.v. deze visie. De enorme uitbarsting van de vulkaan Sint Helens in de staat Washington in de Verenigde Staten, op 18 mei 1980, zorgde voor vierhonderd miljoen ton hete as die 30 kilometer omhoog werd gespuwd. De onmetelijke lavastroom vernietigde alles op zijn weg en gigantische modderstromen sleurden onderweg slijk, stenen, bomen, zand en dieren mee. Volgens diverse geleerden was deze uitbarsting te vergelijken met een kracht van ruim 20.000 atoombommen. In de nabij gelegen vallei vormde zich in ca. vijf jaar een nieuwe laag gesteente tot wel 200 meter dik. Toen wetenschappers in 1996 met de meest moderne technieken en dateringsmethoden probeerden vast te stellen hoe oud dit gesteente was, kwam men op ouderdommen van 350.000 tot 3 miljoen jaar. In werkelijkheid was het gesteente pas 16 jaar oud. De betrouwbaarheid van de gehanteerde dateringsmethoden wordt daarom terecht, steeds meer in twijfel getrokken.
Genesis 6:5-6-7 zegt ons : ”Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart. En de Here zeide: Ik zal de mensen die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen des Heren”.
Steeds meer wetenschappers erkennen dat er in het verleden een enorme waterramp de aarde moet hebben geteisterd. Lange tijd heerste de gedachte dat de verschillende aardlagen heel traag sedert miljoenen jaren moeten zijn gevormd. Maar er bestaan steeds meer twijfels t.a.v. deze visie. De enorme uitbarsting van de vulkaan Sint Helens in de staat Washington in de Verenigde Staten, op 18 mei 1980, zorgde voor vierhonderd miljoen ton hete as die 30 kilometer omhoog werd gespuwd. De onmetelijke lavastroom vernietigde alles op zijn weg en gigantische modderstromen sleurden onderweg slijk, stenen, bomen, zand en dieren mee. Volgens diverse geleerden was deze uitbarsting te vergelijken met een kracht van ruim 20.000 atoombommen. In de nabij gelegen vallei vormde zich in ca. vijf jaar een nieuwe laag gesteente tot wel 200 meter dik. Toen wetenschappers in 1996 met de meest moderne technieken en dateringsmethoden probeerden vast te stellen hoe oud dit gesteente was, kwam men op ouderdommen van 350.000 tot 3 miljoen jaar. In werkelijkheid was het gesteente pas 16 jaar oud. De betrouwbaarheid van de gehanteerde dateringsmethoden wordt daarom terecht, steeds meer in twijfel getrokken.
In Bijbels Optiek
Uitbarsting St. Helens 18 mei 1980.
Wanneer de zondvloed precies heeft plaatsgevonden, is niet met zekerheid bekend. Aangenomen dat de geslachtsregisters in Genesis hoofdstuk 5 en 11 compleet zijn en dat er een “vader-zoon” relatie is bij hen die in de geslachtsregisters genoemd worden, dan zou de vloed plaatsgevonden hebben in 2459 v.Chr., 1656 jaar na de schepping en Adam zou geschapen zijn in 4115 v.Chr. De vraag is echter of de geslachtsregisters in Genesis 5 en 11 compleet zijn. Met andere woorden, moeten ze strikt chronologisch geïnterpreteerd worden? Redenen om aan te nemen dat ze niet compleet zijn en dat ze niet als strikte chronologie geïnterpreteerd moeten worden zijn gegeven door dr.Henry Morris en prof. J.C.Whitcomb in hun welbekende boek “The Genesis Flood” (pag.474 en volgende).
Er is weinig bekend over het aantal mensen dat op aarde leefde ten tijde van de vloed. Tom Pickett probeert op zijn site een antwoord op die vraag te geven. Zijn berekeningen zijn gebaseerd op wat uit de Bijbel kan worden opgemaakt. Diverse onderzoekers menen dat de totale populatie enkele tientallen miljoenen moet zijn geweest tot maximaal enkele honderden miljoenen. Gebaseerd op de leeftijden van de oudvaders zoals beschreven in Genesis, komt Pickett vanaf de schepping van Adam tot aan de vloed, in totaal 1656 jaar, uit op circa 8 miljard inwoners. De door Pickett gehanteerde tijdsduur wordt ook door andere onderzoekers gehanteerd.
Naast het bekende Bijbelse zondvloedverhaal zijn er bij een groot aantal oude volken op aarde overeenkomstige verhalen aangetroffen. Zo had aan het einde van de 19e eeuw de etnograaf R. Andree al meer als zestig zondvloedoverleveringen verzameld uit alle delen van de wereld. Volgens een groot aantal onderzoekers is het Bijbelse verhaal over de grote watervloed er één uit een hele reeks en zijn Noach en zijn familie beslist niet de enigen die deze ramp hebben overleefd.
Maar het lijkt erop dat alle bekende zondvloedoverleveringen niets anders zijn dan verminkte flarden van het Bijbelse verhaal dat na de Babylonische spraakverwarring de wereld is overgegaan. Genesis 11:7 vertelt dat de Here God eerst de spraak van de mens verwarde en hen daarna over de aarde verstrooide. Vanzelfsprekend namen deze ‘verstrooiden’ ook de geschiedenis van hun voorvaderen in hun herinnering mee. Door de spraakverwarring veranderde de naam van Noach en werd de historische kern van het verhaal aangetast. Ook de naam van God veranderde in die van plaatselijke godheden zoals uit de vele verhalen blijkt.
Wanneer de zondvloed precies heeft plaatsgevonden, is niet met zekerheid bekend. Aangenomen dat de geslachtsregisters in Genesis hoofdstuk 5 en 11 compleet zijn en dat er een “vader-zoon” relatie is bij hen die in de geslachtsregisters genoemd worden, dan zou de vloed plaatsgevonden hebben in 2459 v.Chr., 1656 jaar na de schepping en Adam zou geschapen zijn in 4115 v.Chr. De vraag is echter of de geslachtsregisters in Genesis 5 en 11 compleet zijn. Met andere woorden, moeten ze strikt chronologisch geïnterpreteerd worden? Redenen om aan te nemen dat ze niet compleet zijn en dat ze niet als strikte chronologie geïnterpreteerd moeten worden zijn gegeven door dr.Henry Morris en prof. J.C.Whitcomb in hun welbekende boek “The Genesis Flood” (pag.474 en volgende).
Er is weinig bekend over het aantal mensen dat op aarde leefde ten tijde van de vloed. Tom Pickett probeert op zijn site een antwoord op die vraag te geven. Zijn berekeningen zijn gebaseerd op wat uit de Bijbel kan worden opgemaakt. Diverse onderzoekers menen dat de totale populatie enkele tientallen miljoenen moet zijn geweest tot maximaal enkele honderden miljoenen. Gebaseerd op de leeftijden van de oudvaders zoals beschreven in Genesis, komt Pickett vanaf de schepping van Adam tot aan de vloed, in totaal 1656 jaar, uit op circa 8 miljard inwoners. De door Pickett gehanteerde tijdsduur wordt ook door andere onderzoekers gehanteerd.
Naast het bekende Bijbelse zondvloedverhaal zijn er bij een groot aantal oude volken op aarde overeenkomstige verhalen aangetroffen. Zo had aan het einde van de 19e eeuw de etnograaf R. Andree al meer als zestig zondvloedoverleveringen verzameld uit alle delen van de wereld. Volgens een groot aantal onderzoekers is het Bijbelse verhaal over de grote watervloed er één uit een hele reeks en zijn Noach en zijn familie beslist niet de enigen die deze ramp hebben overleefd.
Maar het lijkt erop dat alle bekende zondvloedoverleveringen niets anders zijn dan verminkte flarden van het Bijbelse verhaal dat na de Babylonische spraakverwarring de wereld is overgegaan. Genesis 11:7 vertelt dat de Here God eerst de spraak van de mens verwarde en hen daarna over de aarde verstrooide. Vanzelfsprekend namen deze ‘verstrooiden’ ook de geschiedenis van hun voorvaderen in hun herinnering mee. Door de spraakverwarring veranderde de naam van Noach en werd de historische kern van het verhaal aangetast. Ook de naam van God veranderde in die van plaatselijke godheden zoals uit de vele verhalen blijkt.
In Bijbels Optiek
Noach bouwt een ark en waarschuwt de mensen voor de de komende straf van God.
Buitenbijbelse zondvloedverhalen.
Een overlevering die nog het meest overeenkomt met het Bijbelse verhaal over de grote vloed staat vermeld in het Soemerische Gilgamesj Epos dat is gevonden in de ruïnes van de grote kleitablettenbibliotheek van koning Assoerbanipal in Ninevé aan de oever van de rivier de Tigris in het huidige Irak, het vroegere Mesopotamië. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat Gilgamesj een historische figuur is geweest die volgens de Soemerische koningslijsten heerste over Erech (Oeroek) tijdens de eerste dynastie na de zondvloed. Zijn koningschap duurde 126 jaar. Het Epos vertelt dat Gilgamesj een man ontmoet, genaamd Oetnapisjtim die de "vader der mensen werd genoemd". Deze vertelt hem dat hij door zijn god Ea (Babylonische godheid) was gewaarschuwd voor een op handen zijnde watervloed. Net als Noach kreeg ook Oetnapisjtim de opdracht een schip te bouwen.
De tekst: “O, gij man van Sjuruppak, bouw een schip, doe afstand van uw rijkdom en red uw leven, want ik zal weldra een grote vloed over de aarde brengen. Breng zaad van al wat leeft naar het schip dat u zult bouwen”.
Evenals in Genesis wordt deze opdracht gevolgd door een aantal bijzonderheden over de afmetingen van het schip en andere aanwijzingen voor de bouw. Deze wijken af van wat de Bijbel leert. Zo had het schip van Oetnapisjtim zes verdiepingen terwijl de ark van Noach drie verdiepingen telde. Oetnapisjtim nam niet alleen zijn gezin mee aan boord, maar ook al zijn bloedverwanten en een aantal ambachtslieden. Het schip werd net als dat van Noach, waterdicht gemaakt met dikke lagen aardpek. Hij beschreef het losbarsten van de zondvloed op de volgende wijze;
“De zuidenwind huilde en de wateren bereikten grote hoogten en regen viel onafgebroken in grote stromen uit de hemel op alle volkeren der aarde. En de regen stortte neer gelijk een waterval”.
De buitensporige weersomstandigheden duurden zes dagen. Nadat het water begon te zakken strandde het schip op de berg "Nisir". Oetnapisjtim liet eerst een duif los, maar die kwam terug. Toen liet hij een zwaluw los en ook die keerde terug. Tenslotte stuurde hij er een raaf op uit en die keerde niet terug. Deskundigen die de Soemerische tekst aan een nauwkeurig onderzoek onderwierpen kwamen tot de conclusie dat de Soemerische overlevering ouder moest zijn dan het verhaal uit Genesis. Maar hiervoor ontbreekt ieder bewijsmateriaal, in tegenstelling tot wat de bijbel vertelt. Vondsten van grote aantallen kleitabletten hebben namelijk een duidelijk beeld gegeven van de tijd die uit de eerste hoofdstukken van Genesis bekend is. De verhalen in Genesis blijken te zijn geschreven door de aartsvaders die rechtstreeks bij de vermelde gebeurtenissen betrokken waren en wier namen duidelijk op de tabletten vermeld staan waaronder die van Noach. Deze verhalen stammen dus uit de eerste hand en zijn niet beïnvloed door een mengelmoes van mythologische voorstellingen zoals men die aantreft in het Soemerische Gilgamesj Epos waarin een drietal oppergoden -Ea, Anoe en Enlil- tezamen een pantheon van honderden met naam en toenaam bekende lagere goden en godinnen bestuurden.
Buitenbijbelse zondvloedverhalen.
Een overlevering die nog het meest overeenkomt met het Bijbelse verhaal over de grote vloed staat vermeld in het Soemerische Gilgamesj Epos dat is gevonden in de ruïnes van de grote kleitablettenbibliotheek van koning Assoerbanipal in Ninevé aan de oever van de rivier de Tigris in het huidige Irak, het vroegere Mesopotamië. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat Gilgamesj een historische figuur is geweest die volgens de Soemerische koningslijsten heerste over Erech (Oeroek) tijdens de eerste dynastie na de zondvloed. Zijn koningschap duurde 126 jaar. Het Epos vertelt dat Gilgamesj een man ontmoet, genaamd Oetnapisjtim die de "vader der mensen werd genoemd". Deze vertelt hem dat hij door zijn god Ea (Babylonische godheid) was gewaarschuwd voor een op handen zijnde watervloed. Net als Noach kreeg ook Oetnapisjtim de opdracht een schip te bouwen.
De tekst: “O, gij man van Sjuruppak, bouw een schip, doe afstand van uw rijkdom en red uw leven, want ik zal weldra een grote vloed over de aarde brengen. Breng zaad van al wat leeft naar het schip dat u zult bouwen”.
Evenals in Genesis wordt deze opdracht gevolgd door een aantal bijzonderheden over de afmetingen van het schip en andere aanwijzingen voor de bouw. Deze wijken af van wat de Bijbel leert. Zo had het schip van Oetnapisjtim zes verdiepingen terwijl de ark van Noach drie verdiepingen telde. Oetnapisjtim nam niet alleen zijn gezin mee aan boord, maar ook al zijn bloedverwanten en een aantal ambachtslieden. Het schip werd net als dat van Noach, waterdicht gemaakt met dikke lagen aardpek. Hij beschreef het losbarsten van de zondvloed op de volgende wijze;
“De zuidenwind huilde en de wateren bereikten grote hoogten en regen viel onafgebroken in grote stromen uit de hemel op alle volkeren der aarde. En de regen stortte neer gelijk een waterval”.
De buitensporige weersomstandigheden duurden zes dagen. Nadat het water begon te zakken strandde het schip op de berg "Nisir". Oetnapisjtim liet eerst een duif los, maar die kwam terug. Toen liet hij een zwaluw los en ook die keerde terug. Tenslotte stuurde hij er een raaf op uit en die keerde niet terug. Deskundigen die de Soemerische tekst aan een nauwkeurig onderzoek onderwierpen kwamen tot de conclusie dat de Soemerische overlevering ouder moest zijn dan het verhaal uit Genesis. Maar hiervoor ontbreekt ieder bewijsmateriaal, in tegenstelling tot wat de bijbel vertelt. Vondsten van grote aantallen kleitabletten hebben namelijk een duidelijk beeld gegeven van de tijd die uit de eerste hoofdstukken van Genesis bekend is. De verhalen in Genesis blijken te zijn geschreven door de aartsvaders die rechtstreeks bij de vermelde gebeurtenissen betrokken waren en wier namen duidelijk op de tabletten vermeld staan waaronder die van Noach. Deze verhalen stammen dus uit de eerste hand en zijn niet beïnvloed door een mengelmoes van mythologische voorstellingen zoals men die aantreft in het Soemerische Gilgamesj Epos waarin een drietal oppergoden -Ea, Anoe en Enlil- tezamen een pantheon van honderden met naam en toenaam bekende lagere goden en godinnen bestuurden.
In Bijbels Optiek
Volgens de Syriër Lucianus van Samosata (120-180 n.C.) is er slechts één man genaamd Deucalion, zoon van Prometheus en zijn gezin die de water ramp in een boot, waarin zich ook vee bevond, overleefde.
Vanuit Babel is de geschiedenis van de zondvloed de wereld overgegaan waar het al naar gelang de verschillende religieuze aanschouwingen is aangepast en misvormd. Zo legde de Syriër Lucianus van Samosata (120-180 n.C.) vast dat er in zijn land een oude overlevering bestond die vertelde dat de goden de mensheid hadden bestraft met een enorme watervloed. Slechts één man genaamd Deucalion, zoon van Prometheus en zijn gezin overleefden de ramp in een boot waarin zich ook vee bevond.
Het verslag van Lucianus is waarschijnlijk afkomstig uit Griekse bronnen want de naam Deucalion komt ook in de Griekse mythen voor. Hierin besloot Zeus, die in woede was ontstoken nadat Prometheus, vuur uit de hemel had gestolen, het menselijk geslacht te vernietigen met een overstroming. Prometheus waarschuwde zijn zoon Deucalion voor het plan van Zeus. Hij gaf hem de opdracht een boot te bouwen om de golven te weerstaan en zijn vrouw Pyrrha mee te nemen. Deucalion deed dat en na verloop van tijd kwam de vloed, die negen dagen duurde en de hele wereld onder water dompelde. Op de tiende dag begon het water te zakken en strandde de boot van Deucalion op de berg Parnassus.
In de Indiase mythologie is het verhaal bekend van Manu, de vader van het menselijk ras, die bezoek kreeg van Visjnoe. Deze verscheen in de gedaante van een vis en waarschuwde Manu, dat de wereld in zeven dagen tijd overstroomd zou worden om de verdorvenheid van het menselijk ras te straffen. Manu kreeg te horen dat hij samen met zeven heilige mannen en hun vrouwen gered zou worden, als ze aan boord zouden gaan van een schip dat ze moesten bevoorraden met voldoende voedsel. Bovendien moesten ze één paar van iedere diersoort mee aan boord nemen. Eerst kwam de vloed en toen die weer afnam liep Manu’s schip halverwege een berg in de Himalaya aan de grond. In het oorspronkelijke Genesis-verhaal blijft Noachs ark vastzitten op de berg Ararat maar bij een groot deel van de andere verhalen wordt de naam van de berg prompt aangepast aan de nieuwe leefomgeving. Het verhaal van Deucalion is een overlevering uit Griekenland en prompt strand ook de boot op een berg in dit land. Het verhaal van Manu wordt in India verteld en daar strand het schip op een berg in de Himalaya. Er zijn meer van dit soort voorbeelden bekend.
De meeste indianenstammen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika bezitten ook overleveringen over een wereldwijde watervloed. De Azteken vertellen dat hun hoogste god Tezcatlopica het mensenpaar Nata en Nena waarschuwde voor een op handen zijnde watervloed. Hij droeg hen op een schip te bouwen. Ze waren uiteindelijk de enige overlevenden van de ramp. In het British museum in Londen ligt een oud Maya-geschrift genaamd het "Troano-manuscript".
Vanuit Babel is de geschiedenis van de zondvloed de wereld overgegaan waar het al naar gelang de verschillende religieuze aanschouwingen is aangepast en misvormd. Zo legde de Syriër Lucianus van Samosata (120-180 n.C.) vast dat er in zijn land een oude overlevering bestond die vertelde dat de goden de mensheid hadden bestraft met een enorme watervloed. Slechts één man genaamd Deucalion, zoon van Prometheus en zijn gezin overleefden de ramp in een boot waarin zich ook vee bevond.
Het verslag van Lucianus is waarschijnlijk afkomstig uit Griekse bronnen want de naam Deucalion komt ook in de Griekse mythen voor. Hierin besloot Zeus, die in woede was ontstoken nadat Prometheus, vuur uit de hemel had gestolen, het menselijk geslacht te vernietigen met een overstroming. Prometheus waarschuwde zijn zoon Deucalion voor het plan van Zeus. Hij gaf hem de opdracht een boot te bouwen om de golven te weerstaan en zijn vrouw Pyrrha mee te nemen. Deucalion deed dat en na verloop van tijd kwam de vloed, die negen dagen duurde en de hele wereld onder water dompelde. Op de tiende dag begon het water te zakken en strandde de boot van Deucalion op de berg Parnassus.
In de Indiase mythologie is het verhaal bekend van Manu, de vader van het menselijk ras, die bezoek kreeg van Visjnoe. Deze verscheen in de gedaante van een vis en waarschuwde Manu, dat de wereld in zeven dagen tijd overstroomd zou worden om de verdorvenheid van het menselijk ras te straffen. Manu kreeg te horen dat hij samen met zeven heilige mannen en hun vrouwen gered zou worden, als ze aan boord zouden gaan van een schip dat ze moesten bevoorraden met voldoende voedsel. Bovendien moesten ze één paar van iedere diersoort mee aan boord nemen. Eerst kwam de vloed en toen die weer afnam liep Manu’s schip halverwege een berg in de Himalaya aan de grond. In het oorspronkelijke Genesis-verhaal blijft Noachs ark vastzitten op de berg Ararat maar bij een groot deel van de andere verhalen wordt de naam van de berg prompt aangepast aan de nieuwe leefomgeving. Het verhaal van Deucalion is een overlevering uit Griekenland en prompt strand ook de boot op een berg in dit land. Het verhaal van Manu wordt in India verteld en daar strand het schip op een berg in de Himalaya. Er zijn meer van dit soort voorbeelden bekend.
De meeste indianenstammen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika bezitten ook overleveringen over een wereldwijde watervloed. De Azteken vertellen dat hun hoogste god Tezcatlopica het mensenpaar Nata en Nena waarschuwde voor een op handen zijnde watervloed. Hij droeg hen op een schip te bouwen. Ze waren uiteindelijk de enige overlevenden van de ramp. In het British museum in Londen ligt een oud Maya-geschrift genaamd het "Troano-manuscript".
In Bijbels Optiek
Troano manuscript.
In dit manuscript wordt verteld dat op een dag de poorten van de hemel en de aarde werden opengezet en dat het water bouwwerken verwoestend en de gehele bevolking uitroeiend over het land was heengegaan. Het land was voor lange tijd onbewoonbaar geweest. Toen waren er nieuwe bewoners gekomen met schepen over de zee.
De Hopi-indianen die heden ten dage nog leven in het Zuidwesten van de Verenigde Staten vertellen dat de wereld toentertijd werd vernietigd omdat de mens niet meer gehoorzaamde aan de opdrachten van de Schepper. Alleen zij die het streven van de Schepper in hun hart bewaarden, werden gered om de "vierde wereld" - de tegenwoordige wereld - te bevolken. De wereld die door het zondvloed-cataclysme werd vernietigd, noemen zij de "derde wereld". Zij vertellen het volgende over de zondvloed:
Er was een overstroming. De wateren werden over de aarde uitgestort. Golven die hoger waren dan bergen, rolden aan op het land. De continenten scheurden en verzonken in de golven. Na de overstroming bevonden de overlevenden zich op de top van één der hoogste bergen. Al het overige lag onder water. Op de zeebodem lagen alle trotse steden en alle andere wereldse schatten, verdorven door het kwaad. Er werd een nieuwe wereld geschapen en de mensen werden door de afgezant van de Schepper vermaand om het plan van de schepping uit te voeren, anders zal ook de "vierde wereld" aan haar einde komen.
In dit manuscript wordt verteld dat op een dag de poorten van de hemel en de aarde werden opengezet en dat het water bouwwerken verwoestend en de gehele bevolking uitroeiend over het land was heengegaan. Het land was voor lange tijd onbewoonbaar geweest. Toen waren er nieuwe bewoners gekomen met schepen over de zee.
De Hopi-indianen die heden ten dage nog leven in het Zuidwesten van de Verenigde Staten vertellen dat de wereld toentertijd werd vernietigd omdat de mens niet meer gehoorzaamde aan de opdrachten van de Schepper. Alleen zij die het streven van de Schepper in hun hart bewaarden, werden gered om de "vierde wereld" - de tegenwoordige wereld - te bevolken. De wereld die door het zondvloed-cataclysme werd vernietigd, noemen zij de "derde wereld". Zij vertellen het volgende over de zondvloed:
Er was een overstroming. De wateren werden over de aarde uitgestort. Golven die hoger waren dan bergen, rolden aan op het land. De continenten scheurden en verzonken in de golven. Na de overstroming bevonden de overlevenden zich op de top van één der hoogste bergen. Al het overige lag onder water. Op de zeebodem lagen alle trotse steden en alle andere wereldse schatten, verdorven door het kwaad. Er werd een nieuwe wereld geschapen en de mensen werden door de afgezant van de Schepper vermaand om het plan van de schepping uit te voeren, anders zal ook de "vierde wereld" aan haar einde komen.
In Bijbels Optiek
Hopi indiaan Arizona.
Verzonken steden.
Er bestaan talloze bewijzen dat er inderdaad een zondvloedachtige gebeurtenis op aarde heeft plaatsgevonden. Op de bodem van o.a. de Atlantische Oceaan, Grote Oceaan, Middellandse Zee, Egeïsche Zee en Zwarte Zee liggen ruïnes van door het water verzwolgen steden. Zo deed prof: Manson Valentine, een vermaard archeoloog, voor de kust van de Bimini-eilanden bij Florida een sensationele ontdekking. Hij vond een muur onder water van verscheidene honderden meters lengte, opgetrokken uit enorme blokken steen van vijf meter doorsnee. Bij latere onderzoekingen kwam een structuur aan het licht die deed denken aan een oude verzonken haven met kaden. Met behulp van een cartografische methode die ook in het moderne ruimteonderzoek wordt gebruikt, is de vindplaats geheel in kaart gebracht.
Canadese wetenschappers hebben voor de westkust van Cuba resten gevonden van een mogelijk duizenden jaren oude stad. De restanten werden met behulp van moderne sonarinstallaties aangetroffen op een diepte van 650 meter, aldus de BBC. De eerste aanwijzingen voor het bestaan van een verzonken stad ter plekke kwamen vorig jaar aan het licht. Nader onderzoek wees op restanten van granieten bouwwerken in onder meer de vorm van piramides. Deze piramides zijn ca. 125 meter hoog en wat bouwstijl betreft te vergelijken met de bouwwerken van de Maya’s in Midden-Amerika.
Er bestaat een groot aantal aanwijzingen dat de eilanden in de Grote Oceaan, overblijfselen zijn van een groot continent dat door een buitensporig cataclysme onder water is verdwenen. Op het kleine eiland Malden in de eilandketen Line, lopen wegen van basaltblokken rechtstreeks de oceaan in. Als men een denkbeeldige lijn trekt van 1900 kilometer vanuit Malden in zuidelijke richting, komt men uit op Rarotonga in de Cook-eilandengroep. Ook hier rijst een oude weg van basaltblokken uit de oceaan op. Alle vondsten in het gebied van de Grote Oceaan wijzen erop dat hier voor de zondvloed een groot continent heeft gelegen waarvan veel bewaard is gebleven.
Op het eiland Temuen in Micronesië, liggen de ruïnes van Nan Madol. Deze ruïnes beslaan bijna het hele eiland. Onderzoekers menen dat Nan Madol moet zijn gebouwd voordat het eiland Temuen verscheen omdat de muren verder gaan dan de rand van het eiland en tot ver in de oceaan doorlopen. Chinese en Japanse parelvissers zouden daar in de buurt op de bodem van de oceaan, met mosselen en koralen begroeide straten hebben ontdekt, benevens talloze stenen gewelven, zuilen, monolieten en resten van huizen.
Het Bijbelse zondvloedverhaal is een getrouwe weergave van wat er op aarde is gebeurd. Het is geen mythe - hoewel een mythe meestal ook wel een kern van waarheid in zich heeft - of legende. Het verhaal is evenmin ontstaan in het brein van een fantast zoals sommige onderzoekers beweren. De hele tragedie voltrok zich voor de ogen van miljoenen mensen en allen kwamen om, behalve Noach met zijn familie.
Verzonken steden.
Er bestaan talloze bewijzen dat er inderdaad een zondvloedachtige gebeurtenis op aarde heeft plaatsgevonden. Op de bodem van o.a. de Atlantische Oceaan, Grote Oceaan, Middellandse Zee, Egeïsche Zee en Zwarte Zee liggen ruïnes van door het water verzwolgen steden. Zo deed prof: Manson Valentine, een vermaard archeoloog, voor de kust van de Bimini-eilanden bij Florida een sensationele ontdekking. Hij vond een muur onder water van verscheidene honderden meters lengte, opgetrokken uit enorme blokken steen van vijf meter doorsnee. Bij latere onderzoekingen kwam een structuur aan het licht die deed denken aan een oude verzonken haven met kaden. Met behulp van een cartografische methode die ook in het moderne ruimteonderzoek wordt gebruikt, is de vindplaats geheel in kaart gebracht.
Canadese wetenschappers hebben voor de westkust van Cuba resten gevonden van een mogelijk duizenden jaren oude stad. De restanten werden met behulp van moderne sonarinstallaties aangetroffen op een diepte van 650 meter, aldus de BBC. De eerste aanwijzingen voor het bestaan van een verzonken stad ter plekke kwamen vorig jaar aan het licht. Nader onderzoek wees op restanten van granieten bouwwerken in onder meer de vorm van piramides. Deze piramides zijn ca. 125 meter hoog en wat bouwstijl betreft te vergelijken met de bouwwerken van de Maya’s in Midden-Amerika.
Er bestaat een groot aantal aanwijzingen dat de eilanden in de Grote Oceaan, overblijfselen zijn van een groot continent dat door een buitensporig cataclysme onder water is verdwenen. Op het kleine eiland Malden in de eilandketen Line, lopen wegen van basaltblokken rechtstreeks de oceaan in. Als men een denkbeeldige lijn trekt van 1900 kilometer vanuit Malden in zuidelijke richting, komt men uit op Rarotonga in de Cook-eilandengroep. Ook hier rijst een oude weg van basaltblokken uit de oceaan op. Alle vondsten in het gebied van de Grote Oceaan wijzen erop dat hier voor de zondvloed een groot continent heeft gelegen waarvan veel bewaard is gebleven.
Op het eiland Temuen in Micronesië, liggen de ruïnes van Nan Madol. Deze ruïnes beslaan bijna het hele eiland. Onderzoekers menen dat Nan Madol moet zijn gebouwd voordat het eiland Temuen verscheen omdat de muren verder gaan dan de rand van het eiland en tot ver in de oceaan doorlopen. Chinese en Japanse parelvissers zouden daar in de buurt op de bodem van de oceaan, met mosselen en koralen begroeide straten hebben ontdekt, benevens talloze stenen gewelven, zuilen, monolieten en resten van huizen.
Het Bijbelse zondvloedverhaal is een getrouwe weergave van wat er op aarde is gebeurd. Het is geen mythe - hoewel een mythe meestal ook wel een kern van waarheid in zich heeft - of legende. Het verhaal is evenmin ontstaan in het brein van een fantast zoals sommige onderzoekers beweren. De hele tragedie voltrok zich voor de ogen van miljoenen mensen en allen kwamen om, behalve Noach met zijn familie.
In Bijbels Optiek
Ook een bewijs van de Zondvloed vinden op het eiland Temuen in Micronesië waar de ruïnes van Nan Madol liggen. Deze ruïnes beslaan bijna het hele eiland. Onderzoekers menen dat Nan Madol moet zijn gebouwd voordat het eiland Temuen verscheen omdat de muren verder gaan dan de rand van het eiland en tot ver in de oceaan doorlopen.
Grote menigten dieren vonden de dood.
In Genesis 7:11-12-19-20 Staat: “In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepte open en werden de sluizen des hemels geopend. En de slagregen was veertig dagen en veertig nachten over de aarde. En de wateren namen geweldig sterk toe over de aarde, en alle hoge bergen onder de ganse hemel werden overdekt. Vijftien el daarboven stegen de wateren, en de bergen werden overdekt”.
Het Himalaya-gebergte, het hoogste ter wereld, verheft zich als een 1600 km lange muur ten noorden van India. Deze bergrug reikt van Kasjmir in het westen, tot voorbij Bhoetan in het oosten en heeft vele toppen waarvan de Mount Everest een hoogte heeft van meer dan 8000 meter. Onderzoekers waren onthutst, toen zij ontdekten dat zelfs op de hoogste rotsmassieven skeletten lagen van zeedieren, oceaanvissen en weekdierschelpen. Hetzelfde beeld trof men ook aan op de toppen van het Andes-gebergte in Zuid-Amerika en op tal van andere plaatsen. De verbazing van de onderzoekers duurde echter niet lang want al spoedig kwamen geologen met ‘de oplossing van het raadsel’. De aanwezigheid van zeedierskeletten op de hoogste bergen op aarde had niets te maken met een zondvloedachtige gebeurtenis maar met het omhoog komen van de zeebodem over een periode van vele miljoenen jaren. Wie deze aanname maar gelooft, zonder enig werkelijk bewijs!!
Maar Gods Woord is altijd waar en betrouwbaar want naast de vondsten op de hoogste bergen op aarde zijn er nog veel meer verbazingwekkende ontdekkingen gedaan die bevestigen dat er een zondvloed heeft plaatsgevonden in vrij recente tijden. In het heuvelland aan de voet van het Himalayamassief, ten noorden van New Delhi, bevinden zich de 1500 tot 2000 meter hoge Siwalikheuvels (of de Subhimalaya) die zich over verscheidene honderden kilometers uitstrekken. Daar vond men de restanten van een enorm aantal dieren die door een gigantische vloedgolf op elkaar (b)lijken te zijn gesmakt.
Diverse wetenschappers die het verhaal van de zondvloed serieus nemen zijn van mening dat er zich tijdens de ramp een positieverandering van de aardas heeft voorgedaan. Dit is niet zomaar een hypothese want men heeft ontdekt dat er plotseling grote temperatuurverschillen zijn opgetreden overal op aarde. De dikke ijslaag, die Scandinavië, de Britse eilanden en grote delen van Europa bedekten, zouden in een razend tempo zijn verdwenen. Siberië, dat tot de zondvloed een tropisch klimaat had gekend, kreeg plotseling te maken met hevige kou. Men stelde vast dat de temperatuur van het ene op het andere moment tot minus honderd graden moet zijn gedaald.
Grote menigten dieren vonden de dood.
In Genesis 7:11-12-19-20 Staat: “In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepte open en werden de sluizen des hemels geopend. En de slagregen was veertig dagen en veertig nachten over de aarde. En de wateren namen geweldig sterk toe over de aarde, en alle hoge bergen onder de ganse hemel werden overdekt. Vijftien el daarboven stegen de wateren, en de bergen werden overdekt”.
Het Himalaya-gebergte, het hoogste ter wereld, verheft zich als een 1600 km lange muur ten noorden van India. Deze bergrug reikt van Kasjmir in het westen, tot voorbij Bhoetan in het oosten en heeft vele toppen waarvan de Mount Everest een hoogte heeft van meer dan 8000 meter. Onderzoekers waren onthutst, toen zij ontdekten dat zelfs op de hoogste rotsmassieven skeletten lagen van zeedieren, oceaanvissen en weekdierschelpen. Hetzelfde beeld trof men ook aan op de toppen van het Andes-gebergte in Zuid-Amerika en op tal van andere plaatsen. De verbazing van de onderzoekers duurde echter niet lang want al spoedig kwamen geologen met ‘de oplossing van het raadsel’. De aanwezigheid van zeedierskeletten op de hoogste bergen op aarde had niets te maken met een zondvloedachtige gebeurtenis maar met het omhoog komen van de zeebodem over een periode van vele miljoenen jaren. Wie deze aanname maar gelooft, zonder enig werkelijk bewijs!!
Maar Gods Woord is altijd waar en betrouwbaar want naast de vondsten op de hoogste bergen op aarde zijn er nog veel meer verbazingwekkende ontdekkingen gedaan die bevestigen dat er een zondvloed heeft plaatsgevonden in vrij recente tijden. In het heuvelland aan de voet van het Himalayamassief, ten noorden van New Delhi, bevinden zich de 1500 tot 2000 meter hoge Siwalikheuvels (of de Subhimalaya) die zich over verscheidene honderden kilometers uitstrekken. Daar vond men de restanten van een enorm aantal dieren die door een gigantische vloedgolf op elkaar (b)lijken te zijn gesmakt.
Diverse wetenschappers die het verhaal van de zondvloed serieus nemen zijn van mening dat er zich tijdens de ramp een positieverandering van de aardas heeft voorgedaan. Dit is niet zomaar een hypothese want men heeft ontdekt dat er plotseling grote temperatuurverschillen zijn opgetreden overal op aarde. De dikke ijslaag, die Scandinavië, de Britse eilanden en grote delen van Europa bedekten, zouden in een razend tempo zijn verdwenen. Siberië, dat tot de zondvloed een tropisch klimaat had gekend, kreeg plotseling te maken met hevige kou. Men stelde vast dat de temperatuur van het ene op het andere moment tot minus honderd graden moet zijn gedaald.
In Bijbels Optiek
In het hoge noorden van Siberië, duizend km binnen de poolcirkel in de Arctische oceaan vond men op de Liakhof-eilanden zo’n enorme hoeveelheid mammoet-overblijfselen dat het erop leek alsof het hele eiland bestond uit beenderen en slagtanden. Ook de Nieuw-Siberische eilanden, ontdekt in 1805, bieden hetzelfde beeld. De grond van de verlaten eilanden zit volkomen volgepakt met beenderen van mammoeten, olifanten en neushoorns in verbazingwekkende hoeveelheden..
Het verschijnsel van de snelle temperatuurwisseling in Siberië kan niet anders worden verklaard dan dat er een verandering van de aardas moet zijn opgetreden, zo zegt men. Onderzoekers hebben in Siberië onder een ijslaag een complete ‘dierentuin’ aangetroffen van allerlei goed bewaard gebleven soorten beesten, aldus een artikel in The Sunday Times. Grote kudden mammoeten, neushoorns, sabeltandtijgers en vele andere diersoorten stierven in een oogwenk. De regen viel dagen en nachten onafgebroken uit de hemel. Het noorden van Siberië was door de verandering van de aardas plotseling poolgebied geworden. De watermassa’s bevroren zo snel dat de mammoeten en de andere diersoorten volkomen gaaf in het ijs verdwenen. Inmiddels zijn in dat gebied duizenden mammoetresten waarvan sommige compleet met huid en haar in de bevroren grond aangetroffen. Een aantal ervan zijn met de nodige moeite naar boven gehaald. Het vlees zag er uit als pas bevroren rundvlees. De grond moet vanaf de dag waarop ze bedolven werden, bevroren zijn geweest en zo bleven ze duizenden jaren onbedorven.
In het hoge noorden van Siberië, duizend km binnen de poolcirkel in de Arctische oceaan vond men op de Liakhof-eilanden zo’n enorme hoeveelheid mammoet-overblijfselen dat het erop leek alsof het hele eiland bestond uit beenderen en slagtanden. Ook de Nieuw-Siberische eilanden, ontdekt in 1805, bieden hetzelfde beeld. De grond van de verlaten eilanden zit volkomen volgepakt met beenderen van mammoeten, olifanten en neushoorns in verbazingwekkende hoeveelheden. In de magen en tussen de kiezen van de Mammoeten werden planten en grassoorten gevonden die niet in Siberië groeien. De inhoud van de magen is zorgvuldig onderzocht: ze vertoonden onverteerd voedsel, bladeren van bomen die heden ten dage in het uiterste zuiden van Siberië worden aangetroffen, duizenden kilometers verwijderd van de huidige vindplaatsen. Microscopisch onderzoek van de huid toonde rode bloedlichaampjes aan wat niet alleen op een plotselinge dood wees, maar ook bewees dat de dood was veroorzaakt door verstikking, vermoedelijk ten gevolge van water. Ook trof men op de Nieuw-Siberische eilanden enorme houtheuvels aan, bestaande uit drijfhout. Sommige van deze houtheuvels waren zelfs 90 meter hoog. Overal op de vlakte liggen boomstammen in een woeste wanorde dooreen alsof ze daar met groot geweld vanuit het zuiden op een hoop zijn gesmeten. Bergenhoge golven moeten de bomen hebben meegevoerd om ze vervolgens duizenden kilometers verderop tot hoge heuvels op te stapelen.
In Michigan, in de Verenigde Staten, ontdekte men walvisskeletten in een laag veen. Walvissen trekken niet over land maar toch trof men ze aan op een hoogte van tweehonderd meter boven de zeespiegel. Gefossiliseerde walvisskeletten werden eveneens gevonden op 135 m boven zeeniveau ten noorden van het Ontariomeer en 185 m boven zeeniveau nabij Montreal. Een walvisskelet werd gevonden op de top van de 915 m hoge Sanhornberg aan de Arctische kust en 490 m hoog op het kustgebergte van Californië. De Groene Rivier Formatie van Wyoming, Utah, en Colorado bevat fossielen van palmen, platanen, esdoorns, populieren, krokodillen, vogels, schildpadden en vele andere planten en dieren, van land of zee. Nabij Florissant, Colorado, zijn naast gefossiliseerde vissen, vogels, insecten en honderden soorten planten, ook bloesems en fruit gevonden. In de Morrison Formatie, een gebied van 1,5 miljoen vierkante km in 13 staten van de Verenigde Staten en drie Canadese provincies zijn op honderden sites beenderen van dinosaurussen gevonden, samen met gefossiliseerde vissen, schildpadden, krokodillen en zoogdieren.
Het verschijnsel van de snelle temperatuurwisseling in Siberië kan niet anders worden verklaard dan dat er een verandering van de aardas moet zijn opgetreden, zo zegt men. Onderzoekers hebben in Siberië onder een ijslaag een complete ‘dierentuin’ aangetroffen van allerlei goed bewaard gebleven soorten beesten, aldus een artikel in The Sunday Times. Grote kudden mammoeten, neushoorns, sabeltandtijgers en vele andere diersoorten stierven in een oogwenk. De regen viel dagen en nachten onafgebroken uit de hemel. Het noorden van Siberië was door de verandering van de aardas plotseling poolgebied geworden. De watermassa’s bevroren zo snel dat de mammoeten en de andere diersoorten volkomen gaaf in het ijs verdwenen. Inmiddels zijn in dat gebied duizenden mammoetresten waarvan sommige compleet met huid en haar in de bevroren grond aangetroffen. Een aantal ervan zijn met de nodige moeite naar boven gehaald. Het vlees zag er uit als pas bevroren rundvlees. De grond moet vanaf de dag waarop ze bedolven werden, bevroren zijn geweest en zo bleven ze duizenden jaren onbedorven.
In het hoge noorden van Siberië, duizend km binnen de poolcirkel in de Arctische oceaan vond men op de Liakhof-eilanden zo’n enorme hoeveelheid mammoet-overblijfselen dat het erop leek alsof het hele eiland bestond uit beenderen en slagtanden. Ook de Nieuw-Siberische eilanden, ontdekt in 1805, bieden hetzelfde beeld. De grond van de verlaten eilanden zit volkomen volgepakt met beenderen van mammoeten, olifanten en neushoorns in verbazingwekkende hoeveelheden. In de magen en tussen de kiezen van de Mammoeten werden planten en grassoorten gevonden die niet in Siberië groeien. De inhoud van de magen is zorgvuldig onderzocht: ze vertoonden onverteerd voedsel, bladeren van bomen die heden ten dage in het uiterste zuiden van Siberië worden aangetroffen, duizenden kilometers verwijderd van de huidige vindplaatsen. Microscopisch onderzoek van de huid toonde rode bloedlichaampjes aan wat niet alleen op een plotselinge dood wees, maar ook bewees dat de dood was veroorzaakt door verstikking, vermoedelijk ten gevolge van water. Ook trof men op de Nieuw-Siberische eilanden enorme houtheuvels aan, bestaande uit drijfhout. Sommige van deze houtheuvels waren zelfs 90 meter hoog. Overal op de vlakte liggen boomstammen in een woeste wanorde dooreen alsof ze daar met groot geweld vanuit het zuiden op een hoop zijn gesmeten. Bergenhoge golven moeten de bomen hebben meegevoerd om ze vervolgens duizenden kilometers verderop tot hoge heuvels op te stapelen.
In Michigan, in de Verenigde Staten, ontdekte men walvisskeletten in een laag veen. Walvissen trekken niet over land maar toch trof men ze aan op een hoogte van tweehonderd meter boven de zeespiegel. Gefossiliseerde walvisskeletten werden eveneens gevonden op 135 m boven zeeniveau ten noorden van het Ontariomeer en 185 m boven zeeniveau nabij Montreal. Een walvisskelet werd gevonden op de top van de 915 m hoge Sanhornberg aan de Arctische kust en 490 m hoog op het kustgebergte van Californië. De Groene Rivier Formatie van Wyoming, Utah, en Colorado bevat fossielen van palmen, platanen, esdoorns, populieren, krokodillen, vogels, schildpadden en vele andere planten en dieren, van land of zee. Nabij Florissant, Colorado, zijn naast gefossiliseerde vissen, vogels, insecten en honderden soorten planten, ook bloesems en fruit gevonden. In de Morrison Formatie, een gebied van 1,5 miljoen vierkante km in 13 staten van de Verenigde Staten en drie Canadese provincies zijn op honderden sites beenderen van dinosaurussen gevonden, samen met gefossiliseerde vissen, schildpadden, krokodillen en zoogdieren.
In Bijbels Optiek
In Sioux County, in de staat Nebraska, is in de Agatespring-groeve over een oppervlakte van vele kilometers een halve meter dikke laag van dierlijke beenderen gevonden waaronder dubbelgehoornde neushoorns en beenderen van een dier met een op een paardenhoofd lijkende kop, doch met zware poten en klauwen zoals vleesetende dieren hebben.
