DE WEDERKOMST VINDT PLAATS OP DE SABBAT VAN 10 NISAN.
(N.B. Bij deze gehele studie is de Statenvertaling gebruikt wegens de duidelijkheid van taal en woordschat).
(N.B. Bij deze gehele studie is de Statenvertaling gebruikt wegens de duidelijkheid van taal en woordschat).
Op de sabbat van de 10de Nisan zal de Messias van Israël naar Zijn volk terugkeren.
(afb.:www.herschepping.nl/06vs/wet_10sabbat_in_ere_houden.php)
Wat we over dit onderwerp proberen te onderzoeken:
1. Verkenning.
2. Tijden en gelegenheden zijn ons bekend.
3. Wij zouden weten wanneer onze Heer met ons terugkomt.
4. Visie op Bijbelse tijdrekening en waken en slapen in geestelijk opzicht.
5. Wat zegt de Bijbel over die tijden en gelegenheden?
6. Wanneer start de tijdrekening waar de Here Jezus naar verwees?
7. Start 70 weken.
8. De tijdrekening van de 70 weken.
9. De 2000 jaren.
10. De Heer kan elk moment terugkomen?
11. Feiten en omstandigheden.
12. Berekening van de datum van de intocht te Jeruzalem.
13. Het belang van 10 Nisan.
14. Het belang van de sabbat.
15. Helft der 70ste week valt in de winter.
16. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “De sabbatsreis”
17. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “Wel of niet begraven op sabbat?”
18. Het belang van de sabbat en 10 Nisan.
19. De Wederkomst op sabbat.
20. Mogelijke toekomstige data.
21. De Wederkomst op 10 Nisan.
22. 1290 dagen = 10 Nisan + 30.
23. Samenvallen van Pascha en grote verzoendag.
24. 1335 dagen = 10 Nisan + 75.
25. Tot slot.
1. Verkenning.
Dit betreft een uitgebreide Bijbelstudie met zo veel mogelijk verbanden in de Bijbel die betrekking hebben op de wederkomst van Jezus Christus Messias.
We gaan door de hele Bijbel en bekijken alle relevante Schriftplaatsen. De idee erachter is dat niet alleen een paar Schriftplaatsen voldoende zijn om tot kennis en inzicht te komen, maar zoals Paulus dat verwoord:
2 Tim.3:16:” Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig
- Tot lering,
- tot wederlegging,
- tot verbetering,
- tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is”
17 :”Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust”.
De Bijbel is in Zijn geheel het profetische Woord van God en spreekt vaak door middel van typologie over toekomstige zaken (Jes.44:7).
2 Petr.1:19: ”En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de Morgenster opga in uw harten”.
Tot slot is deze studie bedoeld ter stimulering van hen die Jezus Christus hebben aangenomen als hun Redder en Verlosser en op grond van Bijbelstudie weten wat dat inhoudt.
2. Tijden en gelegenheden zijn ons bekend.
“De Heer komt terug als een dief in de nacht”.
Voornoemde zin wordt vaak aangehaald om aan te geven dat iemand wel gelooft dat de Heer zal komen, maar geen idee heeft wanneer dat dan zal zijn. Dat is niet nodig, omdat als men wat meer leest dan alleen deze zin, men op andere gedachten gebracht kan worden.
“De Heer komt terug als een dief in de nacht” wordt vaak aangehaald om aan te geven dat iemand wel gelooft dat de Heer zal komen, maar geen idee heeft wanneer dat dan zal zijn.
(afb.: https://www.amazon.com/Thief-Night-Collectors.../B000CPSPYG)
We gaan naar 1 Thess. 5 waar gesproken wordt over het feit dat de Heer terugkomt ‘als een dief in de nacht’.
1 Thess.5:1 :”Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. 2 Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.
Paulus zegt hier dat de Heer inderdaad zal komen als een dief in de nacht. Om nog preciezer te zijn, zegt Paulus dat de dag des Heren gelijk staat aan een dief in de nacht. En dat verandert de boel al.
Want de dag des Heren is niet een dag, zoals in onze spreektaal wordt verstaan, van 24 uren, maar betreft een periode langer dan 24 uren.
De Here Jezus zei dat Zelf in Matt. 24, waarin Hij Zijn wederkomst (parousia) vergelijkt met de dagen van Noach van voor de zondvloed. De Heer schetst een situatie die continueert tot die dag toe, en deze wordt gestopt door het definitieve oordeel.
Matt.24:37 :”En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst (parousia = wederkomst) van den Zoon des mensen.
38 Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;
39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen”.
Terug naar Paulus die zei dat de periode van de wederkomst, de dag des Heren, zal komen als een dief in de nacht. In 1 Thess. 5: 3 schetst Paulus in het kort de 70ste week van Daniël. Deze begint met een periode van 1260 dagen van vrede tot het oprichten van de gruwel der verwoesting (Matth.24:15). Want vanaf dat moment komt er vrijwel direct grote verdrukking (Matth.24:21) over de huidige Joodse staat. Die Joodse staat noemt de Heer Judea en niet Israël en geheel terecht!
3 “Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden”.
Hier heeft Paulus het niet over ons, maar over een andere groep, die hij aanspreekt met “zij”. Deze “zij” zet hij direct lijnrecht tegenover ons in het volgende vers.
4 “Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen”.
Paulus zegt hier overduidelijk dat de dag des Heeren weliswaar komt als een dief in de nacht, maar niet voor ons! Wat is daarvan de reden?
5 “Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.
6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn.
7 Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken;
8 Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid”.
(afb.: https://www.amazon.com/Thief-Night-Collectors.../B000CPSPYG)
We gaan naar 1 Thess. 5 waar gesproken wordt over het feit dat de Heer terugkomt ‘als een dief in de nacht’.
1 Thess.5:1 :”Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. 2 Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.
Paulus zegt hier dat de Heer inderdaad zal komen als een dief in de nacht. Om nog preciezer te zijn, zegt Paulus dat de dag des Heren gelijk staat aan een dief in de nacht. En dat verandert de boel al.
Want de dag des Heren is niet een dag, zoals in onze spreektaal wordt verstaan, van 24 uren, maar betreft een periode langer dan 24 uren.
De Here Jezus zei dat Zelf in Matt. 24, waarin Hij Zijn wederkomst (parousia) vergelijkt met de dagen van Noach van voor de zondvloed. De Heer schetst een situatie die continueert tot die dag toe, en deze wordt gestopt door het definitieve oordeel.
Matt.24:37 :”En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst (parousia = wederkomst) van den Zoon des mensen.
38 Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;
39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen”.
Terug naar Paulus die zei dat de periode van de wederkomst, de dag des Heren, zal komen als een dief in de nacht. In 1 Thess. 5: 3 schetst Paulus in het kort de 70ste week van Daniël. Deze begint met een periode van 1260 dagen van vrede tot het oprichten van de gruwel der verwoesting (Matth.24:15). Want vanaf dat moment komt er vrijwel direct grote verdrukking (Matth.24:21) over de huidige Joodse staat. Die Joodse staat noemt de Heer Judea en niet Israël en geheel terecht!
3 “Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden”.
Hier heeft Paulus het niet over ons, maar over een andere groep, die hij aanspreekt met “zij”. Deze “zij” zet hij direct lijnrecht tegenover ons in het volgende vers.
4 “Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen”.
Paulus zegt hier overduidelijk dat de dag des Heeren weliswaar komt als een dief in de nacht, maar niet voor ons! Wat is daarvan de reden?
5 “Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.
6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchter zijn.
7 Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken;
8 Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid”.
Christenen zijn kinderen van het Licht, namelijk Jezus Christus, het Licht dat kwam in de duisternis van ons bestaan.
(schilderij: www.stas.nl/schilderijverlichting)
Allereerst zegt Paulus dat wij kinderen des lichts en des daags zijn. Niet alleen degenen die elke dag leven met een hoopvolle verwachting, maar ook degenen die wel geloven in Jezus Christus, maar in geestelijk opzicht slapen. Dat blijkt uit het gebruik van het woordje “allen”.
Omdat wij het Licht der wereld (Joh.8:12) hebben ontvangen, moeten wij wakker zijn en niet slapen. De dag des Heren, die als een dief komt, komt met oordeel en toorn (Jes.13:9,13).
9 :”Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus.
10 Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
11 Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet”.
De tijden en gelegenheden zouden ons bekend moeten zijn, zegt Paulus terecht. Want zo begint hij dit hoofdstuk. Paulus begint met “Maar…”.
Dat is een voegwoord en wil zeggen dat hoofdstuk vier gekoppeld is aan hoofdstuk vijf. En in hoofdstuk vier kunt u lezen over de Opname (Gr. “harpazo”) van de Gemeente en de Wederkomst van de Heer.
3. Wij zouden weten wanneer onze Heer met ons terug komt.
Voor tijdrekeningen ten aanzien van de Wederkomst zijn mensen nog altijd huiverig. Een vaak gebruikt argument om aan te geven dat men niet weet wanneer de Heer komt en dus eigenlijk zegt te slapen, is “van die dag en ure weet niemand”.
Ook daarbij stopt men na dit vers ogenblikkelijk met lezen. Bekijken we dit vanuit het Mattheüsvangelie, hoofdstuk 24, dan zien we dat de discipelen 3 vragen stellen ten aanzien van deze tijd!
Matt.24:3:” En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, (1) wanneer zullen deze dingen zijn, en (2) welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en (3) van de voleinding der wereld?”
Dat wordt gevolgd door een twee hoofdstukken omvattend antwoord van de Heer, te weten Matt.24 en Matt.25.
Daarbij komt ook nog eens, als men alles zou lezen, dat men allereerst moet vaststellen dat kort voor dat vers over “dag en ure” uitdrukkelijk wordt gezegd wanneer de Heer terugkomt. Namelijk:
Matt.24:29,30:” En terstond na de verdrukking dier dagen, ...zullen al de geslachten der aarde … den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Het klopt inderdaad dat daarbij geen nauwkeurige tijdsbepaling wordt gegeven, zoals 25 december 2041, om 16:15 uur. Maar daar gaat het vers van “dag en ure” ook helemaal niet over.
Het vers over “dag en ure” spreekt over de allerlaatste dag van de oude / huidige schepping. Daarna zullen ‘die’, zoals is geprofeteerd in de Bijbel, worden vervangen door een nieuwe hemel en aarde (Opb.21:1). Zie het volgende schriftgedeelte:
Matt.24:35:” De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen”.
(schilderij: www.stas.nl/schilderijverlichting)
Allereerst zegt Paulus dat wij kinderen des lichts en des daags zijn. Niet alleen degenen die elke dag leven met een hoopvolle verwachting, maar ook degenen die wel geloven in Jezus Christus, maar in geestelijk opzicht slapen. Dat blijkt uit het gebruik van het woordje “allen”.
Omdat wij het Licht der wereld (Joh.8:12) hebben ontvangen, moeten wij wakker zijn en niet slapen. De dag des Heren, die als een dief komt, komt met oordeel en toorn (Jes.13:9,13).
9 :”Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus.
10 Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
11 Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet”.
De tijden en gelegenheden zouden ons bekend moeten zijn, zegt Paulus terecht. Want zo begint hij dit hoofdstuk. Paulus begint met “Maar…”.
Dat is een voegwoord en wil zeggen dat hoofdstuk vier gekoppeld is aan hoofdstuk vijf. En in hoofdstuk vier kunt u lezen over de Opname (Gr. “harpazo”) van de Gemeente en de Wederkomst van de Heer.
3. Wij zouden weten wanneer onze Heer met ons terug komt.
Voor tijdrekeningen ten aanzien van de Wederkomst zijn mensen nog altijd huiverig. Een vaak gebruikt argument om aan te geven dat men niet weet wanneer de Heer komt en dus eigenlijk zegt te slapen, is “van die dag en ure weet niemand”.
Ook daarbij stopt men na dit vers ogenblikkelijk met lezen. Bekijken we dit vanuit het Mattheüsvangelie, hoofdstuk 24, dan zien we dat de discipelen 3 vragen stellen ten aanzien van deze tijd!
Matt.24:3:” En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, (1) wanneer zullen deze dingen zijn, en (2) welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en (3) van de voleinding der wereld?”
Dat wordt gevolgd door een twee hoofdstukken omvattend antwoord van de Heer, te weten Matt.24 en Matt.25.
Daarbij komt ook nog eens, als men alles zou lezen, dat men allereerst moet vaststellen dat kort voor dat vers over “dag en ure” uitdrukkelijk wordt gezegd wanneer de Heer terugkomt. Namelijk:
Matt.24:29,30:” En terstond na de verdrukking dier dagen, ...zullen al de geslachten der aarde … den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Het klopt inderdaad dat daarbij geen nauwkeurige tijdsbepaling wordt gegeven, zoals 25 december 2041, om 16:15 uur. Maar daar gaat het vers van “dag en ure” ook helemaal niet over.
Het vers over “dag en ure” spreekt over de allerlaatste dag van de oude / huidige schepping. Daarna zullen ‘die’, zoals is geprofeteerd in de Bijbel, worden vervangen door een nieuwe hemel en aarde (Opb.21:1). Zie het volgende schriftgedeelte:
Matt.24:35:” De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen”.
Niemand weet de dag noch de ure van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Planeet)
Met de weglating van de tussenzin staat er gewoon dit:
Matt.24:35:” De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, … maar van dien dag en die ure weet niemand, …
Let op het voegwoord “doch” (maar). Dat woord voegt vers 35 aan vers 36. Dat niemand dat kan weten, komt doordat in Openbaring 20 weliswaar wordt gezegd dat er een periode zal zijn van 1000 jaren waarin Christus zal regeren op de oude aarde. Maar tussen het einde van de 1000 jaren en de dag dat hemel en aarde voorbij zullen gaan, zit een korte periode waarin de satan ontbonden zal worden (Opb.20:3). Daarvan is vanuit de Bijbel niet bekend om hoeveel tijd dat gaat.
4. Visie op Bijbelse tijdrekening en waken en slapen in geestelijk opzicht.
Deze kennis is van fundamenteel belang. Want hoewel de geschiedenis leert dat het noemen van een datum waarop de Heer terugkomt, vaker leidt tot verdriet en teleurstelling, dan dat het de gelovige opricht, betekent het nooit dat we dan mogen gaan slapen!
Wij staan op het Woord en willen op grond van ons geloof in het Woord gehoor geven aan de boodschap wakker te zijn en te blijven. De meeste christenen geloven dat we op grond van de Bijbel zouden kunnen / moeten weten wanneer de tijd daar is.
Door te zeggen dat we hét niet kunnen weten, omdat de Heer komt als een dief in de nacht, de dag en de ure alleen bekend zijn bij de Vader en het ons niet toekomt de tijden en gelegenheden te weten, zeggen we eigenlijk dat we slapen.
5. Wat zegt de Bijbel over die tijden en gelegenheden?
Wat we constateerden over Matt.24, is juist het tegenovergestelde van het niet kunnen weten. De discipelen krijgen op hun vragen daarom uitgebreid antwoord. Het is de Here Jezus Zelf, die zeer uitgebreid ingaat op de tijden en gelegenheden, zodat wij alle reden hebben niet te slapen.
De Here haalt een hele belangrijke tijdsrekening aan. Eigenlijk de allerbelangrijkste profetische tijdsrekening die in de Bijbel staat. Dat doet de Heer door direct te verwijzen naar de profetie van Daniël 9 over de 70 weken.
Matt.24:15: “Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)
De Heer haalt Daniël hoofdstuk 9 aan. Volledigheidshalve nemen we dat mee in deze studie.
(afb.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Planeet)
Met de weglating van de tussenzin staat er gewoon dit:
Matt.24:35:” De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, … maar van dien dag en die ure weet niemand, …
Let op het voegwoord “doch” (maar). Dat woord voegt vers 35 aan vers 36. Dat niemand dat kan weten, komt doordat in Openbaring 20 weliswaar wordt gezegd dat er een periode zal zijn van 1000 jaren waarin Christus zal regeren op de oude aarde. Maar tussen het einde van de 1000 jaren en de dag dat hemel en aarde voorbij zullen gaan, zit een korte periode waarin de satan ontbonden zal worden (Opb.20:3). Daarvan is vanuit de Bijbel niet bekend om hoeveel tijd dat gaat.
4. Visie op Bijbelse tijdrekening en waken en slapen in geestelijk opzicht.
Deze kennis is van fundamenteel belang. Want hoewel de geschiedenis leert dat het noemen van een datum waarop de Heer terugkomt, vaker leidt tot verdriet en teleurstelling, dan dat het de gelovige opricht, betekent het nooit dat we dan mogen gaan slapen!
Wij staan op het Woord en willen op grond van ons geloof in het Woord gehoor geven aan de boodschap wakker te zijn en te blijven. De meeste christenen geloven dat we op grond van de Bijbel zouden kunnen / moeten weten wanneer de tijd daar is.
Door te zeggen dat we hét niet kunnen weten, omdat de Heer komt als een dief in de nacht, de dag en de ure alleen bekend zijn bij de Vader en het ons niet toekomt de tijden en gelegenheden te weten, zeggen we eigenlijk dat we slapen.
5. Wat zegt de Bijbel over die tijden en gelegenheden?
Wat we constateerden over Matt.24, is juist het tegenovergestelde van het niet kunnen weten. De discipelen krijgen op hun vragen daarom uitgebreid antwoord. Het is de Here Jezus Zelf, die zeer uitgebreid ingaat op de tijden en gelegenheden, zodat wij alle reden hebben niet te slapen.
De Here haalt een hele belangrijke tijdsrekening aan. Eigenlijk de allerbelangrijkste profetische tijdsrekening die in de Bijbel staat. Dat doet de Heer door direct te verwijzen naar de profetie van Daniël 9 over de 70 weken.
Matt.24:15: “Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)
De Heer haalt Daniël hoofdstuk 9 aan. Volledigheidshalve nemen we dat mee in deze studie.
