Gemeente zijn anno nu - huisgemeenten
Volgens Onderzoeksbureau Barna is er sprake van een nieuwe trend op het kerkelijk erf. Mensen willen "kerk zijn" en niet "een kerk bezoeken". Overal verschijnen verschillende vormen kerken en gemeenten.Wat zegt de bijbel over het fenomeen 'huisgemeente'. Wat zijn de aspecten die daarbij komen kijken.? Een zoektocht door de bijbel en andere bronnen.
De eerste gemeente in Jeruzalem
Over de eerste christelijke gemeenten in Jeruzalem en omstreken, waarover wij redelijk goed geïnformeerd zijn, lezen we o.a. in Hand.2:41-46:
"41 Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. 42 En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. ... 44 En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; 45 en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden; 46 en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten"
(zie ook Hand. 1:13; 4:32-35; 5:42; 12:12)
Een gemeente met leden die elkaar dagelijks aan huis ontmoetten en bleven bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Dit citaat is bewust enigszins uitvoerig, omdat het aangeeft dat het samenkomen aan huis niet een onbelangrijke toevalligheid is, maar ingebed is in een bepaalde sociale context.
We kunnen dit gemeenteleven het beste verduidelijken als we even stilstaan bij de gezamenlijke maaltijden, die Lukas met name noemt (vs 46). Dagelijks waren er gemeenschappelijke maaltijden aan huis. En dan gaat het om minstens 5000 gelovigen in Jeruzalem en omstreken (Hand. 4:4). Als we op grond van archeologisch onderzoek aannemen dat er gemiddeld 30 mensen per huis kwamen eten, dan betreft het minstens 165 huizen, waar dagelijks de tafels bediend werden! Voor een ieder, arm of rijk was er te eten.
Het veronderstelt een enorme organisatie om dit alles te regelen. Als we dit tot ons laten doordringen, begrijpen we ook beter waarom de apostelen even later, als de gemeente nog meer groeit, zeggen: `Het bevredigt niet dat wij met veronachtzaming van het woord Gods de tafels bedienen' (Hand. 6:2). Ook blijkt hier overduidelijk hoe grote waarde de apostelen aan het sociale aspect van het gemeenteleven toekenden. Ze beschouwden het organiseren van de gezamenlijke maaltijden even belangrijk als de prediking! Het zal duidelijk zijn dat deze gemeentevisie samenhangt met de keuze om in huizen samen te komen.
De vraag is echter of dit samenkomen in particuliere huizen beperkt is gebleven tot Jeruzalem en van voorbijgaande aard was of dat het juist een voorbeeldfunctie had, die wijd verbreid navolging vond en een fundamenteel gegeven is voor de christelijke kerk? Wat het antwoord van Lucas op deze vraag zou zijn, is trouwens voor niemand een vraag.
"41 Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. 42 En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. ... 44 En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; 45 en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden; 46 en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten"
(zie ook Hand. 1:13; 4:32-35; 5:42; 12:12)
Een gemeente met leden die elkaar dagelijks aan huis ontmoetten en bleven bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Dit citaat is bewust enigszins uitvoerig, omdat het aangeeft dat het samenkomen aan huis niet een onbelangrijke toevalligheid is, maar ingebed is in een bepaalde sociale context.
We kunnen dit gemeenteleven het beste verduidelijken als we even stilstaan bij de gezamenlijke maaltijden, die Lukas met name noemt (vs 46). Dagelijks waren er gemeenschappelijke maaltijden aan huis. En dan gaat het om minstens 5000 gelovigen in Jeruzalem en omstreken (Hand. 4:4). Als we op grond van archeologisch onderzoek aannemen dat er gemiddeld 30 mensen per huis kwamen eten, dan betreft het minstens 165 huizen, waar dagelijks de tafels bediend werden! Voor een ieder, arm of rijk was er te eten.
Het veronderstelt een enorme organisatie om dit alles te regelen. Als we dit tot ons laten doordringen, begrijpen we ook beter waarom de apostelen even later, als de gemeente nog meer groeit, zeggen: `Het bevredigt niet dat wij met veronachtzaming van het woord Gods de tafels bedienen' (Hand. 6:2). Ook blijkt hier overduidelijk hoe grote waarde de apostelen aan het sociale aspect van het gemeenteleven toekenden. Ze beschouwden het organiseren van de gezamenlijke maaltijden even belangrijk als de prediking! Het zal duidelijk zijn dat deze gemeentevisie samenhangt met de keuze om in huizen samen te komen.
