In Bijbels Optiek
Openbaring 21 en 22.
Lees de tekst uit Efez.1:8b-10, waar staat: “Hij heeft ons in al Zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: Zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en Zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus”.
Introductie op Openb.21 + 22.
- Openb.21:1-8 is het slot van het vijfde chronologische deel dat in 19:11 begonnen is.
- Openb.21:9-22:5 is het vijfde en laatste interval in het boek Openbaring.
- Openb.22:6-21 is het grote slotwoord van het boek Openbaring.
Er is een heel duidelijk verschil tussen Openb.21:1-8 en 21:9-22:5, hoewel deze twee gedeelten sterk de indruk wekken één geheel te vormen. Nu horen deze twee gedeelten heel sterk bij elkaar maar toch is er een zeer opmerkelijk verschil, want Johannes zag deze twee gedeelten in twee verschillende visioenen; maar er kan verwarring ontstaan doordat beide visioenen met een gelijkwaardige openbaring over het Nieuwe Jeruzalem beginnen.
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer.
Openb.21:1-2 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Openb.21:9-11 Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam. Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis.
Er is hier sprake van twee visioenen binnen één en hetzelfde hoofdstuk van het Bijbelboek Openbaring, en beide visioenen tonen ons de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalt als een mooi versierde Bruid. Maar uit de context van beide tekstgedeelten blijkt dat het hier over twee verschillende momenten gaat waarop het nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdaalt.
Het eerste visioen van Openb.21:1-8.
Openb.21:1-2 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Openb.21:1 maakt duidelijk dat dit visioen gaat over het nieuwe Jeruzalem dat vanuit de hemel op de aarde neerdaalt nádat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen zijn; d.w.z. dat het duizendjarige vrederijk of het millennium op dit moment afgelopen is. Dit eerste visioen toont ons de situatie van het koninkrijk van God in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zoals het voor eeuwig zal zijn. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw en geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij (21:4). Alle mensen die in lafheid hebben deelgenomen aan het systeem van de antichrist en zich schuldig hebben gemaakt aan de vier gruwelijke zonden van de eindtijd - dat zijn moord, ontucht, toverij en afgoderij (9:21) - hebben het eeuwige oordeel in de poel van vuur ontvangen (21:8). Maar dit oordeel heeft plaatsgevonden nadat het millennium al afgelopen is, namelijk in 20:11-15, en het millennium is al in 20:6-7 voltooid. Dit oordeel is de tweede dood (20:14); dit is een eeuwige geestelijke dood, terwijl de eerste dood de natuurlijke dood is die in het millennium nog aanwezig zal zijn (Jes.65:20), want de mensen op de aarde worden dan nog steeds oud (Zach.8:4). Dit eerste visioen toont ons de eeuwige situatie van het nieuwe Jeruzalem.
Het tweede visioen van Openb.21:9-22:5.
Openb.21:9-11 Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam. Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis.
Openb.21:1-2 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Openb.21:9-11 Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam. Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis.
Er is hier sprake van twee visioenen binnen één en hetzelfde hoofdstuk van het Bijbelboek Openbaring, en beide visioenen tonen ons de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalt als een mooi versierde Bruid. Maar uit de context van beide tekstgedeelten blijkt dat het hier over twee verschillende momenten gaat waarop het nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdaalt.
Het eerste visioen van Openb.21:1-8.
Openb.21:1-2 Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Openb.21:1 maakt duidelijk dat dit visioen gaat over het nieuwe Jeruzalem dat vanuit de hemel op de aarde neerdaalt nádat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen zijn; d.w.z. dat het duizendjarige vrederijk of het millennium op dit moment afgelopen is. Dit eerste visioen toont ons de situatie van het koninkrijk van God in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zoals het voor eeuwig zal zijn. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw en geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij (21:4). Alle mensen die in lafheid hebben deelgenomen aan het systeem van de antichrist en zich schuldig hebben gemaakt aan de vier gruwelijke zonden van de eindtijd - dat zijn moord, ontucht, toverij en afgoderij (9:21) - hebben het eeuwige oordeel in de poel van vuur ontvangen (21:8). Maar dit oordeel heeft plaatsgevonden nadat het millennium al afgelopen is, namelijk in 20:11-15, en het millennium is al in 20:6-7 voltooid. Dit oordeel is de tweede dood (20:14); dit is een eeuwige geestelijke dood, terwijl de eerste dood de natuurlijke dood is die in het millennium nog aanwezig zal zijn (Jes.65:20), want de mensen op de aarde worden dan nog steeds oud (Zach.8:4). Dit eerste visioen toont ons de eeuwige situatie van het nieuwe Jeruzalem.
Het tweede visioen van Openb.21:9-22:5.
Openb.21:9-11 Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam. Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis.
Jezus zegt tegen Johannes: Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het Lam. Vervolgens schrijft Johannes: Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de heilige stad Jeruzalem zien die uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis. Dit is de typering van de Gemeente van Jezus Christus.
Dit tweede visioen gaat ook over het nieuwe Jeruzalem dat als een versierde Bruid uit de hemel neerdaalt, maar dit spreekt over het nieuwe Jeruzalem in relatie tot het millennium; want in 21:27 wordt er nog gesproken over de aanwezigheid van mensen die zondigen, waardoor zij niet het recht hebben om het nieuwe Jeruzalem binnen te gaan. Deze zondaars zijn in dit visioen echter nog niet veroordeeld met het eeuwige oordeel in de poel van vuur, want zij hebben nog steeds de mogelijkheid om zich bezig te houden met verwerpelijke en gruwelijke dingen en leugens; hetzelfde lezen we in 22:15. Het eeuwige oordeel is op dit moment nog niet geweest, waardoor blijkt dat dit tweede visioen zich afspeelt in de tijd van het millennium. Het lastige en verwarrende is echter dat deze twee visioenen in één en hetzelfde hoofdstuk staan geschreven, maar deze indeling in hoofdstukken komt niet van Johannes af; dat hebben latere gelovigen gedaan zonder rekening te houden met de lijn van chronologie en de lijn van intervals.
Het eerste visioen spreek dus over het nieuwe Jeruzalem in de eeuwigheid, en het tweede visioen spreekt over het nieuwe Jeruzalem in het millennium; maar in beide gevallen speelt het nieuwe Jeruzalem dezelfde belangrijke rol die de stad van God ontvangen heeft. De functie van het nieuwe Jeruzalem is om de bovennatuurlijke wereld - dat is de hemel - in verbinding te brengen met de natuurlijke wereld, en dat is de aarde. Het is Gods bedoeling dat het nieuwe Jeruzalem deze verbindende rol zowel in het duizendjarige millennium als in de oneindige eeuwigheid zal vervullen. Het nieuwe Jeruzalem staat daarmee centraal in het grote mysterie van God zoals Paulus dat in Efez.1:8-10 onder woorden heeft gebracht; en daarom worden de laatste twee hoofdstukken van het boek Openbaring voor het grootste deel in beslag genomen door de onthulling van het nieuwe Jeruzalem.
Het koninkrijk van God op de aarde.
Ef.1:8b-10 Hij heeft ons in al Zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: Zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en Zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.
De kern van het eeuwige mysterie van God is Zijn plan om Jezus naar de aarde te laten terugkeren om daar Zijn Koninklijke heerschappij over de hele aarde te vestigen door het verbinden van de hemelse realiteit met de aardse realiteit tot één geheel. De hemel is de bovennatuurlijke realiteit waar de manifeste tegenwoordigheid van God volledig openbaar is voor alle aanwezigen. De hemel is ook de plaats waar sinds de hemelvaart van Jezus Christus alle gestorven gelovigen in de geest naar toe zijn gegaan als hun tijdelijke woonplaats zonder een opstandingslichaam te hebben. De aarde spreekt van de natuurlijke realiteit als de plaats waar natuurlijke processen in werking zijn, als de plaats waar menselijk intellect en emoties en lichamelijke ervaringen tot expressie komen. Daarom is er een opstandingslichaam nodig om de door God bedoelde volheid van menselijke ervaringen op de nieuwe aarde te kunnen ondergaan.
De aarde, het land Israël en de stad Jeruzalem zullen voor altijd blijven bestaan (1 Kron.23:25, 28:8, Ps.37:29, 78:69, 104:5, 105:10-11, 125:1-2, Jes.60:21, Ezech.37:25, Joël 4:20), maar na het millennium zal de aarde evenals de hemel volledig vernieuwd worden (Jes.65:17, 66:22, 2Petr.3:13, Openb.21:1). Maar zelfs daarvoor zal het aanbreken van het millennium al een proces van enorme vernieuwing zijn zoals de Heer dat beschreven heeft in Matth.19:28.
Dit tweede visioen gaat ook over het nieuwe Jeruzalem dat als een versierde Bruid uit de hemel neerdaalt, maar dit spreekt over het nieuwe Jeruzalem in relatie tot het millennium; want in 21:27 wordt er nog gesproken over de aanwezigheid van mensen die zondigen, waardoor zij niet het recht hebben om het nieuwe Jeruzalem binnen te gaan. Deze zondaars zijn in dit visioen echter nog niet veroordeeld met het eeuwige oordeel in de poel van vuur, want zij hebben nog steeds de mogelijkheid om zich bezig te houden met verwerpelijke en gruwelijke dingen en leugens; hetzelfde lezen we in 22:15. Het eeuwige oordeel is op dit moment nog niet geweest, waardoor blijkt dat dit tweede visioen zich afspeelt in de tijd van het millennium. Het lastige en verwarrende is echter dat deze twee visioenen in één en hetzelfde hoofdstuk staan geschreven, maar deze indeling in hoofdstukken komt niet van Johannes af; dat hebben latere gelovigen gedaan zonder rekening te houden met de lijn van chronologie en de lijn van intervals.
Het eerste visioen spreek dus over het nieuwe Jeruzalem in de eeuwigheid, en het tweede visioen spreekt over het nieuwe Jeruzalem in het millennium; maar in beide gevallen speelt het nieuwe Jeruzalem dezelfde belangrijke rol die de stad van God ontvangen heeft. De functie van het nieuwe Jeruzalem is om de bovennatuurlijke wereld - dat is de hemel - in verbinding te brengen met de natuurlijke wereld, en dat is de aarde. Het is Gods bedoeling dat het nieuwe Jeruzalem deze verbindende rol zowel in het duizendjarige millennium als in de oneindige eeuwigheid zal vervullen. Het nieuwe Jeruzalem staat daarmee centraal in het grote mysterie van God zoals Paulus dat in Efez.1:8-10 onder woorden heeft gebracht; en daarom worden de laatste twee hoofdstukken van het boek Openbaring voor het grootste deel in beslag genomen door de onthulling van het nieuwe Jeruzalem.
Het koninkrijk van God op de aarde.
Ef.1:8b-10 Hij heeft ons in al Zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: Zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en Zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.
De kern van het eeuwige mysterie van God is Zijn plan om Jezus naar de aarde te laten terugkeren om daar Zijn Koninklijke heerschappij over de hele aarde te vestigen door het verbinden van de hemelse realiteit met de aardse realiteit tot één geheel. De hemel is de bovennatuurlijke realiteit waar de manifeste tegenwoordigheid van God volledig openbaar is voor alle aanwezigen. De hemel is ook de plaats waar sinds de hemelvaart van Jezus Christus alle gestorven gelovigen in de geest naar toe zijn gegaan als hun tijdelijke woonplaats zonder een opstandingslichaam te hebben. De aarde spreekt van de natuurlijke realiteit als de plaats waar natuurlijke processen in werking zijn, als de plaats waar menselijk intellect en emoties en lichamelijke ervaringen tot expressie komen. Daarom is er een opstandingslichaam nodig om de door God bedoelde volheid van menselijke ervaringen op de nieuwe aarde te kunnen ondergaan.
De aarde, het land Israël en de stad Jeruzalem zullen voor altijd blijven bestaan (1 Kron.23:25, 28:8, Ps.37:29, 78:69, 104:5, 105:10-11, 125:1-2, Jes.60:21, Ezech.37:25, Joël 4:20), maar na het millennium zal de aarde evenals de hemel volledig vernieuwd worden (Jes.65:17, 66:22, 2Petr.3:13, Openb.21:1). Maar zelfs daarvoor zal het aanbreken van het millennium al een proces van enorme vernieuwing zijn zoals de Heer dat beschreven heeft in Matth.19:28.
Het is altijd Gods bedoeling geweest om samen te zijn met Israël Zijn volk op de aarde, waar Hij in volle eenheid met mensen wil samenwonen om een intense eeuwige relatie te onderhouden.
Het is altijd Gods bedoeling geweest om samen te zijn met Zijn volk op de aarde, waar Hij in volle eenheid met mensen wil samenwonen om een intense eeuwige relatie te onderhouden. Dit is het grootste mysterie maar toch de ultieme realiteit die God besloten heeft om door Jezus Christus tot verwezenlijking te brengen. Het dilemma is dat God Zijn schitterend mooie heiligheid geen geweld kan aandoen en tegelijkertijd ook de vrije wil van mensen geen geweld wil aandoen. Daarom heeft de Vader voorzien in een overweldigend verlossingsplan waardoor een zuivere en heilige context is geschapen, zodat God van oog tot oog te midden van mensen kan wonen.
Openb.21:3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
2 Cor.6:16b …… zoals God heeft gezegd: Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, Ik zal hun God zijn en zij Mijn volk.
Jezus heeft het glorieuze mandaat van God de Vader ontvangen om in het koninkrijk van het millennium de aarde voor te bereiden op de komst van de Vader door alle volken en naties tot volwassenheid te brengen (1 Cor.15:24-28). Jezus zal over de aarde regeren terwijl alle natuurlijke en menselijke processen gewoon doorgaan, maar wel krachtig beïnvloed worden door de bovennatuurlijke dimensie van de Geest. Bepaalde aspecten hiervan zien wij al in het leven van Jezus na Zijn opstanding uit de dood terwijl Hij nog op de aarde is (Joh.20-21, Hand.1). Onder invloed van de Griekse denkwereld zijn wij geneigd om Jezus als de Zoon van God te zien in de bovennatuurlijke omstandigheden van de hemel, maar de Hebreeuwse denkwereld richt zich vooral op de Messiaanse Koning in de natuurlijke condities van de aarde, waarbij Jezus vooral de Zoon van David is. De werkelijkheid is dat beide condities met elkaar verenigd zullen worden in de God-Mens Jezus Christus die Koning zal zijn over zowel de hemel als de aarde (Efez.1:8-10).
De hemel en de aarde.
De aarde in vier perioden.
- De aarde wordt in de Bijbel omschreven als een planeet in vier verschillende tijdsperioden. In de eerste plaats spreekt de Bijbel over de oorspronkelijke aarde die door God omschreven werd als zeer goed (Gen.1:31): dat was de aarde vóór de zondeval van Adam en Eva.
- In de tweede plaats spreekt de Bijbel over de tegenwoordige aarde die onder de vloek van de zonde ligt (Gen.3:16-19, Rom.8:20-22).
- In de derde plaats spreekt de Bijbel over de aarde in de periode van het millennium, wanneer substantiële gerechtigheid en recht gevestigd zal worden door de tweede komst van Jezus (Jes.2:2-4, 9:5-6, 11:6-10, 65:20-25).
- In de vierde plaats spreekt de Bijbel over de nieuwe aarde waarop volmaakte gerechtigheid gevestigd zal worden nadat de bedoeling van het millennium is voltooid (2Petr.3:13). Dit is de tijd waarin God de Vader Zelf te midden van Zijn volk op de aarde zal wonen (Openb.21:1-3).
Het is altijd Gods bedoeling geweest om samen te zijn met Zijn volk op de aarde, waar Hij in volle eenheid met mensen wil samenwonen om een intense eeuwige relatie te onderhouden. Dit is het grootste mysterie maar toch de ultieme realiteit die God besloten heeft om door Jezus Christus tot verwezenlijking te brengen. Het dilemma is dat God Zijn schitterend mooie heiligheid geen geweld kan aandoen en tegelijkertijd ook de vrije wil van mensen geen geweld wil aandoen. Daarom heeft de Vader voorzien in een overweldigend verlossingsplan waardoor een zuivere en heilige context is geschapen, zodat God van oog tot oog te midden van mensen kan wonen.
Openb.21:3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
2 Cor.6:16b …… zoals God heeft gezegd: Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, Ik zal hun God zijn en zij Mijn volk.
Jezus heeft het glorieuze mandaat van God de Vader ontvangen om in het koninkrijk van het millennium de aarde voor te bereiden op de komst van de Vader door alle volken en naties tot volwassenheid te brengen (1 Cor.15:24-28). Jezus zal over de aarde regeren terwijl alle natuurlijke en menselijke processen gewoon doorgaan, maar wel krachtig beïnvloed worden door de bovennatuurlijke dimensie van de Geest. Bepaalde aspecten hiervan zien wij al in het leven van Jezus na Zijn opstanding uit de dood terwijl Hij nog op de aarde is (Joh.20-21, Hand.1). Onder invloed van de Griekse denkwereld zijn wij geneigd om Jezus als de Zoon van God te zien in de bovennatuurlijke omstandigheden van de hemel, maar de Hebreeuwse denkwereld richt zich vooral op de Messiaanse Koning in de natuurlijke condities van de aarde, waarbij Jezus vooral de Zoon van David is. De werkelijkheid is dat beide condities met elkaar verenigd zullen worden in de God-Mens Jezus Christus die Koning zal zijn over zowel de hemel als de aarde (Efez.1:8-10).
De hemel en de aarde.
De aarde in vier perioden.
- De aarde wordt in de Bijbel omschreven als een planeet in vier verschillende tijdsperioden. In de eerste plaats spreekt de Bijbel over de oorspronkelijke aarde die door God omschreven werd als zeer goed (Gen.1:31): dat was de aarde vóór de zondeval van Adam en Eva.
- In de tweede plaats spreekt de Bijbel over de tegenwoordige aarde die onder de vloek van de zonde ligt (Gen.3:16-19, Rom.8:20-22).
- In de derde plaats spreekt de Bijbel over de aarde in de periode van het millennium, wanneer substantiële gerechtigheid en recht gevestigd zal worden door de tweede komst van Jezus (Jes.2:2-4, 9:5-6, 11:6-10, 65:20-25).
- In de vierde plaats spreekt de Bijbel over de nieuwe aarde waarop volmaakte gerechtigheid gevestigd zal worden nadat de bedoeling van het millennium is voltooid (2Petr.3:13). Dit is de tijd waarin God de Vader Zelf te midden van Zijn volk op de aarde zal wonen (Openb.21:1-3).
De Bijbel spreekt over de nieuwe aarde waarop volmaakte gerechtigheid gevestigd zal worden nadat de bedoeling van het millennium is voltooid. Dit is de tijd waarin God de Vader Zelf te midden van Zijn volk op de aarde zal wonen.
De hemel in vier realiteiten.
De hemel wordt in de Bijbel omschreven in vier verschillende realiteiten.
- In de eerste plaats verwijst de hemel naar de atmosfeer boven de aarde.
- In de tweede plaats verwijst de hemel ofwel de hemelse gebieden naar de plaats van waaruit demonische machten heersen over de mensheid (Ef.2:2, 6:12).
- In de derde plaats is de hemel de troonzaal van God waar op dit moment engelen en gelovigen zonder een lichaam wonen (2 Cor.12:2), hierbij kunnen we spreken van de tegenwoordige hemel.
- In de vierde plaats verwijst de hemel naar het nieuwe Jeruzalem ofwel de hemel op aarde, dat is de plaats waar wij onze hemelse beloning zullen ontvangen (Matth.6:20, 19:21, Marc.10:21, Luc.12:21+33, 18:22). Het nieuwe Jeruzalem daalt vanuit de hemel neer tot vlak boven de aarde in twee verschillende fases. In de eerste fase is de invloed van het nieuwe Jeruzalem ten dele maar wel zeer groot na de tweede komst van Jezus (Openb.21:10). In de tweede fase daalt het nieuwe Jeruzalem vanuit de hemel op de nieuwe aarde neer en is de invloed volledig en eeuwig (Openb.21:2).
Vijf verschillen tussen het nieuwe Jeruzalem in het millennium en in de eeuwigheid.
1) De koningen van de aarde komen in het nieuwe Jeruzalem tijdens het millennium om daar de rijkdom en de glorie van hun natie aan Koning Jezus aan te bieden (21:24).
2) De bladeren van de levensboom in het millennium zijn tot genezing van de volken (22:2), wat betekent dat er nog sprake is van ziekte in het millennium.
3) De poorten van het nieuwe Jeruzalem in het millennium worden bewaakt door engelen om te voorkomen dat zondaars de stad binnengaan (21:12+27, 22:14-15).
4) In het millennium geeft het nieuwe Jeruzalem licht aan de volken (21:24), maar toch zijn er volken die aan het eind van het millennium weer in opstand komen tegen de heerschappij van Koning Jezus (20:7-9).
5) In het millennium is er volgens Jes.65:20 nog sprake van het feit dat de mensen op de aarde sterven, want de mensen op aarde zijn nog steeds onderworpen aan het proces van het ouder worden (Zach.8:4). Maar op de nieuwe aarde zal geen dood meer zijn (21:4).
De volheid van God.
God heeft doelbewust het universum in twee verschillende realiteiten geschapen, en het is de wil van God dat de geestelijke en de natuurlijke realiteit met elkaar verbonden worden om een volledige expressie van Gods persoonlijkheid en Zijn doelstellingen te geven. En deze volheid van God wordt zichtbaar door de persoon van Jezus (Joh.1:16, Efeze 1:22-23, 3:19, 4:13, Col.1:19-20, 2:9-10). De hemel spreekt van de bovennatuurlijke of geestelijke realiteit van Gods manifeste tegenwoordigheid, en de aarde spreekt van de natuurlijke of materiële realiteit. In het millennium en op de nieuwe aarde zullen wij in een zeer concrete, natuurlijke realiteit leven die gevuld is met bovennatuurlijke schoonheid, terwijl wij vervuld zijn met de Heilige Geest.
De optelsom van het geestelijke en het natuurlijke.
Col.3:1-4 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met Hem, in luister verschijnen.
2Petr.3:13-14 Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door Hem te worden aangetroffen.
De hemel in vier realiteiten.
De hemel wordt in de Bijbel omschreven in vier verschillende realiteiten.
- In de eerste plaats verwijst de hemel naar de atmosfeer boven de aarde.
- In de tweede plaats verwijst de hemel ofwel de hemelse gebieden naar de plaats van waaruit demonische machten heersen over de mensheid (Ef.2:2, 6:12).
- In de derde plaats is de hemel de troonzaal van God waar op dit moment engelen en gelovigen zonder een lichaam wonen (2 Cor.12:2), hierbij kunnen we spreken van de tegenwoordige hemel.
- In de vierde plaats verwijst de hemel naar het nieuwe Jeruzalem ofwel de hemel op aarde, dat is de plaats waar wij onze hemelse beloning zullen ontvangen (Matth.6:20, 19:21, Marc.10:21, Luc.12:21+33, 18:22). Het nieuwe Jeruzalem daalt vanuit de hemel neer tot vlak boven de aarde in twee verschillende fases. In de eerste fase is de invloed van het nieuwe Jeruzalem ten dele maar wel zeer groot na de tweede komst van Jezus (Openb.21:10). In de tweede fase daalt het nieuwe Jeruzalem vanuit de hemel op de nieuwe aarde neer en is de invloed volledig en eeuwig (Openb.21:2).
