In Bijbels Optiek
2. Christelijk geneeswijze op grond van de Heilige Schrift.
2.1. DE WEG DER MIDDELEN.
2.1.1. De invloed van de arts ?!
Doorgaans bedoelen wij, als we over genezing spreken, dat je bevrijd wordt van een bepaalde ‘storing’ in je lichaam, je geest of je ziel. Iedere patiënt(e) hoopt, dat de arts hem, of haar van de kwaal zal afhelpen, zodat hij of zij beter mag worden, hersteld, gezond wordt. In deze eeuw is voor velen de dokter, de specialist met zijn kennis en kunde, met de vele mogelijkheden in het geheel van het ziekenhuisapparaat, tot een ‘god’ geworden. De geneeskunde heeft zich ontwikkeld als nooit tevoren, met boeiende mogelijkheden, maar eveneens met riskante factoren en ontwikkelingen, waarvoor de direct betrokkenen zelfs
( terug ) huiveren. Er is inderdaad van een medische macht sprake en velen verwachten er wonderen van. Wat de dokter vindt en zegt, wordt veelal klakkeloos geloofd en gedaan. In het gehele ziekteproces is God naar de achtergrond geschoven en hooguit voor velen een laatste hulp bij ongelukken.
Zolang de dokter het afkan, de medicijnen helpen en het doosje alleen al werkt, zolang is er eredienst aan de mens en zijn medische en technische prestaties. Daarmee worden niet de kunde en inzet, de vele mogelijkheden gediskwalificeerd. Integendeel. Deze zijn van God gegeven, mogelijk gemaakt en dienstbaar gesteld voor Zijn schepselen. En mits goed gebruikt en gewaardeerd zijn zij tot eer van de Schepper en Onderhouder van ons leven, alsook tot welzijn van de medemensen.
2.1. DE WEG DER MIDDELEN.
2.1.1. De invloed van de arts ?!
Doorgaans bedoelen wij, als we over genezing spreken, dat je bevrijd wordt van een bepaalde ‘storing’ in je lichaam, je geest of je ziel. Iedere patiënt(e) hoopt, dat de arts hem, of haar van de kwaal zal afhelpen, zodat hij of zij beter mag worden, hersteld, gezond wordt. In deze eeuw is voor velen de dokter, de specialist met zijn kennis en kunde, met de vele mogelijkheden in het geheel van het ziekenhuisapparaat, tot een ‘god’ geworden. De geneeskunde heeft zich ontwikkeld als nooit tevoren, met boeiende mogelijkheden, maar eveneens met riskante factoren en ontwikkelingen, waarvoor de direct betrokkenen zelfs
( terug ) huiveren. Er is inderdaad van een medische macht sprake en velen verwachten er wonderen van. Wat de dokter vindt en zegt, wordt veelal klakkeloos geloofd en gedaan. In het gehele ziekteproces is God naar de achtergrond geschoven en hooguit voor velen een laatste hulp bij ongelukken.
Zolang de dokter het afkan, de medicijnen helpen en het doosje alleen al werkt, zolang is er eredienst aan de mens en zijn medische en technische prestaties. Daarmee worden niet de kunde en inzet, de vele mogelijkheden gediskwalificeerd. Integendeel. Deze zijn van God gegeven, mogelijk gemaakt en dienstbaar gesteld voor Zijn schepselen. En mits goed gebruikt en gewaardeerd zijn zij tot eer van de Schepper en Onderhouder van ons leven, alsook tot welzijn van de medemensen.
In Bijbels Optiek
God als de Schepper van de mens (Gen. 2: 15) door Michel Angelo.
2.1.2. Tragiek.
Maar de tragiek is wel, dat velen, ook in de christelijke gemeente, ten aanzien van ziekte en genezing, niet meer het rechte (in)zicht hebben aangaande Gods handelen, Zijn wonderlijk ingrijpen en de waarde van het geloof en het gebed. Voor velen is wat de specialist zegt, wat er in het ziekenhuis al dan niet gedaan wordt het einde van alles. Schrikbarend is de nonchalance tijdens de voorbereiding en het ziekzijn, als het gaat om het zoeken – eerst! – van het Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Hoe vaak is de bijbel niet vergeten en de driestuiverroman er voor in de plaats gekomen. Dikwijls wordt het gebed en het evangeliseren achterwege gelaten, omdat je je christenzijn in woord en daad maar beter onder het ziekenhuisbed kunt steken. Je moet de ander vrijlaten en jezelf in geval van nood de vrijheid gunnen om even ‘werelds’ te denken en te doen als je omgeving. Het secularisatieproces is veel verder in het gemeente- en persoonlijke leven voortgegaan, ook in dit opzicht, dan wel wordt vermoed .
En als er sprake is van genezing, wordt het aan de kunde, de techniek toegeschreven, in plaats dat men belijdt, dat al die mensen en middelen die ingeschakeld moesten worden, instrumenten zijn geweest in de handen van de Almachtige en de Barmhartige Die om Jezus’ wil voorziet in de nood van ons ziekzijn….!
Vandaar dat genezing op gebed en in geloof(sverwachting) verdacht is geworden, of als suggestief wordt gekenschetst. In het gunstigste geval behoort het tot de grote uitzonderingen op de welbekende regel.
Omgekeerd geldt, dat in bepaalde kringen alle kaarten gezet worden op de genezing op gebed en door geloof. Met onbegrip en onderwaardering van doctoren en medicijnen, van de medische wetenschap. Niet de middelen, niet de gewone weg, waarin God meestal zegent en genezing geeft, maar de buitengewone, de speculatieve wordt verkozen en gepropageerd tot in het absurde toe. Als je werkelijk gelooft, gedoopt bent met de Heilige Geest, dan hoef je geen dokter, geen ziekenhuisopname, geen recept of operatie, dan genees je wonderlijk. En als je niet geneest ? Het pasklare antwoord wordt na korter of langer tijd gegeven : je gelooft niet voldoende. Of je geloof blijkt toch niet echt te zijn.
2.1.2. Tragiek.
Maar de tragiek is wel, dat velen, ook in de christelijke gemeente, ten aanzien van ziekte en genezing, niet meer het rechte (in)zicht hebben aangaande Gods handelen, Zijn wonderlijk ingrijpen en de waarde van het geloof en het gebed. Voor velen is wat de specialist zegt, wat er in het ziekenhuis al dan niet gedaan wordt het einde van alles. Schrikbarend is de nonchalance tijdens de voorbereiding en het ziekzijn, als het gaat om het zoeken – eerst! – van het Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Hoe vaak is de bijbel niet vergeten en de driestuiverroman er voor in de plaats gekomen. Dikwijls wordt het gebed en het evangeliseren achterwege gelaten, omdat je je christenzijn in woord en daad maar beter onder het ziekenhuisbed kunt steken. Je moet de ander vrijlaten en jezelf in geval van nood de vrijheid gunnen om even ‘werelds’ te denken en te doen als je omgeving. Het secularisatieproces is veel verder in het gemeente- en persoonlijke leven voortgegaan, ook in dit opzicht, dan wel wordt vermoed .
En als er sprake is van genezing, wordt het aan de kunde, de techniek toegeschreven, in plaats dat men belijdt, dat al die mensen en middelen die ingeschakeld moesten worden, instrumenten zijn geweest in de handen van de Almachtige en de Barmhartige Die om Jezus’ wil voorziet in de nood van ons ziekzijn….!
Vandaar dat genezing op gebed en in geloof(sverwachting) verdacht is geworden, of als suggestief wordt gekenschetst. In het gunstigste geval behoort het tot de grote uitzonderingen op de welbekende regel.
