In Bijbels Optiek
4. TWEE VERSCHILLENDE MAATSTAVEN VAN GERECHTIGHEID.
De gemeente van Jezus Christus of de christelijke kerk wereldwijd houdt vast aan een gerechtigheid uit het hiervoor besproken geloof, mogelijk gemaakt door het bloed aan het kruis vergoten en aan een leven van gerechtigheid, mogelijk gemaakt door de inwoning van de Heilige Geest.
4.1. Onverdiende gerechtigheid.
De gerechtigheid, die diezelfde gemeente predikt, is een toegerekende gerechtigheid namelijk “Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem”( 2 Cor. 5 : 21 St. V.). Deze gerechtigheid is niet een product van onze eigen inspanningen. Ze komt niet voort uit werken, maar zij bestaat door het geloof in Jezus Christus. Anders gezegd: dàt is Gods gerechtigheid door het geloof.
Het leven der gerechtigheid, dat de gemeente van Jezus Christus hoort te openbaren, is een toebedeelde gerechtigheid. Het is een leven, afhankelijk van de Heilige Geest, die in de gelovige woont. “Want de vrucht ( gevolg ) van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid (geduld), vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”( Gal. 5 : 22 ).
4.2. Eigendunkelijke gerechtigheid.
“Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees” staat in Gal. 5: 16.
De mens in de wereld echter houdt vast aan een gerechtigheid die een product is van haar eigen inspanningen. Hij aanvaardt het kruis niet als de enige oplossing. Hij roemt in zijn eigen prestaties. Hij tracht, evenals Kaïn, God te benaderen op grond van zijn eigen verdiensten en zonder tussenkomst van een middelaar. Hij ontkent een plaatsvervangend offer nodig te hebben. Hij beroemt zich alleen op zijn eigen goedheid. Ieder het zijne geven is voldoende.
De wereldse mens gelooft, dat het geheim van zijn verbetering in zichzelf ligt. Hij wil zichzelf verlossen. Hij meent goed te kunnen leven als zijn omgeving goed is. Hij geeft toe in het verleden als mens(heid) collectief gefaald te hebben, ook erkent hij zijn tegenwoordige verdorvenheid, maar hij is er van overtuigd, zich te kunnen verheffen tot een leven op een hoger plan. Hij is er van verzekerd eens “de weg van de vrede” te zullen vinden.
De gemeente van Jezus Christus of de christelijke kerk wereldwijd houdt vast aan een gerechtigheid uit het hiervoor besproken geloof, mogelijk gemaakt door het bloed aan het kruis vergoten en aan een leven van gerechtigheid, mogelijk gemaakt door de inwoning van de Heilige Geest.
4.1. Onverdiende gerechtigheid.
De gerechtigheid, die diezelfde gemeente predikt, is een toegerekende gerechtigheid namelijk “Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem”( 2 Cor. 5 : 21 St. V.). Deze gerechtigheid is niet een product van onze eigen inspanningen. Ze komt niet voort uit werken, maar zij bestaat door het geloof in Jezus Christus. Anders gezegd: dàt is Gods gerechtigheid door het geloof.
Het leven der gerechtigheid, dat de gemeente van Jezus Christus hoort te openbaren, is een toebedeelde gerechtigheid. Het is een leven, afhankelijk van de Heilige Geest, die in de gelovige woont. “Want de vrucht ( gevolg ) van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid (geduld), vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing”( Gal. 5 : 22 ).
4.2. Eigendunkelijke gerechtigheid.
“Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees” staat in Gal. 5: 16.
De mens in de wereld echter houdt vast aan een gerechtigheid die een product is van haar eigen inspanningen. Hij aanvaardt het kruis niet als de enige oplossing. Hij roemt in zijn eigen prestaties. Hij tracht, evenals Kaïn, God te benaderen op grond van zijn eigen verdiensten en zonder tussenkomst van een middelaar. Hij ontkent een plaatsvervangend offer nodig te hebben. Hij beroemt zich alleen op zijn eigen goedheid. Ieder het zijne geven is voldoende.
