In Bijbels Optiek
18. BIJBELSE VERANTWOORDING.
Voorop gesteld moet worden, dat de Schriften het hoogste en laatste woord moeten hebben, omdat anders de discussie oeverloos wordt en ‘wat men vindt’ tot norm verheven wordt.
Het is namelijk hoe langer hoe meer gebruikelijk het zó voor te stellen, dat de bijbelse gegevens met afkeuring aangaande homoseksuele gedragingen, eigen ideeën en interpretaties zijn van de bijbelschrijvers en niet namens God worden weergegeven!
Vandaar dat zij niet geldig en geldend voor ons en voor onze tijd meer zijn. Alles is immers cultuur- en tijdgebonden. Wij zouden nu veel beter weten wat homofiele gerichtheid en homoseksuele handelingen zijn dan de schrijvers van het Oude Testament, dan Paulus e.a. Men durft het zelfs aan om te stellen: liefde is de vervulling van de wet van God. Welnu, dan mag men het recht hebben en eisen om homoseksuele contacten aan te gaan met de naaste. Om op eigen manier de liefde te beleven. Ieder mens heeft dan het recht te kiezen voor eigen liefdesbeleving?
18.1. Juiste richting.
Wie dit laatste beweert, mag zich echter wel terdege afvragen, of hij zo de wet van God vervult. Beter kun je stellen: zo verdwijnt Gods gebod en daarmee de liefde en het respect voor onze God en voor onze medeschepselen.
Een dergelijke exegese laat de Schriftgegevens naar het museum van oudheden verdwijnen. Of laat ze ‘dusdanig buikspreken’, dat zij in de kraam van eigenwilligheid en eigentijds denken te pas komen en in de grabbelton kunnen.
Deze stellingname dient echter afgewezen te worden. Voor een juiste koers geldt: zo zegt de Here. Voor de christen is Gods gebod en Gods belofte normerend. Over liefde gesproken: die bestaat toch in het bewaren van Gods geboden.
Voorop gesteld moet worden, dat de Schriften het hoogste en laatste woord moeten hebben, omdat anders de discussie oeverloos wordt en ‘wat men vindt’ tot norm verheven wordt.
Het is namelijk hoe langer hoe meer gebruikelijk het zó voor te stellen, dat de bijbelse gegevens met afkeuring aangaande homoseksuele gedragingen, eigen ideeën en interpretaties zijn van de bijbelschrijvers en niet namens God worden weergegeven!
Vandaar dat zij niet geldig en geldend voor ons en voor onze tijd meer zijn. Alles is immers cultuur- en tijdgebonden. Wij zouden nu veel beter weten wat homofiele gerichtheid en homoseksuele handelingen zijn dan de schrijvers van het Oude Testament, dan Paulus e.a. Men durft het zelfs aan om te stellen: liefde is de vervulling van de wet van God. Welnu, dan mag men het recht hebben en eisen om homoseksuele contacten aan te gaan met de naaste. Om op eigen manier de liefde te beleven. Ieder mens heeft dan het recht te kiezen voor eigen liefdesbeleving?
18.1. Juiste richting.
Wie dit laatste beweert, mag zich echter wel terdege afvragen, of hij zo de wet van God vervult. Beter kun je stellen: zo verdwijnt Gods gebod en daarmee de liefde en het respect voor onze God en voor onze medeschepselen.
Een dergelijke exegese laat de Schriftgegevens naar het museum van oudheden verdwijnen. Of laat ze ‘dusdanig buikspreken’, dat zij in de kraam van eigenwilligheid en eigentijds denken te pas komen en in de grabbelton kunnen.
Deze stellingname dient echter afgewezen te worden. Voor een juiste koers geldt: zo zegt de Here. Voor de christen is Gods gebod en Gods belofte normerend. Over liefde gesproken: die bestaat toch in het bewaren van Gods geboden.
In Bijbels Optiek
Alleen in het houden van Gods geboden bestaat het echte geluk voor iedere gelovige, dus ook voor de homoseksueel.