Omgekeerd geldt, dat in bepaalde kringen alle kaarten gezet worden op de genezing op gebed en door geloof. Met onbegrip en onderwaardering van doctoren en medicijnen, van de medische wetenschap. Niet de middelen, niet de gewone weg, waarin God meestal zegent en genezing geeft, maar de buitengewone, de speculatieve wordt verkozen en gepropageerd tot in het absurde toe. Als je werkelijk gelooft, gedoopt bent met de Heilige Geest, dan hoef je geen dokter, geen ziekenhuisopname, geen recept of operatie, dan genees je wonderlijk. En als je niet geneest ? Het pasklare antwoord wordt na korter of langer tijd gegeven : je gelooft niet voldoende. Of je geloof blijkt toch niet echt te zijn.
In Bijbels Optiek
Het klimplantje ‘geloof’ heeft in alle gevallen het hout nodig. We moeten goed beseffen dat genezing van een ziekte uiteindelijk een beslissing van God is.
2.1.3. Onze grote schuld.
Het is daarom goed te proberen zowel voor overschatting als onderschatting in deze problematiek bewaard te blijven. Wat ons in deze de juiste richting aangeeft, is : het is heilzaam om naar het gezonde Woord van God te horen en te handelen. Daarom eerst een paar bijbelse gegevens.
Het is opvallend bij het lezen van de Schriften, dat deze veel diepgaander spreken over ziekte en genezing dan wij doorgaans doen, of gewend zijn te horen. Met nadruk wordt de oorzaak van alle ziekten en leed eerlijk gemeld. De schuld van alle ellende ligt niet bij God de Schepper. Indringend en overtuigend zegt Gods Woord ons, dat de Here ons goed en naar Zijn evenbeeld geschapen heeft. Ons lichamelijke leven kende evenzeer de zegen van het paradijselijke.
Maar door ons niet luisteren naar Gods gebod en belofte, door ons van God los te maken is er het oordeel gekomen, waarin tevens ziekten en lijden een plaats hebben. Het Avondmaalsformulier spreekt over de oorzaak van alle kommer en stelt de diagnose : de zonde- het missen van ons levensdoel, dat God duidelijk gesteld heeft. De straf op de zonde is de dood. De dood behoort niet wezenlijk en vanzelfsprekend tot de goede schepping, zoals vandaag nog al eens beweerd wordt vanuit evolutionistisch denken. De bijbel leert ons anders en wie gelooft, weet wel beter !
2.1.3. Onze grote schuld.
Het is daarom goed te proberen zowel voor overschatting als onderschatting in deze problematiek bewaard te blijven. Wat ons in deze de juiste richting aangeeft, is : het is heilzaam om naar het gezonde Woord van God te horen en te handelen. Daarom eerst een paar bijbelse gegevens.
Het is opvallend bij het lezen van de Schriften, dat deze veel diepgaander spreken over ziekte en genezing dan wij doorgaans doen, of gewend zijn te horen. Met nadruk wordt de oorzaak van alle ziekten en leed eerlijk gemeld. De schuld van alle ellende ligt niet bij God de Schepper. Indringend en overtuigend zegt Gods Woord ons, dat de Here ons goed en naar Zijn evenbeeld geschapen heeft. Ons lichamelijke leven kende evenzeer de zegen van het paradijselijke.
Maar door ons niet luisteren naar Gods gebod en belofte, door ons van God los te maken is er het oordeel gekomen, waarin tevens ziekten en lijden een plaats hebben. Het Avondmaalsformulier spreekt over de oorzaak van alle kommer en stelt de diagnose : de zonde- het missen van ons levensdoel, dat God duidelijk gesteld heeft. De straf op de zonde is de dood. De dood behoort niet wezenlijk en vanzelfsprekend tot de goede schepping, zoals vandaag nog al eens beweerd wordt vanuit evolutionistisch denken. De bijbel leert ons anders en wie gelooft, weet wel beter !
In Bijbels Optiek
We doen soms de pijnlijke ontdekking dat we een zondaar zijn, dat daardoor de zonde überhaupt zijn intrede heeft gedaan in de schepping en dat we daardoor een Genezer of Redder nodig hebben.
Iedere ziekte herinnert ons pijnlijk aan onze grote schuld tegenover God. Al moet er nadrukkelijk bijgezegd worden, dat niet iedere ziekte een gevolg is van een bepaalde zonde. Wij hebben echter zelf ons leven, ons lichaam, onze gezondheid geruïneerd. En dat niet ieder lichamelijk ziek of gehandicapt is, blijft een wonder van genade.
2.1.4. De zin van het ziekzijn.
Nu kan het voorkomen dat in iemands leven ziekte en leed wel een strafmaatregel is op
( bepaalde ) zonde. Er kan een oordeel van God over ons persoonlijk leven komen. Ja, het kan zelfs een gemeente van Christus raken. Denk maar aan de gemeente van Corinthe, waarvan Paulus zegt, dat er vanwege ergerlijke zonden bij velen ziekte te constateren is en zwakte. We kunnen ook denken aan koning Herodes die door God gestraft wordt wegens zonde en hoogmoed. Soms is dat een tijdelijke straf, soms ook een blijvende, die kan uitlopen op het eeuwige lijden. In specifieke ziektegevallen kan het lijden ook als een paardenmiddel toegediend worden om tot inkeer te roepen.
God wil genezing, bekering schenken en ons leiden op de eeuwige weg. Wat dat betreft is het voorbeeld van de ballingschap, of van koning Manasse veelzeggend genoeg. In ieder geval is duidelijk, dat in Gods kastijden zowel Zijn rechtvaardigheid als Zijn bewogenheid aan het licht komt.
Iedere ziekte herinnert ons pijnlijk aan onze grote schuld tegenover God. Al moet er nadrukkelijk bijgezegd worden, dat niet iedere ziekte een gevolg is van een bepaalde zonde. Wij hebben echter zelf ons leven, ons lichaam, onze gezondheid geruïneerd. En dat niet ieder lichamelijk ziek of gehandicapt is, blijft een wonder van genade.
2.1.4. De zin van het ziekzijn.
Nu kan het voorkomen dat in iemands leven ziekte en leed wel een strafmaatregel is op
( bepaalde ) zonde. Er kan een oordeel van God over ons persoonlijk leven komen. Ja, het kan zelfs een gemeente van Christus raken. Denk maar aan de gemeente van Corinthe, waarvan Paulus zegt, dat er vanwege ergerlijke zonden bij velen ziekte te constateren is en zwakte. We kunnen ook denken aan koning Herodes die door God gestraft wordt wegens zonde en hoogmoed. Soms is dat een tijdelijke straf, soms ook een blijvende, die kan uitlopen op het eeuwige lijden. In specifieke ziektegevallen kan het lijden ook als een paardenmiddel toegediend worden om tot inkeer te roepen.
God wil genezing, bekering schenken en ons leiden op de eeuwige weg. Wat dat betreft is het voorbeeld van de ballingschap, of van koning Manasse veelzeggend genoeg. In ieder geval is duidelijk, dat in Gods kastijden zowel Zijn rechtvaardigheid als Zijn bewogenheid aan het licht komt.
In Bijbels Optiek
Soms kan zelfonderzoek leiden tot verrassende resultaten en komen alle puzzelstukjes weer op z’n plaats te liggen.
