In Bijbels Optiek
2. INLEIDING.
De kerkgeschiedenis kent een lange lijst van mensen die om allerlei redenen de kerk verlieten. Niet weinigen werden diep verwond, gekwetst, of waren in verdriet of schaamden zich. Het blijkt toch heel moeilijk te zijn om het gebod van de liefde in zuivere vorm, zoals de bijbel die bedoeld, in praktijk te brengen. Werkt de boodschap van de bijbel dan toch niet? Waar ligt ons gebrek? Hebben we tekort aan de Heilige Geest? Hoe moet het nu de Protestantse Kerk van Nederland, met zo’n twee en half miljoen leden, is gefuseerd? Hoe wordt omgegaan met onderlinge verschillen? Hoe functioneert de bijbel in dat proces?
Er is een grote diversiteit ontstaan binnen de kerk. Dat geldt zowel voor reformatorische als voor evangelische kerken. Maar ook binnen de Rooms-katholieke kerk groeien de verschillen. Er zijn daar steeds meer tekenen van het feit dat men terug wil keren naar de oorspronkelijk Rooms-katholieke kerk, met de aloude rituelen. Er zijn daar ook steeds meer mensen die de bijbel ontdekken en beter willen leren kennen. Alles is in beweging.
Binnen de Protestantse kerken is het meest opvallende verschil toch wel tussen hen die de bijbel als het onfeilbare Woord van God willen erkennen, geloven in de bijbel “van kaft tot kaft” en daaruit willen leven en hen die de zogenaamde moderne theologie aanhangen en de bijbel aanpassen aan het levensgevoel van vandaag. Hoe kan dat samengaan? Die kloof lijkt immers onoverbrugbaar? De bijbel heeft ook vandaag nog steeds een enorme zeggingskracht.
De kerkgeschiedenis kent een lange lijst van mensen die om allerlei redenen de kerk verlieten. Niet weinigen werden diep verwond, gekwetst, of waren in verdriet of schaamden zich. Het blijkt toch heel moeilijk te zijn om het gebod van de liefde in zuivere vorm, zoals de bijbel die bedoeld, in praktijk te brengen. Werkt de boodschap van de bijbel dan toch niet? Waar ligt ons gebrek? Hebben we tekort aan de Heilige Geest? Hoe moet het nu de Protestantse Kerk van Nederland, met zo’n twee en half miljoen leden, is gefuseerd? Hoe wordt omgegaan met onderlinge verschillen? Hoe functioneert de bijbel in dat proces?
Er is een grote diversiteit ontstaan binnen de kerk. Dat geldt zowel voor reformatorische als voor evangelische kerken. Maar ook binnen de Rooms-katholieke kerk groeien de verschillen. Er zijn daar steeds meer tekenen van het feit dat men terug wil keren naar de oorspronkelijk Rooms-katholieke kerk, met de aloude rituelen. Er zijn daar ook steeds meer mensen die de bijbel ontdekken en beter willen leren kennen. Alles is in beweging.
Binnen de Protestantse kerken is het meest opvallende verschil toch wel tussen hen die de bijbel als het onfeilbare Woord van God willen erkennen, geloven in de bijbel “van kaft tot kaft” en daaruit willen leven en hen die de zogenaamde moderne theologie aanhangen en de bijbel aanpassen aan het levensgevoel van vandaag. Hoe kan dat samengaan? Die kloof lijkt immers onoverbrugbaar? De bijbel heeft ook vandaag nog steeds een enorme zeggingskracht.
In Bijbels Optiek
Gods Woord is een licht voor ons verstand om te begrijpen dat een huwelijk alleen tussen man en vrouw kan bestaan.
Wie zegt de bijbel als het Woord van God te erkennen en te geloven, moet daarvan steeds uitgaan en bidden om inzicht van de Heilige Geest, die inspireerde tot het schrijven ervan.
De bijbel heeft alle kritiek en alle aanvallen door de eeuwen heen ruimschots doorstaan. Iemand zei eens: “De Bijbel is als een leeuw. Stop hem niet in een kooi, maar laat hem los. Hij kan zichzelf verdedigen en handhaven”. Moeten we zó niet in de kerk staan, met díe bijbel in onze hand? Dat kan moeilijk zijn, dat kan bespotting opleveren, dat kan predikanten soms hun reputatie en zelfs hun baan kosten, maar het is de moeite waard. De bijbel kan ook in deze tijd zijn duizenden verslaan!
