In Bijbels Optiek
1.5.5. De Heidelbergse Catechismus.
Een catechismus is een kerkelijk leerboek, gewoonlijk in de vorm van vragen en antwoorden. De Heidelbergse Catechismus is op last van keurvorst Frederik III van de Palts door de theologische faculteit van de universiteit te Heidelberg opgesteld, door een synode aanvaard en in het begin van 1563 in druk verschenen, met een voorrede van de keurvorst zelf. Deze inleiding herinnert aan het catechetisch onderwijs van het begin der Kerk af en beveelt, met een beroep enerzijds op Deut. 4 : 6 en 7, anderzijds door te wijzen op de toenemende boosheid in de wereld, dit onderwijs met verdubbelde kracht aan, terwijl zij als het onderricht na de doop en ter toelating tot het avondmaal volstrekt onmisbaar noemt. De wens wordt verder uitgesproken, dat er op zondagnamiddag uit de Catechismus gepreekt zal worden en dat de kinderen er uit leren.
De Heidelbergse Catechismus bevatte in zijn eerste gestalte 128 ongenummerde vragen en antwoorden.
Een catechismus is een kerkelijk leerboek, gewoonlijk in de vorm van vragen en antwoorden. De Heidelbergse Catechismus is op last van keurvorst Frederik III van de Palts door de theologische faculteit van de universiteit te Heidelberg opgesteld, door een synode aanvaard en in het begin van 1563 in druk verschenen, met een voorrede van de keurvorst zelf. Deze inleiding herinnert aan het catechetisch onderwijs van het begin der Kerk af en beveelt, met een beroep enerzijds op Deut. 4 : 6 en 7, anderzijds door te wijzen op de toenemende boosheid in de wereld, dit onderwijs met verdubbelde kracht aan, terwijl zij als het onderricht na de doop en ter toelating tot het avondmaal volstrekt onmisbaar noemt. De wens wordt verder uitgesproken, dat er op zondagnamiddag uit de Catechismus gepreekt zal worden en dat de kinderen er uit leren.
De Heidelbergse Catechismus bevatte in zijn eerste gestalte 128 ongenummerde vragen en antwoorden.
In Bijbels Optiek
In 1563 verscheen de Heidelbergse Catechismus voor de derde maal.
Aan het einde van 1563 verscheen hij reeds voor de derde maal, nu als onderdeel van de kerkorde voor de Palts. Deze tekst is de algemeen aanvaarde geworden, de textus receptus. Hierin is de Catechismus in 19 lezingen of lectiones en 52 zondagen ingedeeld, terwijl een 10e lectio is toegevoegd, die een aantal bijbelteksten, toepasselijk op de verschillende kringen of standen in de samenleving bevat. Het aantal vragen en antwoorden is nu 129, door de invoeging, reeds in de tweede uitgave, van vraag en antwoord 80.
De genoemde derde uitgave is door de Vlaming Petrus Dathenus, predikant bij de Nederlandse vluchtelingengemeente te Frankenthal, nog in 1563 vertaald en aan zijn Psalmberijming toegevoegd. Een herdruk hiervan, uit 1566, is de in Nederland gebruikelijke Catechismustekst geworden. Het convent van Wezel, 1568, heeft hem als leerboek aanvaard, welk besluit door volgende synoden bevestigd is. De nationale synode van Dordrecht heeft twee zittingen aan de Catechismus gewijd, zonder bepaaldelijk een officële tekst daarvan vast te stellen; zij heeft hem geheel onveranderd gelaten.
Lezing ( lectio )over :De heilige doop.
Zondag 26.
Vraag 69 : Hoe wordt gij in de heilige Doop eraan herinnerd en ervan verzekerd, dat het enige offer van Christus, aan het kruis geschied, u ten goede komt ?
Antwoord 69 : Christus heeft dit uitwendige waterbad ingesteld en daarbij toegezegd, dat ik even zeker met zijn bloed en Geest van de onreinheid van mijn ziel, dat is : van al mijn zonden, gewassen ben, als ik uitwendig met het water, dat de onreinheid van het lichaam wegneemt, gewassen ben.
Teksten : Matth. 3 : 11; 28 : 19; Marc. 1 : 4; 16 : 16; Luc. 3 : 3; Hand. 2 : 38; Rom. 6 : 3,4; 1 Petr. 3 : 21.