Vijf verschillen tussen het nieuwe Jeruzalem in het millennium en in de eeuwigheid.
1) De koningen van de aarde komen in het nieuwe Jeruzalem tijdens het millennium om daar de rijkdom en de glorie van hun natie aan Koning Jezus aan te bieden (21:24).
2) De bladeren van de levensboom in het millennium zijn tot genezing van de volken (22:2), wat betekent dat er nog sprake is van ziekte in het millennium.
3) De poorten van het nieuwe Jeruzalem in het millennium worden bewaakt door engelen om te voorkomen dat zondaars de stad binnengaan (21:12+27, 22:14-15).
4) In het millennium geeft het nieuwe Jeruzalem licht aan de volken (21:24), maar toch zijn er volken die aan het eind van het millennium weer in opstand komen tegen de heerschappij van Koning Jezus (20:7-9).
5) In het millennium is er volgens Jes.65:20 nog sprake van het feit dat de mensen op de aarde sterven, want de mensen op aarde zijn nog steeds onderworpen aan het proces van het ouder worden (Zach.8:4). Maar op de nieuwe aarde zal geen dood meer zijn (21:4).
De volheid van God.
God heeft doelbewust het universum in twee verschillende realiteiten geschapen, en het is de wil van God dat de geestelijke en de natuurlijke realiteit met elkaar verbonden worden om een volledige expressie van Gods persoonlijkheid en Zijn doelstellingen te geven. En deze volheid van God wordt zichtbaar door de persoon van Jezus (Joh.1:16, Efeze 1:22-23, 3:19, 4:13, Col.1:19-20, 2:9-10). De hemel spreekt van de bovennatuurlijke of geestelijke realiteit van Gods manifeste tegenwoordigheid, en de aarde spreekt van de natuurlijke of materiële realiteit. In het millennium en op de nieuwe aarde zullen wij in een zeer concrete, natuurlijke realiteit leven die gevuld is met bovennatuurlijke schoonheid, terwijl wij vervuld zijn met de Heilige Geest.
De optelsom van het geestelijke en het natuurlijke.
Col.3:1-4 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met Hem, in luister verschijnen.
2Petr.3:13-14 Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door Hem te worden aangetroffen.
Wij krijgen de beste indruk van de hemel, wanneer wij naar de tegenwoordige aarde kijken door de lens van Gen.1-2. God schiep de oorspronkelijke aarde met hetzelfde motief als waarmee Hij de nieuwe aarde zal scheppen, namelijk ten behoeve van ons.
Wat God deed in de schepping van Gen.1-2 is een beeld van wat Hij als goed, verstandig en lieflijk voor ons vindt wanneer er geen sprake is van zonde. Wij krijgen de beste indruk van de hemel, wanneer wij naar de tegenwoordige aarde kijken door de lens van Gen.1-2. God schiep de oorspronkelijke aarde met hetzelfde motief als waarmee Hij de nieuwe aarde zal scheppen, namelijk ten behoeve van ons (1 Cor. 2:9-10). Het feit dat wij geschapen zijn uit de materie van de schepping vóór de zondeval verwijst naar de strategische bedoeling van God dat wij gemaakt zijn om in de materiële schepping te leven. God heeft dit zo bedoeld omdat Hij ervoor gekozen heeft om te midden van Zijn volk op de aarde te wonen. Een van de meest gemaakte vergissingen die veroorzaakt dat wij de komst van de hemel naar de aarde verkeerd begrijpen is de veronderstelling dat de geestelijke realiteit goed is en Gods eeuwige oplossing is voor de slechte, zwakke, materiële aarde. Gen.1-2 en Openb.21-22 vormen de twee uiteinden van de Bijbel: het eerste uiteinde is natuurlijk, het laatste uiteinde is geestelijk, maar beide uiteinden vormen de optelsom van de nieuwe aarde. God heeft strategisch eerst de natuurlijke realiteit aan ons geopenbaard, voordat Hij de geestelijke realiteit aan ons laat zien; en wij aanschouwen de natuurlijke realiteit om belangrijke inzichten te krijgen over de geestelijke realiteit.
1 Cor.15:46 Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke.
Ons opstandingslichaam.
Fil.3:20-21 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze Redder, de Heer Jezus Christus. Met de kracht waarmee Hij in staat is alles aan Zich te onderwerpen, zal Hij ons armzalig lichaam gelijk maken aan Zijn verheerlijkt lichaam.
Wanneer wij de Heer tegemoet gaan in de lucht, hetzij wij al gestorven zijn en uit de dood opstaan hetzij wij nog in leven zijn en opgenomen worden, zullen wij een nieuw lichaam ontvangen dat gelijkvormig is aan het opstandingslichaam van Jezus.
Sinds Zijn opstanding uit de dood heeft Jezus een fysiek lichaam dat vervuld is met de kracht van God, dit is het mooiste lichaam dat de Vader aan Zijn Zoon Jezus kon geven door al Zijn oneindige wijsheid en macht te gebruiken. Jezus heeft een fysiek lichaam dat beslist alle noodzakelijke capaciteiten heeft om de glorie van God tot expressie te brengen in de grootste volheid. Dit is een lichaam dat in glorie de gestalte van de engelen vele malen overstijgt. Jezus stond op uit de dood als de Eersteling van alle gelovigen die gestorven zijn, d.w.z. dat ons lichaam bij de opstanding van dezelfde superieure kwaliteit zal zijn als Zijn opstandingslichaam.
1 Cor.15:20+23 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen…… Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren.
HET GAAT VERDER, KOM TERUG!
Wat God deed in de schepping van Gen.1-2 is een beeld van wat Hij als goed, verstandig en lieflijk voor ons vindt wanneer er geen sprake is van zonde. Wij krijgen de beste indruk van de hemel, wanneer wij naar de tegenwoordige aarde kijken door de lens van Gen.1-2. God schiep de oorspronkelijke aarde met hetzelfde motief als waarmee Hij de nieuwe aarde zal scheppen, namelijk ten behoeve van ons (1 Cor. 2:9-10). Het feit dat wij geschapen zijn uit de materie van de schepping vóór de zondeval verwijst naar de strategische bedoeling van God dat wij gemaakt zijn om in de materiële schepping te leven. God heeft dit zo bedoeld omdat Hij ervoor gekozen heeft om te midden van Zijn volk op de aarde te wonen. Een van de meest gemaakte vergissingen die veroorzaakt dat wij de komst van de hemel naar de aarde verkeerd begrijpen is de veronderstelling dat de geestelijke realiteit goed is en Gods eeuwige oplossing is voor de slechte, zwakke, materiële aarde. Gen.1-2 en Openb.21-22 vormen de twee uiteinden van de Bijbel: het eerste uiteinde is natuurlijk, het laatste uiteinde is geestelijk, maar beide uiteinden vormen de optelsom van de nieuwe aarde. God heeft strategisch eerst de natuurlijke realiteit aan ons geopenbaard, voordat Hij de geestelijke realiteit aan ons laat zien; en wij aanschouwen de natuurlijke realiteit om belangrijke inzichten te krijgen over de geestelijke realiteit.
1 Cor.15:46 Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke.
Ons opstandingslichaam.
Fil.3:20-21 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze Redder, de Heer Jezus Christus. Met de kracht waarmee Hij in staat is alles aan Zich te onderwerpen, zal Hij ons armzalig lichaam gelijk maken aan Zijn verheerlijkt lichaam.
Wanneer wij de Heer tegemoet gaan in de lucht, hetzij wij al gestorven zijn en uit de dood opstaan hetzij wij nog in leven zijn en opgenomen worden, zullen wij een nieuw lichaam ontvangen dat gelijkvormig is aan het opstandingslichaam van Jezus.
Sinds Zijn opstanding uit de dood heeft Jezus een fysiek lichaam dat vervuld is met de kracht van God, dit is het mooiste lichaam dat de Vader aan Zijn Zoon Jezus kon geven door al Zijn oneindige wijsheid en macht te gebruiken. Jezus heeft een fysiek lichaam dat beslist alle noodzakelijke capaciteiten heeft om de glorie van God tot expressie te brengen in de grootste volheid. Dit is een lichaam dat in glorie de gestalte van de engelen vele malen overstijgt. Jezus stond op uit de dood als de Eersteling van alle gelovigen die gestorven zijn, d.w.z. dat ons lichaam bij de opstanding van dezelfde superieure kwaliteit zal zijn als Zijn opstandingslichaam.
1 Cor.15:20+23 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen…… Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren.
HET GAAT VERDER, KOM TERUG!
Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen…… Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: Christus als eerste en daarna, wanneer Hij komt, zij die Hem toebehoren.
Wanneer wij het laatste hoofdstuk van alle vier evangeliën en het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen bestuderen, ontdekken wij dat Jezus na Zijn opstanding uit de dood er nog precies zo uitzag als vóór Zijn opstanding. Er waren momenten waarop Zijn leerlingen Hem onmiddellijk herkenden (Matth.28:9+17, Joh.20:19-20, 26-28, 21:7+12), maar er waren ook momenten waarop Jezus niet in Zijn glorie verscheen. Maria Magdalena herkende Jezus niet onmiddellijk en dacht dat Hij de tuinman was (Joh.20:15); het was op dat moment nog te donker om iemand van nature te herkennen (Joh.20:1). Pas toen Jezus tegen haar sprak, herkende zij Zijn stem en zag ze dat het Jezus was (Joh.20:16). De leerlingen mochten Jezus aanraken (Matth.28:9, Joh.20:17), en ze zagen dat Hij brood en vis at (Luc.24:30, Luc.24:39-43, Joh.21:13).
Maar Jezus was in Zijn opstandinglichaam ook in staat om de ogen van mensen versluierd te houden waardoor Hij niet herkend werd (Luc.24:15-16), maar ook kon Hij de sluier weer wegnemen (Luc.24:31). Maar in dat alles had Jezus een fysiek lichaam dat vlees en beenderen had (Luc.24:39), en Hij bewees dat door op natuurlijke wijze te eten en te drinken (Hand.10:40-41). Toch bezat dit opstandinglichaam van Jezus grote bovennatuurlijke kwaliteit, want Jezus kon door gesloten deuren heen gaan (Joh.20:19+27), maar Zijn opstandinglichaam bevatte nog steeds de littekens van de kruisiging (Joh.20:27). Ook was Jezus in staat om Zichzelf onzichtbaar te maken voor de mensen om Hem heen (Luc.24:31). Na Zijn opstanding bleef Jezus nog 40 dagen op de aarde, hoofdzakelijk om Zijn leerlingen te onderwijzen over het koninkrijk van God (Hand.1:3).
Nadat Jezus na de hemelvaart in de hemel was gekomen, werd Hij met eeuwige glorie en majesteit bekleed (Fil.2:9), maar dit veranderde niets aan het feit dat Jezus nog steeds een fysiek lichaam had. Dit fysieke lichaam was echter volledig vrij van zonde, ziekte en dood, want het was een verheerlijkt lichaam; het opstandinglichaam van Jezus is vervuld met licht en glorie (Ps.104:1-2). Jezus was bij Zijn eerste komst het licht van de wereld (Joh.8:12), maar in het Nieuwe Jeruzalem zal Jezus met de grootst mogelijke volheid het licht van de wereld zijn (Openb.21:23-24a, 22:5).
Jezus heeft in Zijn ogen een Goddelijk vuur dat spreekt van Zijn heiligheid, dat is het vermogen om zowel liefde als oordeel te communiceren met mensen en engelen (Openb.1:14, 19:12). De glorie van Jezus is helderder en sterker dan het licht van de zon (Jes.24:23, Hab.3:4, Hand.26:13); zoals het onmogelijk is om rechtstreeks in het zonlicht te kijken, zo is het ook onmogelijk om met natuurlijke ogen rechtstreeks in het gezicht van Jezus te kijken, want Zijn gezicht straalt als de zon (Matth.17:2, Openb.1:16). Jezus is het volmaakte evenbeeld van de schitterende glorie van Zijn Vader (Hebr.1:3a), die een ontoegankelijk licht bewoont (1 Tim.6:16).
Wanneer wij het laatste hoofdstuk van alle vier evangeliën en het eerste hoofdstuk van het boek Handelingen bestuderen, ontdekken wij dat Jezus na Zijn opstanding uit de dood er nog precies zo uitzag als vóór Zijn opstanding. Er waren momenten waarop Zijn leerlingen Hem onmiddellijk herkenden (Matth.28:9+17, Joh.20:19-20, 26-28, 21:7+12), maar er waren ook momenten waarop Jezus niet in Zijn glorie verscheen. Maria Magdalena herkende Jezus niet onmiddellijk en dacht dat Hij de tuinman was (Joh.20:15); het was op dat moment nog te donker om iemand van nature te herkennen (Joh.20:1). Pas toen Jezus tegen haar sprak, herkende zij Zijn stem en zag ze dat het Jezus was (Joh.20:16). De leerlingen mochten Jezus aanraken (Matth.28:9, Joh.20:17), en ze zagen dat Hij brood en vis at (Luc.24:30, Luc.24:39-43, Joh.21:13).
Maar Jezus was in Zijn opstandinglichaam ook in staat om de ogen van mensen versluierd te houden waardoor Hij niet herkend werd (Luc.24:15-16), maar ook kon Hij de sluier weer wegnemen (Luc.24:31). Maar in dat alles had Jezus een fysiek lichaam dat vlees en beenderen had (Luc.24:39), en Hij bewees dat door op natuurlijke wijze te eten en te drinken (Hand.10:40-41). Toch bezat dit opstandinglichaam van Jezus grote bovennatuurlijke kwaliteit, want Jezus kon door gesloten deuren heen gaan (Joh.20:19+27), maar Zijn opstandinglichaam bevatte nog steeds de littekens van de kruisiging (Joh.20:27). Ook was Jezus in staat om Zichzelf onzichtbaar te maken voor de mensen om Hem heen (Luc.24:31). Na Zijn opstanding bleef Jezus nog 40 dagen op de aarde, hoofdzakelijk om Zijn leerlingen te onderwijzen over het koninkrijk van God (Hand.1:3).
Nadat Jezus na de hemelvaart in de hemel was gekomen, werd Hij met eeuwige glorie en majesteit bekleed (Fil.2:9), maar dit veranderde niets aan het feit dat Jezus nog steeds een fysiek lichaam had. Dit fysieke lichaam was echter volledig vrij van zonde, ziekte en dood, want het was een verheerlijkt lichaam; het opstandinglichaam van Jezus is vervuld met licht en glorie (Ps.104:1-2). Jezus was bij Zijn eerste komst het licht van de wereld (Joh.8:12), maar in het Nieuwe Jeruzalem zal Jezus met de grootst mogelijke volheid het licht van de wereld zijn (Openb.21:23-24a, 22:5).
Jezus heeft in Zijn ogen een Goddelijk vuur dat spreekt van Zijn heiligheid, dat is het vermogen om zowel liefde als oordeel te communiceren met mensen en engelen (Openb.1:14, 19:12). De glorie van Jezus is helderder en sterker dan het licht van de zon (Jes.24:23, Hab.3:4, Hand.26:13); zoals het onmogelijk is om rechtstreeks in het zonlicht te kijken, zo is het ook onmogelijk om met natuurlijke ogen rechtstreeks in het gezicht van Jezus te kijken, want Zijn gezicht straalt als de zon (Matth.17:2, Openb.1:16). Jezus is het volmaakte evenbeeld van de schitterende glorie van Zijn Vader (Hebr.1:3a), die een ontoegankelijk licht bewoont (1 Tim.6:16).
Wanneer wij uit de dood opstaan, zullen ook wij een opstandinglichaam ontvangen dat dezelfde kwaliteit zal hebben als het lichaam van Jezus; dezelfde kwaliteit maar daarom nog niet dezelfde kwantiteit.
Wanneer wij uit de dood opstaan, zullen ook wij een opstandinglichaam ontvangen dat dezelfde kwaliteit zal hebben als het lichaam van Jezus; dezelfde kwaliteit maar daarom nog niet dezelfde kwantiteit. Het specifieke Bijbelgedeelte dat verreweg de meeste details over ons opstandinglichaam geeft is 1 Cor.15:20-58; dit Bijbelgedeelte zegt dat ons lichaam een glorieuze schittering zal hebben (vers 40-43), want dit lichaam is niet een natuurlijk fysiek lichaam maar een geestelijk fysiek lichaam (vers 44-49), en bovendien zal dit een eeuwig lichaam zijn (vers 50-53). Ons opstandinglichaam zal vervuld zijn met dezelfde soort bovennatuurlijke kracht als het lichaam van Jezus (1 Cor.6:14), en wij zullen ook stralen als de zon zoals Jezus doet (Matth.13:43). Onze natuurlijke zintuigen zullen door de kracht van God worden aangeraakt, zodat wij tot op zeer grote afstand zullen kunnen zien. Ons gehoor zal in staat zijn om over grote afstand te luisteren met een scherp waarnemingsvermogen en een perfecte balans. Onze smaak zal zeer volmaakt zijn zodat we optimaal zullen kunnen genieten van voedsel en drank in het koninkrijk van God (Matth. 26:29), en het zal altijd tot eer van God zijn (1Kor.10:31). Onze dorst zal voor eeuwig gelest worden (Joh.4:14, Openb.22:1) en we zullen genieten van hemels voedsel (Openb.2:7+17, 3:20, 22:2). Ons vermogen om aan te raken zal glorieus zijn, en ons vermogen om te ruiken zal heerlijk zijn.
We zullen een bovennatuurlijk intellectueel vermogen hebben om te kunnen begrijpen en om leiderschap te kunnen uitoefenen. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben om te kunnen communiceren d.m.v. spraak, muziek en gezang. We zullen ook een bovennatuurlijk vermogen hebben om ons snel te kunnen bewegen met kracht en uithoudingsvermogen en volharding, terwijl vermoeidheid of ziekte totaal afwezig zijn. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben om te reizen met grote snelheid. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben met betrekking tot de materie, zodat zwaartekracht geen invloed op ons leeft. We zullen bovennatuurlijke schoonheid bezitten in de uitstraling van ons opstandinglichaam, zowel wat ons uiterlijk betreft en ook de kwaliteit van licht, kleur en geur. Paulus informeerde de gemeente de Corinthe nadrukkelijk over de opstanding om bij ons een groot gevoel van verantwoordelijkheid voor de toekomst aan te scherpen.
1 Cor.15:58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn.
Het principe van dubbele vervulling.
Er zijn vier Bijbelgedeelten die spreken over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en dat zijn Jes.65:17-25, Jes.66:22-24, 2 Petr.3:13, Openb.21:1-2; zij worden alle vier gebruikt in zowel de context van het millennium als de context van de eeuwigheid. Nu gebeurt het regelmatig in profetische Bijbelgedeelten dat een bepaalde profetie uitgesproken en geschreven werd over twee verschillende gebeurtenissen die door een tijdsinterval van elkaar gescheiden zijn. Verscheidene Bijbelgedeelten hebben om die reden een eerste substantiële vervulling en een tweede volledige vervulling; wanneer wij dit principe begrijpen, worden heel wat raadsels in de Bijbel gemakkelijk opgelost.
Zo spreekt Jes. 9:5 zowel over de eerste als de tweede komst van Jezus: Jes.11:1-3 spreekt over de eerste komst van Jezus, terwijl Jes.11:3-5 spreekt over de tweede komst van Jezus. Hierbij is vers 3 dubbel toepasbaar. Jes.61:1-2a spreekt over de bediening van Jezus bij Zijn eerste komst, terwijl Jes.61:2b-3 spreekt over de bediening van Jezus bij Zijn tweede komst. Precies hetzelfde principe vinden we in Zach.9:9-10. De profetie van Mal.3:23 over de komst van Elia werd substantieel vervuld in Johannes de Doper (Matth.17:11-13), maar zal volledig vervuld worden in de generatie van de eindtijd.
Gog en Magog is de profetische benaming van de antichrist en de coalitie van naties onder zijn leiderschap die zich verzetten tegen God op wereldwijd niveau (Ezech.38:2), en dit is een substantiële vervulling, maar de volledige vervulling zal plaatsvinden na afloop van het millennium (Openb.20:7-9).
Zo is er ook een overlapping m.b.t. de komst van de nieuwe aarde en het nieuwe Jeruzalem in de Bijbelse profetieën. De manifestatie van Gods genade op de nieuwe aarde begint op de aarde tijdens het millennium: de aarde wordt dan wel vernieuwd maar is nog niet volledig nieuw zoals het geval zal zijn in de eeuwigheid. Er zal substantiële gerechtigheid zijn op de aarde in het millennium, maar geen volledige gerechtigheid; want de rechtvaardigheid in het millennium concentreert zich meer op de kwaliteit van Jezus’ heerschappij dan op de aanwezigheid in de harten van alle mensen. Maar op de nieuwe aarde zal gerechtigheid volledig tot expressie komen in de wereldwijde samenleving, omdat Gods gerechtigheid volledig beslag heeft gelegd op de harten van mensen die in volledige overeenstemming met Hem leven.
Wanneer wij uit de dood opstaan, zullen ook wij een opstandinglichaam ontvangen dat dezelfde kwaliteit zal hebben als het lichaam van Jezus; dezelfde kwaliteit maar daarom nog niet dezelfde kwantiteit. Het specifieke Bijbelgedeelte dat verreweg de meeste details over ons opstandinglichaam geeft is 1 Cor.15:20-58; dit Bijbelgedeelte zegt dat ons lichaam een glorieuze schittering zal hebben (vers 40-43), want dit lichaam is niet een natuurlijk fysiek lichaam maar een geestelijk fysiek lichaam (vers 44-49), en bovendien zal dit een eeuwig lichaam zijn (vers 50-53). Ons opstandinglichaam zal vervuld zijn met dezelfde soort bovennatuurlijke kracht als het lichaam van Jezus (1 Cor.6:14), en wij zullen ook stralen als de zon zoals Jezus doet (Matth.13:43). Onze natuurlijke zintuigen zullen door de kracht van God worden aangeraakt, zodat wij tot op zeer grote afstand zullen kunnen zien. Ons gehoor zal in staat zijn om over grote afstand te luisteren met een scherp waarnemingsvermogen en een perfecte balans. Onze smaak zal zeer volmaakt zijn zodat we optimaal zullen kunnen genieten van voedsel en drank in het koninkrijk van God (Matth. 26:29), en het zal altijd tot eer van God zijn (1Kor.10:31). Onze dorst zal voor eeuwig gelest worden (Joh.4:14, Openb.22:1) en we zullen genieten van hemels voedsel (Openb.2:7+17, 3:20, 22:2). Ons vermogen om aan te raken zal glorieus zijn, en ons vermogen om te ruiken zal heerlijk zijn.
We zullen een bovennatuurlijk intellectueel vermogen hebben om te kunnen begrijpen en om leiderschap te kunnen uitoefenen. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben om te kunnen communiceren d.m.v. spraak, muziek en gezang. We zullen ook een bovennatuurlijk vermogen hebben om ons snel te kunnen bewegen met kracht en uithoudingsvermogen en volharding, terwijl vermoeidheid of ziekte totaal afwezig zijn. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben om te reizen met grote snelheid. We zullen een bovennatuurlijk vermogen hebben met betrekking tot de materie, zodat zwaartekracht geen invloed op ons leeft. We zullen bovennatuurlijke schoonheid bezitten in de uitstraling van ons opstandinglichaam, zowel wat ons uiterlijk betreft en ook de kwaliteit van licht, kleur en geur. Paulus informeerde de gemeente de Corinthe nadrukkelijk over de opstanding om bij ons een groot gevoel van verantwoordelijkheid voor de toekomst aan te scherpen.
