In Bijbels Optiek
13. HET HUWELIJKSLEVEN OMGRENSD DOOR GODS GEBODEN EN BELOFTEN.
13.1. Het huwelijk gedevalueerd.
Het huwelijk is dus meer dan ooit in opspraak. Van een echtverbintenis, een echtvereniging als een wettelijk geregelde, formeel bekrachtigde levensgemeenschap tussen een man en een vrouw, voor het leven aangegaan, willen velen dus niet meer weten. Laat staan, dat Gods naam en dienst daarbij genoemd en geroemd worden. De kerk mag er niets mee te maken hebben, en de overheid nauwelijks, of het moest zijn voor financiële bijstand en woonruimte. Het huwelijk en de kerkelijke bevestiging en inzegening ervan wordt als uit de tijd beschouwd, te zeer een cultuurgebonden aangelegenheid ( zie eerder ).
Verwezen wordt naar bijbelse gegevens die andere huwelijksvormen laten zien dan onder ons gebruikelijk en bekend.
13.2. Hoe was dat in Israël?
In Israël zijn er inderdaad verschillende huwelijksvormen geweest. In de geschiedenis van dit volk is polygamie, d.w.z. de huwelijksvorm, waarbij één man tegelijkertijd met meer dan één vrouw getrouwd is, niet onbekend. Vooral bij leidinggevende personen, zoals stamhoofden, richters, koningen tref je dit gegeven aan. Bij de koningen zien we duidelijk de tendens om hun macht en aanzien ten toon te spreiden door steeds meer vrouwen te nemen. Vooral bij koning Salomo was dit het geval. Trouwens bij allerlei vorsten in de omringende landen was dit ook een bekend verschijnsel. Lees het boek Daniël en Esther er maar op na.
In de geschiedenis van de aartsvaders is er de officiële vrouw, de hoofdvrouw met naast haar – in geval van kinderloosheid één of meer slavinnen, door wie de eigenaar vader van de kinderen werd. Het motief van een zekere welstand speelde soms een rol bij het hebben van meer dan één vrouw.
Zowel voor als na de ballingschap was er ook in de wetgeving sprake van polygamie. Zelfs slavinnen kregen in de wetgeving bescherming tegen een kwalijke behandeling van haar meesters.
13.3. Polygamie.
In het Oude Testament horen wij niet altijd openlijk geuite kritiek op deze vormen. Het duidelijkst blijkt dat in de geschiedenis van Salomo. Toch is er die wel, soms bedekt uitgesproken in een enkele mededeling, soms wordt polygamie uitdrukkelijk verboden.
In verschillende verhalen komt namelijk duidelijk uit, hoeveel ellende uit deze polygamie is voortgekomen in de desbetreffende relaties en in de gezinnen. Niet voor niets is het Hebreeuwse woord voor nevenvrouw een zwaar geladen woord, dat veel betekenend ‘vijandin’ betekent. In en Arabisch spreekwoord wordt het als volgt gesteld:’een nevenvrouw is bitter, zelfs wanner zij honing in haar kruik zou hebben’.
13.1. Het huwelijk gedevalueerd.
Het huwelijk is dus meer dan ooit in opspraak. Van een echtverbintenis, een echtvereniging als een wettelijk geregelde, formeel bekrachtigde levensgemeenschap tussen een man en een vrouw, voor het leven aangegaan, willen velen dus niet meer weten. Laat staan, dat Gods naam en dienst daarbij genoemd en geroemd worden. De kerk mag er niets mee te maken hebben, en de overheid nauwelijks, of het moest zijn voor financiële bijstand en woonruimte. Het huwelijk en de kerkelijke bevestiging en inzegening ervan wordt als uit de tijd beschouwd, te zeer een cultuurgebonden aangelegenheid ( zie eerder ).
Verwezen wordt naar bijbelse gegevens die andere huwelijksvormen laten zien dan onder ons gebruikelijk en bekend.
13.2. Hoe was dat in Israël?
In Israël zijn er inderdaad verschillende huwelijksvormen geweest. In de geschiedenis van dit volk is polygamie, d.w.z. de huwelijksvorm, waarbij één man tegelijkertijd met meer dan één vrouw getrouwd is, niet onbekend. Vooral bij leidinggevende personen, zoals stamhoofden, richters, koningen tref je dit gegeven aan. Bij de koningen zien we duidelijk de tendens om hun macht en aanzien ten toon te spreiden door steeds meer vrouwen te nemen. Vooral bij koning Salomo was dit het geval. Trouwens bij allerlei vorsten in de omringende landen was dit ook een bekend verschijnsel. Lees het boek Daniël en Esther er maar op na.
