In Bijbels Optiek
14. Het geheim van het gebed in Jezus’ naam?
Efeziërs 6: 10-20
10 Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. 11 Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; 12 want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. 13 Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.
14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, 15 de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; 16 neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; 17 en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. 18 En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; 19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, 20 waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.
Efeziërs 6: 10-20
10 Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. 11 Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; 12 want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. 13 Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.
14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, 15 de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; 16 neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; 17 en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. 18 En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; 19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, 20 waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.
In Bijbels Optiek
De wapenrusting van God is het geheim van de christen.
De toegang tot Gods troon is geopend door het offer van de Zoon van God aan het kruis. Zijn bloed vormt daarbij het verzoenend ‘ingrediënt’, zoals God dat aan de mens openbaarde. Dat vormt het geheimenis van het evangelie.
Vanaf de val van de mens in het paradijs tot aan de openbaring van de toekomst van de gemeente van Jezus Christus, door heel de geschiedenis heen, heeft God voortdurend ingegrepen tot de redding van de mens. Verlossing door het bloed is daartoe de gouden draad die door de gehele bijbel is heen geweven. Het bloed van Jezus Christus verzekerd in ons een voortdurende stroom van echt leven. Alleen dan, in dat geloof, zullen we de vrede in onze geest en een totale overwinning over zonde en duivel ervaren. Het geheim van het bloed moeten we daarvoor echt begrijpen.
In de brief aan de Hebreeën benadrukt de schrijver, als hij heen wijst naar de tabernakel in de woestijn, dat “alleen de hogepriester het heilige der heiligen binnenging, dat was maar een keer per jaar, en nooit zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden door het volk in onwetendheid bedreven”(Hebr. 9: 7).
Sinds de mens in de hof van Eden in zonde viel, vond hij zichzelf van God gescheiden. Het loon van zijn zonde werd voor hem de eeuwige dood. De basisbetekenis van dood is ‘scheiding’, en de enige manier om deze scheiding te overbruggen en opnieuw tot de Schepper te naderen, was door het offeren van een dier. Dit slachtoffer nam de plaats van de zondaar in, d.w.z. het ene leven werd genomen zodat het andere behouden bleef.
Abel was de eerste priester en de eerste profeet aan wie God de kracht van het bloed openbaarde. Abels leven was bestemd om offers aan de Here God te brengen. Het enige doel waarvoor Abel een kudde hoedde was om brandoffers aan de Here te brengen. Pas na de zondvloed begon de mens vlees te eten (Gen. 9: 3). Vanaf die tijd tot nu, is bloed de enige manier geweest waardoor we tot God kunnen komen.
De toegang tot Gods troon is geopend door het offer van de Zoon van God aan het kruis. Zijn bloed vormt daarbij het verzoenend ‘ingrediënt’, zoals God dat aan de mens openbaarde. Dat vormt het geheimenis van het evangelie.
Vanaf de val van de mens in het paradijs tot aan de openbaring van de toekomst van de gemeente van Jezus Christus, door heel de geschiedenis heen, heeft God voortdurend ingegrepen tot de redding van de mens. Verlossing door het bloed is daartoe de gouden draad die door de gehele bijbel is heen geweven. Het bloed van Jezus Christus verzekerd in ons een voortdurende stroom van echt leven. Alleen dan, in dat geloof, zullen we de vrede in onze geest en een totale overwinning over zonde en duivel ervaren. Het geheim van het bloed moeten we daarvoor echt begrijpen.
In de brief aan de Hebreeën benadrukt de schrijver, als hij heen wijst naar de tabernakel in de woestijn, dat “alleen de hogepriester het heilige der heiligen binnenging, dat was maar een keer per jaar, en nooit zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden door het volk in onwetendheid bedreven”(Hebr. 9: 7).
Sinds de mens in de hof van Eden in zonde viel, vond hij zichzelf van God gescheiden. Het loon van zijn zonde werd voor hem de eeuwige dood. De basisbetekenis van dood is ‘scheiding’, en de enige manier om deze scheiding te overbruggen en opnieuw tot de Schepper te naderen, was door het offeren van een dier. Dit slachtoffer nam de plaats van de zondaar in, d.w.z. het ene leven werd genomen zodat het andere behouden bleef.
Abel was de eerste priester en de eerste profeet aan wie God de kracht van het bloed openbaarde. Abels leven was bestemd om offers aan de Here God te brengen. Het enige doel waarvoor Abel een kudde hoedde was om brandoffers aan de Here te brengen. Pas na de zondvloed begon de mens vlees te eten (Gen. 9: 3). Vanaf die tijd tot nu, is bloed de enige manier geweest waardoor we tot God kunnen komen.
In Bijbels Optiek
Henoch werd opgenomen opdat hij de dood niet zou zien.
Zonder dat offerbloed zou Henoch nooit in de hemel opgenomen kunnen zijn en zou ook Noach in Gods ogen geen goedkeuring hebben verkregen. Hij offerde na de zondvloed een brandoffer aan God, zodat de aarde voor de Here door het bloed geheiligd werd (Genesis 8:20). En nadat de gereinigde aarde voor de Here geheiligd was, was Zijn eerste gebod aan de mens:”Alleen het vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten. En waarlijk (als je dat wel doet!), Ik zal uw eigen bloed eisen”(Gen. 9: 4,5).
In dit gebod zien we dat bloed iets is dat God toebehoort en dat daarom niet licht opgevat mag worden. God heeft het bloed ontworpen om een heilig principe diep binnenin met zich mee te dragen. Daar zette God zijn zegel op. Daarom moest het met respect behandeld worden.
Dit principe van het bloed werd met Abraham en Isaäk herhaald. Door hen formeerde God zijn uitverkoren volk, waaruit de Messias geboren zou worden. God voegde nu een nieuw concept aan het offer toe: de onderwerping van het hart, dus een volledige overgave aan Hem. Toen Abraham namelijk liet zien dat hij bereid was om zijn enig geliefde zoon, Isaäk te offeren, toonde hij dat hij zich in wezen aan God gaf. En Isaäk, liggend op het altaar voordat God in een plaatsvervangende ram voorzag, die in een struik vlakbij gevangen zat, werd een type (heenwijzing) naar Jezus Christus, doordat hij bereidwillig was om zijn levensbloed op te geven.