1 Cor.15:58 Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn.
Het principe van dubbele vervulling.
Er zijn vier Bijbelgedeelten die spreken over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en dat zijn Jes.65:17-25, Jes.66:22-24, 2 Petr.3:13, Openb.21:1-2; zij worden alle vier gebruikt in zowel de context van het millennium als de context van de eeuwigheid. Nu gebeurt het regelmatig in profetische Bijbelgedeelten dat een bepaalde profetie uitgesproken en geschreven werd over twee verschillende gebeurtenissen die door een tijdsinterval van elkaar gescheiden zijn. Verscheidene Bijbelgedeelten hebben om die reden een eerste substantiële vervulling en een tweede volledige vervulling; wanneer wij dit principe begrijpen, worden heel wat raadsels in de Bijbel gemakkelijk opgelost.
Zo spreekt Jes. 9:5 zowel over de eerste als de tweede komst van Jezus: Jes.11:1-3 spreekt over de eerste komst van Jezus, terwijl Jes.11:3-5 spreekt over de tweede komst van Jezus. Hierbij is vers 3 dubbel toepasbaar. Jes.61:1-2a spreekt over de bediening van Jezus bij Zijn eerste komst, terwijl Jes.61:2b-3 spreekt over de bediening van Jezus bij Zijn tweede komst. Precies hetzelfde principe vinden we in Zach.9:9-10. De profetie van Mal.3:23 over de komst van Elia werd substantieel vervuld in Johannes de Doper (Matth.17:11-13), maar zal volledig vervuld worden in de generatie van de eindtijd.
Gog en Magog is de profetische benaming van de antichrist en de coalitie van naties onder zijn leiderschap die zich verzetten tegen God op wereldwijd niveau (Ezech.38:2), en dit is een substantiële vervulling, maar de volledige vervulling zal plaatsvinden na afloop van het millennium (Openb.20:7-9).
Zo is er ook een overlapping m.b.t. de komst van de nieuwe aarde en het nieuwe Jeruzalem in de Bijbelse profetieën. De manifestatie van Gods genade op de nieuwe aarde begint op de aarde tijdens het millennium: de aarde wordt dan wel vernieuwd maar is nog niet volledig nieuw zoals het geval zal zijn in de eeuwigheid. Er zal substantiële gerechtigheid zijn op de aarde in het millennium, maar geen volledige gerechtigheid; want de rechtvaardigheid in het millennium concentreert zich meer op de kwaliteit van Jezus’ heerschappij dan op de aanwezigheid in de harten van alle mensen. Maar op de nieuwe aarde zal gerechtigheid volledig tot expressie komen in de wereldwijde samenleving, omdat Gods gerechtigheid volledig beslag heeft gelegd op de harten van mensen die in volledige overeenstemming met Hem leven.
Jes.61:2b-3 spreekt over de bediening van Jezus bij Zijn tweede komst: om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hen geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugde olie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest.
Het Nieuwe Jeruzalem is onze eeuwige woonplaats.
Hebr.11:10 …… omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd.
Hebr.11:16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God Zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Hebr.12:22 Nee, u staat voor de Sionsberg, voor de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem……
Het Nieuwe Jeruzalem wordt sterk geïdentificeerd met het oude Jeruzalem, en de nieuwe aarde zal de permanente rustplaats zijn voor het Nieuwe Jeruzalem, dat ontworpen is als woonplaats voor alle gelovigen die voor eeuwig in de directe tegenwoordigheid van God zullen wonen. Jezus is naar de hemel gegaan om een plaats voor ons te bereiden, en wanneer Hij terugkomt, zal Hij ons meenemen naar deze plaats (Joh.14:2-3).
Dit Nieuwe Jeruzalem zal bij twee verschillende gelegenheden vanuit de hemel neerdalen naar de aarde, namelijk bij de tweede komst van Jezus (Openb.21:10) en na afloop van het millennium, wanneer de nieuwe hemel en nieuwe aarde geschapen worden (Openb.21:2). Paulus beschrijft dit Nieuwe Jeruzalem als onze moeder (Gal.4:26). De gelovigen uit het Oude Testament hadden al geestelijke openbaring over het Nieuwe Jeruzalem en zij leefden in het licht van deze openbaring (Hebr.11:16).
Het Nieuwe Jeruzalem zal grote vreugde aan de aarde brengen tijdens het millennium (Ps.48), maar deze vreugde zal volledig worden wanneer de eerste hemel en de eerste aarde voorbij zijn (Openb.21:1).
Bij Zijn tweede komst zal Jezus plaatsnemen op Zijn overwinnaarstroon op de aarde om de volken van de eindtijd te oordelen (Matth.25:31-32), en deze troon zal staan in de tempel van het aardse Jeruzalem in het millennium (Jer.3:17). Deze overwinnaarstroon troon van Jezus zal in verbinding staan met het Heilige der heiligen in de tempel (Ezech.43:4-7, Zach.6:12-13). Maar de troon van Jezus staat ook in het hemelse Jeruzalem (Openb.22:3), zodat de heerschappij over hemel en aarde volledig samenkomen onder het leiderschap van Jezus (Efez.1:9-10), wanneer het aardse en het hemelse Jeruzalem een eenheid worden (Openb.22:3). Het samenvoegen van de natuurlijke en de bovennatuurlijke stad vindt plaats wat omschreven kan worden als een corridor van overwinning: d.m.v. deze corridor van glorie vindt een samensmelting van 12 belangrijke aspecten van Gods mysterie plaats.
Deze samensmelting heeft dus te maken met het samenvoegen van twee totaal van elkaar verschillende werelden in een harmonieuze eenheid, waarbij het onderscheid tussen de aardse en hemelse dimensie niet verdwijnt maar elke dimensie zijn eigen identiteit bewaart, terwijl er toch een samenvoeging plaats vindt in harmonie. Deze corridor van glorie wordt in Jes.4:5 omschreven als een wolk van glorie voor overdag en een lichtend vuur met rook en vlammen voor de nacht. Ezechiël zag deze corridor als een wervelwind met gloeiende wolkenmassa en bliksemschichten (Ezech.1:4), en deze wervelwind omringde de troon van Jezus (Ezech.1:26). Deze corridor verbindt de hemelse tempel - dat is het Nieuwe Jeruzalem - met de millennium-tempel van God op de aarde, waardoor de glorie van God op de aarde rust (Ps.132:7-14, Jes.11:10, Jes.66:1).
Het Nieuwe Jeruzalem is onze eeuwige woonplaats.
Hebr.11:10 …… omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd.
Hebr.11:16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God Zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Hebr.12:22 Nee, u staat voor de Sionsberg, voor de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem……
Het Nieuwe Jeruzalem wordt sterk geïdentificeerd met het oude Jeruzalem, en de nieuwe aarde zal de permanente rustplaats zijn voor het Nieuwe Jeruzalem, dat ontworpen is als woonplaats voor alle gelovigen die voor eeuwig in de directe tegenwoordigheid van God zullen wonen. Jezus is naar de hemel gegaan om een plaats voor ons te bereiden, en wanneer Hij terugkomt, zal Hij ons meenemen naar deze plaats (Joh.14:2-3).
Dit Nieuwe Jeruzalem zal bij twee verschillende gelegenheden vanuit de hemel neerdalen naar de aarde, namelijk bij de tweede komst van Jezus (Openb.21:10) en na afloop van het millennium, wanneer de nieuwe hemel en nieuwe aarde geschapen worden (Openb.21:2). Paulus beschrijft dit Nieuwe Jeruzalem als onze moeder (Gal.4:26). De gelovigen uit het Oude Testament hadden al geestelijke openbaring over het Nieuwe Jeruzalem en zij leefden in het licht van deze openbaring (Hebr.11:16).
Het Nieuwe Jeruzalem zal grote vreugde aan de aarde brengen tijdens het millennium (Ps.48), maar deze vreugde zal volledig worden wanneer de eerste hemel en de eerste aarde voorbij zijn (Openb.21:1).
Bij Zijn tweede komst zal Jezus plaatsnemen op Zijn overwinnaarstroon op de aarde om de volken van de eindtijd te oordelen (Matth.25:31-32), en deze troon zal staan in de tempel van het aardse Jeruzalem in het millennium (Jer.3:17). Deze overwinnaarstroon troon van Jezus zal in verbinding staan met het Heilige der heiligen in de tempel (Ezech.43:4-7, Zach.6:12-13). Maar de troon van Jezus staat ook in het hemelse Jeruzalem (Openb.22:3), zodat de heerschappij over hemel en aarde volledig samenkomen onder het leiderschap van Jezus (Efez.1:9-10), wanneer het aardse en het hemelse Jeruzalem een eenheid worden (Openb.22:3). Het samenvoegen van de natuurlijke en de bovennatuurlijke stad vindt plaats wat omschreven kan worden als een corridor van overwinning: d.m.v. deze corridor van glorie vindt een samensmelting van 12 belangrijke aspecten van Gods mysterie plaats.
Deze samensmelting heeft dus te maken met het samenvoegen van twee totaal van elkaar verschillende werelden in een harmonieuze eenheid, waarbij het onderscheid tussen de aardse en hemelse dimensie niet verdwijnt maar elke dimensie zijn eigen identiteit bewaart, terwijl er toch een samenvoeging plaats vindt in harmonie. Deze corridor van glorie wordt in Jes.4:5 omschreven als een wolk van glorie voor overdag en een lichtend vuur met rook en vlammen voor de nacht. Ezechiël zag deze corridor als een wervelwind met gloeiende wolkenmassa en bliksemschichten (Ezech.1:4), en deze wervelwind omringde de troon van Jezus (Ezech.1:26). Deze corridor verbindt de hemelse tempel - dat is het Nieuwe Jeruzalem - met de millennium-tempel van God op de aarde, waardoor de glorie van God op de aarde rust (Ps.132:7-14, Jes.11:10, Jes.66:1).
Ezechiël zag een corridor als een wervelwind met gloeiende wolkenmassa en bliksemschichten en deze wervelwind omringde de troon van Jezus.
De twaalf belangrijke aspecten van de overwinnaarstroon van Jezus zijn de volgende.
1) de berg van God, de hoogste van alle bergen (Jes.2:2, Micha 4:1)
2) de stad van God met 12 poorten (Openb.21).
3) het huis van God waar het gezin van God samen met de Vader woont (Hebr.3:6).
4) het Heilige der heilige in de tempel. (Ezech.43:4-7).
5) de tuin van Eden als een echt paradijs. (Openb.2:7).
6) de rivier van levend water (Openb.22:1)
7) de bomen van leven die elk jaar 12 soorten vruchten dragen (Openb.22:2).
8) de hoge weg die alleen bestemd is voor de kinderen van God (Jes.35:8).
9) de wervelwind of de trechter van glorie (Ezech.1:4).
10) de wolkkolom van glorie (Jes.4:5a).
11) vuur met bedekkende rook (Jes.4:5b)
12) de vurige muur die Jeruzalem omringt (Zach.2:9).
Het relationele perspectief van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:1-8 beschrijft het Nieuwe Jeruzalem als onze eeuwige erfenis op de nieuwe aarde in termen van relatie met God onze Vader; het beschrijft de eeuwige positie van gelovigen na de opstanding in de eeuwige stad in de manifeste tegenwoordigheid van God. Dit gedeelte beschrijft de dynamische kwaliteit van geestelijk leven in het Nieuwe Jeruzalem, zowel op de millenniumaarde als op de nieuwe aarde.
Openb.21:1-2 beschrijft het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem op een moment dat er geen zee meer aanwezig is op de aarde, want dit gebeurt in de chronologische volgorde van het boek Openbaring nadat het laatste oordeel heeft plaatsgevonden (20:11-15). In de chronologie wordt er niet gesproken over het feit dat het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem in twee fases gaat plaatsvinden, maar dat is in de Bijbel vaak ook het geval met de komst van Jezus als Messias, die zoals wij weten ook in twee fases zal plaatsvinden en waarvan de eerste komst al heeft plaatsgevonden. Want de fundamentele en eeuwige realiteit van het Nieuwe Jeruzalem is dat God op de aarde woont te midden van Zijn volk (21:3, 22:3): Openb.21:1-8 combineert de realiteit van het Heilige der heilige in de tempel met de realiteit van het paradijs of de tuin van Eden.
Het is dus onze eeuwige erfenis om als gelovigen te wonen in het Nieuwe Jeruzalem dat vanuit de hemel neerdaalt op de nieuwe aarde: het Nieuwe Jeruzalem is de plaats waar de volgelingen van Jezus al tijdens de opname van de gemeente naartoe worden gebracht om voor eeuwig in de tegenwoordigheid van God te leven. Wij kunnen het Nieuwe Jeruzalem zien als een huwelijksgeschenk van de Vader aan Zijn Zoon Jezus, maar we kunnen deze stad ook zien als het huwelijksgeschenk van Jezus de Bruidegom aan Zijn Bruid (21:2).
De versiering van deze Bruid verwijst naar een proces van zuivering waarin kosten noch moeite worden gespaard om de Bruid voor te bereiden op haar eeuwige huwelijk
(Esther 2:12). Daarna wordt er een vijfvoudige boodschap door de Heilige Geest gegeven (21:3-4), en in totaal worden er zeven negatieve elementen uit de oude schepping als afwezig verklaard; dat zijn de zee (21:1), dood, rauw, jammerklacht, pijn (21:4), vloek (22:3), en de nacht (21:25, 22:5).
Alles wat op de aarde de volheid van ons leven met God onder druk heeft gezet is totaal en voor eeuwig uit de schepping verwijderd. En de openbaring van het Vaderhart van God is de ultieme prijs en de eeuwige garantie voor de welvaart van deze stad: in deze vijfvoudige boodschap zien wij de rol van de Vader in Zijn verantwoordelijkheid en Zijn toewijding aan ons.
Vervolgens spreekt de Vader voor de tweede keer in het boek Openbaring hardop, zoals Hij dat ook aan het begin van het boek deed, en de boodschap is hetzelfde.
Openb.1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt God de Heer, Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.
Openb.21:5-7 Hij die op de troon zat zei: Alles maak Ik nieuw! Ik hoorde zeggen: Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar. Toen zei Hij tegen mij: Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal Mijn kind zijn.
De twaalf belangrijke aspecten van de overwinnaarstroon van Jezus zijn de volgende.
1) de berg van God, de hoogste van alle bergen (Jes.2:2, Micha 4:1)
2) de stad van God met 12 poorten (Openb.21).
3) het huis van God waar het gezin van God samen met de Vader woont (Hebr.3:6).
4) het Heilige der heilige in de tempel. (Ezech.43:4-7).
5) de tuin van Eden als een echt paradijs. (Openb.2:7).
6) de rivier van levend water (Openb.22:1)
7) de bomen van leven die elk jaar 12 soorten vruchten dragen (Openb.22:2).
8) de hoge weg die alleen bestemd is voor de kinderen van God (Jes.35:8).
9) de wervelwind of de trechter van glorie (Ezech.1:4).
10) de wolkkolom van glorie (Jes.4:5a).
11) vuur met bedekkende rook (Jes.4:5b)
12) de vurige muur die Jeruzalem omringt (Zach.2:9).
Het relationele perspectief van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:1-8 beschrijft het Nieuwe Jeruzalem als onze eeuwige erfenis op de nieuwe aarde in termen van relatie met God onze Vader; het beschrijft de eeuwige positie van gelovigen na de opstanding in de eeuwige stad in de manifeste tegenwoordigheid van God. Dit gedeelte beschrijft de dynamische kwaliteit van geestelijk leven in het Nieuwe Jeruzalem, zowel op de millenniumaarde als op de nieuwe aarde.
Openb.21:1-2 beschrijft het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem op een moment dat er geen zee meer aanwezig is op de aarde, want dit gebeurt in de chronologische volgorde van het boek Openbaring nadat het laatste oordeel heeft plaatsgevonden (20:11-15). In de chronologie wordt er niet gesproken over het feit dat het neerdalen van het Nieuwe Jeruzalem in twee fases gaat plaatsvinden, maar dat is in de Bijbel vaak ook het geval met de komst van Jezus als Messias, die zoals wij weten ook in twee fases zal plaatsvinden en waarvan de eerste komst al heeft plaatsgevonden. Want de fundamentele en eeuwige realiteit van het Nieuwe Jeruzalem is dat God op de aarde woont te midden van Zijn volk (21:3, 22:3): Openb.21:1-8 combineert de realiteit van het Heilige der heilige in de tempel met de realiteit van het paradijs of de tuin van Eden.
Het is dus onze eeuwige erfenis om als gelovigen te wonen in het Nieuwe Jeruzalem dat vanuit de hemel neerdaalt op de nieuwe aarde: het Nieuwe Jeruzalem is de plaats waar de volgelingen van Jezus al tijdens de opname van de gemeente naartoe worden gebracht om voor eeuwig in de tegenwoordigheid van God te leven. Wij kunnen het Nieuwe Jeruzalem zien als een huwelijksgeschenk van de Vader aan Zijn Zoon Jezus, maar we kunnen deze stad ook zien als het huwelijksgeschenk van Jezus de Bruidegom aan Zijn Bruid (21:2).
De versiering van deze Bruid verwijst naar een proces van zuivering waarin kosten noch moeite worden gespaard om de Bruid voor te bereiden op haar eeuwige huwelijk
(Esther 2:12). Daarna wordt er een vijfvoudige boodschap door de Heilige Geest gegeven (21:3-4), en in totaal worden er zeven negatieve elementen uit de oude schepping als afwezig verklaard; dat zijn de zee (21:1), dood, rauw, jammerklacht, pijn (21:4), vloek (22:3), en de nacht (21:25, 22:5).
Alles wat op de aarde de volheid van ons leven met God onder druk heeft gezet is totaal en voor eeuwig uit de schepping verwijderd. En de openbaring van het Vaderhart van God is de ultieme prijs en de eeuwige garantie voor de welvaart van deze stad: in deze vijfvoudige boodschap zien wij de rol van de Vader in Zijn verantwoordelijkheid en Zijn toewijding aan ons.
Vervolgens spreekt de Vader voor de tweede keer in het boek Openbaring hardop, zoals Hij dat ook aan het begin van het boek deed, en de boodschap is hetzelfde.
Openb.1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt God de Heer, Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.
Openb.21:5-7 Hij die op de troon zat zei: Alles maak Ik nieuw! Ik hoorde zeggen: Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar. Toen zei Hij tegen mij: Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal Mijn kind zijn.
Toen zei Hij (Jezus Christus) tegen mij (Johannes): Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal Mijn kind zijn.
Het functionele perspectief van het Nieuwe Jeruzalem.
In Openb.21:9-22:5 wordt de functionele schoonheid van het Nieuwe Jeruzalem in details beschreven vanuit twee verschillende gezichtspunten, namelijk een externe observatie in 21:9-21a en een interne observatie in 21:21b-22:5. Zo wordt dus eerst het centrale doel van de stad beschreven, namelijk een eeuwige intense relatie tussen God en mensen, en daarna worden de details van de stad beschreven, en in de details wordt het centrale doel van de stad uitgewerkt. Het hoofddoel van een mens is om een relatie met God te hebben, en het Nieuwe Jeruzalem is de allerbeste plaats in de eeuwigheid om dat doel tot expressie te brengen. Zo zullen de volgelingen van Jezus van hun volle erfenis genieten in de manifeste tegenwoordigheid van God de Vader en Jezus als de Koning-Bruidegom. Daarbij zal het Nieuwe Jeruzalem functioneren als zowel het Heilige der heilige uit de tempel en als het paradijs of de hof van Eden: deze stad is de profetische vervulling van twee plaatsen waar God in de geschiedenis dicht bij Zijn mensen heeft gewoond. Openb.21:9-22:5 is het laatste interval van het boek Openbaring, en daarom moeten we dit gedeelte niet lezen als vervolg op de chronologie, want de chronologie is afgesloten in 21:8. De engel van 21:9 toont Johannes de Bruid van Christus op een hoge berg zoals een andere engel hem de hoer van Babylon toonde in een woestijn (17:1-3): het contrast tussen de hoer en de Bruid is een belangrijk aspect van het hoofdthema van het boek Openbaring, namelijk de onthulling van de persoon Jezus Christus (1:1).
De externe observatie van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:9-21a beschrijft vanuit een externe observatie zowel het eeuwige als het tijdelijke samen: hier wordt de eeuwige positie van de gelovigen in het Nieuwe Jeruzalem beschreven tijdens het millennium. De bewoners van de stad worden beschreven in hun eeuwige positie, in het bezit van hun eeuwige erfenis en in een eeuwige relatie met God die bij hen woont. Maar dit speelt zich al af in de periode van het millennium, want voor ons zal er geen verschil zijn tussen het wonen in het Nieuwe Jeruzalem in het millennium en in de eeuwigheid. De stad wordt een Bruid genoemd omdat de stad zelf en de mensen in de stad nauw met elkaar verbonden zijn in grote eenheid. De verschillende componenten van de stad zoals voedsel, water, kleuren, geuren, muziek zullen de bruidsliefde van de Bruid voor Jezus voortdurend vernieuwen en inspireren. De externe observatie bevat beschrijvingen van verschillende aspecten van de stad:
- de schitterende schoonheid van de stad (21:9-11).
- de muur van de stad met 12 poorten en 12 fundamenten (21:12-14).
- de afmetingen van de stad met een lengte, breedte en hoogte van 2200 km (21:15-16).
- de dikte en de bouwmaterialen van de stadsmuur (21:17-20).
- het bouwmateriaal van de 12 poorten en de straat van de stad (21:21a).
Het Nieuwe Jeruzalem wordt in de externe observatie beschreven als de hoogste vervulling van het Heilige der heilige in de tabernakel van Mozes en de tempel van Salomo, want in deze stad is geen tempel (21:22). De stad heeft de vorm van een kubus zoals ook het Heilige der heiligen in de tempel van Salomo had (1 Kon.6:19-20). De fundamenten van de muur van de stad komen overeen met de edelstenen die de hogepriester bij zich droeg (Ex.28:15-21), waarmee de priesterlijke functie van de stad geopenbaard wordt.
Het functionele perspectief van het Nieuwe Jeruzalem.
In Openb.21:9-22:5 wordt de functionele schoonheid van het Nieuwe Jeruzalem in details beschreven vanuit twee verschillende gezichtspunten, namelijk een externe observatie in 21:9-21a en een interne observatie in 21:21b-22:5. Zo wordt dus eerst het centrale doel van de stad beschreven, namelijk een eeuwige intense relatie tussen God en mensen, en daarna worden de details van de stad beschreven, en in de details wordt het centrale doel van de stad uitgewerkt. Het hoofddoel van een mens is om een relatie met God te hebben, en het Nieuwe Jeruzalem is de allerbeste plaats in de eeuwigheid om dat doel tot expressie te brengen. Zo zullen de volgelingen van Jezus van hun volle erfenis genieten in de manifeste tegenwoordigheid van God de Vader en Jezus als de Koning-Bruidegom. Daarbij zal het Nieuwe Jeruzalem functioneren als zowel het Heilige der heilige uit de tempel en als het paradijs of de hof van Eden: deze stad is de profetische vervulling van twee plaatsen waar God in de geschiedenis dicht bij Zijn mensen heeft gewoond. Openb.21:9-22:5 is het laatste interval van het boek Openbaring, en daarom moeten we dit gedeelte niet lezen als vervolg op de chronologie, want de chronologie is afgesloten in 21:8. De engel van 21:9 toont Johannes de Bruid van Christus op een hoge berg zoals een andere engel hem de hoer van Babylon toonde in een woestijn (17:1-3): het contrast tussen de hoer en de Bruid is een belangrijk aspect van het hoofdthema van het boek Openbaring, namelijk de onthulling van de persoon Jezus Christus (1:1).
