In Bijbels Optiek
5.2. Ritueel slachten ('dhabiha').
Net als Joden kennen moslims voorschriften voor het slachten van dieren voor consumptie. Er zijn verschillende voorwaarden die in acht genomen moeten worden voordat het vlees is toegestaan voor consumptie (halal).
De omstandigheden waarin een dier gefokt wordt, de kwaliteit van het voedsel en het onderdak dat het krijgt, evenals de wijze van transport en de afstand waarover dit verantwoord gebeurt, kan ook een rol spelen bij de beoordeling of het vlees halal is. Dierenwelzijn is een belangrijke verantwoordelijkheid (khalifa) die Allah de mens toevertrouwde.
De Koran stelt dat eten van vlees gedood in naam van iets anders dan God niet toegestaan is (Zie voor details onder: andere voorwaarden voor de slacht).
Dieren die halal zijn:
duiven, ganzen, gazellen, geiten, herten, hoenders, hoppen, kalkoenen, kamelen, karbouwen, kippen, koeien, kwartels, lammeren, pauwen, reigers, runderen, schapen, struisvogels, vissen
Dieren die haram zijn:
aasgieren, apen, beren, cheetahs, eekhoorns, egels, gieren, hagedissen, haviken, hazen, honden, hyena's, jakhalzen, jerboa's, katten, kevers, kiekendieven, krokodillen, leeuwen, luipaarden, marters, muizen, muskieten, olifanten, panters, ratten, schildpadden, schorpioenen, slangen, spinnen, tamme ezels, tijgers, valken, varkens, vleermuizen, vliegen, vossen, wespen, wezels, wolven, wormen en zwijnen. Bovenstaande lijsten zijn onvolledig en gecategoriseerd naar de regels van het hanafisme. De drie andere rechtsscholen kennen kleine verschillen. Zo werd de garnaal door Hanafi (één van de rechtsscholen) als haram beschouwd, maar werd deze bij de andere soennitische rechtsscholen onder halal gecategoriseerd, omdat (de meeste soorten) garnalen in de zee leven en volgens hen in de Koran alle zeeleven als halal aangeduid wordt.
Net als Joden kennen moslims voorschriften voor het slachten van dieren voor consumptie. Er zijn verschillende voorwaarden die in acht genomen moeten worden voordat het vlees is toegestaan voor consumptie (halal).
De omstandigheden waarin een dier gefokt wordt, de kwaliteit van het voedsel en het onderdak dat het krijgt, evenals de wijze van transport en de afstand waarover dit verantwoord gebeurt, kan ook een rol spelen bij de beoordeling of het vlees halal is. Dierenwelzijn is een belangrijke verantwoordelijkheid (khalifa) die Allah de mens toevertrouwde.
De Koran stelt dat eten van vlees gedood in naam van iets anders dan God niet toegestaan is (Zie voor details onder: andere voorwaarden voor de slacht).
Dieren die halal zijn:
duiven, ganzen, gazellen, geiten, herten, hoenders, hoppen, kalkoenen, kamelen, karbouwen, kippen, koeien, kwartels, lammeren, pauwen, reigers, runderen, schapen, struisvogels, vissen
Dieren die haram zijn:
aasgieren, apen, beren, cheetahs, eekhoorns, egels, gieren, hagedissen, haviken, hazen, honden, hyena's, jakhalzen, jerboa's, katten, kevers, kiekendieven, krokodillen, leeuwen, luipaarden, marters, muizen, muskieten, olifanten, panters, ratten, schildpadden, schorpioenen, slangen, spinnen, tamme ezels, tijgers, valken, varkens, vleermuizen, vliegen, vossen, wespen, wezels, wolven, wormen en zwijnen. Bovenstaande lijsten zijn onvolledig en gecategoriseerd naar de regels van het hanafisme. De drie andere rechtsscholen kennen kleine verschillen. Zo werd de garnaal door Hanafi (één van de rechtsscholen) als haram beschouwd, maar werd deze bij de andere soennitische rechtsscholen onder halal gecategoriseerd, omdat (de meeste soorten) garnalen in de zee leven en volgens hen in de Koran alle zeeleven als halal aangeduid wordt.