In Sioux County, in de staat Nebraska, is in de Agatespring-groeve over een oppervlakte van vele kilometers een halve meter dikke laag van dierlijke beenderen gevonden waaronder dubbelgehoornde neushoorns en beenderen van een dier met een op een paardenhoofd lijkende kop, doch met zware poten en klauwen zoals vleesetende dieren hebben. Daarnaast werden beenderen opgegraven van een reuzenzwijn met een schouderhoogte van 1,80 meter. Enkele kilometers ten oosten van Sioux County trof men de skeletten aan van een complete kudde gazelle-kamelen. Tienduizenden van deze dieren moeten door een vloedgolf zijn meegesleurd en in een gemeenschappelijk graf zijn neergesmakt. Op vele andere plaatsen in Amerika zijn dergelijke vondsten gedaan. In Big-Lone-Lick, in Kentucky zijn beenderen aangetroffen van wel honderd mastodonten (sauriërs) en in San Pedro Valley, in Californië werden skeletten van Sauriërs aangetroffen die rechtop stonden, in de houding waarin ze waren gestorven. Grote menigten dieren, die de hele aarde bevolkten vonden plotseling de dood net als de mens.
Zoektocht naar Ark van Noach.
De Bijbel meldt dat God het veertig dagen en nachten heeft laten regenen om de mensen te straffen voor hun verdorvenheid. Toen na de zondvloed het water zakte, strandde de ark berg Ararat.
Genesis 8:4:” En in de zevende maand, op de zeventiende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat”.
De hele geschiedenis door zijn er berichten verschenen dat de “Ark van Noach” zich bevindt op de 5156 hoge berg Ararat in Turkije aan de grens met Armenië. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus bericht dat volgens de Chaldese priester, historicus en sterrenkundige, Berossus, overblijfselen van de ark op de ‘berg van de Koerden’ te vinden waren, en dat in zijn dagen de Armeniërs stukken ervan bezaten. Marco Polo hoorde in 1271 tijdens zijn reis naar China ook iets over het schip van Noach en citeerde in 1298 in de gevangenis in Genua het relaas van zijn reizen aan Rustichello, die in die dagen een bekend schrijver was. “In het hart van Groot-Armenië bevindt zich een zeer hoge berg, geschapen als een kubus, waar naar verluidt de Ark van Noach zou liggen, zodat men daar spreekt van de Berg van Noachs ark”. In 1299 was hij terug in Venetië, waar hij een nieuw relaas van zijn reizen schreef in een boek dat hij “Het boek van Marco Polo” noemde. Sommige historici beschuldigden hem ervan dat zijn boek voor een deel uit verzinsels bestaat. Men denkt dat hij zijn informatie haalde uit Perzische en Arabische geschriften, maar deze beschuldigingen zijn nooit met waterdichte bewijzen geleverd.
In Sioux County, in de staat Nebraska, is in de Agatespring-groeve over een oppervlakte van vele kilometers een halve meter dikke laag van dierlijke beenderen gevonden waaronder dubbelgehoornde neushoorns en beenderen van een dier met een op een paardenhoofd lijkende kop, doch met zware poten en klauwen zoals vleesetende dieren hebben. Daarnaast werden beenderen opgegraven van een reuzenzwijn met een schouderhoogte van 1,80 meter. Enkele kilometers ten oosten van Sioux County trof men de skeletten aan van een complete kudde gazelle-kamelen. Tienduizenden van deze dieren moeten door een vloedgolf zijn meegesleurd en in een gemeenschappelijk graf zijn neergesmakt. Op vele andere plaatsen in Amerika zijn dergelijke vondsten gedaan. In Big-Lone-Lick, in Kentucky zijn beenderen aangetroffen van wel honderd mastodonten (sauriërs) en in San Pedro Valley, in Californië werden skeletten van Sauriërs aangetroffen die rechtop stonden, in de houding waarin ze waren gestorven. Grote menigten dieren, die de hele aarde bevolkten vonden plotseling de dood net als de mens.
Zoektocht naar Ark van Noach.
De Bijbel meldt dat God het veertig dagen en nachten heeft laten regenen om de mensen te straffen voor hun verdorvenheid. Toen na de zondvloed het water zakte, strandde de ark berg Ararat.
Genesis 8:4:” En in de zevende maand, op de zeventiende dag der maand, bleef de ark vastzitten op het gebergte van Ararat”.
De hele geschiedenis door zijn er berichten verschenen dat de “Ark van Noach” zich bevindt op de 5156 hoge berg Ararat in Turkije aan de grens met Armenië. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus bericht dat volgens de Chaldese priester, historicus en sterrenkundige, Berossus, overblijfselen van de ark op de ‘berg van de Koerden’ te vinden waren, en dat in zijn dagen de Armeniërs stukken ervan bezaten. Marco Polo hoorde in 1271 tijdens zijn reis naar China ook iets over het schip van Noach en citeerde in 1298 in de gevangenis in Genua het relaas van zijn reizen aan Rustichello, die in die dagen een bekend schrijver was. “In het hart van Groot-Armenië bevindt zich een zeer hoge berg, geschapen als een kubus, waar naar verluidt de Ark van Noach zou liggen, zodat men daar spreekt van de Berg van Noachs ark”. In 1299 was hij terug in Venetië, waar hij een nieuw relaas van zijn reizen schreef in een boek dat hij “Het boek van Marco Polo” noemde. Sommige historici beschuldigden hem ervan dat zijn boek voor een deel uit verzinsels bestaat. Men denkt dat hij zijn informatie haalde uit Perzische en Arabische geschriften, maar deze beschuldigingen zijn nooit met waterdichte bewijzen geleverd.
In Bijbels Optiek
Rustichello da Pisa, was een Italiaanse romanschrijver die bekend staat vanwege de autobiografie van Marco Polo, die toen samen met hem in de gevangenis van Genua zat. Marco vertelde hem zijn reisverhalen en samen wisten ze dat te vertalen in een boek: ‘De reizen van Marco Polo’. Rustichello schreef:” In het hart van Groot-Armenië bevindt zich een zeer hoge berg, geschapen als een kubus, waar naar verluidt de Ark van Noach zou liggen, zodat men daar spreekt van de Berg van Noachs ark”.
Tijdens de Middeleeuwen en ook daarna werden er al onderzoeken verricht. Zo bezocht de Nederlander Jan Janszoon Struys in 1607 een kluizenaar op de berg, die hem een kruis gaf van hout van de ark, en hem een geschreven verklaring meegaf dat hij het hout persoonlijk uit de ark had gehaald. Ook bestaat er een verhaal dat in 1840 een aardbeving een klooster zou hebben verwoest waarin restanten van de ark zouden zijn bewaard. Een drietal Britse geleerden die in 1856 de berg bezochten, zouden de ark ook hebben ontdekt, maar hebben besloten er geen enkele ruchtbaarheid aan te geven. Eén van de gidsen heeft op zijn sterfbed (1918) echter het verhaal verteld en het is opgetekend door een predikant genaamd Harold H. Williams. Ook één van de Britse geleerden legde kort voor zijn dood een dergelijke verklaring af. In 1902 beklom een Armeense jongen en zijn oom de berg en ook zij vonden de ark.
In de zomer van 1916 voerde de Russische luitenant Roskovitski een expeditie uit in het gebied om de Osmaans-Tukse troepenbewegingen te observeren. Halverwege de Ararat ontdekte hij naar verluid, de half vergane resten van een gigantisch schip, dat op miraculeuze wijze op deze berg was gestrand. Een priester in het gezeldschap concludeerde dat het niets anders kon zijn dan de ark van Noach. In 1959 fotografeerde een piloot van de Turkse luchtmacht tijdens een Navo-missie in Oost Turkije een ongebruikelijk object op de helling van de Ararat. De foto’s van deze vreemde formatie verschenen in de wereldpers. Ook Life Magazine maakte in zijn uitgave van 5 september 1960 melding van de vondst van de ark. Vanuit het huidige Pamirköy vertrok een expeditie van het Turkse leger. Om een toegang tot het binnenste van de ark te forceren, plaatste men dynamiet. Tussen de restanten werd wat vergaan houd ontdekt.
Tijdens de Middeleeuwen en ook daarna werden er al onderzoeken verricht. Zo bezocht de Nederlander Jan Janszoon Struys in 1607 een kluizenaar op de berg, die hem een kruis gaf van hout van de ark, en hem een geschreven verklaring meegaf dat hij het hout persoonlijk uit de ark had gehaald. Ook bestaat er een verhaal dat in 1840 een aardbeving een klooster zou hebben verwoest waarin restanten van de ark zouden zijn bewaard. Een drietal Britse geleerden die in 1856 de berg bezochten, zouden de ark ook hebben ontdekt, maar hebben besloten er geen enkele ruchtbaarheid aan te geven. Eén van de gidsen heeft op zijn sterfbed (1918) echter het verhaal verteld en het is opgetekend door een predikant genaamd Harold H. Williams. Ook één van de Britse geleerden legde kort voor zijn dood een dergelijke verklaring af. In 1902 beklom een Armeense jongen en zijn oom de berg en ook zij vonden de ark.
In de zomer van 1916 voerde de Russische luitenant Roskovitski een expeditie uit in het gebied om de Osmaans-Tukse troepenbewegingen te observeren. Halverwege de Ararat ontdekte hij naar verluid, de half vergane resten van een gigantisch schip, dat op miraculeuze wijze op deze berg was gestrand. Een priester in het gezeldschap concludeerde dat het niets anders kon zijn dan de ark van Noach. In 1959 fotografeerde een piloot van de Turkse luchtmacht tijdens een Navo-missie in Oost Turkije een ongebruikelijk object op de helling van de Ararat. De foto’s van deze vreemde formatie verschenen in de wereldpers. Ook Life Magazine maakte in zijn uitgave van 5 september 1960 melding van de vondst van de ark. Vanuit het huidige Pamirköy vertrok een expeditie van het Turkse leger. Om een toegang tot het binnenste van de ark te forceren, plaatste men dynamiet. Tussen de restanten werd wat vergaan houd ontdekt.
In Bijbels Optiek
De Ararat is een vulkaan in ruste en de hoogste berg op Turks grondgebied.
De Archaeological Research Foundation (ARF) onderzocht met volle medewerking van de Turkse regering in de zomer van 1960 het terrein en concludeerde dat het hier slechts om een speling van de natuur ging. Voorwerpen of versteend hout werden niet gevonden.Er werd niets meer over de ark gehoord totdat de op 4 augustus 1999 gestorven Amerikaan Ron Wyatt uit Memphis Tennessee, in 1984 een zak met zand en stenen van de ark naar New York smokkelt om daar op grootse wijze ten toon te stellen. Wyatt reisde in 1977 voor het eerst naar de Ararat, een expeditie op kosten van onder andere James Irwin, de astronaut van Apollo-15, en met toestemming van de Turkse autoriteiten. Wyatt was ervan overtuigd dat de conclusies van het onderzoek in 1960 te haastig waren getrokken.Hij beweerde tal van zwervende onderdelen van de ark: een ankersteen, versteende houten planken, het huis dat Noach zou hebben gebouwd, en zijn graf, te hebben ontdekt. Bij koolstof-14-dateringsmethode leek hij door de mand te vallen, want zijn vondsten bleken iets te jong om iets met de ark te maken te hebben. Een met veel tamtam omgeven tv-documentaire van het Amerikaanse CBS in 1994 over een vermeende vondt, bleek ook al niet te kloppen.
In 2004 kwam het bericht dat een team van Amerikaanse een Turkse archeologen denken in Oost-Turkije de ark van Noach te hebben ontdekt. De archeologen zeggen op nieuwe satellietfoto’s van de berg Ararat, sporen van de ark te hebben gezien. Het onderzoek met behulp van de satellietfoto’s naar het bijbelse vaartuig is echter gestrand omdat de Turkse autoriteiten niemand toelaten op de hellingen van de berg Ararat. De plek waar de restanten van Noach’s schip te vinden zouden zijn ligt in militair gebied. Koerden uit de regio beweren dat de streek in 1948 door een aardbeving getroffen werd en dat nadien een gedeelte van de ark aan de oppervlakte is gekomen.
De Archaeological Research Foundation (ARF) onderzocht met volle medewerking van de Turkse regering in de zomer van 1960 het terrein en concludeerde dat het hier slechts om een speling van de natuur ging. Voorwerpen of versteend hout werden niet gevonden.Er werd niets meer over de ark gehoord totdat de op 4 augustus 1999 gestorven Amerikaan Ron Wyatt uit Memphis Tennessee, in 1984 een zak met zand en stenen van de ark naar New York smokkelt om daar op grootse wijze ten toon te stellen. Wyatt reisde in 1977 voor het eerst naar de Ararat, een expeditie op kosten van onder andere James Irwin, de astronaut van Apollo-15, en met toestemming van de Turkse autoriteiten. Wyatt was ervan overtuigd dat de conclusies van het onderzoek in 1960 te haastig waren getrokken.Hij beweerde tal van zwervende onderdelen van de ark: een ankersteen, versteende houten planken, het huis dat Noach zou hebben gebouwd, en zijn graf, te hebben ontdekt. Bij koolstof-14-dateringsmethode leek hij door de mand te vallen, want zijn vondsten bleken iets te jong om iets met de ark te maken te hebben. Een met veel tamtam omgeven tv-documentaire van het Amerikaanse CBS in 1994 over een vermeende vondt, bleek ook al niet te kloppen.
In 2004 kwam het bericht dat een team van Amerikaanse een Turkse archeologen denken in Oost-Turkije de ark van Noach te hebben ontdekt. De archeologen zeggen op nieuwe satellietfoto’s van de berg Ararat, sporen van de ark te hebben gezien. Het onderzoek met behulp van de satellietfoto’s naar het bijbelse vaartuig is echter gestrand omdat de Turkse autoriteiten niemand toelaten op de hellingen van de berg Ararat. De plek waar de restanten van Noach’s schip te vinden zouden zijn ligt in militair gebied. Koerden uit de regio beweren dat de streek in 1948 door een aardbeving getroffen werd en dat nadien een gedeelte van de ark aan de oppervlakte is gekomen.
In Bijbels Optiek
Overblijfselen van de Ark van Noach.
Jezus brengt Zijn wederkomst op aarde in verbinding met de tijd van voor de zondvloed.
Mattheüs 24:37-38-39-41-42:” Want zoals het was in de dagen van Noach zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in (die) dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de Ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag de Here komt”.
De Zondvloed.
Een allesverwoestende zondvloed moet over de hele wereld het volgende achter hebben gelaten: Miljoenen dode wezens, planten en bomen, begraven in vele door water en vulkanisme afgezette lagen zand, steen en mineralen...
Wat een wonderbaarlijk toeval...
Over de hele wereld vinden we miljoenen dode wezens, planten en bomen, begraven in vele door water en vulkanisme afgezette lagen zand, steen en mineralen...
Wanneer?
Het is heel lastig om gebeurtenissen in de geschreven geschiedenis te dateren die meer dan 4000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Het zou volgens verschillende oude geschriften zo'n 4000 á 6000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Waarom die grote marge? Er zit bijvoorbeeld een verschil tussen de Masoretische (Joodse) tekst van Genesis en de Septuaginta, de Griekse vertaling van Genesis. Maar er zijn meer geschriften en argumenten. Hoe dan ook, het lijkt niet eens zo lang geleden als je denkt aan de miljoenen jaren waar veel wetenschappers tegenwoordig over praten. Zij denken dat de aarde zo oud moet zijn, omdat op dit moment de afzetting van lagen in de zee en op het land heel langzaam gaat en omdat sommige andere processen, zoals radioactief verval, zo langzaam verlopen. Ze veronderstellen dat het altijd zo langzaam gegaan is en dan is een 'eenvoudig' (hoewel, niet altijd zo eenvoudig) rekensommetje gauw gemaakt, met als uitkomst: miljoenen jaren. Dit idee is populair gemaakt door James Hutton en wordt ook wel het uniformitarisme genoemd, omdat men er vanuit gaat dat de geologische processen die we nu zien door de hele geschiedenis heen uniform zijn geweest (dat alles geleidelijk en langzaam ging, net zoals het nu gaat). Dit vermengen van ideeën met feiten noem ik ook wel eens 'science fiction', omdat wetenschap vermengd wordt met fictie. De berekeningen die uitgevoerd worden kunnen heel ingewikkeld worden en dat maakt het allemaal heel interessant en je kunt je er helemaal in verliezen. Maar als je uitgangspunten verkeerd zijn, dan kloppen de uitkomsten van de berekeningen die gebaseerd zijn op die uitgangspunten ook niet. En als je heel erg intelligent bent - en dat zijn wetenschappers meestal wel - dan kun je heel overtuigend overkomen en het allemaal heel mooi verklaren. Je kunt dan zelfs jezelf overtuigen.
Maar stel nu dat die processen in het verleden wel een keer heel snel zijn gegaan... Bijvoorbeeld in een grote overstromingsramp die de hele aarde omvatte. Vele verschillende lagen die in een vrij korte tijd (ongeveer een jaar, volgens de Bijbel) opgestapeld werden. In die ramp kwamen alle beesten om die niet in de Ark zaten. Grote bossen en enorme hoeveelheden plantaardig materiaal werden ontworteld en gevangen in lagen en kwamen onder grote druk te staan. Zo werden onder andere de olie- en steenkoollagen gevormd. Het is bekend dat de dingen die we nu in de aardbodem vinden allemaal snel kunnen ontstaan. Dus waarom dan niet door de zondvloed?
Grote geulen.
Jezus brengt Zijn wederkomst op aarde in verbinding met de tijd van voor de zondvloed.
Mattheüs 24:37-38-39-41-42:” Want zoals het was in de dagen van Noach zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in (die) dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de Ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag de Here komt”.
De Zondvloed.
Een allesverwoestende zondvloed moet over de hele wereld het volgende achter hebben gelaten: Miljoenen dode wezens, planten en bomen, begraven in vele door water en vulkanisme afgezette lagen zand, steen en mineralen...
Wat een wonderbaarlijk toeval...
Over de hele wereld vinden we miljoenen dode wezens, planten en bomen, begraven in vele door water en vulkanisme afgezette lagen zand, steen en mineralen...
Wanneer?
Het is heel lastig om gebeurtenissen in de geschreven geschiedenis te dateren die meer dan 4000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Het zou volgens verschillende oude geschriften zo'n 4000 á 6000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Waarom die grote marge? Er zit bijvoorbeeld een verschil tussen de Masoretische (Joodse) tekst van Genesis en de Septuaginta, de Griekse vertaling van Genesis. Maar er zijn meer geschriften en argumenten. Hoe dan ook, het lijkt niet eens zo lang geleden als je denkt aan de miljoenen jaren waar veel wetenschappers tegenwoordig over praten. Zij denken dat de aarde zo oud moet zijn, omdat op dit moment de afzetting van lagen in de zee en op het land heel langzaam gaat en omdat sommige andere processen, zoals radioactief verval, zo langzaam verlopen. Ze veronderstellen dat het altijd zo langzaam gegaan is en dan is een 'eenvoudig' (hoewel, niet altijd zo eenvoudig) rekensommetje gauw gemaakt, met als uitkomst: miljoenen jaren. Dit idee is populair gemaakt door James Hutton en wordt ook wel het uniformitarisme genoemd, omdat men er vanuit gaat dat de geologische processen die we nu zien door de hele geschiedenis heen uniform zijn geweest (dat alles geleidelijk en langzaam ging, net zoals het nu gaat). Dit vermengen van ideeën met feiten noem ik ook wel eens 'science fiction', omdat wetenschap vermengd wordt met fictie. De berekeningen die uitgevoerd worden kunnen heel ingewikkeld worden en dat maakt het allemaal heel interessant en je kunt je er helemaal in verliezen. Maar als je uitgangspunten verkeerd zijn, dan kloppen de uitkomsten van de berekeningen die gebaseerd zijn op die uitgangspunten ook niet. En als je heel erg intelligent bent - en dat zijn wetenschappers meestal wel - dan kun je heel overtuigend overkomen en het allemaal heel mooi verklaren. Je kunt dan zelfs jezelf overtuigen.
Maar stel nu dat die processen in het verleden wel een keer heel snel zijn gegaan... Bijvoorbeeld in een grote overstromingsramp die de hele aarde omvatte. Vele verschillende lagen die in een vrij korte tijd (ongeveer een jaar, volgens de Bijbel) opgestapeld werden. In die ramp kwamen alle beesten om die niet in de Ark zaten. Grote bossen en enorme hoeveelheden plantaardig materiaal werden ontworteld en gevangen in lagen en kwamen onder grote druk te staan. Zo werden onder andere de olie- en steenkoollagen gevormd. Het is bekend dat de dingen die we nu in de aardbodem vinden allemaal snel kunnen ontstaan. Dus waarom dan niet door de zondvloed?
Grote geulen.
In Bijbels Optiek
Als je de canyons in Arizona bekijkt door de ‘bril van de Bijbel, de zondvloed dus’ dan is hier heel veel water heel snel weggestroomd en heeft dat een geul achtergelaten in door de zondvloed snel op elkaar gestapelde lagen, die toen nog betrekkelijk zacht waren, en er is nu nog een klein stroompje over. Dit proces is zelfs heel makkelijk na te bootsen onder laboratorium omstandigheden.
Kijk eens naar deze luchtfoto van canyons in Arizona. Zet je een uniformitaristische bril op, dan zie je een geul die uitgesleten is door miljoenen jaren van sedimentatie en een lange periode van erosie (sommigen zullen zeggen dat de erosie wel in korte tijd heeft plaatsgevonden, maar het vormen van de lagen heeft in dit wereldbeeld zeker miljoenen jaren geduurd). Je kunt ook de 'Bijbelbril' opzetten en zeggen: hier is heel veel water heel snel weggestroomd en heeft een geul achtergelaten in door de zondvloed snel op elkaar gestapelde lagen, die toen nog betrekkelijk zacht waren; en er is nu nog een klein stroompje over. Dit proces is zelfs heel makkelijk na te bootsen. Probeer het maar eens uit op een strand: maak een grote kuil in een platte hoop zand die bestaat uit verschillende lagen en vul hem met water. Dan maak je een klein geultje richting de grote plas en je zult zien dat je een vergelijkbaar resultaat krijgt. Het water in de kuil zal eerst langzaam en dan steeds sneller wegstromen. Uiteindelijk blijft er een geul over die in het klein lijkt op het volgende plaatje:
Kijk eens naar deze luchtfoto van canyons in Arizona. Zet je een uniformitaristische bril op, dan zie je een geul die uitgesleten is door miljoenen jaren van sedimentatie en een lange periode van erosie (sommigen zullen zeggen dat de erosie wel in korte tijd heeft plaatsgevonden, maar het vormen van de lagen heeft in dit wereldbeeld zeker miljoenen jaren geduurd). Je kunt ook de 'Bijbelbril' opzetten en zeggen: hier is heel veel water heel snel weggestroomd en heeft een geul achtergelaten in door de zondvloed snel op elkaar gestapelde lagen, die toen nog betrekkelijk zacht waren; en er is nu nog een klein stroompje over. Dit proces is zelfs heel makkelijk na te bootsen. Probeer het maar eens uit op een strand: maak een grote kuil in een platte hoop zand die bestaat uit verschillende lagen en vul hem met water. Dan maak je een klein geultje richting de grote plas en je zult zien dat je een vergelijkbaar resultaat krijgt. Het water in de kuil zal eerst langzaam en dan steeds sneller wegstromen. Uiteindelijk blijft er een geul over die in het klein lijkt op het volgende plaatje:
In Bijbels Optiek
Deze foto is vanuit de lucht gemaakt van Arizona op Malibu Beach (Californië), waar in zeer korte tijd deze geul is ontstaan in een aantal door eb en vloed op elkaar gestapelde lagen, eerder genoemd. Als je de de overeenkomsten tussen die gigantische canyons en deze 'mini-canyon' bekijkt, wordt alles duidelijk.
Deze foto is vanuit de lucht gemaakt van Arizona op Malibu Beach (Californië), waar in zeer korte tijd deze geul is ontstaan in een aantal door eb en vloed op elkaar gestapelde lagen, eerder genoemd. Als je de de overeenkomsten tussen die gigantische canyons en deze 'mini-canyon' bekijkt, wordt alles duidelijk.
De zee heeft op dit strand een aantal lagen afgezet, die vervolgens doorsneden zijn door een plotselinge waterstroom. Dit kan een overlopend meertje geweest zijn, of een afwatering na hevige regenval in de bergen. Hoe dan ook, het is snel gegaan, het heeft geen miljoenen jaren geduurd. Nu stroomt het water er rustig tussendoor, net zoals we dat nog zien bij andere canyons.
De zondvloed heeft die lagen in Arizona neergelegd. Ze zijn alleen veel harder omdat ze lang onder grotere druk hebben gestaan. Grote ingesloten meren die na de zondvloed ontstonden liepen op een bepaald moment over hun rand leeg richting een oceaan, waarbij ze grote geulen in de pasgevormde lagen veroorzaakten. Mede door de grotere omvang krijg je iets andere vormgeving van de geul, maar de overeenkomsten zijn duidelijk zichtbaar.
Mt. St. Helens
In 1980 werd bij Mt St. Helens in een paar dagen een canyon gevormd van 150m diep.Hier klikken om te bewerken.
Deze foto is vanuit de lucht gemaakt van Arizona op Malibu Beach (Californië), waar in zeer korte tijd deze geul is ontstaan in een aantal door eb en vloed op elkaar gestapelde lagen, eerder genoemd. Als je de de overeenkomsten tussen die gigantische canyons en deze 'mini-canyon' bekijkt, wordt alles duidelijk.
De zee heeft op dit strand een aantal lagen afgezet, die vervolgens doorsneden zijn door een plotselinge waterstroom. Dit kan een overlopend meertje geweest zijn, of een afwatering na hevige regenval in de bergen. Hoe dan ook, het is snel gegaan, het heeft geen miljoenen jaren geduurd. Nu stroomt het water er rustig tussendoor, net zoals we dat nog zien bij andere canyons.
De zondvloed heeft die lagen in Arizona neergelegd. Ze zijn alleen veel harder omdat ze lang onder grotere druk hebben gestaan. Grote ingesloten meren die na de zondvloed ontstonden liepen op een bepaald moment over hun rand leeg richting een oceaan, waarbij ze grote geulen in de pasgevormde lagen veroorzaakten. Mede door de grotere omvang krijg je iets andere vormgeving van de geul, maar de overeenkomsten zijn duidelijk zichtbaar.
Mt. St. Helens
In 1980 werd bij Mt St. Helens in een paar dagen een canyon gevormd van 150m diep.Hier klikken om te bewerken.
In Bijbels Optiek
In 1980 werd bij Mt St. Helens in een paar dagen een canyon gevormd van 150 m diep.
In Bijbels Optiek
Grote geologische formaties kunnen dus bij voldoende waterkracht, zoals bij de zondvloed, snel ontstaan. Deze kagen werden in zeer korte tijd neergelegd en uitgesleten door een overstroming (zondvloed!)
Hier hetzelfde verhaal, maar dan iets groter. Je ziet het voor je ogen gebeuren. Toch willen veel wetenschappers niet van het idee af dat de Grand Canyon en andere geulen miljoenen jaren nodig hebben gehad om te vormen. Zijn ze overmoedig geweest in hun berekeningen en dateringsmethoden? Missen ze bepaalde informatie? Vinden ze het verslag in Genesis onbetrouwbaar? Zo ja, waarom? De apostel Petrus zei in 2 Petrus 3:3-7: "Ze willen bewust niet weten dat de aarde eens door water vergaan is en spotten met het geloof in een Verlosser die terugkeert om mensen te oordelen." Misschien vinden mensen het wel te beangstigend om te overwegen dat die zondvloed een oordeel van God was. Misschien willen ze zich niet onderwerpen aan God en ontkennen ze liever een mogelijke herhaling van een dergelijk oordeel.
Gebogen lagen.
Hier hetzelfde verhaal, maar dan iets groter. Je ziet het voor je ogen gebeuren. Toch willen veel wetenschappers niet van het idee af dat de Grand Canyon en andere geulen miljoenen jaren nodig hebben gehad om te vormen. Zijn ze overmoedig geweest in hun berekeningen en dateringsmethoden? Missen ze bepaalde informatie? Vinden ze het verslag in Genesis onbetrouwbaar? Zo ja, waarom? De apostel Petrus zei in 2 Petrus 3:3-7: "Ze willen bewust niet weten dat de aarde eens door water vergaan is en spotten met het geloof in een Verlosser die terugkeert om mensen te oordelen." Misschien vinden mensen het wel te beangstigend om te overwegen dat die zondvloed een oordeel van God was. Misschien willen ze zich niet onderwerpen aan God en ontkennen ze liever een mogelijke herhaling van een dergelijk oordeel.
Gebogen lagen.
In Bijbels Optiek
Op veel plaatsen vind je gebogen lagen (zie beschrijving hieronder).
Op veel plaatsen vind je gebogen lagen. Probeer je maar eens voor te stellen dat die lagen gedurende miljoenen jaren, laagje voor laagje ontstaan zijn. De lagen zouden na zo'n lange tijd al helemaal hard geworden zijn en dan zou het buigen van het lagenpakket resulteren in breukvlakken en andere duidelijke tekenen van de frictie die zoiets teweegbrengt. Nu zou een uniformitarist daar vast wel een 'verklaring' voor hebben, maar niet zo'n goede als de meest voor de hand liggende: De lagen waren nog zacht toen het gebeurde, en dat was vlak na, of tijdens de zondvloed, waarin de lagen vrij snel na elkaar gevormd zijn. Door de enorme omvang van de zondvloed en de verschuiving van de continenten, werden sommige stukken land tegen elkaar aangedrukt. En net als en los vloerkleed, als je het verschuift, gaat bobbelen, ging de aarde opbollen en indeuken. Je kunt natuurlijk processen bedenken die hetzelfde doen over miljoenen jaren, maar is dat dan niet een geforceerde manier om de meest logische conclusie (gebaseerd op een ooggetuigenverslag in Genesis 7) te omzeilen? Daar is tenslotte niemand bij geweest om het op te schrijven.
Op veel plaatsen vind je gebogen lagen. Probeer je maar eens voor te stellen dat die lagen gedurende miljoenen jaren, laagje voor laagje ontstaan zijn. De lagen zouden na zo'n lange tijd al helemaal hard geworden zijn en dan zou het buigen van het lagenpakket resulteren in breukvlakken en andere duidelijke tekenen van de frictie die zoiets teweegbrengt. Nu zou een uniformitarist daar vast wel een 'verklaring' voor hebben, maar niet zo'n goede als de meest voor de hand liggende: De lagen waren nog zacht toen het gebeurde, en dat was vlak na, of tijdens de zondvloed, waarin de lagen vrij snel na elkaar gevormd zijn. Door de enorme omvang van de zondvloed en de verschuiving van de continenten, werden sommige stukken land tegen elkaar aangedrukt. En net als en los vloerkleed, als je het verschuift, gaat bobbelen, ging de aarde opbollen en indeuken. Je kunt natuurlijk processen bedenken die hetzelfde doen over miljoenen jaren, maar is dat dan niet een geforceerde manier om de meest logische conclusie (gebaseerd op een ooggetuigenverslag in Genesis 7) te omzeilen? Daar is tenslotte niemand bij geweest om het op te schrijven.
In Bijbels Optiek
Het buigen gebeurde niet alleen op kleine schaal, maar ook groter uitgevoerd, zoals we kunnen zien bij dit 'plooiingsgebergte'. Het is niet zo moeilijk om je een voorstelling te maken van wat hier gebeurd is. De zondvloed heeft een dik pak lagen afgezet. De aarde komt in beweging en begint op te stuiken. Er ontstaan grote bobbels en in al dat natuurgeweld zakt de nieuw gevormde berg aan één kant in elkaar, waardoor dit grote stuk bloot komt te liggen. Hier zijn geen miljoenen jaren voor nodig.
De fonteinen.
In Genesis 7:11 lezen we: "In het zeshonderdste jaar van het leven van Noach, in de tweede maand, op de zeventiende dag van de maand, op diezelfde dag zijn alle fonteinen van de grote afgrond opengebroken, en de sluizen van de hemel geopend." We zien rondom de hele aarde een soort 'scheur'.
De fonteinen.
In Genesis 7:11 lezen we: "In het zeshonderdste jaar van het leven van Noach, in de tweede maand, op de zeventiende dag van de maand, op diezelfde dag zijn alle fonteinen van de grote afgrond opengebroken, en de sluizen van de hemel geopend." We zien rondom de hele aarde een soort 'scheur'.
In Bijbels Optiek
De scheur begint ergens in Israel, en splitst midden in de Indische Oceaan in tweeën. Rechtsaf, onder Australië door, de Grote Oceaan in en langs Noord Amerika omhoog. Linksaf, de Atlantische Oceaan in en helemaal naar boven. Langs de grootste scheuren zie je links en rechts allemaal water. We zien vandaag de dag nog steeds dat er op die plaats magma omhoog komt dat het water opwarmt.
Ging bovengenoemd proces tijdens de zondvloed heel hard? Werd het water daar superheet en kwam het als stoom omhoog? Was er water onder de aarde dat omhoog geperst werd? Is de aarde toen snel gaan schuiven en veroorzaakte dat de zogenaamde 'continental drift' die we nu nog zien (zij het langzaam)? De roderoze gebieden zijn de plaatsen waar de aardkorst is opgestuikt. Die kwam daar door de enorme druk van de schuivende aardplaten omhoog en vormde bergen. Op andere plaatsen deukte de aarde juist in (de donkerblauwe gebieden langs de continenten, vaak vlak bij de rode gebieden), waardoor de troggen gevormd werden. In plaatjes als deze kun je goed zien dat de aarde behoorlijk gehavend is.
Hoe de zondvloed precies verliep is nog iets dat verder onderzocht kan worden. Maar dat het heeft plaatsgevonden staat vast.
Fossielen.
Volgens de evolutietheorie veranderen planten en dieren continu door mutaties en natuurlijke selectie. En dat klopt. Die verandering is er wel, maar de veronderstelde overgang van een minder complex basistype naar een complexer basistype (bijvoorbeeld van vis naar landdier) is nog niet aangetoond. Toch denken veel mensen dit wel. Het is trouwens maar de vraag of bijvoorbeeld een landdier complexer is dan een vis. Wat maakt het ene dier complexer dan het andere? Elk levend wezen heeft zijn eigen bijzondere eigenschappen en de één is niet per definitie 'meer ontwikkeld' of 'beter' dan de ander. Er is een enorme verscheidenheid aan planten, bomen en dieren, maar de tussenliggende vormen die zouden moeten hebben geleid tot die verscheidenheid worden niet in het fossielenbestand gevonden. Er zou een hele ketting van duidelijk aan elkaar verwante vormen moeten zijn, maar juist van de belangrijkste overgangen (van vis naar landdier en van reptiel naar vogel bijvoorbeeld) mist het spoor. Wat we wel vinden is een groot aantal fossielen, waarvan evolutionisten zeggen dat ze vele miljoenen jaren oud zijn, die schijnbaar nauwelijks veranderd zijn. Dat wordt dan verklaard door te zeggen dat ze bijvoorbeeld het 'eindstation' van hun evolutionaire ontwikkeling hebben bereikt, maar een meer voor de hand liggende conclusie is dat ze zo gemaakt zijn en sinds dien niet veel veranderd zijn. Er is een moment geweest dat al die pracht en praal 'verscheen' in het fossielenverhaal en daarna veranderen ze haast niet meer. Als er enige verandering te bespeuren is, dan is dat meestal niet ten goede; de beesten met een overeenkomstig skelet zijn nu bijvoorbeeld vaak kleiner of missen dingen die hun voorouders wel hadden.
Ging bovengenoemd proces tijdens de zondvloed heel hard? Werd het water daar superheet en kwam het als stoom omhoog? Was er water onder de aarde dat omhoog geperst werd? Is de aarde toen snel gaan schuiven en veroorzaakte dat de zogenaamde 'continental drift' die we nu nog zien (zij het langzaam)? De roderoze gebieden zijn de plaatsen waar de aardkorst is opgestuikt. Die kwam daar door de enorme druk van de schuivende aardplaten omhoog en vormde bergen. Op andere plaatsen deukte de aarde juist in (de donkerblauwe gebieden langs de continenten, vaak vlak bij de rode gebieden), waardoor de troggen gevormd werden. In plaatjes als deze kun je goed zien dat de aarde behoorlijk gehavend is.
Hoe de zondvloed precies verliep is nog iets dat verder onderzocht kan worden. Maar dat het heeft plaatsgevonden staat vast.
Fossielen.
Volgens de evolutietheorie veranderen planten en dieren continu door mutaties en natuurlijke selectie. En dat klopt. Die verandering is er wel, maar de veronderstelde overgang van een minder complex basistype naar een complexer basistype (bijvoorbeeld van vis naar landdier) is nog niet aangetoond. Toch denken veel mensen dit wel. Het is trouwens maar de vraag of bijvoorbeeld een landdier complexer is dan een vis. Wat maakt het ene dier complexer dan het andere? Elk levend wezen heeft zijn eigen bijzondere eigenschappen en de één is niet per definitie 'meer ontwikkeld' of 'beter' dan de ander. Er is een enorme verscheidenheid aan planten, bomen en dieren, maar de tussenliggende vormen die zouden moeten hebben geleid tot die verscheidenheid worden niet in het fossielenbestand gevonden. Er zou een hele ketting van duidelijk aan elkaar verwante vormen moeten zijn, maar juist van de belangrijkste overgangen (van vis naar landdier en van reptiel naar vogel bijvoorbeeld) mist het spoor. Wat we wel vinden is een groot aantal fossielen, waarvan evolutionisten zeggen dat ze vele miljoenen jaren oud zijn, die schijnbaar nauwelijks veranderd zijn. Dat wordt dan verklaard door te zeggen dat ze bijvoorbeeld het 'eindstation' van hun evolutionaire ontwikkeling hebben bereikt, maar een meer voor de hand liggende conclusie is dat ze zo gemaakt zijn en sinds dien niet veel veranderd zijn. Er is een moment geweest dat al die pracht en praal 'verscheen' in het fossielenverhaal en daarna veranderen ze haast niet meer. Als er enige verandering te bespeuren is, dan is dat meestal niet ten goede; de beesten met een overeenkomstig skelet zijn nu bijvoorbeeld vaak kleiner of missen dingen die hun voorouders wel hadden.
In Bijbels Optiek
Er is een moment geweest dat al die pracht en praal 'verscheen' in het fossielenverhaal en daarna veranderen ze haast niet meer. Als er enige verandering te bespeuren is, dan is dat meestal niet ten goede: de beesten met een overeenkomstig skelet zijn nu bijvoorbeeld vaak kleiner of missen dingen die hun voorouders wel hadden.
In Bijbels Optiek
Wetenschappers dachten dat
deze vissen ten tijde van de dinosauriërs (volgens hen meer dan 65 miljoen jaar
geleden) al uitgestorven waren.
Toen de Coelacanthus in 1938 levend gevonden werd bij Madagascar, bracht dat wereldwijd nogal wat commotie teweeg. Wetenschappers dachten namelijk dat deze vissen ten tijde van de dinosauriërs (volgens hen meer dan 65 miljoen jaar geleden) al uitgestorven waren. Een fossiel van deze vis in een bepaalde aardlaag werd dan ook gezien als indicatie dat die laag niet jonger kon zijn dan 65 miljoen jaar. Nu zijn er al verschillende levende exemplaren gevonden, dus gaat die vlieger dus niet meer op.
Het is vrij uniek als je er eentje vangt, omdat ze heel diep in koude wateren leven en normaal gesproken een vangst niet overleven. Een Indonesische visser heeft een Coelacanthus nog 17 uur in leven heeft weten te houden, maar normaal gesproken blijven ze niet langer dan een paar uur leven. Ze leggen geen eieren, maar brengen levende jongen ter wereld. Hun vinnen bevatten botten en werden daarom gezien als evoluerende ledematen. Ze blijken echter uitstekend geschikt te zijn om mee te zwemmen, en juist helemaal niet voor vervoer op het land. Zo zien we telkens weer dat aannames die gedaan zijn op basis van de evolutietheorie, door de feiten worden tegengesproken. Let maar eens op hoe vaak een nieuwe ontdekking door wetenschappers een 'verrassing' genoemd wordt.
Meer 'levende fossielen'.
Dit is niet het enige fossiel waarmee de ouderdom van een laag bepaald werd en waarvan later ontdekt werd dat er nog levende exemplaren bleken te zijn. Sterker nog, er zijn nog veel meer beesten die gedurende al die zogenaamde miljoenen jaren nauwelijks veranderd zijn. Wetenschappers noemen ze 'relicten'. Een echt bevredigende verklaring voor dit fenomeen is er alleen in een relatief korte geschiedenis van duizenden, niet miljoenen jaren. Het is niet logisch dat sommige organismen gedurende miljoenen jaren helemaal niet veranderen, terwijl andere organismen in diezelfde tijd een totaal andere soort worden en allemaal nieuwe organen ontwikkelen. We zien regelmatig dat de aannames die door evolutionisten gedaan worden niet worden ondersteund door feiten die niet aan de verwachtingen voldoen. Zo nu en dan wordt er een fossiel gevonden waarin men een overgangsvorm ziet. Meestal zijn dit echter variaties binnen een grondsoort (aap, hond, kat, etc.), die heel goed binnen een creationistisch wereldbeeld passen. De duizenden fossielen van overgangsvormen die nodig zijn om aan te tonen dat de ene grondsoort in de andere geëvolueerd is, zijn nog niet gevonden.
Er zijn onder de fossielen geen bewijzen voor toename van informatie binnen organismen. Wel voor het kopiëren en dupliceren van al bestaande informatie, maar niet voor het ontstaan van nieuwe informatie. De versteende botjes die gevonden worden vertellen je ook niet precies hoe het beestje eruit gezien heeft. Verschillende kunstenaars zullen van eenzelfde fossiel een heel ander plaatje maken. Vaak zijn die plaatjes sterk beïnvloed door de heersende gedachte over hoe het eruit gezien moet hebben. Denk aan die mooie plaatjes van holbewoners bij een kampvuur. Men weet vaak niets over hoeveel haar ze hadden, of hoe het eruit zag, niets over de huidskleur, de spieren of andere zachte delen. Dat is puur giswerk.
Toen de Coelacanthus in 1938 levend gevonden werd bij Madagascar, bracht dat wereldwijd nogal wat commotie teweeg. Wetenschappers dachten namelijk dat deze vissen ten tijde van de dinosauriërs (volgens hen meer dan 65 miljoen jaar geleden) al uitgestorven waren. Een fossiel van deze vis in een bepaalde aardlaag werd dan ook gezien als indicatie dat die laag niet jonger kon zijn dan 65 miljoen jaar. Nu zijn er al verschillende levende exemplaren gevonden, dus gaat die vlieger dus niet meer op.
Het is vrij uniek als je er eentje vangt, omdat ze heel diep in koude wateren leven en normaal gesproken een vangst niet overleven. Een Indonesische visser heeft een Coelacanthus nog 17 uur in leven heeft weten te houden, maar normaal gesproken blijven ze niet langer dan een paar uur leven. Ze leggen geen eieren, maar brengen levende jongen ter wereld. Hun vinnen bevatten botten en werden daarom gezien als evoluerende ledematen. Ze blijken echter uitstekend geschikt te zijn om mee te zwemmen, en juist helemaal niet voor vervoer op het land. Zo zien we telkens weer dat aannames die gedaan zijn op basis van de evolutietheorie, door de feiten worden tegengesproken. Let maar eens op hoe vaak een nieuwe ontdekking door wetenschappers een 'verrassing' genoemd wordt.
Meer 'levende fossielen'.
Dit is niet het enige fossiel waarmee de ouderdom van een laag bepaald werd en waarvan later ontdekt werd dat er nog levende exemplaren bleken te zijn. Sterker nog, er zijn nog veel meer beesten die gedurende al die zogenaamde miljoenen jaren nauwelijks veranderd zijn. Wetenschappers noemen ze 'relicten'. Een echt bevredigende verklaring voor dit fenomeen is er alleen in een relatief korte geschiedenis van duizenden, niet miljoenen jaren. Het is niet logisch dat sommige organismen gedurende miljoenen jaren helemaal niet veranderen, terwijl andere organismen in diezelfde tijd een totaal andere soort worden en allemaal nieuwe organen ontwikkelen. We zien regelmatig dat de aannames die door evolutionisten gedaan worden niet worden ondersteund door feiten die niet aan de verwachtingen voldoen. Zo nu en dan wordt er een fossiel gevonden waarin men een overgangsvorm ziet. Meestal zijn dit echter variaties binnen een grondsoort (aap, hond, kat, etc.), die heel goed binnen een creationistisch wereldbeeld passen. De duizenden fossielen van overgangsvormen die nodig zijn om aan te tonen dat de ene grondsoort in de andere geëvolueerd is, zijn nog niet gevonden.