De externe observatie van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:9-21a beschrijft vanuit een externe observatie zowel het eeuwige als het tijdelijke samen: hier wordt de eeuwige positie van de gelovigen in het Nieuwe Jeruzalem beschreven tijdens het millennium. De bewoners van de stad worden beschreven in hun eeuwige positie, in het bezit van hun eeuwige erfenis en in een eeuwige relatie met God die bij hen woont. Maar dit speelt zich al af in de periode van het millennium, want voor ons zal er geen verschil zijn tussen het wonen in het Nieuwe Jeruzalem in het millennium en in de eeuwigheid. De stad wordt een Bruid genoemd omdat de stad zelf en de mensen in de stad nauw met elkaar verbonden zijn in grote eenheid. De verschillende componenten van de stad zoals voedsel, water, kleuren, geuren, muziek zullen de bruidsliefde van de Bruid voor Jezus voortdurend vernieuwen en inspireren. De externe observatie bevat beschrijvingen van verschillende aspecten van de stad:
- de schitterende schoonheid van de stad (21:9-11).
- de muur van de stad met 12 poorten en 12 fundamenten (21:12-14).
- de afmetingen van de stad met een lengte, breedte en hoogte van 2200 km (21:15-16).
- de dikte en de bouwmaterialen van de stadsmuur (21:17-20).
- het bouwmateriaal van de 12 poorten en de straat van de stad (21:21a).
Het Nieuwe Jeruzalem wordt in de externe observatie beschreven als de hoogste vervulling van het Heilige der heilige in de tabernakel van Mozes en de tempel van Salomo, want in deze stad is geen tempel (21:22). De stad heeft de vorm van een kubus zoals ook het Heilige der heiligen in de tempel van Salomo had (1 Kon.6:19-20). De fundamenten van de muur van de stad komen overeen met de edelstenen die de hogepriester bij zich droeg (Ex.28:15-21), waarmee de priesterlijke functie van de stad geopenbaard wordt.
Het Nieuwe Jeruzalem wordt beschreven als de hoogste vervulling van het Heilige der heilige in de tabernakel van Mozes en de tempel van Salomo, want in deze stad is geen tempel. De stad heeft de vorm van een kubus zoals ook het Heilige der heiligen in de tempel van Salomo had.
De interne observatie van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:21b-22:5 beschrijft vanuit een interne observatie het Nieuwe Jeruzalem als de hoogste vervulling van het paradijs of de hof van Eden, waarbij ook verschillende aspecten over de schoonheid van de stad worden beschreven.
1) er wordt gesproken over de schoonheid van het inwendige van de stad (21:21b-27).
2) er wordt gesproken over een intieme relatie met God in Zijn tegenwoordigheid (22:1-5).
3) er wordt gesproken over een verlichte stad zonder zonlicht (21:23, 22:5).
4) er wordt gesproken over een regerende stad met Gods troon aanwezig (21:24-26, 22:3-5).
5) er wordt gesproken over een werkende stad in dienstbaarheid (21:25, 22:2).
6) er wordt gesproken over een heilige stad zonder zonde (21:8,27, 22:14-15).
7) er wordt gesproken over het leven in de stad als in het paradijs (22:1-5) met de rivier van levend water (22:1) en de levensboom (22:2).
Deze interne observatie beschrijft ook de interactie tussen het Nieuwe Jeruzalem en de koningen op de millenniumaarde (21:24-26). Ook wordt de eeuwige positie van de gelovigen in het Nieuwe Jeruzalem beschreven. De heiligen van God zullen Hem van aangezicht tot aangezicht dienen in een relatie die met heiligheid gevuld is (22:3-5), en het licht van God zal kracht, wijsheid en heiligheid toedienen aan hen die samen met Hem regeren (22:5).
Openb.22:5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.
Het Millennium betekent in concreto: de hemel op aarde?
Jezus, levend te midden van de zijnen, dat is het Millennium. Hemel op aarde kunnen we dat zeggen? Er is heel veel te zeggen over het Millennium (zie hierboven). Er is ook veel dat is te overwegen. Je kunt de eschatologie bestuderen. Je kan horen van de komst van de Antichrist en over de Verdrukking; vervolgens hoor je over de tweede komst van Jezus, waarna het Millennium komt. Okay, dan krijg je een duizend jaar met een soort van bij elkaar zitten, duimen draaiend, en dan uiteindelijk de hemel.
Wel, wij kijken allemaal uit naar de hemel nietwaar? Dat is de grote opwindende climax. Je zou jezelf moeten afvragen, waarom dan al die moeite met het Millennium, kunnen we dat niet gewoon overslaan en rechtstreeks naar de hemel gaan? Dat is wat je liever zou willen doen, gewoon bij de Heer zijn. Je hoeft dat duizend jaar gedoe niet. Wat echter nodig is om te doen, is eens teruggaan en kijken naar een aantal andere gedeelten die ook spreken over het Millennium. Hoe daar gesproken wordt over wat we de hemel noemen, en we gaan dan zien hoe het in elkaar past op een soms nogal ongelooflijke manier; en daarvoor moet je kijken naar de Hebreeuwse geschriften.
We moeten beginnen met het boek van de Openbaring dat prachtig is, maar dat is niet het enige boek dat we hebben voor dit onderwerp. Wat er gebeurt is dat Bijbelleraren veel tijd spenderen aan het boek Openbaring, maar er nauwelijks tijd aan besteden om eens terug te gaan naar de geschriften van het Oude Testament. Dus moeten we daar tijd aan besteden voor contrast en vergelijking, om vervolgens een vollediger beeld te krijgen. Dat is wat we nu gaan doen.
Als we naar het boek Daniël gaan, komen we het volgende vers tegen en eerlijk gezegd is dit nogal verbazingwekkend:
"De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid." (Daniël 7:28)
"In eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid" is de manier van spreken over de Joden. We willen niet onnodig ingaan op woorden die beginnen met het woord heiligen. Maar als je kijkt naar Daniël 7:22, dat spreekt over hen, de Joden, dan spreekt het over degenen die aan de kant van de Antichrist en Satan staan voor 1260 dagen, een tijd, tijden en een halve tijd wat gelijk is aan hoofdstuk 12 van het boek Openbaring en eveneens een paar onthullingen in hoofdstuk 13.
Maar dit spreekt over de heiligen van de Allerhoogste die het Koninkrijk ontvangen en het koningschap in bezit nemen voor eeuwig, ja tot in der eeuwen der eeuwigheid. En ik zeg dan dat u wel weet dat dit werkelijk een lange tijd is, "voor eeuwig en eeuwig". en je kunt niet bevatten, dat dit ooit tot een einde zal komen als een niet eindigend Koninkrijk dat gaat beginnen aan het begin van het Millennium. Wij hebben altijd geleerd dat de duizend jaar duizend jaar is en dat vervolgens de aarde wordt opgeblazen, en dat God vervolgens overnieuw begint met het uitroepen van de eeuwige staat. En wij blijven maar denken hoe we dat met Daniel 7:18 kunnen verbinden, maar dat is totaal onmogelijk, kijkend naar Openbaring 21:1:
"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
De interne observatie van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb.21:21b-22:5 beschrijft vanuit een interne observatie het Nieuwe Jeruzalem als de hoogste vervulling van het paradijs of de hof van Eden, waarbij ook verschillende aspecten over de schoonheid van de stad worden beschreven.
1) er wordt gesproken over de schoonheid van het inwendige van de stad (21:21b-27).
2) er wordt gesproken over een intieme relatie met God in Zijn tegenwoordigheid (22:1-5).
3) er wordt gesproken over een verlichte stad zonder zonlicht (21:23, 22:5).
4) er wordt gesproken over een regerende stad met Gods troon aanwezig (21:24-26, 22:3-5).
5) er wordt gesproken over een werkende stad in dienstbaarheid (21:25, 22:2).
6) er wordt gesproken over een heilige stad zonder zonde (21:8,27, 22:14-15).
7) er wordt gesproken over het leven in de stad als in het paradijs (22:1-5) met de rivier van levend water (22:1) en de levensboom (22:2).
Deze interne observatie beschrijft ook de interactie tussen het Nieuwe Jeruzalem en de koningen op de millenniumaarde (21:24-26). Ook wordt de eeuwige positie van de gelovigen in het Nieuwe Jeruzalem beschreven. De heiligen van God zullen Hem van aangezicht tot aangezicht dienen in een relatie die met heiligheid gevuld is (22:3-5), en het licht van God zal kracht, wijsheid en heiligheid toedienen aan hen die samen met Hem regeren (22:5).
Openb.22:5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.
Het Millennium betekent in concreto: de hemel op aarde?
Jezus, levend te midden van de zijnen, dat is het Millennium. Hemel op aarde kunnen we dat zeggen? Er is heel veel te zeggen over het Millennium (zie hierboven). Er is ook veel dat is te overwegen. Je kunt de eschatologie bestuderen. Je kan horen van de komst van de Antichrist en over de Verdrukking; vervolgens hoor je over de tweede komst van Jezus, waarna het Millennium komt. Okay, dan krijg je een duizend jaar met een soort van bij elkaar zitten, duimen draaiend, en dan uiteindelijk de hemel.
Wel, wij kijken allemaal uit naar de hemel nietwaar? Dat is de grote opwindende climax. Je zou jezelf moeten afvragen, waarom dan al die moeite met het Millennium, kunnen we dat niet gewoon overslaan en rechtstreeks naar de hemel gaan? Dat is wat je liever zou willen doen, gewoon bij de Heer zijn. Je hoeft dat duizend jaar gedoe niet. Wat echter nodig is om te doen, is eens teruggaan en kijken naar een aantal andere gedeelten die ook spreken over het Millennium. Hoe daar gesproken wordt over wat we de hemel noemen, en we gaan dan zien hoe het in elkaar past op een soms nogal ongelooflijke manier; en daarvoor moet je kijken naar de Hebreeuwse geschriften.
We moeten beginnen met het boek van de Openbaring dat prachtig is, maar dat is niet het enige boek dat we hebben voor dit onderwerp. Wat er gebeurt is dat Bijbelleraren veel tijd spenderen aan het boek Openbaring, maar er nauwelijks tijd aan besteden om eens terug te gaan naar de geschriften van het Oude Testament. Dus moeten we daar tijd aan besteden voor contrast en vergelijking, om vervolgens een vollediger beeld te krijgen. Dat is wat we nu gaan doen.
Als we naar het boek Daniël gaan, komen we het volgende vers tegen en eerlijk gezegd is dit nogal verbazingwekkend:
"De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid." (Daniël 7:28)
"In eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid" is de manier van spreken over de Joden. We willen niet onnodig ingaan op woorden die beginnen met het woord heiligen. Maar als je kijkt naar Daniël 7:22, dat spreekt over hen, de Joden, dan spreekt het over degenen die aan de kant van de Antichrist en Satan staan voor 1260 dagen, een tijd, tijden en een halve tijd wat gelijk is aan hoofdstuk 12 van het boek Openbaring en eveneens een paar onthullingen in hoofdstuk 13.
Maar dit spreekt over de heiligen van de Allerhoogste die het Koninkrijk ontvangen en het koningschap in bezit nemen voor eeuwig, ja tot in der eeuwen der eeuwigheid. En ik zeg dan dat u wel weet dat dit werkelijk een lange tijd is, "voor eeuwig en eeuwig". en je kunt niet bevatten, dat dit ooit tot een einde zal komen als een niet eindigend Koninkrijk dat gaat beginnen aan het begin van het Millennium. Wij hebben altijd geleerd dat de duizend jaar duizend jaar is en dat vervolgens de aarde wordt opgeblazen, en dat God vervolgens overnieuw begint met het uitroepen van de eeuwige staat. En wij blijven maar denken hoe we dat met Daniel 7:18 kunnen verbinden, maar dat is totaal onmogelijk, kijkend naar Openbaring 21:1:
"En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.
Dat lijkt een einde aan de discussie te maken, maar wij moeten niet alleen maar naar Openbaring 21 kijken, maar naar al de Schriften en ze vervolgens synchroniseren. Zo komen we Jesaja 65:17 tegen, waarin God zegt: "Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde." Wel, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, beschreven in Jesaja, is dezelfde beschrijving van een nieuwe hemel en aarde als beschreven in het boek Openbaring. Maar ala we dan vers 20 lezen, wat zegt:
"Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden."
Wacht even, dit kan niet, hoe kan er een nieuwe hemel en aarde komen en er nog steeds mensen doodgaan, terwijl Openbaring vertelt dat de dood is weggedaan. Hoe kan daar dan de dood nog aanwezig zijn? Dat is niet te vatten.
Dat zijn de zaken die tot nader studie dwingen, waarvan het resultaat beetje bij beetje naar voren komt. Nu moeten we eerst gaan opsommen van wat er gebeurde bij de Tweede komst - want dat is belangrijk, omdat, als we bedenken hoe de aarde eindigt aan het einde van de verdrukking, dan zal dat ons helpen om aan te voelen wat er gebeuren moet aan het begin van het Millennium.
Dat lijkt een einde aan de discussie te maken, maar wij moeten niet alleen maar naar Openbaring 21 kijken, maar naar al de Schriften en ze vervolgens synchroniseren. Zo komen we Jesaja 65:17 tegen, waarin God zegt: "Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde." Wel, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, beschreven in Jesaja, is dezelfde beschrijving van een nieuwe hemel en aarde als beschreven in het boek Openbaring. Maar ala we dan vers 20 lezen, wat zegt:
"Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden."
Wacht even, dit kan niet, hoe kan er een nieuwe hemel en aarde komen en er nog steeds mensen doodgaan, terwijl Openbaring vertelt dat de dood is weggedaan. Hoe kan daar dan de dood nog aanwezig zijn? Dat is niet te vatten.
Dat zijn de zaken die tot nader studie dwingen, waarvan het resultaat beetje bij beetje naar voren komt. Nu moeten we eerst gaan opsommen van wat er gebeurde bij de Tweede komst - want dat is belangrijk, omdat, als we bedenken hoe de aarde eindigt aan het einde van de verdrukking, dan zal dat ons helpen om aan te voelen wat er gebeuren moet aan het begin van het Millennium.
Aan het begin van het millennium veranderden alle wateren in bloed,en bedenk nadrukkelijk dat al het water op aarde bloed werd.
Wateren veranderd in bloed.
• Allereerst is er een aswolk die de zon en de maan verduisteren.
• Miljarden mensen worden gedood door 200 miljoen (demonische) ruiters.
• Al de oceanen, rivieren en meren zijn vol met bloed!
Alles is bloed, en bedenk daarbij dat al het water op aarde bloed is geworden. Dat is werkelijk onwerkelijk, je wilt dan niet op deze planeet zijn. Dan, als dan de hemelen voorbij zijn gegaan en alles een eenheid vormt, wanneer iedereen Jezus ziet, alle bergen schudden, zich verplaatsen en verdwijnen, de eilanden eveneens verdwijnen, de elementen van de aarde smelten, de aarde weer een grote ruïne is geworden als bij het begin van Genesis, is vernietigd en de hemelen voorbij zijn gegaan, dus als de oude hemelen voorbij zijn, wat dan?
Dan zullen we iets nieuws moeten krijgen als het oudere is vernietigd in de tijd van de Tweede Wederkomst, vernietigd met vuur, zoals we zagen. Wat moet er vervolgens gaan gebeuren? Je moet iets nieuws hebben, een nieuw begin, een nieuwe aarde.
Dit is de eerste aanwijzing dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gaat scheppen in het begin van het Millennium. Door dit te overdenken verdwijnt haast ons geloof, omdat we alleen vasthouden aan wat de theologie ons heeft geleerd.
Volgens de traditionele chronologie is komt eerst het oordeel over de schapen en de bokken wat dan wordt gevolgd door het Millennium met een nieuwe hemel en aarde, als een soort van herschepping over de bestaande heen, over het huidige plan heen als je wilt, maar niet met de nieuwe hemel en de aarde, maar slechts als een tijdelijke intermediaire hemel en aarde, wat gevolgd zal worden door satans rebellie precies duizend jaar later, en dan wordt dat weer gevolgd door de grote witte troon, en dan de nieuwe hemel en de aarde in haar eeuwige staat.
Traditionele uitleg zegt dus :
- Het oordeel van de volken (scheiding van de schapen en de bokken)
- Millennium
- De nieuwe hemel en de nieuwe aarde als herschepping
- Satans rebellie
- Grote Witte Troon Oordeel
- De nieuwe hemel en de nieuwe aarde
Dit is de traditionele chronologie, dit is wat gedurende lange tijd werd gedacht. Maar nu deze twee in strijd met elkaar komen, kijken we naar de gedeelten van Openbaring 21:1 en Jesaja 65:17 in het bijzonder, die op gespannen voet met elkaar staan, tenminste in het kader van deze uitgesproken theologische visie, en we kijken dan werkelijk naar alle verzen die te vinden zijn.
We zien het schapen-en-bokken-oordeel, dan hebben we de nieuwe hemelen en de aarde, wanneer het grote evenement van de nieuwe hemel en aarde hierna gebeurt. Niet na de duizend jaar, en we gaan zo de Schriftuurlijke basis zien, dat dit wordt gevolgd door het nieuwe Jeruzalem, dat onmiddellijk neerdaalt.
Wat we zien, als je kijkt naar al de verzen, als je kijkt naar de Hebreeuwse geschriften moet je wel tot die conclusie komen.
Volgend op satans woeden en het gebeuren van de Grote Witte Troon gaat het leven verder. Het leven gaat verder en de tijden zijn goed, voor eeuwig. Dus opnieuw Openbaring 21:1: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
Merk ten eerste op dat Johannes zegt dat de eerste hemel en eerste aarde voorbij zijn gegaan, we hebben geen soort van intermediaire aarde die hier wordt genoemd, het is alleen de eerste hemel en dan de tweede hemel, niet meer.
We hebben twee modellen, de bestaande hemel en aarde en datgene wat nog moet komen, het tweede stel, met opnieuw Jesaja 65:17: " Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde."
Wateren veranderd in bloed.
• Allereerst is er een aswolk die de zon en de maan verduisteren.
• Miljarden mensen worden gedood door 200 miljoen (demonische) ruiters.
• Al de oceanen, rivieren en meren zijn vol met bloed!
Alles is bloed, en bedenk daarbij dat al het water op aarde bloed is geworden. Dat is werkelijk onwerkelijk, je wilt dan niet op deze planeet zijn. Dan, als dan de hemelen voorbij zijn gegaan en alles een eenheid vormt, wanneer iedereen Jezus ziet, alle bergen schudden, zich verplaatsen en verdwijnen, de eilanden eveneens verdwijnen, de elementen van de aarde smelten, de aarde weer een grote ruïne is geworden als bij het begin van Genesis, is vernietigd en de hemelen voorbij zijn gegaan, dus als de oude hemelen voorbij zijn, wat dan?
Dan zullen we iets nieuws moeten krijgen als het oudere is vernietigd in de tijd van de Tweede Wederkomst, vernietigd met vuur, zoals we zagen. Wat moet er vervolgens gaan gebeuren? Je moet iets nieuws hebben, een nieuw begin, een nieuwe aarde.
Dit is de eerste aanwijzing dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gaat scheppen in het begin van het Millennium. Door dit te overdenken verdwijnt haast ons geloof, omdat we alleen vasthouden aan wat de theologie ons heeft geleerd.
Volgens de traditionele chronologie is komt eerst het oordeel over de schapen en de bokken wat dan wordt gevolgd door het Millennium met een nieuwe hemel en aarde, als een soort van herschepping over de bestaande heen, over het huidige plan heen als je wilt, maar niet met de nieuwe hemel en de aarde, maar slechts als een tijdelijke intermediaire hemel en aarde, wat gevolgd zal worden door satans rebellie precies duizend jaar later, en dan wordt dat weer gevolgd door de grote witte troon, en dan de nieuwe hemel en de aarde in haar eeuwige staat.
Traditionele uitleg zegt dus :
- Het oordeel van de volken (scheiding van de schapen en de bokken)
- Millennium
- De nieuwe hemel en de nieuwe aarde als herschepping
- Satans rebellie
- Grote Witte Troon Oordeel
- De nieuwe hemel en de nieuwe aarde
Dit is de traditionele chronologie, dit is wat gedurende lange tijd werd gedacht. Maar nu deze twee in strijd met elkaar komen, kijken we naar de gedeelten van Openbaring 21:1 en Jesaja 65:17 in het bijzonder, die op gespannen voet met elkaar staan, tenminste in het kader van deze uitgesproken theologische visie, en we kijken dan werkelijk naar alle verzen die te vinden zijn.
We zien het schapen-en-bokken-oordeel, dan hebben we de nieuwe hemelen en de aarde, wanneer het grote evenement van de nieuwe hemel en aarde hierna gebeurt. Niet na de duizend jaar, en we gaan zo de Schriftuurlijke basis zien, dat dit wordt gevolgd door het nieuwe Jeruzalem, dat onmiddellijk neerdaalt.
Wat we zien, als je kijkt naar al de verzen, als je kijkt naar de Hebreeuwse geschriften moet je wel tot die conclusie komen.
Volgend op satans woeden en het gebeuren van de Grote Witte Troon gaat het leven verder. Het leven gaat verder en de tijden zijn goed, voor eeuwig. Dus opnieuw Openbaring 21:1: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
Merk ten eerste op dat Johannes zegt dat de eerste hemel en eerste aarde voorbij zijn gegaan, we hebben geen soort van intermediaire aarde die hier wordt genoemd, het is alleen de eerste hemel en dan de tweede hemel, niet meer.
We hebben twee modellen, de bestaande hemel en aarde en datgene wat nog moet komen, het tweede stel, met opnieuw Jesaja 65:17: " Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde."
En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.
Openbaring 20:11 spreekt over de Grote Witte Troon.
"En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was."
Hoofdstuk twintig komt eerst, en daarna komt hoofdstuk 21: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
Hoofdstuk 20 kan niet na 21 komen in de zin, maar het boek Openbaring is niet een chronologisch maar een thematisch boek, en er zijn daar veel van. In Openbaring 6:14 staat ‘en al de bergen en eilanden verdwijnen’ en dan in Openbaring 16 gaat eveneens hetzelfde gebeuren.
We moeten er thematisch naar kijken, niet in chronologisch volgorde, nog steeds letterlijk, maar thematisch, en dan past het allemaal in elkaar.
Dus Openbaring 21 en 22, steunen de details die gebeuren, wat plaats vindt in het Millennium en niet na het Millennium. Dus het goede nieuws wat we hebben, is dat we het hemelse Jeruzalem betreden een heel stuk eerder dan we ooit gedacht hebben. Dat is het goede nieuws, het feit blijft overeind dat we voor veel mensen op Psalm 148:2-6 wijzen, waarin wordt verteld dat de schepping simpelweg eeuwig is als de engelen loven en de zon en de maan werd opgericht voor eeuwig en altijd. "Loof de HEERE vanuit de hemel, loof Hem in de hoogste plaatsen. Loof Hem, al Zijn engelen, loof Hem, al Zijn legermachten. Loof Hem, zon en maan, loof Hem, alle lichtende sterren. Loof Hem, allerhoogste hemel, en water dat boven de hemel is. Laten zij de Naam van de HEERE loven, want toen Híj het gebood, werden zij geschapen. Hij heeft ze vast doen staan, voor eeuwig en altijd, hun een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden.