Zonder dat offerbloed zou Henoch nooit in de hemel opgenomen kunnen zijn en zou ook Noach in Gods ogen geen goedkeuring hebben verkregen. Hij offerde na de zondvloed een brandoffer aan God, zodat de aarde voor de Here door het bloed geheiligd werd (Genesis 8:20). En nadat de gereinigde aarde voor de Here geheiligd was, was Zijn eerste gebod aan de mens:”Alleen het vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten. En waarlijk (als je dat wel doet!), Ik zal uw eigen bloed eisen”(Gen. 9: 4,5).
In dit gebod zien we dat bloed iets is dat God toebehoort en dat daarom niet licht opgevat mag worden. God heeft het bloed ontworpen om een heilig principe diep binnenin met zich mee te dragen. Daar zette God zijn zegel op. Daarom moest het met respect behandeld worden.
Dit principe van het bloed werd met Abraham en Isaäk herhaald. Door hen formeerde God zijn uitverkoren volk, waaruit de Messias geboren zou worden. God voegde nu een nieuw concept aan het offer toe: de onderwerping van het hart, dus een volledige overgave aan Hem. Toen Abraham namelijk liet zien dat hij bereid was om zijn enig geliefde zoon, Isaäk te offeren, toonde hij dat hij zich in wezen aan God gaf. En Isaäk, liggend op het altaar voordat God in een plaatsvervangende ram voorzag, die in een struik vlakbij gevangen zat, werd een type (heenwijzing) naar Jezus Christus, doordat hij bereidwillig was om zijn levensbloed op te geven.
In Bijbels Optiek
Toen Isaak op het altaar gelegd werd om voor God geslacht te worden voorzag de Here in een offerram.
Het principe van offeren in de geschiedenis van de verlossing is, dat het ene leven voor het andere gegeven wordt. Dit is het principe van ieder offer dat in de bijbel opgedragen wordt. Het is het principe van verzoening en verlossing, waardoor Jezus Christus ons kocht. We zien dit terugkeren in het Pascha zoals de Israëlieten vierden bij hun uittocht uit Egypte. God zei tegen Mozes:”Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als van dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte, zal Ik gerichten oefenen, Ik de Here. En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla” (Ex. 12: 12, 13).
Hier legt God een fundament dat voor altijd door zou gaan: zij, die onder de bescherming van het offer zijn, kunnen niet door de dood aangeraakt worden.
Het was niet alleen noodzakelijk om het paaslam te doden en zijn bloed uit te storten, maar het volk moest het bloed ook aan de deurposten van hun huizen aanbrengen. En zo is het ook niet voldoende dat Jezus zijn bloed vergoten heeft, het moet aan de deurposten van ons hart, dat ons geestelijk huis is, aangebracht worden.
Jezus belooft:”Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij”(Op. 3: 20). Deze deur van het hart is het binnenste gedeelte van een mens, en de maaltijd waar Jezus naar verwijst is het Avondmaal van het Nieuwe Verbond in zijn bloed, dat Hij instelde vlak voor zijn dood aan het kruis.
Hier handelt God opnieuw met de mens door het bloed, maar ditmaal op een directere manier dan bij de berg Sinaï. In het Nieuwe Verbond gaat Hij zijn gedachten, zijn gerechtigheid en zijn wet in de harten van zijn volk ‘schrijven’. Echter de gebeurtenissen op de Sinaï hielden hetzelfde principe in:”Toen zond hij de jongelingen der Israëlieten heen, en zij brachten brandoffers en offerden stieren als vredeoffers voor de Here. Daarop nam Mozes de helft van het bloed en deed het in bekkens, en de andere helft van het bloed sprengde hij op het altaar. Hij nam het boek des verbonds en las het voor de oren van het volk en zij zeiden: Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen. Toen nam Mozes het bloed en sprengde het op het volk en hij zeide: Zie, het bloed van het verbond dat de Here met u sluit, op grond van al deze woorden. En Mozes klom op met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid”(Ex. 24: 5-11).
Het principe van offeren in de geschiedenis van de verlossing is, dat het ene leven voor het andere gegeven wordt. Dit is het principe van ieder offer dat in de bijbel opgedragen wordt. Het is het principe van verzoening en verlossing, waardoor Jezus Christus ons kocht. We zien dit terugkeren in het Pascha zoals de Israëlieten vierden bij hun uittocht uit Egypte. God zei tegen Mozes:”Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als van dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte, zal Ik gerichten oefenen, Ik de Here. En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla” (Ex. 12: 12, 13).
Hier legt God een fundament dat voor altijd door zou gaan: zij, die onder de bescherming van het offer zijn, kunnen niet door de dood aangeraakt worden.
Het was niet alleen noodzakelijk om het paaslam te doden en zijn bloed uit te storten, maar het volk moest het bloed ook aan de deurposten van hun huizen aanbrengen. En zo is het ook niet voldoende dat Jezus zijn bloed vergoten heeft, het moet aan de deurposten van ons hart, dat ons geestelijk huis is, aangebracht worden.
Jezus belooft:”Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij”(Op. 3: 20). Deze deur van het hart is het binnenste gedeelte van een mens, en de maaltijd waar Jezus naar verwijst is het Avondmaal van het Nieuwe Verbond in zijn bloed, dat Hij instelde vlak voor zijn dood aan het kruis.
Hier handelt God opnieuw met de mens door het bloed, maar ditmaal op een directere manier dan bij de berg Sinaï. In het Nieuwe Verbond gaat Hij zijn gedachten, zijn gerechtigheid en zijn wet in de harten van zijn volk ‘schrijven’. Echter de gebeurtenissen op de Sinaï hielden hetzelfde principe in:”Toen zond hij de jongelingen der Israëlieten heen, en zij brachten brandoffers en offerden stieren als vredeoffers voor de Here. Daarop nam Mozes de helft van het bloed en deed het in bekkens, en de andere helft van het bloed sprengde hij op het altaar. Hij nam het boek des verbonds en las het voor de oren van het volk en zij zeiden: Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen. Toen nam Mozes het bloed en sprengde het op het volk en hij zeide: Zie, het bloed van het verbond dat de Here met u sluit, op grond van al deze woorden. En Mozes klom op met Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël. En zij zagen de God van Israël en het was alsof onder zijn voeten een plaveisel lag van lazuur, als de hemel zelf in klaarheid”(Ex. 24: 5-11).
In Bijbels Optiek
God spreekt vanaf de Sinaï met het volk Israël.
