In Bijbels Optiek
Kerstfeest, vermengd met heidense wortels.
De dag waarop sindsdien de christenen van de meeste denominaties wereldwijd de geboorte van Jezus Christus herdenken, 25 december, is echter niet alleen bij de Romeinen en Grieken een afgodisch feest van bijgeloof geweest, maar van oudsher verjoegen ook de Germanen, de Vikingen en de Kelten de boze geesten en vierden rond de 25e december het feest van de terugkeer van het licht, het zogenaamde midwinter- of joelfeest. Doordat keizer Constantijn de geboortedag van Christus op de 25e december vastlegde, versmolt rond het jaar 381 ook in de gekerstende Noord-Europese landen het heidense feest van het licht met het christelijke feest van het licht en van de vrede.
De dag waarop sindsdien de christenen van de meeste denominaties wereldwijd de geboorte van Jezus Christus herdenken, 25 december, is echter niet alleen bij de Romeinen en Grieken een afgodisch feest van bijgeloof geweest, maar van oudsher verjoegen ook de Germanen, de Vikingen en de Kelten de boze geesten en vierden rond de 25e december het feest van de terugkeer van het licht, het zogenaamde midwinter- of joelfeest. Doordat keizer Constantijn de geboortedag van Christus op de 25e december vastlegde, versmolt rond het jaar 381 ook in de gekerstende Noord-Europese landen het heidense feest van het licht met het christelijke feest van het licht en van de vrede.
In Bijbels Optiek
Keizer Constantijn de Grote.
Zo maakte de rooms-katholieke kerk op deze manier handig gebruik van de enorme populariteit van het joelfeest om het christendom verder onder de heidenen te verspreiden. Door o.a. Johannes 1:9 aan te halen: "Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld" en deze tekst over de geboorte van Jezus Christus te combineren met Johannes 8:12, waarin Hij zelf zegt: "Ik ben het Licht der wereld" was de link gelegd naar het joelfeest, want ook in dit Germaanse midwinterfeest staat het licht centraal. Dan staat immers de zon op het laagste punt en is de langste nacht overwonnen. Het licht keert weer terug en de dagen zullen weer langer worden. De zon keert zich van de duisternis weer naar het licht en de mensen geven elkaar op die dag cadeautjes, want de zonnegod is geboren!
Ook hebben van oudsher allerlei boomrituelen tijdens het midwinterfeest plaatsgevonden. Zo werd de levensboom met blinkende ballen versierd. Volgens het oude bijgeloof bezaten deze heksenballen namelijk met hun blinkende uitstraling een onheil en heksen afwerende kracht en ook de talrijke boze geesten zouden erdoor gehypnotiseerd raken en dan in de ballen gevangen worden.
Sommige oervolken hingen slingers in de levensboom om de boomgeest mild te stemmen. En zo komen ook de kerstballen en de kerstslingers evenals de kerstboom voort uit bijgeloof en de tradities van het joelfeest!
In de noordpoolgebieden en in Scandinavië vereerde men de tussen hemel en aarde reizende god Odin, die op diverse afbeeldingen in gezelschap van rendieren werd afgebeeld (denk aan de kerstman, zie einde voor verdere informatie). Die kwamen via de rookgaten (schoorstenen) de huizen binnen. Om hen gunstig te stemmen legde men ’s nachts voedsel voor hen neer.
Veel kerstgebruiken komen dus voort uit puur bijgeloof en afgoderij.
Maar door het handhaven van deze oude gebruiken is het niet verwonderlijk dat tot op de dag van vandaag in de Scandinavische landen het kerstfeest nog steeds zijn oorspronkelijke naam draagt: joel! Daar schrijft men het wel als jul, maar alleen in Denemarken spreekt men het uit als joel, terwijl men in Zweden en Noorwegen juul zegt.
In ons land komen nog veel oude boerengebruiken met de rituelen van de oude religie overeen. Al vele eeuwen lang ging het vieren van de zgn. heidense vruchtbaarheidsfeesten gepaard met het opsmukken en vereren van de bomen. Dit gebruik vinden we vandaag de dag niet alleen terug in het versieren van de kerstboom, maar ook de meiboom op het dorpsplein en niet te vergeten de versierde paastakjes.
De boom zorgde als symbool voor de vruchtbaarheid ervoor, dat het vee zich vermenigvuldigde en de vrouwen werden gezegend met kinderen. Het beoefenen van deze boomrituelen wordt in de Bijbel afgekeurd: een gruwel in de ogen des HEREN. In het Oude Testament, waarschuwt de profeet Jeremia voor deze heidense praktijken:
"Zo zegt de Eeuwige God: Gewent u niet aan de weg der volken en schrikt niet voor de tekenen aan de hemel, omdat de volken daarvoor schrikken. Want de handelwijze der volken, die is nietigheid: want als een stuk hout heeft men het uit het woud gehakt, arbeid van werkmanshanden met de bijl, met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt" (Jeremia 10:2-4).