In de geschiedenis van de aartsvaders is er de officiële vrouw, de hoofdvrouw met naast haar – in geval van kinderloosheid één of meer slavinnen, door wie de eigenaar vader van de kinderen werd. Het motief van een zekere welstand speelde soms een rol bij het hebben van meer dan één vrouw.
Zowel voor als na de ballingschap was er ook in de wetgeving sprake van polygamie. Zelfs slavinnen kregen in de wetgeving bescherming tegen een kwalijke behandeling van haar meesters.
13.3. Polygamie.
In het Oude Testament horen wij niet altijd openlijk geuite kritiek op deze vormen. Het duidelijkst blijkt dat in de geschiedenis van Salomo. Toch is er die wel, soms bedekt uitgesproken in een enkele mededeling, soms wordt polygamie uitdrukkelijk verboden.
In verschillende verhalen komt namelijk duidelijk uit, hoeveel ellende uit deze polygamie is voortgekomen in de desbetreffende relaties en in de gezinnen. Niet voor niets is het Hebreeuwse woord voor nevenvrouw een zwaar geladen woord, dat veel betekenend ‘vijandin’ betekent. In en Arabisch spreekwoord wordt het als volgt gesteld:’een nevenvrouw is bitter, zelfs wanner zij honing in haar kruik zou hebben’.
In Bijbels Optiek
Onze wetgeving staat een huwelijk van een man met meer dan één vrouw niet toe, het is zelfs strafbaar.
In de wetgeving komen wij allerhande bepalingen tegen die dienen om de ellende die uit dergelijke verbintenissen zou kunnen voortkomen tot een minimum te beperken. Opvallend is dat de zwakke partij duidelijk in bescherming werd genomen tegenover de sterke.
13.4. In het boek Deuteronomium.
Het boek Deuteronomium geeft openlijk kritiek op de neiging en praktijk van de koning die er als een soort sultan een harem op na wenste te houden. In Deut. 17: 14vv worden hem met nadruk drie zaken verboden: 1. een groot leger, 2. overmatige rijkdom, en 3. een harem.
Het behoeft geen betoog, dat de mededelingen in 1 Kon. 11 over de vele vrouwen van Salomo die oorzaak waren van zijn zonde, onverholen kritiek is op polygamie. Aanvankelijk is deze huwelijksvorm geduld met meer of minder enthousiasme van de kant van de vereerders van bijv. de koning, maar in het Oude Testament wordt de tegenstem duidelijk gehoord. Hoe kan het ook anders, daar het “van den beginne” ( Gen. 1 en 2 ) zo niet is geweest!
God schiep de mens als man en vrouw. Hij stelde zelf, dat er tussen hen een verbond is voor het leven. Een verbond, waarin zij op elkaar aangesloten zijn, elkaar tot hulp mogen zijn. Zij mogen elkaar dienen en verrijken. Zowel naar oorsprong en naar doel vormen man en vrouw een eenheid. Aangezien er in Genesis sprake is van één man en één vrouw hebben we duidelijk de monogamie als bedoeling van God voor ogen gekregen. Hij wil deze huwelijksvorm, waarin deze twee man en vrouw elkaar geheel en uitsluitend zullen toebehoren.
13.5. Tot één vlees zijn.
In de uitdrukking “en zij zullen tot één vlees zijn”, gaat het niet primair om de seksualiteit, om de voortplanting. Dat is niet het voornaamste doel van het huwelijk. Als het daarom in de eerste plaats zou gaan, zou een huwelijk zonder kind(eren) doelloos zijn. En dat is allerminst het geval. In dit bijbelse gegeven gaat het om de totale levensgemeenschap van man en vrouw. Zo heeft de Here Jezus Christus het ook gesteld tegenover alle verwording en bepaalde praktijken in Zijn dagen. Hij maakte Gods bedoeling met het huwelijk vanaf de schepping opnieuw duidelijk: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn” ( Matth. 19 ).