Het bloed van het offer brengt de aanwezigheid, de manifestatie en de openbaring van de levende God met zich mee.
Waarom God bloed koos, heeft te maken met de betekenis van het bloed. Wij associëren bloed waarschijnlijk met een of ander ongeluk dat we zelf meegemaakt hebben. Maar het bloed in het plan van God heeft een veel diepere betekenis.
Bloed is de vitale vloeistof van de mens, het bevat het leven zelf:”Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel”(Lev. 17: 11).
Omdat het leven in het bloed is, is de waarde van dat bloed afhankelijk van het niveau van leven dat het representeert. Bijvoorbeeld, het bloed van een mens is waardevoller dan dat van een dier en het bloed van Jezus Christus gaat alle waarde die uitgedrukt zou kunnen worden, te boven.
Het bloed van Jezus bevat alles van het leven van God – eeuwig leven. Toen Hij het Heilig Avondmaal instelde, zei Jezus:”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed is ware drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij (Joh. 6: 53-57).
Het bloed van het offer brengt de aanwezigheid, de manifestatie en de openbaring van de levende God met zich mee.
Waarom God bloed koos, heeft te maken met de betekenis van het bloed. Wij associëren bloed waarschijnlijk met een of ander ongeluk dat we zelf meegemaakt hebben. Maar het bloed in het plan van God heeft een veel diepere betekenis.
Bloed is de vitale vloeistof van de mens, het bevat het leven zelf:”Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel”(Lev. 17: 11).
Omdat het leven in het bloed is, is de waarde van dat bloed afhankelijk van het niveau van leven dat het representeert. Bijvoorbeeld, het bloed van een mens is waardevoller dan dat van een dier en het bloed van Jezus Christus gaat alle waarde die uitgedrukt zou kunnen worden, te boven.
Het bloed van Jezus bevat alles van het leven van God – eeuwig leven. Toen Hij het Heilig Avondmaal instelde, zei Jezus:”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed is ware drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij (Joh. 6: 53-57).
In Bijbels Optiek
Het Heilig Avondmaal vormt een zo belangrijk onderdeel van het bestaan van de christelijke gemeente, dat het veel in gebrandschilderde ramen van kerkgebouwen voorkomt. Zo werd en wordt de gelovige er in elke kerkdienst aan herinnerd.
Door de wijn van het Avondmaal te drinken betekent dat het zich toe-eigenen van alles wat het bloed van Jezus Christus representeert. Het is de essentie van Zijn grootsheid. Het is zowel de levenskracht die uit Hem wegvloeide tijdens de kruisiging, alsook het bloed dat opnieuw door Zijn opgestane lichaam stroomde. Het is ook de grootste openbaring van Zijn liefde voor de mensheid. Alle macht tegen de duivel is geconcentreerd in dat bloed. Het bloed is de deur waardoor we binnengaan om met God verenigd te worden. Het is ‘de plaats’ waar de Geest van God en de geest van de mens samensmelten. Om die reden is de wijn van het Heilig Avondmaal de ware drank die de geest versterkt.
Veel christelijke kerken spreken maar weinig over het bloed en in veel gemeenten worden er zelden of nooit liederen gezongen waar het bloed in voorkomt. Sommige denominaties hebben het bloed zelfs helemaal afgeschaft. Dit is een tragisch gemis, omdat het bloed van Jezus de weg is waardoor we tot de troon der genade kunnen gaan (naderen). Jezus had zich nooit de Weg (Joh. 14: 6) kunnen noemen als Hij zijn bloed niet vergoten had, omdat het juist het bloed is dat verzoeningswaarde heeft, als het op het altaar geofferd wordt.
Door de wijn van het Avondmaal te drinken betekent dat het zich toe-eigenen van alles wat het bloed van Jezus Christus representeert. Het is de essentie van Zijn grootsheid. Het is zowel de levenskracht die uit Hem wegvloeide tijdens de kruisiging, alsook het bloed dat opnieuw door Zijn opgestane lichaam stroomde. Het is ook de grootste openbaring van Zijn liefde voor de mensheid. Alle macht tegen de duivel is geconcentreerd in dat bloed. Het bloed is de deur waardoor we binnengaan om met God verenigd te worden. Het is ‘de plaats’ waar de Geest van God en de geest van de mens samensmelten. Om die reden is de wijn van het Heilig Avondmaal de ware drank die de geest versterkt.
Veel christelijke kerken spreken maar weinig over het bloed en in veel gemeenten worden er zelden of nooit liederen gezongen waar het bloed in voorkomt. Sommige denominaties hebben het bloed zelfs helemaal afgeschaft. Dit is een tragisch gemis, omdat het bloed van Jezus de weg is waardoor we tot de troon der genade kunnen gaan (naderen). Jezus had zich nooit de Weg (Joh. 14: 6) kunnen noemen als Hij zijn bloed niet vergoten had, omdat het juist het bloed is dat verzoeningswaarde heeft, als het op het altaar geofferd wordt.
In Bijbels Optiek
Brandofferaltaar.
Het Oude Testament beschrijft de betekenis van het bloed in het offer:”Toen liet hij de stier van het zondoffer nader brengen, en Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van de stier van het zondoffer. En hij slachtte die, en Mozes nam het bloed en streek dat met zijn vinger rondom aan de horens van het altaar en ontzondigde het altaar; het overige bloed goot hij uit aan de voet van het altaar. Zo heiligde hij dit en deed daarover verzoening” (Lev. 8: 14, 15).
Dat ze hun handen op het dier, dat geofferd zou worden, in dit geval de stier, legden had identificatie als doel. Het identificeerde het dier als een offer waarin het leven, of het bloed van het slachtoffer de plaats innam van het leven van de priester.
Het bloed van Jezus Christus als offer van Zijn leven voor het onze, heeft nog veel meer betekenis. Hij was “het Lam dat geslacht is sinds de grondlegging der wereld”(Openb. 13: 8). Dit spreekt van het feit hoe Jezus geestelijk de plaats van het slachtofferlam innam, zelfs al voordat God de wereld had geschapen. In Zijn absolute voorkennis wist Hij dat de mens in zonde zou vallen, dus al voordat de mens geschapen werd, gaf God, de Zoon zichzelf al voor zijn verlossing.