Er zijn onder de fossielen geen bewijzen voor toename van informatie binnen organismen. Wel voor het kopiëren en dupliceren van al bestaande informatie, maar niet voor het ontstaan van nieuwe informatie. De versteende botjes die gevonden worden vertellen je ook niet precies hoe het beestje eruit gezien heeft. Verschillende kunstenaars zullen van eenzelfde fossiel een heel ander plaatje maken. Vaak zijn die plaatjes sterk beïnvloed door de heersende gedachte over hoe het eruit gezien moet hebben. Denk aan die mooie plaatjes van holbewoners bij een kampvuur. Men weet vaak niets over hoeveel haar ze hadden, of hoe het eruit zag, niets over de huidskleur, de spieren of andere zachte delen. Dat is puur giswerk.
In Bijbels Optiek
Het fossiele blaadje van de Ginkgo Biloba lijkt precies op het blaadje van de gelijknamige boom bij ons voor het huis. Daar staan er twee gezellig samen op het veldje.
Tweehonderdzeventig miljoen jaar lang niet veranderd?... Dat is niet erg waarschijnlijk. Als er in diezelfde tijd zoveel andere dingen gebeurd zouden zijn, is het niet erg geloofwaardig te noemen dat deze boom totaal niet veranderd is.
Deze zogenaamde 'levende fossielen' zijn niet zeldzaam. Kijk maar eens naar de volgende plaatjes:
Tweehonderdzeventig miljoen jaar lang niet veranderd?... Dat is niet erg waarschijnlijk. Als er in diezelfde tijd zoveel andere dingen gebeurd zouden zijn, is het niet erg geloofwaardig te noemen dat deze boom totaal niet veranderd is.
Deze zogenaamde 'levende fossielen' zijn niet zeldzaam. Kijk maar eens naar de volgende plaatjes:
In Bijbels Optiek
Levende en fossiele vleermuizen (toch geen 52 miljoen jaar oud…).
In Bijbels Optiek
Garnalen in 360 miljoen jaar onveranderd.
In Bijbels Optiek
Krabben.
In Bijbels Optiek
Kreeften.
In Bijbels Optiek
Degenkrabben.
In Bijbels Optiek
Kwallen.
In Bijbels Optiek
Nautilussen.
In Bijbels Optiek
En varens.
In Bijbels Optiek
Zeepaardjes.
In Bijbels Optiek
En schildpadden.
In Bijbels Optiek
Salamanders.
In Bijbels Optiek
Libelles.
In Bijbels Optiek
Een 11 miljoen jaar lang niet veranderd knaagdier.
Is een 'levend fossiel' echt "uiterst zeldzaam", zoals sommige wetenschappers zeggen? In verhouding tot het totaal aantal fossielen dat gevonden wordt misschien. Maar elk niet veranderd exemplaar is er wel weer één. Je zou juist verwachten dat dit fenomeen helemaal niet voorkomt als evolutie werkelijk op de veronderstelde schaal zou plaatsvinden.
Missende schakels of missende ketting?
Darwin verwachtte een enorme verscheidenheid aan gefossiliseerde soorten te vinden, waaruit duidelijk de totale evolutionaire geschiedenis af te lezen zou zijn. Een lange ketting, waarvan elke schakel in een vorige en een volgende grijpt. Wat er tot nu toe gevonden is komt daar niet eens in de buurt. Dit is het probleem van de zogenaamde 'missing links' (de missende schakels) van de ketting. Daar komt nog bij dat er binnen het genoom van de soorten zoveel variatie mogelijk is, dat de skeletten uiteindelijk nauwelijks meer op elkaar lijken. (En dat kan nog heel snel gebeuren ook, denk aan de Deense Dog en de Chihuahua. Het feit dat er heel veel variatie mogelijk is binnen de basissoorten, kan het grootste deel van de verschillende levende wezens verklaren; er vanuit gaande dat God de oorspronkelijke soorten gemaakt heeft.) Maar het blijft een variatie binnen de soort! Kijk maar eens naar de vele verschillende soorten honden, paarden en kippen. Ze worden nooit iets anders dan een hond, een paard of een kip, dat laat de genetische informatie niet toe. Er komt nooit een extra oog, neusgat of oor bij, maar er gaat wel eens iets verloren (zoals bij grotvissen die hun gezichtsvermogen zijn kwijtgeraakt omdat ze het niet nodig hadden in het donker). Vrijwel alle variaties die we van de huidige diersoorten kennen zijn binnen vrij korte tijd (vergeleken bij de evolutionaire tijdschaal) ontstaan. De zondvloed, waardoor de meeste fossielen ontstonden, was ongeveer 4400 jaar geleden. Sinds die tijd kan er een hoop veranderd zijn. Maar ook voor de zondvloed moet er al veel variatie geweest zijn. Toch blijft er vaak wel een soort bestaan die erg lijkt op de oorspronkelijke soort (denk aan een soort wolf als voorloper van alle honden).
Noach hoefde slechts de basissoorten mee te nemen, ten behoeve van het voortbestaan van de dieren 'naar hun aard' (oorspronkelijk geschapen vorm). We zien dus veel variatie in een korte tijd, maar in een aantal gevallen nauwelijks verandering over de hele (zij het korte) geschiedenis. De 'eerste keer' dat (of beter: in de laagste aardlaag waarin) een fossiel van een bepaald beest voorkomt, is het gelijk volledig 'af', alles zit erop en eraan en het is ook nog eens vrijwel identiek aan de levende vormen van vandaag. Roept dat niet de vraag op of er eigenlijk wel evolutie heeft plaatsgevonden? En kan dit proces wel honderden miljoenen jaren doorgegaan zijn? Is het niet veel logischer dat de wezens waarvan we nu die fossielen vinden, afstamden van een (relatief kort geleden) perfect geschapen soortgenoot? Bovendien zou het 'oudste' fossiel van een bepaalde soort juist zo'n 'missing link' moeten zijn. Dit is een sterke aanwijzing voor een recent geschapen, beperkt aantal grondsoorten.
Voorhistorisch?
Prehistorisch betekent vóór de historie, dus voordat mensen begonnen met hun geschiedenis op te schrijven. Maar zoals we hier zien, is de geschiedenis helemaal opgeschreven in de Bijbel. Er bestaat dus helemaal geen prehistorie. Vanaf het 'moment' dat materie en tijd begon is alles gedocumenteerd. Natuurlijk werd er niet op dat moment geschreven, maar dat gedeelte is door God via Adam en Noach aan Mozes bekend gemaakt.
Door meerdere lagen heen.
Is een 'levend fossiel' echt "uiterst zeldzaam", zoals sommige wetenschappers zeggen? In verhouding tot het totaal aantal fossielen dat gevonden wordt misschien. Maar elk niet veranderd exemplaar is er wel weer één. Je zou juist verwachten dat dit fenomeen helemaal niet voorkomt als evolutie werkelijk op de veronderstelde schaal zou plaatsvinden.
Missende schakels of missende ketting?
Darwin verwachtte een enorme verscheidenheid aan gefossiliseerde soorten te vinden, waaruit duidelijk de totale evolutionaire geschiedenis af te lezen zou zijn. Een lange ketting, waarvan elke schakel in een vorige en een volgende grijpt. Wat er tot nu toe gevonden is komt daar niet eens in de buurt. Dit is het probleem van de zogenaamde 'missing links' (de missende schakels) van de ketting. Daar komt nog bij dat er binnen het genoom van de soorten zoveel variatie mogelijk is, dat de skeletten uiteindelijk nauwelijks meer op elkaar lijken. (En dat kan nog heel snel gebeuren ook, denk aan de Deense Dog en de Chihuahua. Het feit dat er heel veel variatie mogelijk is binnen de basissoorten, kan het grootste deel van de verschillende levende wezens verklaren; er vanuit gaande dat God de oorspronkelijke soorten gemaakt heeft.) Maar het blijft een variatie binnen de soort! Kijk maar eens naar de vele verschillende soorten honden, paarden en kippen. Ze worden nooit iets anders dan een hond, een paard of een kip, dat laat de genetische informatie niet toe. Er komt nooit een extra oog, neusgat of oor bij, maar er gaat wel eens iets verloren (zoals bij grotvissen die hun gezichtsvermogen zijn kwijtgeraakt omdat ze het niet nodig hadden in het donker). Vrijwel alle variaties die we van de huidige diersoorten kennen zijn binnen vrij korte tijd (vergeleken bij de evolutionaire tijdschaal) ontstaan. De zondvloed, waardoor de meeste fossielen ontstonden, was ongeveer 4400 jaar geleden. Sinds die tijd kan er een hoop veranderd zijn. Maar ook voor de zondvloed moet er al veel variatie geweest zijn. Toch blijft er vaak wel een soort bestaan die erg lijkt op de oorspronkelijke soort (denk aan een soort wolf als voorloper van alle honden).
Noach hoefde slechts de basissoorten mee te nemen, ten behoeve van het voortbestaan van de dieren 'naar hun aard' (oorspronkelijk geschapen vorm). We zien dus veel variatie in een korte tijd, maar in een aantal gevallen nauwelijks verandering over de hele (zij het korte) geschiedenis. De 'eerste keer' dat (of beter: in de laagste aardlaag waarin) een fossiel van een bepaald beest voorkomt, is het gelijk volledig 'af', alles zit erop en eraan en het is ook nog eens vrijwel identiek aan de levende vormen van vandaag. Roept dat niet de vraag op of er eigenlijk wel evolutie heeft plaatsgevonden? En kan dit proces wel honderden miljoenen jaren doorgegaan zijn? Is het niet veel logischer dat de wezens waarvan we nu die fossielen vinden, afstamden van een (relatief kort geleden) perfect geschapen soortgenoot? Bovendien zou het 'oudste' fossiel van een bepaalde soort juist zo'n 'missing link' moeten zijn. Dit is een sterke aanwijzing voor een recent geschapen, beperkt aantal grondsoorten.
Voorhistorisch?
Prehistorisch betekent vóór de historie, dus voordat mensen begonnen met hun geschiedenis op te schrijven. Maar zoals we hier zien, is de geschiedenis helemaal opgeschreven in de Bijbel. Er bestaat dus helemaal geen prehistorie. Vanaf het 'moment' dat materie en tijd begon is alles gedocumenteerd. Natuurlijk werd er niet op dat moment geschreven, maar dat gedeelte is door God via Adam en Noach aan Mozes bekend gemaakt.
Door meerdere lagen heen.
In Bijbels Optiek
Over de hele wereld vinden we fossielen, (vooral bomen) door meerdere lagen heen.
Over de hele wereld vinden we fossielen, (vooral bomen) door meerdere lagen heen. Dat wijst erop dat ze snel begraven zijn. In Peru zijn 346 walvissen in kiezelwier lagen gevonden van 1,5 km² en 80 m dik. Ze moeten binnen 3 dagen bedekt zijn want de baleinen zijn niet vergaan (Loma Linda University - Brand et al., 2004; Oard, 2004). Helemaal in de lijn der verwachting voor creationisten.
Een evolutionist moet verklaren dat lagen miljoenen jaren lang zijn opgebouwd rondom versteende bomen en dat ze daarbij zo goed bewaard zijn gebleven. Deze feiten kunnen echter beter verklaard worden door een overstroming als de zondvloed. Sterker nog, het kan nu worden waargenomen in een meer bij Mount. St. Helens (Spirit Lake). Door de uitbarsting van de vulkaan in 1980 kwamen grote hoeveelheden bomen in het meer terecht. Die bomen begonnen in verticale stand naar de bodem te zinken en te verstenen. Het is dan niet moeilijk voor te stellen dat er in de zondvloed hetzelfde gebeurde, maar dan op grotere schaal. De bomen die op de bodem neergekomen waren werden dan weer bedolven door nieuwe lagen sediment. En zo hebben we nu versteende bomen die door meerdere lagen steken.
Over de hele wereld vinden we fossielen, (vooral bomen) door meerdere lagen heen. Dat wijst erop dat ze snel begraven zijn. In Peru zijn 346 walvissen in kiezelwier lagen gevonden van 1,5 km² en 80 m dik. Ze moeten binnen 3 dagen bedekt zijn want de baleinen zijn niet vergaan (Loma Linda University - Brand et al., 2004; Oard, 2004). Helemaal in de lijn der verwachting voor creationisten.
Een evolutionist moet verklaren dat lagen miljoenen jaren lang zijn opgebouwd rondom versteende bomen en dat ze daarbij zo goed bewaard zijn gebleven. Deze feiten kunnen echter beter verklaard worden door een overstroming als de zondvloed. Sterker nog, het kan nu worden waargenomen in een meer bij Mount. St. Helens (Spirit Lake). Door de uitbarsting van de vulkaan in 1980 kwamen grote hoeveelheden bomen in het meer terecht. Die bomen begonnen in verticale stand naar de bodem te zinken en te verstenen. Het is dan niet moeilijk voor te stellen dat er in de zondvloed hetzelfde gebeurde, maar dan op grotere schaal. De bomen die op de bodem neergekomen waren werden dan weer bedolven door nieuwe lagen sediment. En zo hebben we nu versteende bomen die door meerdere lagen steken.
In Bijbels Optiek
Een heel mooi voorbeeld van versteende bomen vinden we op Specimen Ridge op de Creation Wiki site.
Natuurgeweld
Een andere duidelijke aanwijzing: over de hele wereld vinden we fossielen in allerlei verwrongen standen, waaruit duidelijk blijkt dat ze overvallen zijn door natuurgeweld.
Natuurgeweld
Een andere duidelijke aanwijzing: over de hele wereld vinden we fossielen in allerlei verwrongen standen, waaruit duidelijk blijkt dat ze overvallen zijn door natuurgeweld.
In Bijbels Optiek
Een andere duidelijke aanwijzing: over de hele wereld vinden we fossielen in allerlei verwrongen standen.
Zo mooi gemaakt!
Zo mooi gemaakt!
In Bijbels Optiek
De digitale pauwenveer.
Wat moeten we bedenken bij 'digitaal'? Om dat te begrijpen, moet je een klein beetje snappen hoe een computer werkt. Vroeger telde men op de vingers. Het Latijnse woord 'digitus' betekent vinger. Digitaal betekent dus eigenlijk zoiets als 'met de vingers'. Het gaat om gehele getallen (1, 2, 3, 4, ...), dus stapjes en niet geleidelijk (traploos). De plaatjes en letters die je hier op je beeldscherm ziet bestaan uit puntjes, de posities en kleuren van die puntjes worden in de computer als getallen opgeslagen en berekend. Een aantal puntjes samen hebben dan een vorm die wat voor ons betekent, bijvoorbeeld de puntjes in deze zin vormen samen letters en die letters hebben samen de betekenis van deze woorden, door mij bedacht en ingevoerd. Eén letter wordt in de computer opgeslagen als een code, een reeks tekens met verschillende waarden. Die waarden gaan niet geleidelijk in elkaar over, maar verschillen van elkaar met vaste waarden. Een computer kan wel miljoenen verschillende kleuren opslaan, maar het gaat nog steeds met stapjes; tussen twee opeenvolgende kleuren zit niet nog een kleur. Een programmeur kan die kleuren en letters op de juiste plaats op het scherm laten terechtkomen door een programma te schrijven. De codes die gebruikt worden om een plaatje te beschrijven zeggen ons als leek niets, maar het plaatje dat door die codes op het scherm geplaatst wordt herkennen we meestal wel.
Wat moeten we bedenken bij 'digitaal'? Om dat te begrijpen, moet je een klein beetje snappen hoe een computer werkt. Vroeger telde men op de vingers. Het Latijnse woord 'digitus' betekent vinger. Digitaal betekent dus eigenlijk zoiets als 'met de vingers'. Het gaat om gehele getallen (1, 2, 3, 4, ...), dus stapjes en niet geleidelijk (traploos). De plaatjes en letters die je hier op je beeldscherm ziet bestaan uit puntjes, de posities en kleuren van die puntjes worden in de computer als getallen opgeslagen en berekend. Een aantal puntjes samen hebben dan een vorm die wat voor ons betekent, bijvoorbeeld de puntjes in deze zin vormen samen letters en die letters hebben samen de betekenis van deze woorden, door mij bedacht en ingevoerd. Eén letter wordt in de computer opgeslagen als een code, een reeks tekens met verschillende waarden. Die waarden gaan niet geleidelijk in elkaar over, maar verschillen van elkaar met vaste waarden. Een computer kan wel miljoenen verschillende kleuren opslaan, maar het gaat nog steeds met stapjes; tussen twee opeenvolgende kleuren zit niet nog een kleur. Een programmeur kan die kleuren en letters op de juiste plaats op het scherm laten terechtkomen door een programma te schrijven. De codes die gebruikt worden om een plaatje te beschrijven zeggen ons als leek niets, maar het plaatje dat door die codes op het scherm geplaatst wordt herkennen we meestal wel.
In Bijbels Optiek
Kleuren worden in de natuur meestal veroorzaakt door pigment.
Kleuren worden in de natuur meestal veroorzaakt door pigment. Dat is een stof die een kleur geeft. Pigmenten komen voor in de cellen van planten of dieren. Bijna alle cellen aan het oppervlak van je huid bevatten pigment, ook je ogen en je haar. Mensen of dieren die geen pigment bevatten worden albino genoemd. Maar bij de veer van een pauw gaat het anders. Als je naar gebroken glas kijkt, zie je op het breukvlak allemaal kleuren. Dat komt omdat er kleine verschillen zitten in de hoek waaronder het licht door die vlakjes heen schijnt. Het licht wordt dan ook 'gebroken'. Dat gebeurt ook bij de veren van deze vogel. Bij een stukje glas is de lichtbreking zodanig dat je willekeurige patronen ziet. Bij een olievlek gaat de overgang van de ene kleur naar de andere in de volgorde die we ook in een regenboog zien, bij de pauwenveer gaat het volgens een specifiek patroon.
Kleuren worden in de natuur meestal veroorzaakt door pigment. Dat is een stof die een kleur geeft. Pigmenten komen voor in de cellen van planten of dieren. Bijna alle cellen aan het oppervlak van je huid bevatten pigment, ook je ogen en je haar. Mensen of dieren die geen pigment bevatten worden albino genoemd. Maar bij de veer van een pauw gaat het anders. Als je naar gebroken glas kijkt, zie je op het breukvlak allemaal kleuren. Dat komt omdat er kleine verschillen zitten in de hoek waaronder het licht door die vlakjes heen schijnt. Het licht wordt dan ook 'gebroken'. Dat gebeurt ook bij de veren van deze vogel. Bij een stukje glas is de lichtbreking zodanig dat je willekeurige patronen ziet. Bij een olievlek gaat de overgang van de ene kleur naar de andere in de volgorde die we ook in een regenboog zien, bij de pauwenveer gaat het volgens een specifiek patroon.
In Bijbels Optiek
De overgang van de ene kleur naar de andere is niet eenvoudig te verklaren door evolutie.
In Bijbels Optiek
Er is een grote hoeveelheid informatie nodig om een veer te maken, laat staan een complete pauw.
De overgang van de ene kleur naar de andere, van het ene baardje op het andere is plotseling en gaat volgens een 'bouwplan'. Dat staat zo geprogram- meerd in de genen van de pauw. Als je gelooft dat dit door een reeks toevallige gebeurtenissen zomaar ontstaan is, dan heb je echt een heel groot geloof. Het ligt veel meer voor de hand dat er Iemand geweest is Die dit zo heeft geprogrammeerd. In de genetische informatie van de pauw zit een code, op zichzelf onherkenbaar, tenzij je weet wat die code betekent; het is een taal die door ingewikkelde moleculaire 'machines' vertaald wordt naar een veer met prachtige vormen en kleuren die wij kunnen zien met onze ogen en hersenen die op zich weer gevormd zijn door een programma dat zo is geschreven dat wij van die kleuren en vormen kunnen genieten!
Probeer het je maar eens voor te stellen, al die details. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ogen, de oren, de hersens, het spijsver- teringsproces, de mogelijkheid om zichzelf voort te planten, het gedrag van de pauw en nog vele andere kenmerken. Het is al een serieuze uitdaging voor een evolutionist om voor het ontstaan van de gehele pauw een logische opeenvolging van mutaties en selecties te verzinnen, laat staan dat hij of zij kan bewijzen, of zelfs maar aannemelijk maken, dat het ooit echt zo gegaan is. We vinden nergens in de geschiedenis, of in het zogenaamde 'fossielen- bestand' een direct bewijs voor de veronderstelde reeks (ketting of aaneenschakeling) van 'stappen' die geleid zouden hebben tot de huidige pauw.
De overgang van de ene kleur naar de andere, van het ene baardje op het andere is plotseling en gaat volgens een 'bouwplan'. Dat staat zo geprogram- meerd in de genen van de pauw. Als je gelooft dat dit door een reeks toevallige gebeurtenissen zomaar ontstaan is, dan heb je echt een heel groot geloof. Het ligt veel meer voor de hand dat er Iemand geweest is Die dit zo heeft geprogrammeerd. In de genetische informatie van de pauw zit een code, op zichzelf onherkenbaar, tenzij je weet wat die code betekent; het is een taal die door ingewikkelde moleculaire 'machines' vertaald wordt naar een veer met prachtige vormen en kleuren die wij kunnen zien met onze ogen en hersenen die op zich weer gevormd zijn door een programma dat zo is geschreven dat wij van die kleuren en vormen kunnen genieten!
Probeer het je maar eens voor te stellen, al die details. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de ogen, de oren, de hersens, het spijsver- teringsproces, de mogelijkheid om zichzelf voort te planten, het gedrag van de pauw en nog vele andere kenmerken. Het is al een serieuze uitdaging voor een evolutionist om voor het ontstaan van de gehele pauw een logische opeenvolging van mutaties en selecties te verzinnen, laat staan dat hij of zij kan bewijzen, of zelfs maar aannemelijk maken, dat het ooit echt zo gegaan is. We vinden nergens in de geschiedenis, of in het zogenaamde 'fossielen- bestand' een direct bewijs voor de veronderstelde reeks (ketting of aaneenschakeling) van 'stappen' die geleid zouden hebben tot de huidige pauw.
In Bijbels Optiek
Is een pauwenveer, een waar meesterwerk, toevallige evolutie? Het is moeilijk voor te stellen hoe al deze schoonheid zou kunnen blijven bestaan, laat staan dat het vanzelf zou zijn óntstaan. De voor evolutie onnodige (toegevoegde) schoonheid is bewijs voor een creatieve Schepper.
Een waar meesterwerk!
Zo'n 200 veren, waarvan er ongeveer 170 een 'oog' hebben en ongeveer 30 een T-vorm. Perfect gevormd, geplaatst en stuk voor stuk precies de goede lengte. De T-veren zijn zo gevormd dat de ogen er precies tussen passen. De pauw kan de veren uitvouwen in een waaiervorm met een ronde lijst van donkere T-veren en dan kan hij er ook nog een apart geluid mee maken door ze te laten trillen. Daarvoor heeft hij speciale spieren in zijn achterwerk.
Een argument dat door evolutionisten vaak gebruikt wordt is 'seksuele selectie'. Een mooiere pauwmeneer zou eerder uitgekozen worden door een pauwmevrouw. Dat verklaart mogelijk waarom de mooiste pauwen zouden overleven, maar het verklaart bij lange na niet hoe ze ooit ontstaan zijn! En denk eens aan mussen. Die zijn niet zo mooi als pauwen en toch vinden ze elkaar. Om te overleven zijn al die grote lange veren zelfs lastig; ze kunnen lang niet zo makkelijk wegkomen als een vogel die niet zo'n lange staart heeft. Het is moeilijk voor te stellen hoe al deze schoonheid zou kunnen blijven bestaan, laat staan dat het vanzelf zou zijn óntstaan. De voor evolutie onnodige (toegevoegde) schoonheid is bewijs voor een creatieve Schepper. Schoonheid is niet nodig om te overleven en de mate van schoonheid in de pauw is zo groot. De hele waaier is een prachtig plaatje met een zeer gedetailleerde weergave, bestaande uit ongeveer 2 miljard kleine segmentjes. Dat is een plaatje van 2000 megapixels met een verbazingwekkend precies patroon. Dit totaalplaatje zit niet zo opgeslagen in de genen van de pauw, maar is het eindresultaat van alle instructies om de vogel 'op te bouwen' van één enkele cel, via een klein schattig kuikentje, naar een volwassen pauwmeneer. Tijdens de groei moeten de dikten van de keratinelaagjes precies op het juiste moment veranderen om die specifieke vorm en kleur te krijgen. De code die verantwoordelijk is voor dit proces moet duizenden eenheden (chemische letters) bevatten. Is het niet heel voor de hand liggend dat dit prachtige beest door onze Schepper gemaakt is om ons te behagen? Laten we ons vol verwondering verbazen over dit prachtige kunstwerk!
Een waar meesterwerk!
Zo'n 200 veren, waarvan er ongeveer 170 een 'oog' hebben en ongeveer 30 een T-vorm. Perfect gevormd, geplaatst en stuk voor stuk precies de goede lengte. De T-veren zijn zo gevormd dat de ogen er precies tussen passen. De pauw kan de veren uitvouwen in een waaiervorm met een ronde lijst van donkere T-veren en dan kan hij er ook nog een apart geluid mee maken door ze te laten trillen. Daarvoor heeft hij speciale spieren in zijn achterwerk.
Een argument dat door evolutionisten vaak gebruikt wordt is 'seksuele selectie'. Een mooiere pauwmeneer zou eerder uitgekozen worden door een pauwmevrouw. Dat verklaart mogelijk waarom de mooiste pauwen zouden overleven, maar het verklaart bij lange na niet hoe ze ooit ontstaan zijn! En denk eens aan mussen. Die zijn niet zo mooi als pauwen en toch vinden ze elkaar. Om te overleven zijn al die grote lange veren zelfs lastig; ze kunnen lang niet zo makkelijk wegkomen als een vogel die niet zo'n lange staart heeft. Het is moeilijk voor te stellen hoe al deze schoonheid zou kunnen blijven bestaan, laat staan dat het vanzelf zou zijn óntstaan. De voor evolutie onnodige (toegevoegde) schoonheid is bewijs voor een creatieve Schepper. Schoonheid is niet nodig om te overleven en de mate van schoonheid in de pauw is zo groot. De hele waaier is een prachtig plaatje met een zeer gedetailleerde weergave, bestaande uit ongeveer 2 miljard kleine segmentjes. Dat is een plaatje van 2000 megapixels met een verbazingwekkend precies patroon. Dit totaalplaatje zit niet zo opgeslagen in de genen van de pauw, maar is het eindresultaat van alle instructies om de vogel 'op te bouwen' van één enkele cel, via een klein schattig kuikentje, naar een volwassen pauwmeneer. Tijdens de groei moeten de dikten van de keratinelaagjes precies op het juiste moment veranderen om die specifieke vorm en kleur te krijgen. De code die verantwoordelijk is voor dit proces moet duizenden eenheden (chemische letters) bevatten. Is het niet heel voor de hand liggend dat dit prachtige beest door onze Schepper gemaakt is om ons te behagen? Laten we ons vol verwondering verbazen over dit prachtige kunstwerk!
In Bijbels Optiek
De ongeveer 1,5 cm grote 'bombardeerkever' is zo genoemd omdat hij chemicaliën mengt, die hij middels een explosie kan afvuren op een belager. Hij heeft daarvoor twee richtbare buisjes in zijn achterwerk. Iemand die erdoor geraakt werd zei dat het aanvoelde als kokend water.
Bombardeerkever.
De ongeveer 1,5 cm grote 'bombardeerkever' is zo genoemd omdat hij chemicaliën mengt, die hij middels een explosie kan afvuren op een belager. Hij heeft daarvoor twee richtbare buisjes in zijn achterwerk. Iemand die erdoor geraakt werd zei dat het aanvoelde als kokend water. De explosie zou op zich krachtig genoeg zijn om de kever op te blazen, maar dag gebeurt niet. Waarom? Men heeft met behulp van slowmotion films kunnen vaststellen dat het eigenlijk 1000 kleine explosies zijn die zo snel achter elkaar komen dat wij ze horen als één knal. Daarom blijft het kevertje heel. Zo'n mechanisme wordt ook wel eens 'onherleidbaar complex' genoemd, omdat elk onderdeel ervan alleen maar nuttig is in samenwerking met de andere onderdelen. Net als een muizenval. Haal je één onderdeel weg, dan werkt hij niet meer. Bij de woorden 'onherleidbaar complex' gaan bij een aantal evolutionistisch denkende wetenschappers gelijk de nekharen overeind staan. Het argument is dan: "dat een mechanisme nú onherleidbaar complex is, wil nog niet zeggen dat het altijd zo geweest is". Men houdt dan vast aan het geloof dat er genoeg tijd geweest is voor een geleidelijke verbetering van het systeem, van eenvoudige samenwerkende onderdelen tot de huidige zeer specifiek complexe staat. Deze ontwikkeling is tot nu toe in systemen als bijvoorbeeld het oog, met de zenuwen en connecties naar de hersenen, volkomen fictief. Dat er wezens zijn met 'eenvoudiger kijkmechanismen', wil nog niet zeggen dat wij daarvan afstammen. Overigens zijn er vele verschillende soorten ogen, van slechts enkele lichtgevoelige cellen tot uiterst complexe facet-ogen. De visuele organen zouden dan verschillende ontwikkelingen doorgemaakt hebben. Het 'ontstaan' van elk van die variaties blijft pure speculatie. De meest logische conclusie blijft nog altijd dat al die complexe organismen intelligent ontworpen zijn en zich daarna door natuurlijke selectie zijn gaan aanpassen aan de omgeving waarin ze terecht kwamen. Sommige systemen moesten daarbij veel inleveren, anderen iets minder. Maar er is nooit bewezen dat er meer informatie bij kwam, waardoor een systeem meer functionaliteit kreeg; alleen aanpassing aan het milieu en gelijk blijven of vermindering van de totale functionaliteit is waargenomen.
Bombardeerkever.
De ongeveer 1,5 cm grote 'bombardeerkever' is zo genoemd omdat hij chemicaliën mengt, die hij middels een explosie kan afvuren op een belager. Hij heeft daarvoor twee richtbare buisjes in zijn achterwerk. Iemand die erdoor geraakt werd zei dat het aanvoelde als kokend water. De explosie zou op zich krachtig genoeg zijn om de kever op te blazen, maar dag gebeurt niet. Waarom? Men heeft met behulp van slowmotion films kunnen vaststellen dat het eigenlijk 1000 kleine explosies zijn die zo snel achter elkaar komen dat wij ze horen als één knal. Daarom blijft het kevertje heel. Zo'n mechanisme wordt ook wel eens 'onherleidbaar complex' genoemd, omdat elk onderdeel ervan alleen maar nuttig is in samenwerking met de andere onderdelen. Net als een muizenval. Haal je één onderdeel weg, dan werkt hij niet meer. Bij de woorden 'onherleidbaar complex' gaan bij een aantal evolutionistisch denkende wetenschappers gelijk de nekharen overeind staan. Het argument is dan: "dat een mechanisme nú onherleidbaar complex is, wil nog niet zeggen dat het altijd zo geweest is". Men houdt dan vast aan het geloof dat er genoeg tijd geweest is voor een geleidelijke verbetering van het systeem, van eenvoudige samenwerkende onderdelen tot de huidige zeer specifiek complexe staat. Deze ontwikkeling is tot nu toe in systemen als bijvoorbeeld het oog, met de zenuwen en connecties naar de hersenen, volkomen fictief. Dat er wezens zijn met 'eenvoudiger kijkmechanismen', wil nog niet zeggen dat wij daarvan afstammen. Overigens zijn er vele verschillende soorten ogen, van slechts enkele lichtgevoelige cellen tot uiterst complexe facet-ogen. De visuele organen zouden dan verschillende ontwikkelingen doorgemaakt hebben. Het 'ontstaan' van elk van die variaties blijft pure speculatie. De meest logische conclusie blijft nog altijd dat al die complexe organismen intelligent ontworpen zijn en zich daarna door natuurlijke selectie zijn gaan aanpassen aan de omgeving waarin ze terecht kwamen. Sommige systemen moesten daarbij veel inleveren, anderen iets minder. Maar er is nooit bewezen dat er meer informatie bij kwam, waardoor een systeem meer functionaliteit kreeg; alleen aanpassing aan het milieu en gelijk blijven of vermindering van de totale functionaliteit is waargenomen.
In Bijbels Optiek
Op de Engelse Wikipedia site staat een heel stuk over de evolutie van het oog, waarbij zonder blikken of blozen wordt beweerd dat het ontstaan van het oog, vanuit het eerste oog (540 miljoen jaar geleden), nu 'breed geaccepteerd' is op basis van overeenkomsten in anatomie en genen. Gelooft u het? Deze klinkklare onzin gaat er bij de goegemeente als koek in.
Oog voor detail.
Op de Engelse Wikipedia site staat een heel stuk over de evolutie van het oog, waarbij zonder blikken of blozen wordt beweerd dat het ontstaan van het oog, vanuit het eerste oog (540 miljoen jaar geleden), nu 'breed geaccepteerd' is op basis van overeenkomsten in anatomie en genen. Breed geaccepteerd? Ja, onder mensen die het graag willen geloven. Vervolgens komt er een mooi wetenschappelijk klinkend verhaal over hoe dat dan eventueel zou moeten zijn gegaan, compleet met indrukwekkende plaatjes van de verschillende stadia van ontwikkeling. Maar gaat er dan niet een lampje branden als je in dat verhaal geen enkel bewijs ziet? Het enige 'bewijs' dat aangehaald wordt, is overeenkomst in bouw en materiaal. Maar een architect kan toch hetzelfde ontwerp en dezelfde materialen zo vaak gebruiken als hij wil? Overeenkomstige kenmerken in gebouwen laten juist zien dat daar waarschijnlijk dezelfde architect achter zit. Laat je niet voor de gek houden. Er is naast deze veronderstellingen geen enkel bewijs dat er een spontane ontwikkeling is geweest van een eenvoudig naar een complex oog.
Oog voor detail.
Op de Engelse Wikipedia site staat een heel stuk over de evolutie van het oog, waarbij zonder blikken of blozen wordt beweerd dat het ontstaan van het oog, vanuit het eerste oog (540 miljoen jaar geleden), nu 'breed geaccepteerd' is op basis van overeenkomsten in anatomie en genen. Breed geaccepteerd? Ja, onder mensen die het graag willen geloven. Vervolgens komt er een mooi wetenschappelijk klinkend verhaal over hoe dat dan eventueel zou moeten zijn gegaan, compleet met indrukwekkende plaatjes van de verschillende stadia van ontwikkeling. Maar gaat er dan niet een lampje branden als je in dat verhaal geen enkel bewijs ziet? Het enige 'bewijs' dat aangehaald wordt, is overeenkomst in bouw en materiaal. Maar een architect kan toch hetzelfde ontwerp en dezelfde materialen zo vaak gebruiken als hij wil? Overeenkomstige kenmerken in gebouwen laten juist zien dat daar waarschijnlijk dezelfde architect achter zit. Laat je niet voor de gek houden. Er is naast deze veronderstellingen geen enkel bewijs dat er een spontane ontwikkeling is geweest van een eenvoudig naar een complex oog.
In Bijbels Optiek
Een Apache helikopter is een heel complex apparaat. Maar een 'gewone' huisvlieg zit vele malen ingewikkelder in elkaar dan een Apache helikopter. Hij doet zijn eigen berekeningen voor het opstijgen, landen en navigeren, verzamelt zijn eigen brandstof en gaat daar ook heel efficiënt mee om.
Een Apache helikopter is een heel complex apparaat. Maar een 'gewone' huisvlieg zit vele malen ingewikkelder in elkaar dan een Apache helikopter. Hij doet zijn eigen berekeningen voor het opstijgen, landen en navigeren, verzamelt zijn eigen brandstof en gaat daar ook heel efficiënt mee om. Vraag maar eens aan het beste team van professoren en doctoren in de biologie, om zo'n klein, 'eenvoudig' diertje een keer uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Elk onderdeeltje losmaken, apart leggen, sorteren en classificeren. Daarna weer alle onderdeeltjes op de goede plek monteren en volledig werkend door de huiskamer laten vliegen... Absurd natuurlijk, maar een aantal van diezelfde knappe koppen zullen wel durven beweren dat zo'n wonder van techniek spontaan kan ontstaan. Je hebt alleen maar de juiste componenten nodig (water, zuurstof, koolstof) en een heleboel tijd en het wonder zal geschieden... in hun dromen.
Een Apache helikopter is een heel complex apparaat. Maar een 'gewone' huisvlieg zit vele malen ingewikkelder in elkaar dan een Apache helikopter. Hij doet zijn eigen berekeningen voor het opstijgen, landen en navigeren, verzamelt zijn eigen brandstof en gaat daar ook heel efficiënt mee om. Vraag maar eens aan het beste team van professoren en doctoren in de biologie, om zo'n klein, 'eenvoudig' diertje een keer uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Elk onderdeeltje losmaken, apart leggen, sorteren en classificeren. Daarna weer alle onderdeeltjes op de goede plek monteren en volledig werkend door de huiskamer laten vliegen... Absurd natuurlijk, maar een aantal van diezelfde knappe koppen zullen wel durven beweren dat zo'n wonder van techniek spontaan kan ontstaan. Je hebt alleen maar de juiste componenten nodig (water, zuurstof, koolstof) en een heleboel tijd en het wonder zal geschieden... in hun dromen.
In Bijbels Optiek
Een gewone huisvlieg repareert zichzelf, plant zich voort, is super wendbaar, snel, complex, een wondertje van onze Schepper.
Probeer je eens voor te stellen: een helikopter die zichzelf voortplant, ondersteboven onder een brug kan hangen of even tegen de zijkant van een wolkenkrabber parkeert, zelfstandig brandstof tankt wanneer het nodig is (water bijvoorbeeld, lekker goedkoop), met het grootste gemak 180 graden draait en de andere kant op vliegt, zichzelf repareert en voor vervangende onderdelen zorgt. Dan zeg je direct: zó hé, dat is knap gemaakt, wie dat ontworpen heeft moet wel heel erg slim zijn...
"Eenvoudige bacteriën".
Het leven zou begonnen zijn met 'eenvoudige' bacteriën. Maar zijn ze eigenlijk wel zo 'eenvoudig'? Er is niets eenvoudigs aan de bacteriën die we nu kennen. Er wordt wel eens een voorstelling gemaakt van het ontstaan van de eerste bacterie, maar daarbij moet je zoveel dingen aannemen dat het wederom een volkomen fictief verhaal wordt, zonder enige vorm van bewijs.
Probeer je eens voor te stellen: een helikopter die zichzelf voortplant, ondersteboven onder een brug kan hangen of even tegen de zijkant van een wolkenkrabber parkeert, zelfstandig brandstof tankt wanneer het nodig is (water bijvoorbeeld, lekker goedkoop), met het grootste gemak 180 graden draait en de andere kant op vliegt, zichzelf repareert en voor vervangende onderdelen zorgt. Dan zeg je direct: zó hé, dat is knap gemaakt, wie dat ontworpen heeft moet wel heel erg slim zijn...
"Eenvoudige bacteriën".
Het leven zou begonnen zijn met 'eenvoudige' bacteriën. Maar zijn ze eigenlijk wel zo 'eenvoudig'? Er is niets eenvoudigs aan de bacteriën die we nu kennen. Er wordt wel eens een voorstelling gemaakt van het ontstaan van de eerste bacterie, maar daarbij moet je zoveel dingen aannemen dat het wederom een volkomen fictief verhaal wordt, zonder enige vorm van bewijs.
In Bijbels Optiek
Een flagellum is eigenlijk een piepklein motortje dat bij sommige bacteriën wel 100.000 omwentelingen per minuut haalt. De onderdelen van deze motortjes zijn daadwerkelijk vergelijkbaar met onderdelen van een door mensen gemaakte motor. Ze hebben een stator, rotor, aandrijfas, propeller en zelfs een cardanas. Ze werken op een soort protonenbatterij en draaien nagenoeg verliesloos.
Veel ééncellige organismen hebben één of meer zweepstaartjes (flagella). Zo'n flagellum is eigenlijk een piepklein motortje dat bij sommige bacteriën wel 100.000 omwentelingen per minuut haalt. De onderdelen van deze motortjes zijn daadwerkelijk vergelijkbaar met onderdelen van een door mensen gemaakte motor. Ze hebben een stator, rotor, aandrijfas, propeller en zelfs een cardanas. Ze werken op een soort protonenbatterij en draaien nagenoeg verliesloos. Ze draaien linksom en rechtsom even hard, kunnen in een kwartslag stoppen en met dezelfde snelheid de andere kant op draaien. Ook dit wondertje is onherleidbaar complex. De onderdelen kunnen niet zonder elkaar. Waar evolutionisten dan vaak mee komen is dat er wel degelijk moleculaire machines zijn die gebruik maken van een gedeelte van de onderdelen van de zweepstaart van een bacterie. Maar wat ze gemakshalve 'vergeten' is dat het zelfstandig goed functioneren van een aantal componenten van het geheel, absoluut geen bewijs is dat het kleinere aantal onderdelen een 'voorloper' is van het grotere geheel. Je zou net zo goed kunnen beargumenteren dat het minder complexe mechanisme afstamt van het flagellum. Een auto rijdt best zonder zijn lichten, dak, ramen, bumpers, motorkap en spiegels. Hij rijdt zelfs nog zonder banden en versnelling; het gaat alleen niet zo lekker meer. Een mens kan ook wel leven zonder armen, benen, neus, oren, ogen en haar. Hij moet dan alleen geholpen worden met eten en naar het toilet gaan. Levende organismen kunnen best wel wat onderdelen missen. Het is evenwel onmogelijk om alle stadia van losse chemische elementaire bouwstenen tot volledig functionele, reproducerende cel alleen al te bedenken, laat staan dat het spontaan zou zijn gevormd.
In de cel.
Ondanks dat we heel veel weten over cellen en DNA is het nog steeds niet precies bekend hoe bijvoorbeeld een ei een kip wordt. In 1953 publiceerden Watson en Crick voor het eerst een verhandeling over het DNA. Sindsdien is er heel veel onderzoek naar gedaan. We weten nu dat het DNA bestaat uit een soort ladder van chemische elementen die op een bepaalde manier gecodeerd zijn. Er zijn startcodes, stopcodes en 'paragrafen' met 'tekst' die benodigde bouwstenen van ons lichaam beschrijven.
Veel ééncellige organismen hebben één of meer zweepstaartjes (flagella). Zo'n flagellum is eigenlijk een piepklein motortje dat bij sommige bacteriën wel 100.000 omwentelingen per minuut haalt. De onderdelen van deze motortjes zijn daadwerkelijk vergelijkbaar met onderdelen van een door mensen gemaakte motor. Ze hebben een stator, rotor, aandrijfas, propeller en zelfs een cardanas. Ze werken op een soort protonenbatterij en draaien nagenoeg verliesloos. Ze draaien linksom en rechtsom even hard, kunnen in een kwartslag stoppen en met dezelfde snelheid de andere kant op draaien. Ook dit wondertje is onherleidbaar complex. De onderdelen kunnen niet zonder elkaar. Waar evolutionisten dan vaak mee komen is dat er wel degelijk moleculaire machines zijn die gebruik maken van een gedeelte van de onderdelen van de zweepstaart van een bacterie. Maar wat ze gemakshalve 'vergeten' is dat het zelfstandig goed functioneren van een aantal componenten van het geheel, absoluut geen bewijs is dat het kleinere aantal onderdelen een 'voorloper' is van het grotere geheel. Je zou net zo goed kunnen beargumenteren dat het minder complexe mechanisme afstamt van het flagellum. Een auto rijdt best zonder zijn lichten, dak, ramen, bumpers, motorkap en spiegels. Hij rijdt zelfs nog zonder banden en versnelling; het gaat alleen niet zo lekker meer. Een mens kan ook wel leven zonder armen, benen, neus, oren, ogen en haar. Hij moet dan alleen geholpen worden met eten en naar het toilet gaan. Levende organismen kunnen best wel wat onderdelen missen. Het is evenwel onmogelijk om alle stadia van losse chemische elementaire bouwstenen tot volledig functionele, reproducerende cel alleen al te bedenken, laat staan dat het spontaan zou zijn gevormd.
In de cel.
Ondanks dat we heel veel weten over cellen en DNA is het nog steeds niet precies bekend hoe bijvoorbeeld een ei een kip wordt. In 1953 publiceerden Watson en Crick voor het eerst een verhandeling over het DNA. Sindsdien is er heel veel onderzoek naar gedaan. We weten nu dat het DNA bestaat uit een soort ladder van chemische elementen die op een bepaalde manier gecodeerd zijn. Er zijn startcodes, stopcodes en 'paragrafen' met 'tekst' die benodigde bouwstenen van ons lichaam beschrijven.
In Bijbels Optiek
Een DNA molecuul bevat alle informatie om een mens te maken.