De wereldse mens gelooft, dat het geheim van zijn verbetering in zichzelf ligt. Hij wil zichzelf verlossen. Hij meent goed te kunnen leven als zijn omgeving goed is. Hij geeft toe in het verleden als mens(heid) collectief gefaald te hebben, ook erkent hij zijn tegenwoordige verdorvenheid, maar hij is er van overtuigd, zich te kunnen verheffen tot een leven op een hoger plan. Hij is er van verzekerd eens “de weg van de vrede” te zullen vinden.
In Bijbels Optiek
Vreemd genoeg wil de mens alle wegen bewandelen om de vrede te bewerkstelligen, maar de enige en gemakkelijkste weg, via het kruis van Jezus Christus, gaat hij massaal uit de weg.
De mensheid is er zo langzamerhand toe bereid, om met hart en ziel elke maatstaf van gerechtigheid te aanvaarden, waarin geen plaats is voor het kruis. Zij ( de mensheid ) is gaarne bereid, om een “kleed van gerechtigheid te dragen, dat zij zelf geweven heeft”.
Deze afwijkende maatstaf van gerechtigheid maakt het de gemeente van Jezus Christus voor altijd onmogelijk, om een verbond met de ‘wereld’ te sluiten voor het bereiken van betere maatschappelijke verhoudingen en een hogere levensstandaard. Steeds zal deze poging hem bij de handen afknappen.
4.3. Persoonlijke aanvaarding.
De roep van de gemeente van Jezus Christus is gericht tot de enkeling, de roep van de wereld is gericht tot de massa. De gemeente roept de individuele mens op tot wedergeboorte, de wereld vraagt geen bekering, geen persoonlijk geloof, geen volgen van Jezus. De gemeente vraagt erkenning van zonde en een persoonlijk aanvaarden van Jezus Christus als Zaligmaker.
Elk systeem van gerechtigheid, waarin het kruis van Jezus Christus niet centraal staat, valt buiten de opdracht van de gemeente.
4.4. Gerechtigheid zonder ‘kruis’.
Maatschappelijke gerechtigheid aanvaardt dus geen kruis en erkent geen Heiland.
Deze sociale hervorming ontkent de grondbeginselen van het evangelie van Jezus Christus. Wereldverbetering is niet gebouwd op de rots der eeuwen ( Jezus Christus ) en is niet gebaseerd op de beginselen van het koninkrijk der hemelen.
De gerechtigheid, waar de verschillende maatschappelijke, sociale, morele en godsdienstige instellingen van onze tijd naar streven, kan alleen worden aanvaard en gepropageerd door “vijanden van het kruis”( Fil. 3 : 18 ).
De socialist, die beweert, dat de mens in zichzelf de kracht moet vinden, om zich uit de poel van zedelijk bederf te ontworstelen, heeft God niet nodig. Hij verklaart openlijk dat de mens zijn eigen zaligmaker is, en betoont zich een vurige ijveraar voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De filantroop, die God niet kent in de vergeving der zonden, maar die in zijn streven om het mensdom te verheffen “zijn werken groot maakt en de zomen van zijn kleed verwijdt” ( Matth. 23: 5 ), gelooft ook niet in Jezus Christus, maar hij gelooft wel met heel zijn hart eveneens in maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De politicus, van welke kleur of partij hij ook moge zijn, zal altijd bereid blijken, om met andersdenkenden samen te werken voor de totstandkoming van weer dezelfde maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De bijbelcriticus, hoewel het bloed van Jezus Christus ‘vertredend’ en de betrouwbaarheid van Gods Woord in twijfel trekkend, is een warme aanhanger van de “God-is-in-de-mens”-theorie en dientengevolge een hartstochtelijke pleitbezorger ook weer van deze maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De mensheid is er zo langzamerhand toe bereid, om met hart en ziel elke maatstaf van gerechtigheid te aanvaarden, waarin geen plaats is voor het kruis. Zij ( de mensheid ) is gaarne bereid, om een “kleed van gerechtigheid te dragen, dat zij zelf geweven heeft”.
Deze afwijkende maatstaf van gerechtigheid maakt het de gemeente van Jezus Christus voor altijd onmogelijk, om een verbond met de ‘wereld’ te sluiten voor het bereiken van betere maatschappelijke verhoudingen en een hogere levensstandaard. Steeds zal deze poging hem bij de handen afknappen.