De Geest van God, in Spreuken 8: 30-31 genoemd als ‘Wijsheid’ zegt, wijzend naar de tijd voor de schepping van het heelal, dat “ ik toen een troetelkind bij Hem (Jezus) was…mij verheugend in de wereld van zijn aardrijk, en mijn vreugde was met de mensenkinderen”. Dit is het bewijs dat nog voordat de wereld bestond, Gods gehele verlossingsplan al bedacht was. Alles was gemaakt en geschapen, het bestond eerst ‘binnenin’ God zelf en daarna in de zichtbare wereld:”want in Hem zijn alle dingen geschapen”(Col. 1: 16).
Toen de Heilige Geest op de maagd Maria kwam en de kracht van de Almachtige God haar met zijn schaduw bedekte, smolt Jezus’geest, reeds geslacht (sinds de grondlegging der wereld) ineen met het eitje in de baarmoeder van Maria. Vanaf Zijn geboorte sprak Zijn bloed tot Hem, Hem leidend naar dit offer voor de verlossing van de mensheid.
Het Oude Testament beschrijft de betekenis van het bloed in het offer:”Toen liet hij de stier van het zondoffer nader brengen, en Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van de stier van het zondoffer. En hij slachtte die, en Mozes nam het bloed en streek dat met zijn vinger rondom aan de horens van het altaar en ontzondigde het altaar; het overige bloed goot hij uit aan de voet van het altaar. Zo heiligde hij dit en deed daarover verzoening” (Lev. 8: 14, 15).
Dat ze hun handen op het dier, dat geofferd zou worden, in dit geval de stier, legden had identificatie als doel. Het identificeerde het dier als een offer waarin het leven, of het bloed van het slachtoffer de plaats innam van het leven van de priester.
Het bloed van Jezus Christus als offer van Zijn leven voor het onze, heeft nog veel meer betekenis. Hij was “het Lam dat geslacht is sinds de grondlegging der wereld”(Openb. 13: 8). Dit spreekt van het feit hoe Jezus geestelijk de plaats van het slachtofferlam innam, zelfs al voordat God de wereld had geschapen. In Zijn absolute voorkennis wist Hij dat de mens in zonde zou vallen, dus al voordat de mens geschapen werd, gaf God, de Zoon zichzelf al voor zijn verlossing.
De Geest van God, in Spreuken 8: 30-31 genoemd als ‘Wijsheid’ zegt, wijzend naar de tijd voor de schepping van het heelal, dat “ ik toen een troetelkind bij Hem (Jezus) was…mij verheugend in de wereld van zijn aardrijk, en mijn vreugde was met de mensenkinderen”. Dit is het bewijs dat nog voordat de wereld bestond, Gods gehele verlossingsplan al bedacht was. Alles was gemaakt en geschapen, het bestond eerst ‘binnenin’ God zelf en daarna in de zichtbare wereld:”want in Hem zijn alle dingen geschapen”(Col. 1: 16).
Toen de Heilige Geest op de maagd Maria kwam en de kracht van de Almachtige God haar met zijn schaduw bedekte, smolt Jezus’geest, reeds geslacht (sinds de grondlegging der wereld) ineen met het eitje in de baarmoeder van Maria. Vanaf Zijn geboorte sprak Zijn bloed tot Hem, Hem leidend naar dit offer voor de verlossing van de mensheid.
In Bijbels Optiek
Jezus, de Zoon van God, vernederde zichzelf om de kruisdood te ondergaan om het zodoende mogelijk te maken dat ieder mens door Zijn bloedstorting eeuwig leven kon verwerven.
Tijdens Zijn aardse leven bracht Zijn bloed voortdurend ieder verlangen naar zelfvoldoening ter dood. Zelfs nog voor het kruis, leidde het offerbloed dat door Jezus’ aderen stroomde Hem voortdurend tot zelfverloochening en gaf Hij zichzelf voor anderen.
Vanaf Zijn kindertijd, iedere keer als Hij jaar na jaar aan de Pascha-tafel zat en zag hoe één van de vier symbolische bekers met wijn gevuld en opgeheven werd, als een uitbeelding van de langverwachte verlossing van de mensheid, moet Hij het in een ander licht zijn gaan zien.
Hij zag de dag, wanneer deze beker niet langer alleen meer een hoop zou zijn, maar een realiteit – de beker die Hij in Zijn handen zou nemen om het Nieuwe Verbond in Zijn bloed te vestigen:”Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt” (Luc. 22: 20). En Zijn bloed houdt nooit op tot Hem te spreken van dit moment waarop Hij zijn leven voor de mensheid zou geven. U kunt zich waarschijnlijk voorstellen dat iedere keer dat Jezus de tempel binnenging, als Hij voor het bronzen altaar stond, waar de offers opgelegd werden, dacht: Op een dag zal ik het Lam op het altaar zijn.
Het bloed van Jezus is vandaag de dag voortdurend werkzaam in de levens van mensen die door Zijn bloed zijn verlost. Er is helaas een grote meerderheid van christenen die nooit alle macht en de onverbrekelijke wapenrusting ontvangen (Efeze 6: 10-20), die hen in het bloed van Jezus beschikbaar is gesteld, omdat zij het nooit zijn binnengegaan.
Overwinning over satan en de zonde vereist een binnengaan en blijven in het bloed van Jezus Christus. Tijdens het eerste Pascha, bij de uittocht uit Egypte, moesten de Joden in hun huizen blijven waar het bloed aan was gebracht.
Tijdens Zijn aardse leven bracht Zijn bloed voortdurend ieder verlangen naar zelfvoldoening ter dood. Zelfs nog voor het kruis, leidde het offerbloed dat door Jezus’ aderen stroomde Hem voortdurend tot zelfverloochening en gaf Hij zichzelf voor anderen.
Vanaf Zijn kindertijd, iedere keer als Hij jaar na jaar aan de Pascha-tafel zat en zag hoe één van de vier symbolische bekers met wijn gevuld en opgeheven werd, als een uitbeelding van de langverwachte verlossing van de mensheid, moet Hij het in een ander licht zijn gaan zien.
Hij zag de dag, wanneer deze beker niet langer alleen meer een hoop zou zijn, maar een realiteit – de beker die Hij in Zijn handen zou nemen om het Nieuwe Verbond in Zijn bloed te vestigen:”Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt” (Luc. 22: 20). En Zijn bloed houdt nooit op tot Hem te spreken van dit moment waarop Hij zijn leven voor de mensheid zou geven. U kunt zich waarschijnlijk voorstellen dat iedere keer dat Jezus de tempel binnenging, als Hij voor het bronzen altaar stond, waar de offers opgelegd werden, dacht: Op een dag zal ik het Lam op het altaar zijn.