Als de periode van 70 weken (inclusief de periode van de grote verdrukking!) zal beëindigd zijn, zal de duivel duizend jaren gebonden worden en zal de wereldbevolking niet meer verleid worden.
(afb.: https://www.nrc.nl/nieuws/2016/08/16/standbeeld-a1515738)
Over de 70 weken.
Dan.9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
27 En hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste”.
6. Wanneer start de tijdrekening waar de Here Jezus naar verwees?
In bovenstaande tekst hebben we gelezen dat er 70 zevens geteld moeten worden (dat is tijdsrekening!), vanaf het exacte moment dat er toestemming is verleend om Jeruzalem te herbouwen.
25 “Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen”.
In de Bijbel wordt dit exacte, zeer belangrijke moment dan ook beschreven, zodat als we Bijbelgedeelten naast elkaar leggen, we zien dat profetieën in vervulling zijn gegaan, dan wel gedeeltelijk, maar ook valt te berekenen wanneer dat plaatsvond en hoeveel tijd er overheen zal gaan, voordat dit in vervulling zal gaan.
In Nehemia hoofdstuk 2 valt te lezen dat Nehemia een verzoek doet aan God en aan de koning om:
Neh.2:5 :”…Zo het den koning goeddunkt, en zo uw knecht voor uw aangezicht aangenaam is, dat gij mij zendt naar Juda, naar de stad der begrafenissen mijner vaderen, dat ik ze bouwe”.
Daarna lezen we dat Nehemia toestemming krijgt van de koning om Jeruzalem te bouwen, zoals geprofeteerd was in Dan.9:25 “van den uitgang des woords”. Maar dat is nog niet alles. Nehemia vraagt de koning dit op papier te zetten!
Neh.2:7: “Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn;
8 Ook een brief aan Asaf, den bewaarder van den lusthof, denwelken de koning heeft, dat hij mij hout geve om te zolderen de poorten van het paleis, dat aan het huis is, en tot den stadsmuur, en tot het huis, waar ik intrekken zal. En de koning gaf ze mij, naar de goede hand mijns Gods over mij”.
(afb.: https://www.nrc.nl/nieuws/2016/08/16/standbeeld-a1515738)
Over de 70 weken.
Dan.9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven.
25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
27 En hij zal velen het verbond versterken een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste”.
6. Wanneer start de tijdrekening waar de Here Jezus naar verwees?
In bovenstaande tekst hebben we gelezen dat er 70 zevens geteld moeten worden (dat is tijdsrekening!), vanaf het exacte moment dat er toestemming is verleend om Jeruzalem te herbouwen.
25 “Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen”.
In de Bijbel wordt dit exacte, zeer belangrijke moment dan ook beschreven, zodat als we Bijbelgedeelten naast elkaar leggen, we zien dat profetieën in vervulling zijn gegaan, dan wel gedeeltelijk, maar ook valt te berekenen wanneer dat plaatsvond en hoeveel tijd er overheen zal gaan, voordat dit in vervulling zal gaan.
In Nehemia hoofdstuk 2 valt te lezen dat Nehemia een verzoek doet aan God en aan de koning om:
Neh.2:5 :”…Zo het den koning goeddunkt, en zo uw knecht voor uw aangezicht aangenaam is, dat gij mij zendt naar Juda, naar de stad der begrafenissen mijner vaderen, dat ik ze bouwe”.
Daarna lezen we dat Nehemia toestemming krijgt van de koning om Jeruzalem te bouwen, zoals geprofeteerd was in Dan.9:25 “van den uitgang des woords”. Maar dat is nog niet alles. Nehemia vraagt de koning dit op papier te zetten!
Neh.2:7: “Voorts zeide ik tot den koning: Zo het den koning goeddunkt, dat men mij brieven geve aan de landvoogden aan gene zijde der rivier, dat zij mij overgeleiden, totdat ik in Juda zal gekomen zijn;
8 Ook een brief aan Asaf, den bewaarder van den lusthof, denwelken de koning heeft, dat hij mij hout geve om te zolderen de poorten van het paleis, dat aan het huis is, en tot den stadsmuur, en tot het huis, waar ik intrekken zal. En de koning gaf ze mij, naar de goede hand mijns Gods over mij”.
De koning gaf brieven mee aan Nehemia voor de landvoogden aan de andere kant van de rivier om Jeruzalem en de tempel weer op te bouwen.
Het is maar goed ook dat Nehemia “het woord van de koning” op papier heeft staan. Want hoewel Nehemia direct daarna naar Jeruzalem vertrekt (Neh.2:11), begint de werkelijke herbouw van Jeruzalem pas enige jaren later. Dit was in verband met de samenzwering van de Samaritanen (Neh.4:8 e.v.)
Het exacte moment staat in Nehemia 2:1. Daar valt te lezen op welke dag precies de 70 weken in de Bijbel beginnen.
Neh.2:1:” Toen geschiedde het in de maand Nisan, in het twintigste jaar van den koning Arthahsasta, als er wijn voor zijn aangezicht was, dat ik den wijn opnam, en gaf hem den koning; nu was ik nooit treurig geweest voor zijn aangezicht”.
Arthahsasta is een andere naam voor Ahasvéros. Het twintigste jaar van deze koning is het jaar 445 voor Chr. (of -444). De maand "Nisan" is de eerste maand van het jaar. Als er alleen een jaar genoemd wordt en geen maand dan wordt er in de Bijbel vanaf de maand "Nisan" gerekend.
Als er geen datum genoemd wordt, maar alleen de maand, zoals hier het geval is, dan wordt in de Bijbel vanaf de eerste dag van die maand gerekend. Nehemia was erg droevig. (Neh.1:4) Het was de eerste Nisan, het begin van een nieuw jaar op de Joodse kalender.
7. Start 70 weken.
Vanaf 1 Nisan -444 kunnen we dan beginnen met tellen. Wat tellen we dan?
Dan.9:24 geeft: shib`iym = zeventig, shabuwa` (zevens, in het bijzonder een jaarweek).
Wat is een jaarweek? We kijken waar dat in de Bijbel wordt genoemd.
Lev.25:8:”Gij zult u ook tellen zeven jaarweken, dat is zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen der zeven jaarweken u negen en veertig jaren zullen zijn”.
Dus vanaf 1 Nisan 445 voor Christus wordt de klok gestart en tellen we 70 x 7 jaren. Dat is 490 jaren. Uit Bijbelstudie blijkt dat de helft van één zo’n jaarsweek bestaat uit 1260 dagen (Opb.11:3, 12:6), dan wel 42 maanden (Opb.11:2, 13:5). Als we twee helften bij elkaar optellen om één jaarweek te krijgen, komen we uit op 2520 dagen.
We moeten dan direct vaststellen dat er iets niet klopt! Want 7 x 365,25 dagen op onze kalender = 2556,75 dagen. Het blijkt dat de jaarweken een andere lengte hebben dan onze huidige Gregoriaanse kalender hanteert.
Dat probleem zal altijd blijven bestaan!
Het is maar goed ook dat Nehemia “het woord van de koning” op papier heeft staan. Want hoewel Nehemia direct daarna naar Jeruzalem vertrekt (Neh.2:11), begint de werkelijke herbouw van Jeruzalem pas enige jaren later. Dit was in verband met de samenzwering van de Samaritanen (Neh.4:8 e.v.)
Het exacte moment staat in Nehemia 2:1. Daar valt te lezen op welke dag precies de 70 weken in de Bijbel beginnen.
Neh.2:1:” Toen geschiedde het in de maand Nisan, in het twintigste jaar van den koning Arthahsasta, als er wijn voor zijn aangezicht was, dat ik den wijn opnam, en gaf hem den koning; nu was ik nooit treurig geweest voor zijn aangezicht”.
Arthahsasta is een andere naam voor Ahasvéros. Het twintigste jaar van deze koning is het jaar 445 voor Chr. (of -444). De maand "Nisan" is de eerste maand van het jaar. Als er alleen een jaar genoemd wordt en geen maand dan wordt er in de Bijbel vanaf de maand "Nisan" gerekend.
Als er geen datum genoemd wordt, maar alleen de maand, zoals hier het geval is, dan wordt in de Bijbel vanaf de eerste dag van die maand gerekend. Nehemia was erg droevig. (Neh.1:4) Het was de eerste Nisan, het begin van een nieuw jaar op de Joodse kalender.
7. Start 70 weken.
Vanaf 1 Nisan -444 kunnen we dan beginnen met tellen. Wat tellen we dan?
Dan.9:24 geeft: shib`iym = zeventig, shabuwa` (zevens, in het bijzonder een jaarweek).
Wat is een jaarweek? We kijken waar dat in de Bijbel wordt genoemd.
Lev.25:8:”Gij zult u ook tellen zeven jaarweken, dat is zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen der zeven jaarweken u negen en veertig jaren zullen zijn”.
Dus vanaf 1 Nisan 445 voor Christus wordt de klok gestart en tellen we 70 x 7 jaren. Dat is 490 jaren. Uit Bijbelstudie blijkt dat de helft van één zo’n jaarsweek bestaat uit 1260 dagen (Opb.11:3, 12:6), dan wel 42 maanden (Opb.11:2, 13:5). Als we twee helften bij elkaar optellen om één jaarweek te krijgen, komen we uit op 2520 dagen.
We moeten dan direct vaststellen dat er iets niet klopt! Want 7 x 365,25 dagen op onze kalender = 2556,75 dagen. Het blijkt dat de jaarweken een andere lengte hebben dan onze huidige Gregoriaanse kalender hanteert.
Dat probleem zal altijd blijven bestaan!
De gregoriaanse kalender, een aanpassing van de daarvoor gebruikte juliaanse kalender, werd voor het eerst voorgesteld door de Napolitaanse arts Aloisius Lilius, en werd overgenomen door het Concilie van Trente (1545-1563). Paus Gregorius XIII kon pas in 1582 met de bul ‘Inter gravissimas’ deze kalenderhervorming doorvoeren. Bij de invoering liepen de weekdagen zonder onderbreking door: op donderdag 4 oktober volgde vrijdag 15 oktober 1582. Door het weglaten van die 10 dagen werd het begin van de lente teruggebracht naar 21 maart.
8. De tijdrekening van de 70 weken.
Als we weer even terughalen dat in Matth.24 de Here Jezus dit hoofdstuk aanhaalt, omdat Zijn discipelen (dus ook u en ik als volgelingen van Hem) graag de chronologie wilden begrijpen, beginnen we nu met de tijdrekening ons voor te stellen.
Allereerst letten we op de onderverdeling van tijdsperioden in Daniël 9.
1. 69 weken: gerekend vanaf “de uitgang des woords” doorlopend tot op Messias de vorst. (Dan.9:25-26)
2. 1 week: gerekend vanaf het versterken (ondertekenen) van een verbond.
Daarna moeten we letten op de onderlinge verdeling van deze twee tijdsperioden in Daniël 9.
1. De 69 weken bestaan uit:
a. Vanaf “de uitgang des woords” en Jeruzalem te bouwen, wordt geteld: 7 weken.
b. Daarna wordt nog eens geteld tot op Messias de vorst: 62 weken.
2. De laatste week bestaat uit (vnl. contextueel):
a. 1ste helft: sluiten van verbond - daardoor ontstaat vrede – en in invoering van slacht- en spijsofferdiensten voor het volk en Jeruzalem.
b. 2de helft: stoppen van slacht- en spijsofferdiensten en de oprichting van een afgodsbeeld in de heilige plaats (uit andere profetieën).
VOOR CHR.
445: Toestemming tot herbouw van Jeruzalem door Nehemía (Neh.2:1). 1 Nisan = 14 maart
BEGIN VAN DE PERIODE VAN 70 WEKEN (Dan.9:24-27).
Herodes begint aan zijn "Historiën".
429 – 347: Plato
424 – 424: Xerxes II van Perzië; na 45 dagen vermoord (zoon van Artaxerxes I)
424 – 404: Darius II Nothus van Perzië (Neh.12:22)
404 – 358: Artaxerxes II Mnemonvan Perzië; zoon van DaiusI
397: Profetie van Maleachi.
Einde eerste 7 weken van de 70 weken (Daniël 9)
358-338: Artaxerxes III Ochus v. Perzië. Zoon van Artaxerxes II; onderwierp Cyprus
336 – 330: Darius III Codomanus van Perzië
334: Slag bij Granicus (Alexander verslaat Darius)
333: Slag bij Issus (Alexander verslaat Darius)
8. De tijdrekening van de 70 weken.
Als we weer even terughalen dat in Matth.24 de Here Jezus dit hoofdstuk aanhaalt, omdat Zijn discipelen (dus ook u en ik als volgelingen van Hem) graag de chronologie wilden begrijpen, beginnen we nu met de tijdrekening ons voor te stellen.
Allereerst letten we op de onderverdeling van tijdsperioden in Daniël 9.
1. 69 weken: gerekend vanaf “de uitgang des woords” doorlopend tot op Messias de vorst. (Dan.9:25-26)
2. 1 week: gerekend vanaf het versterken (ondertekenen) van een verbond.
Daarna moeten we letten op de onderlinge verdeling van deze twee tijdsperioden in Daniël 9.
1. De 69 weken bestaan uit:
a. Vanaf “de uitgang des woords” en Jeruzalem te bouwen, wordt geteld: 7 weken.
b. Daarna wordt nog eens geteld tot op Messias de vorst: 62 weken.
2. De laatste week bestaat uit (vnl. contextueel):
a. 1ste helft: sluiten van verbond - daardoor ontstaat vrede – en in invoering van slacht- en spijsofferdiensten voor het volk en Jeruzalem.
b. 2de helft: stoppen van slacht- en spijsofferdiensten en de oprichting van een afgodsbeeld in de heilige plaats (uit andere profetieën).
VOOR CHR.
445: Toestemming tot herbouw van Jeruzalem door Nehemía (Neh.2:1). 1 Nisan = 14 maart
BEGIN VAN DE PERIODE VAN 70 WEKEN (Dan.9:24-27).
Herodes begint aan zijn "Historiën".
429 – 347: Plato
424 – 424: Xerxes II van Perzië; na 45 dagen vermoord (zoon van Artaxerxes I)
424 – 404: Darius II Nothus van Perzië (Neh.12:22)
404 – 358: Artaxerxes II Mnemonvan Perzië; zoon van DaiusI
397: Profetie van Maleachi.
Einde eerste 7 weken van de 70 weken (Daniël 9)
358-338: Artaxerxes III Ochus v. Perzië. Zoon van Artaxerxes II; onderwierp Cyprus
336 – 330: Darius III Codomanus van Perzië
334: Slag bij Granicus (Alexander verslaat Darius)
333: Slag bij Issus (Alexander verslaat Darius)
Op 1 oktober 331 v.Chr. werd door de confrontatie tussen twee legers in Mesopotamië bij Arbela het lot van het Perzische rijk beslist. Het grootste van de twee was het leger van koning Darius III, oppermachtig heerser over het gebied tussen de Eufraat en Afghanistan. Zijn tegenstander was de Macedonische Alexander de Grote. Darius had Alexander een grote som geld aangeboden in een poging de vrede te bewaren, waarop Parmenion, een van Alexanders generaals, had opgemerkt: "Ik zou het aanpakken, als ik u was". Alexander antwoordde: "Ja, ik ook, als ik u was.” Alexander won en bepaalde acht jaar lang wat er vanaf Griekenland tot aan de Himalaya gebeurde.
BEGIN GRIEKSE RIJK
331: Slag bij Arbela
323: Dood van Alexander de Grote
312: Begin tijdperk van de Seluciden
301: Slag bij Ipsus
170: Jeruzalem veroverd door Antiochus Epiphanes
168: De tempel ontheiligd door Antiochus Epiphanes
165: Jeruzalem veroverd door Judas Makkabeüs, Tempel ingewijd op 25 Kislev (9 Chanoekah (Joh.10:22)
63: Jeruzalem ingenomen door Pompejus
BEGIN ROMEINSE RIJK
40: Herodes de Grote aangesteld als koning over Judea
37: Herodes verovert Jeruzalem en wordt geaccepteerd
31: Slag bij Actium
31 - 14 AD Augustus van Rome
4: Geboorte van Jezus; 15 Thisrei (= 6 okt.) op 1e dag Loofhuttenfeest
3: Dood van Herodes de Grote. Archelaüs wordt aangesteld over Judea
Herodes Antipas wordt aangesteld over Galilea
ANNO DOMINI
14 – 37: Tiberias van Rome (vanaf 19 augustus 14 AD)
28: Vijftiende jaar van Tiberias; 19 augustus 28 tot 19 augustus 29. Jezus 30 jaar oud. (Luk.3:1, 23) Tijdstip: tussen 28 augustus en 6 oktober
29: Eerste Pascha tijdens de omwandeling van de Here Jezus
32: Vierde Pascha tijdens de omwandeling van de Here Jezus, intocht in Jeruzalem op 10 Nisan (6 april); Lukas 19: Leeftijd van de Here Jezus: 12.601 dagen
Einde van de eerste 69 weken van de 70 weken (Daniël 9)
9. De 2000 jaren.
Verder op komen we hier op terug. De tijdrekening van Daniëls zeventig weken is heel uitgebreid zoals we hebben gezien. Een andere tijdrekening in de Bijbel, die u waarschijnlijk ook bekend is, is een veel kortere.
Ps.90:4: “Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak”.
