In Bijbels Optiek
5. JEZUS EN DE APOSTELEN PREDIKTEN GEEN SOCIAAL EVANGELIE.
5.1. Jezus’voorbeeld volgen.
Jezus predikte nooit “wereldverbetering”. Hij maakte nooit propaganda voor sociale hervorming of morele herbewapening. Hij trachtte nooit koningen of keizers te beïnvloeden tot het vormen van een “betere regering”. Hij streefde nooit politieke doeleinden na. Hij stichtte ook nooit verenigingen of organisaties voor maatschappelijke doeleinden.
Jezus predikte wel een nieuwe geboorte. Hij maakte wel propaganda voor persoonlijke wedergeboorte. Hij trachtte wel politieke en godsdienstige leiders te beïnvloeden om alles te verlaten en Hem te volgen. Hij stichtte wel de christelijke gemeente en gaf haar de opdracht, om persoonlijke verlossing te prediken en mensen te roepen tot een leven, afgescheiden van een wereld van onvolledige mensen, zondaren.
Maar een gerechtigheid, bestaande slechts uit uiterlijke dingen, was voor Hem verwerpelijk. Hij veroordeelde bijv. de Farizeeën, omdat ze alleen zo godsdienstig waren, om door de mensen gezien te worden. Hij hechtte geen enkele waarde aan hun aalmoezen en gaven, omdat het hun aan innerlijke gerechtigheid ontbrak.
5.1. Jezus’voorbeeld volgen.
Jezus predikte nooit “wereldverbetering”. Hij maakte nooit propaganda voor sociale hervorming of morele herbewapening. Hij trachtte nooit koningen of keizers te beïnvloeden tot het vormen van een “betere regering”. Hij streefde nooit politieke doeleinden na. Hij stichtte ook nooit verenigingen of organisaties voor maatschappelijke doeleinden.
Jezus predikte wel een nieuwe geboorte. Hij maakte wel propaganda voor persoonlijke wedergeboorte. Hij trachtte wel politieke en godsdienstige leiders te beïnvloeden om alles te verlaten en Hem te volgen. Hij stichtte wel de christelijke gemeente en gaf haar de opdracht, om persoonlijke verlossing te prediken en mensen te roepen tot een leven, afgescheiden van een wereld van onvolledige mensen, zondaren.
Maar een gerechtigheid, bestaande slechts uit uiterlijke dingen, was voor Hem verwerpelijk. Hij veroordeelde bijv. de Farizeeën, omdat ze alleen zo godsdienstig waren, om door de mensen gezien te worden. Hij hechtte geen enkele waarde aan hun aalmoezen en gaven, omdat het hun aan innerlijke gerechtigheid ontbrak.
In Bijbels Optiek
Jezus noemde de farizeeën en schriftgeleerden van zijn tijd ‘witgepleisterde graven’ omdat ze zich uiterlijk beter voordeden dan ze van binnen waren.
Jezus zou tot deze lang biddende godsdienstige mensen, dat hun godsdienst ijdel was, omdat hun hart ver van God was. Hij zei tot hen, dat zij leken op “witgepleisterde” graven. Van buiten waren ze schoon, maar van binnen dor en onrein. Hij zei tot hen, dat zij eerst het “binnenste van de drinkbeker of schotel” moesten reinigen, want dan zou vanzelf ook de buitenkant rein worden.
Deze scherpe woorden, waarmee de Here Jezus Christus de uiterlijke vormen en het innerlijk bederf van zijn eigen volk veroordeelde, zouden voldoende moeten zijn, om iedereen, die zijn tijd en krachten wijdde aan uiterlijke dingen, tot stilstand en bezinning te brengen. Jezus Christus is niet een kracht, die van buiten naar binnen werkt, maar Hij is een persoon, die van binnen naar buiten werkt.
5.2. Jezus wist….!!!
Jezus wist, hoe nutteloos hervormingen zijn. Hij leefde in een tijd, waarin de sociale toestanden door en door verdorven waren, maar Hij stelde geen socialistische propaganda voor. Hij bewoog zich temidden van dronkenschappen en brasserijen, maar Hij richtte geen geheelonthoudersverenigingen op. Hij wandelde temidden van maatschappelijke degeneratie, maar Hij begon geen beweging voor maatschappelijke gerechtigheid.