Eerst dacht men dat maar een deel van het DNA daadwerkelijk gebruikt werd, maar men ontdekt steeds meer functies binnen deze lange draden met informatie. DNA wordt opgerold in de cel en bovenop die opgerolde draden DNA zit nog weer extra codes, die bepaalde ervaringen van moeder op kind overdragen. De groeiende wetenschap van hoe het allemaal in elkaar zit, wekt steeds meer verwondering over het meesterschap dat het heeft voortgebracht. Sterker nog: hoe meer we ervan weten, hoe moeilijker het wordt om te blijven geloven in een evolutionaire afstamming.
De enorme hoeveelheid informatie in het DNA is moeilijk voor te stellen, maar als je een vergelijking wilt maken kun je dat doen met boeken of computerprogramma's. Het aantal 'letters' in al het DNA in een enkele cel is vergelijkbaar met ongeveer 800 statenbijbels, 6000 romans, 3 Gigabites aan software of 57.600 uur (dat is ruim 6,5 jaar!) continu gesproken tekst.
Eerst dacht men dat maar een deel van het DNA daadwerkelijk gebruikt werd, maar men ontdekt steeds meer functies binnen deze lange draden met informatie. DNA wordt opgerold in de cel en bovenop die opgerolde draden DNA zit nog weer extra codes, die bepaalde ervaringen van moeder op kind overdragen. De groeiende wetenschap van hoe het allemaal in elkaar zit, wekt steeds meer verwondering over het meesterschap dat het heeft voortgebracht. Sterker nog: hoe meer we ervan weten, hoe moeilijker het wordt om te blijven geloven in een evolutionaire afstamming.
De enorme hoeveelheid informatie in het DNA is moeilijk voor te stellen, maar als je een vergelijking wilt maken kun je dat doen met boeken of computerprogramma's. Het aantal 'letters' in al het DNA in een enkele cel is vergelijkbaar met ongeveer 800 statenbijbels, 6000 romans, 3 Gigabites aan software of 57.600 uur (dat is ruim 6,5 jaar!) continu gesproken tekst.
In Bijbels Optiek
De enorme hoeveelheid informatie in het DNA is moeilijk voor te stellen, maar als je een vergelijking wilt maken kun je dat doen met boeken of computerprogramma's.
We weten nu wel een heleboel, maar toch is het nog steeds een raadsel hoe het lichaam precies weet waar al die vervaardigde bouwstenen naar toe moeten. Er zijn ondertussen al veel aanwijzingen dat de oplossing in het zogenaamde 'junk DNA' (afval-DNA) moet zitten. Die delen van het DNA zijn zo genoemd omdat het nergens voor leek te coderen; er worden in ieder geval geen elementaire bouwstoffen in beschreven en het lijkt alsof er geen functie voor is. Maar van veel delen heeft men ondertussen vastgesteld dat het wel degelijk een functie heeft bij de ontwikkeling van bepaalde organen. Bepaalde delen met herhalingen lijken als een soort timer te werken. Van een aantal delen is ondertussen vastgesteld dat ze regelen waar bepaalde organen moeten komen.
Het DNA lijkt dus op een soort bibliotheek waarin je hele lijf beschreven staat, inclusief de instructies voor hoe en wanneer bepaalde delen in elkaar gezet moet worden. Maar dan nog blijft de vraag hoe de cel 'weet' wat hij met die informatie en de resulterende producten moet doen.
Een complete fabriek.
De cel waar het DNA zich in bevindt bestaat uit honderden miljarden atomen, die samen een ingewikkelde fabriek vormen waarin allerlei processen plaatsvinden. De cel heeft een centrale geheugenbank (het DNA dus) die heel precies gelezen en gedecodeerd wordt, lopende banden met assemblagepersoneel waar prefabricatie en modulaire constructie plaatsvindt, proceseenheden, inpak- en verzendafdelingen, robots die bestaan uit duizenden atomen met uitgebreide driedimensionale vormen in honderdduizenden specifieke typen, efficiënte communicatiesystemen, kwaliteitscontrole en reparatiemechanismen.
We weten nu wel een heleboel, maar toch is het nog steeds een raadsel hoe het lichaam precies weet waar al die vervaardigde bouwstenen naar toe moeten. Er zijn ondertussen al veel aanwijzingen dat de oplossing in het zogenaamde 'junk DNA' (afval-DNA) moet zitten. Die delen van het DNA zijn zo genoemd omdat het nergens voor leek te coderen; er worden in ieder geval geen elementaire bouwstoffen in beschreven en het lijkt alsof er geen functie voor is. Maar van veel delen heeft men ondertussen vastgesteld dat het wel degelijk een functie heeft bij de ontwikkeling van bepaalde organen. Bepaalde delen met herhalingen lijken als een soort timer te werken. Van een aantal delen is ondertussen vastgesteld dat ze regelen waar bepaalde organen moeten komen.
Het DNA lijkt dus op een soort bibliotheek waarin je hele lijf beschreven staat, inclusief de instructies voor hoe en wanneer bepaalde delen in elkaar gezet moet worden. Maar dan nog blijft de vraag hoe de cel 'weet' wat hij met die informatie en de resulterende producten moet doen.
Een complete fabriek.
De cel waar het DNA zich in bevindt bestaat uit honderden miljarden atomen, die samen een ingewikkelde fabriek vormen waarin allerlei processen plaatsvinden. De cel heeft een centrale geheugenbank (het DNA dus) die heel precies gelezen en gedecodeerd wordt, lopende banden met assemblagepersoneel waar prefabricatie en modulaire constructie plaatsvindt, proceseenheden, inpak- en verzendafdelingen, robots die bestaan uit duizenden atomen met uitgebreide driedimensionale vormen in honderdduizenden specifieke typen, efficiënte communicatiesystemen, kwaliteitscontrole en reparatiemechanismen.
In Bijbels Optiek
De complexiteit van een cel is vele malen groter dan die van het grootste fabriekscomplex dat wij als mensen ooit gemaakt hebben.
De complexiteit van een cel is vele malen groter dan die van het grootste fabriekscomplex dat wij als mensen ooit gemaakt hebben. En dan te bedenken dat die complexe fabriek zichzelf in een paar uur helemaal kan kopiëren (tijdens de ontwikkeling van een baby 15000 cellen per minuut!), dat is dus inclusief het DNA van 3 miljard letters per cel en alle machines om de informatie te verwerken! Wat een ontwerp! Dat het leven in wezen bestaat uit codes (letters, zinnen, boeken vol informatie) is volledig in overeenstemming met de Bijbel, waarin staat dat God alles schiep door te spreken (bijvoorbeeld Ps 33,9 - Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er). Door beschadigingen (mutaties) kunnen er soms dingen misgaan (kanker of misvormingen), maar zo heeft God het oorspronkelijk niet gemaakt. Mutaties kwamen pas nadat Adam en Eva hun verantwoordelijkheid verzaakten en ongehoorzaam werden, waarvoor God hen moest straffen en Zich terug moest trekken van Zijn schepping. Maar er is nog hoop; de relatie met God kan hersteld worden door Jezus Christus.
Geloofwaardig maken.
Kijkend naar Animal Planet of National Geografic Channel, krijg je wel eens van die prachtige computeranimaties te zien, waarin de ontwikkeling van een embryo of de veronderstelde ontwikkeling van een 'eenvoudig' beest naar een 'meer complex' beest gevisualiseerd wordt. Hierbij wordt eigenlijk wel erg makkelijk over de enorme complexiteit van een cel heen gewalst. Heel vluchtig krijg je dan een mooie vloeiende overgang te zien van één cel naar twee cellen, alsof het niets voorstelt. Het gebeurt toch continu? Het lijkt zo eenvoudig: dat er ooit, ergens in de oersoep zomaar een paar chemische stoffen bij elkaar kwamen en er ontstond een cel. Het lijkt wel of het allemaal voorbestemd is, de atomen zoeken elkaar gewoon op.
De complexiteit van een cel is vele malen groter dan die van het grootste fabriekscomplex dat wij als mensen ooit gemaakt hebben. En dan te bedenken dat die complexe fabriek zichzelf in een paar uur helemaal kan kopiëren (tijdens de ontwikkeling van een baby 15000 cellen per minuut!), dat is dus inclusief het DNA van 3 miljard letters per cel en alle machines om de informatie te verwerken! Wat een ontwerp! Dat het leven in wezen bestaat uit codes (letters, zinnen, boeken vol informatie) is volledig in overeenstemming met de Bijbel, waarin staat dat God alles schiep door te spreken (bijvoorbeeld Ps 33,9 - Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er). Door beschadigingen (mutaties) kunnen er soms dingen misgaan (kanker of misvormingen), maar zo heeft God het oorspronkelijk niet gemaakt. Mutaties kwamen pas nadat Adam en Eva hun verantwoordelijkheid verzaakten en ongehoorzaam werden, waarvoor God hen moest straffen en Zich terug moest trekken van Zijn schepping. Maar er is nog hoop; de relatie met God kan hersteld worden door Jezus Christus.
Geloofwaardig maken.
Kijkend naar Animal Planet of National Geografic Channel, krijg je wel eens van die prachtige computeranimaties te zien, waarin de ontwikkeling van een embryo of de veronderstelde ontwikkeling van een 'eenvoudig' beest naar een 'meer complex' beest gevisualiseerd wordt. Hierbij wordt eigenlijk wel erg makkelijk over de enorme complexiteit van een cel heen gewalst. Heel vluchtig krijg je dan een mooie vloeiende overgang te zien van één cel naar twee cellen, alsof het niets voorstelt. Het gebeurt toch continu? Het lijkt zo eenvoudig: dat er ooit, ergens in de oersoep zomaar een paar chemische stoffen bij elkaar kwamen en er ontstond een cel. Het lijkt wel of het allemaal voorbestemd is, de atomen zoeken elkaar gewoon op.
In Bijbels Optiek
Lees wat er staat in de tekst!!
Hier komen nog wat wonderen van de Schepper van hemel en aarde en verwonder uzelf!
Hier komen nog wat wonderen van de Schepper van hemel en aarde en verwonder uzelf!
In Bijbels Optiek
Geel wonder.
In Bijbels Optiek
Waterhoen met jongen op nest.
In Bijbels Optiek
Kever op bloem.
In Bijbels Optiek
Knobbelzwaan.
In Bijbels Optiek
Zeehond.
In Bijbels Optiek
Vliegenzwam.
In Bijbels Optiek
Klein mensje.
Met alle kennis die we vandaag de dag hebben van de natuur en hoe cellen werken, kunnen we niet meer met ons volle verstand beweren dat dit alles niet door een onvoorstelbaar intelligent Iemand ontworpen en gemaakt is. Hiermee zeg ik niet dat evolutionisten niet intelligent zijn. Je kunt ook met je volle verstand (bewust) blijven ontkennen dat ontwerp door een Schepper de meest logische conclusie is. Sterker nog: hoe intelligenter je bent, hoe beter je in staat zult zijn om uitvluchten te vinden en die zo onder woorden te brengen dat je de meeste mensen onder tafel praat. Maar kijk in je hart. Geloof je echt dat dit allemaal vanzelf gegaan is, of houd je jezelf voor de gek? En denk ook eens aan de consequenties...
Met alle kennis die we vandaag de dag hebben van de natuur en hoe cellen werken, kunnen we niet meer met ons volle verstand beweren dat dit alles niet door een onvoorstelbaar intelligent Iemand ontworpen en gemaakt is. Hiermee zeg ik niet dat evolutionisten niet intelligent zijn. Je kunt ook met je volle verstand (bewust) blijven ontkennen dat ontwerp door een Schepper de meest logische conclusie is. Sterker nog: hoe intelligenter je bent, hoe beter je in staat zult zijn om uitvluchten te vinden en die zo onder woorden te brengen dat je de meeste mensen onder tafel praat. Maar kijk in je hart. Geloof je echt dat dit allemaal vanzelf gegaan is, of houd je jezelf voor de gek? En denk ook eens aan de consequenties...
In Bijbels Optiek
Job 12: 7-9.
In Bijbels Optiek
Jes. 45: 18, 19.
In Bijbels Optiek
Col. 1: 16,17.
In Bijbels Optiek
Openb. 1: 8,18.
Dino's, prehistorisch?
Dat mensen en mammoeten samen geleefd hebben zal niemand betwijfelen, maar mensen samen met een Tirannosaurus of een Triceratops? Dat zien we alleen in Hollywood films. Want alle dino's zijn toch 65 miljoen jaar geleden uitgestorven?
Dino's, prehistorisch?
Dat mensen en mammoeten samen geleefd hebben zal niemand betwijfelen, maar mensen samen met een Tirannosaurus of een Triceratops? Dat zien we alleen in Hollywood films. Want alle dino's zijn toch 65 miljoen jaar geleden uitgestorven?
In Bijbels Optiek
Op het plaatje hiernaast zie je hoe botten van dinosauriërs waarschijnlijk in elkaar gezeten hebben.
De foto hiernaast is genomen in het Natural History Museum in Los Angeles (ook de dierentuin in Emmenheeft een dergelijk exemplaar). Ze worden niet in deze stand in de grond gevonden dus het is een zo goed mogelijke benadering. Aangezien we deze beesten niet meer in levende lijve aantreffen, zullen we moeten proberen er een voorstelling van te maken.
De foto hierboven is genomen in het Natural History Museum in Los Angeles (ook de dierentuin in Emmenheeft een dergelijk exemplaar). Ze worden niet in deze stand in de grond gevonden dus het is een zo goed mogelijke benadering.
Aangezien we deze beesten niet meer in levende lijve aantreffen, zullen we moeten proberen er een voorstelling van te maken.
De foto hiernaast is genomen in het Natural History Museum in Los Angeles (ook de dierentuin in Emmenheeft een dergelijk exemplaar). Ze worden niet in deze stand in de grond gevonden dus het is een zo goed mogelijke benadering. Aangezien we deze beesten niet meer in levende lijve aantreffen, zullen we moeten proberen er een voorstelling van te maken.
De foto hierboven is genomen in het Natural History Museum in Los Angeles (ook de dierentuin in Emmenheeft een dergelijk exemplaar). Ze worden niet in deze stand in de grond gevonden dus het is een zo goed mogelijke benadering.
Aangezien we deze beesten niet meer in levende lijve aantreffen, zullen we moeten proberen er een voorstelling van te maken.
In Bijbels Optiek
We kunnen het uiterlijk van dinosauriërs benaderen door ze te vergelijken met bijvoorbeeld olifanten. Daarom werden ze door kunstenaars vaak grijs afgebeeld.
Tegenwoordig zien we afbeeldingen van dinosauriërs vaak in allemaal bonte kleuren, versierd met riggeltjes en andere kleine aanhangsels, omdat wetenschappers en kunstenaars in toenemende mate beseffen dat het eigenlijk hele grote hagedissen waren. En die vind je in de meest fantastische kleuren, met allemaal prachtige vormen en uitsteeksels. De meeste wetenschappers geloven dat dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden zijn uitgestorven en dat ze daarna niet meer voorkwamen. De vroege voorloper van de mens verscheen volgens hen pas enkele miljoenen jaren geleden op het toneel.
Dino's en mensen zouden elkaar dus nooit gezien hebben. Stel nu dat God de dinosauriërs en de mensen ongeveer 6000 jaar geleden samen gemaakt heeft (zoals we in de Bijbel lezen) en dat mensen en dinosauriërs wel samen geleefd hebben. Wat zou dat betekenen? We zouden in ieder geval verhalen moeten hebben van mensen die grote reptielen gezien hebben. Wellicht zullen we kunstobjecten met afbeeldingen van dinosauriërs vinden. Heel misschien fossiele resten van dino's en mensen samen; maar dat is erg onwaarschijnlijk. Dat mensen en dinosauriërs samen waren op het moment van fossilisatie is vrij onwaarschijnlijk. De meeste fossielen zijn volgens ons tijdens de zondvloed ontstaan.
Tegenwoordig zien we afbeeldingen van dinosauriërs vaak in allemaal bonte kleuren, versierd met riggeltjes en andere kleine aanhangsels, omdat wetenschappers en kunstenaars in toenemende mate beseffen dat het eigenlijk hele grote hagedissen waren. En die vind je in de meest fantastische kleuren, met allemaal prachtige vormen en uitsteeksels. De meeste wetenschappers geloven dat dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden zijn uitgestorven en dat ze daarna niet meer voorkwamen. De vroege voorloper van de mens verscheen volgens hen pas enkele miljoenen jaren geleden op het toneel.
Dino's en mensen zouden elkaar dus nooit gezien hebben. Stel nu dat God de dinosauriërs en de mensen ongeveer 6000 jaar geleden samen gemaakt heeft (zoals we in de Bijbel lezen) en dat mensen en dinosauriërs wel samen geleefd hebben. Wat zou dat betekenen? We zouden in ieder geval verhalen moeten hebben van mensen die grote reptielen gezien hebben. Wellicht zullen we kunstobjecten met afbeeldingen van dinosauriërs vinden. Heel misschien fossiele resten van dino's en mensen samen; maar dat is erg onwaarschijnlijk. Dat mensen en dinosauriërs samen waren op het moment van fossilisatie is vrij onwaarschijnlijk. De meeste fossielen zijn volgens ons tijdens de zondvloed ontstaan.
In Bijbels Optiek
Het is niet uitgesloten dat dinosauriers en mensen samen geleefd hebben, maar logisch is het niet, want ze zouden toch op verschillende manieren gevlucht zijn voor het wassende water, waardoor ze niet bij elkaar in het fossielenbestand terecht kwamen.
Zou het theoretisch mogelijk zijn dat mensen en dino's toch samen begraven zijn? Ik denk van niet, want als er tijdens de zondvloed mensen in de buurt van dino's waren, zouden ze logischerwijs toch op verschillende manieren gevlucht zijn voor het wassende water, waardoor ze niet bij elkaar in het fossielenbestand terecht kwamen. Sommige onderzoekers beweren voetsporen van dino's en mensen samen gevonden te hebben, maar de betrouwbaarheid van die claim is niet honderd procent zeker. Bedenk ook dat er in verhouding veel minder mensen waren dan beesten (enkele miljoenen t.o.v. vele miljarden), dus als we nu gaan zoeken tussen de fossielen is het niet erg voor de hand liggend dat we mensen en beesten samen vinden. Mensen zullen door hun intelligentie en mobiliteit sowieso niet snel door sediment bedekt worden. En de mensen die bedekt en gefossiliseerd worden zullen niet zo snel gevonden worden omdat het aantal potentiële menselijke fossielen in verhouding tot de hoeveelheid fossielhoudend gesteente heel erg klein moet zijn. Het is jammer voor de mensen die een concreet bewijs zouden willen zien, maar dat lijkt vrijwel onmogelijk. Stel dat er 10 miljoen mensen waren ten tijde van de zondvloed en dat al hun lichamen bewaard zouden zijn gebleven. Er is 700 miljoen kubieke kilometers fossieldragend sediment. Dat betekent dat bij een gelijkmatige verdeling maximaal één menselijk fossiel per 70 kubieke kilometers sediment gevonden kan worden. Dat maakt het al onwaarschijnlijk om er één te vinden, laat staan een mens samen met een dinosaurus. Zijn er dan eigenlijk wel aanwijzingen te vinden? Dat zullen we nader onderzoeken...
Volgens de Bijbel.
Als de Bijbel betrouwbaar is, dan moet geen enkel wetenschappelijk feit een juiste interpretatie van de tekst van de Bijbel tegenspreken. De aarde en alles wat daarop leeft, werd volgens Gods eigen woorden (in Exodus 20:11) in zes dagen geschapen. Dat is niet anders te lezen dan: in zes dagen. We hebben ook al gezien dat we via verschillende geslachtsregisters kunnen bepalen hoe oud de aarde volgens de Bijbel zou moeten zijn: ongeveer 6000 jaar (mogelijk meer als er in de geslachtsregisters namen van onbelangrijke personen weggelaten zijn, maar dan zou de aarde volgens de Bijbel toch nog niet ouder kunnen zijn dan zo'n acht á tienduizen jaar). Dat betekent dan dat Adam en Eva samen met de dinosauriërs, zo'n 6000 tot 10.000 jaar geleden geschapen moeten zijn.
Zou het theoretisch mogelijk zijn dat mensen en dino's toch samen begraven zijn? Ik denk van niet, want als er tijdens de zondvloed mensen in de buurt van dino's waren, zouden ze logischerwijs toch op verschillende manieren gevlucht zijn voor het wassende water, waardoor ze niet bij elkaar in het fossielenbestand terecht kwamen. Sommige onderzoekers beweren voetsporen van dino's en mensen samen gevonden te hebben, maar de betrouwbaarheid van die claim is niet honderd procent zeker. Bedenk ook dat er in verhouding veel minder mensen waren dan beesten (enkele miljoenen t.o.v. vele miljarden), dus als we nu gaan zoeken tussen de fossielen is het niet erg voor de hand liggend dat we mensen en beesten samen vinden. Mensen zullen door hun intelligentie en mobiliteit sowieso niet snel door sediment bedekt worden. En de mensen die bedekt en gefossiliseerd worden zullen niet zo snel gevonden worden omdat het aantal potentiële menselijke fossielen in verhouding tot de hoeveelheid fossielhoudend gesteente heel erg klein moet zijn. Het is jammer voor de mensen die een concreet bewijs zouden willen zien, maar dat lijkt vrijwel onmogelijk. Stel dat er 10 miljoen mensen waren ten tijde van de zondvloed en dat al hun lichamen bewaard zouden zijn gebleven. Er is 700 miljoen kubieke kilometers fossieldragend sediment. Dat betekent dat bij een gelijkmatige verdeling maximaal één menselijk fossiel per 70 kubieke kilometers sediment gevonden kan worden. Dat maakt het al onwaarschijnlijk om er één te vinden, laat staan een mens samen met een dinosaurus. Zijn er dan eigenlijk wel aanwijzingen te vinden? Dat zullen we nader onderzoeken...
Volgens de Bijbel.
Als de Bijbel betrouwbaar is, dan moet geen enkel wetenschappelijk feit een juiste interpretatie van de tekst van de Bijbel tegenspreken. De aarde en alles wat daarop leeft, werd volgens Gods eigen woorden (in Exodus 20:11) in zes dagen geschapen. Dat is niet anders te lezen dan: in zes dagen. We hebben ook al gezien dat we via verschillende geslachtsregisters kunnen bepalen hoe oud de aarde volgens de Bijbel zou moeten zijn: ongeveer 6000 jaar (mogelijk meer als er in de geslachtsregisters namen van onbelangrijke personen weggelaten zijn, maar dan zou de aarde volgens de Bijbel toch nog niet ouder kunnen zijn dan zo'n acht á tienduizen jaar). Dat betekent dan dat Adam en Eva samen met de dinosauriërs, zo'n 6000 tot 10.000 jaar geleden geschapen moeten zijn.
In Bijbels Optiek
Adam en Eva zouden best samen met de dinosauriërs geleefd kunnen hebben.
Deze gigantische reptielen passen op zich goed in de beschrijving van grote land- en zeedieren die in de Bijbel genoemd worden. De vloek die over de aarde kwam vanwege de keuze van Adam, bracht ziekte en dood. Toen alles net geschapen was, noemde God het 'zeer goed'. Alles is in dezelfde week geschapen, dus de dinosauriërs kunnen volgens het Bijbelse wereldbeeld niet 'uitgestorven' zijn voordat de mens ten tonele verscheen. De botten van dinosauriërs die gevonden zijn laten ons zien dat ze vaak onder gewelddadige omstandigheden om het leven gekomen zijn. Er zijn in fossielen ook sporen van ziektes gevonden, zoals kanker. Dat kun je toch niet 'zeer goed' noemen. Sommige mensen proberen de 6 dagen van de Bijbel op te rekken tot miljoenen jaren, maar dat laat de tekst niet toe, want dan zouden de planten miljoenen jaren zonder zonlicht hebben gezeten, aangezien de zon maan en sterren na de planten gemaakt werden. Bovendien laat de Hebreeuwse tekst niet toe dat de dagen als lange perioden geïnterpreteerd moeten worden. Een 'dag' in die tekst is gewoon een dag zoals wij die vandaag de dag ook nog meemaken.
Dus volgens de Bijbel moeten mensen en dinosauriërs ongeveer 6-10.000 jaar geleden samen geleefd hebben.
Het is zeer onwaarschijnlijk dat alle dinosauriërs al voor de zondvloed verdwenen waren, dus moeten ze meegegaan zijn in de Ark van Noach (waarover straks meer). Het woord 'dinosaurus' is nog niet zo lang geleden bedacht (in 1842, door de Engelse palaeontoloog Richard Owen). Dus als we in oude literatuur kijken, moeten we niet zoeken naar het woord 'dinosaurus', maar bijvoorbeeld 'draak' of 'monster'. "Draken? Die komen toch alleen voor in sprookjes en fabeltjes?" Nou, nee. Er zijn ook veel serieuze drakenverhalen, zoals we verderop zullen zien. In Genesis 1:21 staat: "En God schiep grote zeemonsters". In het Hebreeuws staat daar: Tannim (enkelvoud = Tannin). In oude vertalingen werd dit woord met 'draak' vertaald en een paar keer met 'slang'. Het woord komt 23x in de Bijbel (OT) voor. In sommige teksten staat zelfs: "(vurige) vliegende draak/slang" (Jes. 14:29 en 30:6). Ook in andere oude literatuur komen beschrijvingen van draken voor. Zouden dinosauriërs misschien de oorsprong van drakenverhalen kunnen zijn?
Deze gigantische reptielen passen op zich goed in de beschrijving van grote land- en zeedieren die in de Bijbel genoemd worden. De vloek die over de aarde kwam vanwege de keuze van Adam, bracht ziekte en dood. Toen alles net geschapen was, noemde God het 'zeer goed'. Alles is in dezelfde week geschapen, dus de dinosauriërs kunnen volgens het Bijbelse wereldbeeld niet 'uitgestorven' zijn voordat de mens ten tonele verscheen. De botten van dinosauriërs die gevonden zijn laten ons zien dat ze vaak onder gewelddadige omstandigheden om het leven gekomen zijn. Er zijn in fossielen ook sporen van ziektes gevonden, zoals kanker. Dat kun je toch niet 'zeer goed' noemen. Sommige mensen proberen de 6 dagen van de Bijbel op te rekken tot miljoenen jaren, maar dat laat de tekst niet toe, want dan zouden de planten miljoenen jaren zonder zonlicht hebben gezeten, aangezien de zon maan en sterren na de planten gemaakt werden. Bovendien laat de Hebreeuwse tekst niet toe dat de dagen als lange perioden geïnterpreteerd moeten worden. Een 'dag' in die tekst is gewoon een dag zoals wij die vandaag de dag ook nog meemaken.
Dus volgens de Bijbel moeten mensen en dinosauriërs ongeveer 6-10.000 jaar geleden samen geleefd hebben.
Het is zeer onwaarschijnlijk dat alle dinosauriërs al voor de zondvloed verdwenen waren, dus moeten ze meegegaan zijn in de Ark van Noach (waarover straks meer). Het woord 'dinosaurus' is nog niet zo lang geleden bedacht (in 1842, door de Engelse palaeontoloog Richard Owen). Dus als we in oude literatuur kijken, moeten we niet zoeken naar het woord 'dinosaurus', maar bijvoorbeeld 'draak' of 'monster'. "Draken? Die komen toch alleen voor in sprookjes en fabeltjes?" Nou, nee. Er zijn ook veel serieuze drakenverhalen, zoals we verderop zullen zien. In Genesis 1:21 staat: "En God schiep grote zeemonsters". In het Hebreeuws staat daar: Tannim (enkelvoud = Tannin). In oude vertalingen werd dit woord met 'draak' vertaald en een paar keer met 'slang'. Het woord komt 23x in de Bijbel (OT) voor. In sommige teksten staat zelfs: "(vurige) vliegende draak/slang" (Jes. 14:29 en 30:6). Ook in andere oude literatuur komen beschrijvingen van draken voor. Zouden dinosauriërs misschien de oorsprong van drakenverhalen kunnen zijn?
In Bijbels Optiek
Het is zeer onwaarschijnlijk dat alle dinosauriërs al voor de zondvloed verdwenen waren, dus moeten ze meegegaan zijn in de Ark van Noach.
Deze hieronder afgebeelde varaan wordt in het Engels 'komodo dragon' (draak) genoemd. Probeer je maar eens voor te stellen dat dit lieverdje drie of vier meter hoog zou worden; dan zou je toch wel de indruk krijgen van een dinosaurus. We hebben al gezien dat veel organismen vóór de zondvloed groter werden dan nu. Probeer je eens verschillende hagedissen voor te stellen die heel groot werden. Je moet ook bedenken dat de gemiddelde dinosaurus ongeveer de grootte had van een schaap. Je had hele grote dino's, maar ook heel veel kleintjes. De varaan zou je kunnen zien als één voorbeeld van een dinosaurus die nog niet uitgestorven is. Hetzelfde zou je kunnen zeggen van de leguaan en de krokodil.
Deze hieronder afgebeelde varaan wordt in het Engels 'komodo dragon' (draak) genoemd. Probeer je maar eens voor te stellen dat dit lieverdje drie of vier meter hoog zou worden; dan zou je toch wel de indruk krijgen van een dinosaurus. We hebben al gezien dat veel organismen vóór de zondvloed groter werden dan nu. Probeer je eens verschillende hagedissen voor te stellen die heel groot werden. Je moet ook bedenken dat de gemiddelde dinosaurus ongeveer de grootte had van een schaap. Je had hele grote dino's, maar ook heel veel kleintjes. De varaan zou je kunnen zien als één voorbeeld van een dinosaurus die nog niet uitgestorven is. Hetzelfde zou je kunnen zeggen van de leguaan en de krokodil.
In Bijbels Optiek
De Engels 'komodo dragon' (draak) is een andere benaming voor varaan.
Het valt niet te ontkennen dat achter elke mythe een waarheid zit. Zo ook bij de drakenverhalen. Er zijn vele verhalen bekend van mensen die draken gezien hebben of ermee gevochten hebben. De beschrijvingen die we kennen uit de literatuur zijn (of lijken) vaak sterk overdreven, maar vergelijk de volgende plaatjes eens en stel je voor dat je oog in oog staat met zo'n beest, wanneer hij 2 meter boven je uit torent. Je hebt je harnas aan, schild en zwaard in de aanslag. Een luid sissend geluid komt uit z'n bek en hij neemt een dreigende houding aan om bijvoorbeeld zijn vrouwtje en jongen te beschermen. Als je het beest doodt ben je de held van het dorp, want iedereen is er bang voor. Jaren later worden de verhalen over je heldendaad nog rondverteld, aangedikt met wat levendige fantasie...
Het valt niet te ontkennen dat achter elke mythe een waarheid zit. Zo ook bij de drakenverhalen. Er zijn vele verhalen bekend van mensen die draken gezien hebben of ermee gevochten hebben. De beschrijvingen die we kennen uit de literatuur zijn (of lijken) vaak sterk overdreven, maar vergelijk de volgende plaatjes eens en stel je voor dat je oog in oog staat met zo'n beest, wanneer hij 2 meter boven je uit torent. Je hebt je harnas aan, schild en zwaard in de aanslag. Een luid sissend geluid komt uit z'n bek en hij neemt een dreigende houding aan om bijvoorbeeld zijn vrouwtje en jongen te beschermen. Als je het beest doodt ben je de held van het dorp, want iedereen is er bang voor. Jaren later worden de verhalen over je heldendaad nog rondverteld, aangedikt met wat levendige fantasie...
In Bijbels Optiek
De beschrijvingen die we kennen uit de literatuur zijn (of lijken) vaak sterk overdreven, maar vergelijk de volgende plaatjes eens en stel je voor dat je oog in oog staat met zo'n beest, wanneer hij 2 meter boven je uit torent.
Nog meer…!!!
Nog meer…!!!
In Bijbels Optiek
Drie hoorns…waar hebben we die meer gezien?
In Bijbels Optiek
Familie van deze ??
In Bijbels Optiek
En deze schepsels??
De apocriefe boeken vind je niet in iedere bijbel, maar bijvoorbeeld wel in een katholieke bijbel. Daniël heeft daarin een aantal extra hoofdstukken.
Daniël 14:22-27: "En er was een grote draak in die streek en de Babyloniërs aanbaden hem. En de koning zei tegen Daniël: 'Luister, u kunt toch niet zeggen dat dit geen levende god is? Aanbid hem dan'. En Daniël zei: 'Ik aanbid de Here mijn God, want Hij is de levende God. Maar dat is geen levende god. Maar als u mij toestaat, o koning, zal ik deze draak doden zonder zwaard of knuppel'. En de koning zei: 'Ik sta het u toe'. Toen nam Daniël pek, vet en haar, kookte het mengsel, maakte er bundeltjes van en stopte ze in de bek van de draak. En de draak barstte uit elkaar. En toen zei hij: 'Kijk nu eens naar hem die jullie aanbidden.'"
Daniël was slim, hij nam pek (kleverig spul), vet (dat zoutig smaakt - bijna alle dieren houden van vet) en haar (dat verteert niet). Toen de draak dat gegeten had, kreeg hij natuurlijk een verstopping van de darmkanalen. De rest kun je wel verzinnen... Het beest was uniek (Daniël hoefde slechts die ene draak te doden) en moet ook wel indrukwekkend geweest zijn, anders zouden ze hem niet aanbeden en gevreesd hebben.
In Job 40:15-24 wordt "Behemoth" (beest der beesten) beschreven: "Machtige spieren in zijn lendenen en buik", hij "beweegt zijn staart als een ceder", "de pezen van zijn liezen zijn gevlochten", "zijn botten als bronzen buizen, als ijzeren staven", "hij is de voornaamste van Gods ondernemingen", "hij ligt onder de lotusplanten, verbergt zich in moerassen", "hij staat stevig in een sterk stromende rivier", "niemand kan hem temmen". Deze beschrijving in het boek Job (waarvan wordt aangenomen dat het uit de tijd vlak na de zondvloed stamt) zou heel goed op een dinosaurus kunnen slaan. Sommige bijbeluitleggers hebben hier een nijlpaard of een olifant in gezien, maar dan moet je het volgende plaatje eens zien...
De apocriefe boeken vind je niet in iedere bijbel, maar bijvoorbeeld wel in een katholieke bijbel. Daniël heeft daarin een aantal extra hoofdstukken.
Daniël 14:22-27: "En er was een grote draak in die streek en de Babyloniërs aanbaden hem. En de koning zei tegen Daniël: 'Luister, u kunt toch niet zeggen dat dit geen levende god is? Aanbid hem dan'. En Daniël zei: 'Ik aanbid de Here mijn God, want Hij is de levende God. Maar dat is geen levende god. Maar als u mij toestaat, o koning, zal ik deze draak doden zonder zwaard of knuppel'. En de koning zei: 'Ik sta het u toe'. Toen nam Daniël pek, vet en haar, kookte het mengsel, maakte er bundeltjes van en stopte ze in de bek van de draak. En de draak barstte uit elkaar. En toen zei hij: 'Kijk nu eens naar hem die jullie aanbidden.'"
Daniël was slim, hij nam pek (kleverig spul), vet (dat zoutig smaakt - bijna alle dieren houden van vet) en haar (dat verteert niet). Toen de draak dat gegeten had, kreeg hij natuurlijk een verstopping van de darmkanalen. De rest kun je wel verzinnen... Het beest was uniek (Daniël hoefde slechts die ene draak te doden) en moet ook wel indrukwekkend geweest zijn, anders zouden ze hem niet aanbeden en gevreesd hebben.
In Job 40:15-24 wordt "Behemoth" (beest der beesten) beschreven: "Machtige spieren in zijn lendenen en buik", hij "beweegt zijn staart als een ceder", "de pezen van zijn liezen zijn gevlochten", "zijn botten als bronzen buizen, als ijzeren staven", "hij is de voornaamste van Gods ondernemingen", "hij ligt onder de lotusplanten, verbergt zich in moerassen", "hij staat stevig in een sterk stromende rivier", "niemand kan hem temmen". Deze beschrijving in het boek Job (waarvan wordt aangenomen dat het uit de tijd vlak na de zondvloed stamt) zou heel goed op een dinosaurus kunnen slaan. Sommige bijbeluitleggers hebben hier een nijlpaard of een olifant in gezien, maar dan moet je het volgende plaatje eens zien...
In Bijbels Optiek
Het is zeer waarschijnlijk dat Job over een Brachiosaurus of Diplodocus schreef.
Ceders zijn aardig indrukwekkende bomen. Ze zijn groot en dik. En natuurlijk zou je het eerste aan de staart van een olifant of een nijlpaard kunnen denken..." Niet dus.
Het is zeer waarschijnlijk dat Job over een Brachiosaurus of Diplodocus schreef. Die staarten komen qua vorm dichter in de buurt van een boom. Ze voldeden in ieder geval uitstekend aan de titel "hoofd" of "voornaamste van Gods ondernemingen"
Job 41 beschrijft "Leviathan" (groot zeemonster): "Afschrikwekkende tanden rondom", "sterke schilden", "lichtschijnsel als hij niest; zijn ogen lichten op als de dageraad", "uit zijn bek komen vlammen en vurige vonken", "uit zijn neusgaten komt rook, zijn adem laat kolen ontbranden", "het zwaard van zijn belager doet hem niets en hij laat de diepte borrelen als in een kookpot", "op de aarde is niets met hem te vergelijken", "hij kijkt overal op neer, hij is de koning van alle trotse dieren". Vuur en rook uit zijn bek? Sommige mensen zeggen 'krokodil', maar dan hebben we toch een klein probleempje met die vlammen en zo... Ja, en hoe verklaar je een groot krokodilachtig beest dat vuur spuwt? Nou komen toch echt de sprookjes tevoorschijn, of niet? Misschien moeten we toch even verder kijken dan onze neus lang is. Er zijn vandaag de dag in elk geval beesten die fosforescerende stoffen produceren, zoals glimwormpjes. We hebben al gezien dat er een torretje is dat twee chemicaliën mengt om een explosie te veroorzaken en we kennen sidderalen. Veel beesten produceren methaan; als je dat combineert met een vonk of een klein vlammetje, krijg je een behoorlijke steekvlam.
Sommigen hebben dat uitgeprobeerd, maar dit kan zo een onsmakelijk onderwerp worden...
Waarom zou God geen vuurspuwende hagedis- of krokodilachtige kunnen maken? De recente ontdekking van een 15m lang pliosaurusfossiel met machtige kaken en afschrikwekkende tanden, een dikke nek en krachtige flippers, geeft toch wel te denken. We kunnen uit zo'n fossiel op zich niet afleiden welke functies de organen hadden. Net zo min als je van de graat van een sidderaal kunt afleiden dat hij elektriciteit produceert. Wie weet had die pliosaurus wel de mogelijkheid om vuur en rook te produceren. Het feit dat een dergelijk beest serieus beschreven wordt in een oud boek als Job, geeft aan dat wij het ook serieus kunnen nemen. Zou Job misschien een pliosaurus gezien kunnen hebben? Dan is hij dus nog door mensen beschreven en is hij niet 'prehistorisch' (van voor de geschreven geschiedenis)...
Ceders zijn aardig indrukwekkende bomen. Ze zijn groot en dik. En natuurlijk zou je het eerste aan de staart van een olifant of een nijlpaard kunnen denken..." Niet dus.
Het is zeer waarschijnlijk dat Job over een Brachiosaurus of Diplodocus schreef. Die staarten komen qua vorm dichter in de buurt van een boom. Ze voldeden in ieder geval uitstekend aan de titel "hoofd" of "voornaamste van Gods ondernemingen"
Job 41 beschrijft "Leviathan" (groot zeemonster): "Afschrikwekkende tanden rondom", "sterke schilden", "lichtschijnsel als hij niest; zijn ogen lichten op als de dageraad", "uit zijn bek komen vlammen en vurige vonken", "uit zijn neusgaten komt rook, zijn adem laat kolen ontbranden", "het zwaard van zijn belager doet hem niets en hij laat de diepte borrelen als in een kookpot", "op de aarde is niets met hem te vergelijken", "hij kijkt overal op neer, hij is de koning van alle trotse dieren". Vuur en rook uit zijn bek? Sommige mensen zeggen 'krokodil', maar dan hebben we toch een klein probleempje met die vlammen en zo... Ja, en hoe verklaar je een groot krokodilachtig beest dat vuur spuwt? Nou komen toch echt de sprookjes tevoorschijn, of niet? Misschien moeten we toch even verder kijken dan onze neus lang is. Er zijn vandaag de dag in elk geval beesten die fosforescerende stoffen produceren, zoals glimwormpjes. We hebben al gezien dat er een torretje is dat twee chemicaliën mengt om een explosie te veroorzaken en we kennen sidderalen. Veel beesten produceren methaan; als je dat combineert met een vonk of een klein vlammetje, krijg je een behoorlijke steekvlam.
Sommigen hebben dat uitgeprobeerd, maar dit kan zo een onsmakelijk onderwerp worden...
Waarom zou God geen vuurspuwende hagedis- of krokodilachtige kunnen maken? De recente ontdekking van een 15m lang pliosaurusfossiel met machtige kaken en afschrikwekkende tanden, een dikke nek en krachtige flippers, geeft toch wel te denken. We kunnen uit zo'n fossiel op zich niet afleiden welke functies de organen hadden. Net zo min als je van de graat van een sidderaal kunt afleiden dat hij elektriciteit produceert. Wie weet had die pliosaurus wel de mogelijkheid om vuur en rook te produceren. Het feit dat een dergelijk beest serieus beschreven wordt in een oud boek als Job, geeft aan dat wij het ook serieus kunnen nemen. Zou Job misschien een pliosaurus gezien kunnen hebben? Dan is hij dus nog door mensen beschreven en is hij niet 'prehistorisch' (van voor de geschreven geschiedenis)...
In Bijbels Optiek
De Vikingen en de Noormannen rustten hun schepen uit met drakenkoppen, om de zeemonsters bang te maken.
Dat er grote zeemonsters in onze oceanen hebben rondgezwommen is in ieder geval een feit, gezien berichten als deze van National Geographic News. Misschien was dat wel het beest waarop de Vikingen hun drakenkoppen hebben gebaseerd.
Natuurlijk kunnen veel monsterverhalen worden afgedaan als 'zeemansverhalen', maar toch is het waarschijnlijk en ook logisch dat een aantal in het water levende dinosauriërs de zondvloed overleefd hebben. Noach hoefde de waterbeesten niet mee te nemen in de ark en ondanks de gigantische omvang van de ramp moeten er plaatsen op aarde geweest zijn waar het tumult iets minder was, zodat ze konden overleven. Het overleven van die oude 'zeemonsters' kan vanuit een bijbels wereldbeeld makkelijk verklaard worden. Op dit moment zijn ze mogelijk allemaal uitgestorven, maar toch komen er nog steeds meldingen van mensen die grote monsters in het water zien. Denk bijvoorbeeld aan het monster van Loch Ness, het monster van Lake Champlain, Nahuelito in Argentinië, het monster van het Storsjön meer in Zweden en Ogopogo uit het Canadese meer Lake Okanagan.
Dat er grote zeemonsters in onze oceanen hebben rondgezwommen is in ieder geval een feit, gezien berichten als deze van National Geographic News. Misschien was dat wel het beest waarop de Vikingen hun drakenkoppen hebben gebaseerd.
Natuurlijk kunnen veel monsterverhalen worden afgedaan als 'zeemansverhalen', maar toch is het waarschijnlijk en ook logisch dat een aantal in het water levende dinosauriërs de zondvloed overleefd hebben. Noach hoefde de waterbeesten niet mee te nemen in de ark en ondanks de gigantische omvang van de ramp moeten er plaatsen op aarde geweest zijn waar het tumult iets minder was, zodat ze konden overleven. Het overleven van die oude 'zeemonsters' kan vanuit een bijbels wereldbeeld makkelijk verklaard worden. Op dit moment zijn ze mogelijk allemaal uitgestorven, maar toch komen er nog steeds meldingen van mensen die grote monsters in het water zien. Denk bijvoorbeeld aan het monster van Loch Ness, het monster van Lake Champlain, Nahuelito in Argentinië, het monster van het Storsjön meer in Zweden en Ogopogo uit het Canadese meer Lake Okanagan.
In Bijbels Optiek
Ook de afbeeldingen van draken in diverse oude culturen gewagen van het bestaan van deze grote vervaarlijke schepsels.
In Bijbels Optiek
Sommige mensen zouden zeggen dat het hier om een mythologische afbeelding gaat, maar is het niet logisch om te concluderen dat het om beesten gaat die daadwerkelijk door mensen gezien zijn?
In 326 voor Christus waren de soldaten van Alexander de Grote in wat nu India is. Ze zeiden bang te zijn voor grote draken die daar in grotten leefden. Een zekere Beowulff zou draken gedood hebben en werd uiteindelijk zelf gedood tijdens een gevecht met een gevleugelde draak (pterodactilus?).
Dit zijn slechts enkelen van de duizenden drakenverhalen. Moeten wij in deze 'moderne' tijd nu echt de hooghartige houding aannemen dat de volken van toen zo beïnvloedbaar waren en zomaar alles geloofden wat ze gezegd werd? Zouden we moeten concluderen dat er nooit zulke beesten samen met mensen bestaan hebben, alleen maar omdat we ze nu niet meer in dierentuinen kunnen bewonderen? Zouden echt al die verhalen moeten worden toegeschreven aan de bijgelovigheid of de sensatiezucht van de vertellers?