BEGIN GRIEKSE RIJK
331: Slag bij Arbela
323: Dood van Alexander de Grote
312: Begin tijdperk van de Seluciden
301: Slag bij Ipsus
170: Jeruzalem veroverd door Antiochus Epiphanes
168: De tempel ontheiligd door Antiochus Epiphanes
165: Jeruzalem veroverd door Judas Makkabeüs, Tempel ingewijd op 25 Kislev (9 Chanoekah (Joh.10:22)
63: Jeruzalem ingenomen door Pompejus
BEGIN ROMEINSE RIJK
40: Herodes de Grote aangesteld als koning over Judea
37: Herodes verovert Jeruzalem en wordt geaccepteerd
31: Slag bij Actium
31 - 14 AD Augustus van Rome
4: Geboorte van Jezus; 15 Thisrei (= 6 okt.) op 1e dag Loofhuttenfeest
3: Dood van Herodes de Grote. Archelaüs wordt aangesteld over Judea
Herodes Antipas wordt aangesteld over Galilea
ANNO DOMINI
14 – 37: Tiberias van Rome (vanaf 19 augustus 14 AD)
28: Vijftiende jaar van Tiberias; 19 augustus 28 tot 19 augustus 29. Jezus 30 jaar oud. (Luk.3:1, 23) Tijdstip: tussen 28 augustus en 6 oktober
29: Eerste Pascha tijdens de omwandeling van de Here Jezus
32: Vierde Pascha tijdens de omwandeling van de Here Jezus, intocht in Jeruzalem op 10 Nisan (6 april); Lukas 19: Leeftijd van de Here Jezus: 12.601 dagen
Einde van de eerste 69 weken van de 70 weken (Daniël 9)
9. De 2000 jaren.
Verder op komen we hier op terug. De tijdrekening van Daniëls zeventig weken is heel uitgebreid zoals we hebben gezien. Een andere tijdrekening in de Bijbel, die u waarschijnlijk ook bekend is, is een veel kortere.
Ps.90:4: “Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak”.
Duizend jaren zijn in de ogen
van God als de dag van gisteren.
2 Petr.3:8: “Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als een dag”.
1000 jaar is als een dag. Als we zien in welke context Petrus deze uitspraak plaatst, dan zien we dat deze uitspraak volgt op zijn uiteenzetting van de komst van de dag des Heren. En hij plaatst deze uitspraak vóór zijn opmerking dat het heel goed kan lijken dat de Heer Zijn belofte vertraagt.
Je kunt Petrus woorden afdoen met dat hij hetzelfde twee keer zegt.
1000 jaar staat tot 1 dag = 1 dag staat tot 1000 jaar.
Als dat de betekenis is, dan zegt Petrus dus helemaal niks! Maar als we lezen dat 1000 jaren staat tot 1 dag en die ándere dag óók 1000 jaren lang is, dan krijgt het vers veel meer waarde. Dan blijken er twee dagen te zijn van elk 1000 jaar.
Dan blijkt wat Petrus zegt ongeveer dit in te houden:
In de laatste dagen zijn er spotters. Die zullen zeggen “alles blijft hetzelfde”, dus: “wanneer komt Christus terug?”
2 Petr.3:4: “En zeggen: Waar is de belofte Zijner *toekomst? (*parousia = Wederkomst)”.
Tussen de dagen waarin de vaderen ontslapen zijn (vers 4) tot aan de belofte dat Hij terugkomt zitten twee dagen van 1000 jaren. Dus (vers 9) de Heer vertraagt de belofte niet, er zitten gewoon twee dagen tussen!
Leest u zelf het hoofdstuk maar eens na.
11. De Heer kan elk moment terugkomen.
Een bekende en (helaas) algemeen aanvaarde wijdverspreide theologische opvatting ten aanzien van de Opname van de Gemeente en de Wederkomst is deze:
“De Heer kan elk moment terugkomen”.
Daar zit natuurlijk een gedachte achter. Het mooie van deze gedachte is dat van de gelovige mag verwacht worden dat hij op elk moment in geestelijk opzicht wakker is en de komst van de Heer verwacht.
2 Petr.3:8: “Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als een dag”.
1000 jaar is als een dag. Als we zien in welke context Petrus deze uitspraak plaatst, dan zien we dat deze uitspraak volgt op zijn uiteenzetting van de komst van de dag des Heren. En hij plaatst deze uitspraak vóór zijn opmerking dat het heel goed kan lijken dat de Heer Zijn belofte vertraagt.
Je kunt Petrus woorden afdoen met dat hij hetzelfde twee keer zegt.
1000 jaar staat tot 1 dag = 1 dag staat tot 1000 jaar.
Als dat de betekenis is, dan zegt Petrus dus helemaal niks! Maar als we lezen dat 1000 jaren staat tot 1 dag en die ándere dag óók 1000 jaren lang is, dan krijgt het vers veel meer waarde. Dan blijken er twee dagen te zijn van elk 1000 jaar.
Dan blijkt wat Petrus zegt ongeveer dit in te houden:
In de laatste dagen zijn er spotters. Die zullen zeggen “alles blijft hetzelfde”, dus: “wanneer komt Christus terug?”
2 Petr.3:4: “En zeggen: Waar is de belofte Zijner *toekomst? (*parousia = Wederkomst)”.
Tussen de dagen waarin de vaderen ontslapen zijn (vers 4) tot aan de belofte dat Hij terugkomt zitten twee dagen van 1000 jaren. Dus (vers 9) de Heer vertraagt de belofte niet, er zitten gewoon twee dagen tussen!
Leest u zelf het hoofdstuk maar eens na.
11. De Heer kan elk moment terugkomen.
Een bekende en (helaas) algemeen aanvaarde wijdverspreide theologische opvatting ten aanzien van de Opname van de Gemeente en de Wederkomst is deze:
“De Heer kan elk moment terugkomen”.
Daar zit natuurlijk een gedachte achter. Het mooie van deze gedachte is dat van de gelovige mag verwacht worden dat hij op elk moment in geestelijk opzicht wakker is en de komst van de Heer verwacht.
‘De Heer kan elk moment terugkomen’ lijkt een mooie gedachte, maar het is niet in overeenstemming met wat de Bijbel ons leert. De Bijbel leert dat God een plan heeft.
Hoewel dit een mooie gedachte is, lijkt die niet in overeenstemming te zijn met wat de Bijbel ons leert. De Bijbel leert dat God een plan heeft.
Dit plan is geen houtje-touwtje werk, waarbij op een willekeurig moment de Heer een knoop doorhakt. Gods plan is een vooropgesteld plan, waar Hij op hét specifieke moment de knoop doorhakt.
Als voorbeeld dat de Heer niet werkt met willekeurigheid en variabelen, maar met accurate punctualiteit, deze verzen ter illustratie:
Jer.5:24: “En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den Heere, onzen God, vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen regen als spaden regen, op Zijn tijd; Die ons de weken, de gezette tijden van den oogst, bewaart”.
Dan 11:27: “En het hart van beide deze koningen zal wezen om kwaad te doen, en aan een tafel zullen zij leugen spreken; en het zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben ter bestemder tijd”.
Dan 11:35: “En van de leraars zullen er sommigen vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken, tot den tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd”.
Opb.9:15:” En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden”.
Gods plan is dus een vooropgesteld plan, dat verborgen was en niemand kon kennen. Dat plan van God lag er al vóórdat de wereld er was!
Matt.13:35: “Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld”.
Wat hier staat in Matt.13 is dat het plan van God, zoals de komst van Jezus en Zijn dood en opstanding, verborgen waren van de grondlegging der wereld. MAAR:
Door middel van gelijkenissen zal Hij Gods plan openbaren. En één van de meest bekende vormen in de Bijbel van gelijkenissen is typologie.
Dat bevestigt de Schrift ook. Typologie wil zeggen dat iemand of een gebeurtenis of anderszins een soortement blauwdruk is van toekomstige zaken en doorgaans getuigen dat Jezus de Christus is!
Dan blijkt dat de Heer diverse gelijkenissen heeft verteld, maar dat zaken uit het Oude Testament ook lijken (gelijkenis) op toekomstige gebeurtenissen. En wanneer zal de Heer het verborgen plan van God, dat geheel draait om Christus, voortbrengen?
1 Pet 1:20:” Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil”.
Dit noemen we nu reeds, omdat we straks gebruik zullen gaan maken van die typologie, om aan te geven hoeveel overeenkomsten en verbanden er liggen. Want het is niet zo dat de Heer op een willekeurige dag terugkomt, maar is Zijn Wederkomst een gemarkeerd agendapunt van Gods plan, voorzien van een exacte datum.
Hoewel dit een mooie gedachte is, lijkt die niet in overeenstemming te zijn met wat de Bijbel ons leert. De Bijbel leert dat God een plan heeft.
Dit plan is geen houtje-touwtje werk, waarbij op een willekeurig moment de Heer een knoop doorhakt. Gods plan is een vooropgesteld plan, waar Hij op hét specifieke moment de knoop doorhakt.
Als voorbeeld dat de Heer niet werkt met willekeurigheid en variabelen, maar met accurate punctualiteit, deze verzen ter illustratie:
Jer.5:24: “En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den Heere, onzen God, vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen regen als spaden regen, op Zijn tijd; Die ons de weken, de gezette tijden van den oogst, bewaart”.
Dan 11:27: “En het hart van beide deze koningen zal wezen om kwaad te doen, en aan een tafel zullen zij leugen spreken; en het zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben ter bestemder tijd”.
Dan 11:35: “En van de leraars zullen er sommigen vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit te maken, tot den tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden tijd”.
Opb.9:15:” En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden”.
Gods plan is dus een vooropgesteld plan, dat verborgen was en niemand kon kennen. Dat plan van God lag er al vóórdat de wereld er was!
Matt.13:35: “Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld”.
Wat hier staat in Matt.13 is dat het plan van God, zoals de komst van Jezus en Zijn dood en opstanding, verborgen waren van de grondlegging der wereld. MAAR:
Door middel van gelijkenissen zal Hij Gods plan openbaren. En één van de meest bekende vormen in de Bijbel van gelijkenissen is typologie.
Dat bevestigt de Schrift ook. Typologie wil zeggen dat iemand of een gebeurtenis of anderszins een soortement blauwdruk is van toekomstige zaken en doorgaans getuigen dat Jezus de Christus is!
Dan blijkt dat de Heer diverse gelijkenissen heeft verteld, maar dat zaken uit het Oude Testament ook lijken (gelijkenis) op toekomstige gebeurtenissen. En wanneer zal de Heer het verborgen plan van God, dat geheel draait om Christus, voortbrengen?
1 Pet 1:20:” Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil”.
Dit noemen we nu reeds, omdat we straks gebruik zullen gaan maken van die typologie, om aan te geven hoeveel overeenkomsten en verbanden er liggen. Want het is niet zo dat de Heer op een willekeurige dag terugkomt, maar is Zijn Wederkomst een gemarkeerd agendapunt van Gods plan, voorzien van een exacte datum.
Jona was een type van de Here Jezus Christus. Onder zijn beproeving als een gevangene in de buik van de vis moet hij veel hebben geleden. Hij zat drie dagen in een donkere slijmerige stinkbuik. Die drie dagen moeten wel een eeuwigheid hebben geleken. Maar het lijden van Christus was oneindig veel groter als het lijden van deze eigenzinnige profeet. Dus als we nog eens na de Bijbeltekst in Mattheus 12 kijken moeten we er rekening mee houden dat Christus nooit heeft gezegd dat het drie 24-uurs dagen zou duren, maar dat Zijn lijden zou eindigen na een periode van drie dagen en drie nachten. Jezus was in het hart van de aarde vanaf donderdagavond op het moment dat zijn lijden begon. Donderdag, vrijdag en zaterdag dus. En op de zondag stond hij op uit de dood.
En om een breder beeld van dit geheel te krijgen, is het noodzakelijk om naar de feiten en omstandigheden te kijken.
11. Feiten en omstandigheden.
Allereerst gaan we naar de 69ste jaarweek van Daniël. Uit berekeningen van anderen, zoals sir Robert Anderson (auteur van ‘The coming Prince), blijkt dat vanaf 1 Nisan 445 voor Christus tot aan de dag van de intocht te Jeruzalem exact 173880 dagen verstrijken. Dat is het totaal van het aantal dagen in 69 profetische jaarweken. Er blijven dus 2520 dagen, dat is 7 jaarweken, over.
Dat is een zeer gecompliceerde berekening (niet zelf uitgevonden!). Of u aan een dergelijke berekening waarde hecht, is aan u. Als u daarmee moeite heeft dan zou u zonder tijdsrekening waarschijnlijk ook op die datum komen.
Want Daniël sprak over een tijdsrekening TOT op Messias de Vorst (Dan.9:25). Dat Messias slaat op de Here Jezus, is geen onderwerp van discussie bij de profeten. En de term “de Vorst” wil zeggen dat het om aanstaand koningschap gaat. Dat zit zo, “Vorst” is afgeleid van “voorste” dat synoniem is van “eerste”. Het is de eerste in de lijn van de troonsopvolging. Dat is de Bijbelse betekenis van “Vorst”. Jezus ontving Zijn Koningschap pas vanaf Zijn Opstanding, toen Hij de Messias (Grieks = Christus) werd. En het wachten was op het geopenbaarde Koninkrijk op aarde. Dus zo onlogisch was de vraag van de discipelen op Hemelvaartsdag niet.
Hand.1:6: “…Here, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten?”
En om een breder beeld van dit geheel te krijgen, is het noodzakelijk om naar de feiten en omstandigheden te kijken.
11. Feiten en omstandigheden.
Allereerst gaan we naar de 69ste jaarweek van Daniël. Uit berekeningen van anderen, zoals sir Robert Anderson (auteur van ‘The coming Prince), blijkt dat vanaf 1 Nisan 445 voor Christus tot aan de dag van de intocht te Jeruzalem exact 173880 dagen verstrijken. Dat is het totaal van het aantal dagen in 69 profetische jaarweken. Er blijven dus 2520 dagen, dat is 7 jaarweken, over.
Dat is een zeer gecompliceerde berekening (niet zelf uitgevonden!). Of u aan een dergelijke berekening waarde hecht, is aan u. Als u daarmee moeite heeft dan zou u zonder tijdsrekening waarschijnlijk ook op die datum komen.
Want Daniël sprak over een tijdsrekening TOT op Messias de Vorst (Dan.9:25). Dat Messias slaat op de Here Jezus, is geen onderwerp van discussie bij de profeten. En de term “de Vorst” wil zeggen dat het om aanstaand koningschap gaat. Dat zit zo, “Vorst” is afgeleid van “voorste” dat synoniem is van “eerste”. Het is de eerste in de lijn van de troonsopvolging. Dat is de Bijbelse betekenis van “Vorst”. Jezus ontving Zijn Koningschap pas vanaf Zijn Opstanding, toen Hij de Messias (Grieks = Christus) werd. En het wachten was op het geopenbaarde Koninkrijk op aarde. Dus zo onlogisch was de vraag van de discipelen op Hemelvaartsdag niet.
Hand.1:6: “…Here, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten?”
Jezus zou uit de eeuwigheid naar Israël komen om Zijn koninkrijk op te richten.
Daniël noemt “Messias” nog een keer in het volgende vers.
Dan.9:26: “En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn”.
Het uitroeien slaat op de wrede executie van onze Heer. Dat mag duidelijk zijn. Daarachter staat dat het niet voor Hemzelf zal zijn. De vertaling van deze zin geeft aan de lezer een bepaald beeld. Namelijk de Heer stierf voor onze zonden en niet voor Zijn eigen zonden. Dat klopt! Maar dat staat niet in de grondtekst van dit vers.
English Standard Version vertaalt het als volgt:
Dan.9:26: “ And after the sixty-two weeks, an anointed one shall be cut off and shall have nothing”.
Hier staat dat de Gezalfde (vert. Messias) afgesneden zal worden en dat Hij (het) niet zal hebben. Wat heeft de aanstaande Koning (Messias de Vorst) dus niet ontvangen? Het geopenbaarde Koninkrijk.
We zouden waarschijnlijk ook zonder berekening uitkomen op de dag van de intocht te Jeruzalem. Nou, een mooier bruggetje kunnen we ons niet bedenken! Want wat riepen de discipelen bij de intocht?
Luk.19:38:” Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
En dan komt de term “Koning der Joden”, dat direct van toepassing wordt gebracht op de Here Jezus, in het Nieuwe Testament 18 x voor. Het is zo dat alle 18 Schriftplaatsen spreken over de situatie vóór de kruisiging.
Nu kun je nog niet vanuit Daniël 9 direct met 100% zekerheid stellen dat er wordt gesproken over de intocht van de Heer.
Als we Lukas 19 erbij halen, dan vallen daar toch een paar zeer opmerkelijke punten uit op te maken. Wat is er opmerkelijk? We zijn bezig met Bijbelse tijdrekening. Dus letten we in het bijzonder op aanwijzingen die te maken hebben met TIJD.
Luk.19:28:”En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem”.
Luk.19:37:” En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden;
38 Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
39 En sommigen der Farizeën uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf Uw discipelen.
40 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.
41 En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar,
42 Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.
43 Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen;
44 En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt”.
Daniël noemt “Messias” nog een keer in het volgende vers.
Dan.9:26: “En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn”.
Het uitroeien slaat op de wrede executie van onze Heer. Dat mag duidelijk zijn. Daarachter staat dat het niet voor Hemzelf zal zijn. De vertaling van deze zin geeft aan de lezer een bepaald beeld. Namelijk de Heer stierf voor onze zonden en niet voor Zijn eigen zonden. Dat klopt! Maar dat staat niet in de grondtekst van dit vers.
English Standard Version vertaalt het als volgt:
Dan.9:26: “ And after the sixty-two weeks, an anointed one shall be cut off and shall have nothing”.
Hier staat dat de Gezalfde (vert. Messias) afgesneden zal worden en dat Hij (het) niet zal hebben. Wat heeft de aanstaande Koning (Messias de Vorst) dus niet ontvangen? Het geopenbaarde Koninkrijk.