Het bloed van Jezus is vandaag de dag voortdurend werkzaam in de levens van mensen die door Zijn bloed zijn verlost. Er is helaas een grote meerderheid van christenen die nooit alle macht en de onverbrekelijke wapenrusting ontvangen (Efeze 6: 10-20), die hen in het bloed van Jezus beschikbaar is gesteld, omdat zij het nooit zijn binnengegaan.
Overwinning over satan en de zonde vereist een binnengaan en blijven in het bloed van Jezus Christus. Tijdens het eerste Pascha, bij de uittocht uit Egypte, moesten de Joden in hun huizen blijven waar het bloed aan was gebracht.
In Bijbels Optiek
Jezus vergeleek zichzelf vaak met de wijnstok. En wie in Hem zou blijven (op Hem zou blijven vertrouwen) zou veel vrucht geven.
Op dezelfde manier zei Jezus:”Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel (overvloedige) vrucht, want zonder Mij (losgesneden van levenskrachtige eenheid met Mij) kunt gij niets doen”(Joh. 15: 5).
Toen Jezus Zijn Nieuwe Verbond instelde tijdens het laatste Avondmaal zei Hij:”Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed (Luc. 22: 20). Hij zei niet van mijn bloed of door mijn bloed, maar in mijn bloed. Je gaat het bloed van Jezus niet binnen door alleen maar aan te halen dat iemand door het bloed bedekt is, terwijl hij of zij in werkelijkheid zijn of haar leven in duisternis verdoet.
Het bloed ontvangt zijn authentieke kracht en heeft effect wanneer wij in waarachtige bekering tot het kruis van Jezus Christus komen en daar ook blijven, want Zijn kruis is de enige plaats waar het bloed voor ons uitgegoten werd. De apostel Johannes schreef:”En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet” (1 Joh. 1: 5-8).
Het is in Zijn bloed, in Zijn leven, in Zijn licht, dat de kracht van God ons reinigt, ons vernieuwt, ons traint en ons met al Zijn autoriteit bekleedt. Johannes schrijft in zijn evangelie dat Jezus zegt:”Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem” (Joh. 6: 56). Het leven van de almachtige God komt door het leven van Jezus in ons.
Op dezelfde manier zei Jezus:”Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel (overvloedige) vrucht, want zonder Mij (losgesneden van levenskrachtige eenheid met Mij) kunt gij niets doen”(Joh. 15: 5).
Toen Jezus Zijn Nieuwe Verbond instelde tijdens het laatste Avondmaal zei Hij:”Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed (Luc. 22: 20). Hij zei niet van mijn bloed of door mijn bloed, maar in mijn bloed. Je gaat het bloed van Jezus niet binnen door alleen maar aan te halen dat iemand door het bloed bedekt is, terwijl hij of zij in werkelijkheid zijn of haar leven in duisternis verdoet.
Het bloed ontvangt zijn authentieke kracht en heeft effect wanneer wij in waarachtige bekering tot het kruis van Jezus Christus komen en daar ook blijven, want Zijn kruis is de enige plaats waar het bloed voor ons uitgegoten werd. De apostel Johannes schreef:”En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet” (1 Joh. 1: 5-8).
Het is in Zijn bloed, in Zijn leven, in Zijn licht, dat de kracht van God ons reinigt, ons vernieuwt, ons traint en ons met al Zijn autoriteit bekleedt. Johannes schrijft in zijn evangelie dat Jezus zegt:”Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem” (Joh. 6: 56). Het leven van de almachtige God komt door het leven van Jezus in ons.
In Bijbels Optiek
Zonder geloof in God komen de mensen tegen elkaar in opstand of worden tegen elkaar uitgespeeld.
Zonde maakte een einde aan het plan dat God had om met de mens innige gemeenschap te hebben. De zonde maakte scheiding tussen God en de mens, die Hij het meest liefhad. Zonde vernietigde tot de dood toe Zijn schepsel. Het is juist om die reden dat God de zonde haat, omdat het ons volledig van Zijn aanwezigheid en intimiteit isoleert.
God moest voorzien in iets dat sterk genoeg was om alles wat de zonde vernietigde en nog vernietigt tegen te gaan, iets dat zo machtig was dat het Zijn toorn en de schreeuw om gerechtigheid zou bevredigen. De prijs van de zonde vereiste dit.
En alleen Gods liefde bezat deze macht. De liefde die opwelde vanuit de eeuwige fontein van verlossing door het bloed van Zijn zoon. Alleen het bloed van Jezus Christus kon het voorhangsel in de tempel, dat tussen de mens en God in stond, van bovenaf doormidden scheuren. Het bloed dat uitgestort was voor de zonden van de wereld. Het bloed van Jezus is dat “bloed van een eeuwig verbond, dat Hem, de grote Herder der schapen, heeft teruggebracht uit de doden”(Hebr. 13: 20).
Het bloed van het verbond overwon de dood en opende het graf! Het bloed van het verbond opende de hemelen en versloeg voor eeuwig het koninkrijk van de duisternis. Het bloed van het verbond is een van de meest krachtige wapens in de strijd met satan.
De duivel kan het noemen van de overwinning van Jezus’ bloed niet verdragen. Geen enkele boze geest kan iemand weerstaan, die door de Heilige Geest een kind van God is geworden en de kracht van het bloed aanroept. De overheden en machten, die zich tegen God hadden gekeerd, werden door het vergoten bloed van de Here Jezus op Golgotha ontwapend en openlijk ten toon gesteld.( Col. 2: 14, 15). Zo overwon Hij hen. Ze hadden een plan om Hem het ergste aan te doen, wat men een mens kan aandoen, de dood, maar ze faalden. Jezus stond tot hun schrik op uit de dood en Zijn bloed kon zijn gezegend werk gaan doen.
Ieder gelovig christen heeft in het bloed van Jezus Christus de autoriteit om elke macht, die Gods plan in hem of haar wil verijdelen of tegenwerken, aan deze overwinning over de dood te herinneren. De macht van het koninkrijk van de duivel, die de dood en de vernietiging van de mens zoekt, is vernietigd door het bloed van het Lam. Iedere keer dat het bloed van Jezus aangehaald wordt, wordt de Zoon van God geëerd (verhoogd) en kan de Heilige Geest met zijn kracht werken.