Hier lijkt het er dan op dat de aarde waar we zijn tot op de dag van vandaag, niet aan gort zal worden geblazen, het zal voor altijd blijven. Dus hoe we dit kunnen rijmen gaan we zo direct zien, maar het is nodig te zien, dat het niet weggaat, het wordt gerestaureerd, het wordt herschapen of geheeld. Het is alsof het geheel splinternieuw wordt, alsof de resetknop wordt ingedrukt op uw browser. Het is dezelfde pagina maar alle gedachten erin zijn vernieuwd.
Openbaring 20:11 spreekt over de Grote Witte Troon.
"En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was."
Hoofdstuk twintig komt eerst, en daarna komt hoofdstuk 21: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer."
Hoofdstuk 20 kan niet na 21 komen in de zin, maar het boek Openbaring is niet een chronologisch maar een thematisch boek, en er zijn daar veel van. In Openbaring 6:14 staat ‘en al de bergen en eilanden verdwijnen’ en dan in Openbaring 16 gaat eveneens hetzelfde gebeuren.
We moeten er thematisch naar kijken, niet in chronologisch volgorde, nog steeds letterlijk, maar thematisch, en dan past het allemaal in elkaar.
Dus Openbaring 21 en 22, steunen de details die gebeuren, wat plaats vindt in het Millennium en niet na het Millennium. Dus het goede nieuws wat we hebben, is dat we het hemelse Jeruzalem betreden een heel stuk eerder dan we ooit gedacht hebben. Dat is het goede nieuws, het feit blijft overeind dat we voor veel mensen op Psalm 148:2-6 wijzen, waarin wordt verteld dat de schepping simpelweg eeuwig is als de engelen loven en de zon en de maan werd opgericht voor eeuwig en altijd. "Loof de HEERE vanuit de hemel, loof Hem in de hoogste plaatsen. Loof Hem, al Zijn engelen, loof Hem, al Zijn legermachten. Loof Hem, zon en maan, loof Hem, alle lichtende sterren. Loof Hem, allerhoogste hemel, en water dat boven de hemel is. Laten zij de Naam van de HEERE loven, want toen Híj het gebood, werden zij geschapen. Hij heeft ze vast doen staan, voor eeuwig en altijd, hun een orde gegeven, die geen van hen zal overtreden.
Hier lijkt het er dan op dat de aarde waar we zijn tot op de dag van vandaag, niet aan gort zal worden geblazen, het zal voor altijd blijven. Dus hoe we dit kunnen rijmen gaan we zo direct zien, maar het is nodig te zien, dat het niet weggaat, het wordt gerestaureerd, het wordt herschapen of geheeld. Het is alsof het geheel splinternieuw wordt, alsof de resetknop wordt ingedrukt op uw browser. Het is dezelfde pagina maar alle gedachten erin zijn vernieuwd.
De aarde zal worden herschapen en dat heeft te maken met Israëls voortbestaan. Als de zon, maan en de sterren ook zouden wijken, dan zou God ook het nageslacht van Israël verbannen, maar Hij heeft gezegd dat ze het Koninkrijk zullen erven voor eeuwig tot in alle eeuwigheden.
We ontdekken dat de zon, maan en sterren zijn gebonden aan Israëls bestaan. Daarvan zegt de Heer in Jeremia 32:35,36: "Die de zon tot een licht geeft overdag en de vaste orde van maan en sterren tot een licht in de nacht, Die de zee opzweept, zodat haar golven bruisen, HEERE van de legermachten is Zijn Naam. Als deze verordeningen ooit zouden wijken van voor Mijn aangezicht, spreekt de HEERE, dan zou ook het nageslacht van Israël ophouden een volk voor Mijn aangezicht te zijn, alle dagen!"
Dus als de zon, maan en de sterren ook zouden wijken, dan zou God ook het nageslacht van Israël verbannen, maar Hij heeft gezegd dat ze het Koninkrijk zullen erven voor eeuwig in alle eeuwigheden. Dus Hij kan ze niet verwerpen, want Hij vertelde Abraham dat Hij hem zou zegenen, en dan in Genesis 15 gaat Hij een eenzijdig verdrag met hem aan, dus de enige God belooft trouw te zijn in dat verdrag. Hij zweert bij zijn eigen leven dat hij de beloften zal houden die Hij doet aan Abraham Isaac en Jacob. Zo zie je dat deze aarde niet weg zal gaan, hij zal schade lijden, ja, maar hij zal nooit opnieuw worden vervangen. De aarde is gevestigd.
Psalm 78:69: "Hij bouwde Zijn heiligdom, als hoogten, en vast als de aarde, die Hij voor eeuwig grondvestte."
Psalm 104:5: "Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten, die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen."
Pred.1:4 "De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan."
Jezus spreekt over de wedergeboorte, Matth. 18:28: "En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, [palingenesia] als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen."
Palingenesia is een groot woord voor 'opnieuw een Genesis' of wat een 'regeneratie' betekent. Wanneer de Zoon des mensen op de troon van zijn heerlijkheid zit, dan hebben we hetzelfde woord in kwestie als in Titus 3:5, wat zegt: " Hij maakte ons zalig, niet op grond van werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest."
Kijk, we worden nieuw gemaakt, maar u en ik zijn nog steeds dezelfde, het is niet een of andere kloon van u. Dat is een goede zaak, want als we enkel maar een kloon waren, dan bent je niet echt jezelf, maar wat recht overeind staat, is dat je nog steeds dezelfde bent op de een of andere manier. Het is Paulus die het zo zegt, dat het dezelfde aarde, maar toch een nieuwe aarde is, net zoals de nieuwe jij, als dezelfde nieuwe jij. Net zoals verteld wordt in de brief aan de Romeinen, waar Paulus zegt dat de schepping er op wacht om te worden opgeblazen? Nee, hij zegt: "Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe."
We zien, dat toen Adam zondigde, alles verviel. Op het moment dat God het stof van de aarde nam, nam hij de Adama en maakte het als aardman en hij maakte de Adama man. Hij heeft de mens laten komen uit de Adama, de aarde, en Adam komt uit de Adama en Adam als het federale hoofd van de aarde en alles wat daarmee verbonden is, met de hele kosmos, op basis van Genesis 1:2. Dus toen Adam gelukkig was, was de aarde gelukkig, de dieren gelukkig, omdat God zei: Laat de aarde levende wezens voortbrengen en ze kwamen uit de Adama. Maar toen Adam overging tot degeneratie, toen raakte de hele aarde in verval, de dieren raakten in verval, hij is het centrum van al het gesprokene. Alles is organisch verbonden met Adam. Dus wanneer hij is hersteld, is al het andere dan eveneens ook hersteld. Dat is waar de aarde op wacht, op de onthulling, het openbaar worden van de kinderen van God, wachtend op de tijd dat het wordt hersteld, niet om aan stukken te worden geblazen. Ziet u, deze aarde zal weer compleet worden hersteld, nu gaat het veel dieper dan je eigenlijk zou kunnen realiseren. Het verderf gaat helemaal naar de bodem zelf, dat is het waarom sommigen zoeken naar het basisdeeltje dat indertijd ontsnapte.
We ontdekken dat de zon, maan en sterren zijn gebonden aan Israëls bestaan. Daarvan zegt de Heer in Jeremia 32:35,36: "Die de zon tot een licht geeft overdag en de vaste orde van maan en sterren tot een licht in de nacht, Die de zee opzweept, zodat haar golven bruisen, HEERE van de legermachten is Zijn Naam. Als deze verordeningen ooit zouden wijken van voor Mijn aangezicht, spreekt de HEERE, dan zou ook het nageslacht van Israël ophouden een volk voor Mijn aangezicht te zijn, alle dagen!"
Dus als de zon, maan en de sterren ook zouden wijken, dan zou God ook het nageslacht van Israël verbannen, maar Hij heeft gezegd dat ze het Koninkrijk zullen erven voor eeuwig in alle eeuwigheden. Dus Hij kan ze niet verwerpen, want Hij vertelde Abraham dat Hij hem zou zegenen, en dan in Genesis 15 gaat Hij een eenzijdig verdrag met hem aan, dus de enige God belooft trouw te zijn in dat verdrag. Hij zweert bij zijn eigen leven dat hij de beloften zal houden die Hij doet aan Abraham Isaac en Jacob. Zo zie je dat deze aarde niet weg zal gaan, hij zal schade lijden, ja, maar hij zal nooit opnieuw worden vervangen. De aarde is gevestigd.
Psalm 78:69: "Hij bouwde Zijn heiligdom, als hoogten, en vast als de aarde, die Hij voor eeuwig grondvestte."
Psalm 104:5: "Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten, die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen."
Pred.1:4 "De ene generatie gaat en de andere generatie komt, maar de aarde blijft voor eeuwig staan."
Jezus spreekt over de wedergeboorte, Matth. 18:28: "En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, [palingenesia] als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen."
Palingenesia is een groot woord voor 'opnieuw een Genesis' of wat een 'regeneratie' betekent. Wanneer de Zoon des mensen op de troon van zijn heerlijkheid zit, dan hebben we hetzelfde woord in kwestie als in Titus 3:5, wat zegt: " Hij maakte ons zalig, niet op grond van werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest."
Kijk, we worden nieuw gemaakt, maar u en ik zijn nog steeds dezelfde, het is niet een of andere kloon van u. Dat is een goede zaak, want als we enkel maar een kloon waren, dan bent je niet echt jezelf, maar wat recht overeind staat, is dat je nog steeds dezelfde bent op de een of andere manier. Het is Paulus die het zo zegt, dat het dezelfde aarde, maar toch een nieuwe aarde is, net zoals de nieuwe jij, als dezelfde nieuwe jij. Net zoals verteld wordt in de brief aan de Romeinen, waar Paulus zegt dat de schepping er op wacht om te worden opgeblazen? Nee, hij zegt: "Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God. Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe."
We zien, dat toen Adam zondigde, alles verviel. Op het moment dat God het stof van de aarde nam, nam hij de Adama en maakte het als aardman en hij maakte de Adama man. Hij heeft de mens laten komen uit de Adama, de aarde, en Adam komt uit de Adama en Adam als het federale hoofd van de aarde en alles wat daarmee verbonden is, met de hele kosmos, op basis van Genesis 1:2. Dus toen Adam gelukkig was, was de aarde gelukkig, de dieren gelukkig, omdat God zei: Laat de aarde levende wezens voortbrengen en ze kwamen uit de Adama. Maar toen Adam overging tot degeneratie, toen raakte de hele aarde in verval, de dieren raakten in verval, hij is het centrum van al het gesprokene. Alles is organisch verbonden met Adam. Dus wanneer hij is hersteld, is al het andere dan eveneens ook hersteld. Dat is waar de aarde op wacht, op de onthulling, het openbaar worden van de kinderen van God, wachtend op de tijd dat het wordt hersteld, niet om aan stukken te worden geblazen. Ziet u, deze aarde zal weer compleet worden hersteld, nu gaat het veel dieper dan je eigenlijk zou kunnen realiseren. Het verderf gaat helemaal naar de bodem zelf, dat is het waarom sommigen zoeken naar het basisdeeltje dat indertijd ontsnapte.
De wetenschap zoekt naar het ontbrekenden basisdeeltje van de schepping om de macht van God te herleiden om zodoende invloed uit te oefenen op de fundamenten van de aarde. Deze kennis mist de mens omdat hij in Adam al van de boom van kennis van goed en kwaad en zondigde tegen Gods voorwaarde.
Dr. Robert Gentry (een nucleair natuuronderzoeker) heeft veel werk gedaan met polonium en radio halos en toonde aan dat die radio halos werden gevormd in de tijd van de schepping. Je kan ook zeggen dat het gebeurde in de tijd van het verval. Maar in elk geval gebeurde het erg snel en het is doorgedrongen in alles, en voor het geval dat u het niet weet, als u een granieten aanrechtblad heeft is die licht radioactief. Er is geen kans dat dit uw dood wordt, maar het is licht radioactief. Omdat er een alpha deeltje ontsnapt is een rots instabiel, weliswaar heel weinig, maar het ontbindt zich heel langzaam en dat is wat er met de hele aarde aan de hand is, de rotsen, de bomen, het gras, alles is in verval.
Kijk gewoon in de spiegel en je zult het gaan geloven. Ieder van ons valt uit elkaar, dat begrijpen we heel goed. Dus de nieuwe hemel en aarde worden gemaakt aan het begin van het millennium, als God opnieuw zegt in Jesaja 65:17-20:
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap. En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
Hij maakt een nieuwe hemel en aarde. Met de gedachte dat de dood niet mogelijk is binnen in de stad, maar buiten de stad, en niet voor u en mij die ons vertrouwen hebben gesteld op de Here Jezus, wij zullen daar zijn als onsterfelijk, maar hun dood is mogelijk voor hen als sterfelijken die de overlevers zijn van de mensen die komen vanuit de Grote Verdrukking. Dus maak u geen zorgen, u kunt uw redding niet verliezen, als u daar bent is het helemaal voor elkaar.
Jesaja 66:22; " Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de HEERE, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan."
Dit gebeurt in de context van het Millennium, en niet een duizend jaar later, wat de traditionele gedachte is. Laten we nu terug kijken naar als de hemel en aarde wegvluchten voor Jezus. Merk hier op in Openbaring 20:11: " En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was."
Wel, stel jezelf de vraag: wanneer vluchten de hemelen en de aarde dan weg voor de Heer? Was het op dit punt in de historie of was het al eerder? We hebben al gezien dat de hemelen zich oprolden als een boekrol bij het komen van de Heer.
Jesaja zegt daarover dat het zal zijn alsof de hemelen oprolden en naar beneden kwamen, wanneer het gordijn tussen de hemelen en de aarde verdween, wat gebeurt bij de tweede komst. Als de aarde verwoest is, opnieuw, niet door het op te blazen als een ster, maar het is vernietigd voor praktisch gebruik in de tijd van de tweede komst, en natuurlijk in de jaren die daartoe leiden.
Dus hoe kan het dan zijn, dat het voor zichzelf spreekt als dat ene ding, wat eigenlijk een ander ding is? Dit heeft te maken met wat we voltooid verleden tijd noemen, het is een beschrijving van iets in andere woorden met de verklaring als een titel en niet als een verbale beschrijving, met een belangrijk kenmerk van de persoon en niet van een actie die gebeurt op dat moment.
Dus als we praten over wanneer de tronen werden opgezet in het begin van Openbaring vers 20 en dan aankomen in vers 11, en ik zag een grote witte troon en Hem die daarop zat, wie is dan die persoon op de troon? Dat is dan degene waarvan we weten dat de hemelen en aarde voor Hem wegvluchten. Dat is Jezus, ja ik weet over wie je het hebt.
Maar wat gebeurt er dan met de 'zee'. We lezen in de Bijbel dat er water zal zijn op aarde gedurende het Millennium, waarover gesproken wordt in het boek Ezechiël. Dus hoe kan het dan zo zijn dat de zee weg is gegaan, wat betekent dat dan eigenlijk? Wel merk hier op dat de zee die Johannes beschrijft 'enkelvoud' is, en enkelvoud is geen meervoud, en we weten dat al de zeeën en het water waren veranderd in bloed gedurende de tijd van de Verdrukking, die zijn nu allemaal verdwenen, dat is een goede zaak, als je weet wat die nog achterlieten, dat was echt goed dat al dat bloedige water wat we zagen in een eerder deel van Openbaring, dat is gelukkig weg.
Dr. Robert Gentry (een nucleair natuuronderzoeker) heeft veel werk gedaan met polonium en radio halos en toonde aan dat die radio halos werden gevormd in de tijd van de schepping. Je kan ook zeggen dat het gebeurde in de tijd van het verval. Maar in elk geval gebeurde het erg snel en het is doorgedrongen in alles, en voor het geval dat u het niet weet, als u een granieten aanrechtblad heeft is die licht radioactief. Er is geen kans dat dit uw dood wordt, maar het is licht radioactief. Omdat er een alpha deeltje ontsnapt is een rots instabiel, weliswaar heel weinig, maar het ontbindt zich heel langzaam en dat is wat er met de hele aarde aan de hand is, de rotsen, de bomen, het gras, alles is in verval.
Kijk gewoon in de spiegel en je zult het gaan geloven. Ieder van ons valt uit elkaar, dat begrijpen we heel goed. Dus de nieuwe hemel en aarde worden gemaakt aan het begin van het millennium, als God opnieuw zegt in Jesaja 65:17-20:
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap. En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
Hij maakt een nieuwe hemel en aarde. Met de gedachte dat de dood niet mogelijk is binnen in de stad, maar buiten de stad, en niet voor u en mij die ons vertrouwen hebben gesteld op de Here Jezus, wij zullen daar zijn als onsterfelijk, maar hun dood is mogelijk voor hen als sterfelijken die de overlevers zijn van de mensen die komen vanuit de Grote Verdrukking. Dus maak u geen zorgen, u kunt uw redding niet verliezen, als u daar bent is het helemaal voor elkaar.
Jesaja 66:22; " Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de HEERE, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan."
Dit gebeurt in de context van het Millennium, en niet een duizend jaar later, wat de traditionele gedachte is. Laten we nu terug kijken naar als de hemel en aarde wegvluchten voor Jezus. Merk hier op in Openbaring 20:11: " En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was."
Wel, stel jezelf de vraag: wanneer vluchten de hemelen en de aarde dan weg voor de Heer? Was het op dit punt in de historie of was het al eerder? We hebben al gezien dat de hemelen zich oprolden als een boekrol bij het komen van de Heer.
Jesaja zegt daarover dat het zal zijn alsof de hemelen oprolden en naar beneden kwamen, wanneer het gordijn tussen de hemelen en de aarde verdween, wat gebeurt bij de tweede komst. Als de aarde verwoest is, opnieuw, niet door het op te blazen als een ster, maar het is vernietigd voor praktisch gebruik in de tijd van de tweede komst, en natuurlijk in de jaren die daartoe leiden.
Dus hoe kan het dan zijn, dat het voor zichzelf spreekt als dat ene ding, wat eigenlijk een ander ding is? Dit heeft te maken met wat we voltooid verleden tijd noemen, het is een beschrijving van iets in andere woorden met de verklaring als een titel en niet als een verbale beschrijving, met een belangrijk kenmerk van de persoon en niet van een actie die gebeurt op dat moment.
Dus als we praten over wanneer de tronen werden opgezet in het begin van Openbaring vers 20 en dan aankomen in vers 11, en ik zag een grote witte troon en Hem die daarop zat, wie is dan die persoon op de troon? Dat is dan degene waarvan we weten dat de hemelen en aarde voor Hem wegvluchten. Dat is Jezus, ja ik weet over wie je het hebt.
Maar wat gebeurt er dan met de 'zee'. We lezen in de Bijbel dat er water zal zijn op aarde gedurende het Millennium, waarover gesproken wordt in het boek Ezechiël. Dus hoe kan het dan zo zijn dat de zee weg is gegaan, wat betekent dat dan eigenlijk? Wel merk hier op dat de zee die Johannes beschrijft 'enkelvoud' is, en enkelvoud is geen meervoud, en we weten dat al de zeeën en het water waren veranderd in bloed gedurende de tijd van de Verdrukking, die zijn nu allemaal verdwenen, dat is een goede zaak, als je weet wat die nog achterlieten, dat was echt goed dat al dat bloedige water wat we zagen in een eerder deel van Openbaring, dat is gelukkig weg.
Wat gebeurt er met de 'zee' in het milennium? We lezen in de Bijbel dat er water zal zijn op aarde gedurende die periode, waarover gesproken wordt in het boek Ezechiël. De zee die Johannes beschrijft is 'enkelvoudig', en al de zeeën en het water, die veranderd waren in bloed gedurende de tijd van de Verdrukking, zijn nu allemaal verdwenen.
Zee voor en na de vloed.
Maar hoe zit het met deze kwestie? Daar was geen zee meer! Maar hebben we wel zeeën op aarde, of hebben we eigenlijk maar één zee en niet meerdere zeeën? In het begin maakte God de zeeën 'meervoud' en volgens de scheppingswetenschap en de Bijbel ook, in het gebeuren van de vloed als de fonteinen van de grote afgrond zich openen en in plaats daarvan kregen we plaatselijke zeeën of meren, of zoals je wilt, grote meren, of noem het kleine oceanen, een goed woord ervoor.
In het begin maakte God de zeeën, en dat er meer land op aarde was dan water, maar na de vloed was er meer water dan er land was en werd alles een grote watervlakte, maar met het benoemen met verschillende namen. Onze oceanen zijn echt één groot wateroppervlakte, want je kunt de wereld rond varen. Dat betekent dat er een grote hoeveelheid water is als zee en dat zal weg gaan, omdat de zee zoals het nu is, een herinnering is aan het oordeel van boven dat gebeurde in de dagen van Noach. God zegt dat hij alle dingen nieuw gaat maken, dus nadat Jezus terug komt zal de aarde weer leeg worden en ook de zeeën zijn verdwenen en dan zegt Hij: zie, Ik maak alle dingen nieuw.
We lezen in Jesaja 41:18-20: "Ik zal op kale hoogten rivieren doen ontspringen, midden in valleien bronnen. Ik zal de woestijn maken tot een waterpoel, het dorre land tot waterbronnen. Ik zal in de woestijn de ceder zetten, de acacia, de mirt en de oliehoudende boom. Ik zal in de wildernis de cipres plaatsen, samen met plataan en dennenboom, opdat men ziet en erkent, bedenkt en tevens inziet dat de hand van de HEERE dit gedaan heeft, en de Heilige van Israël het geschapen heeft."
Zee voor en na de vloed.
Maar hoe zit het met deze kwestie? Daar was geen zee meer! Maar hebben we wel zeeën op aarde, of hebben we eigenlijk maar één zee en niet meerdere zeeën? In het begin maakte God de zeeën 'meervoud' en volgens de scheppingswetenschap en de Bijbel ook, in het gebeuren van de vloed als de fonteinen van de grote afgrond zich openen en in plaats daarvan kregen we plaatselijke zeeën of meren, of zoals je wilt, grote meren, of noem het kleine oceanen, een goed woord ervoor.
In het begin maakte God de zeeën, en dat er meer land op aarde was dan water, maar na de vloed was er meer water dan er land was en werd alles een grote watervlakte, maar met het benoemen met verschillende namen. Onze oceanen zijn echt één groot wateroppervlakte, want je kunt de wereld rond varen. Dat betekent dat er een grote hoeveelheid water is als zee en dat zal weg gaan, omdat de zee zoals het nu is, een herinnering is aan het oordeel van boven dat gebeurde in de dagen van Noach. God zegt dat hij alle dingen nieuw gaat maken, dus nadat Jezus terug komt zal de aarde weer leeg worden en ook de zeeën zijn verdwenen en dan zegt Hij: zie, Ik maak alle dingen nieuw.
We lezen in Jesaja 41:18-20: "Ik zal op kale hoogten rivieren doen ontspringen, midden in valleien bronnen. Ik zal de woestijn maken tot een waterpoel, het dorre land tot waterbronnen. Ik zal in de woestijn de ceder zetten, de acacia, de mirt en de oliehoudende boom. Ik zal in de wildernis de cipres plaatsen, samen met plataan en dennenboom, opdat men ziet en erkent, bedenkt en tevens inziet dat de hand van de HEERE dit gedaan heeft, en de Heilige van Israël het geschapen heeft."