We zouden waarschijnlijk ook zonder berekening uitkomen op de dag van de intocht te Jeruzalem. Nou, een mooier bruggetje kunnen we ons niet bedenken! Want wat riepen de discipelen bij de intocht?
Luk.19:38:” Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
En dan komt de term “Koning der Joden”, dat direct van toepassing wordt gebracht op de Here Jezus, in het Nieuwe Testament 18 x voor. Het is zo dat alle 18 Schriftplaatsen spreken over de situatie vóór de kruisiging.
Nu kun je nog niet vanuit Daniël 9 direct met 100% zekerheid stellen dat er wordt gesproken over de intocht van de Heer.
Als we Lukas 19 erbij halen, dan vallen daar toch een paar zeer opmerkelijke punten uit op te maken. Wat is er opmerkelijk? We zijn bezig met Bijbelse tijdrekening. Dus letten we in het bijzonder op aanwijzingen die te maken hebben met TIJD.
Luk.19:28:”En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem”.
Luk.19:37:” En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden;
38 Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
39 En sommigen der Farizeën uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf Uw discipelen.
40 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.
41 En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar,
42 Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.
43 Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen;
44 En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt”.
De lijdende Knecht des Heren weent, wanneer Hij Jeruzalem binnenkomt en een oordeel uitspreekt over de stad.
Kort samengevat:
- De Heer ging naar Jeruzalem (28)
- De Heer ging vanaf de Olijfberg naar Jeruzalem (37)
- Vòòrdat de Heer de stad ingaat, begint Hij te huilen (41)
- De Heer spreekt tegen de stad Jeruzalem (42)
- De Heer zegt dat DEZE DAG VAN Jeruzalem niet wordt begrepen /erkent (42)
- Want het is NU verborgen (42)
- Na deze dag voor Jeruzalem zullen er dagen van verwoesting komen (43)
- Jeruzalem zal verwoest worden, omdat zij DEZE DAG van de aanstaande Koning van Jeruzalem niet hebben begrepen / erkent (44)
Als je dit voor het allereerst leest en je weet van niets, dan stel je jezelf toch direct de vraag: “Wat is er met DEZE DAG aan de hand?”
Daniël 9, de 70 weken gaan over slechts twee zaken!
Dan 9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over:
1. uw volk,
2. en over uw heilige stad”.
Het gaat dus over de Joden (inwoners van Judea) en de stad Jeruzalem. Als we dat goed vast houden dan komen we vanuit Daniël 9 alleen maar terecht bij de intocht van Jeruzalem. Omdat:
- Daniëls 70 weken gaan over Jeruzalem
- Daniëls 70 weken gaan over de komst van de aanstaande Koning (Vorst)
- Daniëls 70 weken spreken over het moment dat de Vorst dat niet zal hebben wat bij een Vorst hoort.
- De 69ste week eindigt niet bij de dood van de Messias.
- De 69ste week eindigt op het moment dat Messias de Vorst er is, maar niet zal hebben.
- De 69ste week eindigt dus vóór de kruisiging van de Heer. (Dan.9:26)
- De Here Jezus richtte zijn woorden tegen Jeruzalem.
- De Here Jezus sprak uitdrukkelijk over deze specifieke dag.
- De Here Jezus zei dat deze specifieke dag bestemd was voor Jeruzalem.
- De Here Jezus zei dat het nu, op dit specifieke moment verborgen was.
- De Here Jezus profeteerde dat er verwoesting zou komen.
- De Here Jezus zei dat de verwoesting het gevolg was van het niet erkennen van deze specifieke dag.
Als u er dieper in gaat spitten, dan zal waarschijnlijk ook bij u de vraag naar boven komen, “waarom waren de discipelen zo vrolijk?” (Luk.19:37,38)
Was daar een aanleiding voor? Waarom legden de discipelen hun kleren op de grond? En waarom niet op een andere dag? De discipelen hadden door welke dag het was! (dezen uw dag, namelijk de tijd uwer bezoeking) Logisch dat je dan uitzinnig van vreugde wordt!
Kort samengevat:
- De Heer ging naar Jeruzalem (28)
- De Heer ging vanaf de Olijfberg naar Jeruzalem (37)
- Vòòrdat de Heer de stad ingaat, begint Hij te huilen (41)
- De Heer spreekt tegen de stad Jeruzalem (42)
- De Heer zegt dat DEZE DAG VAN Jeruzalem niet wordt begrepen /erkent (42)
- Want het is NU verborgen (42)
- Na deze dag voor Jeruzalem zullen er dagen van verwoesting komen (43)
- Jeruzalem zal verwoest worden, omdat zij DEZE DAG van de aanstaande Koning van Jeruzalem niet hebben begrepen / erkent (44)
Als je dit voor het allereerst leest en je weet van niets, dan stel je jezelf toch direct de vraag: “Wat is er met DEZE DAG aan de hand?”
Daniël 9, de 70 weken gaan over slechts twee zaken!
Dan 9:24:” Zeventig weken zijn bestemd over:
1. uw volk,
2. en over uw heilige stad”.
Het gaat dus over de Joden (inwoners van Judea) en de stad Jeruzalem. Als we dat goed vast houden dan komen we vanuit Daniël 9 alleen maar terecht bij de intocht van Jeruzalem. Omdat:
- Daniëls 70 weken gaan over Jeruzalem
- Daniëls 70 weken gaan over de komst van de aanstaande Koning (Vorst)
- Daniëls 70 weken spreken over het moment dat de Vorst dat niet zal hebben wat bij een Vorst hoort.
- De 69ste week eindigt niet bij de dood van de Messias.
- De 69ste week eindigt op het moment dat Messias de Vorst er is, maar niet zal hebben.
- De 69ste week eindigt dus vóór de kruisiging van de Heer. (Dan.9:26)
- De Here Jezus richtte zijn woorden tegen Jeruzalem.
- De Here Jezus sprak uitdrukkelijk over deze specifieke dag.
- De Here Jezus zei dat deze specifieke dag bestemd was voor Jeruzalem.
- De Here Jezus zei dat het nu, op dit specifieke moment verborgen was.
- De Here Jezus profeteerde dat er verwoesting zou komen.
- De Here Jezus zei dat de verwoesting het gevolg was van het niet erkennen van deze specifieke dag.
Als u er dieper in gaat spitten, dan zal waarschijnlijk ook bij u de vraag naar boven komen, “waarom waren de discipelen zo vrolijk?” (Luk.19:37,38)
Was daar een aanleiding voor? Waarom legden de discipelen hun kleren op de grond? En waarom niet op een andere dag? De discipelen hadden door welke dag het was! (dezen uw dag, namelijk de tijd uwer bezoeking) Logisch dat je dan uitzinnig van vreugde wordt!
De intocht van de Jezus Messias-Koning in Jeruzalem
(geschilderd door Larissa Lando).
12. Berekening van de datum van de intocht te Jeruzalem.
Hoewel er verschillende berekeningen zijn omtrent de datum van de intocht, zit er tussen de dag van de intocht en de Opstanding maar 1 week.
Allereerst stellen we vast dat de kruisiging van de Here Jezus en het laatste avondmaal hebben plaatsgevonden op 14 en 15 Nisan. Want dan viert men het pascha.
Lev.23:4: “Deze zijn de gezette hoogtijden des Heren, de heilige samenroepingen, welke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd.
5 In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des Heren pascha.
6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des Heeren; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten”.
De eerste maand van het jaar is Nisan (Esth.3:7).
- Op 14 Nisan begint het pascha.
- En op de 15de Nisan is het feest van ongezuurde broden.
Zondag 10 Nisan “Intocht te Jeruzalem”. Einde 69ste week.
- Mark.11:11” En Jezus kwam binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanië met de twaalven”.
- Luk.19:42: “Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen”.
Maandag 11 Nisan “tempelreiniging en de vervloeking van de vijgenboom”.
- Matt.21:17: “En hen verlatende, ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanië, en overnachtte aldaar”.
- Mark.11:19: “En als het nu laat geworden was, ging Hij uit buiten de stad”
(geschilderd door Larissa Lando).
12. Berekening van de datum van de intocht te Jeruzalem.
Hoewel er verschillende berekeningen zijn omtrent de datum van de intocht, zit er tussen de dag van de intocht en de Opstanding maar 1 week.
Allereerst stellen we vast dat de kruisiging van de Here Jezus en het laatste avondmaal hebben plaatsgevonden op 14 en 15 Nisan. Want dan viert men het pascha.
Lev.23:4: “Deze zijn de gezette hoogtijden des Heren, de heilige samenroepingen, welke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd.
5 In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des Heren pascha.
6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des Heeren; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten”.
De eerste maand van het jaar is Nisan (Esth.3:7).
- Op 14 Nisan begint het pascha.
- En op de 15de Nisan is het feest van ongezuurde broden.
Zondag 10 Nisan “Intocht te Jeruzalem”. Einde 69ste week.
- Mark.11:11” En Jezus kwam binnen Jeruzalem, en in den tempel; en als Hij alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanië met de twaalven”.
- Luk.19:42: “Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen”.
Maandag 11 Nisan “tempelreiniging en de vervloeking van de vijgenboom”.
- Matt.21:17: “En hen verlatende, ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanië, en overnachtte aldaar”.
- Mark.11:19: “En als het nu laat geworden was, ging Hij uit buiten de stad”
Jezus vervloekte de vijgenboom omdat zij geen vrucht droeg.
Dinsdag 12 Nisan “De vijgenboom is verdord”.
- Matt.21:18:” En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde naar de stad, hongerde Hem”.
- Mark.11:20: “ En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgeboom verdord was, van de wortelen af”.
- Luk.20:1: “En het geschiedde in een van die dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde, dat de overpriesters, en Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover kwamen”.
- Matt.22:23:”Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceën, die zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem”.
- Luk.20:19: ”En de overpriesteren en de Schriftgeleerden zochten te dierzelver ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden het volk; want zij verstonden, dat Hij deze gelijkenis tegen hen gesproken had”.
- Matt.22:46: “En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen”.
Dinsdag 12 Nisan “De vijgenboom is verdord”.
- Matt.21:18:” En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde naar de stad, hongerde Hem”.
- Mark.11:20: “ En des morgens vroeg voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgeboom verdord was, van de wortelen af”.
- Luk.20:1: “En het geschiedde in een van die dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde, dat de overpriesters, en Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover kwamen”.
- Matt.22:23:”Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceën, die zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem”.
- Luk.20:19: ”En de overpriesteren en de Schriftgeleerden zochten te dierzelver ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden het volk; want zij verstonden, dat Hij deze gelijkenis tegen hen gesproken had”.
- Matt.22:46: “En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen”.
Op dinsdag 12 Nissan is de vijgenboom inderdaad dor.
Woensdag 13 Nisan: “De zalving te Bethanië”.
- Matt.26:2: “Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden”.
- Mark.14:1: “En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden”.
- Luk.21:38: “En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen”.
Donderdag 14 Nisan: “Laatste Avondmaal”.
- Matt.26:17: “En op den eersten dag der ongehevelde broden kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten?”
- Mark.14:12: “En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?”
- Luk.22:7: “En de dag der ongehevelde broden kwam, op denwelken het pascha moest geslacht worden”.
- Matt.26:20: “En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalven”.
- Mark 14:17: “En als het avond geworden was, kwam Hij met de twaalven”.
- Luk.22:14: “En als de ure gekomen was, zat Hij aan, en de twaalf apostelen met Hem”.
- Luk.22:20: “Desgelijks ook den drinkbeker na het avondmaal, zeggende: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt”.
- Joh.13:1: “En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde”.
- Joh.13:2: “En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou”.
- Matt.26:31: “Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden”.
- Matt.26:34: “Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen”.
- Matt.26:45: “Toen kwam Hij tot Zijn discipelen, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; ziet, de ure is nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren”.
- Joh.17:1: “Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke”.
- Mark.14:35: “En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware, dat die ure van Hem voorbijginge”.
- Mark.14:41: “En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren”.
- Luk.22:53: “Als Ik dagelijks met u was in den tempel, zo hebt gij de handen tegen Mij niet uitgestoken; maar dit is uw ure, en de macht der duisternis”.
- Matt.26:55: “Terzelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen”.
Woensdag 13 Nisan: “De zalving te Bethanië”.
- Matt.26:2: “Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden”.
- Mark.14:1: “En het pascha, en het feest der ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden zouden”.
- Luk.21:38: “En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen”.
Donderdag 14 Nisan: “Laatste Avondmaal”.
- Matt.26:17: “En op den eersten dag der ongehevelde broden kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten?”
- Mark.14:12: “En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?”
- Luk.22:7: “En de dag der ongehevelde broden kwam, op denwelken het pascha moest geslacht worden”.
- Matt.26:20: “En als het avond geworden was, zat Hij aan met de twaalven”.
- Mark 14:17: “En als het avond geworden was, kwam Hij met de twaalven”.
- Luk.22:14: “En als de ure gekomen was, zat Hij aan, en de twaalf apostelen met Hem”.
- Luk.22:20: “Desgelijks ook den drinkbeker na het avondmaal, zeggende: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt”.
- Joh.13:1: “En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde”.
- Joh.13:2: “En als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou”.
- Matt.26:31: “Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden”.
- Matt.26:34: “Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen”.
- Matt.26:45: “Toen kwam Hij tot Zijn discipelen, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; ziet, de ure is nabij gekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren”.
- Joh.17:1: “Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke”.
- Mark.14:35: “En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware, dat die ure van Hem voorbijginge”.
- Mark.14:41: “En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren”.
- Luk.22:53: “Als Ik dagelijks met u was in den tempel, zo hebt gij de handen tegen Mij niet uitgestoken; maar dit is uw ure, en de macht der duisternis”.
- Matt.26:55: “Terzelfder ure sprak Jezus tot de scharen: Gij zijt uitgegaan als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel, en gij hebt Mij niet gegrepen”.
Jezus deelt mee dat een van zijn discipelen hem nog diezelfde nacht zal verraden.
Vrijdag 15 Nisan: “De kruisiging van Jezus”.
- Matt.27:1: “Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden”.
- Mark.15:1: “En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over”.
- Luk.22:66: “En als het dag geworden was, vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten Hem in hun raad”.
- Joh.18:28: “Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten”.
- Mark.15:25: “En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem”.
- Matt.27:45: “En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Mark.15:33: “En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Luk.23:44: “En het was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Joh.19:14: “En het was de voorbereiding van het pascha, en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de Joden: Ziet, uw Koning!”
- Matt.27:46: “En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!”
- Mark.15:34: “En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOI, ELOI, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten?”
- Joh.19:31: De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden.
- Luk.23:54: “En het was de dag der voorbereiding, en de sabbat kwam aan.
- Mark.15:42 En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat”.
- Matt.27:57: “En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was”.
Zaterdag 16 Nisan “Jezus in het graf”.
Zondag 17 Nisan: “Opstanding van Jezus Christus”.
- Matt.28:1: ”En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien”.
- Mark.16:2: En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
- Mark.16:9: “En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had”.
- Luk.24:1: “En op den eersten dag der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar”.
- Luk.24:22: “Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn”.
- Joh.20:1: “En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen”.
13. Het belang van 10 Nisan.
Wat we tot nu toe hebben vastgesteld, is dat de profetische klok van de 70 jaarweken voor de inwoners van Judea en de heilige stad Jeruzalem (Dan.9:24) exact stopte op 10 Nisan. Dat was op het moment dat de Here zei: “Maar NU is het verborgen voor uw ogen” en dat Jeruzalem deze dag niet herkend heeft.
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is 10 Nisan de dag waarop de uitspraken in Dan.9:25 en 26 profetisch vervuld werden en tegelijkertijd de 69ste week stopte.
Hoewel de gewone tijd is doorgegaan, is de klok voor ‘uw volk en uw heilige stad’ om onder andere ‘een eeuwige gerechtigheid aan te brengen’ (Dan.9:24), stopgezet, om op een later moment weer verder te lopen. Want er resteert nog één week, te weten de 70ste week van Daniël.
Anderen hebben berekend dat tussen “de uitgang des woords (Neh.2:1,5,7 e.v.)” en “dezen uw dag (Luk.19: 42,44)” exact 69 jaarweken van 2520 dagen zitten. Er rest dus nog één jaarweek van 2520 dagen.
We zagen eerder dat het ook mogelijk is zonder die berekening uit te komen in Lukas 19. En we zagen dat door Schriftvergelijking je kunt weten dat de 69ste week stopte op 10 Nisan.
Als destijds op 10 Nisan de 69ste week stopte, dan zal deze ook weer op 10 Nisan verder gaan. Daar komen we straks op terug, maar eerst nog een ander voorbeeld.
Koningin Beatrix deed op 30 april afstand van de troon en Willem Alexander werd op diezelfde 30 april koning. Zo is het ook met de 70 weken. Alleen de klok voor wat betreft de profetische vervulling uit Daniël 9:24 is stil gezet, niet de tijd zelf!
14. Het belang van de sabbat.
In de laatste week Zijn leven heeft de Here Jezus ons, Zijn discipelen, uitgebreid antwoord gegeven over de chronologie van de laatste dingen die nog zullen gebeuren.
Zie daarvoor naar de studie ‘Actualiteit van Matt.24’ onder de kop 'Bijbel' op deze website.
In de rede der laatste dingen, Matt.24, haalt de Here wederom Daniël 9 aan. Zodat wij Daniël 9, de tijdsrekening van de 70 weken, zouden leggen naast de woorden van de Here Jezus over de laatste helft van de 70ste week. Immers…
Vrijdag 15 Nisan: “De kruisiging van Jezus”.
- Matt.27:1: “Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden”.
- Mark.15:1: “En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij Hem heen, en gaven Hem aan Pilatus over”.
- Luk.22:66: “En als het dag geworden was, vergaderden de ouderlingen des volks, en de overpriesters en Schriftgeleerden, en brachten Hem in hun raad”.