Wat staat er nu aangaande homoseksualiteit in het Oude Testament geschreven en hoe wordt deze beoordeeld?
18.2. O.T. gegevens.
Allereerst enkele opmerkingen ten aanzien van Genesis 1 : 26-28 en Genesis 2: 18. Het feit, dat God de mens schiep naar zijn beeld en gelijkenis houdt een bijzondere relatie tot zijn Schepper in. Maar ook tot zijn medemens. Het geschapen zijn naar Gods beeld komt ook ( niet uitsluitend ) uit in het man en vrouw zijn, manlijk en vrouwelijk zijn. U begrijpt, dat het daarin om meer gaat dan om louter differentiëring in geslacht. Dit manlijk en vrouwelijk zijn, deze polariteit man-vrouw hoort wezenlijk tot het menszijn. En haar hoogste en diepste vormgeving en beleving vindt dit man en vrouwzijn, deze polariteit, in het huwelijk. Als levensordening heeft God deze polariteit gegeven. De vrouw is een hulp tegenover hem, een hulp die bij hem past als gelijkwaardige wederhelft. We mogen ook zeggen volgens deze bijbelgegevens, dat God het huwelijk als vaste levensordening heeft gegeven. Dat blijkt wel heel duidelijk uit Jezus’ woorden in Mattheüs 19: 4-6.
Het is opvallend, dat er niet staat: de man is ten aanzien van de man, vlees van zijn vlees en been van zijn gebeente, maar wel dat dit van de vrouw geldt ten aanzien van de man! Wat evenzeer aan de orde komt is, dat het huwelijk met de daarin gegeven wijze van één zijn, één vlees zijn berust op het anders zijn! Waarbij opgemerkt moet worden dat het ‘één vlees zijn’ niet uitsluitend, maar wel mede de seksuele eenheid bedoelt. Het mag overtuigend genoeg zijn, dat de gegevens van Genesis 1 en 2 bedoelen het huwelijk als de enige legitieme seksuele relatie aan te geven. En dat van God gewild en geschonken!
18.3. Onwettelijk.
Het is exegetisch niet verantwoord om in Genesis 1 en 2 te lezen, dat men pas in het samenzijn met de ander ten volle mens is los van de concrete vorm die dit samenzijn in de polariteit man-vrouw, respectievelijk in het huwelijk aanneemt. Men mag zich daarom op deze hoofdstukken niet beroepen voor de stelling dat, gegeven de onmogelijkheid van een heteroseksuele relatie van een aantal medemensen, deze hun volle menszijn mogen (misschien wel moeten ) trachten te realiseren in een homofiele verhouding. Ten tweede: voor de gedachte, dat er nog een andere vorm van ( ook seksuele ) eenheidsbeleving zou bestaan dan die tussen man en vrouw, is in deze niet juist. Aldus luidt de conclusie van dr. J. Vlaardingerbroek in: ‘Over mensen die homofiel zijn, blz. 15.
Nu kan worden tegengeworpen, dat homoseksualiteit en andere vormen van eenheidsbeleving buiten het gezichtsveld van deze bijbelgedeelten liggen. Dat is onjuist. Sterker nog: in deze gedeelten komt het gezaghebbende Woord van God zo tot ons, dat andere vormen dan de van God gegevene, uitgesloten zelfs onwettelijk verklaard worden. Het huwelijk is het normale! Nog een tegenwerping: het huwelijk wordt bepaald door het cultuurpatroon. Is nu ineens het cultuurpatroon normatief?
Dit bijbelgedeelte verklaart het huwelijk niet alleen als normaal, maar tevens als legitiem en als normatief. Het manlijk en vrouwelijk zijn, deze polariteit en het op elkaar gericht zijn, wordt niet in een bepaald patroon geperst, maar wordt gefundeerd in de woorden en in de daden van de Schepper? Dit normatieve karakter blijkt eveneens uit Jezus woorden in Mattheüs 19: 4vv. Kent de bijbel dan niet de mogelijkheid en moeilijkheid van het ongetrouwd zijn en blijven? Wel terdege. Maar nooit wordt in dat geval de weg naar homoseksuele praktijken gewezen. De bijbel kent en erkent niet de mogelijkheid van het aangaan van een andere seksuele relatie voor hen voor wie de weg van het huwelijk niet begaanbaar is.