Zonde maakte een einde aan het plan dat God had om met de mens innige gemeenschap te hebben. De zonde maakte scheiding tussen God en de mens, die Hij het meest liefhad. Zonde vernietigde tot de dood toe Zijn schepsel. Het is juist om die reden dat God de zonde haat, omdat het ons volledig van Zijn aanwezigheid en intimiteit isoleert.
God moest voorzien in iets dat sterk genoeg was om alles wat de zonde vernietigde en nog vernietigt tegen te gaan, iets dat zo machtig was dat het Zijn toorn en de schreeuw om gerechtigheid zou bevredigen. De prijs van de zonde vereiste dit.
En alleen Gods liefde bezat deze macht. De liefde die opwelde vanuit de eeuwige fontein van verlossing door het bloed van Zijn zoon. Alleen het bloed van Jezus Christus kon het voorhangsel in de tempel, dat tussen de mens en God in stond, van bovenaf doormidden scheuren. Het bloed dat uitgestort was voor de zonden van de wereld. Het bloed van Jezus is dat “bloed van een eeuwig verbond, dat Hem, de grote Herder der schapen, heeft teruggebracht uit de doden”(Hebr. 13: 20).
Het bloed van het verbond overwon de dood en opende het graf! Het bloed van het verbond opende de hemelen en versloeg voor eeuwig het koninkrijk van de duisternis. Het bloed van het verbond is een van de meest krachtige wapens in de strijd met satan.
De duivel kan het noemen van de overwinning van Jezus’ bloed niet verdragen. Geen enkele boze geest kan iemand weerstaan, die door de Heilige Geest een kind van God is geworden en de kracht van het bloed aanroept. De overheden en machten, die zich tegen God hadden gekeerd, werden door het vergoten bloed van de Here Jezus op Golgotha ontwapend en openlijk ten toon gesteld.( Col. 2: 14, 15). Zo overwon Hij hen. Ze hadden een plan om Hem het ergste aan te doen, wat men een mens kan aandoen, de dood, maar ze faalden. Jezus stond tot hun schrik op uit de dood en Zijn bloed kon zijn gezegend werk gaan doen.
Ieder gelovig christen heeft in het bloed van Jezus Christus de autoriteit om elke macht, die Gods plan in hem of haar wil verijdelen of tegenwerken, aan deze overwinning over de dood te herinneren. De macht van het koninkrijk van de duivel, die de dood en de vernietiging van de mens zoekt, is vernietigd door het bloed van het Lam. Iedere keer dat het bloed van Jezus aangehaald wordt, wordt de Zoon van God geëerd (verhoogd) en kan de Heilige Geest met zijn kracht werken.
In Bijbels Optiek
De hel afgebeeld door de ogen van de schilder Jeroen Bosch. Er spreekt moeite en pijn uit het detail uit ‘De tuin der lusten’
Er is dus een kracht, die de macht van de hel over mensen onschadelijk maakt. Demonen sidderen en vluchten bij het noemen van deze kracht. Deze kracht bevestigt het koninkrijk van God en ontneemt de duivel zijn wapens. Deze kracht opent de hemelen en de heerlijkheid van God wordt daardoor zichtbaar gemaakt in mensenlevens.
Deze kracht is het bloed van Jezus Christus, de Zoon van de levende God, die de Koning der koningen en de Heer der Heren is. Het bloed van het Nieuwe Verbond binnen te gaan, is als het binnengaan in het leven en licht van God zelf, het licht dat de duisternis verjaagt.
Zij die het bloed van Jezus binnen gaan, zullen nooit overwonnen worden.
Als we als christen over deze positie, die we in Christus hebben, diep hebben nagedacht en op onszelf zijn gaan toepassen, dan weten we dat we uit de ‘klauwen’ van de duisternis, verlost en “overgebracht zijn in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde (Col 1: 13). Dat betekent dat we eerst waren onderworpen aan zonde, slavernij, dood en verderf. Zo ziet de heerschappij van deze duisternis er namelijk uit. Deze vormen de hoofdthema’s in het leven van een mens zonder God.
Maar nu, zegt Paulus, zijn we uit het koninkrijk van de duisternis overgebracht naar het koninkrijk van het licht. Op het moment dat iemand tot Jezus komt, dus in het licht treedt, is hij/zij in het koninkrijk waar Jezus koning is. Daar draait alles om vergeving, vrijheid, leven en verlossing. Zodra we overgebracht zijn, behoren we aan Iemand anders toe, namelijk aan Jezus Christus.
Er is dus een kracht, die de macht van de hel over mensen onschadelijk maakt. Demonen sidderen en vluchten bij het noemen van deze kracht. Deze kracht bevestigt het koninkrijk van God en ontneemt de duivel zijn wapens. Deze kracht opent de hemelen en de heerlijkheid van God wordt daardoor zichtbaar gemaakt in mensenlevens.
Deze kracht is het bloed van Jezus Christus, de Zoon van de levende God, die de Koning der koningen en de Heer der Heren is. Het bloed van het Nieuwe Verbond binnen te gaan, is als het binnengaan in het leven en licht van God zelf, het licht dat de duisternis verjaagt.
Zij die het bloed van Jezus binnen gaan, zullen nooit overwonnen worden.
Als we als christen over deze positie, die we in Christus hebben, diep hebben nagedacht en op onszelf zijn gaan toepassen, dan weten we dat we uit de ‘klauwen’ van de duisternis, verlost en “overgebracht zijn in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde (Col 1: 13). Dat betekent dat we eerst waren onderworpen aan zonde, slavernij, dood en verderf. Zo ziet de heerschappij van deze duisternis er namelijk uit. Deze vormen de hoofdthema’s in het leven van een mens zonder God.
Maar nu, zegt Paulus, zijn we uit het koninkrijk van de duisternis overgebracht naar het koninkrijk van het licht. Op het moment dat iemand tot Jezus komt, dus in het licht treedt, is hij/zij in het koninkrijk waar Jezus koning is. Daar draait alles om vergeving, vrijheid, leven en verlossing. Zodra we overgebracht zijn, behoren we aan Iemand anders toe, namelijk aan Jezus Christus.