- Joh.18:28: “Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis. En het was 's morgens vroeg; en zij gingen niet in het rechthuis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar opdat zij het pascha eten mochten”.
- Mark.15:25: “En het was de derde ure, en zij kruisigden Hem”.
- Matt.27:45: “En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Mark.15:33: “En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Luk.23:44: “En het was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe”.
- Joh.19:14: “En het was de voorbereiding van het pascha, en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de Joden: Ziet, uw Koning!”
- Matt.27:46: “En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!”
- Mark.15:34: “En ter negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOI, ELOI, LAMMA SABACHTANI, hetwelk is, overgezet zijnde: Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten?”
- Joh.19:31: De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden.
- Luk.23:54: “En het was de dag der voorbereiding, en de sabbat kwam aan.
- Mark.15:42 En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat”.
- Matt.27:57: “En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was”.
Zaterdag 16 Nisan “Jezus in het graf”.
Zondag 17 Nisan: “Opstanding van Jezus Christus”.
- Matt.28:1: ”En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien”.
- Mark.16:2: En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
- Mark.16:9: “En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had”.
- Luk.24:1: “En op den eersten dag der week, zeer vroeg in den morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar”.
- Luk.24:22: “Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn”.
- Joh.20:1: “En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen”.
13. Het belang van 10 Nisan.
Wat we tot nu toe hebben vastgesteld, is dat de profetische klok van de 70 jaarweken voor de inwoners van Judea en de heilige stad Jeruzalem (Dan.9:24) exact stopte op 10 Nisan. Dat was op het moment dat de Here zei: “Maar NU is het verborgen voor uw ogen” en dat Jeruzalem deze dag niet herkend heeft.
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is 10 Nisan de dag waarop de uitspraken in Dan.9:25 en 26 profetisch vervuld werden en tegelijkertijd de 69ste week stopte.
Hoewel de gewone tijd is doorgegaan, is de klok voor ‘uw volk en uw heilige stad’ om onder andere ‘een eeuwige gerechtigheid aan te brengen’ (Dan.9:24), stopgezet, om op een later moment weer verder te lopen. Want er resteert nog één week, te weten de 70ste week van Daniël.
Anderen hebben berekend dat tussen “de uitgang des woords (Neh.2:1,5,7 e.v.)” en “dezen uw dag (Luk.19: 42,44)” exact 69 jaarweken van 2520 dagen zitten. Er rest dus nog één jaarweek van 2520 dagen.
We zagen eerder dat het ook mogelijk is zonder die berekening uit te komen in Lukas 19. En we zagen dat door Schriftvergelijking je kunt weten dat de 69ste week stopte op 10 Nisan.
Als destijds op 10 Nisan de 69ste week stopte, dan zal deze ook weer op 10 Nisan verder gaan. Daar komen we straks op terug, maar eerst nog een ander voorbeeld.
Koningin Beatrix deed op 30 april afstand van de troon en Willem Alexander werd op diezelfde 30 april koning. Zo is het ook met de 70 weken. Alleen de klok voor wat betreft de profetische vervulling uit Daniël 9:24 is stil gezet, niet de tijd zelf!
14. Het belang van de sabbat.
In de laatste week Zijn leven heeft de Here Jezus ons, Zijn discipelen, uitgebreid antwoord gegeven over de chronologie van de laatste dingen die nog zullen gebeuren.
Zie daarvoor naar de studie ‘Actualiteit van Matt.24’ onder de kop 'Bijbel' op deze website.
In de rede der laatste dingen, Matt.24, haalt de Here wederom Daniël 9 aan. Zodat wij Daniël 9, de tijdsrekening van de 70 weken, zouden leggen naast de woorden van de Here Jezus over de laatste helft van de 70ste week. Immers…
Luk.19:42: “ …maar nu is het verborgen voor uw ogen”.
Het volgende zegt de Here Jezus ten aanzien van de tweede helft van de 70ste week van Daniël. Dat begint bij het noemen van Daniël en het zien staan van de gruwel der verwoesting in vers 15.
Ook hier zijn weer alle woorden die een zekere tijdsaanwijzing geven, gemarkeerd
Matt.24:15: “Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)
16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;
17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;
18 En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen.
19 Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen!
20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.
23 Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet.
24 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden.
25 Ziet, Ik heb het u voorzegd!
26 Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de binnenkameren; gelooft het niet.
27 Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt tot het westen, alzo zal ook de toekomst van den Zoon des mensen wezen.
28 Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden.
29 En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Het volgende zegt de Here Jezus ten aanzien van de tweede helft van de 70ste week van Daniël. Dat begint bij het noemen van Daniël en het zien staan van de gruwel der verwoesting in vers 15.
Ook hier zijn weer alle woorden die een zekere tijdsaanwijzing geven, gemarkeerd
Matt.24:15: “Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)
16 Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;
17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;
18 En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen.
19 Maar wee den bevruchten, en den zogenden vrouwen in die dagen!
20 Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.
23 Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet.
24 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden.
25 Ziet, Ik heb het u voorzegd!
26 Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de binnenkameren; gelooft het niet.
27 Want gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt tot het westen, alzo zal ook de toekomst van den Zoon des mensen wezen.
28 Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden.
29 En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Gods geduld met de mensheid is op en wordt de tekst uit Matth. Vers 30 bewaarheid: “En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid”.
Vers 15 is reeds de aftrap van de start van de laatste helft van de 70ste week van Daniël. Vervolgens noemt de Here Jezus een aantal verzen om tot die climax te komen:
21 “Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal”.
De tussenliggende verzen spreken allemaal over DIE dag, die 1260ste dag, dat de gruwel der verwoesting wordt opgericht en de grote verdrukking begint over Judea (uw volk en uw stad).
Samenvattend kunnen we zeggen dat die verzen duidelijk maken dat als men dan nog niet gevlucht was, het dan het aller-, allerlaatste moment is dat het nog kan!
Nu, vers 15 tot en met 20 spreken over DIE ene dag. Dat is de laatste dag dat men nog kan vluchten. En over die 1260ste dag zegt de Heer het volgende:
Matt.24:20: “Doch bidt, dat uw vlucht”.
Die vlucht kan dus alleen nog maar op die dag, want dan begint de grote verdrukking!
niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
Wat betekent deze zin? Er zijn mensen die het uitleggen dat men dan de Here zou bidden en dat hun vlucht dan niet op een sabbat valt en ook niet in de winter. Maar veel verder dan dat komt men dan ook niet.
Het is juist het tegenovergestelde! De Here Jezus zei dit heel specifiek, zodat je er wel over moet struikelen! Men zou vóór deze dag al vluchten uit Judea. Vanaf de 1260ste dag begint de grote verdrukking over Judea en worden kennelijk de landsgrenzen gesloten, zodat men op dat moment in de val zit.
Want in de eerste helft van de 70ste week verschijnen er 2 getuigen in Jeruzalem (Opb.11) en zij zullen zeggen, dat men het land moet verlaten, omdat daarna de grote verdrukking zal beginnen! (Jes.6) En als men dan gehoor geeft aan de woorden van de twee getuigen, dan zou hun vlucht NIET vallen op de sabbat in de winter.
Want aan het einde van de 70ste week zal heel Judea, met de stad Jeruzalem verwoest worden, zodat er geen leven in gevonden zal worden, aldus profetieën uit Jesaja, Jeremia, Ezechiël en een paar kleine profeten.
Daar komt ook nog eens bij dat als de tweede helft van de 70ste week zou starten op een sabbat in de winter en men dán alsnog zou bidden, dat die dag en dat jaargetijde echt niet plotseling zullen veranderen.
Want…
Jer.11:1: “Daarom zegt de Heere alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen”.
Dit vers spreekt over de tweede helft van de 70ste week.
Wat overblijft, is een specifieke tijdsaanduiding van de Here Jezus aangaande de start van tweede helft van de 70ste week. Namelijk die valt kennelijk dus wél op een sabbat en wel in de winter!
15. Helft der 70ste week valt in de winter.
Nogmaals vers 20 van Matt.24.
20 “Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
In eerste instantie lijkt het niet logisch om dit vers juist te interpreteren dat het dus wel gaat om de winter en een sabbat. Maar leest u dan bovenstaand stuk nogmaals.
Wat betekent “des winters”?
Wat het niet betekent kunnen we direct bedenken. Des winters is niet noodzakelijk de aanduiding van onze meteorologische winter startende op 21 december en eindigend op 21 maart van het jaar.
Dat is ónze winter. Hier hebben we te maken met een Bijbelse term.
Vers 15 is reeds de aftrap van de start van de laatste helft van de 70ste week van Daniël. Vervolgens noemt de Here Jezus een aantal verzen om tot die climax te komen:
21 “Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal”.
De tussenliggende verzen spreken allemaal over DIE dag, die 1260ste dag, dat de gruwel der verwoesting wordt opgericht en de grote verdrukking begint over Judea (uw volk en uw stad).
Samenvattend kunnen we zeggen dat die verzen duidelijk maken dat als men dan nog niet gevlucht was, het dan het aller-, allerlaatste moment is dat het nog kan!
Nu, vers 15 tot en met 20 spreken over DIE ene dag. Dat is de laatste dag dat men nog kan vluchten. En over die 1260ste dag zegt de Heer het volgende:
Matt.24:20: “Doch bidt, dat uw vlucht”.
Die vlucht kan dus alleen nog maar op die dag, want dan begint de grote verdrukking!
niet geschiede des winters, noch op een sabbat.
Wat betekent deze zin? Er zijn mensen die het uitleggen dat men dan de Here zou bidden en dat hun vlucht dan niet op een sabbat valt en ook niet in de winter. Maar veel verder dan dat komt men dan ook niet.
Het is juist het tegenovergestelde! De Here Jezus zei dit heel specifiek, zodat je er wel over moet struikelen! Men zou vóór deze dag al vluchten uit Judea. Vanaf de 1260ste dag begint de grote verdrukking over Judea en worden kennelijk de landsgrenzen gesloten, zodat men op dat moment in de val zit.
Want in de eerste helft van de 70ste week verschijnen er 2 getuigen in Jeruzalem (Opb.11) en zij zullen zeggen, dat men het land moet verlaten, omdat daarna de grote verdrukking zal beginnen! (Jes.6) En als men dan gehoor geeft aan de woorden van de twee getuigen, dan zou hun vlucht NIET vallen op de sabbat in de winter.
Want aan het einde van de 70ste week zal heel Judea, met de stad Jeruzalem verwoest worden, zodat er geen leven in gevonden zal worden, aldus profetieën uit Jesaja, Jeremia, Ezechiël en een paar kleine profeten.
Daar komt ook nog eens bij dat als de tweede helft van de 70ste week zou starten op een sabbat in de winter en men dán alsnog zou bidden, dat die dag en dat jaargetijde echt niet plotseling zullen veranderen.
Want…
Jer.11:1: “Daarom zegt de Heere alzo: Ziet, Ik zal een kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal Ik naar hen niet horen”.
Dit vers spreekt over de tweede helft van de 70ste week.
Wat overblijft, is een specifieke tijdsaanduiding van de Here Jezus aangaande de start van tweede helft van de 70ste week. Namelijk die valt kennelijk dus wél op een sabbat en wel in de winter!
15. Helft der 70ste week valt in de winter.
Nogmaals vers 20 van Matt.24.
20 “Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
In eerste instantie lijkt het niet logisch om dit vers juist te interpreteren dat het dus wel gaat om de winter en een sabbat. Maar leest u dan bovenstaand stuk nogmaals.
Wat betekent “des winters”?
Wat het niet betekent kunnen we direct bedenken. Des winters is niet noodzakelijk de aanduiding van onze meteorologische winter startende op 21 december en eindigend op 21 maart van het jaar.
Dat is ónze winter. Hier hebben we te maken met een Bijbelse term.
Johannes zegt bijvoorbeeld over de Bijbelse winter, dat het feest van de vernieuwing van de tempel, dat is het Joodse Chanoeka, gevierd wordt in de winter. Joh.10:22:”En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter”.
Johannes zegt bijvoorbeeld over de Bijbelse winter, dat het feest van de vernieuwing van de tempel, dat is het Joodse Chanoeka, gevierd wordt in de winter.
Joh.10:22:”En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter”.
Maar de belangrijkste tijdsaanduiding voor de Bijbelse term winter, vinden we in Jeremia. Daar staat een op het oog onbelangrijke tussenzin. Maar niets van Gods woord is onbelangrijk om de onderzoeken of te vergelijken. Dat blijkt nu dus.
Jer.36:22:”De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken”.
In de wintermaanden verblijft de koning in het winterhuis. Maar er zijn ook zomerhuizen (Amos 3:15). De koning zit al in de 9de maand in het winterhuis en dan heeft men daar de haard al aan.
En nu stellen we iets belangrijks. Dat de haard al aan is in de 9de maand, hoeft niet noodzakelijk uitgelegd te worden als verwarming. Hoewel dat natuurlijk de eerste toepassing is van het ontsteken van de haard. De haard heeft ook een ander doel, namelijk de bestrijding van vocht. Zoals wij de wasdroger en föhn in onze tijd hebben.
De negende maand wil niet zeggen dat er dan al meters sneeuw liggen en koning Winter met ijzeren scepter heerst. Wij noemen die periode herfst. De negende maand, die in de Bijbel al winter genoemd wordt, is het begin van de regenperiode en de inval van de kou. De Bijbelse term winter is dus niet onze herfst. Dat is te onnauwkeurig. De Bijbelse term winter begint in de negende maand en eindigt daarom 6 maanden later. Want dan komt de warmte weer terug en begint alles weer te groeien.
Leest u in dit verband ook Handelingen 28 waar Paulus door een slang gebeten wordt. Daar wordt omschreven wat bedoeld wordt met overwinteren (Hand.28:11)
16. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “De sabbatsreis”.
Als we nu nog teruggaan naar Matt.24. Daar sprak de Here vanaf vers 15 (gruwel der verwoesting) tot en met vers 20, over die ene dag. Dat is de laatste dag dat men nog een minieme kans heeft om te vluchten. Maar dan moet men niet eerst naar huis rennen. Daar is dan geen tijd meer voor.
Over dat vluchten, op die dag, staat ook deze zin.
Matt.24:16: “Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
Hier gaat het om de inwoners van Judea (de huidige staat Israël wordt daar onder verstaan). Die zouden moeten vluchten.
Als de Heer bij de Wederkomst Zijn voeten zal zetten op de Olijfberg, die dan in tweeën scheurt, zal een overblijfsel uit Jeruzalem, de stad uit kunnen vluchten via de “vallei Mijner bergen”, naar Azal, de woestijn in. Dit staat in Zacharia 14.
Waarom naar Azal, in de woestijn? Omdat in Openbaring staat dat de vrouw (type van Israël) zal vluchten naar de woestijn (Opb.12:6), omdat God dáár een plaats voor haar heeft bereid. De twee getuigen, in de dagen van hun profeteren, zullen hierop wijzen. “Ga Judea uit en ga de woestijn in! Nu kan het nog, straks is daar geen tijd meer voor.”
Johannes zegt bijvoorbeeld over de Bijbelse winter, dat het feest van de vernieuwing van de tempel, dat is het Joodse Chanoeka, gevierd wordt in de winter.
Joh.10:22:”En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter”.
Maar de belangrijkste tijdsaanduiding voor de Bijbelse term winter, vinden we in Jeremia. Daar staat een op het oog onbelangrijke tussenzin. Maar niets van Gods woord is onbelangrijk om de onderzoeken of te vergelijken. Dat blijkt nu dus.
Jer.36:22:”De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken”.
In de wintermaanden verblijft de koning in het winterhuis. Maar er zijn ook zomerhuizen (Amos 3:15). De koning zit al in de 9de maand in het winterhuis en dan heeft men daar de haard al aan.
En nu stellen we iets belangrijks. Dat de haard al aan is in de 9de maand, hoeft niet noodzakelijk uitgelegd te worden als verwarming. Hoewel dat natuurlijk de eerste toepassing is van het ontsteken van de haard. De haard heeft ook een ander doel, namelijk de bestrijding van vocht. Zoals wij de wasdroger en föhn in onze tijd hebben.
De negende maand wil niet zeggen dat er dan al meters sneeuw liggen en koning Winter met ijzeren scepter heerst. Wij noemen die periode herfst. De negende maand, die in de Bijbel al winter genoemd wordt, is het begin van de regenperiode en de inval van de kou. De Bijbelse term winter is dus niet onze herfst. Dat is te onnauwkeurig. De Bijbelse term winter begint in de negende maand en eindigt daarom 6 maanden later. Want dan komt de warmte weer terug en begint alles weer te groeien.
Leest u in dit verband ook Handelingen 28 waar Paulus door een slang gebeten wordt. Daar wordt omschreven wat bedoeld wordt met overwinteren (Hand.28:11)
16. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “De sabbatsreis”.
Als we nu nog teruggaan naar Matt.24. Daar sprak de Here vanaf vers 15 (gruwel der verwoesting) tot en met vers 20, over die ene dag. Dat is de laatste dag dat men nog een minieme kans heeft om te vluchten. Maar dan moet men niet eerst naar huis rennen. Daar is dan geen tijd meer voor.
Over dat vluchten, op die dag, staat ook deze zin.
Matt.24:16: “Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen”.
Hier gaat het om de inwoners van Judea (de huidige staat Israël wordt daar onder verstaan). Die zouden moeten vluchten.
Als de Heer bij de Wederkomst Zijn voeten zal zetten op de Olijfberg, die dan in tweeën scheurt, zal een overblijfsel uit Jeruzalem, de stad uit kunnen vluchten via de “vallei Mijner bergen”, naar Azal, de woestijn in. Dit staat in Zacharia 14.