18.4. Tegenstem.
Voorstanders van het homohuwelijk lezen in Genesis 1 en 2 andere dingen dan bovenstaand. Over dit Schriftgedeelte wordt opgemerkt: ‘De Genesis verhalen zijn geen opsomming van historische gebeurtenissen. Wie dat aan zou nemen, komt al snel in de problemen. Want wat geschreven staat in Genesis 1 en 2 is niet één samenhangend verhaal. Het is een compositie van ten minste een drietal verhalen ( het bestaan van deze bronnen J, P en Q is nooit aangetoond, alleen verondersteld!! ). Wie goed leest, zal ontdekken, dat in die twee hoofdstukken volgordes door elkaar lopen. En wat zou dat, de bijbel is geen optelsom die kloppen moet.
Wat staat er nu aangaande homoseksualiteit in het Oude Testament geschreven en hoe wordt deze beoordeeld?
18.2. O.T. gegevens.
Allereerst enkele opmerkingen ten aanzien van Genesis 1 : 26-28 en Genesis 2: 18. Het feit, dat God de mens schiep naar zijn beeld en gelijkenis houdt een bijzondere relatie tot zijn Schepper in. Maar ook tot zijn medemens. Het geschapen zijn naar Gods beeld komt ook ( niet uitsluitend ) uit in het man en vrouw zijn, manlijk en vrouwelijk zijn. U begrijpt, dat het daarin om meer gaat dan om louter differentiëring in geslacht. Dit manlijk en vrouwelijk zijn, deze polariteit man-vrouw hoort wezenlijk tot het menszijn. En haar hoogste en diepste vormgeving en beleving vindt dit man en vrouwzijn, deze polariteit, in het huwelijk. Als levensordening heeft God deze polariteit gegeven. De vrouw is een hulp tegenover hem, een hulp die bij hem past als gelijkwaardige wederhelft. We mogen ook zeggen volgens deze bijbelgegevens, dat God het huwelijk als vaste levensordening heeft gegeven. Dat blijkt wel heel duidelijk uit Jezus’ woorden in Mattheüs 19: 4-6.
Het is opvallend, dat er niet staat: de man is ten aanzien van de man, vlees van zijn vlees en been van zijn gebeente, maar wel dat dit van de vrouw geldt ten aanzien van de man! Wat evenzeer aan de orde komt is, dat het huwelijk met de daarin gegeven wijze van één zijn, één vlees zijn berust op het anders zijn! Waarbij opgemerkt moet worden dat het ‘één vlees zijn’ niet uitsluitend, maar wel mede de seksuele eenheid bedoelt. Het mag overtuigend genoeg zijn, dat de gegevens van Genesis 1 en 2 bedoelen het huwelijk als de enige legitieme seksuele relatie aan te geven. En dat van God gewild en geschonken!
18.3. Onwettelijk.
Het is exegetisch niet verantwoord om in Genesis 1 en 2 te lezen, dat men pas in het samenzijn met de ander ten volle mens is los van de concrete vorm die dit samenzijn in de polariteit man-vrouw, respectievelijk in het huwelijk aanneemt. Men mag zich daarom op deze hoofdstukken niet beroepen voor de stelling dat, gegeven de onmogelijkheid van een heteroseksuele relatie van een aantal medemensen, deze hun volle menszijn mogen (misschien wel moeten ) trachten te realiseren in een homofiele verhouding. Ten tweede: voor de gedachte, dat er nog een andere vorm van ( ook seksuele ) eenheidsbeleving zou bestaan dan die tussen man en vrouw, is in deze niet juist. Aldus luidt de conclusie van dr. J. Vlaardingerbroek in: ‘Over mensen die homofiel zijn, blz. 15.