Vraag 70 : Wat betekent dit : met het bloed en de Geest van Christus gewassen zijn ?
Antwoord 70 : Het wil zeggen : van God uit genade vergeving van de zonden ontvangen te hebben om het bloed van Christus, dat Hij in zijn offer aan het kruis, voor ons vergoten heeft. Verder ook door de Heilige Geest, vernieuwd en tot leden van Christus geheiligd te zijn, opdat wij hoe langer hoe meer van de zonden afsterven en in een nieuw, godvruchtig en onberispelijk leven wandelen.
Teksten : Ezech. 36 : 25; Zach. 13 : 1; Joh. 1 : 33; 3 : 5; Rom. 6 : 1-11; 1 Cor. 6 : 11; 12 : 13; Col. 2 : 12; Hebr. 12 : 24; 1 Petr. 1 : 2; Openb. 1 : 5.
Vraag 71 : Waar heeft Christus ons beloofd, dat Hij ons even zeker met zijn bloed en Geest wil wassen; als wij met het doopwater gewassen worden ?
Antwoord 71 : In de woorden waarmee Hij de Doop heeft ingesteld : Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest ( Matth. 28 : 19 ). En : Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden ( Marc. 16 : 16 ). Deze belofte wordt herhaald waar de Schrift de Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden noemt
( Tit. 3 : 5; Hand. 22 : 16 ).
Zondag 27.
Vraag 72 : Is dan het uitwendige bad de eigenlijke afwassing ?
Antwoord 72 : Neen, alleen door het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest worden wij gereinigd van alle zonden.
Teksten : Matth. 3 : 11; 1 Cor. 6 : 11 Efeze 5 : 26,27; 1 Petr. 3 : 21; 1 Joh. 1 : 7.
Vraag 73 : Waarom noemt de Heilige Geest dan de doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden ?
Antwoord 73 : God zegt dit niet zonder goede reden, namelijk niet alleen om ons daardoor te leren dat, zoals de onzuiverheid van het lichaam door het water, zo ook onze zonden door het bloed en de Geest van Jezus Christus weggenomen wordt; maar vooral om ons door dit goddelijk pand en teken ervan te verzekeren, dat wij even werkelijk van onze zonden geestelijk gewassen zijn als wij uitwendig met het water gewassen zijn.
Teksten : Gal. 3 L 27; Openb. 1 : 5; 7 : 14.
Vraag 74 : Moet men ook de kleine kinderen dopen ?
Antwoord 74 : ja. Zij behoren evengoed als de volwassenen tot het Verbond van God en tot zijn gemeente, en aan hen worden, niet minder dan aan de volwassenen, de verlossing van de zonden door het bloed van Christus en de Heilige Geest, die het geloof werkt, beloofd. Daarom moeten ook zij door de doop, als het teken van het Verbond, in de christelijke Kerk ingelijfd en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, zoals in het Oude testament door de besnijdenis geschiedde, in plaats waarvan in het Nieuwe Testament de doop is ingesteld.
Teksten : Gen. 17 : 7,14; Ps. 22 : 11; Jes. 44 : 1-3; Matth. 19 : 14; Luc. 1 : 15; Hand. 2 : 39; 10 : 47; Col. 2 : 11-13.
Aan het einde van 1563 verscheen hij reeds voor de derde maal, nu als onderdeel van de kerkorde voor de Palts. Deze tekst is de algemeen aanvaarde geworden, de textus receptus. Hierin is de Catechismus in 19 lezingen of lectiones en 52 zondagen ingedeeld, terwijl een 10e lectio is toegevoegd, die een aantal bijbelteksten, toepasselijk op de verschillende kringen of standen in de samenleving bevat. Het aantal vragen en antwoorden is nu 129, door de invoeging, reeds in de tweede uitgave, van vraag en antwoord 80.
De genoemde derde uitgave is door de Vlaming Petrus Dathenus, predikant bij de Nederlandse vluchtelingengemeente te Frankenthal, nog in 1563 vertaald en aan zijn Psalmberijming toegevoegd. Een herdruk hiervan, uit 1566, is de in Nederland gebruikelijke Catechismustekst geworden. Het convent van Wezel, 1568, heeft hem als leerboek aanvaard, welk besluit door volgende synoden bevestigd is. De nationale synode van Dordrecht heeft twee zittingen aan de Catechismus gewijd, zonder bepaaldelijk een officële tekst daarvan vast te stellen; zij heeft hem geheel onveranderd gelaten.