In 326 voor Christus waren de soldaten van Alexander de Grote in wat nu India is. Ze zeiden bang te zijn voor grote draken die daar in grotten leefden. Een zekere Beowulff zou draken gedood hebben en werd uiteindelijk zelf gedood tijdens een gevecht met een gevleugelde draak (pterodactilus?).
Dit zijn slechts enkelen van de duizenden drakenverhalen. Moeten wij in deze 'moderne' tijd nu echt de hooghartige houding aannemen dat de volken van toen zo beïnvloedbaar waren en zomaar alles geloofden wat ze gezegd werd? Zouden we moeten concluderen dat er nooit zulke beesten samen met mensen bestaan hebben, alleen maar omdat we ze nu niet meer in dierentuinen kunnen bewonderen? Zouden echt al die verhalen moeten worden toegeschreven aan de bijgelovigheid of de sensatiezucht van de vertellers?
In Bijbels Optiek
Een Mesopotamisch cilinderzegel uit 3300 v. Chr.
In Bijbels Optiek
Uit de kunst van oude culturen kunnen we de conclusie trekken dat ze bekend waren met draken (dinosauriërs). Zoals deze grafsteen uit Ica, Peru (AD500-1500).
We kunnen drakenkunst ook terugvinden in Indiaanse Petrogliefen. Rots- en kliftekeningen in Utah en Colorado tonen ruwe afbeeldingen van bepaalde dinosaurussoorten (gedateerd tussen 400 en 1300 na Christus). Kijk ook eens naar het Gilgamesh epos, Fafnir, Beowulf en andere Legenden. Er bestaan vele beroemde legenden, waaronder de Egyptische, Griekse en Romeinse mythologie, die specifieke beschrijvingen van draken en andere dinosaurus-achtige wezens bevatten. Dinosaurus-achtige wezens worden voorgesteld op Babylonische markeringen, Romeinse mozaïeken, Egyptische gewaden voor begrafenissen, en vele andere kunst verspreid over de hele oudheid.
Er zijn ook heel recente verhalen van draakachtige wezens. Marco Polo schreef aan het einde van de dertiende eeuw over draken die hij zag op een van zijn reizen door China. Hij beschreef enorme slangen van tien passen lang, met een lichaamsomtrek van tien handlengten. Aan de voorkant, dicht bij het hoofd, twee korte poten, elk met drie klauwen als van een tijger, met ogen groter dan een brood van vier denari, die je intens aanstaarden. De kaken waren breed genoeg om een man te verslinden en grote, scherpe tanden. Overdag leefden ze in grotten en in de nacht gingen ze op zoek naar voedsel. Hij beschreef nauwkeurig hoe ze werden gejaagd, geslacht en welke delen werden gegeten. Hij wist zelfs te vertellen dat de galblaas een geneeskrachtige werking had.
In 1822 werden voor het eerst dinosaurusbotten gevonden door Mary Mantell in Engeland. De naam 'dinosaurus' is, zoals hiervoor gezegd, bedacht door Richard Owen. Het is dus heel opmerkelijk dat kunst die dateert van veel verder terug zo duidelijk dinosauriërs laat zien.
Zie ook http://www.bible.ca/tracks/peru-tomb-art.htm
In de Jurassic Park films wordt fantasie en wetenschap gecombineerd met een spannend verhaal. En hoewel het klonen van dinosauriërs misschien nooit werkelijkheid zal worden, is het heel duidelijk dat mensen en dino's samen geleefd moeten hebben. Het verslag van de Bijbel is betrouwbaar.
En dan die Ark van Noach...???
We kunnen drakenkunst ook terugvinden in Indiaanse Petrogliefen. Rots- en kliftekeningen in Utah en Colorado tonen ruwe afbeeldingen van bepaalde dinosaurussoorten (gedateerd tussen 400 en 1300 na Christus). Kijk ook eens naar het Gilgamesh epos, Fafnir, Beowulf en andere Legenden. Er bestaan vele beroemde legenden, waaronder de Egyptische, Griekse en Romeinse mythologie, die specifieke beschrijvingen van draken en andere dinosaurus-achtige wezens bevatten. Dinosaurus-achtige wezens worden voorgesteld op Babylonische markeringen, Romeinse mozaïeken, Egyptische gewaden voor begrafenissen, en vele andere kunst verspreid over de hele oudheid.
Er zijn ook heel recente verhalen van draakachtige wezens. Marco Polo schreef aan het einde van de dertiende eeuw over draken die hij zag op een van zijn reizen door China. Hij beschreef enorme slangen van tien passen lang, met een lichaamsomtrek van tien handlengten. Aan de voorkant, dicht bij het hoofd, twee korte poten, elk met drie klauwen als van een tijger, met ogen groter dan een brood van vier denari, die je intens aanstaarden. De kaken waren breed genoeg om een man te verslinden en grote, scherpe tanden. Overdag leefden ze in grotten en in de nacht gingen ze op zoek naar voedsel. Hij beschreef nauwkeurig hoe ze werden gejaagd, geslacht en welke delen werden gegeten. Hij wist zelfs te vertellen dat de galblaas een geneeskrachtige werking had.
In 1822 werden voor het eerst dinosaurusbotten gevonden door Mary Mantell in Engeland. De naam 'dinosaurus' is, zoals hiervoor gezegd, bedacht door Richard Owen. Het is dus heel opmerkelijk dat kunst die dateert van veel verder terug zo duidelijk dinosauriërs laat zien.
Zie ook http://www.bible.ca/tracks/peru-tomb-art.htm
In de Jurassic Park films wordt fantasie en wetenschap gecombineerd met een spannend verhaal. En hoewel het klonen van dinosauriërs misschien nooit werkelijkheid zal worden, is het heel duidelijk dat mensen en dino's samen geleefd moeten hebben. Het verslag van de Bijbel is betrouwbaar.
En dan die Ark van Noach...???
In Bijbels Optiek
Een wereldwijde overstroming wordt overleefd door acht mensen en een heleboel dieren in een boot een man met zijn vrouw, drie zoons met hun vrouwen en een vertegenwoordiging van alle landdieren en vogels.
Een wereldwijde overstroming die overleefd wordt door acht mensen en een heleboel dieren in een boot: een man met zijn vrouw, drie zoons met hun vrouwen en een vertegenwoordiging van alle landdieren en vogels. Is dat een realistisch verhaal, of een sprookje? Stonden echt alle bergen onder water? Is daar wel genoeg water voor? Was er wel genoeg ruimte in die boot voor alle beesten? Allemaal goede vragen. Dat er ooit een hele grote overstroming geweest is, kunnen we afleiden uit het feit dat er wel 270 verschillende legenden van bekend zijn onder vele volken, die overeenkomsten vertonen met de geschiedenis van Noach in de Bijbel. De Bijbel bevat echter het enige verslag dat goed wetenschappelijk te onderbouwen is. Het is een zeer gedetailleerd verslag, waarin precies beschreven wordt wanneer elke gebeurtenis plaatsvond en wie er bij betrokken waren. Van de overlevenden is zelfs gedurende vele generaties het geslachtsregister bijgehouden.
Afmetingen.
De verhoudingen van 'de Ark' waren bijvoorbeeld ideaal voor een containerschip op zee. Als hij langer was geweest, was hij comfortabeler voor de opvarenden, maar minder sterk (hij kon makkelijker breken). Als hij hoger was geweest, was hij sterker, maar minder stabiel (door 'rollen' = heen en weer bewegen). En als hij breder was geweest, was hij stabieler, maar minder comfortabel (door 'stampen' = wipwap beweging). De ark had de perfecte afmetingen voor een juiste balans tussen stabiliteit, comfort en sterkte , volgens dr. Seon Won Hong van het world-class ship research center KRISO in Zuid Korea. Zijn onderzoek bevestigde dat de Ark golven van 30m hoog kon trotseren. wat precies de vorm van de Ark was, wordt in de Bijbel niet beschreven. Hij kan elke denkbare vorm gehad hebben, van een rechthoekige doos (maximale laadruimte), tot een ingenieus ontworpen schip als op het plaatje hierboven (het meest comfortabel voor een zeereis van ruim een jaar).
Inhoud.
Noach had voldoende tijd om zijn boot te maken, aangezien hij 600 jaar oud was toen de overstroming kwam en hij 120 jaar van tevoren door God gewaarschuwd werd. Omdat Noach dichter bij de oorspronkelijke schepping zat werd hij ouder en was hij waarschijnlijk ook slimmer en sterker dan wij. Misschien zelfs wel groter, zodat ook zijn 'el' (de gebruikte lengtemaat in de Bijbel, van vingertoppen tot elleboog) groter was. Hiermee werd dan ook de Ark groter dan je in eerste instantie zou denken uit het verhaal. Het moet een vaartuig geweest zijn van ongeveer 150-200 meter lang.
Dat Noach mogelijk groter was dan wij is geen goedkoop verzinsel om zijn 'el' en daarmee de Ark groter te maken. Zelfs als Noach iets kleiner was dan wij, dan was de Ark nog groot genoeg geweest voor alle beesten die mee moesten. Het aantal beesten dat in de Ark ging (volgens het Bijbelse verslag) moet rond de 16000 gelegen hebben; dat is een redelijke schatting. John Woodmorappe legt dit uit in zijn boek Noah's Ark: A Feasibility Study. In een boot met de afmetingen die worden beschreven in Genesis 6 zou nog ruimte over geweest zijn. Bedenk dat Noach de vissen en insecten niet mee hoefde te nemen, die vallen niet onder beschrijving in Gen. 6,7. Alleen de landdieren en de vogels hoefden mee.
Zondvloedmodel.
Wanneer we kijken naar de mogelijkheden die een zondvloedmodel biedt, en deze serieus overwegen, zullen we zien dat een heleboel feiten (observaties) beter verklaard kunnen worden. Wetenschap wordt het beste bedreven vanuit het wereldbeeld dat de Bijbel ons biedt. Het is dus niet zo dat gelovigen alles wat in de Bijbel staat zonder kritische beschouwing accepteren en de feiten negeren. Je kunt de wetenschap omarmen en toch zonder problemen in de boodschap van de Bijbel geloven. Er is geen enkele meting of waarneming die de betrouwbaarheid van de Bijbel tegenspreekt. Dat wil niet zeggen dat daarmee alles verklaard is, maar geloven hoeft geen blind proces te zijn. Geloven in de God van de Bijbel is niet het zoeken naar een verklaring in het bovennatuurlijke als hier op aarde iets niet begrepen wordt. Het is geen kruk om op te leunen, maar een zekerheid van een universele waarheid, die ondersteund wordt door onze waarnemingen. Zo ook in het geval van de zondvloed en de Ark.
Dino's te groot?
Een wereldwijde overstroming die overleefd wordt door acht mensen en een heleboel dieren in een boot: een man met zijn vrouw, drie zoons met hun vrouwen en een vertegenwoordiging van alle landdieren en vogels. Is dat een realistisch verhaal, of een sprookje? Stonden echt alle bergen onder water? Is daar wel genoeg water voor? Was er wel genoeg ruimte in die boot voor alle beesten? Allemaal goede vragen. Dat er ooit een hele grote overstroming geweest is, kunnen we afleiden uit het feit dat er wel 270 verschillende legenden van bekend zijn onder vele volken, die overeenkomsten vertonen met de geschiedenis van Noach in de Bijbel. De Bijbel bevat echter het enige verslag dat goed wetenschappelijk te onderbouwen is. Het is een zeer gedetailleerd verslag, waarin precies beschreven wordt wanneer elke gebeurtenis plaatsvond en wie er bij betrokken waren. Van de overlevenden is zelfs gedurende vele generaties het geslachtsregister bijgehouden.
Afmetingen.
De verhoudingen van 'de Ark' waren bijvoorbeeld ideaal voor een containerschip op zee. Als hij langer was geweest, was hij comfortabeler voor de opvarenden, maar minder sterk (hij kon makkelijker breken). Als hij hoger was geweest, was hij sterker, maar minder stabiel (door 'rollen' = heen en weer bewegen). En als hij breder was geweest, was hij stabieler, maar minder comfortabel (door 'stampen' = wipwap beweging). De ark had de perfecte afmetingen voor een juiste balans tussen stabiliteit, comfort en sterkte , volgens dr. Seon Won Hong van het world-class ship research center KRISO in Zuid Korea. Zijn onderzoek bevestigde dat de Ark golven van 30m hoog kon trotseren. wat precies de vorm van de Ark was, wordt in de Bijbel niet beschreven. Hij kan elke denkbare vorm gehad hebben, van een rechthoekige doos (maximale laadruimte), tot een ingenieus ontworpen schip als op het plaatje hierboven (het meest comfortabel voor een zeereis van ruim een jaar).
Inhoud.
Noach had voldoende tijd om zijn boot te maken, aangezien hij 600 jaar oud was toen de overstroming kwam en hij 120 jaar van tevoren door God gewaarschuwd werd. Omdat Noach dichter bij de oorspronkelijke schepping zat werd hij ouder en was hij waarschijnlijk ook slimmer en sterker dan wij. Misschien zelfs wel groter, zodat ook zijn 'el' (de gebruikte lengtemaat in de Bijbel, van vingertoppen tot elleboog) groter was. Hiermee werd dan ook de Ark groter dan je in eerste instantie zou denken uit het verhaal. Het moet een vaartuig geweest zijn van ongeveer 150-200 meter lang.
Dat Noach mogelijk groter was dan wij is geen goedkoop verzinsel om zijn 'el' en daarmee de Ark groter te maken. Zelfs als Noach iets kleiner was dan wij, dan was de Ark nog groot genoeg geweest voor alle beesten die mee moesten. Het aantal beesten dat in de Ark ging (volgens het Bijbelse verslag) moet rond de 16000 gelegen hebben; dat is een redelijke schatting. John Woodmorappe legt dit uit in zijn boek Noah's Ark: A Feasibility Study. In een boot met de afmetingen die worden beschreven in Genesis 6 zou nog ruimte over geweest zijn. Bedenk dat Noach de vissen en insecten niet mee hoefde te nemen, die vallen niet onder beschrijving in Gen. 6,7. Alleen de landdieren en de vogels hoefden mee.
Zondvloedmodel.
Wanneer we kijken naar de mogelijkheden die een zondvloedmodel biedt, en deze serieus overwegen, zullen we zien dat een heleboel feiten (observaties) beter verklaard kunnen worden. Wetenschap wordt het beste bedreven vanuit het wereldbeeld dat de Bijbel ons biedt. Het is dus niet zo dat gelovigen alles wat in de Bijbel staat zonder kritische beschouwing accepteren en de feiten negeren. Je kunt de wetenschap omarmen en toch zonder problemen in de boodschap van de Bijbel geloven. Er is geen enkele meting of waarneming die de betrouwbaarheid van de Bijbel tegenspreekt. Dat wil niet zeggen dat daarmee alles verklaard is, maar geloven hoeft geen blind proces te zijn. Geloven in de God van de Bijbel is niet het zoeken naar een verklaring in het bovennatuurlijke als hier op aarde iets niet begrepen wordt. Het is geen kruk om op te leunen, maar een zekerheid van een universele waarheid, die ondersteund wordt door onze waarnemingen. Zo ook in het geval van de zondvloed en de Ark.
Dino's te groot?
In Bijbels Optiek
Een veel gehoord bezwaar is dat die gigantische dinosauriërs toch nooit in die ark konden...? De jonge dieren waren echter kleiner zijn dan de oude, niet groter dan een hond of een koe.
Een veel gehoord bezwaar is dat die gigantische dinosauriërs toch nooit op die ark konden...? Men vergeet dan dat jonge dieren kleiner zijn dan de oude. Dino's groeiden hun hele leven door (net als olifanten en hagedissen), ze waren niet altijd groot. Elk beest begint klein. Overigens, niet alle soorten dino's werden groot. Gemiddeld had een volwassen dino de grootte van een schaap. Een dinosaurusei was ongeveer zo groot als een struisvogelei. Jonge dino's hoefden niet groter te zijn dan een hond of een koe. Jonge beesten wegen minder, eten minder, slapen meer en hebben een betere weerstand. Na de zondvloed zouden ze ook langer leven om kindjes te krijgen en de aarde opnieuw te bevolken.
Een jaar hutje mutje?
Veel beesten houden een winterslaap of worden heel rustig tijdens vervoer op zee. Daarnaast was het voeren van de beesten en schoonhouden van de hokken geen onmogelijke taak. Zelfs met eenvoudige middelen is dit goed te automatiseren. De Ark had aan de bovenkant rondom een opening voor ventilatie (veel mensen denken 1 klein raampje), dus grote stankoverlast en explosiegevaar was er niet. En ach, alles went...
Alle soorten mee?
Sommige mensen vragen zich af hoe alle soorten die we kennen in de Ark konden. Maar er staat in de Bijbel niet dat alle 'soorten' mee gingen.
In de scheppingsgeschiedenis lezen we dit:
Gen 1:24: "En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo."
In het zondvloed verhaal lezen we dit:
Gen 6:18-21 :"Maar met u zal Ik Mijn verbond oprichten; en gij zult in de Ark gaan, gij, en uw zonen, en uw huisvrouw, en de vrouwen uwer zonen met u. En gij zult van al wat leeft, van alle vlees, twee van elk, doen in de Ark komen, om met u in het leven te behouden: mannetje en wijfje zullen zij zijn; Van het gevogelte naar zijn aard, en van het vee naar zijn aard, van al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard, twee van elk zullen tot u komen, om die in het leven te behouden. En gij, neem voor u van alle spijze, die gegeten wordt, en verzamel ze tot u, opdat zij u en hun tot spijze zij."
Gen 7:14-15 :"Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel. En van alle vlees, waarin een geest (de adem) des levens was, kwamen er twee en twee tot Noach in de Ark."
Een veel gehoord bezwaar is dat die gigantische dinosauriërs toch nooit op die ark konden...? Men vergeet dan dat jonge dieren kleiner zijn dan de oude. Dino's groeiden hun hele leven door (net als olifanten en hagedissen), ze waren niet altijd groot. Elk beest begint klein. Overigens, niet alle soorten dino's werden groot. Gemiddeld had een volwassen dino de grootte van een schaap. Een dinosaurusei was ongeveer zo groot als een struisvogelei. Jonge dino's hoefden niet groter te zijn dan een hond of een koe. Jonge beesten wegen minder, eten minder, slapen meer en hebben een betere weerstand. Na de zondvloed zouden ze ook langer leven om kindjes te krijgen en de aarde opnieuw te bevolken.
Een jaar hutje mutje?
Veel beesten houden een winterslaap of worden heel rustig tijdens vervoer op zee. Daarnaast was het voeren van de beesten en schoonhouden van de hokken geen onmogelijke taak. Zelfs met eenvoudige middelen is dit goed te automatiseren. De Ark had aan de bovenkant rondom een opening voor ventilatie (veel mensen denken 1 klein raampje), dus grote stankoverlast en explosiegevaar was er niet. En ach, alles went...
Alle soorten mee?
Sommige mensen vragen zich af hoe alle soorten die we kennen in de Ark konden. Maar er staat in de Bijbel niet dat alle 'soorten' mee gingen.
In de scheppingsgeschiedenis lezen we dit:
Gen 1:24: "En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo."
In het zondvloed verhaal lezen we dit:
Gen 6:18-21 :"Maar met u zal Ik Mijn verbond oprichten; en gij zult in de Ark gaan, gij, en uw zonen, en uw huisvrouw, en de vrouwen uwer zonen met u. En gij zult van al wat leeft, van alle vlees, twee van elk, doen in de Ark komen, om met u in het leven te behouden: mannetje en wijfje zullen zij zijn; Van het gevogelte naar zijn aard, en van het vee naar zijn aard, van al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard, twee van elk zullen tot u komen, om die in het leven te behouden. En gij, neem voor u van alle spijze, die gegeten wordt, en verzamel ze tot u, opdat zij u en hun tot spijze zij."
Gen 7:14-15 :"Zij, en al het gedierte naar zijn aard, en al het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes van allerlei vleugel. En van alle vlees, waarin een geest (de adem) des levens was, kwamen er twee en twee tot Noach in de Ark."
In Bijbels Optiek
De dieren in de ark kwamen ‘naar hun aard’ en waarin een geest (Hebreeuws hetzelfde als adem) des levens was’.
- "Naar zijn aard." Een logische conclusie is dus dat Noach de oorspronkelijk geschapen soorten mee moest nemen. Dat waren er veel minder dan het aantal verschillende soorten die ondertussen uit die grondsoorten waren voortgekomen of gefokt (denk aan het aantal soorten paarden, honden en kippen die allemaal afstammen van één grondsoort). Dat houdt in dat bijvoorbeeld van de hondachtigen alleen een paar meeging dat het meeste van de oorspronkelijke informatie in zich had (waarschijnlijk een wolfachtige). We weten natuurlijk niet hoever de dieren toen al diversificatie hadden doorgemaakt, maar we zien dat ze "kwamen" en dat houdt in dat Noach niet zelf hoefde uit te zoeken welke dieren mee moesten om de soortenrijkdom te laten ontstaan die we nu zien. De beesten waren toen toch nog vrij dicht bij de oorspronkelijke schepping en er was nog niet veel mutatie opgetreden. De variaties die we nu zien in bijvoorbeeld honden, paarden, katten en kippen kunnen makkelijk in de afgelopen 4500 jaar zijn ontstaan.
- "...En waarin een geest (Hebreeuws hetzelfde als adem) des levens was": Hier vallen volgens mij de insecten niet onder (die ademen niet zoals andere wezens). Insecten kunnen ook makkelijk een overstroming overleven op stukken wrakhout en als larven of poppen in de grond en in het water. Verder moeten we gewoon aannemen dat God de beesten liet komen die moesten overleven. Daarvoor hoefde alleen de 'basissoort' te komen. Daaruit zijn na de zondvloed alle huidige soorten ontstaan. Ook wat de dino's betreft hoefden alleen de oorspronkelijk geschapen soorten 'naar hun aard' mee. En dan kom je op veel minder dieren dan met de huidige classificatie, waarbij iedere vondst genoemd moet worden naar de vinder of vindplaats.
Zaden.
Noach moest volgens de beschrijving ook zaaddragend gewas meenemen. Hoeveel zaden hij bij zich had om later uit te zaaien wordt niet vermeld, maar we kunnen aannemen dat God er wel voor heeft gezorgd dat de meest kwetsbare zaden in de Ark bewaard bleven. De meeste zaden kunnen trouwens prima overleven in een grote overstroming. Dit gebeurt normaal gesproken op grote losgeslagen matten met vegetatie die door overstromingen worden meegesleurd. Ze overleven vaak ook in de grond en in het geval van de zondvloed mogelijk zelfs 'in de diepvries' - het ijs dat ontstond vanwege de verduistering van de zon door vulkanisch as en een dik wolkendek.
Vleeseters.
Hoe zit het met de wilde en vleesetende beesten? Een veel gemist feit is dat de Bijbel pas na de zondvloed melding maakt van het eten van vlees. In Gen. 9:3,4 zegt God tegen Noach dat hij nu naast gewassen ook beesten mag eten. Het is heel goed mogelijk dat de beesten zich voor de zondvloed ook nog hielden aan het 'dieet' dat God had ingesteld bij de schepping. Als dat inderdaad het geval was, dan waren er dus nog geen roofdieren en zou dat in de Ark geen problemen gegeven hebben. En zelfs als er wel roofdieren waren, dan is God zeker bij machte geweest om ze een poosje rustig te houden en ze tijdelijk op het oude voedselpatroon te laten leven. Het hele Ark-project was tenslotte Zijn initiatief. Maar als ik het verhaal goed begrijp, is dat niet eens nodig geweest.
Bergen onder water.
Kijk eens wat Petrus zei in 2 Petrus 3:3-7 - "Dit moeten jullie eerst weten, dat er in de laatste dagen spotters zullen komen, die alleen maar hun eigen zin willen doen, en zeggen: "Waar is de belofte van Zijn komst? Want vanaf de dag, dat de vaderen gestorven zijn, blijven alle dingen hetzelfde van het begin van de schepping". Want ze willen bewust niet zien dat door het Woord van God hemelen van oudsher waren, en aarde werd gevestigd uit water en in water, waardoor de wereld die er toen was werd vernietigd, omdat ze overstroomd werd met water."
Veel mensen willen het bewust niet weten, ze negeren de bewijzen voor een zondvloed, omdat het ze met de neus op de feiten drukt: er is een God die oordeelt over de goddelozen en actief betrokken is bij het leven hier op aarde. De makkelijkste manier om je betrokkenheid te ontkennen of verantwoordelijkheid te ontlopen is door datgene wat je hieraan herinnert belachelijk te maken. Je zou kunnen zeggen: "Alle bergen onder water? Laat me niet lachen! Waar kwam al dat water dan vandaan?"
- "Naar zijn aard." Een logische conclusie is dus dat Noach de oorspronkelijk geschapen soorten mee moest nemen. Dat waren er veel minder dan het aantal verschillende soorten die ondertussen uit die grondsoorten waren voortgekomen of gefokt (denk aan het aantal soorten paarden, honden en kippen die allemaal afstammen van één grondsoort). Dat houdt in dat bijvoorbeeld van de hondachtigen alleen een paar meeging dat het meeste van de oorspronkelijke informatie in zich had (waarschijnlijk een wolfachtige). We weten natuurlijk niet hoever de dieren toen al diversificatie hadden doorgemaakt, maar we zien dat ze "kwamen" en dat houdt in dat Noach niet zelf hoefde uit te zoeken welke dieren mee moesten om de soortenrijkdom te laten ontstaan die we nu zien. De beesten waren toen toch nog vrij dicht bij de oorspronkelijke schepping en er was nog niet veel mutatie opgetreden. De variaties die we nu zien in bijvoorbeeld honden, paarden, katten en kippen kunnen makkelijk in de afgelopen 4500 jaar zijn ontstaan.
- "...En waarin een geest (Hebreeuws hetzelfde als adem) des levens was": Hier vallen volgens mij de insecten niet onder (die ademen niet zoals andere wezens). Insecten kunnen ook makkelijk een overstroming overleven op stukken wrakhout en als larven of poppen in de grond en in het water. Verder moeten we gewoon aannemen dat God de beesten liet komen die moesten overleven. Daarvoor hoefde alleen de 'basissoort' te komen. Daaruit zijn na de zondvloed alle huidige soorten ontstaan. Ook wat de dino's betreft hoefden alleen de oorspronkelijk geschapen soorten 'naar hun aard' mee. En dan kom je op veel minder dieren dan met de huidige classificatie, waarbij iedere vondst genoemd moet worden naar de vinder of vindplaats.
Zaden.
Noach moest volgens de beschrijving ook zaaddragend gewas meenemen. Hoeveel zaden hij bij zich had om later uit te zaaien wordt niet vermeld, maar we kunnen aannemen dat God er wel voor heeft gezorgd dat de meest kwetsbare zaden in de Ark bewaard bleven. De meeste zaden kunnen trouwens prima overleven in een grote overstroming. Dit gebeurt normaal gesproken op grote losgeslagen matten met vegetatie die door overstromingen worden meegesleurd. Ze overleven vaak ook in de grond en in het geval van de zondvloed mogelijk zelfs 'in de diepvries' - het ijs dat ontstond vanwege de verduistering van de zon door vulkanisch as en een dik wolkendek.
Vleeseters.
Hoe zit het met de wilde en vleesetende beesten? Een veel gemist feit is dat de Bijbel pas na de zondvloed melding maakt van het eten van vlees. In Gen. 9:3,4 zegt God tegen Noach dat hij nu naast gewassen ook beesten mag eten. Het is heel goed mogelijk dat de beesten zich voor de zondvloed ook nog hielden aan het 'dieet' dat God had ingesteld bij de schepping. Als dat inderdaad het geval was, dan waren er dus nog geen roofdieren en zou dat in de Ark geen problemen gegeven hebben. En zelfs als er wel roofdieren waren, dan is God zeker bij machte geweest om ze een poosje rustig te houden en ze tijdelijk op het oude voedselpatroon te laten leven. Het hele Ark-project was tenslotte Zijn initiatief. Maar als ik het verhaal goed begrijp, is dat niet eens nodig geweest.
Bergen onder water.
Kijk eens wat Petrus zei in 2 Petrus 3:3-7 - "Dit moeten jullie eerst weten, dat er in de laatste dagen spotters zullen komen, die alleen maar hun eigen zin willen doen, en zeggen: "Waar is de belofte van Zijn komst? Want vanaf de dag, dat de vaderen gestorven zijn, blijven alle dingen hetzelfde van het begin van de schepping". Want ze willen bewust niet zien dat door het Woord van God hemelen van oudsher waren, en aarde werd gevestigd uit water en in water, waardoor de wereld die er toen was werd vernietigd, omdat ze overstroomd werd met water."
Veel mensen willen het bewust niet weten, ze negeren de bewijzen voor een zondvloed, omdat het ze met de neus op de feiten drukt: er is een God die oordeelt over de goddelozen en actief betrokken is bij het leven hier op aarde. De makkelijkste manier om je betrokkenheid te ontkennen of verantwoordelijkheid te ontlopen is door datgene wat je hieraan herinnert belachelijk te maken. Je zou kunnen zeggen: "Alle bergen onder water? Laat me niet lachen! Waar kwam al dat water dan vandaan?"
In Bijbels Optiek
Een scheur door het oppervlak van de aarde vanuit het Midden-Oosten door alle oceanen heen en waarlangs vloeibaar materiaal omhoog komt (vulkanen op land of in de zee).
Als je naar deze reliëfkaart van het huidige aardoppervlak kijkt, zie je richels door de grote oceanen lopen; alsof de aarde ergens in het Midden-Oosten is gaan scheuren, dat die 'scheur' in de Indische Oceaan splitste richting de Grote Oceaan en de Atlantische Oceaan tot aan Alaska en Europa. Zo'n 'scheur' wordt een mid-oceanische rug genoemd. Op dit moment komt er op die plekken vloeibaar materiaal uit het binnenste van de aarde omhoog, dat langzaam van de 'scheur' af beweegt. Dit 'lidteken' kan heel goed het gevolg zijn van de grote overstroming.
Gen.7:11 : "Alle fonteinen van de grote diepte (oceaan) scheurden open en sluizen van de hemel werden geopend."
Geologen weten nog niet zo lang van deze richel in de oceanen. Het is bekend dat er langs deze richel veel vulkanische activiteit is. Vandaag de dag is wel 70% van wat er bij vulkaanuitbarstingen omhoog komt stoom, je kunt je voorstellen wat er gebeurt als er in één keer over de hele aarde "fonteinen" openbreken. Water spoot als superhete stoom omhoog, veroorzaakte enorme slagregens, verduisterde de zon en bedekte het hele aardoppervlak. De verduistering van de zon was de oorzaak van een snelle bevriezing van de polen. De snelle beweging van de aardplaten veroorzaakte grote valleien, diepe geulen en bergruggen, waardoor het water weer weg kon stromen in wat nu de oceanen zijn.
Als je naar deze reliëfkaart van het huidige aardoppervlak kijkt, zie je richels door de grote oceanen lopen; alsof de aarde ergens in het Midden-Oosten is gaan scheuren, dat die 'scheur' in de Indische Oceaan splitste richting de Grote Oceaan en de Atlantische Oceaan tot aan Alaska en Europa. Zo'n 'scheur' wordt een mid-oceanische rug genoemd. Op dit moment komt er op die plekken vloeibaar materiaal uit het binnenste van de aarde omhoog, dat langzaam van de 'scheur' af beweegt. Dit 'lidteken' kan heel goed het gevolg zijn van de grote overstroming.
Gen.7:11 : "Alle fonteinen van de grote diepte (oceaan) scheurden open en sluizen van de hemel werden geopend."
Geologen weten nog niet zo lang van deze richel in de oceanen. Het is bekend dat er langs deze richel veel vulkanische activiteit is. Vandaag de dag is wel 70% van wat er bij vulkaanuitbarstingen omhoog komt stoom, je kunt je voorstellen wat er gebeurt als er in één keer over de hele aarde "fonteinen" openbreken. Water spoot als superhete stoom omhoog, veroorzaakte enorme slagregens, verduisterde de zon en bedekte het hele aardoppervlak. De verduistering van de zon was de oorzaak van een snelle bevriezing van de polen. De snelle beweging van de aardplaten veroorzaakte grote valleien, diepe geulen en bergruggen, waardoor het water weer weg kon stromen in wat nu de oceanen zijn.
In Bijbels Optiek
De snelle beweging van de aardplaten veroorzaakte grote valleien, diepe geulen en bergruggen, waardoor het water weer weg kon stromen in wat nu de oceanen zijn. De kleuren op deze hoogtekaart geven duidelijk aan waar de aarde na de zondvloed omhoog kwam (de rode gedeelten) en waar de grond inzakte (de donkerblauwe gedeelten).
De kleuren op deze hoogtekaart geven duidelijk aan waar de aarde na de zondvloed omhoog kwam (de rode gedeelten) en waar de grond inzakte (de donkerblauwe gedeelten). Als het water de hele aarde bedekte, konden er voor de zondvloed dus nog geen hoge bergen zijn. Stel dat we alle hoge bergen in de grote gaten van de zee zouden gooien en het hele aardoppervlak 'vlak' zou zijn, dan zou de hele aarde bedekt zijn met een laag water van ongeveer 3 kilometer! Als de hele aarde licht glooiend was en bergen niet hoger dan een paar kilometer, dan is het dus helemaal niet zo'n vreemd idee dat de hele aarde onder water heeft kunnen staan (volgens Genesis 7:19,20 zo'n 7 meter boven de hoogste heuvel van voor de zondvloed, dat zou precies de diepgang van de Ark geweest zijn). De Bijbel spreekt ook over de tektoniek na de zondvloed: in Psalm 104:5-8 lezen we over het "fundament van de aarde" die bedekt waren met de "diepten" (zeeën/oceanen) "De wateren stonden boven de bergen". De wateren verdwenen weer, "de bergen rezen op en de dalen daalden."
De naam Atlantische Oceaan is overigens afkomstig van het mythische continent Atlantis, wat eigenlijk weer een van die vele oude zondvloedverhalen is, een oude beschaving, bedolven onder de golven van de Grote Overstroming.
De kleuren op deze hoogtekaart geven duidelijk aan waar de aarde na de zondvloed omhoog kwam (de rode gedeelten) en waar de grond inzakte (de donkerblauwe gedeelten). Als het water de hele aarde bedekte, konden er voor de zondvloed dus nog geen hoge bergen zijn. Stel dat we alle hoge bergen in de grote gaten van de zee zouden gooien en het hele aardoppervlak 'vlak' zou zijn, dan zou de hele aarde bedekt zijn met een laag water van ongeveer 3 kilometer! Als de hele aarde licht glooiend was en bergen niet hoger dan een paar kilometer, dan is het dus helemaal niet zo'n vreemd idee dat de hele aarde onder water heeft kunnen staan (volgens Genesis 7:19,20 zo'n 7 meter boven de hoogste heuvel van voor de zondvloed, dat zou precies de diepgang van de Ark geweest zijn). De Bijbel spreekt ook over de tektoniek na de zondvloed: in Psalm 104:5-8 lezen we over het "fundament van de aarde" die bedekt waren met de "diepten" (zeeën/oceanen) "De wateren stonden boven de bergen". De wateren verdwenen weer, "de bergen rezen op en de dalen daalden."
De naam Atlantische Oceaan is overigens afkomstig van het mythische continent Atlantis, wat eigenlijk weer een van die vele oude zondvloedverhalen is, een oude beschaving, bedolven onder de golven van de Grote Overstroming.
In Bijbels Optiek
De bovenste kilometer van de Mt. Everest bevat lagen sediment vol met zeeschelpen en dieren uit oceanen. Sedimenten worden gevormd door water, dus dat materiaal moet onder water gelegen hebben en vervolgens negen kilometer omhoog gestuwd zijn (t.g.v. de zondvloed).
De bovenste kilometer van de Mt. Everest bevat lagen sediment vol met zeeschelpen en dieren uit oceanen. Sedimenten worden gevormd door water, dus dat materiaal moet onder water gelegen hebben en vervolgens negen kilometer omhoog gestuwd zijn. Versteende mosselen die nog dicht zitten worden daar en over de hele wereld gevonden. Een mossel die sterft gaat open, dus moeten deze mosselen snel begraven zijn.
IJstijd.
Over de hele wereld vinden we bewijs van afzettingen door water en ijs. Tijdens en na de zondvloed veranderde het klimaat zo dramatisch, dat de ijskappen op de polen tot ver over de continenten optrokken, waarvan we nu nog vele tekenen zien op het noordelijk halfrond. Dit fenomeen wordt ook wel 'ijstijd' genoemd. Echter, onder invloed van het wijdverbreide geloof in het uniformitarianisme, denkt men vaak dat er meerdere ijstijden geweest zijn die heel lang geduurd hebben en plaatsvonden gedurende de miljoenen jaren die de aarde volgens dat wereldbeeld oud is. Ook worden bepaalde structuren en verplaatsing van grote rotsblokken als bewijs voor een ijstijd gezien. Grote brokken steen kunnen echter ook meegenomen zijn door wegstromend water onder het ijs, dat weer smolt als gevolg van de nog warme bodem, vanwege alle vulkanische activiteit tijdens de zondvloed. Als we uitgaan van een 'Bijbelse geologie', dan zien we een aarde die door God tussen de zes- en tienduizend jaar geleden gemaakt is, waar mensen de keuze kregen om zich onder Zijn autoriteit te stellen, of hun eigen zin te doen en de aarde zelf te 'runnen', zonder God. Ze kozen het laatste en dat ging van kwaad tot erger, totdat uiteindelijk bijna iedereen volkomen slecht was en helemaal niet meer naar God luisterde. Alleen Noach vond nog genade in de ogen van God, waarop God hem uitkoos om met zijn gezin en speciale selectie van alle landdieren, in een grote boot een wereldwijde overstroming te overleven. Over de hele aarde vinden we daar bewijzen van. Volgens de Bijbel vond dit slechts enkele duizenden jaren voor Christus plaats.
De bovenste kilometer van de Mt. Everest bevat lagen sediment vol met zeeschelpen en dieren uit oceanen. Sedimenten worden gevormd door water, dus dat materiaal moet onder water gelegen hebben en vervolgens negen kilometer omhoog gestuwd zijn. Versteende mosselen die nog dicht zitten worden daar en over de hele wereld gevonden. Een mossel die sterft gaat open, dus moeten deze mosselen snel begraven zijn.
IJstijd.
Over de hele wereld vinden we bewijs van afzettingen door water en ijs. Tijdens en na de zondvloed veranderde het klimaat zo dramatisch, dat de ijskappen op de polen tot ver over de continenten optrokken, waarvan we nu nog vele tekenen zien op het noordelijk halfrond. Dit fenomeen wordt ook wel 'ijstijd' genoemd. Echter, onder invloed van het wijdverbreide geloof in het uniformitarianisme, denkt men vaak dat er meerdere ijstijden geweest zijn die heel lang geduurd hebben en plaatsvonden gedurende de miljoenen jaren die de aarde volgens dat wereldbeeld oud is. Ook worden bepaalde structuren en verplaatsing van grote rotsblokken als bewijs voor een ijstijd gezien. Grote brokken steen kunnen echter ook meegenomen zijn door wegstromend water onder het ijs, dat weer smolt als gevolg van de nog warme bodem, vanwege alle vulkanische activiteit tijdens de zondvloed. Als we uitgaan van een 'Bijbelse geologie', dan zien we een aarde die door God tussen de zes- en tienduizend jaar geleden gemaakt is, waar mensen de keuze kregen om zich onder Zijn autoriteit te stellen, of hun eigen zin te doen en de aarde zelf te 'runnen', zonder God. Ze kozen het laatste en dat ging van kwaad tot erger, totdat uiteindelijk bijna iedereen volkomen slecht was en helemaal niet meer naar God luisterde. Alleen Noach vond nog genade in de ogen van God, waarop God hem uitkoos om met zijn gezin en speciale selectie van alle landdieren, in een grote boot een wereldwijde overstroming te overleven. Over de hele aarde vinden we daar bewijzen van. Volgens de Bijbel vond dit slechts enkele duizenden jaren voor Christus plaats.
In Bijbels Optiek
God gebood Noach een ark te bouwen om de vloed te overleven en zijn nakomelingen zouden de aarde weer moeten gaan bevolken, want de toenmalige wereldbevolking wilden naar zijn waarschuwingen niet luisteren, evenals nu de mensheid niet in Jezus Christus en Zijn terugkeer wil geloven.
Lang geleden?
Argumenten tegen een 'jonge' aarde en een zondvloed gaan vaak uit van processen die nu langzaam gaan. Men veronderstelt dan dat ze altijd langzaam gegaan zijn. Het gaat bijvoorbeeld om ijsafzettingen, vorming van grotten, aardlagen en jaarringen van bomen die aan elkaar 'gekoppeld' worden. Veel van die processen kunnen echter ook heel snel gaan, als er in een recent verleden maar veel water of heftige schommelingen in het klimaat zijn geweest. En dat is precies wat je in een zondvloedmodel verwacht. Het aan elkaar koppelen van jaarringen van bomen kan juist ook snelle afzetting van veel lagen bevestigen, zoals een aantal fossiele bomen in Specimen Ridge (Amerika) laten zien. De structuur van die bomen toont juist aan dat ze uit dezelfde tijd komen, hoewel ze in verschillende lagen gevonden worden.
De discussie over de werkelijke leeftijd van de aarde zal nog wel een poosje voortduren, omdat het vooral een kwestie van eer is. Mensen die in evolutie geloven, hebben nou eenmaal veel tijd nodig om van molecuul naar mens te komen (al is het de vraag of zelfs de voorgestelde tijd van miljarden jaren wel genoeg is voor een dergelijke ontwikkeling). Maar als ze de aanwijzingen dat de aarde eigenlijk heel jong is zouden accepteren, dan vervliegt elke hoop op een mogelijk langdurig, geleidelijk proces. Daar komt nog bij dat als je probeert in het verleden te kijken, er heel veel lastige factoren zijn waar je rekening mee moet houden. Met name het feit dat wij er geen van allen bij waren toen het gebeurde en dat de geschreven geschiedenis niet zover terug gaat. Sterker nog, dat de geschreven geschiedenis maar heel kort is, is juist een sterk bewijs voor een jonge aarde met een kort bestaan. Ouderdomsbepalingen met radioactieve elementen zijn ook alleen maar betrouwbaar als je weet hoeveel van de gemeten stof oorspronkelijk aanwezig was, of er in het verleden geen radioactiviteit verloren is gegaan, of dat het proces van radioactief verval in het verleden niet sneller is gegaan dan nu (denk aan de zondvloed: veel water, hoge druk, verandering van de atmosfeer; het is zelfs mogelijk dat een fluctuatie in vervalsnelheid de overstroming heeft veroorzaakt). Al met al is het wetenschappelijk bepalen van een ouderdom een lastig proces, dat in de meeste gevallen niet eens absolute zekerheid kan geven over een ouderdom van meer dan 2000 jaar. Zo zijn er ook nog eens vele voorbeelden van processen die juist een jonge aarde suggereren. Bijvoorbeeld de hoeveelheid zout in de zee, de hoeveelheid slib aan riviermonden, de hoeveelheid helium in de atmosfeer en ga zo maar door. Als je op het internet gaat zoeken dan vind je hierover onvoorstelbaar veel materiaal, waarbij de uitkomst maar al te vaak wordt beïnvloed door de vooronderstellingen van de schrijver. Ik heb geprobeerd om het materiaal onbevooroordeeld te bekijken en meen te moeten concluderen dat de aarde jong is, zoals de Bijbel zegt (Genesis 1-ev, Exodus 20:11).
Lang geleden?
Argumenten tegen een 'jonge' aarde en een zondvloed gaan vaak uit van processen die nu langzaam gaan. Men veronderstelt dan dat ze altijd langzaam gegaan zijn. Het gaat bijvoorbeeld om ijsafzettingen, vorming van grotten, aardlagen en jaarringen van bomen die aan elkaar 'gekoppeld' worden. Veel van die processen kunnen echter ook heel snel gaan, als er in een recent verleden maar veel water of heftige schommelingen in het klimaat zijn geweest. En dat is precies wat je in een zondvloedmodel verwacht. Het aan elkaar koppelen van jaarringen van bomen kan juist ook snelle afzetting van veel lagen bevestigen, zoals een aantal fossiele bomen in Specimen Ridge (Amerika) laten zien. De structuur van die bomen toont juist aan dat ze uit dezelfde tijd komen, hoewel ze in verschillende lagen gevonden worden.