Ten eerste is de bijbel nog steeds betrouwbaar. Alle Schriftkritiek van de laatste tientallen jaren is te allen tijde onhoudbaar gebleken. Zo duikt ook in onze tijd weer hetzelfde geluid op als zouden de evangeliën minstens twee eeuwen ná Christus zijn geschreven. Men meent dat de evangeliën de neerslag zijn van het geloof van de vroege kerk, waarin over Jezus tal van ‘mythen en legenden’ waren ontstaan. Ooit kwam een Duitse theoloog met die stelling en als een soort papegaaiencircuit van theologen, praatte en praat men nog steeds deze bewering na en bestempelde deze opvatting ‘als wetenschappelijk’, tot op dag van vandaag toe. De zoveelste leugen t.o.v. de bijbel was in de wereld bijgevoegd.
Er ontstond recent een soort complottheorie over de Dode-Zee-rollen. Twee journalisten bedachten een fantastisch verhaal, namelijk dat het Vaticaan de publicatie van de teksten zou tegenhouden, omdat het christendom erdoor zou worden ondermijnd. Het boek dat ze schreven werd destijds als groot journalistiek werk breed uitgemeten op de BBC-televisie. Het zou het einde van het christendom betekenen, sprak de presentator juichend. Kranten stonden er vol mee, ook in ons land. Het boek werd een bestseller. Iedereen kan echter vandaag de teksten van alle circa achthonderd Dode-Zee-rollen lezen en de hele complottheorie kon in de prullenbak. Maar de meeste mensen, die dit toen gelezen hebben, geloven er vast en zeker in Ook hier was een leugen in de wereld bijgevoegd. Het is altijd weer verbazingwekkend hoe graag men de leugen verkiest te geloven boven de waarheid.
In onze tijd komt de vroegere theoloog H. Kuitert met soortgelijke beweringen. Hij gelooft niet meer dat God bestaat, dus zal hij ook geen theoloog meer zijn. Hij noemt Jezus “een nalatenschap van het christendom”. De vroege kerk heeft Jezus Christus “gemaakt” tot Zoon van God en tot Verlosser en Heiland, omdat de evangeliën volgens de “wetenschappelijke” redenering een verzameling van mythen en legenden van mensen is, die enkele eeuwen ná Christus leefden.
Wie zegt de bijbel als het Woord van God te erkennen en te geloven, moet daarvan steeds uitgaan en bidden om inzicht van de Heilige Geest, die inspireerde tot het schrijven ervan.
De bijbel heeft alle kritiek en alle aanvallen door de eeuwen heen ruimschots doorstaan. Iemand zei eens: “De Bijbel is als een leeuw. Stop hem niet in een kooi, maar laat hem los. Hij kan zichzelf verdedigen en handhaven”. Moeten we zó niet in de kerk staan, met díe bijbel in onze hand? Dat kan moeilijk zijn, dat kan bespotting opleveren, dat kan predikanten soms hun reputatie en zelfs hun baan kosten, maar het is de moeite waard. De bijbel kan ook in deze tijd zijn duizenden verslaan!
Ten eerste is de bijbel nog steeds betrouwbaar. Alle Schriftkritiek van de laatste tientallen jaren is te allen tijde onhoudbaar gebleken. Zo duikt ook in onze tijd weer hetzelfde geluid op als zouden de evangeliën minstens twee eeuwen ná Christus zijn geschreven. Men meent dat de evangeliën de neerslag zijn van het geloof van de vroege kerk, waarin over Jezus tal van ‘mythen en legenden’ waren ontstaan. Ooit kwam een Duitse theoloog met die stelling en als een soort papegaaiencircuit van theologen, praatte en praat men nog steeds deze bewering na en bestempelde deze opvatting ‘als wetenschappelijk’, tot op dag van vandaag toe. De zoveelste leugen t.o.v. de bijbel was in de wereld bijgevoegd.
Er ontstond recent een soort complottheorie over de Dode-Zee-rollen. Twee journalisten bedachten een fantastisch verhaal, namelijk dat het Vaticaan de publicatie van de teksten zou tegenhouden, omdat het christendom erdoor zou worden ondermijnd. Het boek dat ze schreven werd destijds als groot journalistiek werk breed uitgemeten op de BBC-televisie. Het zou het einde van het christendom betekenen, sprak de presentator juichend. Kranten stonden er vol mee, ook in ons land. Het boek werd een bestseller. Iedereen kan echter vandaag de teksten van alle circa achthonderd Dode-Zee-rollen lezen en de hele complottheorie kon in de prullenbak. Maar de meeste mensen, die dit toen gelezen hebben, geloven er vast en zeker in Ook hier was een leugen in de wereld bijgevoegd. Het is altijd weer verbazingwekkend hoe graag men de leugen verkiest te geloven boven de waarheid.