Binnen de totale gemeenschap van man en vrouw heeft de seksualiteit als scheppingsgave van God haar plaats gekregen. Zo wordt het zowel in het Oude als het Nieuwe Testament gezien en beleden tegenover de misvatting van het heidendom, waarin de seks vergoddelijkt werd.
In de wetgeving komen wij allerhande bepalingen tegen die dienen om de ellende die uit dergelijke verbintenissen zou kunnen voortkomen tot een minimum te beperken. Opvallend is dat de zwakke partij duidelijk in bescherming werd genomen tegenover de sterke.
13.4. In het boek Deuteronomium.
Het boek Deuteronomium geeft openlijk kritiek op de neiging en praktijk van de koning die er als een soort sultan een harem op na wenste te houden. In Deut. 17: 14vv worden hem met nadruk drie zaken verboden: 1. een groot leger, 2. overmatige rijkdom, en 3. een harem.
Het behoeft geen betoog, dat de mededelingen in 1 Kon. 11 over de vele vrouwen van Salomo die oorzaak waren van zijn zonde, onverholen kritiek is op polygamie. Aanvankelijk is deze huwelijksvorm geduld met meer of minder enthousiasme van de kant van de vereerders van bijv. de koning, maar in het Oude Testament wordt de tegenstem duidelijk gehoord. Hoe kan het ook anders, daar het “van den beginne” ( Gen. 1 en 2 ) zo niet is geweest!
God schiep de mens als man en vrouw. Hij stelde zelf, dat er tussen hen een verbond is voor het leven. Een verbond, waarin zij op elkaar aangesloten zijn, elkaar tot hulp mogen zijn. Zij mogen elkaar dienen en verrijken. Zowel naar oorsprong en naar doel vormen man en vrouw een eenheid. Aangezien er in Genesis sprake is van één man en één vrouw hebben we duidelijk de monogamie als bedoeling van God voor ogen gekregen. Hij wil deze huwelijksvorm, waarin deze twee man en vrouw elkaar geheel en uitsluitend zullen toebehoren.
13.5. Tot één vlees zijn.
In de uitdrukking “en zij zullen tot één vlees zijn”, gaat het niet primair om de seksualiteit, om de voortplanting. Dat is niet het voornaamste doel van het huwelijk. Als het daarom in de eerste plaats zou gaan, zou een huwelijk zonder kind(eren) doelloos zijn. En dat is allerminst het geval. In dit bijbelse gegeven gaat het om de totale levensgemeenschap van man en vrouw. Zo heeft de Here Jezus Christus het ook gesteld tegenover alle verwording en bepaalde praktijken in Zijn dagen. Hij maakte Gods bedoeling met het huwelijk vanaf de schepping opnieuw duidelijk: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn” ( Matth. 19 ).
Binnen de totale gemeenschap van man en vrouw heeft de seksualiteit als scheppingsgave van God haar plaats gekregen. Zo wordt het zowel in het Oude als het Nieuwe Testament gezien en beleden tegenover de misvatting van het heidendom, waarin de seks vergoddelijkt werd.
In Bijbels Optiek
De ‘wereldreligie’ van Babel was gebaseerd op de verering van Inanna/Ishtar (Asjera of Astarte genaamd bij de Kanaänieten - denk aan de Asjerapalen in Israël) - godin van de liefde, oorlog en (tempel)seks, met o.a. Godsmoeder en Hemelkoningin als titel, tegenwoordig ook wel Moeder natuur genaamd. In Openbaringen geeft Johannes haar een andere titel: ‘de hoer van Babylon’. Volgens overleveringen was deze ‘godin’ oorspronkelijk de moeder van Nimrod, die hij tot zijn vrouw had genomen.
In de verering van Babel en Astarte in de Griekse en Romeinse cultuur is afgoderij en hoererij, met alle daarbij komende uitspattingen een berucht feit. God wil echter, dat wij met deze gave nooit eigenmachtig handelen en ten koste van de naaste bezig zijn. Het huwelijksleven blijkt begrensd door Gods heilzame geboden en beloften.
13.6. Geen experiment.
In de bijbel wordt duidelijk gemaakt, dat het seksuele contact een levensverbindende handeling is. De apostel Paulus schrijft in 1 Cor. 6 en 7, dat de seksuele gemeenschap het huwelijksverbond bezegelt. De wettige plaats van het seksuele contact is gegeven binnen het huwelijk.