Ziekte kan voorts gebruikt worden als middel tot zelfonderzoek. Daardoor leren wij eigen schuld des te beter kennen en wordt opnieuw de kennis van onze ellende verdiept, opdat des te meer en rijker Gods barmhartigheid in Christus zal doordringen in ons en Zijn verlossingswerk alles voor ons gaat betekenen. Hoe meer wij leren ons aan de Heiland toe te vertrouwen en ons leven aan Hem te verliezen, des te stelliger zullen wij in het lijden getroost worden en verzekerd worden van Zijn liefde en trouw ! Daarbij komt nog dat ziekte en leed kan dienen om ons voor bepaalde zonden en gevaren te bewaren. Zo ook in het geloofsleven, bijv. de hoogmoed. Daar wist Paulus van : ‘opdat ik mij op de uitnemendheid der openbaring niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees…’ ( 2 Cor. 12 : 7vv. ). Na veel gebedsstrijd heeft de apostel en met hem vele anderen dit mogen weten : ‘en Hij heeft tot mij gezegd : Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone’. Het lijden blijkt diepe zin te hebben en des te meer aan Christus en Zijn dienst te binden.
2.2. PERSOONLIJK EN VOOR ELKAAR.
2.2.1. Vergissing mogelijk !?
Naast de bijbelse gegevens van hiervoor is er ook het gegeven, dat de satan zijn macht aanwendt om mensen te boeien, geestelijk en lichamelijk te pijnigen en te doen lijden, ja zelfs om hen te verderven. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Job. Onder toelating van de Here God wordt Job op de proef gesteld en verzoekt de duivel deze gelovige op een vreselijke wijze met de bedoeling om Hem te verleiden en van God en zijn dienst af te trekken.
De satan is, zijn naam zegt het al, de grote tegenstander van God. Demonische krachten worden door hem gemobiliseerd om Gods schepping en Gods schepselen te tiranniseren en naar de ondergang te helpen.
Ziekte kan voorts gebruikt worden als middel tot zelfonderzoek. Daardoor leren wij eigen schuld des te beter kennen en wordt opnieuw de kennis van onze ellende verdiept, opdat des te meer en rijker Gods barmhartigheid in Christus zal doordringen in ons en Zijn verlossingswerk alles voor ons gaat betekenen. Hoe meer wij leren ons aan de Heiland toe te vertrouwen en ons leven aan Hem te verliezen, des te stelliger zullen wij in het lijden getroost worden en verzekerd worden van Zijn liefde en trouw ! Daarbij komt nog dat ziekte en leed kan dienen om ons voor bepaalde zonden en gevaren te bewaren. Zo ook in het geloofsleven, bijv. de hoogmoed. Daar wist Paulus van : ‘opdat ik mij op de uitnemendheid der openbaring niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees…’ ( 2 Cor. 12 : 7vv. ). Na veel gebedsstrijd heeft de apostel en met hem vele anderen dit mogen weten : ‘en Hij heeft tot mij gezegd : Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone’. Het lijden blijkt diepe zin te hebben en des te meer aan Christus en Zijn dienst te binden.
2.2. PERSOONLIJK EN VOOR ELKAAR.
2.2.1. Vergissing mogelijk !?
Naast de bijbelse gegevens van hiervoor is er ook het gegeven, dat de satan zijn macht aanwendt om mensen te boeien, geestelijk en lichamelijk te pijnigen en te doen lijden, ja zelfs om hen te verderven. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Job. Onder toelating van de Here God wordt Job op de proef gesteld en verzoekt de duivel deze gelovige op een vreselijke wijze met de bedoeling om Hem te verleiden en van God en zijn dienst af te trekken.
De satan is, zijn naam zegt het al, de grote tegenstander van God. Demonische krachten worden door hem gemobiliseerd om Gods schepping en Gods schepselen te tiranniseren en naar de ondergang te helpen.
In Bijbels Optiek
Job werd door de duivel verleid om God vaarwel te zeggen. De duivel gebruikte daarvoor zijn drie beste vrienden, die precies wisten te vertellen waar het bij Job fout was gegaan.
Met name tegenover de Here Jezus en zijn werk, zoals dat in het Nieuwe Testament telkens weer blijkt, verzetten alle duivelse tegenkrachten zich tot het uiterste. Wat een schrille tegenstelling met de Heiland en zijn liefde. De duivelen ( of demonen ) kwellen mens en dier. Wij worden eerlijk gewaarschuwd voor hem als de Heilige Geest zijn boze praktijken en bedoelingen ontmaskert. Zeker in de eindtijd, waarin wij leven zal hij alles op alles zetten om zijn beulswerk uit te voeren. En hoevele jongeren en ouderen worden niet zijn slachtoffer ?
2.2.2. God is sterker dan elk duivelswerk !
Zowel het Oude als in het Nieuwe Testament maken ons duidelijk, dat de satan het moet afleggen tegen God. De machten van dood en verderf, van ziekte en lijden zijn niet allesbeheersend. God de Here Zelf is en blijft almachtig en zonder Zijn wil kan er zelfs geen haar van ons hoofd vallen. De duivel zit aan de ketting !
Tot troost van Israël en tevens van ons wordt gemeld, dat de Here de Heelmeester is ( Exodus 15 ). In vele psalmen wordt het dankbaar en blij gezongen en beleden o.a. Ps. 30, Ps. 103, Ps. 107.
Met name tegenover de Here Jezus en zijn werk, zoals dat in het Nieuwe Testament telkens weer blijkt, verzetten alle duivelse tegenkrachten zich tot het uiterste. Wat een schrille tegenstelling met de Heiland en zijn liefde. De duivelen ( of demonen ) kwellen mens en dier. Wij worden eerlijk gewaarschuwd voor hem als de Heilige Geest zijn boze praktijken en bedoelingen ontmaskert. Zeker in de eindtijd, waarin wij leven zal hij alles op alles zetten om zijn beulswerk uit te voeren. En hoevele jongeren en ouderen worden niet zijn slachtoffer ?
2.2.2. God is sterker dan elk duivelswerk !
Zowel het Oude als in het Nieuwe Testament maken ons duidelijk, dat de satan het moet afleggen tegen God. De machten van dood en verderf, van ziekte en lijden zijn niet allesbeheersend. God de Here Zelf is en blijft almachtig en zonder Zijn wil kan er zelfs geen haar van ons hoofd vallen. De duivel zit aan de ketting !
Tot troost van Israël en tevens van ons wordt gemeld, dat de Here de Heelmeester is ( Exodus 15 ). In vele psalmen wordt het dankbaar en blij gezongen en beleden o.a. Ps. 30, Ps. 103, Ps. 107.
In Bijbels Optiek
Ik ben de Heer, uw God en uw Heelmeester.
2.2.3. Vergeving en genezing.
God vergeeft de zonden en geneest de ziekten naar Zijn welbehagen. Het is opvallend, dat de bijbel een nauwe relatie legt tussen de vergeving en het lichamelijke welzijn. In het Oude testament worden gezondheid en genezing nadrukkelijk gefundeerd in het aandachtig luisteren naar de God van het Verbond, in de gehoorzaamheid aan Hem ! ‘Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here uw God en doet wat recht is in Zijn ogen en uw oor neigt naar Zijn geboden en al Zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de plagen, de kwalen, opleggen die ik de Egyptenaren opgelegd heb: want Ik ben de Here uw heelmeester’ ( Ex. 15 : 26 ).
In de Schrift heeft de genezing alles te maken met de bekering tot God en Zijn dienst. Met name bij Jesaja en Hosea horen wij dat God zegt : Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben.
2.2.4. Totale genezing.
De genezing die God schenkt is veel radicaler en totaler dan de genezing die de arts door middel van zijn diagnose tot stand brengt. De medicus kan vaststellen, bemiddelen op grond hiervan en medicijnen voorschrijven. Hij is met het oude woord ‘de medicijnman’, d.i. de man die de middelen kent en weet wanneer hij die moet voorschrijven.