De discussie over de werkelijke leeftijd van de aarde zal nog wel een poosje voortduren, omdat het vooral een kwestie van eer is. Mensen die in evolutie geloven, hebben nou eenmaal veel tijd nodig om van molecuul naar mens te komen (al is het de vraag of zelfs de voorgestelde tijd van miljarden jaren wel genoeg is voor een dergelijke ontwikkeling). Maar als ze de aanwijzingen dat de aarde eigenlijk heel jong is zouden accepteren, dan vervliegt elke hoop op een mogelijk langdurig, geleidelijk proces. Daar komt nog bij dat als je probeert in het verleden te kijken, er heel veel lastige factoren zijn waar je rekening mee moet houden. Met name het feit dat wij er geen van allen bij waren toen het gebeurde en dat de geschreven geschiedenis niet zover terug gaat. Sterker nog, dat de geschreven geschiedenis maar heel kort is, is juist een sterk bewijs voor een jonge aarde met een kort bestaan. Ouderdomsbepalingen met radioactieve elementen zijn ook alleen maar betrouwbaar als je weet hoeveel van de gemeten stof oorspronkelijk aanwezig was, of er in het verleden geen radioactiviteit verloren is gegaan, of dat het proces van radioactief verval in het verleden niet sneller is gegaan dan nu (denk aan de zondvloed: veel water, hoge druk, verandering van de atmosfeer; het is zelfs mogelijk dat een fluctuatie in vervalsnelheid de overstroming heeft veroorzaakt). Al met al is het wetenschappelijk bepalen van een ouderdom een lastig proces, dat in de meeste gevallen niet eens absolute zekerheid kan geven over een ouderdom van meer dan 2000 jaar. Zo zijn er ook nog eens vele voorbeelden van processen die juist een jonge aarde suggereren. Bijvoorbeeld de hoeveelheid zout in de zee, de hoeveelheid slib aan riviermonden, de hoeveelheid helium in de atmosfeer en ga zo maar door. Als je op het internet gaat zoeken dan vind je hierover onvoorstelbaar veel materiaal, waarbij de uitkomst maar al te vaak wordt beïnvloed door de vooronderstellingen van de schrijver. Ik heb geprobeerd om het materiaal onbevooroordeeld te bekijken en meen te moeten concluderen dat de aarde jong is, zoals de Bijbel zegt (Genesis 1-ev, Exodus 20:11).
In Bijbels Optiek
Aan de jaarringen in een boom
kun je bepalen hoe oud een boom is, daarnaast zijn ouderdomsbepalingen met radioactieve
elementen alleen maar betrouwbaar als je weet hoeveel van de gemeten stof
oorspronkelijk aanwezig was, of er in het verleden geen radioactiviteit
verloren is gegaan, of dat het proces van radioactief verval in het verleden
niet sneller is gegaan dan nu.
Geloof, wetenschap en logica.
Geloof en wetenschap staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Denk maar aan de wonderen die in de Bijbel beschreven staan, die tarten meestal elke wetenschappelijke uitleg (iemand die op water loopt of een man die 4 dagen dood is en weer tot leven komt). Die wonderen zijn door de mensen die ze gezien hebben opgeschreven voor het nageslacht. Die dingen moet je op grond van hun getuigenis geloven of niet. Toch komen we in de Bijbel dingen tegen die controleerbaar zijn door middel van bijvoorbeeld oudheidkundig, biologisch of sterrenkundig onderzoek. Als die dingen niet zouden kloppen, wordt daarmee dan geen afbreuk gedaan aan de betrouwbaarheid van de Geschriften als geheel? Wat heeft het voor zin om de wonderen en de wijsheden uit bepaalde Bijbelboeken serieus te nemen en bijvoorbeeld de natuurkundige observaties daarin niet. Of andersom: waarom zouden we wel de geschiedenis van de in de Bijbel beschreven volken serieus nemen, maar niet de bovennatuurlijke interventie van God in diezelfde geschiedenis?
"De Bijbel gaat over geloof en niet over wetenschap", hoor je wel eens. Maar waar de Bijbel serieuze uitspraken doet over astronomische objecten of over het gedrag en uiterlijk van dieren, wiskundige feiten, oude volken, taal, psychologie en andere wetenschappelijk controleerbare feiten, zou het natuurlijk wel moeten kloppen om het boek als geheel geloofwaardig te laten zijn. Er is dus een gebied waar de Bijbel, het geloof in God en de wetenschap overlappen.
Het kosmologisch argument.
We kunnen stellen dat alles wat begint te bestaan een oorzaak moet hebben. Het heelal heeft een begin, dus moet het een oorzaak hebben. We lezen in de Bijbel dat alles een begin had en dat God de Veroorzaker was (Gen.1:1 - "In het begin schiep God de hemel en de aarde.") Zo zien we dat de Bijbel in ieder geval met betrekking tot het begin logische uitspraken doet. Hieruit volgt evenwel dat God geen oorzaak hoeft te hebben, omdat Hij zelf de Veroorzaker is. Hij heeft ruimte en tijd gemaakt, waaruit volgt dat Hij zelf niet afhankelijk kan zijn van ruimte en tijd. Zo heeft Hij dus geen begin in ruimte en tijd zoals wij die ervaren. Dat de God van de Bijbel daadwerkelijk de Veroorzaker was is niet te bewijzen, maar is wel aannemelijk, zoals we zullen zien.
In Colossenzen 1:16,17 staat: "Want door Hem (Jezus Christus) zijn alle dingen gemaakt die in de hemel zijn en die op de aarde zijn, zichtbaar en onzichtbaar... door Hem en voor Hem. En Hij is voor alle dingen en door Hem bestaan alle dingen."
Dit moet je aannemen in geloof (vertrouwen), want het is niet wetenschappelijk te bewijzen.
Geloof, wetenschap en logica.
Geloof en wetenschap staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Denk maar aan de wonderen die in de Bijbel beschreven staan, die tarten meestal elke wetenschappelijke uitleg (iemand die op water loopt of een man die 4 dagen dood is en weer tot leven komt). Die wonderen zijn door de mensen die ze gezien hebben opgeschreven voor het nageslacht. Die dingen moet je op grond van hun getuigenis geloven of niet. Toch komen we in de Bijbel dingen tegen die controleerbaar zijn door middel van bijvoorbeeld oudheidkundig, biologisch of sterrenkundig onderzoek. Als die dingen niet zouden kloppen, wordt daarmee dan geen afbreuk gedaan aan de betrouwbaarheid van de Geschriften als geheel? Wat heeft het voor zin om de wonderen en de wijsheden uit bepaalde Bijbelboeken serieus te nemen en bijvoorbeeld de natuurkundige observaties daarin niet. Of andersom: waarom zouden we wel de geschiedenis van de in de Bijbel beschreven volken serieus nemen, maar niet de bovennatuurlijke interventie van God in diezelfde geschiedenis?
"De Bijbel gaat over geloof en niet over wetenschap", hoor je wel eens. Maar waar de Bijbel serieuze uitspraken doet over astronomische objecten of over het gedrag en uiterlijk van dieren, wiskundige feiten, oude volken, taal, psychologie en andere wetenschappelijk controleerbare feiten, zou het natuurlijk wel moeten kloppen om het boek als geheel geloofwaardig te laten zijn. Er is dus een gebied waar de Bijbel, het geloof in God en de wetenschap overlappen.
Het kosmologisch argument.
We kunnen stellen dat alles wat begint te bestaan een oorzaak moet hebben. Het heelal heeft een begin, dus moet het een oorzaak hebben. We lezen in de Bijbel dat alles een begin had en dat God de Veroorzaker was (Gen.1:1 - "In het begin schiep God de hemel en de aarde.") Zo zien we dat de Bijbel in ieder geval met betrekking tot het begin logische uitspraken doet. Hieruit volgt evenwel dat God geen oorzaak hoeft te hebben, omdat Hij zelf de Veroorzaker is. Hij heeft ruimte en tijd gemaakt, waaruit volgt dat Hij zelf niet afhankelijk kan zijn van ruimte en tijd. Zo heeft Hij dus geen begin in ruimte en tijd zoals wij die ervaren. Dat de God van de Bijbel daadwerkelijk de Veroorzaker was is niet te bewijzen, maar is wel aannemelijk, zoals we zullen zien.
In Colossenzen 1:16,17 staat: "Want door Hem (Jezus Christus) zijn alle dingen gemaakt die in de hemel zijn en die op de aarde zijn, zichtbaar en onzichtbaar... door Hem en voor Hem. En Hij is voor alle dingen en door Hem bestaan alle dingen."
Dit moet je aannemen in geloof (vertrouwen), want het is niet wetenschappelijk te bewijzen.
In Bijbels Optiek
Want door Hem (Jezus Christus, het Woord van God) zijn alle dingen gemaakt die in de hemel zijn en die op de aarde zijn, zichtbaar en onzichtbaar... door Hem en voor Hem. En Hij is voor alle dingen en door Hem bestaan alle dingen. Deze Bijbeltekst aanvaard je door geloof.
Woorden.
In Joh 1:1-3 staat: "In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God... Alle dingen zijn door Het Woord gemaakt, en zonder Het Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Het Woord was het Leven, en het Leven was het Licht van de mensen."
En in Hebreeën 11:3 staat: "Door het geloof begrijpen wij, dat de wereld door het woord van God is gemaakt, dat de zichtbare dingen niet ontstaan zijn uit wat waarneembaar is."
In deze teksten uit de Bijbel vinden we twee stellingen die wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden. Hoewel we de scheppingsdaden van God niet meer kunnen herhalen (dat moet je gewoon geloven), is wel met zekerheid vastgesteld dat al het zichtbare inderdaad uit onzichtbare dingen bestaat (de 'elementaire deeltjes' waaruit atomen zijn opgebouwd - tot nu toe is nog niet eens zeker of de voorgestelde deeltjes wel zo elementair zijn en of deze deeltjes zelf mogelijk uit nog kleinere deeltjes of slechts uit pure energie bestaan).
De 'deeltjes' waaruit atomen bestaan kunnen niet met het blote oog gezien worden, sterker nog, veel van die onderdeeltjes zijn even groot als of kleiner dan een lichtstraal. Dat maakt ze dus per definitie 'onzichtbaar' in die zin, dat we er geen lamp op kunnen schijnen om ze 'zichtbaar' te maken. Er zijn wel technieken waaruit we de mogelijke samenstelling of aard van de deeltjes enigszins kunnen bepalen, maar echt 'zien' kunnen we ze niet. Die uitspraak in de Bijbel is dus juist.
Er staat ook dat de wereld door "het woord" gemaakt is. We zien in alles om ons heen dat het opgebouwd is uit 'codes' of 'woorden'. Er zijn ongeveer honderd basisstoffen (atomen - bestaand uit 'onzichtbare' deeltjes) die als chemische letters gezien kunnen worden. Deze letters zijn in veel stoffen samengevoegd als 'woorden' en 'zinnen' (moleculen). Iedereen heeft wel eens de chemische formule voor water gezien: H2O. In feite is dat een soort woord (HOH = twee atomen waterstof en één zuurstof in een bepaalde volgorde). Zo heb je ook CO2 (OCO), methaangas (HHCHH), suikers (OCH-HCOH-HCOH-HCOH...) en nog veel meer moleculen, van eenvoudig tot zeer uitgebreid en complex, allemaal met hun eigen betekenis en toepassing. Zo heeft elke stof een bepaalde moleculaire samenstelling die je zou kunnen zien als een woord, een zin, een boek, of zelfs een complete encyclopedie: het DNA. Je zou kunnen zeggen dat ons hele bekende universum bestaat uit woorden, gevormd door basiselementen die zodanig gerangschikt zijn dat je zou kunnen spreken van een taal met een vaste zinsbouw, grammatica en bedoeling. Dat God alles tot stand heeft gebracht door te spreken is een concept dat we op meer plaatsen in de Bijbel tegenkomen en we zien in de natuur dat dit ondersteund wordt door de feiten.
Woorden.
In Joh 1:1-3 staat: "In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God... Alle dingen zijn door Het Woord gemaakt, en zonder Het Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Het Woord was het Leven, en het Leven was het Licht van de mensen."
En in Hebreeën 11:3 staat: "Door het geloof begrijpen wij, dat de wereld door het woord van God is gemaakt, dat de zichtbare dingen niet ontstaan zijn uit wat waarneembaar is."
In deze teksten uit de Bijbel vinden we twee stellingen die wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden. Hoewel we de scheppingsdaden van God niet meer kunnen herhalen (dat moet je gewoon geloven), is wel met zekerheid vastgesteld dat al het zichtbare inderdaad uit onzichtbare dingen bestaat (de 'elementaire deeltjes' waaruit atomen zijn opgebouwd - tot nu toe is nog niet eens zeker of de voorgestelde deeltjes wel zo elementair zijn en of deze deeltjes zelf mogelijk uit nog kleinere deeltjes of slechts uit pure energie bestaan).
De 'deeltjes' waaruit atomen bestaan kunnen niet met het blote oog gezien worden, sterker nog, veel van die onderdeeltjes zijn even groot als of kleiner dan een lichtstraal. Dat maakt ze dus per definitie 'onzichtbaar' in die zin, dat we er geen lamp op kunnen schijnen om ze 'zichtbaar' te maken. Er zijn wel technieken waaruit we de mogelijke samenstelling of aard van de deeltjes enigszins kunnen bepalen, maar echt 'zien' kunnen we ze niet. Die uitspraak in de Bijbel is dus juist.
Er staat ook dat de wereld door "het woord" gemaakt is. We zien in alles om ons heen dat het opgebouwd is uit 'codes' of 'woorden'. Er zijn ongeveer honderd basisstoffen (atomen - bestaand uit 'onzichtbare' deeltjes) die als chemische letters gezien kunnen worden. Deze letters zijn in veel stoffen samengevoegd als 'woorden' en 'zinnen' (moleculen). Iedereen heeft wel eens de chemische formule voor water gezien: H2O. In feite is dat een soort woord (HOH = twee atomen waterstof en één zuurstof in een bepaalde volgorde). Zo heb je ook CO2 (OCO), methaangas (HHCHH), suikers (OCH-HCOH-HCOH-HCOH...) en nog veel meer moleculen, van eenvoudig tot zeer uitgebreid en complex, allemaal met hun eigen betekenis en toepassing. Zo heeft elke stof een bepaalde moleculaire samenstelling die je zou kunnen zien als een woord, een zin, een boek, of zelfs een complete encyclopedie: het DNA. Je zou kunnen zeggen dat ons hele bekende universum bestaat uit woorden, gevormd door basiselementen die zodanig gerangschikt zijn dat je zou kunnen spreken van een taal met een vaste zinsbouw, grammatica en bedoeling. Dat God alles tot stand heeft gebracht door te spreken is een concept dat we op meer plaatsen in de Bijbel tegenkomen en we zien in de natuur dat dit ondersteund wordt door de feiten.
In Bijbels Optiek
Ons hele bekende universum bestaat uit woorden, gevormd door basiselementen die zodanig gerangschikt zijn dat je zou kunnen spreken van een taal met een vaste zinsbouw, grammatica en bedoeling. Dat God alles tot stand heeft gebracht door te spreken is een concept dat we op meer plaatsen in de Bijbel tegenkomen en we zien in de natuur dat dit ondersteund wordt door de feiten.
Natuurlijke selectie.
Darwin toonde aan dat bepaalde dieren en planten aan elkaar verwant zijn, dat er verandering plaatsvindt in de basissoorten en dat de best aangepaste 'soort' overleeft. Hij heeft nooit bewezen dat bijvoorbeeld de vogels (een 'basissoort') afstammen van de dinosauriërs (een andere 'basissoort'). Waarom die 'aanhalingstekens'? Omdat een 'soort' moeilijk te definiëren is. We maken er afspraken over, in een vakgebied dat we taxonomie noemen. Een totaal ander uitgangspunt en een volkomen afwijkend stelsel van naamgeving is net zo verantwoord, maar je moet over hetzelfde kunnen praten, vandaar die afspraken, zoals "dit is een zoogdier", "dit is een weekdier" of "dit is een paard".
De bevindingen van Darwin zijn niet per definitie een bewijs voor evolutie, maar passen net zo goed in het raamwerk van de schepping: God schiep basisvormen, waaruit alle huidige soorten zijn ontstaan. Darwin beschreef slechts het mechanisme dat voor deze diversificatie zorgt en noemde dat 'natuurlijke selectie'. De conclusies die hij en zijn volgelingen daaruit hebben getrokken zijn lang niet allemaal geoorloofd (macro-evolutie is geen logisch gevolg van natuurlijke selectie). Sterker nog: natuurlijke selectie is juist een sterk bewijs van de voorzienigheid van God. Het is het mechanisme dat soorten in staat stelt om in een veranderende omgeving te blijven voortbestaan, wat veel eerder duidt op een goed ontwerp.
Je moet geloven in evolutie.
Evolutiegelovigen 'evangeliseren' vandaag de dag uitbundig in de media en in (populair) wetenschappelijke lectuur. De logica die ze gebruiken laat wel wat te wensen over. Echt bewijs voor een evolutie van eenvoudige organismen naar meer complexe en beter aangepaste organismen is er niet, laat staan een goede verklaring voor hoe dat allemaal begonnen zou moeten zijn. De filosofie achter evolutie blijft dus een geloof.
Natuurlijke selectie.
Darwin toonde aan dat bepaalde dieren en planten aan elkaar verwant zijn, dat er verandering plaatsvindt in de basissoorten en dat de best aangepaste 'soort' overleeft. Hij heeft nooit bewezen dat bijvoorbeeld de vogels (een 'basissoort') afstammen van de dinosauriërs (een andere 'basissoort'). Waarom die 'aanhalingstekens'? Omdat een 'soort' moeilijk te definiëren is. We maken er afspraken over, in een vakgebied dat we taxonomie noemen. Een totaal ander uitgangspunt en een volkomen afwijkend stelsel van naamgeving is net zo verantwoord, maar je moet over hetzelfde kunnen praten, vandaar die afspraken, zoals "dit is een zoogdier", "dit is een weekdier" of "dit is een paard".
De bevindingen van Darwin zijn niet per definitie een bewijs voor evolutie, maar passen net zo goed in het raamwerk van de schepping: God schiep basisvormen, waaruit alle huidige soorten zijn ontstaan. Darwin beschreef slechts het mechanisme dat voor deze diversificatie zorgt en noemde dat 'natuurlijke selectie'. De conclusies die hij en zijn volgelingen daaruit hebben getrokken zijn lang niet allemaal geoorloofd (macro-evolutie is geen logisch gevolg van natuurlijke selectie). Sterker nog: natuurlijke selectie is juist een sterk bewijs van de voorzienigheid van God. Het is het mechanisme dat soorten in staat stelt om in een veranderende omgeving te blijven voortbestaan, wat veel eerder duidt op een goed ontwerp.
Je moet geloven in evolutie.
Evolutiegelovigen 'evangeliseren' vandaag de dag uitbundig in de media en in (populair) wetenschappelijke lectuur. De logica die ze gebruiken laat wel wat te wensen over. Echt bewijs voor een evolutie van eenvoudige organismen naar meer complexe en beter aangepaste organismen is er niet, laat staan een goede verklaring voor hoe dat allemaal begonnen zou moeten zijn. De filosofie achter evolutie blijft dus een geloof.
In Bijbels Optiek
Natuurlijke selectie is juist een sterk bewijs van de voorzienigheid van God. Het is het mechanisme dat soorten in staat stelt om in een veranderende omgeving te blijven voortbestaan, wat veel eerder duidt op een goed ontwerp.
Oorsprong.
Het heelal (materie en tijd, het tijd-ruimte continuüm) heeft een begin en dat begin kan niet iets materieels veroorzaakt zijn. Er is geen bevredigende naturalistische verklaring voor het begin van de materie. De oorzaak van het stoffelijke moet 'de stof ontstijgen'. En dat is in ieder geval één van de eigenschappen van God: Hij staat 'boven' of 'buiten' de materie.
Het waarneembare moet zijn oorsprong in het onzichtbare hebben. Dan moeten de eigenschappen van het waarneembare hun oorsprong hebben in de eigenschappen van het onzichtbare. Dat wat ontworpen is kan niet uitstijgen boven zijn ontwerper. Als we kijken naar de eigenschappen van de schepping, in het bijzonder naar die van mensen (de levende wezens met de meest uitgebreide mentale, vocale en intuïtieve vermogens en een sterk gevoel voor moraal), moeten we concluderen dat de onzichtbare Ontwerper intelligenter moet zijn, sterkere emoties moet hebben, in staat moet zijn om te spreken, te zien en te luisteren en dat Hij rechtvaardig kan oordelen. Dit lijkt mij de meest logische conclusie. Ga maar na: als ons gevoel voor rechtvaardigheid al zo sterk is, hoe sterk moet dat van onze Maker dan wel zijn? Als wij ons goed kunnen uiten, dan moet onze Architect dat zeker kunnen. Als wij kunnen horen en zien, waarom zou onze Schepper dat dan niet beter kunnen? In de Bijbel worden al deze kenmerken (en meer) toegeschreven aan God.
Oorsprong.
Het heelal (materie en tijd, het tijd-ruimte continuüm) heeft een begin en dat begin kan niet iets materieels veroorzaakt zijn. Er is geen bevredigende naturalistische verklaring voor het begin van de materie. De oorzaak van het stoffelijke moet 'de stof ontstijgen'. En dat is in ieder geval één van de eigenschappen van God: Hij staat 'boven' of 'buiten' de materie.
Het waarneembare moet zijn oorsprong in het onzichtbare hebben. Dan moeten de eigenschappen van het waarneembare hun oorsprong hebben in de eigenschappen van het onzichtbare. Dat wat ontworpen is kan niet uitstijgen boven zijn ontwerper. Als we kijken naar de eigenschappen van de schepping, in het bijzonder naar die van mensen (de levende wezens met de meest uitgebreide mentale, vocale en intuïtieve vermogens en een sterk gevoel voor moraal), moeten we concluderen dat de onzichtbare Ontwerper intelligenter moet zijn, sterkere emoties moet hebben, in staat moet zijn om te spreken, te zien en te luisteren en dat Hij rechtvaardig kan oordelen. Dit lijkt mij de meest logische conclusie. Ga maar na: als ons gevoel voor rechtvaardigheid al zo sterk is, hoe sterk moet dat van onze Maker dan wel zijn? Als wij ons goed kunnen uiten, dan moet onze Architect dat zeker kunnen. Als wij kunnen horen en zien, waarom zou onze Schepper dat dan niet beter kunnen? In de Bijbel worden al deze kenmerken (en meer) toegeschreven aan God.
In Bijbels Optiek
Dat wat ontworpen is kan niet uitstijgen boven zijn ontwerper. Als we kijken naar de eigenschappen van de schepping, in het bijzonder naar die van mensen (de levende wezens met de meest uitgebreide mentale, vocale en intuïtieve vermogens en een sterk gevoel voor moraal), moeten we concluderen dat de onzichtbare Ontwerper intelligenter moet zijn, sterkere emoties moet hebben, in staat moet zijn om te spreken, te zien en te luisteren en dat Hij rechtvaardig kan oordelen ( hier het beeld van Rodin: de denkende man).
Het 'Boek der boeken'.
Modern microbiologisch onderzoek laat steeds meer zien hoe verbazingwekkend precies en doelmatig de cellen ontworpen zijn. Met al hun ingewikkelde machines, processen, een eigen energievoorziening, bibliotheek en transport. Als er een dergelijk ontwerp is, dan moet er een Ontwerper zijn die dat verzonnen heeft. Deze Ontwerper moet logischerwijs ook een reden gehad hebben om ons te maken.
Mijn stelling is dat het de God van de Bijbel is, die ons heeft gemaakt en tot ons heeft gesproken door de Bijbel. Met name omdat de Bijbel het enige boek is waarin God wordt beschreven als persoonlijk betrokken Schepper, op een manier die je van Hem zou mogen verwachten.
Tegen de tekst van de Bijbel is wetenschappelijk niets in te brengen. Alles in het 'Boek der boeken' klopt en is logisch. In de Bijbel vinden we zelfs vele voorzeggingen die ook daadwerkelijk uitgekomen zijn. Bijvoorbeeld de opkomst en ondergang van verschillende koninkrijken en veel details van het leven en sterven van Jezus Christus, die Hij niet Zelf in scène had kunnen zetten. Dit is een sterk bewijs dat de oorsprong van de tekst buiten ons ruimte-tijd continuüm ligt. Iemand die de Bijbel serieus onderzoekt, heeft uiteindelijk geen reden om niet in God te geloven.
De God van de Bijbel.
Dan blijft natuurlijk voor de meeste mensen wel de vraag of de Bijbelse God wel de enige echte God is. Het begrip god varieert van geen God (atheïsme), via vele goden (polytheïsme), naar "alles is God en God is alles" (pantheïsme). Welk concept van God wordt echter door de wetenschap ondersteund? Als er geen God is, dan zijn het leven en het bestaan fundamenteel irrationeel, voortgekomen uit chaos en eindigend in de hittedood van het universum. Maar als alles God is, dan is niets de ultieme God, en je hebt dan hetzelfde probleem; goed en kwaad zijn dan verschillende zijden van dezelfde munt het universum is ook in dit geval irrationeel. Als er vele goden zijn (van dualisme tot polytheïsme) dan zijn goed en kwaad samen gelijkwaardig eeuwig en dus gelijkwaardig geldig en gelijkwaardig zinloos. In de meeste polytheïstisch georiënteerde culturen is het menselijk leven een nutteloze poging om die god tevreden te stellen die op een bepaald ogenblik de grootste dreiging vormt.
Het 'Boek der boeken'.
Modern microbiologisch onderzoek laat steeds meer zien hoe verbazingwekkend precies en doelmatig de cellen ontworpen zijn. Met al hun ingewikkelde machines, processen, een eigen energievoorziening, bibliotheek en transport. Als er een dergelijk ontwerp is, dan moet er een Ontwerper zijn die dat verzonnen heeft. Deze Ontwerper moet logischerwijs ook een reden gehad hebben om ons te maken.
Mijn stelling is dat het de God van de Bijbel is, die ons heeft gemaakt en tot ons heeft gesproken door de Bijbel. Met name omdat de Bijbel het enige boek is waarin God wordt beschreven als persoonlijk betrokken Schepper, op een manier die je van Hem zou mogen verwachten.
Tegen de tekst van de Bijbel is wetenschappelijk niets in te brengen. Alles in het 'Boek der boeken' klopt en is logisch. In de Bijbel vinden we zelfs vele voorzeggingen die ook daadwerkelijk uitgekomen zijn. Bijvoorbeeld de opkomst en ondergang van verschillende koninkrijken en veel details van het leven en sterven van Jezus Christus, die Hij niet Zelf in scène had kunnen zetten. Dit is een sterk bewijs dat de oorsprong van de tekst buiten ons ruimte-tijd continuüm ligt. Iemand die de Bijbel serieus onderzoekt, heeft uiteindelijk geen reden om niet in God te geloven.
De God van de Bijbel.
Dan blijft natuurlijk voor de meeste mensen wel de vraag of de Bijbelse God wel de enige echte God is. Het begrip god varieert van geen God (atheïsme), via vele goden (polytheïsme), naar "alles is God en God is alles" (pantheïsme). Welk concept van God wordt echter door de wetenschap ondersteund? Als er geen God is, dan zijn het leven en het bestaan fundamenteel irrationeel, voortgekomen uit chaos en eindigend in de hittedood van het universum. Maar als alles God is, dan is niets de ultieme God, en je hebt dan hetzelfde probleem; goed en kwaad zijn dan verschillende zijden van dezelfde munt het universum is ook in dit geval irrationeel. Als er vele goden zijn (van dualisme tot polytheïsme) dan zijn goed en kwaad samen gelijkwaardig eeuwig en dus gelijkwaardig geldig en gelijkwaardig zinloos. In de meeste polytheïstisch georiënteerde culturen is het menselijk leven een nutteloze poging om die god tevreden te stellen die op een bepaald ogenblik de grootste dreiging vormt.
In Bijbels Optiek
Aan afgoden moet geofferd worden om ze tevreden te stellen, omdat ze anders een bedreiging gaan vormen (hier op Bali, Indonesië).
De christelijke God.
De christelijke God daarentegen is rationeel. Hij bezit de eigenschappen van persoonlijkheid, Hij beheerst alles, is alomtegenwoordig en eeuwig (staat buiten ruimte en tijd) en Hij is onveranderlijk. Daarnaast heeft Hij de morele eigenschappen van eerlijkheid, rechtvaardigheid, heiligheid, wijsheid, liefde, rechtschapenheid, gratie, genade en goedheid. Hij heerst soeverein, maar niet impulsief - Hij kan alles doen behalve dingen die in strijd zijn met Zijn eigen aard, inclusief Zijn rationaliteit (daarom zou Hij nooit een steen maken die zo groot is dat Hij deze niet kan verplaatsen, om het favoriete hypothetische probleem van de naïeve scepticus te gebruiken). En het belangrijkste: Hij is transcendent: Hij leeft eeuwig, onafhankelijk bestaand, altijd en alom aanwezig maar onafhankelijk van het universum dat Hij heeft geschapen - Hij is iets anders dan de natuur. Tenslotte is Hij de Wetgever, dat wil zeggen dat Zijn heerschappij overeenstemt met morele en natuurlijke wetten. Het Christelijke concept van God ondersteunt daarom de wetenschappelijke gedachte, omdat rationaliteit, orde, logica, rede, waarheid, wetten, eenheid, diversiteit, persoonlijkheid en doelen in het universum zijn ingebouwd, voortgekomen uit de gedachten van een Wezen dat door deze eigenschappen wordt gekenmerkt.
De christelijke God.
De christelijke God daarentegen is rationeel. Hij bezit de eigenschappen van persoonlijkheid, Hij beheerst alles, is alomtegenwoordig en eeuwig (staat buiten ruimte en tijd) en Hij is onveranderlijk. Daarnaast heeft Hij de morele eigenschappen van eerlijkheid, rechtvaardigheid, heiligheid, wijsheid, liefde, rechtschapenheid, gratie, genade en goedheid. Hij heerst soeverein, maar niet impulsief - Hij kan alles doen behalve dingen die in strijd zijn met Zijn eigen aard, inclusief Zijn rationaliteit (daarom zou Hij nooit een steen maken die zo groot is dat Hij deze niet kan verplaatsen, om het favoriete hypothetische probleem van de naïeve scepticus te gebruiken). En het belangrijkste: Hij is transcendent: Hij leeft eeuwig, onafhankelijk bestaand, altijd en alom aanwezig maar onafhankelijk van het universum dat Hij heeft geschapen - Hij is iets anders dan de natuur. Tenslotte is Hij de Wetgever, dat wil zeggen dat Zijn heerschappij overeenstemt met morele en natuurlijke wetten. Het Christelijke concept van God ondersteunt daarom de wetenschappelijke gedachte, omdat rationaliteit, orde, logica, rede, waarheid, wetten, eenheid, diversiteit, persoonlijkheid en doelen in het universum zijn ingebouwd, voortgekomen uit de gedachten van een Wezen dat door deze eigenschappen wordt gekenmerkt.
In Bijbels Optiek
De mens is naar het beeld van zijn Schepper gemaakt – rationeel, ordelijk, logisch denkend, waarheidlievend, persoonlijkheid en doelmatig.
Andere godsdiensten.
Griekse denkers verheerlijkten het verstand van de mens en vonden het onwaardig om experimenten uit te voeren. Afgezien van enkele uitzonderingen was de Griekse 'wetenschap' deductief, niet inductief; een poging om de aard der dingen alleen door middel van rede op te lossen. Voor een Christen is dit een oefening in zinloosheid, omdat het verstand van de mens door de zonde is vertroebeld. Rationaliteit moet bij God beginnen.
Het islamitische concept van God lijkt wellicht het meest op de Christelijke kijk, en het is interessant om op te merken dat enkele van de meest significante vooruitgangen in de middeleeuwse wetenschap door Moslims geboekt zijn, vooral in de mathematica, geneeskunde en chemie. Maar de islamitische wetenschap is nooit uitgegroeid tot een zichzelf in stand houdende onderneming, en dat is deels te wijten aan het islamitische concept van God. Net als de Christelijke God is Allah soeverein en almachtig, maar de Koran benadrukt Zijn soevereiniteit zo krachtig dat Zijn rationaliteit wordt verminderd, en dat verschuift de balans van het geloof in de regelmatigheid van het universum dat bestudeerd kan worden naar de onzekerheid over wat Zijn volgende stap zal zijn.
Niet-christelijke geloofsovertuigingen over de natuur variëren van materialisme tot animisme: van het geloof dat de natuur niets meer is dan fysica en chemie tot het bijgeloof dat de natuur bewoond wordt door geesten of zelfs imaginair is; een illusie. In veel stammenculturen over de hele wereld leeft en ademt de natuur met geesten, die via de sjamaan begrepen moeten worden.
Andere godsdiensten.
Griekse denkers verheerlijkten het verstand van de mens en vonden het onwaardig om experimenten uit te voeren. Afgezien van enkele uitzonderingen was de Griekse 'wetenschap' deductief, niet inductief; een poging om de aard der dingen alleen door middel van rede op te lossen. Voor een Christen is dit een oefening in zinloosheid, omdat het verstand van de mens door de zonde is vertroebeld. Rationaliteit moet bij God beginnen.
Het islamitische concept van God lijkt wellicht het meest op de Christelijke kijk, en het is interessant om op te merken dat enkele van de meest significante vooruitgangen in de middeleeuwse wetenschap door Moslims geboekt zijn, vooral in de mathematica, geneeskunde en chemie. Maar de islamitische wetenschap is nooit uitgegroeid tot een zichzelf in stand houdende onderneming, en dat is deels te wijten aan het islamitische concept van God. Net als de Christelijke God is Allah soeverein en almachtig, maar de Koran benadrukt Zijn soevereiniteit zo krachtig dat Zijn rationaliteit wordt verminderd, en dat verschuift de balans van het geloof in de regelmatigheid van het universum dat bestudeerd kan worden naar de onzekerheid over wat Zijn volgende stap zal zijn.
Niet-christelijke geloofsovertuigingen over de natuur variëren van materialisme tot animisme: van het geloof dat de natuur niets meer is dan fysica en chemie tot het bijgeloof dat de natuur bewoond wordt door geesten of zelfs imaginair is; een illusie. In veel stammenculturen over de hele wereld leeft en ademt de natuur met geesten, die via de sjamaan begrepen moeten worden.
In Bijbels Optiek
De islamitische wetenschap is nooit uitgegroeid tot een zichzelf in stand houdende onderneming, en dat is deels te wijten aan het islamitische concept van God: die is oppermachtig en soeverein, maar dat ligt er zo dik bovenop in de koran, dat alleen een paar letters overblijven.
Indianen.
De natuurlijke religie van de Amerikaanse Indianen is tegenwoordig zeer 'politiek correct'. Het wordt in de Amerikaanse nationale parken vaak met vuur gepredikt en wordt in veel films met veel eerbied neergezet. Met alle respect voor hun gevarieerde en kleurrijke culturele tradities: wat geloven de meeste Indianen over de natuur? Dat er een geest van de coyote bestaat, en een geest van de bergen en een geest van de koe en een geest van de beer, en dat we op een zoektocht naar visioenen moeten gaan om contact met de geesten te maken. Hoe aantrekkelijk dit ook mag klinken voor filmmakers, toch staat dit lijnrecht tegenover de wetenschap. De natuurwetten kunnen in dat wereldbeeld niet bestaan, omdat de wereld wordt geregeerd door middel van magie, spreuken en wichelarij, niet door natuurwetten. De natuur wordt begrepen door middel van het voorstellingsvermogen, niet de rede. Hoe afhankelijker de cultuur is van zijn sjamaan om de geesten van de natuur te begrijpen, hoe minder deze cultuur geneigd is om inductieve experimenten uit te voeren en een wetenschappelijke kijk op het leven te ontwikkelen. Een Navajo indiaan legde uit dat het in hun cultuur als een taboe wordt gezien als kinderen vragen stellen. Wanneer de tijd er voor is gekomen, zal de vader of de sjamaan het kind vertellen wat te geloven. Dit is juist het dogmatisme dat wetenschappers vaak verafschuwen in georganiseerde religies. Goede wetenschapsonderwijzers en ouders weten dat het gezond is wanneer kinderen worden aangemoedigd om vragen te stellen en om nieuwsgierig te zijn over de wereld. De sjamanen zijn charlatans, die vaak hun eigen zakken vullen, ze geven hun mensen waardeloze mengsels om ziektes te genezen, waarvan de oorzaken en de genezingen werden ontdekt door wetenschappers als Pasteur, die eeuwen van bijgeloof overwonnen en met behulp van de wetenschappelijke methode miljoenen levens hebben gered. Daarom is ontwikkelingshulp vanuit een christelijke mentaliteit volledig verantwoord en zelfs nodig.
Indianen.
De natuurlijke religie van de Amerikaanse Indianen is tegenwoordig zeer 'politiek correct'. Het wordt in de Amerikaanse nationale parken vaak met vuur gepredikt en wordt in veel films met veel eerbied neergezet. Met alle respect voor hun gevarieerde en kleurrijke culturele tradities: wat geloven de meeste Indianen over de natuur? Dat er een geest van de coyote bestaat, en een geest van de bergen en een geest van de koe en een geest van de beer, en dat we op een zoektocht naar visioenen moeten gaan om contact met de geesten te maken. Hoe aantrekkelijk dit ook mag klinken voor filmmakers, toch staat dit lijnrecht tegenover de wetenschap. De natuurwetten kunnen in dat wereldbeeld niet bestaan, omdat de wereld wordt geregeerd door middel van magie, spreuken en wichelarij, niet door natuurwetten. De natuur wordt begrepen door middel van het voorstellingsvermogen, niet de rede. Hoe afhankelijker de cultuur is van zijn sjamaan om de geesten van de natuur te begrijpen, hoe minder deze cultuur geneigd is om inductieve experimenten uit te voeren en een wetenschappelijke kijk op het leven te ontwikkelen. Een Navajo indiaan legde uit dat het in hun cultuur als een taboe wordt gezien als kinderen vragen stellen. Wanneer de tijd er voor is gekomen, zal de vader of de sjamaan het kind vertellen wat te geloven. Dit is juist het dogmatisme dat wetenschappers vaak verafschuwen in georganiseerde religies. Goede wetenschapsonderwijzers en ouders weten dat het gezond is wanneer kinderen worden aangemoedigd om vragen te stellen en om nieuwsgierig te zijn over de wereld. De sjamanen zijn charlatans, die vaak hun eigen zakken vullen, ze geven hun mensen waardeloze mengsels om ziektes te genezen, waarvan de oorzaken en de genezingen werden ontdekt door wetenschappers als Pasteur, die eeuwen van bijgeloof overwonnen en met behulp van de wetenschappelijke methode miljoenen levens hebben gered. Daarom is ontwikkelingshulp vanuit een christelijke mentaliteit volledig verantwoord en zelfs nodig.
In Bijbels Optiek
Pasteuriseren is een proces in de voedselindustrie dat schadelijke bacteriën in aan bederf onderhevige voedselproducten vernietigt door het voedsel kort te verhitten, zonder het product te beschadigen. Het proces is vernoemd naar de uitvinder, Louis Pasteur. Veel bacteriële ziekten zijn hierdoor verbannen en uit de sfeer van het bijgeloof gehaald.
Balans.
Aan het andere uiteinde heeft de materialist met het probleem te kampen dat door C.S. Lewis werd verwoord: als het universum bestaat uit materie in beweging, zonder doel, en mijn brein dus bestaat uit dergelijke atomen, dan heb ik geen objectief criterium meer dat ik kan gebruiken om te geloven dat mijn brein uit atomen bestaat. Tenslotte mag het duidelijk zijn, als ik geloof dat het universum denkbeeldig is, dat het zich dan niet leent voor een serieuze bestudering ervan. Als ik mijn verbeelding niet kan samenbrengen met jouw verbeelding, of zelfs niet kan weten dat jij bestaat, hoe kan ik dan verwachten dat ik mijn bevindingen kan publiceren en dat die dan door anderen begrepen zullen worden? Het leven wordt dan een zoektocht, niet naar het begrip van de wereld, maar naar het negeren van de wereld en het bereiken van nirvana of een andere 'hogere' vorm van bewustzijn.
De Christen daarentegen kent een balans tussen geest en materie. De natuur is niet God, maar een mechanisme dat door God is geschapen. De natuur is een op goddelijke wijze geordende schepping van een alwetend, almachtig Wezen en weerspiegelt daarom Zijn ordelijkheid, wijsheid, creativiteit en rationaliteit. Als we geloven dat God rationeel is, en dat Hij door middel van wetten regeert, dan kunnen we verwachten dat we elegante natuurwetten kunnen vinden die aan Zijn vakmanschap ten grondslag liggen. Wanneer we zo de natuur bestuderen, dan leren we om Zijn wijsheid en waarheid te waarderen en te overpeinzen. De wetenschap wordt dan een heilige roeping, een vorm van aanbidding. Maar die aanbidding richt zich tot God, niet tot de natuur. De Bijbel leert ons dat de natuur vanwege de zonde onderworpen is aan de vloek van God. We zien een wereld vol goed en kwaad, vol schoonheid en pijn. Maar de Bijbel leert ons dat God in het begin alles wat Hij gemaakt had "zeer goed" noemde, en dat dit eens in de oorspronkelijke staat terug gebracht zal worden.
Balans.
Aan het andere uiteinde heeft de materialist met het probleem te kampen dat door C.S. Lewis werd verwoord: als het universum bestaat uit materie in beweging, zonder doel, en mijn brein dus bestaat uit dergelijke atomen, dan heb ik geen objectief criterium meer dat ik kan gebruiken om te geloven dat mijn brein uit atomen bestaat. Tenslotte mag het duidelijk zijn, als ik geloof dat het universum denkbeeldig is, dat het zich dan niet leent voor een serieuze bestudering ervan. Als ik mijn verbeelding niet kan samenbrengen met jouw verbeelding, of zelfs niet kan weten dat jij bestaat, hoe kan ik dan verwachten dat ik mijn bevindingen kan publiceren en dat die dan door anderen begrepen zullen worden? Het leven wordt dan een zoektocht, niet naar het begrip van de wereld, maar naar het negeren van de wereld en het bereiken van nirvana of een andere 'hogere' vorm van bewustzijn.
De Christen daarentegen kent een balans tussen geest en materie. De natuur is niet God, maar een mechanisme dat door God is geschapen. De natuur is een op goddelijke wijze geordende schepping van een alwetend, almachtig Wezen en weerspiegelt daarom Zijn ordelijkheid, wijsheid, creativiteit en rationaliteit. Als we geloven dat God rationeel is, en dat Hij door middel van wetten regeert, dan kunnen we verwachten dat we elegante natuurwetten kunnen vinden die aan Zijn vakmanschap ten grondslag liggen. Wanneer we zo de natuur bestuderen, dan leren we om Zijn wijsheid en waarheid te waarderen en te overpeinzen. De wetenschap wordt dan een heilige roeping, een vorm van aanbidding. Maar die aanbidding richt zich tot God, niet tot de natuur. De Bijbel leert ons dat de natuur vanwege de zonde onderworpen is aan de vloek van God. We zien een wereld vol goed en kwaad, vol schoonheid en pijn. Maar de Bijbel leert ons dat God in het begin alles wat Hij gemaakt had "zeer goed" noemde, en dat dit eens in de oorspronkelijke staat terug gebracht zal worden.
In Bijbels Optiek
De Christen kent een balans tussen geest en materie. De natuur is niet God, maar een mechanisme dat door God is geschapen. De Bijbel leert ons dat de natuur vanwege de zonde onderworpen is aan de vloek van God. We zien een wereld vol goed en kwaad, vol schoonheid en pijn.
Wonderen.
Een bliksemstraal flitst. Een vloed vindt plaats. Een komeet verschijnt aan de hemel en verdwijnt dan weer. Een epidemie raast door het land. Wat is er gebeurd? In veel culturen waren de goden boos en moeten zij tevredengesteld worden. De sjamaan kijkt naar de lever, raadpleegt het horoscoop of offert een arme slaaf op het altaar. De rationalistische Grieken proberen het met behulp van de rede te verklaren. De Oosterse wijze noemt het karma. De materialist gaat op zoek naar materiële oorzaken, maar heeft uiteindelijk geen referentiepunt waaraan hij een bepaald iets als waar of onwaar kan afmeten, of hij begaat de fout van het reductionisme.
Maar, zal iemand zeggen, Christenen geloven in wonderen. Is het Oude Testament niet gevuld met plagen en vloedgolven die door een boze, veroordelende God worden veroorzaakt? Als wonderen de norm waren, dan zouden ze normaal zijn en geen wonderen. Dan zouden zowel Christenen als Joden weinig verschillen van de mensen die in animisme geloven. Wanneer je de Bijbelse wonderen bestudeert, dan zie je dat deze juist opmerkelijk waren vanwege hun zeldzaamheid. Zij kwamen in groepjes voor in de levens van Mozes, enkele profeten, Jezus Christus en de twaalf apostelen. De extreme zeldzaamheid van echte natuurlijke wonderen dienden hun doel als tekenen van God op bijzondere ogenblikken in Zijn plan, zoals dit door de Bijbel wordt geopenbaard. Voor de meeste mensen in het Oude Testament vormden hun hele leven lang de natuurwetten de norm. God kan en zal nog steeds ingrijpen als antwoord op gebeden, maar meestal door de normale loop van de natuurwetten te wijzigen, zoals het om een biddende dienaar heen leiden van een storm of plaag. Geen enkele van deze overwegingen wijzigt de Christelijke vooronderstelling van een universum dat door natuurwetten wordt beheerst.