Jezus had honderden hervormingsbewegingen kunnen beginnen, maar Hij deed het niet. Hij had duizenden organisaties voor allerlei nuttige doeleinden kunnen stichten, maar Hij deed het niet.
Critici hoor je nu hardop denken, dat Jezus onverschillig was voor het lijden en de zonde, die Hem in zijn tijd omringden. Laten we vooral niet denken dat Hij onbewogen bleef bij het aanschouwen van de armoede en de ellende tijdens zijn leven op aarde. De nood van zijn tijd drukte als een loden last op zijn ziel. Zijn hart was ten zeerste bekommerd over de toestand der armen, de immoraliteit van de goddelozen en de tirannie van de machthebbers, maar Hij wist wat ook wij zouden moeten weten, dat het verderf in de menselijke samenleving niet kan worden tegengehouden door maatschappelijke en sociale voorzieningen.
Jezus wist, dat de stroom nooit boven zijn eigen bron kan uitrijzen. Ook wist Hij, dat het “rottingsproces” in het maatschappelijke en sociale leven niet kan worden bestreden door het prediken van een hogere moraal of door het verkondigen van mooie leuzen.
Jezus zou tot deze lang biddende godsdienstige mensen, dat hun godsdienst ijdel was, omdat hun hart ver van God was. Hij zei tot hen, dat zij leken op “witgepleisterde” graven. Van buiten waren ze schoon, maar van binnen dor en onrein. Hij zei tot hen, dat zij eerst het “binnenste van de drinkbeker of schotel” moesten reinigen, want dan zou vanzelf ook de buitenkant rein worden.
Deze scherpe woorden, waarmee de Here Jezus Christus de uiterlijke vormen en het innerlijk bederf van zijn eigen volk veroordeelde, zouden voldoende moeten zijn, om iedereen, die zijn tijd en krachten wijdde aan uiterlijke dingen, tot stilstand en bezinning te brengen. Jezus Christus is niet een kracht, die van buiten naar binnen werkt, maar Hij is een persoon, die van binnen naar buiten werkt.
5.2. Jezus wist….!!!
Jezus wist, hoe nutteloos hervormingen zijn. Hij leefde in een tijd, waarin de sociale toestanden door en door verdorven waren, maar Hij stelde geen socialistische propaganda voor. Hij bewoog zich temidden van dronkenschappen en brasserijen, maar Hij richtte geen geheelonthoudersverenigingen op. Hij wandelde temidden van maatschappelijke degeneratie, maar Hij begon geen beweging voor maatschappelijke gerechtigheid.
Jezus had honderden hervormingsbewegingen kunnen beginnen, maar Hij deed het niet. Hij had duizenden organisaties voor allerlei nuttige doeleinden kunnen stichten, maar Hij deed het niet.
Critici hoor je nu hardop denken, dat Jezus onverschillig was voor het lijden en de zonde, die Hem in zijn tijd omringden. Laten we vooral niet denken dat Hij onbewogen bleef bij het aanschouwen van de armoede en de ellende tijdens zijn leven op aarde. De nood van zijn tijd drukte als een loden last op zijn ziel. Zijn hart was ten zeerste bekommerd over de toestand der armen, de immoraliteit van de goddelozen en de tirannie van de machthebbers, maar Hij wist wat ook wij zouden moeten weten, dat het verderf in de menselijke samenleving niet kan worden tegengehouden door maatschappelijke en sociale voorzieningen.
Jezus wist, dat de stroom nooit boven zijn eigen bron kan uitrijzen. Ook wist Hij, dat het “rottingsproces” in het maatschappelijke en sociale leven niet kan worden bestreden door het prediken van een hogere moraal of door het verkondigen van mooie leuzen.
In Bijbels Optiek
Jezus’ leven van alledag leek veel op de gelijkenis, die hijzelf eens vertelde aan zijn omstanders. Het was het verhaal van de barmhartige Samaritaan, die zichzelf opofferde met gevaar voor eigen leven en de gewonde langs de weg hielp.
Jezus stond snel stil, net als de “barmhartige Samaritaan”, bij de arme, gewonde Jood, verbond zijn wonden, goot daarin olie en wijn, zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar de herberg en betaalde voor zijn levensonderhoud. Jezus stond altijd klaar, om de armlastigen te helpen, de gevallenen op te richten en de gebrokenen van hart te helpen.