In het Latijn is er echter nog een ander woord voor genezen, namelijk sanare. Dat woord horen wij bij voorbeeld als een stadswijk gesaneerd moet worden. Krotten dienen te worden opgeruimd, er komen nieuwe voorzieningen, een totaal andere en nieuwe aanpak, een complete verandering wordt zo mogelijk bewerkstelligd. Welnu, wanneer God geneest, dan wil Hij een totale aanpak en verandering in ons leven, een volledige bevrijding en zuivering van ziel, geest en lichaam tot stand brengen. In het Nieuwe Testament wordt dikwijls hetzelfde woord voor genezen als voor behouden gebruikt. Uw geloof heeft u behouden d.i. tevens genezen ( Marcus 5 : 24 ).
2.2.3. Vergeving en genezing.
God vergeeft de zonden en geneest de ziekten naar Zijn welbehagen. Het is opvallend, dat de bijbel een nauwe relatie legt tussen de vergeving en het lichamelijke welzijn. In het Oude testament worden gezondheid en genezing nadrukkelijk gefundeerd in het aandachtig luisteren naar de God van het Verbond, in de gehoorzaamheid aan Hem ! ‘Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here uw God en doet wat recht is in Zijn ogen en uw oor neigt naar Zijn geboden en al Zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de plagen, de kwalen, opleggen die ik de Egyptenaren opgelegd heb: want Ik ben de Here uw heelmeester’ ( Ex. 15 : 26 ).
In de Schrift heeft de genezing alles te maken met de bekering tot God en Zijn dienst. Met name bij Jesaja en Hosea horen wij dat God zegt : Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben.
2.2.4. Totale genezing.
De genezing die God schenkt is veel radicaler en totaler dan de genezing die de arts door middel van zijn diagnose tot stand brengt. De medicus kan vaststellen, bemiddelen op grond hiervan en medicijnen voorschrijven. Hij is met het oude woord ‘de medicijnman’, d.i. de man die de middelen kent en weet wanneer hij die moet voorschrijven.
In het Latijn is er echter nog een ander woord voor genezen, namelijk sanare. Dat woord horen wij bij voorbeeld als een stadswijk gesaneerd moet worden. Krotten dienen te worden opgeruimd, er komen nieuwe voorzieningen, een totaal andere en nieuwe aanpak, een complete verandering wordt zo mogelijk bewerkstelligd. Welnu, wanneer God geneest, dan wil Hij een totale aanpak en verandering in ons leven, een volledige bevrijding en zuivering van ziel, geest en lichaam tot stand brengen. In het Nieuwe Testament wordt dikwijls hetzelfde woord voor genezen als voor behouden gebruikt. Uw geloof heeft u behouden d.i. tevens genezen ( Marcus 5 : 24 ).
In Bijbels Optiek
Jezus zegt tegen Bartimeüs: “Je geloof heeft je behouden”.
Het gaat de Here steeds om volledige verlossing uit alle banden, om heling, om herstel. En als Hij ons onder handen neemt en houdt, is er vergeving en komt er genezing. Pas wanneer de totale overgave aan God bewerkt is, is de genezing voltooid.
2.2.5. Niet onze prestaties noch onze voorwaarden…
De voorwaarden voor genezing liggen niet in of bij onszelf, evenmin de mogelijkheden. Dat geldt evenzeer van de artsen en hun middelen en technieken. Wij moeten belijden : de voorwaarden en de mogelijkheid voor onze lichamelijke en geestelijke genezing zijn door de Here Jezus allemaal vervuld en bereid.!
Met alle kracht wordt gesteld, dat alle genezingen gegrond zijn in de verzoening! Zie daartoe Jesaja 53 en 1 Petrus 2. ‘Door Zijn striemen is ons genezing geworden’. Dat is tijdens Jezus’ rondgaan en met name in Zijn offer aan het kruis aan het licht gekomen en verkondigd.
Het gaat de Here steeds om volledige verlossing uit alle banden, om heling, om herstel. En als Hij ons onder handen neemt en houdt, is er vergeving en komt er genezing. Pas wanneer de totale overgave aan God bewerkt is, is de genezing voltooid.
2.2.5. Niet onze prestaties noch onze voorwaarden…
De voorwaarden voor genezing liggen niet in of bij onszelf, evenmin de mogelijkheden. Dat geldt evenzeer van de artsen en hun middelen en technieken. Wij moeten belijden : de voorwaarden en de mogelijkheid voor onze lichamelijke en geestelijke genezing zijn door de Here Jezus allemaal vervuld en bereid.!
Met alle kracht wordt gesteld, dat alle genezingen gegrond zijn in de verzoening! Zie daartoe Jesaja 53 en 1 Petrus 2. ‘Door Zijn striemen is ons genezing geworden’. Dat is tijdens Jezus’ rondgaan en met name in Zijn offer aan het kruis aan het licht gekomen en verkondigd.
In Bijbels Optiek
Door Zijn striemen is ons genezing geworden.
2.2.6. Welke weg ?
Wat is nu de weg om genezing te vinden voor onze geestelijke en lichamelijke kwalen ? Dat is deze : het geloof, het vertrouwen in de Here Jezus Christus en in Zijn liefde en macht. En dat nooit zonder het gebed. Zowel persoonlijk als voor en met elkaar. Daarin is onderscheid en geen bepaald schema voor te schrijven. Wij mogen echter concreet onze noden aan de Heiland voorleggen. En daarbij leren het aan Hem over te laten, wanneer en hoe Hij helpt! Soms wordt van tevoren ons de troost aangereikt, dat God naar Zijn belofte en tegen alle menselijke mogelijkheden en verwachtingen in voor uitkomst en toekomst zorgt. Ons bidden en heel het geloofsleven dient bewaard te worden voor krampachtigheid en dwingelandij. Eveneens voor egoïsme en geconcentreerd blijven op onze lichamelijke nood alleen. Ook hierin geldt het gebed – en die gaat vaak dwars tegen al ons willen en verlangen in – Uw wil geschiede !
Want het gebed- en geloofsleven wordt onder de tucht van Christus’ woord gehouden : ‘zoekt eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u worden toegeworpen’. God wil eerst Koning zijn in ons hart en leven en de rechte verhouding met Hem door Christus geven. Dat geeft zelfs in het grootste verdriet door de Geest vrede en aanbidding, overgave en vertrouwen, en blijdschap in de Heer. En van daaruit wil de Here ons volgens zijn plan gezondheid geven als toegift.
2.2.6. Welke weg ?
Wat is nu de weg om genezing te vinden voor onze geestelijke en lichamelijke kwalen ? Dat is deze : het geloof, het vertrouwen in de Here Jezus Christus en in Zijn liefde en macht. En dat nooit zonder het gebed. Zowel persoonlijk als voor en met elkaar. Daarin is onderscheid en geen bepaald schema voor te schrijven. Wij mogen echter concreet onze noden aan de Heiland voorleggen. En daarbij leren het aan Hem over te laten, wanneer en hoe Hij helpt! Soms wordt van tevoren ons de troost aangereikt, dat God naar Zijn belofte en tegen alle menselijke mogelijkheden en verwachtingen in voor uitkomst en toekomst zorgt. Ons bidden en heel het geloofsleven dient bewaard te worden voor krampachtigheid en dwingelandij. Eveneens voor egoïsme en geconcentreerd blijven op onze lichamelijke nood alleen. Ook hierin geldt het gebed – en die gaat vaak dwars tegen al ons willen en verlangen in – Uw wil geschiede !