Wonderen.
Een bliksemstraal flitst. Een vloed vindt plaats. Een komeet verschijnt aan de hemel en verdwijnt dan weer. Een epidemie raast door het land. Wat is er gebeurd? In veel culturen waren de goden boos en moeten zij tevredengesteld worden. De sjamaan kijkt naar de lever, raadpleegt het horoscoop of offert een arme slaaf op het altaar. De rationalistische Grieken proberen het met behulp van de rede te verklaren. De Oosterse wijze noemt het karma. De materialist gaat op zoek naar materiële oorzaken, maar heeft uiteindelijk geen referentiepunt waaraan hij een bepaald iets als waar of onwaar kan afmeten, of hij begaat de fout van het reductionisme.
Maar, zal iemand zeggen, Christenen geloven in wonderen. Is het Oude Testament niet gevuld met plagen en vloedgolven die door een boze, veroordelende God worden veroorzaakt? Als wonderen de norm waren, dan zouden ze normaal zijn en geen wonderen. Dan zouden zowel Christenen als Joden weinig verschillen van de mensen die in animisme geloven. Wanneer je de Bijbelse wonderen bestudeert, dan zie je dat deze juist opmerkelijk waren vanwege hun zeldzaamheid. Zij kwamen in groepjes voor in de levens van Mozes, enkele profeten, Jezus Christus en de twaalf apostelen. De extreme zeldzaamheid van echte natuurlijke wonderen dienden hun doel als tekenen van God op bijzondere ogenblikken in Zijn plan, zoals dit door de Bijbel wordt geopenbaard. Voor de meeste mensen in het Oude Testament vormden hun hele leven lang de natuurwetten de norm. God kan en zal nog steeds ingrijpen als antwoord op gebeden, maar meestal door de normale loop van de natuurwetten te wijzigen, zoals het om een biddende dienaar heen leiden van een storm of plaag. Geen enkele van deze overwegingen wijzigt de Christelijke vooronderstelling van een universum dat door natuurwetten wordt beheerst.
In Bijbels Optiek
De extreme zeldzaamheid van echte natuurlijke wonderen dienden hun doel als tekenen van God op bijzondere ogenblikken in Zijn plan, zoals dit door de Bijbel wordt geopenbaard.
God vult de gaten?
Dan is er nog de 'God vult de gaten' misvatting. Er zijn mensen die bepaalde onverklaarde fenomenen aan de 'hand van God' toekennen. Maar overweeg eens of de materialist op dit gebied zelf wel onschuldig is. Sommige fenomenen tonen zo'n duidelijk bewijs voor een ontwerp, zoals de eenvoudigste levende cel en de DNA code, dat evolutionisten vaak eenzelfde fout begaan wanneer zij de oorsprong hiervan moeten verklaren. Zij kennen bijna goddelijke krachten toe aan natuurlijke selectie, een gedachteloos, doelloos principe, dat niets te maken kan hebben gehad met de oorsprong van de cel of de DNA code. Dit grenst aan pantheïsme: het toekennen van intellect, doelgerichtheid en een wil aan levenloze objecten. Of ze wuiven de vraag weg met een geloof in wat de wetenschap ooit zal doen ("het wordt nog wel ontdekt"). In beide gevallen dwingt de toewijding aan materialisme, dat met meer ijver wordt nagestreefd dan de gemiddelde kerkganger bezit, de atheïst tot het negeren van bewijs dat God bestaat. Hij begaat dus een soortgelijke fout: het 'pantheïsme vult de gaten' of 'toekomstig succes van het materialisme vult de gaten'. Terwijl de wetenschap zich zou moeten bezighouden met het vinden van natuurlijke oorzaken voor de meeste hedendaagse, herhaalbare fenomenen, is het verklaren van de oorsprong van dingen een heel ander onderzoeksgebied. En als er een God is, dan zijn verhoorde gebeden enkelvoudige, niet herhaalbare gebeurtenissen die niet onderworpen kunnen worden aan wetenschappelijke proeven en zijn dus heel anders dan bliksem, vloedgolven, kometen en ziekten die al duizenden jaren lang worden waargenomen. Het christelijke geloof is dus niet een geloof dat een god nodig heeft om onbegrepen dingen te verklaren, maar eerder een geloof dat zich richt op een God die de normale, door Hem ingestelde natuurwetten kan doorbreken wanneer wij Hem daarom vragen en wanneer Hij dat zo verkiest.
God vult de gaten?
Dan is er nog de 'God vult de gaten' misvatting. Er zijn mensen die bepaalde onverklaarde fenomenen aan de 'hand van God' toekennen. Maar overweeg eens of de materialist op dit gebied zelf wel onschuldig is. Sommige fenomenen tonen zo'n duidelijk bewijs voor een ontwerp, zoals de eenvoudigste levende cel en de DNA code, dat evolutionisten vaak eenzelfde fout begaan wanneer zij de oorsprong hiervan moeten verklaren. Zij kennen bijna goddelijke krachten toe aan natuurlijke selectie, een gedachteloos, doelloos principe, dat niets te maken kan hebben gehad met de oorsprong van de cel of de DNA code. Dit grenst aan pantheïsme: het toekennen van intellect, doelgerichtheid en een wil aan levenloze objecten. Of ze wuiven de vraag weg met een geloof in wat de wetenschap ooit zal doen ("het wordt nog wel ontdekt"). In beide gevallen dwingt de toewijding aan materialisme, dat met meer ijver wordt nagestreefd dan de gemiddelde kerkganger bezit, de atheïst tot het negeren van bewijs dat God bestaat. Hij begaat dus een soortgelijke fout: het 'pantheïsme vult de gaten' of 'toekomstig succes van het materialisme vult de gaten'. Terwijl de wetenschap zich zou moeten bezighouden met het vinden van natuurlijke oorzaken voor de meeste hedendaagse, herhaalbare fenomenen, is het verklaren van de oorsprong van dingen een heel ander onderzoeksgebied. En als er een God is, dan zijn verhoorde gebeden enkelvoudige, niet herhaalbare gebeurtenissen die niet onderworpen kunnen worden aan wetenschappelijke proeven en zijn dus heel anders dan bliksem, vloedgolven, kometen en ziekten die al duizenden jaren lang worden waargenomen. Het christelijke geloof is dus niet een geloof dat een god nodig heeft om onbegrepen dingen te verklaren, maar eerder een geloof dat zich richt op een God die de normale, door Hem ingestelde natuurwetten kan doorbreken wanneer wij Hem daarom vragen en wanneer Hij dat zo verkiest.
In Bijbels Optiek
Het christelijke geloof is niet een geloof dat God nodig heeft om onbegrepen dingen te verklaren, maar eerder een geloof dat zich richt op Hem die de normale, door Hem ingestelde natuurwetten kan doorbreken wanneer wij Hem daarom vragen en wanneer Hij dat zo verkiest.
Hoop.
De Judaïstisch-Christelijke kosmologie is er een van lineaire tijd: schepping, geschiedenis en schriftvervulling. Er was een begin (dit wordt met enige tegenzin vanuit de moderne kosmologie bevestigd), en er is een geschiedenis die naar een uiteindelijke vervulling van de Schrift toesnelt. Het is waar dat Christenen geloven dat deze wereld en alles er in zal vergaan, maar niet de ziel. Er zullen beloningen zijn voor de trouwe dienaren van God, en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde uit de hand van dezelfde Schepper die nooit verandert. Dit geeft ons de hoop dat onze levens wel degelijk een verschil uitmaken en dat we ons nu meteen met een vreugdevolle onderneming kunnen bezighouden -- de wetenschap -- waar we ook tot in de eeuwigheid van kunnen genieten door de wonderbaarlijke werken van God te verkennen.
Darwin.
Darwin opperde als het ware een nieuw geloof. Hij constateerde dat de organismen die zich het beste kunnen aanpassen aan hun omgeving overleven en dat door vele kleine aanpassingen uiteindelijk een nieuwe soort kan ontstaan. Op zich een juiste observatie, maar dit voerde hij zo ver door dat hij meende te moeten concluderen dat al het leven uit één eenvoudige cel moet zijn ontstaan. Deze veronderstelling is nog nooit bevestigd en zeker nooit waargenomen. De term 'survival of the fittest' is op zich al een zelfvervullende profetie. Natuurlijk overleeft degene die het best is aangepast, maar wie is dat? Degene die de beste aanpassingen heeft, het snelst is, het hardst weg kan rennen, gevechten wint... degene die overleeft dus! Dat noemt men ook wel eens een 'cirkelredenering'. In de natuur is het overleven van de beste, sterkste, slimste en mooiste lang niet altijd de norm. Zelfs onder dieren zien we zorg van ouder voor kind en van de sterkere voor de zwakkere individuen. Dit geeft wel aan dat die overleving niet zo eenvoudig kan worden voorgesteld. Het is wel ironisch dat ook de 'strijd' om voedsel en territorium vooral binnen soorten voortkomt en dus heel weinig zegt over de overlevingskans van soorten ten opzichte van elkaar, maar veel meer over de overlevingskans van dieren binnen dezelfde soort. Het ene soort dier heeft vaak helemaal geen zin in het eten van de andere soort. Er is op dit moment ook nog steeds een goede balans tussen de soorten en er zijn zelfs vele voorbeelden van samenleving waarbij de ene soort niet zonder de ander kan (symbiose). En als 'survival of the fittest' miljoenen jaren door zou zijn gegaan, zouden we dan niet een wereld moeten hebben waarin geen enkel 'zwak' dier meer te vinden is? Het is maar een vraag...
Hoop.
De Judaïstisch-Christelijke kosmologie is er een van lineaire tijd: schepping, geschiedenis en schriftvervulling. Er was een begin (dit wordt met enige tegenzin vanuit de moderne kosmologie bevestigd), en er is een geschiedenis die naar een uiteindelijke vervulling van de Schrift toesnelt. Het is waar dat Christenen geloven dat deze wereld en alles er in zal vergaan, maar niet de ziel. Er zullen beloningen zijn voor de trouwe dienaren van God, en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde uit de hand van dezelfde Schepper die nooit verandert. Dit geeft ons de hoop dat onze levens wel degelijk een verschil uitmaken en dat we ons nu meteen met een vreugdevolle onderneming kunnen bezighouden -- de wetenschap -- waar we ook tot in de eeuwigheid van kunnen genieten door de wonderbaarlijke werken van God te verkennen.
Darwin.
Darwin opperde als het ware een nieuw geloof. Hij constateerde dat de organismen die zich het beste kunnen aanpassen aan hun omgeving overleven en dat door vele kleine aanpassingen uiteindelijk een nieuwe soort kan ontstaan. Op zich een juiste observatie, maar dit voerde hij zo ver door dat hij meende te moeten concluderen dat al het leven uit één eenvoudige cel moet zijn ontstaan. Deze veronderstelling is nog nooit bevestigd en zeker nooit waargenomen. De term 'survival of the fittest' is op zich al een zelfvervullende profetie. Natuurlijk overleeft degene die het best is aangepast, maar wie is dat? Degene die de beste aanpassingen heeft, het snelst is, het hardst weg kan rennen, gevechten wint... degene die overleeft dus! Dat noemt men ook wel eens een 'cirkelredenering'. In de natuur is het overleven van de beste, sterkste, slimste en mooiste lang niet altijd de norm. Zelfs onder dieren zien we zorg van ouder voor kind en van de sterkere voor de zwakkere individuen. Dit geeft wel aan dat die overleving niet zo eenvoudig kan worden voorgesteld. Het is wel ironisch dat ook de 'strijd' om voedsel en territorium vooral binnen soorten voortkomt en dus heel weinig zegt over de overlevingskans van soorten ten opzichte van elkaar, maar veel meer over de overlevingskans van dieren binnen dezelfde soort. Het ene soort dier heeft vaak helemaal geen zin in het eten van de andere soort. Er is op dit moment ook nog steeds een goede balans tussen de soorten en er zijn zelfs vele voorbeelden van samenleving waarbij de ene soort niet zonder de ander kan (symbiose). En als 'survival of the fittest' miljoenen jaren door zou zijn gegaan, zouden we dan niet een wereld moeten hebben waarin geen enkel 'zwak' dier meer te vinden is? Het is maar een vraag...
In Bijbels Optiek
Darwin opperde een nieuw geloof. Hij constateerde dat de organismen die zich het beste kunnen aanpassen aan hun omgeving, kunnen overleven.
Vanzelf?
Door aan te nemen dat 'het allemaal vanzelf is gegaan', maak je de materie zelf zijn eigen god: de materie heeft zichzelf gemaakt. Deze denkwijze probeert een religieuze benadering van ons universum uit te bannen door een filosofisch concept ervoor in de plaats te zetten dat elke inbreng van een goddelijk wezen wegredeneert. De God van de Bijbel mag in dit wereldbeeld niet meedoen. Alles moet op een materialistische en naturalistische manier worden verklaard. En dat doet men dan ook. Of het nu om de snelle zwaluw gaat, of de trage slak, een grote dino of een kleine watervlo, een dik nijlpaard of een dunne slang, alles is 'verklaarbaar'. En als iets niet verklaarbaar is, dan hoopt men mogelijk in de toekomst iets te ontdekken dat het wel verklaart. Al met al is evolutie een prachtig sluitend geheel van filosofische kronkels, waar je jezelf heerlijk in kunt verstoppen. Dat God verantwoordelijk zou zijn voor ons bestaan maakt ons afhankelijk van hem en heeft consequenties voor ons gedrag. De Schepper zou ons wel eens ter verantwoording kunnen roepen. Daarom zijn veel mensen bang voor God of willen niets met Hem te maken hebben, omdat ze dan niet meer hun eigen zin kunnen doen. De boodschap van de Bijbel is echter dat Hij onze Vader is en een relatie met ons wil hebben om ons te leren goed met onszelf, elkaar en de schepping om te gaan.
Het wereldbeeld van Darwin is volgens mij zo populair geworden omdat het mensen een excuus geeft om niet in God te hoeven geloven. Ze zeggen dan dingen als: "Het is allemaal vanzelf gegaan, dus ik ben niet ondergeschikt aan een soort 'opperwezen', ik doe mijn eigen zin, iedereen heeft zijn eigen waarheid..." Veel mensen hoor ik zeggen dat God een 'kruk is om op te leunen' of een 'geruststellende mythe'. Mijn voorstel is om de Bijbel serieus te nemen en te gaan onderzoeken of de God van de Bijbel misschien toch meer is dan dat.
Vanzelf?
Door aan te nemen dat 'het allemaal vanzelf is gegaan', maak je de materie zelf zijn eigen god: de materie heeft zichzelf gemaakt. Deze denkwijze probeert een religieuze benadering van ons universum uit te bannen door een filosofisch concept ervoor in de plaats te zetten dat elke inbreng van een goddelijk wezen wegredeneert. De God van de Bijbel mag in dit wereldbeeld niet meedoen. Alles moet op een materialistische en naturalistische manier worden verklaard. En dat doet men dan ook. Of het nu om de snelle zwaluw gaat, of de trage slak, een grote dino of een kleine watervlo, een dik nijlpaard of een dunne slang, alles is 'verklaarbaar'. En als iets niet verklaarbaar is, dan hoopt men mogelijk in de toekomst iets te ontdekken dat het wel verklaart. Al met al is evolutie een prachtig sluitend geheel van filosofische kronkels, waar je jezelf heerlijk in kunt verstoppen. Dat God verantwoordelijk zou zijn voor ons bestaan maakt ons afhankelijk van hem en heeft consequenties voor ons gedrag. De Schepper zou ons wel eens ter verantwoording kunnen roepen. Daarom zijn veel mensen bang voor God of willen niets met Hem te maken hebben, omdat ze dan niet meer hun eigen zin kunnen doen. De boodschap van de Bijbel is echter dat Hij onze Vader is en een relatie met ons wil hebben om ons te leren goed met onszelf, elkaar en de schepping om te gaan.
Het wereldbeeld van Darwin is volgens mij zo populair geworden omdat het mensen een excuus geeft om niet in God te hoeven geloven. Ze zeggen dan dingen als: "Het is allemaal vanzelf gegaan, dus ik ben niet ondergeschikt aan een soort 'opperwezen', ik doe mijn eigen zin, iedereen heeft zijn eigen waarheid..." Veel mensen hoor ik zeggen dat God een 'kruk is om op te leunen' of een 'geruststellende mythe'. Mijn voorstel is om de Bijbel serieus te nemen en te gaan onderzoeken of de God van de Bijbel misschien toch meer is dan dat.
In Bijbels Optiek
Het wereldbeeld van Darwin is wereldwijd zo populair geworden, omdat het mensen een excuus geeft om niet in God te hoeven geloven. De Schepper zou ons wel eens ter verantwoording kunnen roepen. Daarom zijn veel mensen bang voor God of willen niets met Hem te maken hebben, omdat ze dan niet meer hun eigen zin kunnen doen.
Wetenschap.
De wetenschap staat tegenwoordig geen bovennatuurlijk ingrijpen meer toe. Volgens de huidige definitie moet wetenschap
1. alleen zichtbare, tastbare, meetbare dingen gebruiken bij het verklaren van de feiten.
2. geen 'hogere macht' gebruiken om de oorzaak of het doel van dingen te verklaren.
3. vrij zijn van vooroordelen.
Over deze punten zou ik het volgende willen zeggen:
1. Feiten kunnen ook veroorzaakt worden door iets wat niet te meten is. Als je iemand een blauw oog slaat, dan kan dat zijn omdat je een hekel heb aan die persoon, maar waar zit die hekel? De hekel en de keuze om te slaan zijn de oorzaak van het blauwe oog, die 'hekel' is niet te meten. Je kunt alleen maar getuigen van het feit dat je zin kreeg om hem een klap voor z'n kop te geven. Voor het ontstaan van de eerste cellen die de basis zouden moeten hebben gevormd van vroege levensvormen is geen enkel bewijs aan te voeren. Er zijn geen metingen die de mogelijkheid van het spontaan ontstaan van leven bevestigen. Er zijn alleen maar veronderstellingen of het getuigenis van de Bijbel. Net als bij de klap voor de kop, begint het bij een gedachte, een idee, een vooronderstelling, een overtuiging. Je kunt een beslissing nemen op grond van de feiten, maar de feiten zelf rechtvaardigen de klap (of het geloof in evolutie) niet. Het zijn jouw overtuigingen die de conclusies teweeg brengen.
2. Voor het ontstaan van het heelal, waarvan men nu weet dat het een begin moet hebben gehad, is geen natuurlijke verklaring te geven. Astronomen en wetenschappers die zich bezig houden met theoretische fysica komen met vage theorieën als 'superstrings' (geen ondergoed !!) en het concept van een 'multiversum', maar dat zijn filosofische en wiskundige modellen, en geen waarneembare realiteit. Deze benaderingen geven geen houvast, simpelweg omdat we de veronderstelde 'strings' en meerdere universums niet zichtbaar kunnen maken. In het licht van deze extreme denkbeelden is wat wij in de Bijbel lezen, dat God alles gemaakt heeft en in stand houdt, een net zo gerechtvaardigd uitgangspunt, dat heel goed als basis gebruikt kan worden voor wetenschappelijk onderzoek.
3. De zelfopgelegde regel 'vrij van vooroordelen' klinkt erg ironisch. Het hele concept van evolutie is doorspekt van vooroordelen. Vanwege de aannames en veronderstellingen waarbij de rol van God niet eens overwogen wordt, worden vaak zoveel voorbarige conclusies getrokken. 'Vrij van vooroordelen' is dan meer iets waarbij de wens de vader van de gedachte is.
Veel wetenschappers hebben God vervangen door een evolutiefilosofie, die ons bestaan moet verklaren. Hiermee leggen ze zichzelf onnodig aan banden. Een wetenschapper kan heel goed in God geloven. De invloed van het bovennatuurlijke is niet altijd aantoonbaar, maar voor velen wel merkbaar. Het is volkomen verantwoord om in het wetenschappelijk denken rekening te houden met een dergelijke invloed.
Wetenschap.
De wetenschap staat tegenwoordig geen bovennatuurlijk ingrijpen meer toe. Volgens de huidige definitie moet wetenschap
1. alleen zichtbare, tastbare, meetbare dingen gebruiken bij het verklaren van de feiten.
2. geen 'hogere macht' gebruiken om de oorzaak of het doel van dingen te verklaren.
3. vrij zijn van vooroordelen.
Over deze punten zou ik het volgende willen zeggen:
1. Feiten kunnen ook veroorzaakt worden door iets wat niet te meten is. Als je iemand een blauw oog slaat, dan kan dat zijn omdat je een hekel heb aan die persoon, maar waar zit die hekel? De hekel en de keuze om te slaan zijn de oorzaak van het blauwe oog, die 'hekel' is niet te meten. Je kunt alleen maar getuigen van het feit dat je zin kreeg om hem een klap voor z'n kop te geven. Voor het ontstaan van de eerste cellen die de basis zouden moeten hebben gevormd van vroege levensvormen is geen enkel bewijs aan te voeren. Er zijn geen metingen die de mogelijkheid van het spontaan ontstaan van leven bevestigen. Er zijn alleen maar veronderstellingen of het getuigenis van de Bijbel. Net als bij de klap voor de kop, begint het bij een gedachte, een idee, een vooronderstelling, een overtuiging. Je kunt een beslissing nemen op grond van de feiten, maar de feiten zelf rechtvaardigen de klap (of het geloof in evolutie) niet. Het zijn jouw overtuigingen die de conclusies teweeg brengen.
2. Voor het ontstaan van het heelal, waarvan men nu weet dat het een begin moet hebben gehad, is geen natuurlijke verklaring te geven. Astronomen en wetenschappers die zich bezig houden met theoretische fysica komen met vage theorieën als 'superstrings' (geen ondergoed !!) en het concept van een 'multiversum', maar dat zijn filosofische en wiskundige modellen, en geen waarneembare realiteit. Deze benaderingen geven geen houvast, simpelweg omdat we de veronderstelde 'strings' en meerdere universums niet zichtbaar kunnen maken. In het licht van deze extreme denkbeelden is wat wij in de Bijbel lezen, dat God alles gemaakt heeft en in stand houdt, een net zo gerechtvaardigd uitgangspunt, dat heel goed als basis gebruikt kan worden voor wetenschappelijk onderzoek.
3. De zelfopgelegde regel 'vrij van vooroordelen' klinkt erg ironisch. Het hele concept van evolutie is doorspekt van vooroordelen. Vanwege de aannames en veronderstellingen waarbij de rol van God niet eens overwogen wordt, worden vaak zoveel voorbarige conclusies getrokken. 'Vrij van vooroordelen' is dan meer iets waarbij de wens de vader van de gedachte is.
Veel wetenschappers hebben God vervangen door een evolutiefilosofie, die ons bestaan moet verklaren. Hiermee leggen ze zichzelf onnodig aan banden. Een wetenschapper kan heel goed in God geloven. De invloed van het bovennatuurlijke is niet altijd aantoonbaar, maar voor velen wel merkbaar. Het is volkomen verantwoord om in het wetenschappelijk denken rekening te houden met een dergelijke invloed.
In Bijbels Optiek
De term multiversum verwijst naar het idee of concept dat er naast het zichtbare universum waar we in leven nog veel (volgens sommigen oneindig veel) andere universa zijn waarnaar verwezen wordt als parallelle universa. Volgens de oerknaltheorie zal het heelal uitdijen, maar als er meerdere ruimten zijn die dat ook doen, zullen ze zo elkaar op den duur kruisen (wurmloch). Dit hangt nauw samen met het idee van een multiversum. Er ontstaan nieuwe centra, waar materie zich opnieuw samenvoegt, en waar zodoende ook nieuwe oerknallen kunnen ontstaan. Zo ontstaat er een soort "superheelal".
Geen logische basis.
De evolutiefilosofie heeft geen logische basis. Men neemt aan:
1. dat iets zonder aanwijsbare oorzaak uit niets tevoorschijn kwam,
2. dat de huidige samenstelling en organisatie van dingen zonder Ontwerper/Organisator tot stand kwam,
3. dat uit levenloze materie leven ontstond, terwijl hetgeen Louis Pasteur aantoonde: dat leven alleen uit leven ontstaat, nog steeds niet is weerlegd,
4. dat eencellige wezens (die zichzelf kopiëren) vanzelf meercelligen werden (inclusief seksuele reproductie),
5. dat 'macro-evolutie' heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld dat vogels konden ontstaan uit reptielen en reptielen uit vissen), terwijl daar geen bewijs voor is,
6. dat vitale organen zich verbonden met andere organen en gingen samenwerken (denk aan ogen en oren die via zenuwen signalen geven aan de hersenen, het hart dat bloed door aderen en vaten pompt, waarbij stoffen uitgewisseld worden in bijvoorbeeld longen en lever)
Deze logica maakt alles wat bestaat eigenlijk zijn eigen god. De 'schepping' heeft zichzelf 'geschapen'. De evolutietheorie wordt vaak gedreven door het humanisme en naturalisme. De mens en de natuur bepalen wat waar en goed is, niet een god, zeker niet de God van de Bijbel.
Het lijkt er vaak op dat het handhaven van de filosofie belangrijker wordt dan de daadwerkelijke bewijsvoering. De evolutiefilosofie kent veel vormen, maar over het algemeen komt het erop neer dat bovenstaande stappen onvermijdelijk zijn. Het probleem voor de aanhangers (van welke vorm dan ook) is echter dat er voor geen van die stappen voldoende bewijs is. Elke stap moet in geloof worden aanvaard.
Op dit moment wordt er nergens in de natuur waargenomen dat er iets ontstaat waar voorheen niets was. Het kan zijn dat er iets ontstaat uit een voor het blote oog onzichtbaar begin of energieniveau (nulpuntsenergie bijvoorbeeld), maar iets uit helemaal niets wordt nooit waargenomen.
Organisatie en informatie.
Onze schuur of studeerkamer gaat niet vanzelf van een ongeorganiseerde staat naar een georganiseerde staat, daar moeten we wat voor doen. Er ontstaat in de natuur misschien wel automatisch een mooi ogende kristalstructuur (denk aan sneeuwvlokken), maar dat zijn herhalingen van steeds hetzelfde patroon en niet de specifiek georganiseerde complexiteit van bijvoorbeeld een levende cel. Sterker nog, kristalstructuren ontstaan juist vanwege de bijzondere samenstelling van de atomen, die in een lagere energiestaat (hogere entropie) in een herkenbare structuur vervallen.
Geen logische basis.
De evolutiefilosofie heeft geen logische basis. Men neemt aan:
1. dat iets zonder aanwijsbare oorzaak uit niets tevoorschijn kwam,
2. dat de huidige samenstelling en organisatie van dingen zonder Ontwerper/Organisator tot stand kwam,
3. dat uit levenloze materie leven ontstond, terwijl hetgeen Louis Pasteur aantoonde: dat leven alleen uit leven ontstaat, nog steeds niet is weerlegd,
4. dat eencellige wezens (die zichzelf kopiëren) vanzelf meercelligen werden (inclusief seksuele reproductie),
5. dat 'macro-evolutie' heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld dat vogels konden ontstaan uit reptielen en reptielen uit vissen), terwijl daar geen bewijs voor is,
6. dat vitale organen zich verbonden met andere organen en gingen samenwerken (denk aan ogen en oren die via zenuwen signalen geven aan de hersenen, het hart dat bloed door aderen en vaten pompt, waarbij stoffen uitgewisseld worden in bijvoorbeeld longen en lever)
Deze logica maakt alles wat bestaat eigenlijk zijn eigen god. De 'schepping' heeft zichzelf 'geschapen'. De evolutietheorie wordt vaak gedreven door het humanisme en naturalisme. De mens en de natuur bepalen wat waar en goed is, niet een god, zeker niet de God van de Bijbel.
Het lijkt er vaak op dat het handhaven van de filosofie belangrijker wordt dan de daadwerkelijke bewijsvoering. De evolutiefilosofie kent veel vormen, maar over het algemeen komt het erop neer dat bovenstaande stappen onvermijdelijk zijn. Het probleem voor de aanhangers (van welke vorm dan ook) is echter dat er voor geen van die stappen voldoende bewijs is. Elke stap moet in geloof worden aanvaard.
Op dit moment wordt er nergens in de natuur waargenomen dat er iets ontstaat waar voorheen niets was. Het kan zijn dat er iets ontstaat uit een voor het blote oog onzichtbaar begin of energieniveau (nulpuntsenergie bijvoorbeeld), maar iets uit helemaal niets wordt nooit waargenomen.
Organisatie en informatie.
Onze schuur of studeerkamer gaat niet vanzelf van een ongeorganiseerde staat naar een georganiseerde staat, daar moeten we wat voor doen. Er ontstaat in de natuur misschien wel automatisch een mooi ogende kristalstructuur (denk aan sneeuwvlokken), maar dat zijn herhalingen van steeds hetzelfde patroon en niet de specifiek georganiseerde complexiteit van bijvoorbeeld een levende cel. Sterker nog, kristalstructuren ontstaan juist vanwege de bijzondere samenstelling van de atomen, die in een lagere energiestaat (hogere entropie) in een herkenbare structuur vervallen.
In Bijbels Optiek
Er ontstaat in de natuur bij vrieskou automatisch een mooie kristalstructuur (denk aan sneeuwvlokken), maar dat zijn herhalingen van steeds hetzelfde patroon en niet de specifiek georganiseerde complexiteit van bijvoorbeeld een levende cel. Sterker nog, kristalstructuren ontstaan juist vanwege de bijzondere samenstelling van de atomen, die in een lagere energiestaat (hogere entropie) in een herkenbare structuur vervallen. Ze brengen geen leven voort.
Kristallen zien er complex uit, maar je moet er weer energie inpompen om er wat anders van te maken. Een kristal heeft een mooie geordende structuur, maar brengt geen leven voort. Een levende cel ziet er op het eerste gezicht uit als een ongeordende warboel, een krioelende massa kleine wriemelende dingetjes zonder doel of structuur. Maar het is (of maakt deel uit van) een zeer goed georganiseerde, complexe machinerie van functionele componenten. Voor het spontaan ontstaan van een dergelijke organisatie is informatie nodig die vertaald wordt en gebruikt wordt voor de bouw van de onderdelen. Er zijn ook instructies nodig die bepalen waar en wanneer de verschillende onderdelen moeten worden in- en aangezet.
Deze informatie vinden we in het DNA. Het DNA zit zo vol met specifieke informatie, dat wetenschappers het in de afgelopen 50 jaar, sinds de ontdekking ervan, nog niet hebben kunnen doorgronden. De informatie op het DNA wordt van boven, van onder, in stukjes en beginnend op verschillende plaatsen gelezen door ingewikkelde machines. Vervolgens wordt die informatie nog weer verder verwerkt en gebruikt voor de bouw van diezelfde en andere machines. Dit is doelbewuste informatieoverdracht die leidt tot specifieke functionaliteit. Dat dit zonder Programmeur tot stand gekomen zou zijn is ondenkbaar.
Onmogelijk.
Ook het ontstaan van levende organismen vanuit dode materie is nooit waargenomen en in principe onmogelijk. Er zouden spontaan enkele aminozuren kunnen ontstaan, maar er is nog niemand die deze 'bouwstenen van het leven' spontaan heeft zien samenkomen om een 'simpele levensvorm' te produceren, zelfs niet in een gecontroleerde laboratoriumomgeving.
Bij ongeslachtelijke voortplanting maakt een organisme klonen van zichzelf, maar bij seksuele voortplanting wordt er van beide ouders genetisch materiaal overgebracht op het nakroost. Er zijn beesten die het allebei kunnen, maar hoe het één uit het ander zou moeten zijn ontstaan is vanuit naturalistisch oogpunt een raadsel.
Voor mensen die geen Goddelijk ontwerp accepteren is de perfecte samenwerking van organen of delen van organen ook niet te verklaren. Bepaalde systemen worden ook wel aangeduid als 'onherleidbaar complex'. Alle onderdelen moeten er tegelijkertijd zijn, anders kan het geheel niet werken. Een geleidelijke ontwikkeling naar het werkende geheel is onmogelijk. Tijdens die ontwikkeling zou het organisme alleen maar profijt moeten hebben van elke afzonderlijke stap, maar totdat alle onderdelen goed samenwerken is elke tussenstap alleen maar ballast en zullen die tussenvormen door natuurlijke selectie worden uitgeroeid, wat de overgang naar een volgend, beter werkend, beter aangepast organisme alleen maar belemmert.
Kristallen zien er complex uit, maar je moet er weer energie inpompen om er wat anders van te maken. Een kristal heeft een mooie geordende structuur, maar brengt geen leven voort. Een levende cel ziet er op het eerste gezicht uit als een ongeordende warboel, een krioelende massa kleine wriemelende dingetjes zonder doel of structuur. Maar het is (of maakt deel uit van) een zeer goed georganiseerde, complexe machinerie van functionele componenten. Voor het spontaan ontstaan van een dergelijke organisatie is informatie nodig die vertaald wordt en gebruikt wordt voor de bouw van de onderdelen. Er zijn ook instructies nodig die bepalen waar en wanneer de verschillende onderdelen moeten worden in- en aangezet.
Deze informatie vinden we in het DNA. Het DNA zit zo vol met specifieke informatie, dat wetenschappers het in de afgelopen 50 jaar, sinds de ontdekking ervan, nog niet hebben kunnen doorgronden. De informatie op het DNA wordt van boven, van onder, in stukjes en beginnend op verschillende plaatsen gelezen door ingewikkelde machines. Vervolgens wordt die informatie nog weer verder verwerkt en gebruikt voor de bouw van diezelfde en andere machines. Dit is doelbewuste informatieoverdracht die leidt tot specifieke functionaliteit. Dat dit zonder Programmeur tot stand gekomen zou zijn is ondenkbaar.
Onmogelijk.
Ook het ontstaan van levende organismen vanuit dode materie is nooit waargenomen en in principe onmogelijk. Er zouden spontaan enkele aminozuren kunnen ontstaan, maar er is nog niemand die deze 'bouwstenen van het leven' spontaan heeft zien samenkomen om een 'simpele levensvorm' te produceren, zelfs niet in een gecontroleerde laboratoriumomgeving.
Bij ongeslachtelijke voortplanting maakt een organisme klonen van zichzelf, maar bij seksuele voortplanting wordt er van beide ouders genetisch materiaal overgebracht op het nakroost. Er zijn beesten die het allebei kunnen, maar hoe het één uit het ander zou moeten zijn ontstaan is vanuit naturalistisch oogpunt een raadsel.
Voor mensen die geen Goddelijk ontwerp accepteren is de perfecte samenwerking van organen of delen van organen ook niet te verklaren. Bepaalde systemen worden ook wel aangeduid als 'onherleidbaar complex'. Alle onderdelen moeten er tegelijkertijd zijn, anders kan het geheel niet werken. Een geleidelijke ontwikkeling naar het werkende geheel is onmogelijk. Tijdens die ontwikkeling zou het organisme alleen maar profijt moeten hebben van elke afzonderlijke stap, maar totdat alle onderdelen goed samenwerken is elke tussenstap alleen maar ballast en zullen die tussenvormen door natuurlijke selectie worden uitgeroeid, wat de overgang naar een volgend, beter werkend, beter aangepast organisme alleen maar belemmert.
In Bijbels Optiek
De filosofie van het vanzelf ontstaan en verder evolueren van het leven is onlogisch. Schepping uit het niets door een Schepper die buiten tijd en ruimte staat, ligt veel meer voor de hand.
Conclusie.
De filosofie van het vanzelf ontstaan en verder evolueren van het leven is onlogisch. Schepping uit het niets door een Schepper die buiten tijd en ruimte staat ligt veel meer voor de hand. De Bijbel geeft van alle 'heilige boeken' de wetenschappelijk meest verantwoorde kijk op de geschiedenis en organisatie van onze kosmos.
Fouten in de Bijbel?
Moet je je geloof verdedigen?? De Bijbel spreek voor zichzelf! En dat is ook zo. God is heel goed in staat om zichzelf te verdedigen. Denk maar eens aan het Bijbelboek Job, waar een groepje 'vrienden' van Job - en Job zelf ook - precies denken te weten wat God met de hele situatie te maken heeft. Uiteindelijk laat God heel duidelijk horen hoe Hij erover denkt, waarna Job zich bekeert en de situatie een positieve wending krijgt.
Mensen die hun mening al hebben klaarliggen en de Bijbel al afgeschreven hebben, die na een paar overtuigend gebrachte tegenwerpingen al denken te weten hoe het in elkaar zit (zoals de 'vrienden' van Job) en eigenlijk niet echt op een antwoord zitten te wachten, hoef ik ook niets te laten zien. Zij zullen hun antwoord wel van God krijgen. Ik kan alleen maar hopen dat het voor hen dan niet te laat is en dat ze Zijn stem zullen horen voordat het laatste oordeel aanbreekt. Volgens de Bijbel komt er een moment dat de tijd op is. Ik geloof wel dat ieder mens een eerlijke kans van God krijgt, maar vergeet niet dat de Bijbel ons aanspoort om 'nu' te leven en in het hier en nu te reageren op de stem van God (Hebr.3:7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet, ...)
Toch zijn er nog steeds veel mensen die met vragen zitten en serieus willen weten hoe het zit met bepaalde moeilijk te begrijpen Bijbelgedeelten.
Conclusie.
De filosofie van het vanzelf ontstaan en verder evolueren van het leven is onlogisch. Schepping uit het niets door een Schepper die buiten tijd en ruimte staat ligt veel meer voor de hand. De Bijbel geeft van alle 'heilige boeken' de wetenschappelijk meest verantwoorde kijk op de geschiedenis en organisatie van onze kosmos.
Fouten in de Bijbel?
Moet je je geloof verdedigen?? De Bijbel spreek voor zichzelf! En dat is ook zo. God is heel goed in staat om zichzelf te verdedigen. Denk maar eens aan het Bijbelboek Job, waar een groepje 'vrienden' van Job - en Job zelf ook - precies denken te weten wat God met de hele situatie te maken heeft. Uiteindelijk laat God heel duidelijk horen hoe Hij erover denkt, waarna Job zich bekeert en de situatie een positieve wending krijgt.
Mensen die hun mening al hebben klaarliggen en de Bijbel al afgeschreven hebben, die na een paar overtuigend gebrachte tegenwerpingen al denken te weten hoe het in elkaar zit (zoals de 'vrienden' van Job) en eigenlijk niet echt op een antwoord zitten te wachten, hoef ik ook niets te laten zien. Zij zullen hun antwoord wel van God krijgen. Ik kan alleen maar hopen dat het voor hen dan niet te laat is en dat ze Zijn stem zullen horen voordat het laatste oordeel aanbreekt. Volgens de Bijbel komt er een moment dat de tijd op is. Ik geloof wel dat ieder mens een eerlijke kans van God krijgt, maar vergeet niet dat de Bijbel ons aanspoort om 'nu' te leven en in het hier en nu te reageren op de stem van God (Hebr.3:7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet, ...)
Toch zijn er nog steeds veel mensen die met vragen zitten en serieus willen weten hoe het zit met bepaalde moeilijk te begrijpen Bijbelgedeelten.
In Bijbels Optiek
Volgens de Bijbel komt er een moment dat de tijd op is. Dan volgt het laatste oordeel. Ieder mens krijgt een eerlijke kans van God, maar vergeet niet dat de Bijbel ons aanspoort om 'nu' te leven en in het hier en nu te reageren op de stem van God.
Het eerste gedeelte in de Bijbel waar mensen vaak over vallen is de veronderstelde herhaling van het scheppingsverhaal (het verhaal dat puur geschiedenis is!!).
In hoofdstuk 1 van Genesis wordt verteld in welke volgorde God het heelal, de aarde en het leven erop maakte. Dan komt hoofdstuk twee, waar het net lijkt alsof de schepping voor een tweede keer, in een andere volgorde verteld wordt. Het gaat in het tweede gedeelte echter over het 'land' of de 'tuin' waar Adam in woont, waardoor het verhaal een andere lading krijgt. Er is een duidelijk verschil in woordgebruik: 'de aarde' (erets - Gen. 1:11) en 'het land' (sadeh - Gen. 2:4-5). Verder blijkt het niet altijd even makkelijk om de tijdsaanduidingen in het Hebreeuws goed te vertalen, waardoor sommige vertalingen verschillende vormen van tegenwoordige tijd en verleden tijd door elkaar halen. Genesis 2:18-20 beschrijft hoe God beesten naar Adam brengt zodat hij ze namen kan geven. Van het vee wordt niet gezegd dat God het op dat moment maakte, dus dat was er blijkbaar al. Of een mogelijke vertaling: "God bracht de dieren die hij gevormd had..."
Dan is er nog het opmerkelijke verschil in de woorden die gebruikt worden om God aan te duiden. In het eerste deel wordt 'Elohim' gebruikt en in het tweede deel 'Yahweh Elohim'. Dit kan erop duiden dat er twee schrijvers zijn geweest die God op verschillende manieren kenden, of dat de schrijver in het tweede deel een andere eigenschap van God wilde neerzetten (persoonlijker). Het is mogelijk om op basis van stijl heel Genesis op te delen in 10 delen (van 10 verschillende schrijvers) die later door Mozes samengevoegd zijn, zonder er iets aan te veranderen, zodat de schrijfstijl behouden bleef. Het 'tweede scheppingsverhaal' is slechts een probleem als je er vanuit gaat dát het een tweede scheppingsverhaal is. Als je het leest met de (correcte) instelling dat het om werkelijke geschiedenis gaat, vallen alle puzzelstukjes in elkaar.
Algemene regels bij vermeende fouten in de Bijbel:
Het eerste gedeelte in de Bijbel waar mensen vaak over vallen is de veronderstelde herhaling van het scheppingsverhaal (het verhaal dat puur geschiedenis is!!).
In hoofdstuk 1 van Genesis wordt verteld in welke volgorde God het heelal, de aarde en het leven erop maakte. Dan komt hoofdstuk twee, waar het net lijkt alsof de schepping voor een tweede keer, in een andere volgorde verteld wordt. Het gaat in het tweede gedeelte echter over het 'land' of de 'tuin' waar Adam in woont, waardoor het verhaal een andere lading krijgt. Er is een duidelijk verschil in woordgebruik: 'de aarde' (erets - Gen. 1:11) en 'het land' (sadeh - Gen. 2:4-5). Verder blijkt het niet altijd even makkelijk om de tijdsaanduidingen in het Hebreeuws goed te vertalen, waardoor sommige vertalingen verschillende vormen van tegenwoordige tijd en verleden tijd door elkaar halen. Genesis 2:18-20 beschrijft hoe God beesten naar Adam brengt zodat hij ze namen kan geven. Van het vee wordt niet gezegd dat God het op dat moment maakte, dus dat was er blijkbaar al. Of een mogelijke vertaling: "God bracht de dieren die hij gevormd had..."
Dan is er nog het opmerkelijke verschil in de woorden die gebruikt worden om God aan te duiden. In het eerste deel wordt 'Elohim' gebruikt en in het tweede deel 'Yahweh Elohim'. Dit kan erop duiden dat er twee schrijvers zijn geweest die God op verschillende manieren kenden, of dat de schrijver in het tweede deel een andere eigenschap van God wilde neerzetten (persoonlijker). Het is mogelijk om op basis van stijl heel Genesis op te delen in 10 delen (van 10 verschillende schrijvers) die later door Mozes samengevoegd zijn, zonder er iets aan te veranderen, zodat de schrijfstijl behouden bleef. Het 'tweede scheppingsverhaal' is slechts een probleem als je er vanuit gaat dát het een tweede scheppingsverhaal is. Als je het leest met de (correcte) instelling dat het om werkelijke geschiedenis gaat, vallen alle puzzelstukjes in elkaar.
Algemene regels bij vermeende fouten in de Bijbel:
- Kijk naar de context (de verzen eromheen), begrijp je waar het werkelijk om gaat?
- Kijk naar de historische context. Begrijp je het gebruik of de uitspraak zoals hij toen begrepen werd.
- Kijk naar wie er spreekt in het gedeelte. Is het God zelf, een mens namens God, of een mens met zijn eigen wijsheid.
- Zoek andere plaatsen in de Bijbel waar over hetzelfde gesproken wordt. Daar zit vaak al een antwoord of een breder inzicht in.
- Kijk ook eens in andere vertalingen en zoek commentaren.