4.3. Persoonlijke aanvaarding.
De roep van de gemeente van Jezus Christus is gericht tot de enkeling, de roep van de wereld is gericht tot de massa. De gemeente roept de individuele mens op tot wedergeboorte, de wereld vraagt geen bekering, geen persoonlijk geloof, geen volgen van Jezus. De gemeente vraagt erkenning van zonde en een persoonlijk aanvaarden van Jezus Christus als Zaligmaker.
Elk systeem van gerechtigheid, waarin het kruis van Jezus Christus niet centraal staat, valt buiten de opdracht van de gemeente.
4.4. Gerechtigheid zonder ‘kruis’.
Maatschappelijke gerechtigheid aanvaardt dus geen kruis en erkent geen Heiland.
Deze sociale hervorming ontkent de grondbeginselen van het evangelie van Jezus Christus. Wereldverbetering is niet gebouwd op de rots der eeuwen ( Jezus Christus ) en is niet gebaseerd op de beginselen van het koninkrijk der hemelen.
De gerechtigheid, waar de verschillende maatschappelijke, sociale, morele en godsdienstige instellingen van onze tijd naar streven, kan alleen worden aanvaard en gepropageerd door “vijanden van het kruis”( Fil. 3 : 18 ).
De socialist, die beweert, dat de mens in zichzelf de kracht moet vinden, om zich uit de poel van zedelijk bederf te ontworstelen, heeft God niet nodig. Hij verklaart openlijk dat de mens zijn eigen zaligmaker is, en betoont zich een vurige ijveraar voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De filantroop, die God niet kent in de vergeving der zonden, maar die in zijn streven om het mensdom te verheffen “zijn werken groot maakt en de zomen van zijn kleed verwijdt” ( Matth. 23: 5 ), gelooft ook niet in Jezus Christus, maar hij gelooft wel met heel zijn hart eveneens in maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De politicus, van welke kleur of partij hij ook moge zijn, zal altijd bereid blijken, om met andersdenkenden samen te werken voor de totstandkoming van weer dezelfde maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De bijbelcriticus, hoewel het bloed van Jezus Christus ‘vertredend’ en de betrouwbaarheid van Gods Woord in twijfel trekkend, is een warme aanhanger van de “God-is-in-de-mens”-theorie en dientengevolge een hartstochtelijke pleitbezorger ook weer van deze maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
In Bijbels Optiek
Mensen hebben allerlei kreten bedacht om vorm te geven aan hun gedachten over hoe de samenleving er volgens hen uit moet zien en hoe men ieders vrijheid kan garanderen. Echter in ieders hoofd schuilt een kleine wereldverbeteraar, die het voor een ander regelen wil en dan ontstaat onenigheid en …..oorlog
De afvallige, hoewel de Zoon van God loochenend en het Woord van God verwerpend, blijkt ook in de praktijk een enthousiaste voorvechter te zijn voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De schrijver, die zijn geschriften baseert op het idealisme van zijn eigen brein, zal niettemin gaarne zijn pen in dienst stellen van de propaganda weer voor dezelfde maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
Bij dit alles kunnen wij ons afvragen, wie er in de onzichtbare wereld aan de touwtjes trekt. De bijbel zegt bij monde van Petrus in zijn brief:”Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan uw broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten”( 1 Peter. 5 : 8 ).
4.5. De rol van de duivel.
Satan staat aan het hoofd van een wereldbeheersende beweging, die antichristelijk en antikruis is. Hij steunt dus ook elke beweging, die buiten Jezus Christus om handelt. Het geeft niet op welk gebied. Hij is een enthousiaste propagandist voor “betere” maatschappelijke verhoudingen. Hij heeft zich in onze tijd veranderd in een “engel van het licht” ( 2 Cor. 11 : 14 ). Met een tevreden glimlach begroet hij elke prediker of politicus, elke heilige of zondaar, in één of andere bond, vereniging of partij, die “wereldverbetering” op zijn programma heeft staan. Hij begroet kansel of pers, radio en televisie, als bruikbare helpers, om het leven hier op aarde voor de mens aangenamer en aantrekkelijker te maken.