Want het gebed- en geloofsleven wordt onder de tucht van Christus’ woord gehouden : ‘zoekt eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u worden toegeworpen’. God wil eerst Koning zijn in ons hart en leven en de rechte verhouding met Hem door Christus geven. Dat geeft zelfs in het grootste verdriet door de Geest vrede en aanbidding, overgave en vertrouwen, en blijdschap in de Heer. En van daaruit wil de Here ons volgens zijn plan gezondheid geven als toegift.
In Bijbels Optiek
De christen moet tot volledige overgave en vertrouwen in de Here God komen. Dat is het uiteindelijke doel van dit aardse leven.
Maar dit laatste is voor ons nu net het grootste probleem : als Hij nu de genezing op het gebed en door het geloof niet schenkt ?
2.3. PASSIVITEIT IS GENEZINGSBELEMMEREND.
2.3.1. Moeite.
Eerlijk gezegd : daar hebben we de grootste moeite mee. En het ‘waarom’ teistert ons. Al die mensen die zo gauw klaarstaan met de opmerking : ‘je moet niet vragen, waarom, maar waartoe’, kunnen we op een bepaald moment wel wegkijken, zelfs met harde woorden laten verdwijnen. Die zogenaamde goedkope oplossingen maken de ellende alleen maar groter…
Nu lezen we in de bijbel ook van deze spanningen. In het leven van Job, van Asaf, van Paulus heeft het eveneens gestormd. Zij hebben eerlijk de moeite die zij met Gods handelwijze in het leven van anderen en van zichzelf gehad hebben, beleden.En heeft Jezus niet de diepte van het waarom gekend en doorleden ?
Gelukkig dat God Zelf hen vastgehouden heeft en hen naderhand de zin ervan te verstaan gegeven heeft. In ieder geval bleek in crises Gods genade genoeg en werd Zijn kracht in zwakheid volbracht ( 2 Cor. 12 : 9 ).
2.3.2. In termijnen.
De opmerkingen, dat ons geloof niet groot, niet sterk genoeg was en is, kunnen in zeer speciale gevallen waarheid bevatten, maar gaan zeker niet in alle gevallen op ! Trouwens wie beoordeelt dat ? Soms blijkt heel duidelijk, dat God in Zijn voorzienigheid een totaal andere weg met ons gaat. Wat wij van de Here bidden kan ons niet altijd gegeven worden en wie zou dat beter weten dan de Almachtige ? Wat nodig en nuttig voor ons is, staat niet aan ons, of onze omgeving ter beoordeling, maar aan Hem ! Wanneer God de genezing uitstelt, weet Hij waarvoor dat goed is, maar tevens maakt Hij het in die tussentijd goed. De Here betaalt namelijk in termijnen uit en welke termijn Hij het eerst geeft, blijft voor ons een verrassing. Dat kan zelfs een pijnlijke verrassing zijn, waardoor wij leren moeten het volledig aan Hem over te laten.
Maar dit laatste is voor ons nu net het grootste probleem : als Hij nu de genezing op het gebed en door het geloof niet schenkt ?
2.3. PASSIVITEIT IS GENEZINGSBELEMMEREND.
2.3.1. Moeite.
Eerlijk gezegd : daar hebben we de grootste moeite mee. En het ‘waarom’ teistert ons. Al die mensen die zo gauw klaarstaan met de opmerking : ‘je moet niet vragen, waarom, maar waartoe’, kunnen we op een bepaald moment wel wegkijken, zelfs met harde woorden laten verdwijnen. Die zogenaamde goedkope oplossingen maken de ellende alleen maar groter…
Nu lezen we in de bijbel ook van deze spanningen. In het leven van Job, van Asaf, van Paulus heeft het eveneens gestormd. Zij hebben eerlijk de moeite die zij met Gods handelwijze in het leven van anderen en van zichzelf gehad hebben, beleden.En heeft Jezus niet de diepte van het waarom gekend en doorleden ?
Gelukkig dat God Zelf hen vastgehouden heeft en hen naderhand de zin ervan te verstaan gegeven heeft. In ieder geval bleek in crises Gods genade genoeg en werd Zijn kracht in zwakheid volbracht ( 2 Cor. 12 : 9 ).
2.3.2. In termijnen.
De opmerkingen, dat ons geloof niet groot, niet sterk genoeg was en is, kunnen in zeer speciale gevallen waarheid bevatten, maar gaan zeker niet in alle gevallen op ! Trouwens wie beoordeelt dat ? Soms blijkt heel duidelijk, dat God in Zijn voorzienigheid een totaal andere weg met ons gaat. Wat wij van de Here bidden kan ons niet altijd gegeven worden en wie zou dat beter weten dan de Almachtige ? Wat nodig en nuttig voor ons is, staat niet aan ons, of onze omgeving ter beoordeling, maar aan Hem ! Wanneer God de genezing uitstelt, weet Hij waarvoor dat goed is, maar tevens maakt Hij het in die tussentijd goed. De Here betaalt namelijk in termijnen uit en welke termijn Hij het eerst geeft, blijft voor ons een verrassing. Dat kan zelfs een pijnlijke verrassing zijn, waardoor wij leren moeten het volledig aan Hem over te laten.
In Bijbels Optiek
Jezus deed het ons voor. In de hof van Gethsémané gaf Hij zijn wil over aan God de Vader, in totale overgave.
2.3.3. Niet mijn wil geschiede, maar de Uwe…!?
Er is gebeden om genezing voor naar menselijke maatstaven ongeneeslijke zieken. En …het wonder gebeurde. Maar het gebeurde ook niet ! God beschikte totaal anders, beter ! Het bracht evenwel geestelijk herstel. Mogen we in dat laatste geval dan spreken van onverhoorde gebeden ? De grote vraag bij dit alles is : waar brengt ons zowel het één als het ander ? In beide beproeft God ons en roept ons tot bekering en geloof, tot onderwerping aan Hem.
En hoe vaak is al niet gebleken, dat juist de verdrukking heilzaam was en meewerkte ten goede. Niet alleen voor de zieke, maar evenzeer voor de omgeving van de patiënt(e). Zelfs als het kruis bleef, mochten we er toch mee terug naar God om bij Hem troost en sterkte te ontvangen en te ervaren, dat Hij op het gebed het zwaarste meedraagt. Er blijkt in de medelijdende hogepriester Jezus Christus een volheid aan kracht en bemoediging, aan genade en hulp te zijn.
Verwaarloost de gemeente haar taak ? Wanneer de gemeente voor haar zieken niet bidt en achteloos aan hen en hun problematiek voorbijgaat, kan daardoor het genezingsproces belemmerd worden. Het is terecht dat in de praktische brief van Jacobus de voorbede en het meeleven van de ambtsdragers én van de gemeenteleden zo nadrukkelijk aan de orde gesteld is. De gemeente van Christus is tot gebedsactiviteiten in Zijn Naam geroepen.
Wanneer de gemeente werkelijk gehoorzaamt aan het Woord van haar Heiland en in geloof alle goeds van Hem verwacht, zullen er wonderen van bevrijding en genezing gebeuren.
2.3.3. Niet mijn wil geschiede, maar de Uwe…!?
Er is gebeden om genezing voor naar menselijke maatstaven ongeneeslijke zieken. En …het wonder gebeurde. Maar het gebeurde ook niet ! God beschikte totaal anders, beter ! Het bracht evenwel geestelijk herstel. Mogen we in dat laatste geval dan spreken van onverhoorde gebeden ? De grote vraag bij dit alles is : waar brengt ons zowel het één als het ander ? In beide beproeft God ons en roept ons tot bekering en geloof, tot onderwerping aan Hem.