In onze tijd komt de vroegere theoloog H. Kuitert met soortgelijke beweringen. Hij gelooft niet meer dat God bestaat, dus zal hij ook geen theoloog meer zijn. Hij noemt Jezus “een nalatenschap van het christendom”. De vroege kerk heeft Jezus Christus “gemaakt” tot Zoon van God en tot Verlosser en Heiland, omdat de evangeliën volgens de “wetenschappelijke” redenering een verzameling van mythen en legenden van mensen is, die enkele eeuwen ná Christus leefden.
In Bijbels Optiek
De stenen getuigen bevestigen ook vandaag dat de Bijbel geen mythe of verzinsel is.
De betrouwbaarheid van de bijbel is dáárom een actueel onderwerp en belangrijk om juist binnen de kerk aan de orde te stellen. Bij allerlei preken hoort men zo vaak zeggen: “Dit moeten we vooral niet letterlijk nemen” en vervolgens wordt de goegemeente verteld, dat het om een soort beeldspraak gaat, een metafoor, net als bij Kuitert. Veel modernistische predikanten hebben dit overgenomen en veel kerkmensen durven niet te reageren, meestal door gebrek aan argumenten. Dat is erg jammer. Daarom zouden bijbelgetrouwe predikanten, die kennis hebben van de Schrift, van de tekstoverlevering en de tekstgeschiedenis, speciale avonden moeten beleggen voor kerkmensen om hen voor te lichten over de meer dan vijfduizend (!) bekende handschriften van het Nieuwe Testament, die de betrouwbaarheid voor honderd procent garanderen. Van de oude geschriften van bijv. de Griekse schrijver Homerus zijn een kleine zeshonderd handschriften bekend en niemand twijfelt aan de betrouwbaarheid van de tekst.
Gelovigen dienen vandaag weerbaar te worden en zich te verzetten – op basis van argumenten – tegen al die beweringen die de betrouwbaarheid van de bijbel ondergraven. Kortweg: we moeten het niet langer nemen! Juist dan zijn we zinnig bezig in de kerk en heeft ons lidmaatschap zin en inhoud. Als we dat biddend doen zal de Here zegenen.
Wat daarbij van groot belang is dat een ieder die zegt de bijbel als Woord van God te geloven, er ook naar hoort te leven. Niet ònze waarheden zijn de wapenen waarmee we strijden als het gaat om Gods Woord, maar ons gebed tot de Vader in de hemel. Bovenal moet de bijbelse liefde een belangrijk wapen zijn. We hebben niets te verliezen, alleen harten te winnen.
De betrouwbaarheid van de bijbel is dáárom een actueel onderwerp en belangrijk om juist binnen de kerk aan de orde te stellen. Bij allerlei preken hoort men zo vaak zeggen: “Dit moeten we vooral niet letterlijk nemen” en vervolgens wordt de goegemeente verteld, dat het om een soort beeldspraak gaat, een metafoor, net als bij Kuitert. Veel modernistische predikanten hebben dit overgenomen en veel kerkmensen durven niet te reageren, meestal door gebrek aan argumenten. Dat is erg jammer. Daarom zouden bijbelgetrouwe predikanten, die kennis hebben van de Schrift, van de tekstoverlevering en de tekstgeschiedenis, speciale avonden moeten beleggen voor kerkmensen om hen voor te lichten over de meer dan vijfduizend (!) bekende handschriften van het Nieuwe Testament, die de betrouwbaarheid voor honderd procent garanderen. Van de oude geschriften van bijv. de Griekse schrijver Homerus zijn een kleine zeshonderd handschriften bekend en niemand twijfelt aan de betrouwbaarheid van de tekst.
Gelovigen dienen vandaag weerbaar te worden en zich te verzetten – op basis van argumenten – tegen al die beweringen die de betrouwbaarheid van de bijbel ondergraven. Kortweg: we moeten het niet langer nemen! Juist dan zijn we zinnig bezig in de kerk en heeft ons lidmaatschap zin en inhoud. Als we dat biddend doen zal de Here zegenen.
Wat daarbij van groot belang is dat een ieder die zegt de bijbel als Woord van God te geloven, er ook naar hoort te leven. Niet ònze waarheden zijn de wapenen waarmee we strijden als het gaat om Gods Woord, maar ons gebed tot de Vader in de hemel. Bovenal moet de bijbelse liefde een belangrijk wapen zijn. We hebben niets te verliezen, alleen harten te winnen.