Waarom naar Azal, in de woestijn? Omdat in Openbaring staat dat de vrouw (type van Israël) zal vluchten naar de woestijn (Opb.12:6), omdat God dáár een plaats voor haar heeft bereid. De twee getuigen, in de dagen van hun profeteren, zullen hierop wijzen. “Ga Judea uit en ga de woestijn in! Nu kan het nog, straks is daar geen tijd meer voor.”
De Olijfberg in Jeruzalem, waar Jezus terug zal komen op de wolken van de hemel.
Matt.24:16 spreekt over exact dezelfde berg. De KJV vertaalt het met “vluchten tot in de bergen.” Het woord “bergen” hoeft niet meervoud te zijn, want het wordt vaker vertaald naar het enkelvoud “berg” (13x meervoud tegenover ongeveer 50x enkelvoud).
En vluchten op sabbat geeft een probleem voor de religieuze Joden, want ze mogen maar een beperkte afstand afleggen op sabbat. Hoewel we aan kunnen nemen dat het dan sabbat is, kunnen in ieder geval de inwoners van “uw heilige stad” wél de Olijfberg op vluchten. Want:
Hand.1:12: “Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
De berg die bij Jeruzalem ligt, is de Olijfberg. Het is diezelfde berg waar de Heer op terug zal komen bij Zijn Wederkomst.
- Zach.14:4:” En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten…”
- Hand.1:11:” Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren. 12 Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
Er is maar één berg die in samenhang met Jeruzalem (uw heilige stad) wordt genoemd. Dat is de Olijfberg! Zelfs op sabbat is deze berg te bezoeken. Ik denk als de Here Jezus spreekt over het oprichten van de gruwel in de heilige plaats (dat is in Jeruzalem!) dat men dan de Olijfberg op zou moeten vluchten. En niet een andere willekeurige berg.
17. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “Wel of niet begraven op sabbat?”
Als de Here spreekt in Matt.24 over het staan van de gruwel der verwoesting, weten we uit vergelijking met andere Schriftgedeelten, waaronder Daniël 9, dat die gebeurtenis plaats zal vinden op “de helft der week” (Dan.9:27).
Als we aannemen dat die dag een sabbat is, vallen ook andere dingen op hun plaats, zonder daar naar op zoek te gaan om je veronderstelling kloppend te krijgen.
In de eerste helft van de 70ste week, is het vrede in Judea. In die periode zullen de twee getuigen hun werk doen, omdat de Gemeente al is opgenomen en er anders geen “twee of meer getuigen” zouden zijn, die kunnen getuigen dat Jezus de Christus is.
Opb.11:3:”En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed”.
Opb.11:7:” En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden”.
De ‘twee getuigen’ getuigen 1260 dagen. Dat is de eerste helft van de 70ste week. Want daarna zal er de grote verdrukking zijn en valt er niet zo veel te getuigen in het land. De mensen die gehoor hebben gegeven aan het getuigenis van de twee, zullen naar alle waarschijnlijkheid al lang het land zijn uit gevlucht. Want ná de dagen van hun profeteren begint de grote verdrukking.
Hun dienst duurt 1260 dagen. En op de dag dat men de gruwel der verwoesting ziet staan in de heilige plaats, zullen de twee getuigen gedood worden. Het vermoeden bestaat dat dit dus ook op een sabbat is. En dat hun dode lichamen héél dicht bij de gruwel der verwoesting liggen.
Matt.24:16 spreekt over exact dezelfde berg. De KJV vertaalt het met “vluchten tot in de bergen.” Het woord “bergen” hoeft niet meervoud te zijn, want het wordt vaker vertaald naar het enkelvoud “berg” (13x meervoud tegenover ongeveer 50x enkelvoud).
En vluchten op sabbat geeft een probleem voor de religieuze Joden, want ze mogen maar een beperkte afstand afleggen op sabbat. Hoewel we aan kunnen nemen dat het dan sabbat is, kunnen in ieder geval de inwoners van “uw heilige stad” wél de Olijfberg op vluchten. Want:
Hand.1:12: “Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
De berg die bij Jeruzalem ligt, is de Olijfberg. Het is diezelfde berg waar de Heer op terug zal komen bij Zijn Wederkomst.
- Zach.14:4:” En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten…”
- Hand.1:11:” Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren. 12 Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg, die genaamd wordt de Olijfberg, welke is nabij Jeruzalem, liggende van daar een sabbatsreize”.
Er is maar één berg die in samenhang met Jeruzalem (uw heilige stad) wordt genoemd. Dat is de Olijfberg! Zelfs op sabbat is deze berg te bezoeken. Ik denk als de Here Jezus spreekt over het oprichten van de gruwel in de heilige plaats (dat is in Jeruzalem!) dat men dan de Olijfberg op zou moeten vluchten. En niet een andere willekeurige berg.
17. Helft der 70ste week valt op een sabbat. “Wel of niet begraven op sabbat?”
Als de Here spreekt in Matt.24 over het staan van de gruwel der verwoesting, weten we uit vergelijking met andere Schriftgedeelten, waaronder Daniël 9, dat die gebeurtenis plaats zal vinden op “de helft der week” (Dan.9:27).
Als we aannemen dat die dag een sabbat is, vallen ook andere dingen op hun plaats, zonder daar naar op zoek te gaan om je veronderstelling kloppend te krijgen.
In de eerste helft van de 70ste week, is het vrede in Judea. In die periode zullen de twee getuigen hun werk doen, omdat de Gemeente al is opgenomen en er anders geen “twee of meer getuigen” zouden zijn, die kunnen getuigen dat Jezus de Christus is.
Opb.11:3:”En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed”.
Opb.11:7:” En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden”.
De ‘twee getuigen’ getuigen 1260 dagen. Dat is de eerste helft van de 70ste week. Want daarna zal er de grote verdrukking zijn en valt er niet zo veel te getuigen in het land. De mensen die gehoor hebben gegeven aan het getuigenis van de twee, zullen naar alle waarschijnlijkheid al lang het land zijn uit gevlucht. Want ná de dagen van hun profeteren begint de grote verdrukking.
Hun dienst duurt 1260 dagen. En op de dag dat men de gruwel der verwoesting ziet staan in de heilige plaats, zullen de twee getuigen gedood worden. Het vermoeden bestaat dat dit dus ook op een sabbat is. En dat hun dode lichamen héél dicht bij de gruwel der verwoesting liggen.
De twee getuigen zullen na hun getuigenis van de eeuwige en enige God van hemel en aarde, gedood worden en hun lichamen zullen liggen op de straten van Jeruzalem en over hen wordt besloten, dat ze drie en een halve daf niet begraven zullen worden.
Opb.11:8:”En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.
9 En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen, en natiën, zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven, en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden”.
Allereerst moeten we hier wel struikelen over de enorme cryptische manier van spreken t.a.v. de naam Jeruzalem. En aangezien dit het Woord van God is, mogen we er vanuit gaan dat daar dus een hele goede reden voor is.
Wat zo bijzonder is, is dat hier nog snel even genoemd wordt “alwaar ook onze Heere gekruist is”. De kruisiging van onze Heer vond plaats vlak voor sabbat.
De Joden verzochten toen Pilatus dat de benen van de Heer niet en van de twee misdadigers aan Zijn zijden wel gebroken zouden worden. Dat is niet om hen extra pijn te laten lijden, maar omdat men dan niet meer ‘op de benen kan staan’ en de verstikkingsdood wordt versneld. Bij de kruisiging sterft men namelijk door verstikking.
Het was voor de Joden heel belangrijk dat zij vóór zonsondergang gestorven waren en begraven konden worden, omdat vanaf zonsondergang op vrijdag de sabbat begint. Dat lezen we in het Johannes Evangelie.
Joh.19:30:” Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf Hij den geest.
31 De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden.
32 De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was;
33 Maar komende tot Jezus, als zij zagen, dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet”.
Ook de twee getuigen zullen hoogstwaarschijnlijk op sabbat gedood worden. En dan volgt typologisch een zelfde soort gebeurtenis als in de dagen “alwaar onze Heer gekruist is”. Mogelijk dat de Joden dan weer zullen bidden (smeken / vragen) aan de Pilatus van die dagen, of de lichamen begraven mogen worden met het oog op de sabbat. Maar in tegenstelling tot de Here, zal het dit keer niet toegelaten worden hen te begraven!
Opb.11:9: “…en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden”.
Want de mensen…
Opb.11:9: “ …zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven,…”
Dit is een vorm die we in de Bijbel wel vaker tegenkomen. Zo mocht David de tempel niet bouwen, maar Salomo wel. En mocht Mozes het beloofde land niet in en Jozua wel. En was het lichaam van de Here op sabbat niet zichtbaar, maar die van de twee getuigen wel.
18. Het belang van de sabbat en 10 Nisan.
Aangezien de 69ste week van Daniël stopte op 10 Nisan, zal deze ook weer starten op 10 Nisan. Maar wel met in achtneming van de profetische jaren van 360 dagen en niet op de huidige Joodse kalender met schrikkelinvoegingen.
Opb.11:8:”En hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is.
9 En de mensen uit de volken, en geslachten, en talen, en natiën, zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven, en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden”.
Allereerst moeten we hier wel struikelen over de enorme cryptische manier van spreken t.a.v. de naam Jeruzalem. En aangezien dit het Woord van God is, mogen we er vanuit gaan dat daar dus een hele goede reden voor is.
Wat zo bijzonder is, is dat hier nog snel even genoemd wordt “alwaar ook onze Heere gekruist is”. De kruisiging van onze Heer vond plaats vlak voor sabbat.
De Joden verzochten toen Pilatus dat de benen van de Heer niet en van de twee misdadigers aan Zijn zijden wel gebroken zouden worden. Dat is niet om hen extra pijn te laten lijden, maar omdat men dan niet meer ‘op de benen kan staan’ en de verstikkingsdood wordt versneld. Bij de kruisiging sterft men namelijk door verstikking.
Het was voor de Joden heel belangrijk dat zij vóór zonsondergang gestorven waren en begraven konden worden, omdat vanaf zonsondergang op vrijdag de sabbat begint. Dat lezen we in het Johannes Evangelie.
Joh.19:30:” Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf Hij den geest.
31 De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op den sabbat, dewijl het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), baden Pilatus, dat hun benen zouden gebroken, en zij weggenomen worden.
32 De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel de benen des eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was;
33 Maar komende tot Jezus, als zij zagen, dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet”.
Ook de twee getuigen zullen hoogstwaarschijnlijk op sabbat gedood worden. En dan volgt typologisch een zelfde soort gebeurtenis als in de dagen “alwaar onze Heer gekruist is”. Mogelijk dat de Joden dan weer zullen bidden (smeken / vragen) aan de Pilatus van die dagen, of de lichamen begraven mogen worden met het oog op de sabbat. Maar in tegenstelling tot de Here, zal het dit keer niet toegelaten worden hen te begraven!
Opb.11:9: “…en zullen niet toelaten, dat hun dode lichamen in graven gelegd worden”.
Want de mensen…
Opb.11:9: “ …zullen hun dode lichamen zien drie dagen en een halven,…”
Dit is een vorm die we in de Bijbel wel vaker tegenkomen. Zo mocht David de tempel niet bouwen, maar Salomo wel. En mocht Mozes het beloofde land niet in en Jozua wel. En was het lichaam van de Here op sabbat niet zichtbaar, maar die van de twee getuigen wel.
18. Het belang van de sabbat en 10 Nisan.
Aangezien de 69ste week van Daniël stopte op 10 Nisan, zal deze ook weer starten op 10 Nisan. Maar wel met in achtneming van de profetische jaren van 360 dagen en niet op de huidige Joodse kalender met schrikkelinvoegingen.
De tijden van de Joodse kalender lopen niet gelijk met onze kalender. De eerste rekent met de maan en de ander met de zon. Het Joodse jaar kent normaal twaalf maanden en dertien maanden in een schrikkeljaar. Iedere maand heeft 29 of 30 dagen, afhankelijk van de omloop van de maan om de aarde die 29,5 dag duurt.
Iedere Joodse maand begint en eindigt met nieuwe maan. Twaalf maanden tellen 354 dagen. In onze cultuur hebben we het ‘zonnejaar’, gebaseerd op de omloop van de aarde om de zon.
Er is een verschil van elf dagen. Om te voorkomen dat de Joodse feestdagen gaan verschuiven, wordt zeven keer in de negentien jaar een maand toegevoegd aan het Joodse jaar. Op die manier blijft het Joodse jaar in pas lopen met de maanstonden én met het zonnejaar. De schrikkelmaand krijgt de naam adar I en de originele maand adar wordt adar II genoemd.
Dan blijkt de 70ste week 360 weken te bevatten. Er zitten dus evenveel dagen in een profetisch jaar als dat er weken zitten in de 70ste profetische week: 360 namelijk.
Samengevat:
- Dus als de 70ste week weer start op 10 Nisan, dan eindigt deze ook weer op 10 Nisan.
- De helft der week, dus dag 1260, valt op een sabbat en in de regenperiode.
- 1260ste dag zou dus op de profetische maand Thisrei moeten vallen en wel op de 10de van die maand. Let op! Waarschijnlijk niet in overeenstemming met de huidige Joodse kalender.
Als de helft der week valt op een sabbat en er zitten exact 360 weken in de 70ste jaarweek, dan moet de 70ste week óók starten op een sabbat en eindigen op een sabbat!
En als de 70ste week begint op 10 Nisan, dan eindigt hij ook op 10 Nisan! Want elke week begint met een zondag en eindigt met een zaterdag. Week op week op week!!!
Met andere woorden, we mogen geloven dat de Heer (met ons) terugkomt op een sabbat op 10 Nisan. We mogen geloven dat die 10 Nisan van de Wederkomst exact samenvalt met de huidige Joodse kalender. Maar daarover straks meer.
19. De Wederkomst op sabbat.
Eerder in deze studie hebben we het belang van typologie aangegeven. Als u daar gevoel voor heeft, dan zult u zien dat uitspraken en gebeurtenissen in het Nieuwe Testament over de sabbat, typologisch ook van waarde zijn als we weten dat de Wederkomst plaatsvindt op een sabbat.
Een hele mooie vinden we in Matt.24 over de Wederkomst dat de “Zoon des mensen” komt. Er zijn vele titels die onze Heer draagt, dus er had ook Zoon van David of de Zoon van God kunnen staan. Maar er staat de Zoon des mensen.
Matt.24:30: “En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid”.
Naar de vertaling van de grondtekst, staat er bijvoorbeeld in Markus 2 : 28 dat deze ‘Zoon des mensen’, die men zal zien bij de Wederkomst, God de Heer is, namelijk Dezelfde van de sabbat.
Marc.2:28: “Therefore the Son of man is Lord also of the Sabbath”. (KJV)
Iedere Joodse maand begint en eindigt met nieuwe maan. Twaalf maanden tellen 354 dagen. In onze cultuur hebben we het ‘zonnejaar’, gebaseerd op de omloop van de aarde om de zon.
Er is een verschil van elf dagen. Om te voorkomen dat de Joodse feestdagen gaan verschuiven, wordt zeven keer in de negentien jaar een maand toegevoegd aan het Joodse jaar. Op die manier blijft het Joodse jaar in pas lopen met de maanstonden én met het zonnejaar. De schrikkelmaand krijgt de naam adar I en de originele maand adar wordt adar II genoemd.
Dan blijkt de 70ste week 360 weken te bevatten. Er zitten dus evenveel dagen in een profetisch jaar als dat er weken zitten in de 70ste profetische week: 360 namelijk.
Samengevat:
- Dus als de 70ste week weer start op 10 Nisan, dan eindigt deze ook weer op 10 Nisan.
- De helft der week, dus dag 1260, valt op een sabbat en in de regenperiode.
- 1260ste dag zou dus op de profetische maand Thisrei moeten vallen en wel op de 10de van die maand. Let op! Waarschijnlijk niet in overeenstemming met de huidige Joodse kalender.
Als de helft der week valt op een sabbat en er zitten exact 360 weken in de 70ste jaarweek, dan moet de 70ste week óók starten op een sabbat en eindigen op een sabbat!
En als de 70ste week begint op 10 Nisan, dan eindigt hij ook op 10 Nisan! Want elke week begint met een zondag en eindigt met een zaterdag. Week op week op week!!!
Met andere woorden, we mogen geloven dat de Heer (met ons) terugkomt op een sabbat op 10 Nisan. We mogen geloven dat die 10 Nisan van de Wederkomst exact samenvalt met de huidige Joodse kalender. Maar daarover straks meer.
19. De Wederkomst op sabbat.
Eerder in deze studie hebben we het belang van typologie aangegeven. Als u daar gevoel voor heeft, dan zult u zien dat uitspraken en gebeurtenissen in het Nieuwe Testament over de sabbat, typologisch ook van waarde zijn als we weten dat de Wederkomst plaatsvindt op een sabbat.
Een hele mooie vinden we in Matt.24 over de Wederkomst dat de “Zoon des mensen” komt. Er zijn vele titels die onze Heer draagt, dus er had ook Zoon van David of de Zoon van God kunnen staan. Maar er staat de Zoon des mensen.
Matt.24:30: “En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid”.
Naar de vertaling van de grondtekst, staat er bijvoorbeeld in Markus 2 : 28 dat deze ‘Zoon des mensen’, die men zal zien bij de Wederkomst, God de Heer is, namelijk Dezelfde van de sabbat.
Marc.2:28: “Therefore the Son of man is Lord also of the Sabbath”. (KJV)
Jezus Christus zal als Heer van de sabbat ook op een sabbat wederkomen op de wolken van de hemel.
En in dat verband wordt op sabbat Jezus waargenomen (Luk.14:1). En dat is typologisch mooi de uitbeelding van Zijn Wederkomst op sabbat.
Wetenswaardigheden over de sabbat:
- Er wordt gewerkt op sabbat
- Men wordt genezen op sabbat
- De Zoon des mensen (Matth.24) is De Heer op die sabbatsdag.