De protestanten hebben deze en andere heidense praktijken, die toen de rooms-katholieke kerk zijn binnengeslopen, ook na de reformatie laten voortbestaan. Niet alleen wat de rituelen en tradities betreft, maar vooral de datum waarop het gevierd wordt. Het joelfeest begon in de nacht van de 24e op de 25e december en duurde twaalf nachten. Tegenwoordig kent men de "kerstkring", die begint met de feestelijke nachtmis op 24 december en eindigt met Driekoningen op 6 januari. Dat dit absoluut niets met de historische gebeurtenis in Betlehem te maken heeft, ligt voor de hand!
Zo maakte de rooms-katholieke kerk op deze manier handig gebruik van de enorme populariteit van het joelfeest om het christendom verder onder de heidenen te verspreiden. Door o.a. Johannes 1:9 aan te halen: "Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld" en deze tekst over de geboorte van Jezus Christus te combineren met Johannes 8:12, waarin Hij zelf zegt: "Ik ben het Licht der wereld" was de link gelegd naar het joelfeest, want ook in dit Germaanse midwinterfeest staat het licht centraal. Dan staat immers de zon op het laagste punt en is de langste nacht overwonnen. Het licht keert weer terug en de dagen zullen weer langer worden. De zon keert zich van de duisternis weer naar het licht en de mensen geven elkaar op die dag cadeautjes, want de zonnegod is geboren!
Ook hebben van oudsher allerlei boomrituelen tijdens het midwinterfeest plaatsgevonden. Zo werd de levensboom met blinkende ballen versierd. Volgens het oude bijgeloof bezaten deze heksenballen namelijk met hun blinkende uitstraling een onheil en heksen afwerende kracht en ook de talrijke boze geesten zouden erdoor gehypnotiseerd raken en dan in de ballen gevangen worden.
Sommige oervolken hingen slingers in de levensboom om de boomgeest mild te stemmen. En zo komen ook de kerstballen en de kerstslingers evenals de kerstboom voort uit bijgeloof en de tradities van het joelfeest!
In de noordpoolgebieden en in Scandinavië vereerde men de tussen hemel en aarde reizende god Odin, die op diverse afbeeldingen in gezelschap van rendieren werd afgebeeld (denk aan de kerstman, zie einde voor verdere informatie). Die kwamen via de rookgaten (schoorstenen) de huizen binnen. Om hen gunstig te stemmen legde men ’s nachts voedsel voor hen neer.
Veel kerstgebruiken komen dus voort uit puur bijgeloof en afgoderij.
Maar door het handhaven van deze oude gebruiken is het niet verwonderlijk dat tot op de dag van vandaag in de Scandinavische landen het kerstfeest nog steeds zijn oorspronkelijke naam draagt: joel! Daar schrijft men het wel als jul, maar alleen in Denemarken spreekt men het uit als joel, terwijl men in Zweden en Noorwegen juul zegt.
In ons land komen nog veel oude boerengebruiken met de rituelen van de oude religie overeen. Al vele eeuwen lang ging het vieren van de zgn. heidense vruchtbaarheidsfeesten gepaard met het opsmukken en vereren van de bomen. Dit gebruik vinden we vandaag de dag niet alleen terug in het versieren van de kerstboom, maar ook de meiboom op het dorpsplein en niet te vergeten de versierde paastakjes.
De boom zorgde als symbool voor de vruchtbaarheid ervoor, dat het vee zich vermenigvuldigde en de vrouwen werden gezegend met kinderen. Het beoefenen van deze boomrituelen wordt in de Bijbel afgekeurd: een gruwel in de ogen des HEREN. In het Oude Testament, waarschuwt de profeet Jeremia voor deze heidense praktijken:
"Zo zegt de Eeuwige God: Gewent u niet aan de weg der volken en schrikt niet voor de tekenen aan de hemel, omdat de volken daarvoor schrikken. Want de handelwijze der volken, die is nietigheid: want als een stuk hout heeft men het uit het woud gehakt, arbeid van werkmanshanden met de bijl, met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt" (Jeremia 10:2-4).
De protestanten hebben deze en andere heidense praktijken, die toen de rooms-katholieke kerk zijn binnengeslopen, ook na de reformatie laten voortbestaan. Niet alleen wat de rituelen en tradities betreft, maar vooral de datum waarop het gevierd wordt. Het joelfeest begon in de nacht van de 24e op de 25e december en duurde twaalf nachten. Tegenwoordig kent men de "kerstkring", die begint met de feestelijke nachtmis op 24 december en eindigt met Driekoningen op 6 januari. Dat dit absoluut niets met de historische gebeurtenis in Betlehem te maken heeft, ligt voor de hand!