Ik zal op kale hoogten rivieren doen ontspringen, midden in valleien bronnen. Ik zal de woestijn maken tot een waterpoel, het dorre land tot waterbronnen.
De aarde verwoest.
Dus gaat het van een woeste wildernis tot allerlei vormen van leven, net zoals het was op dag drie in de schepping. Herinner u wat er dan gebeurde op dag drie. God schiep de aarde en is verder te gaan met het scheppen van leven. Het leven is er gewoon klaar voor en dan zegt God: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde!
Op die dag kwam het omhoog, groeide heel snel en op die dag gebeurde het waarschijnlijk in seconden de dingen waarop het opkomt uit de grond, want het is iets wat steeds weer gebeurd. Het start met een naakte aarde, maar deze naakte aarde heeft niet langer het principe van degeneratie, maar het principe van iets wat nu weg is genomen, en nu dat degeneratieve generatief is geworden, en van een staat van verval tot een staat van leven, tot leven gevende energie of proporties of hoe u het noemen wilt, het is er klaar voor om te bloeien en dan geeft Hij het Woord: Zie ik maak alle dingen nieuw.
Deze plotseling grote groei van gras en bomen, opkomend uit het niets en de dieren die werden vernietigd, worden nu terug gebracht. Beide, de doorns en distels die als vloek de grond bedekken, dat is wat er gebeurd is in slechts een moment, toen Adam die vrucht nam, in slechts een moment, dat zal worden hersteld.
Voor een doornstruik zal een cipres opkomen, voor een distel zal een mirt opkomen; en het zal de HEERE zijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet zal worden uitgewist. Jes. 55: 13
Er zullen op elke hoge berg en elke verheven heuvel beken zijn en waterstromen, op de dag van de grote slachting, wanneer de torens zullen vallen. Jes. 30:25
Zie je dat wat ons is verteld, wanneer dit gaat gebeuren, wanneer het herstel van de aarde gaat gebeuren, op de dag dat Jezus terugkomt, als er een heleboel dingen gaan gebeuren op die dag. We weten niet hoe Hij de tijd daarvoor heeft om te doen, Hij heeft nogal een schema, maar Hij is God, Hij kan dit uitwerken.
Maar nu, luister, Jakob, Mijn dienaar, Israël, die Ik verkozen heb! Zo zegt de HEERE, uw Maker en uw Formeerder van de moederschoot af, Die u helpt: Wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, Jesjurun, die Ik verkozen heb. Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Jes. 44:1,3
Zing vrolijk, hemel, want de HEERE heeft het gedaan! Juich, diepten van de aarde! Breek uit, bergen, in gejuich, bossen en elke boom daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost en Zich verheerlijkt in Israël. Jes. 44:23
Dit is een tijd van vreugde als geen ander. We kunnen ons voorstellen dat Adam er al is, zeggende: alle doornen zijn verdwenen, de degeneratie is verdwenen. Mijn werk is ongedaan gemaakt, eindelijk, ik heb zo lang gewacht, zesduizend jaar ruwweg en hier is alles terug. Dat gaat een glorieuze dag worden waar we nauwelijks op kunnen wachten om het te zien.
Breek uit in gejubel, juich tezamen, puinhopen van Jeruzalem, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.
De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos. Zij zal welig in bloei staan en zich verheugen, ja, zij zal zich verheugen en juichen. De luister van de Libanon is haar gegeven, de glorie van de Karmel en de Saron. Ze zullen zien de heerlijkheid van de HEERE, de glorie van onze God. Jes. 35:1-2
Zie, Ik maak iets nieuws. Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten? Ja, ik zal een weg aanleggen in de woestijn, rivieren in de wildernis. Jes. 43:19
Hij die zit op de troon zegt: "Zie Ik maak alle dingen nieuw." Openbaring 21:15. Dus al de schriften die we hebben gezien tot dusver, corresponderen met wat we zien in Openbaring 21:5.
De aarde verwoest.
Dus gaat het van een woeste wildernis tot allerlei vormen van leven, net zoals het was op dag drie in de schepping. Herinner u wat er dan gebeurde op dag drie. God schiep de aarde en is verder te gaan met het scheppen van leven. Het leven is er gewoon klaar voor en dan zegt God: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde!
Op die dag kwam het omhoog, groeide heel snel en op die dag gebeurde het waarschijnlijk in seconden de dingen waarop het opkomt uit de grond, want het is iets wat steeds weer gebeurd. Het start met een naakte aarde, maar deze naakte aarde heeft niet langer het principe van degeneratie, maar het principe van iets wat nu weg is genomen, en nu dat degeneratieve generatief is geworden, en van een staat van verval tot een staat van leven, tot leven gevende energie of proporties of hoe u het noemen wilt, het is er klaar voor om te bloeien en dan geeft Hij het Woord: Zie ik maak alle dingen nieuw.
Deze plotseling grote groei van gras en bomen, opkomend uit het niets en de dieren die werden vernietigd, worden nu terug gebracht. Beide, de doorns en distels die als vloek de grond bedekken, dat is wat er gebeurd is in slechts een moment, toen Adam die vrucht nam, in slechts een moment, dat zal worden hersteld.
Voor een doornstruik zal een cipres opkomen, voor een distel zal een mirt opkomen; en het zal de HEERE zijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet zal worden uitgewist. Jes. 55: 13
Er zullen op elke hoge berg en elke verheven heuvel beken zijn en waterstromen, op de dag van de grote slachting, wanneer de torens zullen vallen. Jes. 30:25
Zie je dat wat ons is verteld, wanneer dit gaat gebeuren, wanneer het herstel van de aarde gaat gebeuren, op de dag dat Jezus terugkomt, als er een heleboel dingen gaan gebeuren op die dag. We weten niet hoe Hij de tijd daarvoor heeft om te doen, Hij heeft nogal een schema, maar Hij is God, Hij kan dit uitwerken.
Maar nu, luister, Jakob, Mijn dienaar, Israël, die Ik verkozen heb! Zo zegt de HEERE, uw Maker en uw Formeerder van de moederschoot af, Die u helpt: Wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, Jesjurun, die Ik verkozen heb. Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Jes. 44:1,3
Zing vrolijk, hemel, want de HEERE heeft het gedaan! Juich, diepten van de aarde! Breek uit, bergen, in gejuich, bossen en elke boom daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost en Zich verheerlijkt in Israël. Jes. 44:23
Dit is een tijd van vreugde als geen ander. We kunnen ons voorstellen dat Adam er al is, zeggende: alle doornen zijn verdwenen, de degeneratie is verdwenen. Mijn werk is ongedaan gemaakt, eindelijk, ik heb zo lang gewacht, zesduizend jaar ruwweg en hier is alles terug. Dat gaat een glorieuze dag worden waar we nauwelijks op kunnen wachten om het te zien.
Breek uit in gejubel, juich tezamen, puinhopen van Jeruzalem, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.
De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos. Zij zal welig in bloei staan en zich verheugen, ja, zij zal zich verheugen en juichen. De luister van de Libanon is haar gegeven, de glorie van de Karmel en de Saron. Ze zullen zien de heerlijkheid van de HEERE, de glorie van onze God. Jes. 35:1-2
Zie, Ik maak iets nieuws. Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten? Ja, ik zal een weg aanleggen in de woestijn, rivieren in de wildernis. Jes. 43:19
Hij die zit op de troon zegt: "Zie Ik maak alle dingen nieuw." Openbaring 21:15. Dus al de schriften die we hebben gezien tot dusver, corresponderen met wat we zien in Openbaring 21:5.
De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos. Zij zal welig in bloei staan en zich verheugen, ja, zij zal zich verheugen en juichen.
Zie, Ik maak alle dingen nieuw.
Hoeveel keren hebben we dit nu gezien, dat wat er precies staat in Openbaring 21:5?
Opnieuw, Openbaring 21 waarvan traditioneel wordt gezegd dat het is de eeuwige orde, gezien nadat de duizend jaren zijn verstreken. Maar ik vraag u de verschillen te zien, die suggereren wat dit in het Millennium zelf plaats vindt.
Het zal gebeuren dat alle levende wezens die er wemelen, overal waar een van beide beken naartoe komt, zullen leven. Daar zal zeer veel vis zijn, omdat dit water daarheen komt, en alles waarheen deze beek komt, zal gezond worden en leven. Ezech. 47:9.
Dus hier hebben we een omschrijving van de rivier in het boek Ezechiël, die we ook zien in het boek Openbaring 22:1:
En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.
De dieren zullen worden hersteld in de dagen dat er een verbond wordt gesloten met hen. Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld, met de vogels in de lucht en de kruipende dieren op de aarde. En boog, zwaard en strijd, en Ik zal hen onbezorgd doen neerliggen. Hosea 2:18
Dus de oorlog is verdwenen en de dieren worden compleet blij en als wij de zonen van God, de rechte dingen doen als ontluisterde aarde wordt hersteld, en vervolgens de dieren ook vrede kennen, want het was juist het tegenovergestelde in de tijd van de val toen Adam viel, ook de aarde viel en zelfs de dieren.
Dieren leven in vrede.
Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Jes. 11:6-9
Zie, Ik maak alle dingen nieuw.
Hoeveel keren hebben we dit nu gezien, dat wat er precies staat in Openbaring 21:5?
Opnieuw, Openbaring 21 waarvan traditioneel wordt gezegd dat het is de eeuwige orde, gezien nadat de duizend jaren zijn verstreken. Maar ik vraag u de verschillen te zien, die suggereren wat dit in het Millennium zelf plaats vindt.
Het zal gebeuren dat alle levende wezens die er wemelen, overal waar een van beide beken naartoe komt, zullen leven. Daar zal zeer veel vis zijn, omdat dit water daarheen komt, en alles waarheen deze beek komt, zal gezond worden en leven. Ezech. 47:9.
Dus hier hebben we een omschrijving van de rivier in het boek Ezechiël, die we ook zien in het boek Openbaring 22:1:
En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.
De dieren zullen worden hersteld in de dagen dat er een verbond wordt gesloten met hen. Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld, met de vogels in de lucht en de kruipende dieren op de aarde. En boog, zwaard en strijd, en Ik zal hen onbezorgd doen neerliggen. Hosea 2:18
Dus de oorlog is verdwenen en de dieren worden compleet blij en als wij de zonen van God, de rechte dingen doen als ontluisterde aarde wordt hersteld, en vervolgens de dieren ook vrede kennen, want het was juist het tegenovergestelde in de tijd van de val toen Adam viel, ook de aarde viel en zelfs de dieren.
Dieren leven in vrede.
Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Jes. 11:6-9
Dieren zijn in hun karakter veranderd sinds de val van Adam, maar in het nieuwe millennium zullen zij weer functioneren zoals zij in de oorspronkelijke schepping waren bedoeld.
Sommige kerkelijke denominaties nemen aan dat het Millennium er al is, of zelfs dat er geen Millennium komt in de toekomst, dat we nu dus al in het Millennium zitten. Ik denk niet dat als ze naar de dierentuin zouden gaan en als ze echt dicht bij de leeuwen in de buurt komen, er misschien spijt van krijgen als ze dat doen, gewoon omdat het wilde beesten zijn, die jou niet mogen, dat is gewoon zo. Ze hebben honger en ze bijten en ze willen genoeg eten als je begrijpt wat ik bedoel
Een wolf en een lammetje zullen gezamenlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund, een slang – zijn voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen en geen verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, zegt de HEERE. Jesaja 65:25
Al die gedeelten opnieuw: Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.
Deze dingen gaan plaatsvinden, zo wordt ons verteld, dit is wat er gebeurt in het begin over het Millennium en niet na de duizend jaar, maar het gebeurt bij het begin van de duizend jaar. Opnieuw, dit maakt het noodzakelijk dat wij onze modellen heroverwegen.
De dieren van het veld zullen Mij eren – jakhalzen en struisvogels – want Ik zal water geven in de woestijn, in de wildernis rivieren, om Mijn volk, Mijn uitverkorene, te drinken te geven. Dit volk heb Ik Mij geformeerd. Zij zullen Mijn lof vertellen. Jesaja 43:20-21
U ziet, de vloek is weggenomen van de aarde, het is niet langer die degeneratieve staat, maar het is nu in een generatieve staat, het brengt nu het goede leven voort, enz., nu zit in de rotsen het verval, in het gras, in de bomen. Het zal vol en veel zijn, in die dagen zal uw vee zich voeden in grazige weiden.
Dan zal Hij regen geven over uw zaad, waarmee u het land ingezaaid hebt, en broodkoren als opbrengst van het land; het zal vol en overvloedig zijn. Op die dag zal uw vee grazen op wijde weidegronden. De koeien en ezels die het land bewerken, zullen gezouten voer eten, dat geschud is met schep en zeef. Jesaja 30:23-24
We gaan als we daar zijn dit soort werk niet doen. God zal ons andere verantwoordelijkheden geven, want wij zullen er zijn als onsterfelijken, we zijn goed, we hebben onze lichamen, die geweldig zijn, en we gaan helpers worden, en we brengen iets tot stand.
Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden. Ezech. 34:25
Dus de conclusie is dat er nieuwe hemelen en aarde komen aan het begin van het millennium en niet erna, zoals in het algemeen wordt gedacht.
Veel verzen komen uit het Oude Testament, en doen er echt toe.
We moeten evenveel gewicht geven aan de Hebreeuwse geschriften in het Oude Testament, en niet zeggen dat Openbaring belangrijker is, maar dat het juist helpt om bepaalde dingen beter te begrijpen en om te ontdekken, door ze allemaal samen te bestuderen, tekst te vergelijken en dan te zien dat de nieuwe hemelen en aarde aan het begin van het Millennium zullen komen. Nu, als dit dus komt bij het begin, dan betekent dat ook dat het nieuwe Jeruzalem ook neer zal dalen, en dit gaat een hoop problemen oplossen, in feite gaat dit een aantal problemen oplossen waar je 's nachts niet langer wakker van zult liggen.
Dus het nieuwe Jeruzalem, de geliefde stad, is op de aarde tijdens het Millennium.
Het Millennium: hemel op aarde?
Het Nieuwe Jeruzalem, de geliefde stad is op aarde tijdens het Millennium.
We moeten duidelijk gaan zien dat het hemelse Jeruzalem en het aardse Jeruzalem in het Millennium een en dezelfde zijn.
Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
God is daadwerkelijk daar op die plaats volgens Hebreeën 12:22: Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
Sommige kerkelijke denominaties nemen aan dat het Millennium er al is, of zelfs dat er geen Millennium komt in de toekomst, dat we nu dus al in het Millennium zitten. Ik denk niet dat als ze naar de dierentuin zouden gaan en als ze echt dicht bij de leeuwen in de buurt komen, er misschien spijt van krijgen als ze dat doen, gewoon omdat het wilde beesten zijn, die jou niet mogen, dat is gewoon zo. Ze hebben honger en ze bijten en ze willen genoeg eten als je begrijpt wat ik bedoel
Een wolf en een lammetje zullen gezamenlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund, een slang – zijn voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen en geen verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, zegt de HEERE. Jesaja 65:25
Al die gedeelten opnieuw: Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.
Deze dingen gaan plaatsvinden, zo wordt ons verteld, dit is wat er gebeurt in het begin over het Millennium en niet na de duizend jaar, maar het gebeurt bij het begin van de duizend jaar. Opnieuw, dit maakt het noodzakelijk dat wij onze modellen heroverwegen.
De dieren van het veld zullen Mij eren – jakhalzen en struisvogels – want Ik zal water geven in de woestijn, in de wildernis rivieren, om Mijn volk, Mijn uitverkorene, te drinken te geven. Dit volk heb Ik Mij geformeerd. Zij zullen Mijn lof vertellen. Jesaja 43:20-21
U ziet, de vloek is weggenomen van de aarde, het is niet langer die degeneratieve staat, maar het is nu in een generatieve staat, het brengt nu het goede leven voort, enz., nu zit in de rotsen het verval, in het gras, in de bomen. Het zal vol en veel zijn, in die dagen zal uw vee zich voeden in grazige weiden.
Dan zal Hij regen geven over uw zaad, waarmee u het land ingezaaid hebt, en broodkoren als opbrengst van het land; het zal vol en overvloedig zijn. Op die dag zal uw vee grazen op wijde weidegronden. De koeien en ezels die het land bewerken, zullen gezouten voer eten, dat geschud is met schep en zeef. Jesaja 30:23-24
We gaan als we daar zijn dit soort werk niet doen. God zal ons andere verantwoordelijkheden geven, want wij zullen er zijn als onsterfelijken, we zijn goed, we hebben onze lichamen, die geweldig zijn, en we gaan helpers worden, en we brengen iets tot stand.
Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden. Ezech. 34:25
Dus de conclusie is dat er nieuwe hemelen en aarde komen aan het begin van het millennium en niet erna, zoals in het algemeen wordt gedacht.
Veel verzen komen uit het Oude Testament, en doen er echt toe.
We moeten evenveel gewicht geven aan de Hebreeuwse geschriften in het Oude Testament, en niet zeggen dat Openbaring belangrijker is, maar dat het juist helpt om bepaalde dingen beter te begrijpen en om te ontdekken, door ze allemaal samen te bestuderen, tekst te vergelijken en dan te zien dat de nieuwe hemelen en aarde aan het begin van het Millennium zullen komen. Nu, als dit dus komt bij het begin, dan betekent dat ook dat het nieuwe Jeruzalem ook neer zal dalen, en dit gaat een hoop problemen oplossen, in feite gaat dit een aantal problemen oplossen waar je 's nachts niet langer wakker van zult liggen.
Dus het nieuwe Jeruzalem, de geliefde stad, is op de aarde tijdens het Millennium.
Het Millennium: hemel op aarde?
Het Nieuwe Jeruzalem, de geliefde stad is op aarde tijdens het Millennium.
We moeten duidelijk gaan zien dat het hemelse Jeruzalem en het aardse Jeruzalem in het Millennium een en dezelfde zijn.
Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
God is daadwerkelijk daar op die plaats volgens Hebreeën 12:22: Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
God is daadwerkelijk daar op de berg Moria volgens Hebreeën 12:22, waar staat: ‘U bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen’.
Dus de berg Sion is dezelfde als de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem met hetzelfde motief, wat we het over hebben in deze passages, het zijn eigenlijk dezelfde Schriftgedeelten. Dat gaat erover waar God is, en we zien dat de berg Sion het nieuwe Jeruzalem is.
Psalm 68:17: Waarom, gebergte met al uw toppen, kijkt u met afgunst naar deze berg, die God als Zijn woning heeft begeerd? Ja, de HEERE zal er voor altijd wonen.
Psalm 132:13-14: Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.
Er is een plaats in Jeruzalem vandaag, die Sion genoemd wordt, je kunt erheen gaan. Maar is het de geografie die belangrijk is, of zijn het de gebouwen die belangrijk zijn?
Wel als je denkt dat het de gebouwen zijn, dan kun je je de vraag stellen en we zullen de vraag moeten beantwoorden, of de gebouwen zo belangrijk zijn voor God, waarom heeft Hij dan toegestaan om het zo vaak, liefst 44 keer, te laten vernietigen? Ik denk dat God niets geeft om gebouwen. Hij liet zelfs zijn tempel twee keer vernietigen. Het is duidelijk dat God niets geeft om gebouwen, om de stenen, en al de dingen die deel uitmaken van de infrastructuur van het moderne Jeruzalem.
Maar het is een mentale zaak, en geen geografische belangrijke zaak, voor Hem, en daar spreken we over. Maar het Jeruzalem van boven is geen stad, het Nieuwe Jeruzalem is een berg. Zijn fundatie is in de heilige bergen. De Heer houd van de poorten van Jeruzalem, meer dan de woonplaats van Jacob. Glorieuze dingen zijn van u gesproken, O stad van God!
Het nieuwe Jeruzalem is een Berg.
Zijn fundament rust op de heilige bergen. De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jacob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God! Sela Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen; zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet: die zijn daar geboren. Van Sion wordt gezegd: Man voor man is erin geboren. De Allerhoogste Zelf doet haar standhouden. Psalm 87:1-5
En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
Dus de berg Sion is dezelfde als de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem met hetzelfde motief, wat we het over hebben in deze passages, het zijn eigenlijk dezelfde Schriftgedeelten. Dat gaat erover waar God is, en we zien dat de berg Sion het nieuwe Jeruzalem is.
Psalm 68:17: Waarom, gebergte met al uw toppen, kijkt u met afgunst naar deze berg, die God als Zijn woning heeft begeerd? Ja, de HEERE zal er voor altijd wonen.
Psalm 132:13-14: Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.
Er is een plaats in Jeruzalem vandaag, die Sion genoemd wordt, je kunt erheen gaan. Maar is het de geografie die belangrijk is, of zijn het de gebouwen die belangrijk zijn?
Wel als je denkt dat het de gebouwen zijn, dan kun je je de vraag stellen en we zullen de vraag moeten beantwoorden, of de gebouwen zo belangrijk zijn voor God, waarom heeft Hij dan toegestaan om het zo vaak, liefst 44 keer, te laten vernietigen? Ik denk dat God niets geeft om gebouwen. Hij liet zelfs zijn tempel twee keer vernietigen. Het is duidelijk dat God niets geeft om gebouwen, om de stenen, en al de dingen die deel uitmaken van de infrastructuur van het moderne Jeruzalem.
Maar het is een mentale zaak, en geen geografische belangrijke zaak, voor Hem, en daar spreken we over. Maar het Jeruzalem van boven is geen stad, het Nieuwe Jeruzalem is een berg. Zijn fundatie is in de heilige bergen. De Heer houd van de poorten van Jeruzalem, meer dan de woonplaats van Jacob. Glorieuze dingen zijn van u gesproken, O stad van God!
Het nieuwe Jeruzalem is een Berg.
Zijn fundament rust op de heilige bergen. De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jacob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God! Sela Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen; zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet: die zijn daar geboren. Van Sion wordt gezegd: Man voor man is erin geboren. De Allerhoogste Zelf doet haar standhouden. Psalm 87:1-5
En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.
Ezechiël zag de berg-stad, en Johannes keek van boven naar de stad. Het is echt belangrijk voor mij, omdat elke vertaling die ik kon vinden zegt: "En hij bracht me in de geest boven/over/op [epi] een grote en hoge berg en toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel bij God vandaan. Er staat in het Grieks 'epi' wat betekent erop/over. Waarom zouden we het anders vertalen. Als je kijkt naar het woord, en naar alle andere woorden die zijn vertaald, is het over/erop/boven. De engel pakt Ezechiël op en neemt hem mee over het nieuwe Jeruzalem, het is een ‘vliegen’ eroverheen en het wordt beschreven als een grote berg.
Ezechiël 40:2 zegt: "In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op [el] een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad."
Hier in de vertaling hebben de vertalers geschreven: "Hij zette mij op een zeer hoge berg" en gebruikten het woord 'op'. Dat is gedaan omdat het sleutelwoord hier is 'el'.
El is het woord dat betekent 'naar' of 'op'. Er is nog een ander woord dat ‘op’ betekent, en dat is 'naar'. Het zijn verschillende woorden met dezelfde betekenis en als je kijkt naar al die andere plaatsen met dat woord 'el' dat Ezechiël gebruikt dan is het op/naar, wanneer je kijkt naar al die verschillende geschriften waarin dit woord 'el' is gevonden, en het gebruikt voor 'naar', of als 'op'. En plotseling vertalen ze deze woorden met "toen zette hij mij op een zeer hoge berg", en dat is niet juist. Waarom ze dat zo vertaalden is een raadsel, maar er staat dat hij ging naar een hoge berg. Hij zette Ezechiël neer en die kijkt naar een hoge berg en daarop, op die hoge berg, daar ligt het bouwwerk van de stad.