- Er wordt een schaap gered. REDDING OP SABBAT.
- Na sabbat komt er een nieuwe dag, zelfs een nieuwe week.
- In de synagoge (een vergadering van gelovigen) wordt onderwezen en geleerd = Bijbelstudie, op sabbat. (Mark.1:21)
- De sabbat is gemaakt om de mens, niet andersom (Mar.2:27)
- De vrijdag avond wordt voorsabbat genoemd. (Mar.15:42)
- De os of ezel wordt ontbonden en krijgt te drinken op sabbat. (Luk.13:15)
- Jezus wordt waargenomen op sabbat. (Luk.14:1)
- Jezus gaat in het huis van de Farizeeën (separatisten, afgescheidenen) op sabbat.
- Op sabbat behoort men te rusten.
- Men wil Jezus doden op sabbat. (de twee getuigen zijn de uitbeelding van - en vertegenwoordigen de getrouwe Getuige (Opb.1:5))
- Jezus vertoont Zich te zijn Jehova (Joh.5:18) op sabbat. (verg. Zach.13:6 en 12:10)
- Er wordt besneden op sabbat (type: openbaring van de verborgenheid) Joh.7:22
- Genezing op sabbat van de gehele mens. (type: opstanding, nieuw leven)
- Ogen worden geopend. (Joh.9:14). “en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben” (Zach.12:10)
- Verdeeldheid op sabbat onder de Farizeeën.
- Pilatus wordt gesmeekt de benen te laten breken van de gekruisigden, zodat zij vòòr de sabbat sterven en hun dode lichamen NIET gedurende de sabbat zouden blijven hangen. (Joh.19:31) verg. Opb.11:9 waar het NIET mag!
- De olijfberg ligt een sabbatsreis van Jeruzalem. (Hand.1:12) verg. Matth.24:16
- Op sabbat worden de woorden van de profeten voorgelezen.
- Op de volgende sabbat hoort men Gods Woord
20. Mogelijke toekomstige data.
En in dat verband wordt op sabbat Jezus waargenomen (Luk.14:1). En dat is typologisch mooi de uitbeelding van Zijn Wederkomst op sabbat.
Wetenswaardigheden over de sabbat:
- Er wordt gewerkt op sabbat
- Men wordt genezen op sabbat
- De Zoon des mensen (Matth.24) is De Heer op die sabbatsdag.
- Er wordt een schaap gered. REDDING OP SABBAT.
- Na sabbat komt er een nieuwe dag, zelfs een nieuwe week.
- In de synagoge (een vergadering van gelovigen) wordt onderwezen en geleerd = Bijbelstudie, op sabbat. (Mark.1:21)
- De sabbat is gemaakt om de mens, niet andersom (Mar.2:27)
- De vrijdag avond wordt voorsabbat genoemd. (Mar.15:42)
- De os of ezel wordt ontbonden en krijgt te drinken op sabbat. (Luk.13:15)
- Jezus wordt waargenomen op sabbat. (Luk.14:1)
- Jezus gaat in het huis van de Farizeeën (separatisten, afgescheidenen) op sabbat.
- Op sabbat behoort men te rusten.
- Men wil Jezus doden op sabbat. (de twee getuigen zijn de uitbeelding van - en vertegenwoordigen de getrouwe Getuige (Opb.1:5))
- Jezus vertoont Zich te zijn Jehova (Joh.5:18) op sabbat. (verg. Zach.13:6 en 12:10)
- Er wordt besneden op sabbat (type: openbaring van de verborgenheid) Joh.7:22
- Genezing op sabbat van de gehele mens. (type: opstanding, nieuw leven)
- Ogen worden geopend. (Joh.9:14). “en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben” (Zach.12:10)
- Verdeeldheid op sabbat onder de Farizeeën.
- Pilatus wordt gesmeekt de benen te laten breken van de gekruisigden, zodat zij vòòr de sabbat sterven en hun dode lichamen NIET gedurende de sabbat zouden blijven hangen. (Joh.19:31) verg. Opb.11:9 waar het NIET mag!
- De olijfberg ligt een sabbatsreis van Jeruzalem. (Hand.1:12) verg. Matth.24:16
- Op sabbat worden de woorden van de profeten voorgelezen.
- Op de volgende sabbat hoort men Gods Woord
20. Mogelijke toekomstige data.
De sabbat is gemaakt om de mens, niet andersom. Op sabbat worden de woorden van de profeten voorgelezen.
We zullen proberen feiten en omstandigheden na te gaan i.v.m. 10 Nisan, zodat we die kunnen leggen op mogelijke data omtrent de sabbat. Als we een datum op onze kalender zoeken, beginnen we op deze plek dus te zoeken naar een 10 Nissan die op een sabbat valt en minimaal 2520 dagen voor ons ligt. De redenen waarom nog een keer op een rijtje.
Einde 69ste week.
- Einde van de 69ste week stopte op zondag.
- “Deze uw dag” bleek te zijn het in huis halen van het echte Paaslam.
- Einde van de 69ste week stopte op 10 Nisan.
- De 7 dagen tussen het einde van de 69ste week en de Opstanding van Christus staan typologisch voor de 70ste week!
Begin 70ste week.
- Het begin van de 70ste week moet vallen op een sabbat, omdat er exact 180 weken voorafgaan op de sabbat op de helft der week.
- De 70ste week start (gaat verder) op 10 Nisan (Blijkt achteraf)
- De 70ste week start op een zaterdag (sabbat)
- De aanvang van de 70ste week, gaat door op de dag waarop deze geëindigd is.
Helft der 70ste week.
- Matt.24:2: “Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
- Bidden = wordt niet verhoord (Jer.7:16, Jer.11:11,14, maar ook Joh.19:31 en Opb.11:9)
- Winters = vanaf de 9de maand op de huidige Joodse kalender. Betreft regenseizoen.
slecht weer, dat men binnen zit. Niet letterlijk winter!!! (haardvuur, kaarsen, donker)
- Sabbat = sabbatsreize olijfberg, wel / niet begraven voor sabbat.
- De helft der week valt op een letterlijke sabbat!
- De twee getuigen mogen niet het graf in, in tegenstelling tot de gekruisigden (Joh.19:31 en Opb.11:9)
- Men vlucht de Olijfberg over. (Matt.24:16 en Hand.1:12)
- Helft der week valt om en nabij een feestdag (Opb.11)
- Helft der week valt waarschijnlijk niet op 10 Thisrei.
Einde 70ste week.
- De Wederkomst, Opname, aanvang 70ste week, en dergelijke is / zijn niet “op elk moment”.
- Dan.7:22, 8:19, 11:27,29,35, Hab.2:3, en veel meer!!!!
- Het einde van de 70ste week moet vallen op 10 Nisan op de huidige Joodse kalender, vanwege de typologie
- Het einde van de 70ste week moet vallen op een sabbat, omdat er exact 180 weken verstrijken na de sabbat op de helft der week.
- Het einde van de 70ste week moet vallen op een sabbat, vanwege de typologie.
- Vermoedelijk zal het vredesverdrag uit Dan.9 getekend worden op vrijdag, buiten Israël, zodat het in Jeruzalem inmiddels sabbat is.
- Verdragen werden vaker gesloten in Amerika. Tussen Jeruzalem en Washington zit 7 uur tijdsverschil.
Het is bijna zeker dat de Opname van de Gemeente plaatsvindt vóór de aanvang van de 70ste week. Maar hoeveel tijd er zit tussen de Opname en de aanvang van de 70ste week, is moeilijk uit te rekenen. Daarom beter geen speculatie!.
We zullen proberen feiten en omstandigheden na te gaan i.v.m. 10 Nisan, zodat we die kunnen leggen op mogelijke data omtrent de sabbat. Als we een datum op onze kalender zoeken, beginnen we op deze plek dus te zoeken naar een 10 Nissan die op een sabbat valt en minimaal 2520 dagen voor ons ligt. De redenen waarom nog een keer op een rijtje.
Einde 69ste week.
- Einde van de 69ste week stopte op zondag.
- “Deze uw dag” bleek te zijn het in huis halen van het echte Paaslam.
- Einde van de 69ste week stopte op 10 Nisan.
- De 7 dagen tussen het einde van de 69ste week en de Opstanding van Christus staan typologisch voor de 70ste week!
Begin 70ste week.
- Het begin van de 70ste week moet vallen op een sabbat, omdat er exact 180 weken voorafgaan op de sabbat op de helft der week.
- De 70ste week start (gaat verder) op 10 Nisan (Blijkt achteraf)
- De 70ste week start op een zaterdag (sabbat)
- De aanvang van de 70ste week, gaat door op de dag waarop deze geëindigd is.
Helft der 70ste week.
- Matt.24:2: “Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een sabbat”.
- Bidden = wordt niet verhoord (Jer.7:16, Jer.11:11,14, maar ook Joh.19:31 en Opb.11:9)
- Winters = vanaf de 9de maand op de huidige Joodse kalender. Betreft regenseizoen.
slecht weer, dat men binnen zit. Niet letterlijk winter!!! (haardvuur, kaarsen, donker)
- Sabbat = sabbatsreize olijfberg, wel / niet begraven voor sabbat.
- De helft der week valt op een letterlijke sabbat!
- De twee getuigen mogen niet het graf in, in tegenstelling tot de gekruisigden (Joh.19:31 en Opb.11:9)
- Men vlucht de Olijfberg over. (Matt.24:16 en Hand.1:12)
- Helft der week valt om en nabij een feestdag (Opb.11)
- Helft der week valt waarschijnlijk niet op 10 Thisrei.
Einde 70ste week.
- De Wederkomst, Opname, aanvang 70ste week, en dergelijke is / zijn niet “op elk moment”.
- Dan.7:22, 8:19, 11:27,29,35, Hab.2:3, en veel meer!!!!
- Het einde van de 70ste week moet vallen op 10 Nisan op de huidige Joodse kalender, vanwege de typologie
- Het einde van de 70ste week moet vallen op een sabbat, omdat er exact 180 weken verstrijken na de sabbat op de helft der week.
- Het einde van de 70ste week moet vallen op een sabbat, vanwege de typologie.
- Vermoedelijk zal het vredesverdrag uit Dan.9 getekend worden op vrijdag, buiten Israël, zodat het in Jeruzalem inmiddels sabbat is.
- Verdragen werden vaker gesloten in Amerika. Tussen Jeruzalem en Washington zit 7 uur tijdsverschil.
Het is bijna zeker dat de Opname van de Gemeente plaatsvindt vóór de aanvang van de 70ste week. Maar hoeveel tijd er zit tussen de Opname en de aanvang van de 70ste week, is moeilijk uit te rekenen. Daarom beter geen speculatie!.
Er zijn diverse data die in aanmerking komen tot met het jaar 2030.
Zaterdag 11-05-2013 - 2 dagen na Hemelvaart (2 Sivan 5773)
Zaterdag 22-10-2016 (20 Tishrei 5777)
Zaterdag 04-04-2020 (10 Nisan 5780)
21. De Wederkomst op 10 Nisan.
Zoals we eerder zagen valt de Wederkomst op een sabbat, en wel op de 10e Nisan. Wat we nog niet onderzocht hebben, is de reden waarom de Wederkomst niet alleen op de profetische kalender op 10 Nisan valt, maar zelfs ook op 10 Nisan van de huidige Joodse kalender.
We gaan nu naar Daniël 12. De laatste woorden uit het boek Daniël.
Dan.12:6:” En hij zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen zal wezen?
7 En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwig leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden.
8 Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen?
9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde.
10 Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.
11 En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen.
12 Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen.
13 Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen”.
In deze profetie wordt weer een tijdsrekening gedaan. De Heer vertelt ons dat:
1. vanaf de helft van de 70ste week van Daniël.
a. waarin het gedurig offer is weggenomen.
b. waarin de verwoestende gruwel zal opgericht zijn in Jeruzalem.
2. die dagen ter behoud van het vlees van de uitverkorenen de dagen verkort zullen zijn tot 1260 dagen. Dit in tegenstelling tot de niet uitverkorenen uiteraard.
3. Maar vanaf de 1260ste dag, moet ook geteld worden 1290 dagen…
4. En vanaf de 1260ste dag, moet ook geteld worden 1335 dagen…
Waarom? Dat staat er niet bij. Wat er dan gebeurt, staat er ook niet bij. Logisch ook, want we zouden niet stoppen bij Daniël, maar de HELE Bijbel gebruiken.
Zaterdag 11-05-2013 - 2 dagen na Hemelvaart (2 Sivan 5773)
Zaterdag 22-10-2016 (20 Tishrei 5777)
Zaterdag 04-04-2020 (10 Nisan 5780)
21. De Wederkomst op 10 Nisan.
Zoals we eerder zagen valt de Wederkomst op een sabbat, en wel op de 10e Nisan. Wat we nog niet onderzocht hebben, is de reden waarom de Wederkomst niet alleen op de profetische kalender op 10 Nisan valt, maar zelfs ook op 10 Nisan van de huidige Joodse kalender.
We gaan nu naar Daniël 12. De laatste woorden uit het boek Daniël.
Dan.12:6:” En hij zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen zal wezen?
7 En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwig leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden.
8 Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen?
9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde.
10 Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan.
11 En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen.
12 Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen.
13 Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen”.
In deze profetie wordt weer een tijdsrekening gedaan. De Heer vertelt ons dat:
1. vanaf de helft van de 70ste week van Daniël.
a. waarin het gedurig offer is weggenomen.
b. waarin de verwoestende gruwel zal opgericht zijn in Jeruzalem.
2. die dagen ter behoud van het vlees van de uitverkorenen de dagen verkort zullen zijn tot 1260 dagen. Dit in tegenstelling tot de niet uitverkorenen uiteraard.
3. Maar vanaf de 1260ste dag, moet ook geteld worden 1290 dagen…
4. En vanaf de 1260ste dag, moet ook geteld worden 1335 dagen…
Waarom? Dat staat er niet bij. Wat er dan gebeurt, staat er ook niet bij. Logisch ook, want we zouden niet stoppen bij Daniël, maar de HELE Bijbel gebruiken.
Zij hebben zijn land gezet in verwoesting, zijn steden zijn verbrand, (zo)dat er niemand (meer) in woont.
Dus als de Heer op sabbat 10 Nisan terugkomt en de laatste mensen Jeruzalem uit kunnen vluchten via de “vallei Mijner bergen” (Zach.14:4,5), dan zou men 4 dagen later in de Joodse staat met de Heer Pascha vieren. Echter er is één heel groot probleem: Deze profetie, onder andere, is dan in vervulling gegaan!
Want wat zegt namelijk de profeet Jer.2:15: “De jonge leeuwen hebben over hem gebruld, zij hebben hun stem verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn steden zijn verbrand, (zo)dat er niemand (meer) in woont”.
Er is geen Jeruzalem en er is geen leven meer in Judea. Want als het goed is, is iedereen die gehoor heeft gegeven aan Gods Woord Judea uitgevlucht of anders is men gedood. Zo zwart-wit is het ongeveer.
Het land is onrein geworden vanwege alle lijken die nog geruimd moeten worden (Ez.39:12). Een klus van zeven maanden.
22. 1290 dagen = 10 Nisan + 30.
En daar had God met Zijn plan dus allang rekening gehouden. Want op 10 Nisan wordt het Lam in huis gehaald.
Exod.12:2 “Deze zelfde maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn. (dat is Nisan)
3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israël, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis”.
Maar als Pascha niet gevierd kan worden door onreinheid, een dood lichaam of als men ver weg is, bijvoorbeeld in Azal in de woestijn, dan is het een maand later.
Num.9:10:”Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, over een dood lichaam onrein, of op een verren weg zal zijn, hij zal dan nog den Heere het pascha houden.
11 In de tweede maand, op den veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij dat houden; met ongezuurde broden en bittere saus zullen zij dat eten”.
Dus als de Heer op sabbat 10 Nisan terugkomt en de laatste mensen Jeruzalem uit kunnen vluchten via de “vallei Mijner bergen” (Zach.14:4,5), dan zou men 4 dagen later in de Joodse staat met de Heer Pascha vieren. Echter er is één heel groot probleem: Deze profetie, onder andere, is dan in vervulling gegaan!
Want wat zegt namelijk de profeet Jer.2:15: “De jonge leeuwen hebben over hem gebruld, zij hebben hun stem verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn steden zijn verbrand, (zo)dat er niemand (meer) in woont”.
Er is geen Jeruzalem en er is geen leven meer in Judea. Want als het goed is, is iedereen die gehoor heeft gegeven aan Gods Woord Judea uitgevlucht of anders is men gedood. Zo zwart-wit is het ongeveer.
Het land is onrein geworden vanwege alle lijken die nog geruimd moeten worden (Ez.39:12). Een klus van zeven maanden.
22. 1290 dagen = 10 Nisan + 30.
En daar had God met Zijn plan dus allang rekening gehouden. Want op 10 Nisan wordt het Lam in huis gehaald.
Exod.12:2 “Deze zelfde maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn. (dat is Nisan)
3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israël, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis”.
Maar als Pascha niet gevierd kan worden door onreinheid, een dood lichaam of als men ver weg is, bijvoorbeeld in Azal in de woestijn, dan is het een maand later.
Num.9:10:”Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Wanneer iemand onder u, of onder uw geslachten, over een dood lichaam onrein, of op een verren weg zal zijn, hij zal dan nog den Heere het pascha houden.
11 In de tweede maand, op den veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij dat houden; met ongezuurde broden en bittere saus zullen zij dat eten”.
Ook nu nog slachten de Joden volgens eeuwenoude Bijbelse gebruiken het paaslam.
2 Kron.30:15: “Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des Heeren.
16 En zij stonden in hun stand, naar hun wijze, naar de wet van Mozes, den man Gods; de priesters sprengden het bloed, dat nemende uit de hand der Levieten.