Maar Hij besteedde geen tijd aan allerlei bewegingen, die zich ten doel stelden, om het maatschappelijke verderf, dat mensenharten en mensenlevens verwoestte, tegen te houden.
Jezus wist dat de zonde de enige oorzaak was van de verdorven toestand. Hij wist, dat zijn kruisdood op Golgotha de enige genezing zou betekenen. Dacht u, als lezer, dat, als het “humanisme” of “socialisme” iets had kunnen bereiken, dat Jezus uit de hemel gekomen was? Dacht u, als allerlei maatschappelijke of religieuze organisaties iets hadden kunnen bereiken, dat de Zoon van God de lichamelijke dood was ingegaan? Dacht u, als de wet, die Hij het Joodse volk gaf, iets had kunnen bereiken, dat Hij aan het kruis was gegaan? Gal. 3: 21 zegt:”Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn”.
Jezus wist, dat de mens zich nooit geheel en al aan de wet kon houden, omdat de begeerte van ons “vlees” dat zou verhinderen. De ijveraars voor maatschappelijke gerechtigheid in onze tijd ontkennen de gevallen toestand van de mens, omdat zij de bijbel, en dus wat er instaat, als van een voorbijgegane en verouderde samenleving bestempelen. Zij willen ons wijs maken, dat de mens in wezen niet zo slecht is, dat de mens “beter” zal worden als zijn omstandigheden en zijn omgeving beter worden.
Zij willen ons wijs maken, dat het kankergezwel van de zonde genezen kan worden door gehoorzaamheid aan de wet, dat het bederf in de samenleving kan worden bestreden door maatschappelijke hervormingen en sociale voorzieningen.
Jezus kende de mens al 4000 jaar. Hij wist, dat de mens in zijn doen en laten gefaald had, en dat alles, wat hij bedacht, verkeerd was. M.a.w. dat hij alles om zichzelf liet draaien in een grenzeloos egoïsme en egocentrisme. En steeds dieper in het moeras van de zonde wegzakte.
Jezus wist van tevoren, dat de onwedergeboren mens in de tegenwoordige tijd, die de bijbel de genadetijd noemt, eveneens zou falen en de hoeveelheid zonden zich al snel tot de hemel zou opstapelen. Waarom zou Jezus dan maatschappelijk en sociale vernieuwing prediken, als hij de harten der mensen zo door en door kende? Waarom zou de christelijke gemeente zich dan bezig houden met maatschappelijke hervormingen, als de deelnemers aan diezelfde maatschappij daar van binnenuit naar buiten onveranderd op zouden reageren God zou hen kunnen veranderen, namelijk als de individuele mens het plaatsvervangend offer van Jezus Christus zouden accepteren. Dan zou de Schepper van de mens hem van zijn fouten kunnen verlossen ( = reinigen ) en hem in staat stellen wel adequaat in zo’n nieuwe wereld te functioneren. Maar Rom. 3: 11 en 12 zegt: ”Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één”.
Waarom zou de christelijke gemeente een weg bewandelen, die Jezus niet bewandeld heeft? Waarom zou de christelijke gemeente zich bezighouden, waarmee Jezus zich niet bezighield? Waarom zou de christelijke gemeente gaan, waarheen Jezus haar niet gezonden heeft? Waarom trachten een wereld te “verbeteren”, als haar Heer nooit getracht heeft om die wereld te “verbeteren”?
5.3. Jezus verkeerd beoordelen!!
Het is erg onredelijk om te zeggen, dat Jezus zich niet bekommerde om sociale misstanden van zijn tijd, omdat Hij nooit iets als onze moderne socialistische of humanistische of christelijke bewegingen in het leven heeft geroepen. Hij was wel begaan met de nood van deze wereld. Het nam Hem zó in beslag, dat Hij de kruisdood stierf. Het ging Hem zó aan het hart, dat Hij boette voor de zonden van de hele mensheid en zo de deur naar het eeuwige leven opende voor een ieder die dit gelooft.