In Bijbels Optiek
Jezus Christus, onze Verlosser, bevrijdt ons van zonde en schuld, pijn, verdriet en van de dood.
Jezus heeft ons bevrijd van de schuld, zodat we niet meer veroordeeld hoeven te worden. Hij heeft ons vrij gemaakt van iedere verslaving. Hij heeft de macht verbroken die deze dingen over ons hebben en stelde ons in de vrijheid. Toen Hij de dood overwon, verbrak Hij de angst voor de dood. Daarmee heeft Hij ons vrijgemaakt van iedere mogelijke angst. Schuldgevoelens, verslaving en angst, al deze dingen behoren tot het koninkrijk van de duisternis. Maar sinds Jezus’ grote overwinning leven we in de tijd dat allerlei weerstanden worden opgeruimd. Hoewel de vijand nog niet definitief vernietigd is en nog steeds in staat is slachtoffers te maken, is hij wel ontwapend, verslagen en gedemoraliseerd. Onze positie is die van overwinning over deze dingen. We moeten blijven beseffen hoe sterk deze positie is, dank zij de overwinning die Jezus voor ons heeft behaald.
Aangezien we als christenen in deze tijdsbedeling van genade in oorlog zijn en die oorlog nog niet definitief gestreden is en de satan nog niet geheel vernietigd is, moeten we er voor zorgen dat onze verdediging altijd in orde is. Paulus zegt:”Doet de wapenrusting van God aan, om te kunnen stand houden tegen de verleidingen des duivels” (Efeziërs 6: 11). Vervolgens noemt hij zes uitrustingsstukken die we nodig hebben, om een complete wapenrusting te hebben.
Ten eerste moeten we "onze lendenen omgorden met de waarheid" (vers 14). Het betekent dat we de hele christelijke waarheid, voor zover mogelijk, in ons moeten opnemen. Dat kan door de Bijbel te lezen, naar preken en bijbelstudies te luisteren, christelijke boeken te lezen en cassettes van toespraken te beluisteren. Dat alles zal ons helpen onderscheid te maken tussen de waarheid van God en de leugens van de satan. Jezus noemt satan "een leugenaar van den beginne en de vader der leugen" (Joh. 8:44).
Vervolgens hebben we "het pantser der gerechtigheid" nodig (vers 14). Dit is de gerechtigheid die van God komt door wat Jezus aan het kruis voor ons heeft gedaan. Daardoor is een relatie met God mogelijk geworden en kunnen we een rechtvaardig leven leiden. Maar dan moeten we de duivel wel weerstaan. De apostel Jacobus schrijft: "Biedt weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. Nadert tot God en Hij zal tot u naderen" (Jakobus 4:7-8). We struikelen allemaal van tijd tot tijd. Wanneer dat gebeurt, moeten we zo snel mogelijk overeind komen. Dat doen we door God heel specifiek te vertellen wat we zojuist verkeerd hebben gedaan en dat we er spijt van hebben (1 Johannes 1:9). Hij belooft dat Hij de band met ons onmiddellijk zal herstellen.
Verder moeten we "onze voeten schoeien met de bereidwilligheid van het evangelie" (vers 15). Dit is de bereidheid om met anderen over het evangelie van Jezus Christus te spreken. Zo kunnen we o.a. collega's vertellen dat we christen zijn. Dat is moeilijk, want we weten dat anderen nu heel goed op ons letten, om te kijken of ons leven in overeenstemming is met ons geloof. Maar het is ook een grote uitdaging.
Het vierde wapen is "het schild van bet geloof" ( vers 16). Daarmee kunnen we "alle brandende pijlen van boze doven". Geloof is het tegenovergestelde van cynisme en scepsis, die zoveel schade aanrichten in een mensenleven. Om dit tegen te gaan, zal satan pijlen van twijfel op ons afvuren, maar met het schild van het geloof kunnen we zijn aanvallen afslaan.
Ten vijfde zegt Paulus dat we "de helm des heils" moeten opzetten (vers 17). "Heil" is hetzelfde als "verlossing". We zijn niet alleen verlost van de straf van de zonde, maar we worden ook verlost van de macht van de zonde. En als derde punt zullen we ook verlost worden van de aanwezigheid van de zonde. We moeten deze drie onderdelen van de verlossing goed in gedachten houden, om te weten hoe we de twijfels en de beschuldigingen van de vijand moeten beantwoorden.
Tenslotte moeten we “het zwaard van de Geest” ter hand nemen, dat is het Woord van God (vers 17). Hierbij denkt Paulus aan de bijbel. Toen Jezus door satan werd verzocht in de woestijn, weerde Hij iedere aanval af met het Woord van God, met een tekst uit de bijbel, zodat de satan uiteindelijk moest vertrekken. Voor dit doel zou je bepaalde bijbelteksten uit je hoofd kunnen leren, die je kunt gebruiken om de vijand te weerstaan en jezelf te herinneren aan Gods beloften.
We zagen al dat de satan en zijn helpers aan het kruis verslagen zijn, en dat we tot aan de wederkomst van Jezus betrokken worden bij het opruimen van onze tegenstanden in de hemelse gewesten. Als christenen hoeven we niet bang te zijn voor de satan. Satan zou eerder bang moeten zijn voor christenen die daadwerkelijk hun Heer volgen.
Jezus heeft ons bevrijd van de schuld, zodat we niet meer veroordeeld hoeven te worden. Hij heeft ons vrij gemaakt van iedere verslaving. Hij heeft de macht verbroken die deze dingen over ons hebben en stelde ons in de vrijheid. Toen Hij de dood overwon, verbrak Hij de angst voor de dood. Daarmee heeft Hij ons vrijgemaakt van iedere mogelijke angst. Schuldgevoelens, verslaving en angst, al deze dingen behoren tot het koninkrijk van de duisternis. Maar sinds Jezus’ grote overwinning leven we in de tijd dat allerlei weerstanden worden opgeruimd. Hoewel de vijand nog niet definitief vernietigd is en nog steeds in staat is slachtoffers te maken, is hij wel ontwapend, verslagen en gedemoraliseerd. Onze positie is die van overwinning over deze dingen. We moeten blijven beseffen hoe sterk deze positie is, dank zij de overwinning die Jezus voor ons heeft behaald.