Ezechiël zag de berg-stad, en Johannes keek van boven naar de stad. Het is echt belangrijk voor mij, omdat elke vertaling die ik kon vinden zegt: "En hij bracht me in de geest boven/over/op [epi] een grote en hoge berg en toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel bij God vandaan. Er staat in het Grieks 'epi' wat betekent erop/over. Waarom zouden we het anders vertalen. Als je kijkt naar het woord, en naar alle andere woorden die zijn vertaald, is het over/erop/boven. De engel pakt Ezechiël op en neemt hem mee over het nieuwe Jeruzalem, het is een ‘vliegen’ eroverheen en het wordt beschreven als een grote berg.
Ezechiël 40:2 zegt: "In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op [el] een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad."
Hier in de vertaling hebben de vertalers geschreven: "Hij zette mij op een zeer hoge berg" en gebruikten het woord 'op'. Dat is gedaan omdat het sleutelwoord hier is 'el'.
El is het woord dat betekent 'naar' of 'op'. Er is nog een ander woord dat ‘op’ betekent, en dat is 'naar'. Het zijn verschillende woorden met dezelfde betekenis en als je kijkt naar al die andere plaatsen met dat woord 'el' dat Ezechiël gebruikt dan is het op/naar, wanneer je kijkt naar al die verschillende geschriften waarin dit woord 'el' is gevonden, en het gebruikt voor 'naar', of als 'op'. En plotseling vertalen ze deze woorden met "toen zette hij mij op een zeer hoge berg", en dat is niet juist. Waarom ze dat zo vertaalden is een raadsel, maar er staat dat hij ging naar een hoge berg. Hij zette Ezechiël neer en die kijkt naar een hoge berg en daarop, op die hoge berg, daar ligt het bouwwerk van de stad.
Jeruzalem, het bouwwerk van God.
Dus wat we hier zien is dat het nieuwe Jeruzalem een bouwwerk is als een hoge berg. Het is een bergstad!!
Merk op waar Satan was, hij was op de berg. U was in Eden, de tuin van God; u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad ... U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezech. 13a.14b.
Satan was op de berg.
Satan was daadwerkelijk in de stad van God. En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Jesaja 14:13.
Kijken we dan nog naar Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
Aan de noordzijde staat er twee keer vermeld in de Bijbel, met de verwijzing naar de berg van God. Daar was het waar Satan naar wilde opstijgen naar de top en dat wilde overnemen. Dat is de plaats waar we naar kijken. Sion - Berg van God.
Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid’ genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten ‘ de heilige berg’. Zach. 8:3.
Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken. Joël 3:8.
Opnieuw, dat is nauwelijks voor te stellen vandaag, maar wel in de toekomst, omdat God daar zal zijn en de stad van God zal daar zijn.
Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Micha 4:1
Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Micha 4:3 en ook Jesaja 2:2-3.
Nu een laatste opmerking over Jeruzalem. De naam Jeruzalem in het Hebreeuws is Jerushalaim met een tweeledig einde, en dat vertelt ons dat er eigenlijk twee Jeruzalems zijn. Waarom heeft het woord Jerushalaim een uitgang heeft die dubbel is. In het Hebreeuws bestaat een uitgang die dubbel betekent, komende van de oorspronkelijke, hetzelfde als een 'hand' yad is, en de twee samen 'kaph' als een stel. Je hebt ayin (עין) oog en enayin (עיניים) als ogen. Ze hebben een dubbele betekenis dus die 'aim' maakt dat het dubbel betekent. Het zijn eigenlijk twee steden. Het is de ene waar we nu een bezoek aan kunnen brengen en er is de andere stad erboven.
Als je dat ziet, dat bevestigd het, dat Gods troon op aarde is gedurende het Millennium.
Dus wat we hier zien is dat het nieuwe Jeruzalem een bouwwerk is als een hoge berg. Het is een bergstad!!
Merk op waar Satan was, hij was op de berg. U was in Eden, de tuin van God; u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad ... U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezech. 13a.14b.
Satan was op de berg.
Satan was daadwerkelijk in de stad van God. En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Jesaja 14:13.
Kijken we dan nog naar Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
Aan de noordzijde staat er twee keer vermeld in de Bijbel, met de verwijzing naar de berg van God. Daar was het waar Satan naar wilde opstijgen naar de top en dat wilde overnemen. Dat is de plaats waar we naar kijken. Sion - Berg van God.
Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid’ genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten ‘ de heilige berg’. Zach. 8:3.
Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken. Joël 3:8.
Opnieuw, dat is nauwelijks voor te stellen vandaag, maar wel in de toekomst, omdat God daar zal zijn en de stad van God zal daar zijn.
Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Micha 4:1
Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Micha 4:3 en ook Jesaja 2:2-3.
Nu een laatste opmerking over Jeruzalem. De naam Jeruzalem in het Hebreeuws is Jerushalaim met een tweeledig einde, en dat vertelt ons dat er eigenlijk twee Jeruzalems zijn. Waarom heeft het woord Jerushalaim een uitgang heeft die dubbel is. In het Hebreeuws bestaat een uitgang die dubbel betekent, komende van de oorspronkelijke, hetzelfde als een 'hand' yad is, en de twee samen 'kaph' als een stel. Je hebt ayin (עין) oog en enayin (עיניים) als ogen. Ze hebben een dubbele betekenis dus die 'aim' maakt dat het dubbel betekent. Het zijn eigenlijk twee steden. Het is de ene waar we nu een bezoek aan kunnen brengen en er is de andere stad erboven.
Als je dat ziet, dat bevestigd het, dat Gods troon op aarde is gedurende het Millennium.
Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen.
Gods troon zal daar zijn .
Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God, Matt. 5:34
En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand.
En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God.
En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid... Openbaring 4:2,5,9.
Dat is de troon van God waarop Hij zit. Dus als Gods troon daar is, dan betekent dit, dat God zelf daar is. Ook Hebreeën spreekt daarover: terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. Hebreeën 12:2
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 7:15
En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God. Openbaring 14:5
De troon van God is de troon van de Vader, Jezus zit ook op de troon van de Vader, zo lezen we in Openbaring: De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. Openbaring 22:1
Gods troon zal daar zijn, zo lezen we in Jeremia 3:17:
In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heidenvolken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart achterna gaan.
Dit is een allegorie, en niet figuratief, dit is letterlijk. Ezechiël 43:7: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten.
U ziet het, God is hier om daar te zijn gedurende het Millennium. Ook Jezus zal hier eveneens zijn en onder ons wonen, Hij zal hier regeren met een ijzeren staf voor de periode van duizend jaar als het hele programma wordt uitgevoerd.
Ik zag de HEERE op Zijn troon zitten, en heel het hemelse leger stond bij Hem, aan Zijn rechter- en aan Zijn linkerzijde. 1 Koningen 22:19
Gods troon zal daar zijn .
Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God, Matt. 5:34
En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand.
En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God.
En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid... Openbaring 4:2,5,9.
Dat is de troon van God waarop Hij zit. Dus als Gods troon daar is, dan betekent dit, dat God zelf daar is. Ook Hebreeën spreekt daarover: terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. Hebreeën 12:2
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 7:15
En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God. Openbaring 14:5
De troon van God is de troon van de Vader, Jezus zit ook op de troon van de Vader, zo lezen we in Openbaring: De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. Openbaring 22:1
Gods troon zal daar zijn, zo lezen we in Jeremia 3:17:
In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heidenvolken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart achterna gaan.
Dit is een allegorie, en niet figuratief, dit is letterlijk. Ezechiël 43:7: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten.
U ziet het, God is hier om daar te zijn gedurende het Millennium. Ook Jezus zal hier eveneens zijn en onder ons wonen, Hij zal hier regeren met een ijzeren staf voor de periode van duizend jaar als het hele programma wordt uitgevoerd.
Ik zag de HEERE op Zijn troon zitten, en heel het hemelse leger stond bij Hem, aan Zijn rechter- en aan Zijn linkerzijde. 1 Koningen 22:19
Ik zag de HEERE op Zijn troon zitten, en heel het hemelse leger stond bij Hem, aan Zijn rechter- en aan Zijn linkerzijde.
In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. Jesaja 6:1
Psalm 11:4 zegt: De HEERE is in Zijn heilig paleis, de troon van de HEERE staat in de hemel; Zijn ogen doorzien, Zijn blikken beproeven de mensenkinderen. Ook Psalm 45:7: Uw troon, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid.
Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Daniël 7:9
Uit de troon van God en van het Lam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de boom des levens... En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. Openbaring 22:1b,3
Natuurlijk dit spreekt over het hemelse Jeruzalem en het Hemelse Jeruzalem daalt neer op de planeet aarde.
En wie zweert bij de hemel, die zweert bij de troon van God en bij Hem Die daarop zit. Matt. 23:22.
God woont voor eeuwig op de Berg Sion.
In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. Jesaja 6:1
Psalm 11:4 zegt: De HEERE is in Zijn heilig paleis, de troon van de HEERE staat in de hemel; Zijn ogen doorzien, Zijn blikken beproeven de mensenkinderen. Ook Psalm 45:7: Uw troon, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid.
Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Daniël 7:9
Uit de troon van God en van het Lam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de boom des levens... En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. Openbaring 22:1b,3
Natuurlijk dit spreekt over het hemelse Jeruzalem en het Hemelse Jeruzalem daalt neer op de planeet aarde.
En wie zweert bij de hemel, die zweert bij de troon van God en bij Hem Die daarop zit. Matt. 23:22.
God woont voor eeuwig op de Berg Sion.
God woont op de berg.
Uit Sion, de volmaakte schoonheid, verschijnt God blinkend. Onze God komt en zal niet zwijgen; voor Zijn aangezicht verteert een vuur, rondom Hem stormt het geweldig. Psalm 50:2,3
We zagen dat het vuur voor Hem uitstroomt wanneer Jezus terugkomt, maar de troon van God komt daar, God de vader komt daar, en Jezus is God.
Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd. Psalm 132:13,14
Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE , naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Jesaja 2:3.
De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jakob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God ! ...Al mijn bronnen zijn in u! Psalm 87:2,3,7.
Zijn oudsten.
God wil glorieus zijn in Sion voor zichzelf. We lezen dat in Jesaja, maar eveneens in Openbaring, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23b
En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd. Openb. 4:4 en vers 10; wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden:...
En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Openb. 5:8.
En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja! Openb. 19:6.
Uit Sion, de volmaakte schoonheid, verschijnt God blinkend. Onze God komt en zal niet zwijgen; voor Zijn aangezicht verteert een vuur, rondom Hem stormt het geweldig. Psalm 50:2,3
We zagen dat het vuur voor Hem uitstroomt wanneer Jezus terugkomt, maar de troon van God komt daar, God de vader komt daar, en Jezus is God.
Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd. Psalm 132:13,14
Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE , naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Jesaja 2:3.
De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jakob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God ! ...Al mijn bronnen zijn in u! Psalm 87:2,3,7.
Zijn oudsten.
God wil glorieus zijn in Sion voor zichzelf. We lezen dat in Jesaja, maar eveneens in Openbaring, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23b
En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd. Openb. 4:4 en vers 10; wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden:...
En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Openb. 5:8.
En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja! Openb. 19:6.
En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja!
God zelf zal in de stad zijn.
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u (Jeruzalem vlgs vers 14) op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op, kijk om u heen en zie: zij allen zijn bijeengekomen, zij komen naar u toe. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen op de heup gedragen worden. Jesaja 60:1-5
Heidenen brengen hun vermogen naar het nieuwe Jeruzalem.
Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen.
Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden. Jesaja 60:5,11.
We lezen hierover ook in Openbaring 21. Daar staan dezelfde dingen die gaan gebeuren.
God is in het midden van Jeruzalem.
Ook zullen, zich buigend, naar u toe komen de kinderen van hen die u onderdrukt hebben, en allen die u verworpen hebben, zullen zich neerbuigen aan uw voetzolen, en zij zullen u noemen: Stad van de HEERE, het Sion van de Heilige van Israël.
De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad.
Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen. Jesaja 60:14,19-20.
Opnieuw, het woord 'u' is gelijk aan Jeruzalem. We zien hetzelfde in Openbaring 21:23: En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
We zien hetzelfde in Openbaring als ook in Jesaja, in al die teksten die we hebben gezien.
God zelf zal in de stad zijn.
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u (Jeruzalem vlgs vers 14) op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op, kijk om u heen en zie: zij allen zijn bijeengekomen, zij komen naar u toe. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen op de heup gedragen worden. Jesaja 60:1-5
Heidenen brengen hun vermogen naar het nieuwe Jeruzalem.
Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen.
Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden. Jesaja 60:5,11.
We lezen hierover ook in Openbaring 21. Daar staan dezelfde dingen die gaan gebeuren.
God is in het midden van Jeruzalem.
Ook zullen, zich buigend, naar u toe komen de kinderen van hen die u onderdrukt hebben, en allen die u verworpen hebben, zullen zich neerbuigen aan uw voetzolen, en zij zullen u noemen: Stad van de HEERE, het Sion van de Heilige van Israël.
De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad.
Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen. Jesaja 60:14,19-20.
Opnieuw, het woord 'u' is gelijk aan Jeruzalem. We zien hetzelfde in Openbaring 21:23: En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
We zien hetzelfde in Openbaring als ook in Jesaja, in al die teksten die we hebben gezien.
Jeruzalem heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
God in het midden van Israël voor eeuwig.
In die dagen zal Juda verlost worden en zal Jeruzalem onbezorgd wonen. Dit is hoe men de stad noemen zal: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID. Jeremia 33:16.
Dat is de naam van de stad. Hij zegt in Ezech 37:26-28: Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.
Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.
Voor eeuwig; het is niet voor een bepaalde tijd, en wat dan weer weggaat, nee het zal voor altijd blijven, en het start aan het begin van het Millennium. Hij zegt opnieuw in Ezechiël 43:7: Dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. en in vers 9: zodat Ik voor eeuwig onder hen wonen zal.
En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Yehovah shammah Ezech. 48:35b.
Dat is de naam van de stad Adonai Shammah en wat de stad zal zijn en dat God werkelijk in de stad is, iets wat we vinden in de Hebreeuwse geschriften en in het boek Openbaring.
God woont bij zijn volk.
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 17:15.
En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. Openbaring 21:3.
Dat is wat we ook lezen door alle Hebreeuwse geschriften heen en wat we ook kunnen lezen in Openbaring. God is daar, omdat het start in het begin van het Millennium en gedurende dat Millennium. God zal wonen bij de mensen.
Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid. Mijn tabernakel [Mishkan] zal bij hen zijn. Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn. Ezech. 37:26-28.
Opnieuw, Hij wil wonen bij zijn volk en de tranen van hun ogen wissen en dat brengt ons naar de Bruiloftsmaal van het Lam.
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:15-17.
God in het midden van Israël voor eeuwig.
In die dagen zal Juda verlost worden en zal Jeruzalem onbezorgd wonen. Dit is hoe men de stad noemen zal: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID. Jeremia 33:16.
Dat is de naam van de stad. Hij zegt in Ezech 37:26-28: Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.
Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.
Voor eeuwig; het is niet voor een bepaalde tijd, en wat dan weer weggaat, nee het zal voor altijd blijven, en het start aan het begin van het Millennium. Hij zegt opnieuw in Ezechiël 43:7: Dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. en in vers 9: zodat Ik voor eeuwig onder hen wonen zal.
En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Yehovah shammah Ezech. 48:35b.
Dat is de naam van de stad Adonai Shammah en wat de stad zal zijn en dat God werkelijk in de stad is, iets wat we vinden in de Hebreeuwse geschriften en in het boek Openbaring.
God woont bij zijn volk.
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 17:15.
En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. Openbaring 21:3.
Dat is wat we ook lezen door alle Hebreeuwse geschriften heen en wat we ook kunnen lezen in Openbaring. God is daar, omdat het start in het begin van het Millennium en gedurende dat Millennium. God zal wonen bij de mensen.
Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid. Mijn tabernakel [Mishkan] zal bij hen zijn. Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn. Ezech. 37:26-28.
Opnieuw, Hij wil wonen bij zijn volk en de tranen van hun ogen wissen en dat brengt ons naar de Bruiloftsmaal van het Lam.
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:15-17.
Het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen ( die tot Zijn lichaam behoren) weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
Het bruiloftsmaal van het Lam, wanneer gaat dat gebeuren. Ik weet dat er velen zijn die zeggen dat dit gebeurt gedurende de zeven jaar van verdrukking terwijl wij als de kerk daar opgenomen zijn, dat dan het Bruiloftsmaal plaatsvindt.
Maar is het wel juist dat het bruiloftsmaal dan plaats vindt, terwijl de mensen op aarde lijden, dat er dan een bruiloft is terwijl zij lijden?
Er is voor mij meer reden om aan te nemen, en in feite in overeenstemming met de bijbel, dat het Bruiloftsmaal plaats vind aan het begin van de Millennium als het Koninkrijk is opgericht. Dat is de tijd van feestvieren, na al de oorlogen, nadat alle koningen weg zijn en Jezus terugkomt om Israël te redden, wanneer ze uiteindelijk hebben geroepen "gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer." Dan komt Hij terug en dat is de tijd voor het Bruiloftsmaal van het Lam.
En dat is na de zeven jaar en voor de duizend jaar. Dat is een beter tijdstip. Let op wat Paulus zegt over het Jeruzalem dat boven is.
Jeruzalem van boven.
Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is. Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.
Het woord Jerushalaim heeft de dubbele uitgang en is tweeledig. Je hebt het Jeruzalem op aarde en het Jeruzalem van boven, hier hebben we nu het woord 'van boven'. Als we door de sluier zouden kunnen kijken, konden we zien dat het hemelse Jeruzalem daar precies boven de bedekking van Jeruzalem is en je zou het dan kunnen zien. In ieder geval, als de bedekking wordt weggenomen en alles zichtbaar wordt, dan komt het hemelse Jeruzalem naar haar plaats, omdat er vrede is tussen hemel en aarde, wat mogelijk gemaakt is uiteraard door het bloed van Jezus.
De sluier wordt weggenomen en als dat gebeurt, daalt de stad neer.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
Het bruiloftsmaal van het Lam, wanneer gaat dat gebeuren. Ik weet dat er velen zijn die zeggen dat dit gebeurt gedurende de zeven jaar van verdrukking terwijl wij als de kerk daar opgenomen zijn, dat dan het Bruiloftsmaal plaatsvindt.
Maar is het wel juist dat het bruiloftsmaal dan plaats vindt, terwijl de mensen op aarde lijden, dat er dan een bruiloft is terwijl zij lijden?
Er is voor mij meer reden om aan te nemen, en in feite in overeenstemming met de bijbel, dat het Bruiloftsmaal plaats vind aan het begin van de Millennium als het Koninkrijk is opgericht. Dat is de tijd van feestvieren, na al de oorlogen, nadat alle koningen weg zijn en Jezus terugkomt om Israël te redden, wanneer ze uiteindelijk hebben geroepen "gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer." Dan komt Hij terug en dat is de tijd voor het Bruiloftsmaal van het Lam.
En dat is na de zeven jaar en voor de duizend jaar. Dat is een beter tijdstip. Let op wat Paulus zegt over het Jeruzalem dat boven is.
Jeruzalem van boven.
Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is. Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.
Het woord Jerushalaim heeft de dubbele uitgang en is tweeledig. Je hebt het Jeruzalem op aarde en het Jeruzalem van boven, hier hebben we nu het woord 'van boven'. Als we door de sluier zouden kunnen kijken, konden we zien dat het hemelse Jeruzalem daar precies boven de bedekking van Jeruzalem is en je zou het dan kunnen zien. In ieder geval, als de bedekking wordt weggenomen en alles zichtbaar wordt, dan komt het hemelse Jeruzalem naar haar plaats, omdat er vrede is tussen hemel en aarde, wat mogelijk gemaakt is uiteraard door het bloed van Jezus.
De sluier wordt weggenomen en als dat gebeurt, daalt de stad neer.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
Jesaja verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is.
Jeruzalem van boven.
Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt. Hebreeën 11:10,19.
Jezus zei: In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
Het Jeruzalem in het Millennium en het hemelse Jeruzalem zijn een en dezelfde, zoals we al lazen in Psalm 48:1-2: De stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning! Wat helemaal gelijk loopt met Hebreeën 12:22: Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
Maar ziet u, God scheidde zich werkelijk af van Jeruzalem volgens het boek Hosea.
Klaag uw moeder [Jeruzalem] aan, klaag haar aan, want zij is Mijn vrouw niet en Ik ben haar Man niet. Laat zij haar hoererij van haar gezicht wegdoen...Hosea 2:1.
Dit is bijna een demonstratie over de mensen van Jeruzalem, maar ook over de locatie op aarde.
Ik zal haar wijnstok en haar vijgenboom verwoesten. Hosea 2:11.
Maar dan zegt God verder in Hosea 22:18: Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid.
Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk. Hosea 6:11.
Want de Heer gaat opnieuw trouwen met haar, voor eeuwig. Hij trouwde met haar, scheidde en hertrouwt haar, maar wacht even. God zei dat het niet juist is dat een man trouwt, scheidt en weer trouwt, hoe is dat dan mogelijk, breekt Hij dan zijn eigen wet? Maar let op, trouw is er alleen totdat een van hen sterft. Zo dus God kan zich aan Zijn wet houden als Hijzelf sterft, dat deed Hij dan ook, daadwerkelijk. Hij stierf, en zo kwam er een einde aan die relatie, en wanneer Hij dan opstaat uit de dood, dan kunnen we weer opnieuw trouwen. Ik ben met jou eens een keer gescheiden en Mijn eigen wet verbood mij om weer met jou te trouwen, maar Ik stierf, Ik ben wel dezelfde, maar toch ook iemand anders, dus nu kunnen we opnieuw trouwen volgens de wet.
Iemand die in ondertrouw is, wordt een bruid genoemd, zij wordt de bruid. Er is het voornemen om haar, Jeruzalem, te trouwen.
Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen. Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren. Ik zal de hemel verhoren en die zal de aarde verhoren. Dan zal de aarde het koren, de nieuwe wijn en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God! Hosea 2:18-22.
Als dan het hemelse Jeruzalem neerdaalt, dan komt de Bruid! Dit omdat we in Jesaja 62:4.5 lezen: Tegen u [Jeruzalem] zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij , maar u zult genoemd worden: Mijn welgevallen (Hephzibah) is in haar, en uw land (Beulah): getrouwde; want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden. Want zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw, zo zullen uw kinderen trouwen met u; zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden.
Bruid in enkelvoud, Hij verheugd zich over Jeruzalem, zij wordt de Bruid genoemd en wie trouwt er met haar? Wel dat is God maar evenzo zal de Zoon haar trouwen.
Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust. Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde. Jesaja 62:6-7.
Jeruzalem van boven.
Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt. Hebreeën 11:10,19.
Jezus zei: In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
Het Jeruzalem in het Millennium en het hemelse Jeruzalem zijn een en dezelfde, zoals we al lazen in Psalm 48:1-2: De stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning! Wat helemaal gelijk loopt met Hebreeën 12:22: Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
Maar ziet u, God scheidde zich werkelijk af van Jeruzalem volgens het boek Hosea.