Het is onrechtvaardig te zeggen, dat de apostelen niet geïnteresseerd waren in de noden van mensen, omdat zij geen hogere moraal verkondigden en geen sociale hervorming bepleitten. Zij waren zó geïnteresseerd, dat zij nooit ophielden het evangelie van Jezus Christus te prediken, dat zij bereid bleken hun leven voor hun medemensen te geven. Echter zij wisten dat de zonde in het menselijke hart woonde en dat elke arbeid, buiten Jezus om, vruchteloos zou blijken.
Jezus stond snel stil, net als de “barmhartige Samaritaan”, bij de arme, gewonde Jood, verbond zijn wonden, goot daarin olie en wijn, zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar de herberg en betaalde voor zijn levensonderhoud. Jezus stond altijd klaar, om de armlastigen te helpen, de gevallenen op te richten en de gebrokenen van hart te helpen.
Maar Hij besteedde geen tijd aan allerlei bewegingen, die zich ten doel stelden, om het maatschappelijke verderf, dat mensenharten en mensenlevens verwoestte, tegen te houden.
Jezus wist dat de zonde de enige oorzaak was van de verdorven toestand. Hij wist, dat zijn kruisdood op Golgotha de enige genezing zou betekenen. Dacht u, als lezer, dat, als het “humanisme” of “socialisme” iets had kunnen bereiken, dat Jezus uit de hemel gekomen was? Dacht u, als allerlei maatschappelijke of religieuze organisaties iets hadden kunnen bereiken, dat de Zoon van God de lichamelijke dood was ingegaan? Dacht u, als de wet, die Hij het Joodse volk gaf, iets had kunnen bereiken, dat Hij aan het kruis was gegaan? Gal. 3: 21 zegt:”Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn”.
Jezus wist, dat de mens zich nooit geheel en al aan de wet kon houden, omdat de begeerte van ons “vlees” dat zou verhinderen. De ijveraars voor maatschappelijke gerechtigheid in onze tijd ontkennen de gevallen toestand van de mens, omdat zij de bijbel, en dus wat er instaat, als van een voorbijgegane en verouderde samenleving bestempelen. Zij willen ons wijs maken, dat de mens in wezen niet zo slecht is, dat de mens “beter” zal worden als zijn omstandigheden en zijn omgeving beter worden.
Zij willen ons wijs maken, dat het kankergezwel van de zonde genezen kan worden door gehoorzaamheid aan de wet, dat het bederf in de samenleving kan worden bestreden door maatschappelijke hervormingen en sociale voorzieningen.
Jezus kende de mens al 4000 jaar. Hij wist, dat de mens in zijn doen en laten gefaald had, en dat alles, wat hij bedacht, verkeerd was. M.a.w. dat hij alles om zichzelf liet draaien in een grenzeloos egoïsme en egocentrisme. En steeds dieper in het moeras van de zonde wegzakte.
Jezus wist van tevoren, dat de onwedergeboren mens in de tegenwoordige tijd, die de bijbel de genadetijd noemt, eveneens zou falen en de hoeveelheid zonden zich al snel tot de hemel zou opstapelen. Waarom zou Jezus dan maatschappelijk en sociale vernieuwing prediken, als hij de harten der mensen zo door en door kende? Waarom zou de christelijke gemeente zich dan bezig houden met maatschappelijke hervormingen, als de deelnemers aan diezelfde maatschappij daar van binnenuit naar buiten onveranderd op zouden reageren God zou hen kunnen veranderen, namelijk als de individuele mens het plaatsvervangend offer van Jezus Christus zouden accepteren. Dan zou de Schepper van de mens hem van zijn fouten kunnen verlossen ( = reinigen ) en hem in staat stellen wel adequaat in zo’n nieuwe wereld te functioneren. Maar Rom. 3: 11 en 12 zegt: ”Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één”.
Waarom zou de christelijke gemeente een weg bewandelen, die Jezus niet bewandeld heeft? Waarom zou de christelijke gemeente zich bezighouden, waarmee Jezus zich niet bezighield? Waarom zou de christelijke gemeente gaan, waarheen Jezus haar niet gezonden heeft? Waarom trachten een wereld te “verbeteren”, als haar Heer nooit getracht heeft om die wereld te “verbeteren”?