In Bijbels Optiek
Het resultaat van het “Samen op weg proces” verdiende geen schoonheidsprijs. Veel problemen zijn naar de plaatselijke gemeenten verplaatst, zoals het aangaan van alternatieve samenlevingsvormen, terwijl toch in eerste instantie de nijpende financiën van de drie ‘partners’ de basis vormde.
En nu is dan ( december 2003 ) het Samen-op-Weg proces voltooid en is de Protestantse Kerk van Nederland een feit. Voor- en tegenstanders zijn zich bewust dat de procedures die gevolgd zijn geen schoonheidprijs verdienen. Er zullen echter weinig betrokkenen zijn die over de hele gang van zaken geen gemengde gevoelens hebben of gehad zullen hebben. Er is in de loop der jaren heel wat glans verdwenen in dit hele proces. Hoe zuiver de oorspronkelijke motivatie ook mag zijn geweest, daar is op dit moment door allerlei strubbelingen niet zoveel meer van zichtbaar. Voor buitenstaanders is het in ieder geval niet meer te bevatten waarom men zich van hogerhand zo bleef verzetten tegen het federatiemodel in plaats van het fusiemodel. Binnen het federatiemodel had men in een langdurig proces de intensiviteit van betrokkenen op elkaar zelf op een voorzichtige manier kunnen bepalen. Is dan toch de behoefte aan een soort landskerk de grote drijfveer geweest?
Er is een verhaal bekend van padvinders die ergens in de bergen uit een ogenschijnlijk schoon beekje stroomafwaarts dronken en met ernstige maag- en buikklachten in het ziekenhuis opgenomen moesten worden. Dit zou niet gebeurd zijn als men boven in de bergen bij het ontstaan van het beekje gedronken zou hebben. Onderweg waren er chemicaliën in het beekje terecht gekomen, die een funeste uitwerking tot stand brachten. Zo zijn in de loop der eeuwen aan de kerk aantoonbare onbijbelse zaken aan het oorspronkelijke bijbelse christendom toegevoegd. Het hele idee van een landskerk is absoluut vreemd aan het Nieuwe Testament. We dragen ondertussen een enorme zware historische ballast aan onbijbelse kerkelijkheid met ons mee. Wordt dit allemaal over het hoofd gezien?
Wat is de indruk die we hebben van de oorspronkelijke gemeente van Christus, als we het boek der Handelingen op ons laten inwerken. Jazeker, samen op weg, maar wel samen op weg met Christus. Geen institutionele en structurele eenheid, maar een geestelijke eenheid, die in de beginperiode een heel praktische uitwerking had: het waren mensen die een sterke verbondenheid met elkaar kenden en zich intensief om elkaar bekommerden, zowel op geestelijk als op het stoffelijk vlak. De christenheidenen hielden geldinzamelingen voor de christenen in Jeruzalem. Het was één en al beweging van mensen met een bediening, onderling in de gemeente en ook tussen de verschillende gemeenten. De gemeente was dus in eerste instantie een beweging van gemotiveerde mensen, met een positieve invloed op de wereld. Vanwege de verstarring en de bureaucratie heeft de wereld dit massaal nooit meer meegemaakt zoals toen. Elke plaatselijke kerk en gemeente moet zich afvragen of via de huidige manier van “zijn en doen” de wereld wel echt bereikt kan worden. Niet alleen of we nog wel een boodschap voor de wereld hebben, maar of we echt wel een boodschap voor de wereld zijn. Ademt ons hele kerkelijk ‘doen en laten ‘ wel de sfeer van genade.
Of we een boodschap voor de wereld zijn hangt dus af van het beeld dat de buitenkerkelijken van de kerk hebben. Zijn we als kerkelijke gemeenschap te herkennen? Durven we te staan voor wat we behoren te zijn?
En nu is dan ( december 2003 ) het Samen-op-Weg proces voltooid en is de Protestantse Kerk van Nederland een feit. Voor- en tegenstanders zijn zich bewust dat de procedures die gevolgd zijn geen schoonheidprijs verdienen. Er zullen echter weinig betrokkenen zijn die over de hele gang van zaken geen gemengde gevoelens hebben of gehad zullen hebben. Er is in de loop der jaren heel wat glans verdwenen in dit hele proces. Hoe zuiver de oorspronkelijke motivatie ook mag zijn geweest, daar is op dit moment door allerlei strubbelingen niet zoveel meer van zichtbaar. Voor buitenstaanders is het in ieder geval niet meer te bevatten waarom men zich van hogerhand zo bleef verzetten tegen het federatiemodel in plaats van het fusiemodel. Binnen het federatiemodel had men in een langdurig proces de intensiviteit van betrokkenen op elkaar zelf op een voorzichtige manier kunnen bepalen. Is dan toch de behoefte aan een soort landskerk de grote drijfveer geweest?