Lezing ( lectio )over :De heilige doop.
Zondag 26.
Vraag 69 : Hoe wordt gij in de heilige Doop eraan herinnerd en ervan verzekerd, dat het enige offer van Christus, aan het kruis geschied, u ten goede komt ?
Antwoord 69 : Christus heeft dit uitwendige waterbad ingesteld en daarbij toegezegd, dat ik even zeker met zijn bloed en Geest van de onreinheid van mijn ziel, dat is : van al mijn zonden, gewassen ben, als ik uitwendig met het water, dat de onreinheid van het lichaam wegneemt, gewassen ben.
Teksten : Matth. 3 : 11; 28 : 19; Marc. 1 : 4; 16 : 16; Luc. 3 : 3; Hand. 2 : 38; Rom. 6 : 3,4; 1 Petr. 3 : 21.
Vraag 70 : Wat betekent dit : met het bloed en de Geest van Christus gewassen zijn ?
Antwoord 70 : Het wil zeggen : van God uit genade vergeving van de zonden ontvangen te hebben om het bloed van Christus, dat Hij in zijn offer aan het kruis, voor ons vergoten heeft. Verder ook door de Heilige Geest, vernieuwd en tot leden van Christus geheiligd te zijn, opdat wij hoe langer hoe meer van de zonden afsterven en in een nieuw, godvruchtig en onberispelijk leven wandelen.
Teksten : Ezech. 36 : 25; Zach. 13 : 1; Joh. 1 : 33; 3 : 5; Rom. 6 : 1-11; 1 Cor. 6 : 11; 12 : 13; Col. 2 : 12; Hebr. 12 : 24; 1 Petr. 1 : 2; Openb. 1 : 5.
Vraag 71 : Waar heeft Christus ons beloofd, dat Hij ons even zeker met zijn bloed en Geest wil wassen; als wij met het doopwater gewassen worden ?
Antwoord 71 : In de woorden waarmee Hij de Doop heeft ingesteld : Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest ( Matth. 28 : 19 ). En : Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden ( Marc. 16 : 16 ). Deze belofte wordt herhaald waar de Schrift de Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden noemt
( Tit. 3 : 5; Hand. 22 : 16 ).
Zondag 27.
Vraag 72 : Is dan het uitwendige bad de eigenlijke afwassing ?
Antwoord 72 : Neen, alleen door het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest worden wij gereinigd van alle zonden.
Teksten : Matth. 3 : 11; 1 Cor. 6 : 11 Efeze 5 : 26,27; 1 Petr. 3 : 21; 1 Joh. 1 : 7.
Vraag 73 : Waarom noemt de Heilige Geest dan de doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden ?
Antwoord 73 : God zegt dit niet zonder goede reden, namelijk niet alleen om ons daardoor te leren dat, zoals de onzuiverheid van het lichaam door het water, zo ook onze zonden door het bloed en de Geest van Jezus Christus weggenomen wordt; maar vooral om ons door dit goddelijk pand en teken ervan te verzekeren, dat wij even werkelijk van onze zonden geestelijk gewassen zijn als wij uitwendig met het water gewassen zijn.
Teksten : Gal. 3 L 27; Openb. 1 : 5; 7 : 14.
Vraag 74 : Moet men ook de kleine kinderen dopen ?
Antwoord 74 : ja. Zij behoren evengoed als de volwassenen tot het Verbond van God en tot zijn gemeente, en aan hen worden, niet minder dan aan de volwassenen, de verlossing van de zonden door het bloed van Christus en de Heilige Geest, die het geloof werkt, beloofd. Daarom moeten ook zij door de doop, als het teken van het Verbond, in de christelijke Kerk ingelijfd en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, zoals in het Oude testament door de besnijdenis geschiedde, in plaats waarvan in het Nieuwe Testament de doop is ingesteld.
Teksten : Gen. 17 : 7,14; Ps. 22 : 11; Jes. 44 : 1-3; Matth. 19 : 14; Luc. 1 : 15; Hand. 2 : 39; 10 : 47; Col. 2 : 11-13.