5.3. Jezus verkeerd beoordelen!!
Het is erg onredelijk om te zeggen, dat Jezus zich niet bekommerde om sociale misstanden van zijn tijd, omdat Hij nooit iets als onze moderne socialistische of humanistische of christelijke bewegingen in het leven heeft geroepen. Hij was wel begaan met de nood van deze wereld. Het nam Hem zó in beslag, dat Hij de kruisdood stierf. Het ging Hem zó aan het hart, dat Hij boette voor de zonden van de hele mensheid en zo de deur naar het eeuwige leven opende voor een ieder die dit gelooft.
Het is onrechtvaardig te zeggen, dat de apostelen niet geïnteresseerd waren in de noden van mensen, omdat zij geen hogere moraal verkondigden en geen sociale hervorming bepleitten. Zij waren zó geïnteresseerd, dat zij nooit ophielden het evangelie van Jezus Christus te prediken, dat zij bereid bleken hun leven voor hun medemensen te geven. Echter zij wisten dat de zonde in het menselijke hart woonde en dat elke arbeid, buiten Jezus om, vruchteloos zou blijken.
In Bijbels Optiek
Het geestelijk hart van de christen houdt nooit op te bidden voor zijn medemens. Er is één geloofsgedachte die hem constant bezig houdt en dat is de eeuwige redding van mensen om hem heen en ver weg. Daar wil hij zijn leven op inrichten.
Wèl zei Jezus:”De Zoon des mensen is gekomen, om het verlorene te zoeken”( Matth. 18:11). Het is oneerlijk te zeggen, dat de gelovige, die vandaag weigert aan één of andere maatschappelijke arbeid deel te nemen, onbewogen is voor de werkelijke noden van deze tijd. Integendeel, zij drukken als een last op zijn ziel. Daarom blijft hij Christus prediken als de enige oplossing voor de problemen.
Wie is er meer bekommerd over zijn medemensen, dan hij, die wedergeboorte predikt? Wie is meer geïnteresseerd in de ziel van mensen, dan hij, die Jezus verkondigt. Wie is meer bezorgd over het welzijn van de zondige mens, dan hij, die zegt, dat de mens een nieuw leven kan beginnen.
5.4. Wat Jezus en de apostelen persé niet zeiden!
Jezus zei niet, dat Hij als de Zoon des mensen gekomen was, om hen, die verloren zijn, een hogere moraal voor te houden.
Jezus wekte de mensen niet op om zich van buiten beter voor te doen dan ze van binnen waren, want een verkeerde boom kan immers geen goede vruchten voortbrengen.
Jezus verwachtte niet, dat wetten een einde aan alle misdadigheid zouden maken en alle zonden uit het land zouden verdrijven.
Jacobus verklaarde niet, dat als je alle verleidingen wegneemt op de weg van de mens, dat hij dan voor eeuwig behouden zou worden.
En Petrus geloofde niet, dat wij verlost zijn door vergankelijke dingen zoals verenigingen, die een goed en edel doel nastreven.
Paulus zei tegen de Corinthiërs:”Ik heb mij voorgenomen niets anders te weten onder u, dan maatschappelijke gerechtigheid".
Paulus schreef niet aan de Romeinen:”Ik schaam mij het sociale evangelie niet, want het is de kracht van de mens tot wereldverbetering”.
Paulus schreef niet aan de Galaten, dat “Christus zichzelf heeft overgegeven, opdat Hij deze tegenwoordige boze wereld aangenamer en aantrekkelijker zou maken voor ons”.
Paulus schreef niet aan de gemeente te Efeze: ”Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der wereld en huisgenoten van de duivel”.
Paulus schreef niet aan de gemeente van Filippi: ”Ik jaag naar het doel, tot de prijs der roeping Gods in sociale dienst”.
Paulus schreef niet aan de gemeente te Colosse: ”Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die van de aarde zijn”.
Paulus schreef niet aan Timotheüs – zijn geestelijke zoon:”Lijd verdrukkingen als een goed soldaat voor sociale gerechtigheid; wordt ingewikkeld in de dingen van het leven, opdat Gij een Christusverwerpende wereld moge behagen”.
Paulus schreef niet aan Titus:”Hij heeft ons zalig gemaakt uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, en door de vernieuwing van onze sociale geest”.