Er is een verhaal bekend van padvinders die ergens in de bergen uit een ogenschijnlijk schoon beekje stroomafwaarts dronken en met ernstige maag- en buikklachten in het ziekenhuis opgenomen moesten worden. Dit zou niet gebeurd zijn als men boven in de bergen bij het ontstaan van het beekje gedronken zou hebben. Onderweg waren er chemicaliën in het beekje terecht gekomen, die een funeste uitwerking tot stand brachten. Zo zijn in de loop der eeuwen aan de kerk aantoonbare onbijbelse zaken aan het oorspronkelijke bijbelse christendom toegevoegd. Het hele idee van een landskerk is absoluut vreemd aan het Nieuwe Testament. We dragen ondertussen een enorme zware historische ballast aan onbijbelse kerkelijkheid met ons mee. Wordt dit allemaal over het hoofd gezien?
Wat is de indruk die we hebben van de oorspronkelijke gemeente van Christus, als we het boek der Handelingen op ons laten inwerken. Jazeker, samen op weg, maar wel samen op weg met Christus. Geen institutionele en structurele eenheid, maar een geestelijke eenheid, die in de beginperiode een heel praktische uitwerking had: het waren mensen die een sterke verbondenheid met elkaar kenden en zich intensief om elkaar bekommerden, zowel op geestelijk als op het stoffelijk vlak. De christenheidenen hielden geldinzamelingen voor de christenen in Jeruzalem. Het was één en al beweging van mensen met een bediening, onderling in de gemeente en ook tussen de verschillende gemeenten. De gemeente was dus in eerste instantie een beweging van gemotiveerde mensen, met een positieve invloed op de wereld. Vanwege de verstarring en de bureaucratie heeft de wereld dit massaal nooit meer meegemaakt zoals toen. Elke plaatselijke kerk en gemeente moet zich afvragen of via de huidige manier van “zijn en doen” de wereld wel echt bereikt kan worden. Niet alleen of we nog wel een boodschap voor de wereld hebben, maar of we echt wel een boodschap voor de wereld zijn. Ademt ons hele kerkelijk ‘doen en laten ‘ wel de sfeer van genade.
Of we een boodschap voor de wereld zijn hangt dus af van het beeld dat de buitenkerkelijken van de kerk hebben. Zijn we als kerkelijke gemeenschap te herkennen? Durven we te staan voor wat we behoren te zijn?
In Bijbels Optiek
Als de PKN deze vijf dogma’s niet onderschrijft en een optelsom is van drie verschillende kerken, is de samenwerking bij voorbaat tot mislukken gedoemd.
In het verlengde hiervan moeten we, waar het bijbelse begrippen betreft, op onze qui vieve zijn. Allerlei bekende bijbelwoorden worden geladen met een andere inhoud dan zij in de Schrift en in het belijden van de kerk hebben en worden ons en onze kinderen aangereikt. Het beproeven der geesten, maar ook van bijbelse gegevens, of zij wel of niet uit God zijn, is een geboden taak van de kerk en elk individueel christen. Daarbij is de hulp en leiding, de voorlichting van de Heilige Geest onmisbaar, willen wij werkelijk en verantwoord de goede kant uitgaan!
Zo is bijvoorbeeld in het huidige ( kerkelijk ) spraakgebruik het woord medemenselijkheid “in”. Maar de vraag klemt, wat er mee bedoeld wordt? Krijgt dit woord zijn bijbelse vulling, of wordt naar eigen smaak en idee dit begrip inhoud gegeven. In heel veel gevallen geeft de mens aan wat hij onder medemenselijkheid verstaat. En dat deze vulling eenzijdig en gekleurd is, vaak ontkoppeld aan die van de Schriften, is duidelijk zicht- en hoorbaar.
Medemenselijk is dat je jezelf en de ander tot ontplooiing laat komen en ruimte geeft naar eigen goeddunken te handelen. Bedoeld is : zonder te rekenen met God en Zijn wil! Het lijkt o zo menselijk om alles maar goed te vinden en elkaar zogenaamd vrij te laten, maar in wezen is het onmenselijk. Wanneer alle aandacht voor de mens wordt gevraagd, gaat dat onherroepelijk ten koste van God en Zijn rechten.