In Bijbels Optiek
Zoek bij Bijbelonderzoek andere Schriftplaatsen in de Bijbel op waar over hetzelfde gesproken wordt. Daar zit vaak al een antwoord of een breder inzicht in.
De vrouw van Kaïn (Gen. 4:1-17).
Adam en Eva, de eerste mensen, krijgen 2 zoons: Kaïn en Abel. Kaïn slaat Abel dood en God verbant Kaïn. Kaïn gaat wonen in Nod en trouwt! Maar met wie? Waren er dan toch al meer mensen? Dit is heel eenvoudig op te lossen door verder te lezen: Genesis 5:4 - "En Adam leefde, nadat hij Seth verwekt had, nog achthonderd jaar; en hij kreeg zonen en dochters." Kaïn trouwde dus met een zus. Maar dan krijg je toch inteelt? En incest is toch verboden volgens de Bijbel? Klopt, maar er waren toen nog geen mutaties, en de wet tegen incest kwam pas in de tijd van Mozes.
Dit is een Schriftgedeelte waarbij vaak meerdere denkfouten tegelijk gemaakt worden:
1. Men gaat er vanuit dat Adam en Eva nog geen dochters hadden, en misschien terecht, want of Kaïn toen al een zus had is op dat moment in het verhaal nog niet duidelijk. Maar het is nu eenmaal zo dat vrouwen in geslachtsregisters meestal niet genoemd werden. Bedenk ook dat ze toen wel 900 jaar oud werden en dat zijn toekomstige vrouw nog niet geboren hoefde te zijn.
2. Men veronderstelt dat het land Nod al bewoond was, maar dat hoeft natuurlijk niet het geval te zijn geweest. De naam kan zelfs later zijn bedacht en toegevoegd aan het verhaal.
3. Men denkt dat trouwen met een zus in strijd was met de wetten van Exodus. Dat Adam de eerste mens was lijkt mij duidelijk. Als eerste mens had hij dus het meest perfecte DNA, hij was net door God Zelf gemaakt. Vanwege de foutjes en vermindering in rijkdom en diversiteit die het genetisch materiaal van de individuele mens in de loop der tijd opdeed, is het nu niet meer verstandig dat naaste familieleden samen kinderen krijgen. De kinderen lopen dan teveel risico om mismaakt of ziek ter wereld te komen. Het is door God pas ten tijde van Mozes verboden om seks te hebben met een familielid, omdat het eerder niet nodig was dit te verbieden. Er kunnen meer redenen genoemd worden (culturele en relationele), maar ik denk dat dit de belangrijkste reden was.
Midianieten of Ismaëlieten?
Gen. 37:36 - "En de Midianieten verkochten hem (Jozef) in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao..."
Gen. 39:1 - "Jozef werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao ... kocht hem van de Ismaelieten, die hem daar naartoe gebracht hadden."
Werd Jozef nou verkocht door de Midianieten of door de Ismaelieten?
Dit is een gevalletje 'gelijksoortige teksten zoeken'. Zie Gen. 37:28 - "Toen de Midianietische kooplieden voorbijtrokken, haalden zij Jozef uit de put, en verkochten hem aan deze Ismaëlieten voor twintig zilverlingen; die brachten Jozef naar Egypte." Het blijkt dat het hier om dezelfde groep mensen gaat. Het kan zijn dat Ismaëlieten optrokken met de Midianieten en samen handel bedreven, of dat de Ismaëlieten een stam van de Mideanieten waren. In Richteren 8 staat ook nog dat Gideon de Midianieten heeft verslagen maar in vers 24 worden ze ook Ismaëlieten genoemd; de Bijbel verklaart hiermee zichzelf. Probleem opgelost.
De vrouw van Kaïn (Gen. 4:1-17).
Adam en Eva, de eerste mensen, krijgen 2 zoons: Kaïn en Abel. Kaïn slaat Abel dood en God verbant Kaïn. Kaïn gaat wonen in Nod en trouwt! Maar met wie? Waren er dan toch al meer mensen? Dit is heel eenvoudig op te lossen door verder te lezen: Genesis 5:4 - "En Adam leefde, nadat hij Seth verwekt had, nog achthonderd jaar; en hij kreeg zonen en dochters." Kaïn trouwde dus met een zus. Maar dan krijg je toch inteelt? En incest is toch verboden volgens de Bijbel? Klopt, maar er waren toen nog geen mutaties, en de wet tegen incest kwam pas in de tijd van Mozes.
Dit is een Schriftgedeelte waarbij vaak meerdere denkfouten tegelijk gemaakt worden:
1. Men gaat er vanuit dat Adam en Eva nog geen dochters hadden, en misschien terecht, want of Kaïn toen al een zus had is op dat moment in het verhaal nog niet duidelijk. Maar het is nu eenmaal zo dat vrouwen in geslachtsregisters meestal niet genoemd werden. Bedenk ook dat ze toen wel 900 jaar oud werden en dat zijn toekomstige vrouw nog niet geboren hoefde te zijn.
2. Men veronderstelt dat het land Nod al bewoond was, maar dat hoeft natuurlijk niet het geval te zijn geweest. De naam kan zelfs later zijn bedacht en toegevoegd aan het verhaal.
3. Men denkt dat trouwen met een zus in strijd was met de wetten van Exodus. Dat Adam de eerste mens was lijkt mij duidelijk. Als eerste mens had hij dus het meest perfecte DNA, hij was net door God Zelf gemaakt. Vanwege de foutjes en vermindering in rijkdom en diversiteit die het genetisch materiaal van de individuele mens in de loop der tijd opdeed, is het nu niet meer verstandig dat naaste familieleden samen kinderen krijgen. De kinderen lopen dan teveel risico om mismaakt of ziek ter wereld te komen. Het is door God pas ten tijde van Mozes verboden om seks te hebben met een familielid, omdat het eerder niet nodig was dit te verbieden. Er kunnen meer redenen genoemd worden (culturele en relationele), maar ik denk dat dit de belangrijkste reden was.
Midianieten of Ismaëlieten?
Gen. 37:36 - "En de Midianieten verkochten hem (Jozef) in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao..."
Gen. 39:1 - "Jozef werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao ... kocht hem van de Ismaelieten, die hem daar naartoe gebracht hadden."
Werd Jozef nou verkocht door de Midianieten of door de Ismaelieten?
Dit is een gevalletje 'gelijksoortige teksten zoeken'. Zie Gen. 37:28 - "Toen de Midianietische kooplieden voorbijtrokken, haalden zij Jozef uit de put, en verkochten hem aan deze Ismaëlieten voor twintig zilverlingen; die brachten Jozef naar Egypte." Het blijkt dat het hier om dezelfde groep mensen gaat. Het kan zijn dat Ismaëlieten optrokken met de Midianieten en samen handel bedreven, of dat de Ismaëlieten een stam van de Mideanieten waren. In Richteren 8 staat ook nog dat Gideon de Midianieten heeft verslagen maar in vers 24 worden ze ook Ismaëlieten genoemd; de Bijbel verklaart hiermee zichzelf. Probleem opgelost.
In Bijbels Optiek
Jozef werd verkocht naar Egypte door Ismaëlitische kooplieden.
Een herkauwende haas? (Lev. 11:6)
"En de haas is onrein (mag je niet eten), omdat hij herkauwt, ook al heeft hij geen gespleten hoef."
Wetenschappers hebben gelachen om dit vers in de bijbel: "Zie je wel... De Bijbel is een sprookjesboek! Hazen herkauwen niet." Maar...
Hazen en konijnen draaien af en toe drolletjes die nog niet helemaal verteerd zijn en waar nog veel goede voedingsstoffen in zitten. Die eten ze dan weer op. Herkauwen dus... Het is maar net hoe je het woord vertaalt. Het is dus soms belangrijk dat we ook wat weten van de natuur. Als er nog verzen in de Bijbel staan die onwetenschappelijk lijken te zijn, dan kan de tekst ook anders geïnterpreteerd worden, of dat toekomstig wetenschappelijk onderzoek zal aantonen dat het toch klopt. Denk bijvoorbeeld eens aan de vleermuizen, die in de Bijbel onder de vogels gerekend worden, terwijl men tegenwoordig de vleermuizen onder de zoogdieren rekent. Dit heeft puur te maken met een keuze. Hoe ga je dieren benoemen? Noem je het een vogel omdat het vliegt, of noem je het een zoogdier omdat het zoogt? Zo zou bijvoorbeeld een dolfijn in de Bijbel waarschijnlijk een vis genoemd zijn, terwijl men dolfijnen tegenwoordig ook onder de zoogdieren rekent. Een kwestie van keuze dus. We hadden ook een indeling kunnen maken op basis van het aantal poten, vinnen of de vorm van de oren.
Klopt het getal PI in de Bijbel niet? (2 Kron. 4:2)
Een herkauwende haas? (Lev. 11:6)
"En de haas is onrein (mag je niet eten), omdat hij herkauwt, ook al heeft hij geen gespleten hoef."
Wetenschappers hebben gelachen om dit vers in de bijbel: "Zie je wel... De Bijbel is een sprookjesboek! Hazen herkauwen niet." Maar...
Hazen en konijnen draaien af en toe drolletjes die nog niet helemaal verteerd zijn en waar nog veel goede voedingsstoffen in zitten. Die eten ze dan weer op. Herkauwen dus... Het is maar net hoe je het woord vertaalt. Het is dus soms belangrijk dat we ook wat weten van de natuur. Als er nog verzen in de Bijbel staan die onwetenschappelijk lijken te zijn, dan kan de tekst ook anders geïnterpreteerd worden, of dat toekomstig wetenschappelijk onderzoek zal aantonen dat het toch klopt. Denk bijvoorbeeld eens aan de vleermuizen, die in de Bijbel onder de vogels gerekend worden, terwijl men tegenwoordig de vleermuizen onder de zoogdieren rekent. Dit heeft puur te maken met een keuze. Hoe ga je dieren benoemen? Noem je het een vogel omdat het vliegt, of noem je het een zoogdier omdat het zoogt? Zo zou bijvoorbeeld een dolfijn in de Bijbel waarschijnlijk een vis genoemd zijn, terwijl men dolfijnen tegenwoordig ook onder de zoogdieren rekent. Een kwestie van keuze dus. We hadden ook een indeling kunnen maken op basis van het aantal poten, vinnen of de vorm van de oren.
Klopt het getal PI in de Bijbel niet? (2 Kron. 4:2)
In Bijbels Optiek
Het getal PI.
In Bijbels Optiek
Het getal PI blijft hetzelfde.
Eenvoudig gezegd: de omtrek van een cirkel is altijd 3,14 maal de diameter. Als je de diameter van het wasvat vermenigvuldigt met 3.14 komt er 31.4 uit en geen 30, dus dat klopt niet met de tekst. 30 gedeeld door 3.14 komt schijnbaar wel beter uit, maar dan houd je jezelf een beetje voor de gek, want verhoudingsgewijs is de afwijking hetzelfde.
De oplossing is eenvoudig: Met de handbreedte uit vers 5 kunnen we de berekening precies laten kloppen.
Problemen met aantallen?
Num. 25:9 - "Degenen die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend."
1 Kor. 10:8 - "En laten wij geen overspel plegen, zoals sommigen van hen deden, want toen vielen er op een dag drie en twintig duizend."
Waren het er nou 24000 of 23000?
Goed lezen...: in 1 Cor. staat: "op één dag" De rest stierf later. probleem opgelost.
Sommige 'problemen' worden zo makkelijk door de critici opgeworpen. Het lijkt er wel eens op dat sommige critici problemen 'sparen', zo van: "mooi, weer eentje waarmee ik een gelovige het leven zuur kan maken." Maar, beste 'gelovige', laat je niet uit het veld slaan. De enige echte 'tegenstrijdigheden' in de Bijbel zijn die tussen goed en kwaad, leven en dood, geloof en ongeloof, enz. Gods woord blijft ongeschonden (op enkele gedocumenteerde overschrijffoutjes na, maar die zijn ook vrij makkelijk te ontdekken; daarbij gaat het dan om namen, plaatsen of soms getallen.)
Gergesenen of Gaderenen? (Mattheus 8:28).
Jezus steekt het meer van Gennesareth over en komt in het land van de Gergesenen, waar Hij twee bezeten mannen ontmoet. Markus (5:1) zegt echter dat hij in het land van de Gaderenen komt, waar Hij één bezeten man ontmoet... Weer een schijnbare tegenstrijdigheid. Er komen twee mannen vanaf een begraafplaats naar Hem toe. Begraafplaatsen lagen vaak een eind buiten de steden. Gadera en Gergesa waren twee steden die ongeveer 20km uit elkaar lagen, Jezus kwam aan in het gebied dat daartussen lag. Mar.5:2. en Luk.8:27. Noemen maar één man. Ze zeggen echter niet dat er niet meer waren. Ze richten hun aandacht gewoon op de man die het meest berucht was of wiens verhaal het meest spectaculair was. Als de evangelieschrijvers ons hadden willen misleiden hadden ze er wel voor gezorgd dat hun verhalen overeenstemden. Ze vonden dat blijkbaar niet nodig. Lukas beschrijft de man die 'uit de stad' kwam en 'tussen de graven verbleef', blijkbaar was hij bekend bij de mensen van de stad en daarom beschreef hij hem. De ander was gewoon niet zo bekend. In dit soort gevallen moet je dus iets weten over de geschiedenis en de plaats waar het voorval zich afspeelde.
Eenvoudig gezegd: de omtrek van een cirkel is altijd 3,14 maal de diameter. Als je de diameter van het wasvat vermenigvuldigt met 3.14 komt er 31.4 uit en geen 30, dus dat klopt niet met de tekst. 30 gedeeld door 3.14 komt schijnbaar wel beter uit, maar dan houd je jezelf een beetje voor de gek, want verhoudingsgewijs is de afwijking hetzelfde.
De oplossing is eenvoudig: Met de handbreedte uit vers 5 kunnen we de berekening precies laten kloppen.
Problemen met aantallen?
Num. 25:9 - "Degenen die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend."
1 Kor. 10:8 - "En laten wij geen overspel plegen, zoals sommigen van hen deden, want toen vielen er op een dag drie en twintig duizend."
Waren het er nou 24000 of 23000?
Goed lezen...: in 1 Cor. staat: "op één dag" De rest stierf later. probleem opgelost.
Sommige 'problemen' worden zo makkelijk door de critici opgeworpen. Het lijkt er wel eens op dat sommige critici problemen 'sparen', zo van: "mooi, weer eentje waarmee ik een gelovige het leven zuur kan maken." Maar, beste 'gelovige', laat je niet uit het veld slaan. De enige echte 'tegenstrijdigheden' in de Bijbel zijn die tussen goed en kwaad, leven en dood, geloof en ongeloof, enz. Gods woord blijft ongeschonden (op enkele gedocumenteerde overschrijffoutjes na, maar die zijn ook vrij makkelijk te ontdekken; daarbij gaat het dan om namen, plaatsen of soms getallen.)
Gergesenen of Gaderenen? (Mattheus 8:28).
Jezus steekt het meer van Gennesareth over en komt in het land van de Gergesenen, waar Hij twee bezeten mannen ontmoet. Markus (5:1) zegt echter dat hij in het land van de Gaderenen komt, waar Hij één bezeten man ontmoet... Weer een schijnbare tegenstrijdigheid. Er komen twee mannen vanaf een begraafplaats naar Hem toe. Begraafplaatsen lagen vaak een eind buiten de steden. Gadera en Gergesa waren twee steden die ongeveer 20km uit elkaar lagen, Jezus kwam aan in het gebied dat daartussen lag. Mar.5:2. en Luk.8:27. Noemen maar één man. Ze zeggen echter niet dat er niet meer waren. Ze richten hun aandacht gewoon op de man die het meest berucht was of wiens verhaal het meest spectaculair was. Als de evangelieschrijvers ons hadden willen misleiden hadden ze er wel voor gezorgd dat hun verhalen overeenstemden. Ze vonden dat blijkbaar niet nodig. Lukas beschrijft de man die 'uit de stad' kwam en 'tussen de graven verbleef', blijkbaar was hij bekend bij de mensen van de stad en daarom beschreef hij hem. De ander was gewoon niet zo bekend. In dit soort gevallen moet je dus iets weten over de geschiedenis en de plaats waar het voorval zich afspeelde.
In Bijbels Optiek
De bezetene van Gadara werd door Jezus Christus genezen, het is onbelangrijk of er één of twee bezetenen naar Hem toekwamen. Bijbelcritici grijpen zoiets aan om de grondslag van de Schrift te ondergraven.
Maakte God het kwaad? (Jes. 45:7)/
"Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak vrede en schep het kwaad, Ik, Yahweh, doe al deze dingen." God schept het kwaad?? Het woord 'kwaad' is hier het Hebreeuwse woord ra, wat ook 'tegenstand' of 'wanhoop' (onvrede) kan betekenen, het tegenovergestelde van vrede. Vergelijk: Jakobus 4:6 - "Ja, Hij geeft meer genade. Daarom staat er: God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade." En: Spr. 3:33,34 - "De vloek van Yahweh is in het huis van de goddelozen; maar de woning van de rechtvaardigen zal Hij zegenen. Zeker, de spotters zal Hij bespotten, maar de zachtmoedigen zal Hij genade geven." God 'maakt' geen kwaad, het kwaad is een logische tegenhanger van vrede. God heeft mensen en engelen gemaakt, blijkbaar met de mogelijkheid in zich om tegen Hem te kiezen, waardoor er een tegenstand ontstaat. En God zelf keert zich weer tegen de tegenstand. Zo komt er onvrede vanwege de ongehoorzaamheid van het schepsel. Nou zijn er bij deze verklaring altijd mensen die zeggen: "waarom heeft God mij dan zo gemaakt, dat ik verkeerd KAN kiezen?". Waarom niet zorgen voor altijd vrede, altijd geluk, altijd vreugde? In de brief van Paulus aan de Romeinen (hoofdstuk 9) komt ook zo'n schijnbare tegenstelling voor: God verhardde het hart van de Farao. Het kan zijn dat God Farao ertoe aanzette om de Israëlieten het leven zuur te maken en het vuur na aan de schenen te leggen, met als doel om hen zover te krijgen dat ze graag weg wilden (mogelijk waren ze te veel gewend aan hun leventje als slaven en waren ze hun strijdlust kwijt). Was Farao dan een willoze marionet die door God bespeeld werd om Zijn doel te bereiken? Nee. Als je de rest van de Romeinenbrief leest, blijkt dat de verharding alleen maar plaatsvindt als de persoon daar zelf voor openstaat. Je bent niet 'voorbestemd' om slecht te zijn, dat laat je zelf toe, en dan doet God er nog een 'schepje bovenop' door het hart nog verder te verharden (denk aan de 10 'plagen', waardoor Farao steeds meer verbitterde). "Want als je met je mond belijdt dat Jezus Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zul je gered worden." (Rom. 10:9)
Er zijn meer schijnbare tegenstrijdigheden, maar ze zijn altijd verklaarbaar door logisch denken, verder te lezen of te kijken naar de brontekst. Bijvoorbeeld 1 Kon.7:26 en 2 Kron. 4:5:
De inhoud van het wasvat van Salomo; was die 2000 of 3000 bath?
- Het was 3000, maar het was niet altijd vol
Of 1 Kon. 9:28, 2 Kron. 8:18:
- Hoeveel goud kwam er uit Ophir; 450 of 420 talenten?
- De ene keer 450 en de andere keer 420, want ze gingen vaker
En genas Jezus nou 1 of 2 blinden bij Jericho? ... Allebei. Jezus genas wel vaker blinden het zijn gewoon 2 verschillende ontmoetingen.
Enzovoort... De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden.
Profetie.
Voorbeelden:
Maakte God het kwaad? (Jes. 45:7)/
"Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak vrede en schep het kwaad, Ik, Yahweh, doe al deze dingen." God schept het kwaad?? Het woord 'kwaad' is hier het Hebreeuwse woord ra, wat ook 'tegenstand' of 'wanhoop' (onvrede) kan betekenen, het tegenovergestelde van vrede. Vergelijk: Jakobus 4:6 - "Ja, Hij geeft meer genade. Daarom staat er: God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade." En: Spr. 3:33,34 - "De vloek van Yahweh is in het huis van de goddelozen; maar de woning van de rechtvaardigen zal Hij zegenen. Zeker, de spotters zal Hij bespotten, maar de zachtmoedigen zal Hij genade geven." God 'maakt' geen kwaad, het kwaad is een logische tegenhanger van vrede. God heeft mensen en engelen gemaakt, blijkbaar met de mogelijkheid in zich om tegen Hem te kiezen, waardoor er een tegenstand ontstaat. En God zelf keert zich weer tegen de tegenstand. Zo komt er onvrede vanwege de ongehoorzaamheid van het schepsel. Nou zijn er bij deze verklaring altijd mensen die zeggen: "waarom heeft God mij dan zo gemaakt, dat ik verkeerd KAN kiezen?". Waarom niet zorgen voor altijd vrede, altijd geluk, altijd vreugde? In de brief van Paulus aan de Romeinen (hoofdstuk 9) komt ook zo'n schijnbare tegenstelling voor: God verhardde het hart van de Farao. Het kan zijn dat God Farao ertoe aanzette om de Israëlieten het leven zuur te maken en het vuur na aan de schenen te leggen, met als doel om hen zover te krijgen dat ze graag weg wilden (mogelijk waren ze te veel gewend aan hun leventje als slaven en waren ze hun strijdlust kwijt). Was Farao dan een willoze marionet die door God bespeeld werd om Zijn doel te bereiken? Nee. Als je de rest van de Romeinenbrief leest, blijkt dat de verharding alleen maar plaatsvindt als de persoon daar zelf voor openstaat. Je bent niet 'voorbestemd' om slecht te zijn, dat laat je zelf toe, en dan doet God er nog een 'schepje bovenop' door het hart nog verder te verharden (denk aan de 10 'plagen', waardoor Farao steeds meer verbitterde). "Want als je met je mond belijdt dat Jezus Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zul je gered worden." (Rom. 10:9)
Er zijn meer schijnbare tegenstrijdigheden, maar ze zijn altijd verklaarbaar door logisch denken, verder te lezen of te kijken naar de brontekst. Bijvoorbeeld 1 Kon.7:26 en 2 Kron. 4:5:
De inhoud van het wasvat van Salomo; was die 2000 of 3000 bath?
- Het was 3000, maar het was niet altijd vol
Of 1 Kon. 9:28, 2 Kron. 8:18:
- Hoeveel goud kwam er uit Ophir; 450 of 420 talenten?
- De ene keer 450 en de andere keer 420, want ze gingen vaker
En genas Jezus nou 1 of 2 blinden bij Jericho? ... Allebei. Jezus genas wel vaker blinden het zijn gewoon 2 verschillende ontmoetingen.
Enzovoort... De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden.
Profetie.
Voorbeelden:
In Bijbels Optiek
Jezus moet geweten hebben dat de Romeinen de tempel steen voor steen zouden afbreken. Tijdens de grote brand die erin woedde smolt het goud van de tempel en lekte tussen de stenen. Om het goud er tussenuit te krijgen moest de tempel steen voor steen afgebroken worden, zelfs het fundament. En inderdaad, er is van het oude Jeruzalem uiteindelijk geen steen op dezelfde plaats gebleven.
In Bijbels Optiek
Een vrij gedetailleerde profetie, die wat lastig te begrijpen is als je niet weet wat er met die weken bedoeld wordt. Een week in deze profetie betekent 7 jaar. 62 + 7 weken van jaren is dus 69 x 7 jaren = 483 jaar. Er zou dus een Gezalfde (Messias, Koning) komen die zou worden gedood, maar niet voor zichzelf.
In Bijbels Optiek
Over de uitleg van een aantal details van deze profetie is wel wat onenigheid, maar dat het over Jezus ging is wel duidelijk. Wie anders werd Messias en Koning genoemd en kwam precies zoveel jaar na dato om te sterven voor anderen? Dit is zeker een verdere studie waard...
In Bijbels Optiek
Zacharia.
In Bijbels Optiek
Mattheus.
Denk ook nog eens aan hoe precies de Joden hun heilige boeken overschreven en bewaarden. Als je dan ziet hoe deze 5 dingen precies zijn uitgekomen...
Denk ook nog eens aan hoe precies de Joden hun heilige boeken overschreven en bewaarden. Als je dan ziet hoe deze 5 dingen precies zijn uitgekomen...
In Bijbels Optiek
Voorbeeld Judas met overpriesters.
Jezus had het zelf niet in scène kunnen zetten. Ik denk niet dat Judas en de leiders van plan waren om deze profetie te laten uitkomen, maar toch hebben ze er ongewild aan meegewerkt.
Jezus had het zelf niet in scène kunnen zetten. Ik denk niet dat Judas en de leiders van plan waren om deze profetie te laten uitkomen, maar toch hebben ze er ongewild aan meegewerkt.
In Bijbels Optiek
Profetieën over Gezalfde.
Er zijn een aantal profetieën in de Bijbel die van oudsher gezien worden als Messiaanse profetieën. De Messias moet dan aan al die voorwaarden voldoen. Dit is ook een zeer intrigerende studie.
Er zijn een aantal profetieën in de Bijbel die van oudsher gezien worden als Messiaanse profetieën. De Messias moet dan aan al die voorwaarden voldoen. Dit is ook een zeer intrigerende studie.
In Bijbels Optiek
Nebukadnezar.
Daniël legde de koning uit dat hij het gouden hoofd was en dat er nog 4 grote rijken zouden komen, elk iets minder edel dan de vorige. Als je de geschiedenis gaat bekijken zoals wij die nu kennen, zie je inderdaad dat er na Nebukadnezar nog vier duidelijke perioden kunnen worden onderscheiden.
In Bijbels Optiek
Vier opvolgende rijken in de droom van Nebukadnezar.
Er zijn ook symbolische parallellen te trekken tussen de onderdelen van het lichaam, de metalen en de genoemde rijken. Meden en Perzen: twee armen, één romp van een edel metaal. Zowel de Babyloniërs als de Meden en de Perzen namen de beste mensen van de volken die ze veroverden mee en namen ze op in hun samenleving. De daaropvolgende rijken waren een stuk minder edel. De Romeinen waren zelfs zo bruut dat ze alles platwalsten. IJzer wordt in de Bijbel ook met bruut geweld geassocieerd. Het Romeinse rijk bestond ook uit twee delen: de twee benen. De voeten waren deels ijzer, deels leem (klei). IJzer staat voor het brute geweld van de Romeinen en leem voor mensen (breekbaar). Het Romeinse rijk zou dus ernstig verzwakken doordat het in tien stukken verdeeld werd.
Er zijn ook symbolische parallellen te trekken tussen de onderdelen van het lichaam, de metalen en de genoemde rijken. Meden en Perzen: twee armen, één romp van een edel metaal. Zowel de Babyloniërs als de Meden en de Perzen namen de beste mensen van de volken die ze veroverden mee en namen ze op in hun samenleving. De daaropvolgende rijken waren een stuk minder edel. De Romeinen waren zelfs zo bruut dat ze alles platwalsten. IJzer wordt in de Bijbel ook met bruut geweld geassocieerd. Het Romeinse rijk bestond ook uit twee delen: de twee benen. De voeten waren deels ijzer, deels leem (klei). IJzer staat voor het brute geweld van de Romeinen en leem voor mensen (breekbaar). Het Romeinse rijk zou dus ernstig verzwakken doordat het in tien stukken verdeeld werd.
In Bijbels Optiek
De kennis die God de profeet Daniël deed toekomen
aangaande de toekomst.
Hoe waar blijkt deze profetie te zijn! Iedereen heeft de wereld onder zijn vingertoppen. Zoekmachines, wiki's, woordenboeken, nieuwssites; een eindeloze stroom aan informatie. Het laatste koninkrijk moet wel in zicht zijn als je ziet hoe sterk de kennis toegenomen is de afgelopen eeuw. Denk alleen maar aan wat we nu weten over de cel. Wie had er ooit over DNA gehoord voordat in 1953 Watson en Crick hun bevindingen publiceerden? In een halve eeuw tijd is de kennis over de cel gegroeid van een eenvoudige verzameling kleine friemelende dingetjes naar een onvoorstelbaar complexe fabriek met een bibliotheek vol informatie die in elk levend wezen de basis vormt van het hele groeiproces. En we zijn nog lang niet klaar, want veel delen van het DNA wat 'junk' (afval) genoemd werd blijken ook functies te hebben. Astronomen ontdekken steeds weer nieuwe, spannende dingen. We ontdekken ons een hoedje op het moment! Het is bijna niet meer bij te houden.
Diversen.
De Bijbel vs. andere geschriften.
Wat moeten we met boeken als De Da Vinci Code? Op zich kunnen we daar kort over zijn. Het gaat bij dit soort hypes meestal om ongefundeerde verzinsels. Er zijn geen historisch betrouwbare bronnen waaruit blijkt dat Jezus een liefdesrelatie had met Maria, laat staan dat ze getrouwd waren of kinderen hadden.
Het evangelie van Judas? Of één van de vele andere 'gnostische evangeliën', zoals die van 'Thomas', 'Philippus', 'Maria' of 'de waarheid'? Gnostisch betekent 'speciale kennis'. Het zijn meningen en denkbeelden van bepaalde sekten en groeperingen. Ze baseren hun beweringen op een enkel manuscript, of zelfs enkele fragmenten, die niet ondersteund worden door historische feiten. Van de Bijbelse geschriften zijn echter tienduizenden kopieën en fragmenten gevonden en ze worden ondersteund door vele historische en archeologische bevestigingen.
Andere godsdiensten.
En andere godsdiensten dan, die zijn toch net zo goed? Leiden de heilige boeken van Christenen, Moslims, Boeddhisten en Hindoeïsten niet naar dezelfde God?
De Bijbel is het enige boek waar geen wetenschappelijke fouten in staan. De God van de Bijbel is persoonlijk, komt naar mensen toe, doorbrak de macht van de dood en geeft echte vrijheid van elke soort ziekte en verslaving. Mohammed was geen Allah, Boeddha was geen God, Jezus beweerde God te zijn. Jezus is de enige die deze claim waar kan maken, dat kun je aan den lijve ondervinden. Was hij een leugenaar, een goed mens, gek, of God?
De Bijbel is in veel opzichten beter dan andere geschriften:
- Enuma Elish (het Babylonisch scheppingsverhaal) beschrijft een schepping uit bestaand materiaal. De Bijbel: schepping van tijd en ruimte, zoals de wetenschap heeft bevestigd: tijd en ruimte hebben een begin.
- Het Gilgamesh epos (met het Babylonische zondvloedverhaal) is wetenschappelijk zwak. De Bijbel is veel gedetailleerder en correcter. Andere zondvloedverhalen zijn vaak absurd en niet serieus te nemen. (Eén man in een kano, of een boot in de vorm van een kubus...)
- De lang levende koningen in Kish (Sumerische kleitabletten), die 10.000 tot 64.000 jaar geleden zouden hebben geleefd. De Bijbel: leeftijd van mensen bleef onder de 1000, wat nog wetenschappelijk te verklaren is. Toen die Babylonische tradities nader bekeken werden bleek dat er gebruik gemaakt werd van verschillende getallenstelsels (10-tallig en 60-tallig). Na omrekening bleken jaartallen tot op 200 jaar nauwkeurig aan te sluiten op de Bijbelse verslagen.
aangaande de toekomst.
Hoe waar blijkt deze profetie te zijn! Iedereen heeft de wereld onder zijn vingertoppen. Zoekmachines, wiki's, woordenboeken, nieuwssites; een eindeloze stroom aan informatie. Het laatste koninkrijk moet wel in zicht zijn als je ziet hoe sterk de kennis toegenomen is de afgelopen eeuw. Denk alleen maar aan wat we nu weten over de cel. Wie had er ooit over DNA gehoord voordat in 1953 Watson en Crick hun bevindingen publiceerden? In een halve eeuw tijd is de kennis over de cel gegroeid van een eenvoudige verzameling kleine friemelende dingetjes naar een onvoorstelbaar complexe fabriek met een bibliotheek vol informatie die in elk levend wezen de basis vormt van het hele groeiproces. En we zijn nog lang niet klaar, want veel delen van het DNA wat 'junk' (afval) genoemd werd blijken ook functies te hebben. Astronomen ontdekken steeds weer nieuwe, spannende dingen. We ontdekken ons een hoedje op het moment! Het is bijna niet meer bij te houden.
Diversen.
De Bijbel vs. andere geschriften.
Wat moeten we met boeken als De Da Vinci Code? Op zich kunnen we daar kort over zijn. Het gaat bij dit soort hypes meestal om ongefundeerde verzinsels. Er zijn geen historisch betrouwbare bronnen waaruit blijkt dat Jezus een liefdesrelatie had met Maria, laat staan dat ze getrouwd waren of kinderen hadden.
Het evangelie van Judas? Of één van de vele andere 'gnostische evangeliën', zoals die van 'Thomas', 'Philippus', 'Maria' of 'de waarheid'? Gnostisch betekent 'speciale kennis'. Het zijn meningen en denkbeelden van bepaalde sekten en groeperingen. Ze baseren hun beweringen op een enkel manuscript, of zelfs enkele fragmenten, die niet ondersteund worden door historische feiten. Van de Bijbelse geschriften zijn echter tienduizenden kopieën en fragmenten gevonden en ze worden ondersteund door vele historische en archeologische bevestigingen.
Andere godsdiensten.
En andere godsdiensten dan, die zijn toch net zo goed? Leiden de heilige boeken van Christenen, Moslims, Boeddhisten en Hindoeïsten niet naar dezelfde God?
De Bijbel is het enige boek waar geen wetenschappelijke fouten in staan. De God van de Bijbel is persoonlijk, komt naar mensen toe, doorbrak de macht van de dood en geeft echte vrijheid van elke soort ziekte en verslaving. Mohammed was geen Allah, Boeddha was geen God, Jezus beweerde God te zijn. Jezus is de enige die deze claim waar kan maken, dat kun je aan den lijve ondervinden. Was hij een leugenaar, een goed mens, gek, of God?
De Bijbel is in veel opzichten beter dan andere geschriften:
- Enuma Elish (het Babylonisch scheppingsverhaal) beschrijft een schepping uit bestaand materiaal. De Bijbel: schepping van tijd en ruimte, zoals de wetenschap heeft bevestigd: tijd en ruimte hebben een begin.
- Het Gilgamesh epos (met het Babylonische zondvloedverhaal) is wetenschappelijk zwak. De Bijbel is veel gedetailleerder en correcter. Andere zondvloedverhalen zijn vaak absurd en niet serieus te nemen. (Eén man in een kano, of een boot in de vorm van een kubus...)
- De lang levende koningen in Kish (Sumerische kleitabletten), die 10.000 tot 64.000 jaar geleden zouden hebben geleefd. De Bijbel: leeftijd van mensen bleef onder de 1000, wat nog wetenschappelijk te verklaren is. Toen die Babylonische tradities nader bekeken werden bleek dat er gebruik gemaakt werd van verschillende getallenstelsels (10-tallig en 60-tallig). Na omrekening bleken jaartallen tot op 200 jaar nauwkeurig aan te sluiten op de Bijbelse verslagen.
In Bijbels Optiek
Enuma Elish (het Babylonisch scheppingsverhaal) beschrijft een schepping uit bestaand materiaal. De Bijbel: schepping van tijd en ruimte, zoals de wetenschap heeft bevestigd: tijd en ruimte hebben een begin.
De Bijbel en oudheidkundige ontdekkingen.
- Ur (de stad waar Abraham vandaan kwam) is opgegraven.
- Ook Nineve en andere 'Bijbelse' plaatsen zijn gevonden.
- Gebruiken, transacties en benamingen van bvb. Hethieten en Egytenaren kloppen met hun eigen geschriften.
- Met de Dode Zeerollen kon overschrijffout van de 70 mensen van Jakob worden hersteld (Gen.46:27 - Han.7:14 - het waren er 75). Maar vele andere feiten worden bevestigd door de Dode Zee-rollen, alleen al het bijna complete boek van Jesaja. De manuscripten waar onze huidige Bijbel op gebaseerd is, zijn zo nauwkeurig overgeschreven dat er nauwelijks verschillen te bespeuren zijn met de 1000 aar oudere Dode Zeerollen.
- De wetten die Mozes opschreef zijn duidelijk van één schrijver, gedateerd op 1500 voor Chr. (de tijd van Mozes).
- De 'plagen' die over Egypte kwamen (beschreven in het boek Exodus), pakken elk een godheid van het oude Egypte aan en sluiten daarom dus aan bij wat we nu weten van de oude Egyptische cultuur.
- Tempels van heidense goden die in de Bijbel genoemd worden, zijn gevonden.
- Uitspraken in het oude testament komen overeen met uitspraken uit niet-Bijbelse geschriften van die periode.
- Jesaja 20:1 (koning Sargon van Assyrie) is lang betwist. Nu is zijn paleis gevonden in Khorsabad; een muurschrift en een bibliotheek waarin de strijd tegen Asdod wordt genoemd.
- Het bestaan van Koningen Sanherib en Nebuchadnezzar is bevestigd.
- Geschriften van Ezra en Nehemia over de koningen en gebeurtenissen van die tijd zijn bevestigd.
- Kritiek op volkstelling door Quirinius (Jozef en Maria naar Betlehem) is weerlegd (Quirinius was 2x aan het bewind).
- De meest aangevallen boeken (Torah, Ezra/Nehemia, Lukas) worden door een overweldigende hoeveelheid feiten bevestigd, zowel door andere geschriften uit die tijd, als archeologische opgravingen.
De Bijbel en oudheidkundige ontdekkingen.
- Ur (de stad waar Abraham vandaan kwam) is opgegraven.
- Ook Nineve en andere 'Bijbelse' plaatsen zijn gevonden.
- Gebruiken, transacties en benamingen van bvb. Hethieten en Egytenaren kloppen met hun eigen geschriften.
- Met de Dode Zeerollen kon overschrijffout van de 70 mensen van Jakob worden hersteld (Gen.46:27 - Han.7:14 - het waren er 75). Maar vele andere feiten worden bevestigd door de Dode Zee-rollen, alleen al het bijna complete boek van Jesaja. De manuscripten waar onze huidige Bijbel op gebaseerd is, zijn zo nauwkeurig overgeschreven dat er nauwelijks verschillen te bespeuren zijn met de 1000 aar oudere Dode Zeerollen.
- De wetten die Mozes opschreef zijn duidelijk van één schrijver, gedateerd op 1500 voor Chr. (de tijd van Mozes).
- De 'plagen' die over Egypte kwamen (beschreven in het boek Exodus), pakken elk een godheid van het oude Egypte aan en sluiten daarom dus aan bij wat we nu weten van de oude Egyptische cultuur.
- Tempels van heidense goden die in de Bijbel genoemd worden, zijn gevonden.
- Uitspraken in het oude testament komen overeen met uitspraken uit niet-Bijbelse geschriften van die periode.
- Jesaja 20:1 (koning Sargon van Assyrie) is lang betwist. Nu is zijn paleis gevonden in Khorsabad; een muurschrift en een bibliotheek waarin de strijd tegen Asdod wordt genoemd.
- Het bestaan van Koningen Sanherib en Nebuchadnezzar is bevestigd.
- Geschriften van Ezra en Nehemia over de koningen en gebeurtenissen van die tijd zijn bevestigd.
- Kritiek op volkstelling door Quirinius (Jozef en Maria naar Betlehem) is weerlegd (Quirinius was 2x aan het bewind).
- De meest aangevallen boeken (Torah, Ezra/Nehemia, Lukas) worden door een overweldigende hoeveelheid feiten bevestigd, zowel door andere geschriften uit die tijd, als archeologische opgravingen.
In Bijbels Optiek
Het Evangelie volgens Lucas geeft aan dat tijdens een census die plaatsvond in de tijd dat Jezus geboren werd, Quirinius het bewind voerde in Syrië. Zeker is dat de census in Judea van na 6/7 n.Chr. geleid werd door Quirinius.
De Bijbel en menskunde.
- Talen nemen af in complexiteit. Oude talen waren veel complexer. Dat is een bewijs dat mensen vroeger intelligenter en vindingrijker waren, zoals je in een Bijbelse wereldvisie zou verwachten.
- Taalgroepen zijn niet terug te brengen tot 1 groep, wat de verwarring van talen bij Babel (Genesis 11) onderbouwt.
- De oudste gebouwen die we kennen, zoals bijvoorbeeld piramides en tempels, zijn zo knap gebouwd dat ze wel door hoog intelligente mensen gebouwd moeten zijn. Er zijn eigenlijk geen aanwijzingen dat mensen vroeger primitiever waren. Dat er ooit holbewoners waren die stenen gereedschappen en houtvuurtjes gebruikten zegt op zicht niets. Er zijn vandaag de dag nog stammen die zo leven.
- De curve van bevolkingsgroei is zodanig dat het Bijbese verhaal van 8 mensen na de zondvloed, 4500 jaar geleden heel aannemelijk is.
Geboden en verboden alleen voor de Joden?
- Zijn de geboden en verboden van de Joodse wet achterhaald? Nee, Exodus, Leviticus en Numeri zijn juist heel erg actueel! In de middeleeuwen waren er veel ziektes, maar de Joden in Straatsburg bleven gezond. Daardoor kregen ze zelfs de schuld! Lepra, pest en geslachtsziekten werden goed behandeld: quarantaine, wassen, verbranden van kleren, uitwerpselen buiten het kamp begraven, nagels knippen en laten horen dat je ziek bent.
- In een kraamkliniek in Wenen (1840) werkte een Hongaarse dokter, Ignaz Semmelweis. Hij liet artsen hun handen wassen na lijkschouwingen, waardoor het sterftecijfer onder zwangere vrouwen drastisch daalde.
- Regels voor gezond leven in het OT waren zeer goed en hun tijd ver vooruit: Mozes was blijkbaar niet beïnvloed door de walgelijke geneespraktijken van de Egyptische cultuur waarin hij was opgegroeid en opgeleid.
- De 'reine dieren' waren precies de dieren die in dat klimaat geschikt waren voor consumptie of nodig waren voor het biologisch evenwicht. Alle wetten eromheen gaven de juiste instructies voor het omgaan met vlees. De besnijdenis werd op de 8e dag gedaan. Alleen op die dag is de bloedstollingswaarde 110%. Onder besneden mannen en hun vrouwen komen bijna geen geslachtsziekten voor.
- Exodus 20: 8-10 schrijft een dag in de week rust voor - geen stress - voorbeeld: God zelf rustte op 7e dag
De Bijbel en menskunde.
- Talen nemen af in complexiteit. Oude talen waren veel complexer. Dat is een bewijs dat mensen vroeger intelligenter en vindingrijker waren, zoals je in een Bijbelse wereldvisie zou verwachten.
- Taalgroepen zijn niet terug te brengen tot 1 groep, wat de verwarring van talen bij Babel (Genesis 11) onderbouwt.
- De oudste gebouwen die we kennen, zoals bijvoorbeeld piramides en tempels, zijn zo knap gebouwd dat ze wel door hoog intelligente mensen gebouwd moeten zijn. Er zijn eigenlijk geen aanwijzingen dat mensen vroeger primitiever waren. Dat er ooit holbewoners waren die stenen gereedschappen en houtvuurtjes gebruikten zegt op zicht niets. Er zijn vandaag de dag nog stammen die zo leven.
- De curve van bevolkingsgroei is zodanig dat het Bijbese verhaal van 8 mensen na de zondvloed, 4500 jaar geleden heel aannemelijk is.
Geboden en verboden alleen voor de Joden?
- Zijn de geboden en verboden van de Joodse wet achterhaald? Nee, Exodus, Leviticus en Numeri zijn juist heel erg actueel! In de middeleeuwen waren er veel ziektes, maar de Joden in Straatsburg bleven gezond. Daardoor kregen ze zelfs de schuld! Lepra, pest en geslachtsziekten werden goed behandeld: quarantaine, wassen, verbranden van kleren, uitwerpselen buiten het kamp begraven, nagels knippen en laten horen dat je ziek bent.
- In een kraamkliniek in Wenen (1840) werkte een Hongaarse dokter, Ignaz Semmelweis. Hij liet artsen hun handen wassen na lijkschouwingen, waardoor het sterftecijfer onder zwangere vrouwen drastisch daalde.
- Regels voor gezond leven in het OT waren zeer goed en hun tijd ver vooruit: Mozes was blijkbaar niet beïnvloed door de walgelijke geneespraktijken van de Egyptische cultuur waarin hij was opgegroeid en opgeleid.
- De 'reine dieren' waren precies de dieren die in dat klimaat geschikt waren voor consumptie of nodig waren voor het biologisch evenwicht. Alle wetten eromheen gaven de juiste instructies voor het omgaan met vlees. De besnijdenis werd op de 8e dag gedaan. Alleen op die dag is de bloedstollingswaarde 110%. Onder besneden mannen en hun vrouwen komen bijna geen geslachtsziekten voor.
- Exodus 20: 8-10 schrijft een dag in de week rust voor - geen stress - voorbeeld: God zelf rustte op 7e dag