5.5. Wat Jezus en de apostelen wèl zeiden!
Wèl schreef Paulus aan Timotheüs:”Lijd met de anderen als een goed soldaat van Christus Jezus”. Hij schreef verder:”Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud: hij heeft ( slechts ) hem te volgen, door wie hij aangeworven is”( 2 Tim. 2:3,4
Wèl schreef Paulus aan de gemeente van Filippi:”Ik jaag naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus” ( Fil. 3: 14 ).
Wèl schreef Paulus aan de gemeente van Colosse:”Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods”( Col. 3:1)
Wèl schreef Paulus aan de gemeente te Efeze:”Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods”( Ef. 2 : 19 ).
Wèl schreef Paulus aan de Galaten, dat “Christus Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld” ( Gal. 1 : 4 ).
Wèl schreef Paulus aan de Romeinen, dat hij “zich het evangelie van Christus niet schaamde, want het is een kracht Gods tot behoud van een ieder die gelooft”( Rom. 1: 16 ).
Wèl schreef Paulus aan de Corinthiërs, dat hij zich “niets ander te weten, dan Christus en dien gekruisigd”( 1 Cor. 2 : 2 ).
Wèl geloofde Petrus, dat wij, “niet met vergankelijke dingen uit vrijgekocht zijn…maar door het bloed van Christus” ( 1 Petr. 1: 18 ).
Wel verklaarde Jacobus: “wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel zal van de dood gered worden”( Jac. 5 : 20 ).
Wèl getuigde Johannes met grote nadruk, dat “het bloed van Jezus Christus ons reinigt van alle zonde”( 1 Joh. 1 : 7 ).
Wèl constateerde Jezus:”Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom geen goede vruchten dragen”( Matth. 7 : 18 ).
Wèl wekte Jezus op tot het reinigen van het binnenste van de mens. Hij wist dat het onwedergeboren hart voor God geen betekenis had.
Wèl zei Jezus:”De Zoon des mensen is gekomen, om het verlorene te zoeken”( Matth. 18:11). Het is oneerlijk te zeggen, dat de gelovige, die vandaag weigert aan één of andere maatschappelijke arbeid deel te nemen, onbewogen is voor de werkelijke noden van deze tijd. Integendeel, zij drukken als een last op zijn ziel. Daarom blijft hij Christus prediken als de enige oplossing voor de problemen.
Wie is er meer bekommerd over zijn medemensen, dan hij, die wedergeboorte predikt? Wie is meer geïnteresseerd in de ziel van mensen, dan hij, die Jezus verkondigt. Wie is meer bezorgd over het welzijn van de zondige mens, dan hij, die zegt, dat de mens een nieuw leven kan beginnen.
5.4. Wat Jezus en de apostelen persé niet zeiden!
Jezus zei niet, dat Hij als de Zoon des mensen gekomen was, om hen, die verloren zijn, een hogere moraal voor te houden.
Jezus wekte de mensen niet op om zich van buiten beter voor te doen dan ze van binnen waren, want een verkeerde boom kan immers geen goede vruchten voortbrengen.
Jezus verwachtte niet, dat wetten een einde aan alle misdadigheid zouden maken en alle zonden uit het land zouden verdrijven.
Jacobus verklaarde niet, dat als je alle verleidingen wegneemt op de weg van de mens, dat hij dan voor eeuwig behouden zou worden.
En Petrus geloofde niet, dat wij verlost zijn door vergankelijke dingen zoals verenigingen, die een goed en edel doel nastreven.
Paulus zei tegen de Corinthiërs:”Ik heb mij voorgenomen niets anders te weten onder u, dan maatschappelijke gerechtigheid".
Paulus schreef niet aan de Romeinen:”Ik schaam mij het sociale evangelie niet, want het is de kracht van de mens tot wereldverbetering”.
Paulus schreef niet aan de Galaten, dat “Christus zichzelf heeft overgegeven, opdat Hij deze tegenwoordige boze wereld aangenamer en aantrekkelijker zou maken voor ons”.
Paulus schreef niet aan de gemeente te Efeze: ”Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der wereld en huisgenoten van de duivel”.
Paulus schreef niet aan de gemeente van Filippi: ”Ik jaag naar het doel, tot de prijs der roeping Gods in sociale dienst”.
Paulus schreef niet aan de gemeente te Colosse: ”Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die van de aarde zijn”.