En hoe vaak is al niet gebleken, dat juist de verdrukking heilzaam was en meewerkte ten goede. Niet alleen voor de zieke, maar evenzeer voor de omgeving van de patiënt(e). Zelfs als het kruis bleef, mochten we er toch mee terug naar God om bij Hem troost en sterkte te ontvangen en te ervaren, dat Hij op het gebed het zwaarste meedraagt. Er blijkt in de medelijdende hogepriester Jezus Christus een volheid aan kracht en bemoediging, aan genade en hulp te zijn.
Verwaarloost de gemeente haar taak ? Wanneer de gemeente voor haar zieken niet bidt en achteloos aan hen en hun problematiek voorbijgaat, kan daardoor het genezingsproces belemmerd worden. Het is terecht dat in de praktische brief van Jacobus de voorbede en het meeleven van de ambtsdragers én van de gemeenteleden zo nadrukkelijk aan de orde gesteld is. De gemeente van Christus is tot gebedsactiviteiten in Zijn Naam geroepen.
Wanneer de gemeente werkelijk gehoorzaamt aan het Woord van haar Heiland en in geloof alle goeds van Hem verwacht, zullen er wonderen van bevrijding en genezing gebeuren.
In Bijbels Optiek
Voorbede is niet het prevelen van verzoeken. Voorbede is een levenshouding. Het is niet iets wat we doen - het is iets wat we zijn. Het is geen handeling die we op een bepaald moment van de dag uitvoeren - het is het leven dat we leiden.
Wat wij daarover in het boek Handelingen lezen, liegt er niet om. Wat zal er zodoende een goed getuigenis van ons uitgaan in de wereld, een roep van Gods genade en van Zijn uitkomsten ! Niet voor niets waren de eerste christengemeenten bekend en gerespecteerd om hun voorbede en praktisch dienstbetoon aan de medegelovigen en de naasten in nood. Daarin volgden zij hun meester !
Ook al zou de gemeente haar taak verwaarlozen, dat betekent intussen niet, dat er geen heil bij God zou zijn. Integendeel. De Kananese vrouw klopte niet tevergeefs bij Jezus aan !
2.3.4. Geen spektakelstuk.
De genezing op gebed komt voor, vaker dan wij denken zelfs. Op onze kreet om hulp deed God grote wonderen. Dat weet Israël, dat weet ieder die God vreest. Met name daar waar het werk van Jezus Christus op het spel gezet wordt door de boze, geeft de Heilige Geest ‘gericht trommelvuur’ en worden alle demonische tegenkrachten beschaamd. Ook daar waar via het zendingswerk het evangelie klinkt, bewijst de Heiland zijn wonderlijke kracht en macht. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde tot in eeuwigheid !
Iedere genezing en bevrijding van welke nood ook maar is een wonder van genade en liefde van de drie-enige God.
Nu is er steeds het gevaar, dat wij genezingen willen zien, die spectaculair zijn, of het uitsluitend zijn, omdat ze wonderen genoemd worden. Dat is niet juist. Ja, we doen er God door tekort. Het wonder is evenzeer aanwezig in wat wij ‘kleine dingen’ noemen. Waarom zou een verhoord gebed voor en na een operatie of een beter worden van griep niet een wonder, een gebedsverhoring genoemd mogen worden ? En de geboorte van een kind ? Trouwens is heel ons leven en levensonderhoud daarvan niet een overduidelijk bewijs ?
Als wij alleen het spectaculaire willen, leidt dat tot krampachtigheid, tot overvragen en levert het ondankbaarheid en teleurstelling, zelfs de nodige ergernis op.
2.3.5. God de eer.
Tevens moeten wij ervoor oppassen in het zeer bijzondere niet de mens met zijn ervaringen centraal te stellen in plaats van God de eer te geven. Trouwens het voorbijzien van het gewone, dat al zo buitengewoon is, is onjuist. En het gebruik kunnen en mogen maken van middelen en mensen dient evenmin ondergewaardeerd te worden.
Men mag de pit van de lamp van geloof en gebed ook niet te hoog opschroeven, dan krijg je walm en stank. Het centrale blijft : zoek de Here en leef ! En wanneer God ons snoeit, bedoelt Hij toch : meer vrucht dragen, opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt.
Wat wij daarover in het boek Handelingen lezen, liegt er niet om. Wat zal er zodoende een goed getuigenis van ons uitgaan in de wereld, een roep van Gods genade en van Zijn uitkomsten ! Niet voor niets waren de eerste christengemeenten bekend en gerespecteerd om hun voorbede en praktisch dienstbetoon aan de medegelovigen en de naasten in nood. Daarin volgden zij hun meester !
Ook al zou de gemeente haar taak verwaarlozen, dat betekent intussen niet, dat er geen heil bij God zou zijn. Integendeel. De Kananese vrouw klopte niet tevergeefs bij Jezus aan !
2.3.4. Geen spektakelstuk.
De genezing op gebed komt voor, vaker dan wij denken zelfs. Op onze kreet om hulp deed God grote wonderen. Dat weet Israël, dat weet ieder die God vreest. Met name daar waar het werk van Jezus Christus op het spel gezet wordt door de boze, geeft de Heilige Geest ‘gericht trommelvuur’ en worden alle demonische tegenkrachten beschaamd. Ook daar waar via het zendingswerk het evangelie klinkt, bewijst de Heiland zijn wonderlijke kracht en macht. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde tot in eeuwigheid !
Iedere genezing en bevrijding van welke nood ook maar is een wonder van genade en liefde van de drie-enige God.
Nu is er steeds het gevaar, dat wij genezingen willen zien, die spectaculair zijn, of het uitsluitend zijn, omdat ze wonderen genoemd worden. Dat is niet juist. Ja, we doen er God door tekort. Het wonder is evenzeer aanwezig in wat wij ‘kleine dingen’ noemen. Waarom zou een verhoord gebed voor en na een operatie of een beter worden van griep niet een wonder, een gebedsverhoring genoemd mogen worden ? En de geboorte van een kind ? Trouwens is heel ons leven en levensonderhoud daarvan niet een overduidelijk bewijs ?
Als wij alleen het spectaculaire willen, leidt dat tot krampachtigheid, tot overvragen en levert het ondankbaarheid en teleurstelling, zelfs de nodige ergernis op.
2.3.5. God de eer.
Tevens moeten wij ervoor oppassen in het zeer bijzondere niet de mens met zijn ervaringen centraal te stellen in plaats van God de eer te geven. Trouwens het voorbijzien van het gewone, dat al zo buitengewoon is, is onjuist. En het gebruik kunnen en mogen maken van middelen en mensen dient evenmin ondergewaardeerd te worden.
Men mag de pit van de lamp van geloof en gebed ook niet te hoog opschroeven, dan krijg je walm en stank. Het centrale blijft : zoek de Here en leef ! En wanneer God ons snoeit, bedoelt Hij toch : meer vrucht dragen, opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt.
In Bijbels Optiek
Zoek Jezus in de tijd dat je gezond bent, Hij wil namelijk een relatie met je.
2.4. OPLEGGING VAN HANDEN NOODZAKELIJK !
2.4.1. Pleiten op Gods beloften.
In het gelovig bidden spreken Gods beloften hun eigen taal en worden zij terdege gebruikt. Er staan meerdere toezeggingen van God in de bijbel om in geval van ziekte Hem voor te houden. Naar Zijn beloften wil Hij zegenen en voor uitkomst, hoe dan ook, zorgen. Zo bad Luther aanhoudend voor zijn vriend Melanchton en hij kreeg hem als van de dood terug : ‘Ik heb de Here God de hele zak met beloften voor de voeten geworpen en zie, mijn vriend is genezen’.