Aangezien we als christenen in deze tijdsbedeling van genade in oorlog zijn en die oorlog nog niet definitief gestreden is en de satan nog niet geheel vernietigd is, moeten we er voor zorgen dat onze verdediging altijd in orde is. Paulus zegt:”Doet de wapenrusting van God aan, om te kunnen stand houden tegen de verleidingen des duivels” (Efeziërs 6: 11). Vervolgens noemt hij zes uitrustingsstukken die we nodig hebben, om een complete wapenrusting te hebben.
Ten eerste moeten we "onze lendenen omgorden met de waarheid" (vers 14). Het betekent dat we de hele christelijke waarheid, voor zover mogelijk, in ons moeten opnemen. Dat kan door de Bijbel te lezen, naar preken en bijbelstudies te luisteren, christelijke boeken te lezen en cassettes van toespraken te beluisteren. Dat alles zal ons helpen onderscheid te maken tussen de waarheid van God en de leugens van de satan. Jezus noemt satan "een leugenaar van den beginne en de vader der leugen" (Joh. 8:44).
Vervolgens hebben we "het pantser der gerechtigheid" nodig (vers 14). Dit is de gerechtigheid die van God komt door wat Jezus aan het kruis voor ons heeft gedaan. Daardoor is een relatie met God mogelijk geworden en kunnen we een rechtvaardig leven leiden. Maar dan moeten we de duivel wel weerstaan. De apostel Jacobus schrijft: "Biedt weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. Nadert tot God en Hij zal tot u naderen" (Jakobus 4:7-8). We struikelen allemaal van tijd tot tijd. Wanneer dat gebeurt, moeten we zo snel mogelijk overeind komen. Dat doen we door God heel specifiek te vertellen wat we zojuist verkeerd hebben gedaan en dat we er spijt van hebben (1 Johannes 1:9). Hij belooft dat Hij de band met ons onmiddellijk zal herstellen.
Verder moeten we "onze voeten schoeien met de bereidwilligheid van het evangelie" (vers 15). Dit is de bereidheid om met anderen over het evangelie van Jezus Christus te spreken. Zo kunnen we o.a. collega's vertellen dat we christen zijn. Dat is moeilijk, want we weten dat anderen nu heel goed op ons letten, om te kijken of ons leven in overeenstemming is met ons geloof. Maar het is ook een grote uitdaging.
Het vierde wapen is "het schild van bet geloof" ( vers 16). Daarmee kunnen we "alle brandende pijlen van boze doven". Geloof is het tegenovergestelde van cynisme en scepsis, die zoveel schade aanrichten in een mensenleven. Om dit tegen te gaan, zal satan pijlen van twijfel op ons afvuren, maar met het schild van het geloof kunnen we zijn aanvallen afslaan.
Ten vijfde zegt Paulus dat we "de helm des heils" moeten opzetten (vers 17). "Heil" is hetzelfde als "verlossing". We zijn niet alleen verlost van de straf van de zonde, maar we worden ook verlost van de macht van de zonde. En als derde punt zullen we ook verlost worden van de aanwezigheid van de zonde. We moeten deze drie onderdelen van de verlossing goed in gedachten houden, om te weten hoe we de twijfels en de beschuldigingen van de vijand moeten beantwoorden.
Tenslotte moeten we “het zwaard van de Geest” ter hand nemen, dat is het Woord van God (vers 17). Hierbij denkt Paulus aan de bijbel. Toen Jezus door satan werd verzocht in de woestijn, weerde Hij iedere aanval af met het Woord van God, met een tekst uit de bijbel, zodat de satan uiteindelijk moest vertrekken. Voor dit doel zou je bepaalde bijbelteksten uit je hoofd kunnen leren, die je kunt gebruiken om de vijand te weerstaan en jezelf te herinneren aan Gods beloften.
We zagen al dat de satan en zijn helpers aan het kruis verslagen zijn, en dat we tot aan de wederkomst van Jezus betrokken worden bij het opruimen van onze tegenstanden in de hemelse gewesten. Als christenen hoeven we niet bang te zijn voor de satan. Satan zou eerder bang moeten zijn voor christenen die daadwerkelijk hun Heer volgen.
In Bijbels Optiek
Hier de geestelijke wapenrusting nogmaals afgebeeld, omdat het zo belangrijk is je als christen teweer te stellen tegen de aanvallen van de duivel. Hij zal geen gelegenheid onbenut laten je te laten struikelen.
We zijn geroepen om te bidden. We worden betrokken bij een geestelijke oorlogvoering, "want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken" (2 Cor. 10:4). Voor Jezus had het gebed de hoogste prioriteit. Voor ons moet hetzelfde gelden.
We zijn geroepen om te handelen. Kijk maar weer naar het leven van Jezus. Gebed en daad gaan bij Hem hand in hand. Hij proclameerde het Koninkrijk van God, genas de zieken en wierp demonen uit. Hij gaf zijn discipelen opdracht hetzelfde te doen.
Het is belangrijk de grootheid van God te benadrukken, zodat we inziendat de vijand relatief machteloos is. Wij geloven niet dat er twee gelijkwaardige tegenovergestelde machten zijn; God en satan. Dat is geen bijbelse voorstelling. God is de Schepper van het universum. Satan is een deel van zijn schepping, een gevallen deel en een heel klein deel. Sterker nog, hij is een verslagen vijand en zal volledig van het toneel worden verwijderd, wanneer Jezus terugkeert (Openb. 12: 12).
We zijn geroepen om te bidden. We worden betrokken bij een geestelijke oorlogvoering, "want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken" (2 Cor. 10:4). Voor Jezus had het gebed de hoogste prioriteit. Voor ons moet hetzelfde gelden.
We zijn geroepen om te handelen. Kijk maar weer naar het leven van Jezus. Gebed en daad gaan bij Hem hand in hand. Hij proclameerde het Koninkrijk van God, genas de zieken en wierp demonen uit. Hij gaf zijn discipelen opdracht hetzelfde te doen.
Het is belangrijk de grootheid van God te benadrukken, zodat we inziendat de vijand relatief machteloos is. Wij geloven niet dat er twee gelijkwaardige tegenovergestelde machten zijn; God en satan. Dat is geen bijbelse voorstelling. God is de Schepper van het universum. Satan is een deel van zijn schepping, een gevallen deel en een heel klein deel. Sterker nog, hij is een verslagen vijand en zal volledig van het toneel worden verwijderd, wanneer Jezus terugkeert (Openb. 12: 12).