Paulus schreef niet aan Timotheüs – zijn geestelijke zoon:”Lijd verdrukkingen als een goed soldaat voor sociale gerechtigheid; wordt ingewikkeld in de dingen van het leven, opdat Gij een Christusverwerpende wereld moge behagen”.
Paulus schreef niet aan Titus:”Hij heeft ons zalig gemaakt uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, en door de vernieuwing van onze sociale geest”.
5.5. Wat Jezus en de apostelen wèl zeiden!
Wèl schreef Paulus aan Timotheüs:”Lijd met de anderen als een goed soldaat van Christus Jezus”. Hij schreef verder:”Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud: hij heeft ( slechts ) hem te volgen, door wie hij aangeworven is”( 2 Tim. 2:3,4
Wèl schreef Paulus aan de gemeente van Filippi:”Ik jaag naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus” ( Fil. 3: 14 ).
Wèl schreef Paulus aan de gemeente van Colosse:”Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods”( Col. 3:1)
Wèl schreef Paulus aan de gemeente te Efeze:”Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods”( Ef. 2 : 19 ).
Wèl schreef Paulus aan de Galaten, dat “Christus Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld” ( Gal. 1 : 4 ).
Wèl schreef Paulus aan de Romeinen, dat hij “zich het evangelie van Christus niet schaamde, want het is een kracht Gods tot behoud van een ieder die gelooft”( Rom. 1: 16 ).
Wèl schreef Paulus aan de Corinthiërs, dat hij zich “niets ander te weten, dan Christus en dien gekruisigd”( 1 Cor. 2 : 2 ).
Wèl geloofde Petrus, dat wij, “niet met vergankelijke dingen uit vrijgekocht zijn…maar door het bloed van Christus” ( 1 Petr. 1: 18 ).
Wel verklaarde Jacobus: “wie een zondaar van zijn dwaalweg terugbrengt, diens ziel zal van de dood gered worden”( Jac. 5 : 20 ).
Wèl getuigde Johannes met grote nadruk, dat “het bloed van Jezus Christus ons reinigt van alle zonde”( 1 Joh. 1 : 7 ).
Wèl constateerde Jezus:”Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom geen goede vruchten dragen”( Matth. 7 : 18 ).
Wèl wekte Jezus op tot het reinigen van het binnenste van de mens. Hij wist dat het onwedergeboren hart voor God geen betekenis had.
In Bijbels Optiek
De voornaamste taak van de christen is de boodschap van verzoening tussen God en mens uit te dragen. Dit is mogelijk geworden door het offer van Jezus Christus aan het kruis.
Laten wij nooit God uit onze dienst schrappen. Hij die het Woord van God kent, weet, dat maatschappelijke hervorming en morele bewapening de deur is tot de heilsstaat en niet tot het vrederijk van Jezus Christus. Het kind van God, dat de leer en het gedrag van Christus en van de apostelen volgt, zal nooit zijn boodschap aanpassen aan de geest van zijn tijd. Voor hem is er geen ander evangelie, dan van een gekruisigde Christus.
Uit de bijbel weten reeds lang dat er tegenkracht op deze wereld werkt, de duivel, die probeert de hele wereldheerschappij in zijn macht te krijgen. Hij schuwt geen middel om zijn plannen te verwezenlijken. In het volgende hoofdstuk is de ‘Frankfurter Schule’ zo’n instrument en zien we hoe de voortrekkers van de socialistische heilsstaat te werk gingen om de maatschappij om te turnen.
Laten wij nooit God uit onze dienst schrappen. Hij die het Woord van God kent, weet, dat maatschappelijke hervorming en morele bewapening de deur is tot de heilsstaat en niet tot het vrederijk van Jezus Christus. Het kind van God, dat de leer en het gedrag van Christus en van de apostelen volgt, zal nooit zijn boodschap aanpassen aan de geest van zijn tijd. Voor hem is er geen ander evangelie, dan van een gekruisigde Christus.
Uit de bijbel weten reeds lang dat er tegenkracht op deze wereld werkt, de duivel, die probeert de hele wereldheerschappij in zijn macht te krijgen. Hij schuwt geen middel om zijn plannen te verwezenlijken. In het volgende hoofdstuk is de ‘Frankfurter Schule’ zo’n instrument en zien we hoe de voortrekkers van de socialistische heilsstaat te werk gingen om de maatschappij om te turnen.