Nu kan worden tegengeworpen, dat homoseksualiteit en andere vormen van eenheidsbeleving buiten het gezichtsveld van deze bijbelgedeelten liggen. Dat is onjuist. Sterker nog: in deze gedeelten komt het gezaghebbende Woord van God zo tot ons, dat andere vormen dan de van God gegevene, uitgesloten zelfs onwettelijk verklaard worden. Het huwelijk is het normale! Nog een tegenwerping: het huwelijk wordt bepaald door het cultuurpatroon. Is nu ineens het cultuurpatroon normatief?
Dit bijbelgedeelte verklaart het huwelijk niet alleen als normaal, maar tevens als legitiem en als normatief. Het manlijk en vrouwelijk zijn, deze polariteit en het op elkaar gericht zijn, wordt niet in een bepaald patroon geperst, maar wordt gefundeerd in de woorden en in de daden van de Schepper? Dit normatieve karakter blijkt eveneens uit Jezus woorden in Mattheüs 19: 4vv. Kent de bijbel dan niet de mogelijkheid en moeilijkheid van het ongetrouwd zijn en blijven? Wel terdege. Maar nooit wordt in dat geval de weg naar homoseksuele praktijken gewezen. De bijbel kent en erkent niet de mogelijkheid van het aangaan van een andere seksuele relatie voor hen voor wie de weg van het huwelijk niet begaanbaar is.
18.4. Tegenstem.
Voorstanders van het homohuwelijk lezen in Genesis 1 en 2 andere dingen dan bovenstaand. Over dit Schriftgedeelte wordt opgemerkt: ‘De Genesis verhalen zijn geen opsomming van historische gebeurtenissen. Wie dat aan zou nemen, komt al snel in de problemen. Want wat geschreven staat in Genesis 1 en 2 is niet één samenhangend verhaal. Het is een compositie van ten minste een drietal verhalen ( het bestaan van deze bronnen J, P en Q is nooit aangetoond, alleen verondersteld!! ). Wie goed leest, zal ontdekken, dat in die twee hoofdstukken volgordes door elkaar lopen. En wat zou dat, de bijbel is geen optelsom die kloppen moet.
In Bijbels Optiek
De heilsgeschiedenis staat vermeld in de Bijbel, die je beter zelf kan gaan lezen. Dan ben je niet afhankelijk van anderen, vooral niet van goedbedoelende mensen (zoals theologen), die er een eigenmachtige invulling aan geven.
Het is het verhaal van de heilsgeschiedenis, opgetekend door mensen uit verschillende tijden, vanuit hun eigen leefwereld en beleving van de heilsgeschiedenis. Het verhaal van mensen naast elkaar in het verbond met God. Ze zijn nog alleen, de wereld ligt nog voor hen open. Ze krijgen de opdracht over al wat op aarde is te heersen, het rentmeesterschap te voeren. En die mens is met al zijn mogelijkheden – ook die van de seksualiteit – geschapen. Hij krijgt de opdracht de aarde te bevolken als onderdeel van het rentmeesterschap. Maar het voert toch niet te ver als we concluderen dat goed rentmeesterschap in onze tijd wel om andere inzichten en maatregelen vraagt als die ten tijde van het eerste mensenpaar? De aarde bevolken zou nu in de eerste plaats verstaan kunnen worden als: de aarde niet overbevolken. Waarom zou dan de conclusie getrokken moeten worden dat het samen ‘één vlees zijn’ ( Gen. 2: 24 ) voor altijd heel exclusief op een man-vrouw relatie betrekking heeft? Als twee mannen of twee vrouwen nu bij elkaar die geborgenheid vinden, waardoor het hun mogelijk wordt ‘één vlees’ te zijn, is dat dan in strijd met de bedoelingen van Genesis 1 en 2, waar het er om gaat ‘mens voor de mens te zijn’ (Oosterhuis). Het gaat in Genesis 1 en 2 om de analogie en niet om het geschapen zijn als zodanig, hoe belangrijk dit op zichzelf ook mag zijn. Het gaat erom, dat wij als mensen in ieder opzicht gericht zijn op het verbond en in die verbondsrelatie ons menszijn waar maken. De heterofiel doet dat als man en vrouw in de gerichtheid op het andere geslacht. De homofiel doet dat op de manier, die voor hem of voor haar de enig mogelijke is’ ( einde tegenstem ).