De vraag is echter of dit samenkomen in particuliere huizen beperkt is gebleven tot Jeruzalem en van voorbijgaande aard was of dat het juist een voorbeeldfunctie had, die wijd verbreid navolging vond en een fundamenteel gegeven is voor de christelijke kerk? Wat het antwoord van Lucas op deze vraag zou zijn, is trouwens voor niemand een vraag.
Ekklesia
In het Grieks buiten de sfeer van het NT is ekklesia het gewone woord voor de bijeengeroepen vergadering van alle burgers in een stad, voor politieke doeleinden. In deze zin komen we het tegen in Handelingen 19, waar Lucas spreekt over de ‘volksvergadering' van Efeze (vs. 32,39,40). Als dit woord in het NT ook gebruikt wordt voor de ‘vergadering' van gelovigen, de kerk, moeten we dus bedenken dat dit woordgebruik geen religieuze, maar een politieke klank had en primair de feitelijke vergadering, het concrete samenkomen aangeeft.
Paulus (en het Nieuwe Testament) gebruikt het Griekse woord ekklesia met betrekking tot de christelijke gemeente drieërlei wijze. Hij gebruikt het voor de universele Gemeente, het Lichaam van Jezus Christus wereldwijd, dus het totaal van alle christenen; Bijvoorbeeld in Col. 1:18 `En Hij (Christus) is het hoofd van het lichaam, de gemeente.'
Vervolgens gebruikt hij het woord voor de plaatselijke gemeente, dat wil zeggen alle christenen in een bepaalde woonplaats of een bepaalde streek. Hij doet dat in de brief aan de Colossenzen in hoofdstuk 4:16 waar hij zegt: `Zorgt dan dat hij (deze brief) ook in de gemeente te Laodicea voorgelezen wordt.'
En in de derde plaats gebruikt hij ekklesia in de betekenis van de gemeente die op één plaats samenkomt. En dat is in het Nieuwe Testament en pakweg de eerste twee eeuwen na Christus de huisgemeente. Deze betekenis vinden we bijvoorbeeld in Kol.4:15 "Nymfa met de gemeente bij haar aan huis".
We zagen al dat de gelovigen in Jeruzalem in huizen samenkwamen, maar het NT meldt ook samenkomsten in huizen in bijvoorbeeld Troas en Efeze in Klein Azië (Hand. 20:8,20), in Korinthe in Griekenland (Hand.18:7) en in Rome in Italië (Rom.16:5). Verspreid over de hele toenmalige wereld vinden we een gemeente die in huizen samenkomt en de `gemeente aan huis' is voor Paulus een vaste uitdrukking (Rom.16:5; 1 Cor.16:19; Col.4:15). Voordat we hierop doorgaan willen we eerst nog stilstaan bij de betekenis van de Griekse woorden oikos en oikia, huis.
Paulus (en het Nieuwe Testament) gebruikt het Griekse woord ekklesia met betrekking tot de christelijke gemeente drieërlei wijze. Hij gebruikt het voor de universele Gemeente, het Lichaam van Jezus Christus wereldwijd, dus het totaal van alle christenen; Bijvoorbeeld in Col. 1:18 `En Hij (Christus) is het hoofd van het lichaam, de gemeente.'
Vervolgens gebruikt hij het woord voor de plaatselijke gemeente, dat wil zeggen alle christenen in een bepaalde woonplaats of een bepaalde streek. Hij doet dat in de brief aan de Colossenzen in hoofdstuk 4:16 waar hij zegt: `Zorgt dan dat hij (deze brief) ook in de gemeente te Laodicea voorgelezen wordt.'
En in de derde plaats gebruikt hij ekklesia in de betekenis van de gemeente die op één plaats samenkomt. En dat is in het Nieuwe Testament en pakweg de eerste twee eeuwen na Christus de huisgemeente. Deze betekenis vinden we bijvoorbeeld in Kol.4:15 "Nymfa met de gemeente bij haar aan huis".