Hij is geïnteresseerd in de goedheid van de stad en van de staat. Hij is geïnteresseerd in alle “goede dingen”, die gebaseerd zijn op de bekwaamheid van de mens, en die het kruis van Christus overbodig maken. Satan is blij, als hij de gedachten van mensen kan afleiden van de hemelse tot de aardse dingen, van de hemelse tot de aardse stad. Satan is blij, als hij door de heerlijkheid der tegenwoordige successen (de ongekende hoogte van de techniek!), de ogen der mensen kan verblinden voor de toekomstige heerlijkheid. Hij is daarom dikwijls de werkelijke leider en promotor van bewegingen voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming, tevens die der menselijke “vrijheid”.
4.6. Geen verbintenis met de zonde.
Maar de gemeente van God moet bedenken, dat de socialist, de filantroop, de politicus, de bijbelcriticus, de afvallige, de schrijver, en de duivel zelf de meest vurige pleitbezorgers zijn voor reformatie en wereldverbetering. Zij kunnen elkaar vinden en met elkaar samenwerken, omdat zij in wezen hetzelfde doel nastreven: het aantrekkelijker maken van de dingen hier op aarde. Maar de reformatie, die zij bepleiten heeft niets van doen met Jezus Christus en zijn kruis der verzoening tussen God en de mens.
Daarom is de vraag gewettigd: Hoe kan een prediker van Christus of de gemeente van Christus deelnemen aan de strijd voor zulk een gerechtigheid? Kan de gemeente de zonde vergoelijken of over het hoofd zien? Kan de gemeente van Jezus Christus propaganda maken voor een gerechtigheid, die niet aan de maatstaf van God voldoet? Mag de gemeente haar tijd en kracht verspillen aan het bevorderen van een gerechtigheid, die het kruis van Christus krachteloos maakt? Is onze gerechtigheid een kleed, dat een verdorven en zondig hart bedekt?
De maatstaf van gerechtigheid, waaraan de gemeente van Jezus Christus vasthoudt is absoluut in strijd met die, waaraan de wereld vasthoudt. Daarom kunnen christelijke gemeente en wereld nooit samenwerken in het jagen naar “betere dingen”. Zij hebben totaal verschillende dingen op het oog, ook al gebruiken zij heel vaak dezelfde woorden. Gemeentelijke arbeid is niet hetzelfde als maatschappelijke arbeid. Evenmin als een onwederomgeborene kan deelnemen aan het werk van de gemeente, kan een wedergeboren mens deelnemen aan het werk van de wereld. Het éne sluit het andere uit!
4.7. Het ‘tekort’ van wereldse gerechtigheid,
De gerechtigheid die de wereld zoekt, reinigt de bron niet, laat de menselijke natuur onveranderd. Daarom is zij tenenenmale ontoereikend en nutteloos.
De gerechtigheid, die de wereld nastreeft, is onbereikbaar voor mensen en onaanvaardbaar voor God. Het is volslagen nutteloos, om te trachten een verdorven hart te bedekken met zelfgewassen kleren.
De gerechtigheid, die de wereld zoekt, is een dwaasheid, want wie anders dan God kan de vlekken van de luipaard veranderen? Evenmin als een kleurling zijn huid kan veranderen, kan de mens zijn natuur veranderen.
De gerechtigheid, die de wereld op het oog heeft, is en blijft onvoldoende en ontoereikend. Maatschappelijke gerechtigheid moge de openbaring van de zonde enigszins beteugelen, maatschappelijke gerechtigheid moge de mens voor een tijd “betere dingen” bereiden, maar zij kan nooit en te nimmer blijvende verbetering brengen. Zij gaat voorbij als een zomerdag.
De afvallige, hoewel de Zoon van God loochenend en het Woord van God verwerpend, blijkt ook in de praktijk een enthousiaste voorvechter te zijn voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
De schrijver, die zijn geschriften baseert op het idealisme van zijn eigen brein, zal niettemin gaarne zijn pen in dienst stellen van de propaganda weer voor dezelfde maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming.