18.5. Karikatuur.
Met een dergelijke voorlichting worden jongeren en ouderen misleid. Het lijkt allemaal zo mooi te kloppen en bepaalde bijbelse noties worden ingedragen om deze ideeën te onderbouwen. Maar bij het licht van wat er staat in Genesis 1 en 2 en ons door Jezus geleerd is, blijkt deze voorstelling van zaken niet te kloppen met de bijbelse realiteit. Hier worden bijbelgegevens ‘omgeturnd’ en is de mens van toen en nu de norm geworden met zijn leefwereld en beleving. Bijbelgegevens worden opnieuw als in den beginne van vraagtekens voorzien! Van het Verbond wordt op deze wijze een karikatuur geboden. Over bevooroordeelde exegese gesproken! We gaan alleen maar de goede kant op als we ons houden een het onbedrieglijke getuigenis der Schriften.
Het is het verhaal van de heilsgeschiedenis, opgetekend door mensen uit verschillende tijden, vanuit hun eigen leefwereld en beleving van de heilsgeschiedenis. Het verhaal van mensen naast elkaar in het verbond met God. Ze zijn nog alleen, de wereld ligt nog voor hen open. Ze krijgen de opdracht over al wat op aarde is te heersen, het rentmeesterschap te voeren. En die mens is met al zijn mogelijkheden – ook die van de seksualiteit – geschapen. Hij krijgt de opdracht de aarde te bevolken als onderdeel van het rentmeesterschap. Maar het voert toch niet te ver als we concluderen dat goed rentmeesterschap in onze tijd wel om andere inzichten en maatregelen vraagt als die ten tijde van het eerste mensenpaar? De aarde bevolken zou nu in de eerste plaats verstaan kunnen worden als: de aarde niet overbevolken. Waarom zou dan de conclusie getrokken moeten worden dat het samen ‘één vlees zijn’ ( Gen. 2: 24 ) voor altijd heel exclusief op een man-vrouw relatie betrekking heeft? Als twee mannen of twee vrouwen nu bij elkaar die geborgenheid vinden, waardoor het hun mogelijk wordt ‘één vlees’ te zijn, is dat dan in strijd met de bedoelingen van Genesis 1 en 2, waar het er om gaat ‘mens voor de mens te zijn’ (Oosterhuis). Het gaat in Genesis 1 en 2 om de analogie en niet om het geschapen zijn als zodanig, hoe belangrijk dit op zichzelf ook mag zijn. Het gaat erom, dat wij als mensen in ieder opzicht gericht zijn op het verbond en in die verbondsrelatie ons menszijn waar maken. De heterofiel doet dat als man en vrouw in de gerichtheid op het andere geslacht. De homofiel doet dat op de manier, die voor hem of voor haar de enig mogelijke is’ ( einde tegenstem ).
18.5. Karikatuur.
Met een dergelijke voorlichting worden jongeren en ouderen misleid. Het lijkt allemaal zo mooi te kloppen en bepaalde bijbelse noties worden ingedragen om deze ideeën te onderbouwen. Maar bij het licht van wat er staat in Genesis 1 en 2 en ons door Jezus geleerd is, blijkt deze voorstelling van zaken niet te kloppen met de bijbelse realiteit. Hier worden bijbelgegevens ‘omgeturnd’ en is de mens van toen en nu de norm geworden met zijn leefwereld en beleving. Bijbelgegevens worden opnieuw als in den beginne van vraagtekens voorzien! Van het Verbond wordt op deze wijze een karikatuur geboden. Over bevooroordeelde exegese gesproken! We gaan alleen maar de goede kant op als we ons houden een het onbedrieglijke getuigenis der Schriften.