Hoe zinvol het gelovig gebed is, schrijft ook Jacobus zowel wat lichamelijke alsook geestelijke nood betreft : ‘en het gelovig gebed zal de lijder gezond maken en de Here zal hem oprichten en zo hij zonden gedaan heeft, het zal hem vergeven worden’ ( Jac. 5 : 15 ). Een les die vandaag de dag ambtsdragers en gemeenten zich terdege ter harte moeten nemen. Is er in geval van ziekte, en samen met, of voor onze zieken het gelovig gebed ? Is er het pleiten op Gods belofte, die in Christus ja en amen zijn, tot lof van God en Zijn heerlijkheid ? Dan mogen we wonderen van bevrijding en genezing verwachten zowel wat ons lichaam, als onze geest en tevens onze ziel betreft.
2.4.2. Handoplegging.
Over deze handoplegging spreekt Jacobus eveneens samen met vele andere getuigen uit het Oude en Nieuwe Testament. De handoplegging is en wordt in de gevestigde kerken verwaarloosd of – als reactie – met de nodige argwaan bekeken. Daarbij speelt nog het gegeven van Hebreeën 6 : 2, waar de handoplegging gerekend wordt tot het beginsel van de leer van Christus.
Het is evenwel opmerkelijk, dat vooral de laatste tijd de handoplegging bij allerlei gebeurtenissen in de kerkdienst bijv. doop en huwelijksbevestiging, in de liturgie en in het pastoraat weer aandacht vraagt en krijgt.
Volgens bijbelse gegevens is de handoplegging nauw verbonden met het geven en ontvangen van de zegen van God ! Jacob zegent zijn kleinzoons en legt hen de handen op ( Gen. 48 : 14).
De Here Jezus Zelf heeft de kinderen die tot Hem gebracht werden, omarmd, hen de handen opgelegd en gezegend. Marc. 10 : 16 met de verwijzing in het formulier van de H. Doop.
2.4. OPLEGGING VAN HANDEN NOODZAKELIJK !
2.4.1. Pleiten op Gods beloften.
In het gelovig bidden spreken Gods beloften hun eigen taal en worden zij terdege gebruikt. Er staan meerdere toezeggingen van God in de bijbel om in geval van ziekte Hem voor te houden. Naar Zijn beloften wil Hij zegenen en voor uitkomst, hoe dan ook, zorgen. Zo bad Luther aanhoudend voor zijn vriend Melanchton en hij kreeg hem als van de dood terug : ‘Ik heb de Here God de hele zak met beloften voor de voeten geworpen en zie, mijn vriend is genezen’.
Hoe zinvol het gelovig gebed is, schrijft ook Jacobus zowel wat lichamelijke alsook geestelijke nood betreft : ‘en het gelovig gebed zal de lijder gezond maken en de Here zal hem oprichten en zo hij zonden gedaan heeft, het zal hem vergeven worden’ ( Jac. 5 : 15 ). Een les die vandaag de dag ambtsdragers en gemeenten zich terdege ter harte moeten nemen. Is er in geval van ziekte, en samen met, of voor onze zieken het gelovig gebed ? Is er het pleiten op Gods belofte, die in Christus ja en amen zijn, tot lof van God en Zijn heerlijkheid ? Dan mogen we wonderen van bevrijding en genezing verwachten zowel wat ons lichaam, als onze geest en tevens onze ziel betreft.
2.4.2. Handoplegging.
Over deze handoplegging spreekt Jacobus eveneens samen met vele andere getuigen uit het Oude en Nieuwe Testament. De handoplegging is en wordt in de gevestigde kerken verwaarloosd of – als reactie – met de nodige argwaan bekeken. Daarbij speelt nog het gegeven van Hebreeën 6 : 2, waar de handoplegging gerekend wordt tot het beginsel van de leer van Christus.
Het is evenwel opmerkelijk, dat vooral de laatste tijd de handoplegging bij allerlei gebeurtenissen in de kerkdienst bijv. doop en huwelijksbevestiging, in de liturgie en in het pastoraat weer aandacht vraagt en krijgt.
Volgens bijbelse gegevens is de handoplegging nauw verbonden met het geven en ontvangen van de zegen van God ! Jacob zegent zijn kleinzoons en legt hen de handen op ( Gen. 48 : 14).
De Here Jezus Zelf heeft de kinderen die tot Hem gebracht werden, omarmd, hen de handen opgelegd en gezegend. Marc. 10 : 16 met de verwijzing in het formulier van de H. Doop.
In Bijbels Optiek
Jezus was een kindervriend, Hij legde kinderen de handen op en zegende hen.
2.4.3. Zegen.
De zegen is een handeling, ,waardoor de NAAM van God op ons gelegd wordt. Tevens wil God Zijn hand op ons leven en op dat van onze kinderen leggen.
Wanneer je de hand op iets of iemand legt, neem je de ander of het andere onder je beslag en voor je rekening. We kennen dat uit verschillende spreekwijzen. Als je iemand de hand boven het hoofd houdt, wil je hem of haar in bescherming nemen. Als je iemand onder handen neemt, dan ben je, hoe pijnlijk soms, toch bezig die ander je zorg en liefde te laten merken. De bedoeling is, dat die ander er ‘beter’ van wordt.
Als God door middel van Zijn dienaren zijn zegen op ons legt, wil Hij sjalom geven, welzijn in de ruimste zin van het woord. En dat in tegenstelling tot ongeluk, leed, rampspoed. Als God zegent, wil Hij het negatieve wegnemen.
Zijn zegen geeft heil, moed, troost, kracht, zekerheid en verwachting. Ook in geval van ziekte! Hij (ver)hoort het gebed en zal het zo maken, dat wij ons verwonderen mogen. En verder kunnen op de weg door Hem bepaalt.
2.4.4. Geladen.
Bij de hogepriesterlijke zegen die de priester op het volk van God mocht leggen, mocht iedere Israëliet die zegen op zichzelf, op eigen omstandigheid toepassen. Gods zegen komt niet maar als een vrome wens of bede. Nee, de zegen van de Here God is geladen met de kracht van de spreker. In de zegen is Goddelijke helende kracht present.
Dat begreep zelfs Balak toen hij Bileam riep om Israël te vervloeken. In de zegen beveelt God Zelf over ons vrede, genezing, vernieuwing. En dat alles wordt zichtbaar gemaakt, wordt bekrachtigd door het gebaar van de handoplegging ! Dankzij Zijn zegenend opgeheven handen hebben zij de kracht van omhoog ontvangen : de Geest van God op Pinksteren.
Trouwens in het boek Handelingen horen wij meerdere malen, dat handen werden opgelegd en mensen de Geest ontvingen. Nu heeft de Here Jezus bij zijn heengaan zijn discipelen opgedragen om zieken de handen op te leggen, Marc. 16 : 17. En daaraan is de belofte van genezing verbonden.
Nu moeten we wel oppassen om de handoplegging niet te overaccentueren. Jezus genas mensen ook zonder dat Hij hen de handen opgelegd heeft, bijv. bij melaatsen, de man met de verlamde hand e.a.
2.4.3. Zegen.
De zegen is een handeling, ,waardoor de NAAM van God op ons gelegd wordt. Tevens wil God Zijn hand op ons leven en op dat van onze kinderen leggen.
Wanneer je de hand op iets of iemand legt, neem je de ander of het andere onder je beslag en voor je rekening. We kennen dat uit verschillende spreekwijzen. Als je iemand de hand boven het hoofd houdt, wil je hem of haar in bescherming nemen. Als je iemand onder handen neemt, dan ben je, hoe pijnlijk soms, toch bezig die ander je zorg en liefde te laten merken. De bedoeling is, dat die ander er ‘beter’ van wordt.