Bij dit alles kunnen wij ons afvragen, wie er in de onzichtbare wereld aan de touwtjes trekt. De bijbel zegt bij monde van Petrus in zijn brief:”Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan uw broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten”( 1 Peter. 5 : 8 ).
4.5. De rol van de duivel.
Satan staat aan het hoofd van een wereldbeheersende beweging, die antichristelijk en antikruis is. Hij steunt dus ook elke beweging, die buiten Jezus Christus om handelt. Het geeft niet op welk gebied. Hij is een enthousiaste propagandist voor “betere” maatschappelijke verhoudingen. Hij heeft zich in onze tijd veranderd in een “engel van het licht” ( 2 Cor. 11 : 14 ). Met een tevreden glimlach begroet hij elke prediker of politicus, elke heilige of zondaar, in één of andere bond, vereniging of partij, die “wereldverbetering” op zijn programma heeft staan. Hij begroet kansel of pers, radio en televisie, als bruikbare helpers, om het leven hier op aarde voor de mens aangenamer en aantrekkelijker te maken.
Hij is geïnteresseerd in de goedheid van de stad en van de staat. Hij is geïnteresseerd in alle “goede dingen”, die gebaseerd zijn op de bekwaamheid van de mens, en die het kruis van Christus overbodig maken. Satan is blij, als hij de gedachten van mensen kan afleiden van de hemelse tot de aardse dingen, van de hemelse tot de aardse stad. Satan is blij, als hij door de heerlijkheid der tegenwoordige successen (de ongekende hoogte van de techniek!), de ogen der mensen kan verblinden voor de toekomstige heerlijkheid. Hij is daarom dikwijls de werkelijke leider en promotor van bewegingen voor maatschappelijke gerechtigheid en sociale hervorming, tevens die der menselijke “vrijheid”.
4.6. Geen verbintenis met de zonde.
Maar de gemeente van God moet bedenken, dat de socialist, de filantroop, de politicus, de bijbelcriticus, de afvallige, de schrijver, en de duivel zelf de meest vurige pleitbezorgers zijn voor reformatie en wereldverbetering. Zij kunnen elkaar vinden en met elkaar samenwerken, omdat zij in wezen hetzelfde doel nastreven: het aantrekkelijker maken van de dingen hier op aarde. Maar de reformatie, die zij bepleiten heeft niets van doen met Jezus Christus en zijn kruis der verzoening tussen God en de mens.
Daarom is de vraag gewettigd: Hoe kan een prediker van Christus of de gemeente van Christus deelnemen aan de strijd voor zulk een gerechtigheid? Kan de gemeente de zonde vergoelijken of over het hoofd zien? Kan de gemeente van Jezus Christus propaganda maken voor een gerechtigheid, die niet aan de maatstaf van God voldoet? Mag de gemeente haar tijd en kracht verspillen aan het bevorderen van een gerechtigheid, die het kruis van Christus krachteloos maakt? Is onze gerechtigheid een kleed, dat een verdorven en zondig hart bedekt?
De maatstaf van gerechtigheid, waaraan de gemeente van Jezus Christus vasthoudt is absoluut in strijd met die, waaraan de wereld vasthoudt. Daarom kunnen christelijke gemeente en wereld nooit samenwerken in het jagen naar “betere dingen”. Zij hebben totaal verschillende dingen op het oog, ook al gebruiken zij heel vaak dezelfde woorden. Gemeentelijke arbeid is niet hetzelfde als maatschappelijke arbeid. Evenmin als een onwederomgeborene kan deelnemen aan het werk van de gemeente, kan een wedergeboren mens deelnemen aan het werk van de wereld. Het éne sluit het andere uit!
4.7. Het ‘tekort’ van wereldse gerechtigheid,
De gerechtigheid die de wereld zoekt, reinigt de bron niet, laat de menselijke natuur onveranderd. Daarom is zij tenenenmale ontoereikend en nutteloos.
De gerechtigheid, die de wereld nastreeft, is onbereikbaar voor mensen en onaanvaardbaar voor God. Het is volslagen nutteloos, om te trachten een verdorven hart te bedekken met zelfgewassen kleren.