Een tweede woord mag dat verduidelijken. Er wordt in het verlengde hiervan veel over liefde gesproken. We moeten lief zijn voor elkaar e voor andersdenkenden. Liefde doet inderdaad de naaste geen kwaad, bedekt alle dingen? Zo is het zaak van liefde om de ander de ruimte te gunnen en te geven. Vooral inzake het geloof en op seksueel terrein mag je de ander geen beperkingen opleggen, of aan komen met de geboden en verboden van de Here God ( zie de hoofdstukken over de ‘minachting voor Gods scheppingsorde’).
Maar hier wordt opnieuw aan een bekend bijbelwoord een andere inhoud gegeven. Bijbelteksten worden bij dergelijke begrippen uit hun verband gelicht en anders geïnterpreteerd. Velen matigen zich die vrijheid aan en dan blijkt de liefde toch weer zelfliefde te zijn en ten koste van Gods eer en dienst te gaan.
Er is een hang aanwezig, ook in de kerk, om met het verleden af te rekenen. Wij en onze situatie in de 20e en 21e eeuw zijn van het grootste belang geworden, vindt men, zó zelfs, dat de aandacht en het respect voor de geschiedenis, zeker voor de heilsgeschiedenis, waarin Gods grote daden in Jezus Christus centraal staan, verdwijnt of al is verdwenen!
In het verlengde hiervan moeten we, waar het bijbelse begrippen betreft, op onze qui vieve zijn. Allerlei bekende bijbelwoorden worden geladen met een andere inhoud dan zij in de Schrift en in het belijden van de kerk hebben en worden ons en onze kinderen aangereikt. Het beproeven der geesten, maar ook van bijbelse gegevens, of zij wel of niet uit God zijn, is een geboden taak van de kerk en elk individueel christen. Daarbij is de hulp en leiding, de voorlichting van de Heilige Geest onmisbaar, willen wij werkelijk en verantwoord de goede kant uitgaan!
Zo is bijvoorbeeld in het huidige ( kerkelijk ) spraakgebruik het woord medemenselijkheid “in”. Maar de vraag klemt, wat er mee bedoeld wordt? Krijgt dit woord zijn bijbelse vulling, of wordt naar eigen smaak en idee dit begrip inhoud gegeven. In heel veel gevallen geeft de mens aan wat hij onder medemenselijkheid verstaat. En dat deze vulling eenzijdig en gekleurd is, vaak ontkoppeld aan die van de Schriften, is duidelijk zicht- en hoorbaar.
Medemenselijk is dat je jezelf en de ander tot ontplooiing laat komen en ruimte geeft naar eigen goeddunken te handelen. Bedoeld is : zonder te rekenen met God en Zijn wil! Het lijkt o zo menselijk om alles maar goed te vinden en elkaar zogenaamd vrij te laten, maar in wezen is het onmenselijk. Wanneer alle aandacht voor de mens wordt gevraagd, gaat dat onherroepelijk ten koste van God en Zijn rechten.
Een tweede woord mag dat verduidelijken. Er wordt in het verlengde hiervan veel over liefde gesproken. We moeten lief zijn voor elkaar e voor andersdenkenden. Liefde doet inderdaad de naaste geen kwaad, bedekt alle dingen? Zo is het zaak van liefde om de ander de ruimte te gunnen en te geven. Vooral inzake het geloof en op seksueel terrein mag je de ander geen beperkingen opleggen, of aan komen met de geboden en verboden van de Here God ( zie de hoofdstukken over de ‘minachting voor Gods scheppingsorde’).
Maar hier wordt opnieuw aan een bekend bijbelwoord een andere inhoud gegeven. Bijbelteksten worden bij dergelijke begrippen uit hun verband gelicht en anders geïnterpreteerd. Velen matigen zich die vrijheid aan en dan blijkt de liefde toch weer zelfliefde te zijn en ten koste van Gods eer en dienst te gaan.
Er is een hang aanwezig, ook in de kerk, om met het verleden af te rekenen. Wij en onze situatie in de 20e en 21e eeuw zijn van het grootste belang geworden, vindt men, zó zelfs, dat de aandacht en het respect voor de geschiedenis, zeker voor de heilsgeschiedenis, waarin Gods grote daden in Jezus Christus centraal staan, verdwijnt of al is verdwenen!