Als God door middel van Zijn dienaren zijn zegen op ons legt, wil Hij sjalom geven, welzijn in de ruimste zin van het woord. En dat in tegenstelling tot ongeluk, leed, rampspoed. Als God zegent, wil Hij het negatieve wegnemen.
Zijn zegen geeft heil, moed, troost, kracht, zekerheid en verwachting. Ook in geval van ziekte! Hij (ver)hoort het gebed en zal het zo maken, dat wij ons verwonderen mogen. En verder kunnen op de weg door Hem bepaalt.
2.4.4. Geladen.
Bij de hogepriesterlijke zegen die de priester op het volk van God mocht leggen, mocht iedere Israëliet die zegen op zichzelf, op eigen omstandigheid toepassen. Gods zegen komt niet maar als een vrome wens of bede. Nee, de zegen van de Here God is geladen met de kracht van de spreker. In de zegen is Goddelijke helende kracht present.
Dat begreep zelfs Balak toen hij Bileam riep om Israël te vervloeken. In de zegen beveelt God Zelf over ons vrede, genezing, vernieuwing. En dat alles wordt zichtbaar gemaakt, wordt bekrachtigd door het gebaar van de handoplegging ! Dankzij Zijn zegenend opgeheven handen hebben zij de kracht van omhoog ontvangen : de Geest van God op Pinksteren.
Trouwens in het boek Handelingen horen wij meerdere malen, dat handen werden opgelegd en mensen de Geest ontvingen. Nu heeft de Here Jezus bij zijn heengaan zijn discipelen opgedragen om zieken de handen op te leggen, Marc. 16 : 17. En daaraan is de belofte van genezing verbonden.
Nu moeten we wel oppassen om de handoplegging niet te overaccentueren. Jezus genas mensen ook zonder dat Hij hen de handen opgelegd heeft, bijv. bij melaatsen, de man met de verlamde hand e.a.
In Bijbels Optiek
Jezus genas veel zieken, o.a. melaatsen, die buiten de maatschappij gesloten waren. Als Hij ze aanraakte waren ze genezen.
Maar we lezen wel, dat de scharen hun zieken toBijbel handwijzert Hem brachten, opdat Hij hen de handen zou opleggen en zij zouden genezen worden. In navolging van hun Meester hebben dat ook de apostelen gedaan. Maar opnieuw en niet altijd en overal. Dat zou bijgeloof in de hand gewerkt hebben.
Naast de handoplegging is er de zalving met olie toegepast. Marc. 6 : 13 en Jac. 5 L 14. Dit is een teken van de genezing door de Heilige Geest.
2.4.5. Gevaren.
Handoplegging, zalving e.d. kan misbruikt worden, een magisch gebaar worden, toverkunsten. Maar het misbruik heft het rechte gebruik niet op. In de handoplegging naar bijbels voorschrift wordt de Naam des Heren opgelegd met alle kracht en zegen, met alle verantwoordelijkheid vandien. Daarin gaat voor ons leven : Christus nam de vervloeking van ons op Zich om ons met Zijn zegeningen te vervullen. Niet dat die kracht in onze handen gegeven is. Maar in de handoplegging wil Hij het tot de levende ontmoeting met Hem laten komen. Het vraagt geloof in de Here en Heiland.
Het geloof in Zijn Naam maakt zieken gezond en sterk ( Hand. 3 ). Daarbij is het goed om niet op eigen houtje te werk te gaan, maar binnen de kring van het ambt, van de gemeenschap der heiligen. Anderen mogen evenals de eerste christengemeente in Jeruzalem meebidden, meestrijden. Doen wij dat ? Dan gaat er kracht van uit, een heilzame en helende werking op onze naasten. God Zelf staat in voor Zijn zegeningen ! Daarom mogen wij wonderen van Hem verwachten. Zowel lichamelijke genezing, alsmede geestelijk herstel. Genezing en bekering.
2.4.6. Waarvoor dient het ?
Tekenen en wonderen dienen de voortgang van het Koninkrijk van God. Zij willen de uitbreiding van de Kerk bevorderen. Het gaat er met name om, dat God wordt verheerlijkt en dat Zijn reddende en helende kracht bekend zal worden.
Jezus Zelf leerde ons bij genezing : dit is geschied, opdat de werken Gods openbaar worden. Iedere genezing is een bewijs van Zijn overwinning op het rijk van de satan. De tekenen en wonderen volgen de gelovigen, en dat tot hun troost en bemoediging in de dienst van het evangelie, in de verkondiging van Gods gaven. De vijanden worden er door beschaamd en moeten zich vroeg of laat aan God gewonnen geven. Tekenen en wonderen zijn intussen een geweldig voorspel op de toekomst van Christus. In Zijn rijk zal niemand meer zeggen ik ben ziek, want het volk dat daarin woont, heeft vergeving van zonde…!
Maar we lezen wel, dat de scharen hun zieken toBijbel handwijzert Hem brachten, opdat Hij hen de handen zou opleggen en zij zouden genezen worden. In navolging van hun Meester hebben dat ook de apostelen gedaan. Maar opnieuw en niet altijd en overal. Dat zou bijgeloof in de hand gewerkt hebben.
Naast de handoplegging is er de zalving met olie toegepast. Marc. 6 : 13 en Jac. 5 L 14. Dit is een teken van de genezing door de Heilige Geest.
2.4.5. Gevaren.
Handoplegging, zalving e.d. kan misbruikt worden, een magisch gebaar worden, toverkunsten. Maar het misbruik heft het rechte gebruik niet op. In de handoplegging naar bijbels voorschrift wordt de Naam des Heren opgelegd met alle kracht en zegen, met alle verantwoordelijkheid vandien. Daarin gaat voor ons leven : Christus nam de vervloeking van ons op Zich om ons met Zijn zegeningen te vervullen. Niet dat die kracht in onze handen gegeven is. Maar in de handoplegging wil Hij het tot de levende ontmoeting met Hem laten komen. Het vraagt geloof in de Here en Heiland.
Het geloof in Zijn Naam maakt zieken gezond en sterk ( Hand. 3 ). Daarbij is het goed om niet op eigen houtje te werk te gaan, maar binnen de kring van het ambt, van de gemeenschap der heiligen. Anderen mogen evenals de eerste christengemeente in Jeruzalem meebidden, meestrijden. Doen wij dat ? Dan gaat er kracht van uit, een heilzame en helende werking op onze naasten. God Zelf staat in voor Zijn zegeningen ! Daarom mogen wij wonderen van Hem verwachten. Zowel lichamelijke genezing, alsmede geestelijk herstel. Genezing en bekering.
2.4.6. Waarvoor dient het ?
Tekenen en wonderen dienen de voortgang van het Koninkrijk van God. Zij willen de uitbreiding van de Kerk bevorderen. Het gaat er met name om, dat God wordt verheerlijkt en dat Zijn reddende en helende kracht bekend zal worden.
Jezus Zelf leerde ons bij genezing : dit is geschied, opdat de werken Gods openbaar worden. Iedere genezing is een bewijs van Zijn overwinning op het rijk van de satan. De tekenen en wonderen volgen de gelovigen, en dat tot hun troost en bemoediging in de dienst van het evangelie, in de verkondiging van Gods gaven. De vijanden worden er door beschaamd en moeten zich vroeg of laat aan God gewonnen geven. Tekenen en wonderen zijn intussen een geweldig voorspel op de toekomst van Christus. In Zijn rijk zal niemand meer zeggen ik ben ziek, want het volk dat daarin woont, heeft vergeving van zonde…!