De gerechtigheid, die de wereld zoekt, is een dwaasheid, want wie anders dan God kan de vlekken van de luipaard veranderen? Evenmin als een kleurling zijn huid kan veranderen, kan de mens zijn natuur veranderen.
De gerechtigheid, die de wereld op het oog heeft, is en blijft onvoldoende en ontoereikend. Maatschappelijke gerechtigheid moge de openbaring van de zonde enigszins beteugelen, maatschappelijke gerechtigheid moge de mens voor een tijd “betere dingen” bereiden, maar zij kan nooit en te nimmer blijvende verbetering brengen. Zij gaat voorbij als een zomerdag.
In Bijbels Optiek
Karl Marx bedacht een sociaal systeem, dat de underdog van Rusland moest verlossen van de lijfeigenschap, het communisme. Het werkte jaren lang, maar kostte ook veel mensenlevens, omdat het echte kapitaal, waartegen hij vocht toch sterker bleek te zijn. Het echte tekort om idealen van menselijke gelijkheid te bereiken, zit in het hart, de zonde.
Een treffend voorbeeld hiervan is het zo geroemde communistische systeem, dat een groot gedeelte van de wereld in zijn greep hield, maar tenslotte uiteenviel en een chaotische maatschappij in de vorige Sovjet-Unie achterliet. In China wordt de communistische heilsstaat nog met veel dwang in stand gehouden, en in uiterste extreme vorm is dat ook nog in Zuid-Korea en Cuba het geval ( voor de individuele mens betekent het pure armoede ). Men tracht het ook daar in stand te houden door een massale hersenspoeling van jongeren en ouderen, beslag leggend op elke minuut van elk individu in deze samenleving door allerlei activiteiten te ontwikkelen ter ere van de grote leider Kim Yong Il.Verder is er een totaal verbod van welk geloof dan ook ( christenen worden in werkkampen opgesloten en mogen niet eens “naar de hemel kijken”)
4.8. De Geest wijst de weg.
Alleen de Geest van God kan een werk doen, dat van blijvende aard is.
Alleen de Geest van God reinigt de bron, verandert de natuur, en neemt de lust, om “naar het vlees” te wandelen weg.
Alleen de Geest van God overtuigt de zondaar van zonde, wijst hem op het kruis en predikt de gerechtigheid, die “uit het geloof “ is.
De gemeente moet samenwerken met de Geest, zij kan niet samenwerken met de wereld. Zij kan geen propaganda maken voor hervormingsmaatregelen, die gebaseerd zijn op “humanisme” en “medemenselijkheid” en die niets van doen hebben met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zij kan geen deel uitmaken van één of andere maatschappelijke of sociale beweging, die zijn doelstellingen tracht te bereiken door de bekwaamheid, het leiderschap en de energie van mensen.
Zij kan geen lid zijn van een organisatie, die de hervorming of vernieuwing van de maatschappij op het oog heeft. De wereld zoekt het namelijk in de massa, de gemeente van Jezus Christus zoekt het in de enkeling. Zij is gebonden aan de schriftuurlijke methode van “één voor één: een persoonlijke bekering, een persoonlijk geloof, een persoonlijke Zaligmaker”.
Laten de kinderen van God zich afzijdig houden van wereldse organisaties, die Jezus Christus verwerpen. Welke hoge idealen zij ook nastreven, zij verwerpen het kruis en de Heilige Geest.
Laten de kinderen van God nooit deelnemen aan een werk, dat een laagje vernis over de zonde strijkt, haar aanzien verandert, haar onvolkomenheden bedekt, maar haar heerschappij in het menselijke hart onaangetast laat.
Laten de kinderen van God slechts één gerechtigheid prediken: die van het kruis! Laten zij slechts één evangelie verkondigen: dat van de Zoon van God! Laten zij nooit een evangelie prediken, waaraan de “kracht tot zaligheid” ( Rom. 1: 16 ) ontnomen is.
4.9. Geen vermenging dus.
Maatschappelijke gerechtigheid maakt haar voorstanders populair, maar Jezus predikt: “indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan” ( Matth. 5 : 20 ).
Sociale hervorming moge aantrekkelijk zijn voor de wereld, maar Jezus zei: “Gij moet wederom geboren worden”
( 1 Joh. 3 ).