Klaag uw moeder [Jeruzalem] aan, klaag haar aan, want zij is Mijn vrouw niet en Ik ben haar Man niet. Laat zij haar hoererij van haar gezicht wegdoen...Hosea 2:1.
Dit is bijna een demonstratie over de mensen van Jeruzalem, maar ook over de locatie op aarde.
Ik zal haar wijnstok en haar vijgenboom verwoesten. Hosea 2:11.
Maar dan zegt God verder in Hosea 22:18: Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid.
Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk. Hosea 6:11.
Want de Heer gaat opnieuw trouwen met haar, voor eeuwig. Hij trouwde met haar, scheidde en hertrouwt haar, maar wacht even. God zei dat het niet juist is dat een man trouwt, scheidt en weer trouwt, hoe is dat dan mogelijk, breekt Hij dan zijn eigen wet? Maar let op, trouw is er alleen totdat een van hen sterft. Zo dus God kan zich aan Zijn wet houden als Hijzelf sterft, dat deed Hij dan ook, daadwerkelijk. Hij stierf, en zo kwam er een einde aan die relatie, en wanneer Hij dan opstaat uit de dood, dan kunnen we weer opnieuw trouwen. Ik ben met jou eens een keer gescheiden en Mijn eigen wet verbood mij om weer met jou te trouwen, maar Ik stierf, Ik ben wel dezelfde, maar toch ook iemand anders, dus nu kunnen we opnieuw trouwen volgens de wet.
Iemand die in ondertrouw is, wordt een bruid genoemd, zij wordt de bruid. Er is het voornemen om haar, Jeruzalem, te trouwen.
Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen. Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren. Ik zal de hemel verhoren en die zal de aarde verhoren. Dan zal de aarde het koren, de nieuwe wijn en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God! Hosea 2:18-22.
Als dan het hemelse Jeruzalem neerdaalt, dan komt de Bruid! Dit omdat we in Jesaja 62:4.5 lezen: Tegen u [Jeruzalem] zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij , maar u zult genoemd worden: Mijn welgevallen (Hephzibah) is in haar, en uw land (Beulah): getrouwde; want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden. Want zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw, zo zullen uw kinderen trouwen met u; zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden.
Bruid in enkelvoud, Hij verheugd zich over Jeruzalem, zij wordt de Bruid genoemd en wie trouwt er met haar? Wel dat is God maar evenzo zal de Zoon haar trouwen.
Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust. Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde. Jesaja 62:6-7.
En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem , neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.
Jeruzalem, de Bruid, de Heilige stad.
Nu, wat ziet Johannes in Openbaring? En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem , neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. Openbaring 21:2
En de engel zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:9b-10.
U ziet dat als het over de Bruid gaat, we niet spreken over de Kerk, maar we spreken over het Nieuwe Jeruzalem. Maar u zult zeggen, wacht even, wat blijft er over voor ons? Wel, wij gaan de stad binnen en wij trouwen eveneens de stad. Ik weet niet precies hoe je een stad trouwt, wel hoe je een burger wordt van een stad, denk ik; maar als God trouwt, trouwen wij ook met Jeruzalem, daarin zijn wij verbonden met God. Dus opnieuw, het is niet zo dat er iets wordt weggenomen, maar juist toegevoegd, zoals we zagen, en dat maakt het grootser.
Is de stad een kubus?
Hier komen we bij een nieuwe vraag, het nieuwe Jeruzalem, is dat een kubus of een berg/piramide?
Jeruzalem, de Bruid, de Heilige stad.
Nu, wat ziet Johannes in Openbaring? En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem , neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. Openbaring 21:2
En de engel zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:9b-10.
U ziet dat als het over de Bruid gaat, we niet spreken over de Kerk, maar we spreken over het Nieuwe Jeruzalem. Maar u zult zeggen, wacht even, wat blijft er over voor ons? Wel, wij gaan de stad binnen en wij trouwen eveneens de stad. Ik weet niet precies hoe je een stad trouwt, wel hoe je een burger wordt van een stad, denk ik; maar als God trouwt, trouwen wij ook met Jeruzalem, daarin zijn wij verbonden met God. Dus opnieuw, het is niet zo dat er iets wordt weggenomen, maar juist toegevoegd, zoals we zagen, en dat maakt het grootser.
Is de stad een kubus?
Hier komen we bij een nieuwe vraag, het nieuwe Jeruzalem, is dat een kubus of een berg/piramide?
De omschrijving van Jeruzalem kan gelden voor zowel een kubus als voor een pyramide vorm, in de vorm van een Babylonische ziggurat. Het feit dat het Heilige der heilige een kubus is, leidde tot de conclusie dat het Nieuwe Jeruzalem eveneens een kubus zal zijn in vorm, maar dat is speculatie.
Merkwaardig genoeg wordt het beschreven als een berg. Deze omschrijving kan gelden voor zowel een kubus als voor een pyramide vorm, in de vorm van een Babylonische ziggurat. Het feit dat het Heilige der heilige een kubus is, leidde tot de conclusie dat het Nieuwe Jeruzalem eveneens een kubus zal zijn in vorm, maar dat is speculatie.
Berg Sion/stad van God/hemels Jeruzalem.
De bottomline is dat men uit de omschrijving niet de conclusie kan trekken of het een kubus is, het is eerder een bergstad met een pyramidevorm en we zullen het die vorm geven. We zien dat het een berg is.
En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God. Openb. 3:12.
Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen. Hebreeën 12:22.
Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen. Galaten 4:26.
Satan was op die berg. Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart, wie zijn ziel niet opheft tot wat vals is, en niet bedrieglijk zweert. Psalm 24:3-4.
U was in Eden, de hof van God... U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezechiël 28:13-14.
Johannes zweefde over een berg. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
Ezechiël werd naar een stad gebracht. In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op (richting, volgens de Engelse vertaling) een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad. Ezechiël 40:2.
Kunstmatige heilige bergen - een vervalsing van het echte.
Merkwaardig genoeg wordt het beschreven als een berg. Deze omschrijving kan gelden voor zowel een kubus als voor een pyramide vorm, in de vorm van een Babylonische ziggurat. Het feit dat het Heilige der heilige een kubus is, leidde tot de conclusie dat het Nieuwe Jeruzalem eveneens een kubus zal zijn in vorm, maar dat is speculatie.
Berg Sion/stad van God/hemels Jeruzalem.
De bottomline is dat men uit de omschrijving niet de conclusie kan trekken of het een kubus is, het is eerder een bergstad met een pyramidevorm en we zullen het die vorm geven. We zien dat het een berg is.
En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God. Openb. 3:12.
Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen. Hebreeën 12:22.
Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen. Galaten 4:26.
Satan was op die berg. Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart, wie zijn ziel niet opheft tot wat vals is, en niet bedrieglijk zweert. Psalm 24:3-4.
U was in Eden, de hof van God... U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezechiël 28:13-14.
Johannes zweefde over een berg. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
Ezechiël werd naar een stad gebracht. In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op (richting, volgens de Engelse vertaling) een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad. Ezechiël 40:2.
Kunstmatige heilige bergen - een vervalsing van het echte.
Satan probeerde vervalsingen van heilige bergen op te richten en zo de heilige bergen onderuit te halen en daar eigen eer uit te halen, bijv. de piramiden in Egypte.
Valse heilige bergen.
De berg is de basis van wat we noemen een pyramide. Nu, een pyramide waarmee men werkt, wat is er zo interessant aan? Dat is dat Satan een vervalsing hiervan wil en piramides wil oprichten op aarde en ze heilige bergen noemt die de eerste weg moet nemen en probeert om er zo een vervalsing voor in de plaats te zetten, die men een heilige berg zal noemen.
Nu wat betreft de afmetingen van de stad en de muren en poorten. Wel, we zien een Man in Ezechiël 40 met het uiterlijk van koper.
Zie, een Man. Zijn uiterlijk was als het uiterlijk van koper en in Zijn hand was een linnen koord en een meetlat. En Hij stond in de poort. Ezech.40:3.
We zien Hem in de beschrijving in Ezechiël en eveneens in Openbaring.
En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is. Openbaring 21:15-17.
De afmetingen van de stad.
Maar wat als het over de poorten gaat? U ziet, er wordt hier een basis aangegeven en als de stad wordt gemeten dan worden de zijden gemeten van hoek naar hoek.
Dit moeten we het letterlijk verstaan en we hoeven daar niet een allegorische interpretatie op los te laten.
Is het een totale omtrekmaat of van elke zijde? Het is niet duidelijk of de 1500 mijl (twaalfduizend stadiën) de maat is van elk van de vier zijden of de totale maat en dan "4 x 344 mijl". Sommige van de Rabbijnen voeren aan dat de muren van het Nieuwe Jeruzalem beschreven in Ezechiël zullen reiken tot aan Damascus. De afstand tussen Jeruzalem en Damascus is 132 mijl, dit volgens Google Earth. Als we kijken naar Herodotus, de Griekse historicus, die ons een beeld geeft van het Babylon in zijn dagen, hij zegt dat de stad een groot vierkant was 42 mijl in omtrek.
Dus zo starten we met het totaal van de zijden van de stad, wat duidelijk 42 mijl is, maar omdat we kijken naar een stad als een berg in de vorm van een piramide met een vierkant grondvlak en zijden die schuin weglopen als een pyramide onder dezelfde hoeken met een afstand van 1380 mijl en dat gedeeld door 8 dan geeft ons dat een 172,5 mijl voor elke kant. We gaan niet proberen alles uit te leggen hoe het precies werkt maar de zijden en de basis zijn wel aan elkaar gelijk evenals de hoogte.
Valse heilige bergen.
De berg is de basis van wat we noemen een pyramide. Nu, een pyramide waarmee men werkt, wat is er zo interessant aan? Dat is dat Satan een vervalsing hiervan wil en piramides wil oprichten op aarde en ze heilige bergen noemt die de eerste weg moet nemen en probeert om er zo een vervalsing voor in de plaats te zetten, die men een heilige berg zal noemen.
Nu wat betreft de afmetingen van de stad en de muren en poorten. Wel, we zien een Man in Ezechiël 40 met het uiterlijk van koper.
Zie, een Man. Zijn uiterlijk was als het uiterlijk van koper en in Zijn hand was een linnen koord en een meetlat. En Hij stond in de poort. Ezech.40:3.
We zien Hem in de beschrijving in Ezechiël en eveneens in Openbaring.
En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is. Openbaring 21:15-17.
De afmetingen van de stad.
Maar wat als het over de poorten gaat? U ziet, er wordt hier een basis aangegeven en als de stad wordt gemeten dan worden de zijden gemeten van hoek naar hoek.
Dit moeten we het letterlijk verstaan en we hoeven daar niet een allegorische interpretatie op los te laten.
Is het een totale omtrekmaat of van elke zijde? Het is niet duidelijk of de 1500 mijl (twaalfduizend stadiën) de maat is van elk van de vier zijden of de totale maat en dan "4 x 344 mijl". Sommige van de Rabbijnen voeren aan dat de muren van het Nieuwe Jeruzalem beschreven in Ezechiël zullen reiken tot aan Damascus. De afstand tussen Jeruzalem en Damascus is 132 mijl, dit volgens Google Earth. Als we kijken naar Herodotus, de Griekse historicus, die ons een beeld geeft van het Babylon in zijn dagen, hij zegt dat de stad een groot vierkant was 42 mijl in omtrek.
Dus zo starten we met het totaal van de zijden van de stad, wat duidelijk 42 mijl is, maar omdat we kijken naar een stad als een berg in de vorm van een piramide met een vierkant grondvlak en zijden die schuin weglopen als een pyramide onder dezelfde hoeken met een afstand van 1380 mijl en dat gedeeld door 8 dan geeft ons dat een 172,5 mijl voor elke kant. We gaan niet proberen alles uit te leggen hoe het precies werkt maar de zijden en de basis zijn wel aan elkaar gelijk evenals de hoogte.
Het nieuwe Jeruzalem heeft de vorm van een kubus of van een piramide.
De muren zijn van kostbaar edelgesteente. U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren , uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van edelsteen. Jesaja 54:11-12.
Als we het vergelijken met Openbaring, dan zien we dat we dezelfde omschrijving zien in Openbaring 21: En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas. Openbaring 21:28-20.
Dus als we kijken naar de omschrijving van de muren in Jesaja, dan is de omwalling van edelsteen en ook in Openbaring is het edelgesteente, de conclusie daaruit is dat het gaat om dezelfde stad met dezelfde omschrijving.
De twaalf poorten met de namen van de twaalf stammen van Israël: De poorten van de stad zullen overeenkomstig de namen zijn van de stammen van Israël: drie poorten naar het noorden:... aan de oostzijde... de zuidzijde... de westzijde... En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Ezech. 48:31-35.
Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. Openbaring 21:12-13.
Opnieuw, als we kijken naar de omschrijving, dan zien we in Ezechiël een stad die een basis heeft als een vierkant en zijn er twaalf poorten, drie aan elke zijde en natuurlijk de namen van de poorten zijn de namen van de twaalf stammen van Israël, precies als we ook hebben in Openb. 21, wat mij leidt tot de conclusie dat dit dezelfde stad is.
De afmetingen van de poorten.
Kijkend naar de zijden met de poorten zijn er drie poorten, zowel in Openb. 21;13 als in Ezech. 48:33. Maar in Openbaring wordt ons niet verteld hoe groot de afmetingen zijn van de poorten, de engel geeft geen maten voor de poorten en de grootte van de poorten: dat is ons verteld in Ezechiël. Dus in Openbaring wordt ons gezegd hoe groot de stad is en hoe hoog de muur is, maar niet wordt verteld hoe groot de poorten zijn.
Ezech. 48:30: Dit zijn de uitgangen van de stad: aan de noordzijde is de maat vijfenveertighonderd el (rod hebreeuws)
De afmeting 4500 rods/maatstaf zijn elk een cubit en een handbreedte (Ezech. 40:5) een cubit = 52,3 cm, een rod (el) = 6 cubits is dus 3,14 meter.
De totale lengte per zijde is 46395 el. Verdeel het door 3 poorten, is dat 2.92 mijl (4,6) km voor elke poort, we spreken over een massieve poort en de veronderstelling dat er deuren zullen zijn in die poorten, maar die nooit gesloten zullen worden, het zijn dus hele extreme grote entrees.
De deuren zullen altijd open staan volgens Jesaja 60:11: Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden.
En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. Openbaring 21:25-26.
Geen tranen meer.
Het is dezelfde stad waar het vermogen van de volken wordt binnengebracht, er zijn geen tranen meer in die stad.
Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken. Jesaja 25:8.
En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Openbaring 21:4.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
Hun ziel zal zijn als een bevloeide hof, zij zullen voortaan niet meer treurig zijn. Jeremia 31:12.
We kijken naar één en dezelfde stad, beschreven in de Hebreeuwse geschriften, alsook in Openbaring. Opnieuw in Jesaja 51:11: Zo zullen wie door de HEERE zijn vrijgekocht, terugkeren en met gejuich in Sion komen. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten. Jesaja 51:11 is hetzelfde vers als Jesaja 35:10.
Zij zullen geen honger hebben of dorst lijden, hitte en zon zullen hen niet steken, want hun Ontfermer zal hen leiden, Hij zal hen zachtjes leiden naar waterbronnen. Jesaja 49:10 de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen. Jesaja 25:8 en 4:6:
Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:16-17.
God zal zelf de stad verlichten.
De zon en de maan zullen er nog steeds zijn Dan zal het licht van de volle maan zijn als het licht van de gloeiende zon, en het licht van de zon zal zevenmaal sterker zijn, net als het licht van zeven dagen, op de dag dat de HEERE de breuk van Zijn volk zal verbinden en de wond die het is toegebracht, zal genezen. Jesaja 30:26.
De volle maan zal rood worden van schaamte, de gloeiende zon zal beschaamd worden, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23.
Nu er is de gedachte dat er geen zon en maan meer zal zijn, maar dat is niet waar. Het licht van de zon en maan verbleken bij het licht van God en zien eruit als zaklantaarns die je overdag aandoet en geen enkele nut zal hebben, omdat het licht van de zon dit verre overtreft. De zon staat beschaamd.
De zon bestaat nog steeds, alleen de stad heeft dat licht niet nodig.
En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. Openbaring 21:23.
En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid. Openbaring 22:5.
Nemen we dit alles in een samenvatting: De sluier is weggenomen - die het vuur van God zichtbaar maakt.
• De aarde wordt vernietigd bij de tweede komst.
• Er is geen tussentoestand Millennium hemel en aarde. Er zijn er maar twee. Er is een nieuwe aarde in het begin, niet aan het eind van het Millennium, een herschepping aan het begin van het Millennium.
• De berg van God is het Nieuwe Jeruzalem en het Jeruzalem van boven dat neerdaalt op aarde. Gods troon is in de stad.
Het is nog steeds mogelijk dat er zonde en dood is buiten de stad, het Nieuwe Jeruzalem, zoals er staat in Openbaring 21:27: Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam. Openbaring 21:27
Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet. Openbaring 22:14.
Niet in de stad, maar buiten, waar volgens Jesaja 65:20 het volgende zal zijn: Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
Dat is voor de sterfelijken op de planeet aarde.
Aan het einde van het Duizendjarig Vrederijk zal de satan nog eenmaal losgelaten worden en zullen de volkeren opgezet worden tegen de eeuwige stad Jeruzalem, maar dan zullen zij massaal verteerd worden door vuur uit de hemel van God. Dan blijkt dat de mensheid niets heeft geleerd van duizend jaar geregeerd te zijn in gerechtigheid en heeft de vrede niets geholpen. Daarna zal de eeuwigheid aanbreken.
De muren zijn van kostbaar edelgesteente. U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren , uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van edelsteen. Jesaja 54:11-12.
Als we het vergelijken met Openbaring, dan zien we dat we dezelfde omschrijving zien in Openbaring 21: En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas. Openbaring 21:28-20.
Dus als we kijken naar de omschrijving van de muren in Jesaja, dan is de omwalling van edelsteen en ook in Openbaring is het edelgesteente, de conclusie daaruit is dat het gaat om dezelfde stad met dezelfde omschrijving.
De twaalf poorten met de namen van de twaalf stammen van Israël: De poorten van de stad zullen overeenkomstig de namen zijn van de stammen van Israël: drie poorten naar het noorden:... aan de oostzijde... de zuidzijde... de westzijde... En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Ezech. 48:31-35.
Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. Openbaring 21:12-13.
Opnieuw, als we kijken naar de omschrijving, dan zien we in Ezechiël een stad die een basis heeft als een vierkant en zijn er twaalf poorten, drie aan elke zijde en natuurlijk de namen van de poorten zijn de namen van de twaalf stammen van Israël, precies als we ook hebben in Openb. 21, wat mij leidt tot de conclusie dat dit dezelfde stad is.
De afmetingen van de poorten.
Kijkend naar de zijden met de poorten zijn er drie poorten, zowel in Openb. 21;13 als in Ezech. 48:33. Maar in Openbaring wordt ons niet verteld hoe groot de afmetingen zijn van de poorten, de engel geeft geen maten voor de poorten en de grootte van de poorten: dat is ons verteld in Ezechiël. Dus in Openbaring wordt ons gezegd hoe groot de stad is en hoe hoog de muur is, maar niet wordt verteld hoe groot de poorten zijn.
Ezech. 48:30: Dit zijn de uitgangen van de stad: aan de noordzijde is de maat vijfenveertighonderd el (rod hebreeuws)
De afmeting 4500 rods/maatstaf zijn elk een cubit en een handbreedte (Ezech. 40:5) een cubit = 52,3 cm, een rod (el) = 6 cubits is dus 3,14 meter.
De totale lengte per zijde is 46395 el. Verdeel het door 3 poorten, is dat 2.92 mijl (4,6) km voor elke poort, we spreken over een massieve poort en de veronderstelling dat er deuren zullen zijn in die poorten, maar die nooit gesloten zullen worden, het zijn dus hele extreme grote entrees.
De deuren zullen altijd open staan volgens Jesaja 60:11: Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden.
En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. Openbaring 21:25-26.
Geen tranen meer.
Het is dezelfde stad waar het vermogen van de volken wordt binnengebracht, er zijn geen tranen meer in die stad.
Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken. Jesaja 25:8.
En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Openbaring 21:4.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
Hun ziel zal zijn als een bevloeide hof, zij zullen voortaan niet meer treurig zijn. Jeremia 31:12.
We kijken naar één en dezelfde stad, beschreven in de Hebreeuwse geschriften, alsook in Openbaring. Opnieuw in Jesaja 51:11: Zo zullen wie door de HEERE zijn vrijgekocht, terugkeren en met gejuich in Sion komen. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten. Jesaja 51:11 is hetzelfde vers als Jesaja 35:10.
Zij zullen geen honger hebben of dorst lijden, hitte en zon zullen hen niet steken, want hun Ontfermer zal hen leiden, Hij zal hen zachtjes leiden naar waterbronnen. Jesaja 49:10 de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen. Jesaja 25:8 en 4:6:
Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:16-17.
God zal zelf de stad verlichten.
De zon en de maan zullen er nog steeds zijn Dan zal het licht van de volle maan zijn als het licht van de gloeiende zon, en het licht van de zon zal zevenmaal sterker zijn, net als het licht van zeven dagen, op de dag dat de HEERE de breuk van Zijn volk zal verbinden en de wond die het is toegebracht, zal genezen. Jesaja 30:26.
De volle maan zal rood worden van schaamte, de gloeiende zon zal beschaamd worden, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23.
Nu er is de gedachte dat er geen zon en maan meer zal zijn, maar dat is niet waar. Het licht van de zon en maan verbleken bij het licht van God en zien eruit als zaklantaarns die je overdag aandoet en geen enkele nut zal hebben, omdat het licht van de zon dit verre overtreft. De zon staat beschaamd.
De zon bestaat nog steeds, alleen de stad heeft dat licht niet nodig.
En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. Openbaring 21:23.
En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid. Openbaring 22:5.
Nemen we dit alles in een samenvatting: De sluier is weggenomen - die het vuur van God zichtbaar maakt.
• De aarde wordt vernietigd bij de tweede komst.
• Er is geen tussentoestand Millennium hemel en aarde. Er zijn er maar twee. Er is een nieuwe aarde in het begin, niet aan het eind van het Millennium, een herschepping aan het begin van het Millennium.
• De berg van God is het Nieuwe Jeruzalem en het Jeruzalem van boven dat neerdaalt op aarde. Gods troon is in de stad.
Het is nog steeds mogelijk dat er zonde en dood is buiten de stad, het Nieuwe Jeruzalem, zoals er staat in Openbaring 21:27: Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam. Openbaring 21:27
Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet. Openbaring 22:14.
Niet in de stad, maar buiten, waar volgens Jesaja 65:20 het volgende zal zijn: Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
Dat is voor de sterfelijken op de planeet aarde.
Aan het einde van het Duizendjarig Vrederijk zal de satan nog eenmaal losgelaten worden en zullen de volkeren opgezet worden tegen de eeuwige stad Jeruzalem, maar dan zullen zij massaal verteerd worden door vuur uit de hemel van God. Dan blijkt dat de mensheid niets heeft geleerd van duizend jaar geregeerd te zijn in gerechtigheid en heeft de vrede niets geholpen. Daarna zal de eeuwigheid aanbreken.
Aan het einde van het duizendjarig vrederijk zullen de volken nog niets hebben geleerd en komen ze weer in opstand tegen de Heer en Zijn Gezalfde (zie Psalm 2).