In onze tijd en met de huidige mentaliteit wordt voorechtelijk geslachtsverkeer als gewoon beschouwd. Zelfs gepropageerd als een serieus experiment om elkaar beter te leren kennen. Een dergelijke opvatting en praktijk zijn echter in strijd met de gegevens van de bijbel ( de Schriften ). Dit experiment is immers het wezen van het huwelijk als trouwverbond voor het leven en is met de overgave en liefde, met het wederzijdse respect voor elkaar flagrant in strijd.
Wanneer de seksualiteit wordt losgemaakt van de kaders, waarin God de Schepper die gaf, treedt vervreemding en verwording in. Waar de zogenaamde vrijheid die men zich veroorlooft, op uit loopt, is in onze samenleving aan de brokken te zien in de schending van de relaties, van het leven van klein en groot. Gods goede gaven worden misbruikt ten eigen bate. Waar dat naar toe gaat, maakt bijv. het boek Spreuken ons duidelijk.
Tegen deze valse vrijheid, tegen misbruik waarschuwt, zowel het Oude als het Nieuwe Testament, de christelijke gemeente nadrukkelijk. Daarbij ook waarschuwingen tegen de onderschatting van de seksualiteit, waardoor in de loop van de geschiedenis heel wat problemen zijn opgeroepen, die evenzeer in strijd zijn met Gods bedoelingen en met de levensheiliging en zorg voor elkaar.
Door Jezus Christus worden wij opgeroepen om naar Gods gebod en belofte in liefde elkaar te dienen en te helpen in de dingen die tot het tijdelijke en die tot het eeuwige leven behoren!
Dat kan, als wij geleid worden door de Geest van Christus, die Zichzelf voor Zijn bruid, de gemeente, heeft overgegeven in de dood. Vanuit Zijn liefde voor de zijnen mag onze liefde voor elkaar in praktijk gebracht worden.
In de verering van Babel en Astarte in de Griekse en Romeinse cultuur is afgoderij en hoererij, met alle daarbij komende uitspattingen een berucht feit. God wil echter, dat wij met deze gave nooit eigenmachtig handelen en ten koste van de naaste bezig zijn. Het huwelijksleven blijkt begrensd door Gods heilzame geboden en beloften.
13.6. Geen experiment.
In de bijbel wordt duidelijk gemaakt, dat het seksuele contact een levensverbindende handeling is. De apostel Paulus schrijft in 1 Cor. 6 en 7, dat de seksuele gemeenschap het huwelijksverbond bezegelt. De wettige plaats van het seksuele contact is gegeven binnen het huwelijk.
In onze tijd en met de huidige mentaliteit wordt voorechtelijk geslachtsverkeer als gewoon beschouwd. Zelfs gepropageerd als een serieus experiment om elkaar beter te leren kennen. Een dergelijke opvatting en praktijk zijn echter in strijd met de gegevens van de bijbel ( de Schriften ). Dit experiment is immers het wezen van het huwelijk als trouwverbond voor het leven en is met de overgave en liefde, met het wederzijdse respect voor elkaar flagrant in strijd.
Wanneer de seksualiteit wordt losgemaakt van de kaders, waarin God de Schepper die gaf, treedt vervreemding en verwording in. Waar de zogenaamde vrijheid die men zich veroorlooft, op uit loopt, is in onze samenleving aan de brokken te zien in de schending van de relaties, van het leven van klein en groot. Gods goede gaven worden misbruikt ten eigen bate. Waar dat naar toe gaat, maakt bijv. het boek Spreuken ons duidelijk.
Tegen deze valse vrijheid, tegen misbruik waarschuwt, zowel het Oude als het Nieuwe Testament, de christelijke gemeente nadrukkelijk. Daarbij ook waarschuwingen tegen de onderschatting van de seksualiteit, waardoor in de loop van de geschiedenis heel wat problemen zijn opgeroepen, die evenzeer in strijd zijn met Gods bedoelingen en met de levensheiliging en zorg voor elkaar.
Door Jezus Christus worden wij opgeroepen om naar Gods gebod en belofte in liefde elkaar te dienen en te helpen in de dingen die tot het tijdelijke en die tot het eeuwige leven behoren!
Dat kan, als wij geleid worden door de Geest van Christus, die Zichzelf voor Zijn bruid, de gemeente, heeft overgegeven in de dood. Vanuit Zijn liefde voor de zijnen mag onze liefde voor elkaar in praktijk gebracht worden.