17 Want een menigte was in die gemeente, die zich niet geheiligd hadden; daarom waren de Levieten over de slachting der paaslammeren, voor iedereen, die niet rein was, om die den Heere te heiligen”.
Hoewel Numeri als 2Kronieken beiden spreken over de 14de van de tweede maand en niet de 10de van de tweede maand, moet duidelijk zijn dat het Pascha begint met het in huis nemen van het Pascha, namelijk het paaslam.
En dan wordt nog maar weer eens overduidelijk dat de intocht naar Jeruzalem, “dezen uw dag”, dé dag was dat de Joden het Lam in huis zouden halen! Dat is hetzelfde Lam dat nu op de troon staat, aldus Openbaringen 4 en 5.
Dus tellen we vanaf de helft van de 70ste week door tot dag 1290, dan komen we uit bij het alternatieve paasfeest als men het niet in eigen land kan vieren. Bijzonder toch!
23. Samenvallen van Pascha en Grote Verzoendag.
Maar het wordt nog bijzonderder!
Bij het instellen van het paasfeest werd ook de kalender van de Joden veranderd. Want de Heer zei dat Nisan de eerste maand werd van het jaar. Dat wil zeggen dat de kalender een half jaar werd verschoven. Dat lezen we in hetzelfde vers, namelijk Exodus 12.
Exod.12:1: “De Heere nu had tot Mozes en tot Aäron in Egypteland gesproken, zeggende:
2 Deze zelfde maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn.
3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israël, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis”.
En in Exodus 13:4, wordt de maand Nisan ook Abib genoemd.
Exod.13:4:” Heden gaat gijlieden uit, in de maand Abib”.
Het verschuiven van de kalender met een halfjaar, is eigenlijk vreemd. Tenzij God daar een bedoeling mee had. Dan wordt Nisan de 7de maand en is Thisrei weer maand nummer 1.
Dat gebeurt ná de 70ste week, maar vòòr de 1000 jaren. Die periode noemt de Bijbel “Zijn toekomst” en betreft niet een dag, maar vele dagen, zelfs jaren die verschrikkelijk overeenkomen met de periode voor de zondvloed, waarin Noach de ark bouwde. (zie ook Matt.24 “de dagen van Noach”)
Door de verschuiving van de kalender zal later blijken dat het in huis halen van het Paaslam en de Wederkomst van Christus met de Gemeente op 10 Nisan eigenlijk samenvalt met Grote Verzoendag. Want die valt op de 10de van de 7de maand.
2 Kron.30:15: “Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des Heeren.
16 En zij stonden in hun stand, naar hun wijze, naar de wet van Mozes, den man Gods; de priesters sprengden het bloed, dat nemende uit de hand der Levieten.
17 Want een menigte was in die gemeente, die zich niet geheiligd hadden; daarom waren de Levieten over de slachting der paaslammeren, voor iedereen, die niet rein was, om die den Heere te heiligen”.
Hoewel Numeri als 2Kronieken beiden spreken over de 14de van de tweede maand en niet de 10de van de tweede maand, moet duidelijk zijn dat het Pascha begint met het in huis nemen van het Pascha, namelijk het paaslam.
En dan wordt nog maar weer eens overduidelijk dat de intocht naar Jeruzalem, “dezen uw dag”, dé dag was dat de Joden het Lam in huis zouden halen! Dat is hetzelfde Lam dat nu op de troon staat, aldus Openbaringen 4 en 5.
Dus tellen we vanaf de helft van de 70ste week door tot dag 1290, dan komen we uit bij het alternatieve paasfeest als men het niet in eigen land kan vieren. Bijzonder toch!
23. Samenvallen van Pascha en Grote Verzoendag.
Maar het wordt nog bijzonderder!
Bij het instellen van het paasfeest werd ook de kalender van de Joden veranderd. Want de Heer zei dat Nisan de eerste maand werd van het jaar. Dat wil zeggen dat de kalender een half jaar werd verschoven. Dat lezen we in hetzelfde vers, namelijk Exodus 12.
Exod.12:1: “De Heere nu had tot Mozes en tot Aäron in Egypteland gesproken, zeggende:
2 Deze zelfde maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn.
3 Spreekt tot de ganse vergadering van Israël, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis”.
En in Exodus 13:4, wordt de maand Nisan ook Abib genoemd.
Exod.13:4:” Heden gaat gijlieden uit, in de maand Abib”.
Het verschuiven van de kalender met een halfjaar, is eigenlijk vreemd. Tenzij God daar een bedoeling mee had. Dan wordt Nisan de 7de maand en is Thisrei weer maand nummer 1.
Dat gebeurt ná de 70ste week, maar vòòr de 1000 jaren. Die periode noemt de Bijbel “Zijn toekomst” en betreft niet een dag, maar vele dagen, zelfs jaren die verschrikkelijk overeenkomen met de periode voor de zondvloed, waarin Noach de ark bouwde. (zie ook Matt.24 “de dagen van Noach”)
Door de verschuiving van de kalender zal later blijken dat het in huis halen van het Paaslam en de Wederkomst van Christus met de Gemeente op 10 Nisan eigenlijk samenvalt met Grote Verzoendag. Want die valt op de 10de van de 7de maand.
Op de Grote Verzoendag moeten de Joden nadenken over hun zonden en dat God bij verootmoediging vergeving schenkt. Alles moet dan schoongemaakt worden, omdat Gods vergeving radicaal is en van het oude niets meer ‘in de zin’ komt.
Lev. 23: 27: “Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den Heere een vuuroffer offeren.
28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des Heeren uws Gods.
29 Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken.
30 Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.
31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten”.
24. 1335 dagen = 10 Nisan + 75.
Wij weten nu nog niet wat er 75 dagen na de Wederkomst op 10 Nisan zal gebeuren. Dat het iets belangrijks zal zijn, lijkt buiten onderwerp van discussie te staan.
Echter wanneer we rekening houden met het verschuiven van de kalender met een halfjaar, zoals al eerder is aangegeven, dan is er wel iets bijzonders te noemen.
- Het einde van de 69ste en de 70ste week viel / valt op 10 Nisan.
- Een maand later (30 dagen) is het de 10de van de 2de maand. Dan vindt het pascha plaats, als men het niet in het land is en / of men onrein is.
- De kalenderwijziging uit Exodus 12 wordt hersteld. Ik verwacht dat dat op een sabbat gebeurt vanwege de typologie, maar pas na de Wederkomst.
- Dan blijkt achteraf dat de Wederkomst ook plaatsvond op de 10de van de 7de maand, namelijk op Grote Verzoendag.
75 dagen na grote verzoendag is er namelijk ook een Bijbels feest.
- 10 Nisan wordt 10 Thisrei
- + 75 dagen = 2 maanden à 30 dagen + 15 dagen.
- = de 25ste van de 9de maand.
Om heel precies te zijn, dat is wel zo eerlijk, wordt in de Bijbel niet gesproken over de 25ste van de 9de maand. Maar de dag daarvoor wordt wel in de Bijbel genoemd. Dat is de 24ste van de 9de maand.
- Hag.2:11: “Op den vier en twintigsten dag der negende maand, in het tweede jaar van Darius, geschiedde het woord des Heeren door den dienst van den profeet Haggai, zeggende:”
- Hag.2:19: “Stelt er toch uw hart op, van dezen dag af en opwaarts; van den vier en twintigsten dag der negende maand af, van den dag af, als het fondament aan den tempel des Heeren is gelegd geworden, stelt er uw hart op”.
- Hag.2:21: “Het woord des Heeren nu geschiedde ten tweeden male tot Haggai, op den vier en twintigsten der maand, zeggende:”.
Op de avond van de 24ste van de 9de maand begint Chanoeka, het feest van de vernieuwing des tempels. En dat Schriftgedeelte vindt plaats in de (tweede) helft der week in de Bijbelse winterperiode. Leest u mee.
Joh.10:22: “En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter”.
Lev. 23: 27: “Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den Heere een vuuroffer offeren.
28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des Heeren uws Gods.
29 Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken.
30 Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven.
31 Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen.
32 Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten”.
24. 1335 dagen = 10 Nisan + 75.
Wij weten nu nog niet wat er 75 dagen na de Wederkomst op 10 Nisan zal gebeuren. Dat het iets belangrijks zal zijn, lijkt buiten onderwerp van discussie te staan.
Echter wanneer we rekening houden met het verschuiven van de kalender met een halfjaar, zoals al eerder is aangegeven, dan is er wel iets bijzonders te noemen.
- Het einde van de 69ste en de 70ste week viel / valt op 10 Nisan.
- Een maand later (30 dagen) is het de 10de van de 2de maand. Dan vindt het pascha plaats, als men het niet in het land is en / of men onrein is.
- De kalenderwijziging uit Exodus 12 wordt hersteld. Ik verwacht dat dat op een sabbat gebeurt vanwege de typologie, maar pas na de Wederkomst.
- Dan blijkt achteraf dat de Wederkomst ook plaatsvond op de 10de van de 7de maand, namelijk op Grote Verzoendag.
75 dagen na grote verzoendag is er namelijk ook een Bijbels feest.
- 10 Nisan wordt 10 Thisrei
- + 75 dagen = 2 maanden à 30 dagen + 15 dagen.
- = de 25ste van de 9de maand.
Om heel precies te zijn, dat is wel zo eerlijk, wordt in de Bijbel niet gesproken over de 25ste van de 9de maand. Maar de dag daarvoor wordt wel in de Bijbel genoemd. Dat is de 24ste van de 9de maand.
- Hag.2:11: “Op den vier en twintigsten dag der negende maand, in het tweede jaar van Darius, geschiedde het woord des Heeren door den dienst van den profeet Haggai, zeggende:”
- Hag.2:19: “Stelt er toch uw hart op, van dezen dag af en opwaarts; van den vier en twintigsten dag der negende maand af, van den dag af, als het fondament aan den tempel des Heeren is gelegd geworden, stelt er uw hart op”.
- Hag.2:21: “Het woord des Heeren nu geschiedde ten tweeden male tot Haggai, op den vier en twintigsten der maand, zeggende:”.
Op de avond van de 24ste van de 9de maand begint Chanoeka, het feest van de vernieuwing des tempels. En dat Schriftgedeelte vindt plaats in de (tweede) helft der week in de Bijbelse winterperiode. Leest u mee.
Joh.10:22: “En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter”.
Het feest van de vernieuwing van de tempel in Jeruzalem viel in de winter.
Vervolgens vinden we dan in de Kanttekeningen Statenvertaling bij dit vers de aanwijzing dat het feest weliswaar begint op de 24ste (Haggai 2), maar gevierd wordt op de 25ste van de maand Chasleu / Chisleu.
Johannes 10:22 (Kanttekeningen Statenvertaling)
36) feest der vernieuwing
Grieks Egkainia; hetwelk een feest was van Judas Macchabeër en de Joden, ter gedachtenis van de vernieuwing des altaars en de reiniging des tempels ingesteld, ten tijde van den koning Antiochus, die tempel en godsdienst had ontreinigd, om acht dagen lang jaarlijks gehouden te worden. Zie hiervan 1 Makk. 4:52.
37) het was winter.
Want dit feest begon van den vijf en twintigsten dag der maand Chisleu, welke merendeels met onzen maand december overeenkomt.
1 Makk.4:48: “En zij bouwden het heiligdom, en het binnenste van het huis, en zij heiligden de voorhoven.
49 En zij maakten nieuwe heilige vaten, en zij brachten in de tempel de kandelaar, en het altaar der brandoffers, en der reukwerken, en de tafel.
50 En rookten op het altaar, en ontstaken de lampen op de kandelaar, en zij gaven licht in de tempel.
51 En zij zetten broden op de tafel, en hingen de voorhangsels op, en volbrachten al deze werken, die zij waren begonnen te maken. (tot hier is het de 24ste Chisleu)
52 En zij stonden des morgens vroeg op, de vijfentwintigste van de negende maand (deze is de maand Chasleu) in het honderdenachtenveertigste jaar;
53 En zij offerden, naar de wet, op het nieuwe altaar der brandoffers, dat zij gemaakt hadden;
54 Op de tijd, en op de dag, waarop de heidenen dat ontheiligd hadden, op deze is het weder ingewijd, met gezangen, en citers, en harpen, en met cimbalen.
55 En al het volk nedervallende op hun aangezichten, aanbaden, en dankten God in de hemel, die hun voorspoed gegeven had.
56 En zij hielden deze inwijding van het altaar acht dagen lang, offerende met vreugde brandoffers, en slachtende offeranden der behoudenis en des lofs”.
De verwachting van 1290 dagen en 1335 dagen kan alléén op deze profetische feesten vallen als de Wederkomst plaatsvindt op 10 Nisan.
Wat de typologische betekenis hiervan is, laten we in het midden. Mede omdat het allemaal nog gebeuren moet en er weinig over bekend is.
Datum Gebeurtenis Datum met kalender verschuiving Gebeurtenis
Sabbat 10 Nisan Wederkomst (Pascha feest) Sabbat 10 Thisrei Grote verzoendag
10de v/d 2de maand Alternatief Pascha feest. 10de v/d 8e mnd ?
25ste v/d 3de maand ? 25ste v/d 9de maand Feest der vernieuwing des tempels.
Tot slot.
Wat hebben we aan deze kennis van de Wederkomst op sabbat 10 Nisan? In ieder geval geeft het een stuk rust als we heen en weer worden geslingerd door verschrikkelijk nieuws. Of er nu wel of geen derde wereld oorlog uitbreekt voor de 70ste week, we weten dat we onze ogen zouden richten op Judea dat een verbond zal tekenen. Pas vanaf dát moment begint de 70ste week van Daniel.
Vervolgens vinden we dan in de Kanttekeningen Statenvertaling bij dit vers de aanwijzing dat het feest weliswaar begint op de 24ste (Haggai 2), maar gevierd wordt op de 25ste van de maand Chasleu / Chisleu.
Johannes 10:22 (Kanttekeningen Statenvertaling)
36) feest der vernieuwing
Grieks Egkainia; hetwelk een feest was van Judas Macchabeër en de Joden, ter gedachtenis van de vernieuwing des altaars en de reiniging des tempels ingesteld, ten tijde van den koning Antiochus, die tempel en godsdienst had ontreinigd, om acht dagen lang jaarlijks gehouden te worden. Zie hiervan 1 Makk. 4:52.
37) het was winter.
Want dit feest begon van den vijf en twintigsten dag der maand Chisleu, welke merendeels met onzen maand december overeenkomt.
1 Makk.4:48: “En zij bouwden het heiligdom, en het binnenste van het huis, en zij heiligden de voorhoven.
49 En zij maakten nieuwe heilige vaten, en zij brachten in de tempel de kandelaar, en het altaar der brandoffers, en der reukwerken, en de tafel.
50 En rookten op het altaar, en ontstaken de lampen op de kandelaar, en zij gaven licht in de tempel.
51 En zij zetten broden op de tafel, en hingen de voorhangsels op, en volbrachten al deze werken, die zij waren begonnen te maken. (tot hier is het de 24ste Chisleu)
52 En zij stonden des morgens vroeg op, de vijfentwintigste van de negende maand (deze is de maand Chasleu) in het honderdenachtenveertigste jaar;
53 En zij offerden, naar de wet, op het nieuwe altaar der brandoffers, dat zij gemaakt hadden;
54 Op de tijd, en op de dag, waarop de heidenen dat ontheiligd hadden, op deze is het weder ingewijd, met gezangen, en citers, en harpen, en met cimbalen.
55 En al het volk nedervallende op hun aangezichten, aanbaden, en dankten God in de hemel, die hun voorspoed gegeven had.
56 En zij hielden deze inwijding van het altaar acht dagen lang, offerende met vreugde brandoffers, en slachtende offeranden der behoudenis en des lofs”.
De verwachting van 1290 dagen en 1335 dagen kan alléén op deze profetische feesten vallen als de Wederkomst plaatsvindt op 10 Nisan.
Wat de typologische betekenis hiervan is, laten we in het midden. Mede omdat het allemaal nog gebeuren moet en er weinig over bekend is.
Datum Gebeurtenis Datum met kalender verschuiving Gebeurtenis
Sabbat 10 Nisan Wederkomst (Pascha feest) Sabbat 10 Thisrei Grote verzoendag
10de v/d 2de maand Alternatief Pascha feest. 10de v/d 8e mnd ?
25ste v/d 3de maand ? 25ste v/d 9de maand Feest der vernieuwing des tempels.
Tot slot.
Wat hebben we aan deze kennis van de Wederkomst op sabbat 10 Nisan? In ieder geval geeft het een stuk rust als we heen en weer worden geslingerd door verschrikkelijk nieuws. Of er nu wel of geen derde wereld oorlog uitbreekt voor de 70ste week, we weten dat we onze ogen zouden richten op Judea dat een verbond zal tekenen. Pas vanaf dát moment begint de 70ste week van Daniel.
Als de antichrist een verdrag sluit met de staat Israël, zal de periode van de grote verdrukking starten, waarvan de Bijbel spreekt. In het midden van deze 7 jaren zal de antichrist goddelijke verering eisen in de tempel te Jeruzalem, wat tegelijk een teken zal zijn voor Messiasbelijdende Joden naar de woestijn te vluchten, waar zij onderhouden zullen worden door God zelf.
LET OP HET VOLK ISRAEL DAT TERUGGEKEERD IS NAAR HET LAND DER VADEREN. WANNEER ZIJ ZICH BEKEREN, IS DE ZOMER NABIJ (KOMST VAN DE MESSIAS AANSTAANDE).
LET OP HET VOLK ISRAEL DAT TERUGGEKEERD IS NAAR HET LAND DER VADEREN. WANNEER ZIJ ZICH BEKEREN, IS DE ZOMER NABIJ (KOMST VAN DE MESSIAS AANSTAANDE).