In Bijbels Optiek
Gods grootste daad in de tijd was en is Zijn Zoon te geven voor de zonden van de mensen. Hieraan kan niets worden toegevoegd, alleen door genade mag men dit zichzelf toe-eigenen.
Alle dingen worden nieuw, zegt men. Welnu, vanuit een eigen uitleg wordt met een beroep op dit Schriftwoord ( Openb. 21: 5 ) afgerekend met de oude, met de gevestigde orde, met allerlei bestaande structuren. Vandaar dat enkele jaren geleden revolutie ( waaronder seksuele revolutie ), en nu vernieuwing, trefwoorden en tevens halszaken zijn geworden, waarmee de geloofwaardigheid van de kerk en het getuigenis der gemeente ‘zou’ staan of vallen. Qua vulling van deze begrippen gaat men intussen heel eenzijdig te werk. En opnieuw is er de grote verschuiving te constateren van Christus en zijn unieke werk naar de mens en zijn inbreng, via het huwelijk naar het homohuwelijk. Niets mag, naar moderne opvatting, naar achteren wijzen, alles dient naar voren gericht te worden op een toekomst “die wij maken”. Al het oude, het gegevene moet daarom op de helling of onder de sloophamer.
Al de grote woorden die in deze tijd klinken, alle programma’s, al de aangedragen motieven dienen toch door ons blijvend op hun bijbels gehalte getoetst te worden. Daarbij dient ieder er voor op te passen, dat hij de Schriften niet laten “buikspreken” om zijn eigen mening en visie te handhaven of gestaafd te krijgen. Een ieder heeft te buigen voor Gods openbaring en zich daardoor te laten gezeggen. Geen teksten of bijbelthema’s mogen geïsoleerd worden. Anders worden dezelfde fouten aan de andere kant gemaakt.
In de omgang met de bijbel wordt naast bezinning en gehoorzaamheid vooral oefening in luisteren gevraagd. Onze zintuigen dienen gescherpt te worden door Gods wet en Zijn evangelie in Jezus Christus om onder de tucht van de Geest te beproeven, wat God welbehaaglijk is en dient tot zegen voor onze naasten. Daarbij heeft de kerk een ieder nodig. In de gemeenschap der heiligen moet ook voor deze taak plaats en ruimte zijn. Het gebed van Paulus mag ons daarbij leiden:”en dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen, opdat ge beproeft de dingen die daarvan verschillen, opdat ge oprecht zijt en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus; vervuld met de vruchten der gerechtigheid die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God”( Fil. 1: 9-11 ).
God heeft de kerk anders bedoeld dan dat wij er van gemaakt hebben? Wij zijn burgers van een hemels koninkrijk. We zijn verantwoordelijk voor goede geestelijke inburgeringcursussen ( bijbelstudies ) om helemaal tot een vereenzelviging te komen met de dood en opstanding van de Here Jezus Christus.
Alle dingen worden nieuw, zegt men. Welnu, vanuit een eigen uitleg wordt met een beroep op dit Schriftwoord ( Openb. 21: 5 ) afgerekend met de oude, met de gevestigde orde, met allerlei bestaande structuren. Vandaar dat enkele jaren geleden revolutie ( waaronder seksuele revolutie ), en nu vernieuwing, trefwoorden en tevens halszaken zijn geworden, waarmee de geloofwaardigheid van de kerk en het getuigenis der gemeente ‘zou’ staan of vallen. Qua vulling van deze begrippen gaat men intussen heel eenzijdig te werk. En opnieuw is er de grote verschuiving te constateren van Christus en zijn unieke werk naar de mens en zijn inbreng, via het huwelijk naar het homohuwelijk. Niets mag, naar moderne opvatting, naar achteren wijzen, alles dient naar voren gericht te worden op een toekomst “die wij maken”. Al het oude, het gegevene moet daarom op de helling of onder de sloophamer.
Al de grote woorden die in deze tijd klinken, alle programma’s, al de aangedragen motieven dienen toch door ons blijvend op hun bijbels gehalte getoetst te worden. Daarbij dient ieder er voor op te passen, dat hij de Schriften niet laten “buikspreken” om zijn eigen mening en visie te handhaven of gestaafd te krijgen. Een ieder heeft te buigen voor Gods openbaring en zich daardoor te laten gezeggen. Geen teksten of bijbelthema’s mogen geïsoleerd worden. Anders worden dezelfde fouten aan de andere kant gemaakt.