Een treffend voorbeeld hiervan is het zo geroemde communistische systeem, dat een groot gedeelte van de wereld in zijn greep hield, maar tenslotte uiteenviel en een chaotische maatschappij in de vorige Sovjet-Unie achterliet. In China wordt de communistische heilsstaat nog met veel dwang in stand gehouden, en in uiterste extreme vorm is dat ook nog in Zuid-Korea en Cuba het geval ( voor de individuele mens betekent het pure armoede ). Men tracht het ook daar in stand te houden door een massale hersenspoeling van jongeren en ouderen, beslag leggend op elke minuut van elk individu in deze samenleving door allerlei activiteiten te ontwikkelen ter ere van de grote leider Kim Yong Il.Verder is er een totaal verbod van welk geloof dan ook ( christenen worden in werkkampen opgesloten en mogen niet eens “naar de hemel kijken”)
4.8. De Geest wijst de weg.
Alleen de Geest van God kan een werk doen, dat van blijvende aard is.
Alleen de Geest van God reinigt de bron, verandert de natuur, en neemt de lust, om “naar het vlees” te wandelen weg.
Alleen de Geest van God overtuigt de zondaar van zonde, wijst hem op het kruis en predikt de gerechtigheid, die “uit het geloof “ is.
De gemeente moet samenwerken met de Geest, zij kan niet samenwerken met de wereld. Zij kan geen propaganda maken voor hervormingsmaatregelen, die gebaseerd zijn op “humanisme” en “medemenselijkheid” en die niets van doen hebben met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zij kan geen deel uitmaken van één of andere maatschappelijke of sociale beweging, die zijn doelstellingen tracht te bereiken door de bekwaamheid, het leiderschap en de energie van mensen.
Zij kan geen lid zijn van een organisatie, die de hervorming of vernieuwing van de maatschappij op het oog heeft. De wereld zoekt het namelijk in de massa, de gemeente van Jezus Christus zoekt het in de enkeling. Zij is gebonden aan de schriftuurlijke methode van “één voor één: een persoonlijke bekering, een persoonlijk geloof, een persoonlijke Zaligmaker”.
Laten de kinderen van God zich afzijdig houden van wereldse organisaties, die Jezus Christus verwerpen. Welke hoge idealen zij ook nastreven, zij verwerpen het kruis en de Heilige Geest.
Laten de kinderen van God nooit deelnemen aan een werk, dat een laagje vernis over de zonde strijkt, haar aanzien verandert, haar onvolkomenheden bedekt, maar haar heerschappij in het menselijke hart onaangetast laat.
Laten de kinderen van God slechts één gerechtigheid prediken: die van het kruis! Laten zij slechts één evangelie verkondigen: dat van de Zoon van God! Laten zij nooit een evangelie prediken, waaraan de “kracht tot zaligheid” ( Rom. 1: 16 ) ontnomen is.
4.9. Geen vermenging dus.
Maatschappelijke gerechtigheid maakt haar voorstanders populair, maar Jezus predikt: “indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan” ( Matth. 5 : 20 ).
Sociale hervorming moge aantrekkelijk zijn voor de wereld, maar Jezus zei: “Gij moet wederom geboren worden”
( 1 Joh. 3 ).
In Bijbels Optiek
Een christen gelooft dat je als mens wederom geboren moet worden. Dat betekent praktisch dat je geestelijk een heel andere zienswijze gaat krijgen op de dingen om je heen en als een ‘geestelijk kind’ alles van voren af aan moet leren.
Wereldverbeteraars mogen zich de lof van mensen verwerven, maar Jezus zei: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover” ( Joh. 10: 1 ).
De gemeente kon zich niet en kan zich ook niet met de wereld verbinden in maatschappelijke en sociale arbeid, omdat haar maatstaf van gerechtigheid in strijd is met diezelfde wereld.
Wereldverbeteraars mogen zich de lof van mensen verwerven, maar Jezus zei: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover” ( Joh. 10: 1 ).
De gemeente kon zich niet en kan zich ook niet met de wereld verbinden in maatschappelijke en sociale arbeid, omdat haar maatstaf van gerechtigheid in strijd is met diezelfde wereld.