In de omgang met de bijbel wordt naast bezinning en gehoorzaamheid vooral oefening in luisteren gevraagd. Onze zintuigen dienen gescherpt te worden door Gods wet en Zijn evangelie in Jezus Christus om onder de tucht van de Geest te beproeven, wat God welbehaaglijk is en dient tot zegen voor onze naasten. Daarbij heeft de kerk een ieder nodig. In de gemeenschap der heiligen moet ook voor deze taak plaats en ruimte zijn. Het gebed van Paulus mag ons daarbij leiden:”en dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen, opdat ge beproeft de dingen die daarvan verschillen, opdat ge oprecht zijt en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus; vervuld met de vruchten der gerechtigheid die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God”( Fil. 1: 9-11 ).
God heeft de kerk anders bedoeld dan dat wij er van gemaakt hebben? Wij zijn burgers van een hemels koninkrijk. We zijn verantwoordelijk voor goede geestelijke inburgeringcursussen ( bijbelstudies ) om helemaal tot een vereenzelviging te komen met de dood en opstanding van de Here Jezus Christus.
In Bijbels Optiek
De Schriften werden dagelijks onderzocht door de broeders uit Thessalonica om de leerstellingen te toetsen.
Om de volgelingen van de Here Jezus Christus helemaal onder te dompelen in de rijke waarheden van de Schrift ( of zijn het vrijblijvende gesprekskringen met ieder zijn eigen mening?). We mogen de mogelijkheden optimaal benutten om buitenstaanders te bereiken met het evangelie van Jezus Christus, door de manier waarop we gemeente zijn. In dat proces gaan we vermenigvuldigen in plaats van bij elkaar optellen. Het bij elkaar voegen van kerken heeft in landen als Canada en Amerika e.d. niet gezorgd voor toename, maar eerder voor afname van aantallen leden. Dat zou de Verenigde Protestantse Kerk van Nederland ook te wachten kunnen staan! Hoe wanhopig het er ook uitziet, toch moeten we misschien de moed niet opgeven en in onze gebeden achter het werk van de mensen als van het Evangelisch Werkverband staan, om te bidden voor de doorwerking van Woord en Geest. Het gaat om kostbare mensenzielen. Laten we niet te veel nadruk op de structuren leggen. Ook als we het moeilijk vinden om het hele gebeuren te zien als iets van Jezus Christus, mogen er van buitenaf of zoals het Werkverband van binnenuit positieve invloeden aangewend worden om te redden wat er, evangelisch gesproken, te redden valt.
Misschien moeten we wel over het institutionele en structurele gebeuren heenkijken?! Alleen de Heilige Geest kan al afbrekend en bouwend het werk doen wat nodig is om nog velen de ogen te openen voor de rijkdom van het evangelie. Dat het in de Verenigde Protestantse Kerk komen mag tot een minimum aan menselijke organisatie ( noodzakelijk! ) en een maximum aan geestelijke spontaniteit.
Om de volgelingen van de Here Jezus Christus helemaal onder te dompelen in de rijke waarheden van de Schrift ( of zijn het vrijblijvende gesprekskringen met ieder zijn eigen mening?). We mogen de mogelijkheden optimaal benutten om buitenstaanders te bereiken met het evangelie van Jezus Christus, door de manier waarop we gemeente zijn. In dat proces gaan we vermenigvuldigen in plaats van bij elkaar optellen. Het bij elkaar voegen van kerken heeft in landen als Canada en Amerika e.d. niet gezorgd voor toename, maar eerder voor afname van aantallen leden. Dat zou de Verenigde Protestantse Kerk van Nederland ook te wachten kunnen staan! Hoe wanhopig het er ook uitziet, toch moeten we misschien de moed niet opgeven en in onze gebeden achter het werk van de mensen als van het Evangelisch Werkverband staan, om te bidden voor de doorwerking van Woord en Geest. Het gaat om kostbare mensenzielen. Laten we niet te veel nadruk op de structuren leggen. Ook als we het moeilijk vinden om het hele gebeuren te zien als iets van Jezus Christus, mogen er van buitenaf of zoals het Werkverband van binnenuit positieve invloeden aangewend worden om te redden wat er, evangelisch gesproken, te redden valt.
Misschien moeten we wel over het institutionele en structurele gebeuren heenkijken?! Alleen de Heilige Geest kan al afbrekend en bouwend het werk doen wat nodig is om nog velen de ogen te openen voor de rijkdom van het evangelie. Dat het in de Verenigde Protestantse Kerk komen mag tot een minimum aan menselijke organisatie ( noodzakelijk! ) en een maximum aan geestelijke spontaniteit.