We zagen al dat de gelovigen in Jeruzalem in huizen samenkwamen, maar het NT meldt ook samenkomsten in huizen in bijvoorbeeld Troas en Efeze in Klein Azië (Hand. 20:8,20), in Korinthe in Griekenland (Hand.18:7) en in Rome in Italië (Rom.16:5). Verspreid over de hele toenmalige wereld vinden we een gemeente die in huizen samenkomt en de `gemeente aan huis' is voor Paulus een vaste uitdrukking (Rom.16:5; 1 Cor.16:19; Col.4:15). Voordat we hierop doorgaan willen we eerst nog stilstaan bij de betekenis van de Griekse woorden oikos en oikia, huis.
Oikos en oikia
De twee woorden overlappen elkaar in betekenis en zijn beide algemene woorden voor ‘huis'. Oikos heeft echter vaker de nuance ‘woning, huishouden' dan oikia, wat op haar beurt vaker dan oikos de betekenisnuance ‘gebouw' heeft. We zullen ze in dit korte bestek samen bespreken. Het is van belang te weten dat deze woorden naast ‘huis' in de zin van woning, ook een aanduiding kunnen zijn voor het ‘huis met inbegrip van de bewoners' (Matth. 10:13 ‘en indien het huis het waard is, zo kome uw vrede daarover; doch indien niet, zo kere uw vrede tot u terug) of zelfs de bewoners alleen, het huisgezin.
In Filippenzen 4:22 geeft Paulus een groet van ‘de (mensen) uit het huis van de keizer', waar het om de bewoners, het personeel van de keizer gaat (vgl. Marc.3:25; Joh. 4:53). Deze en andere teksten geven ook aan dat dit ‘huisgezin' niet beperkt mag worden tot ouders en kinderen en andere familieleden, (tenzij de context dit aangeeft, zoals in het geval van Noach - Hebr.11:7), maar dat ook het personeel tot dit ‘huis' gerekend wordt. Het gaat om het ‘huis' in de zin van de grootfamilie, het uitgebreide gezin, waar naast vader, moeder en kinderen ook grootouders, ooms en tantes en (al naar gelang de status van de familie) ook slaven en slavinnen (en hun gezinnen) toe behoorden.
In Filippenzen 4:22 geeft Paulus een groet van ‘de (mensen) uit het huis van de keizer', waar het om de bewoners, het personeel van de keizer gaat (vgl. Marc.3:25; Joh. 4:53). Deze en andere teksten geven ook aan dat dit ‘huisgezin' niet beperkt mag worden tot ouders en kinderen en andere familieleden, (tenzij de context dit aangeeft, zoals in het geval van Noach - Hebr.11:7), maar dat ook het personeel tot dit ‘huis' gerekend wordt. Het gaat om het ‘huis' in de zin van de grootfamilie, het uitgebreide gezin, waar naast vader, moeder en kinderen ook grootouders, ooms en tantes en (al naar gelang de status van de familie) ook slaven en slavinnen (en hun gezinnen) toe behoorden.
Huisgemeente-praktijk.
De term ‘de gemeente aan huis' is voor Paulus een vaste uitdrukking. In het Grieks is dit he kat' oikon ekklesia (lett. de aan huis gemeente). Hoe kunnen we het kat' oikon het beste vertalen? Wanneer een persoon of zaak met kata aangeduid wordt (zoals hier het geval is), is er in het algemeen een globaal of totaal contact met die persoon of zaak. In dit verband kunnen we kata o.a. vertalen met ‘verspreid over' of ‘overal in' (bv. Luc. 8:39: een hongersnood komt ‘over' het land, of in Hand. 22:19: Paulus vervolgt de gelovigen ‘overal in' de synagogen).
Zo zegt Paulus in Hand. 20:20 in Milete tegen de oudsten van Efeze: ‘hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis' (kat' oikous). Het kat' oikous (mv) betekent dus ‘overal in de huizen', dat wil zeggen ‘in ieder afzonderlijk huis'. Soms is er bij kata ook een gedachte aan herhaling op verschillende plaatsen of tijden. In dat geval komt de betekenis dicht bij het Nederlandse ‘per'.
We kunnen het boven genoemde Hand.2:46 ‘het brood breken aan huis' (kat' oikon) daarom beter vertalen met ‘het brood breken per huis, dat wil zeggen in elk huis apart. Zo betekent de uitdrukking ‘de gemeente aan huis' eigenlijk: de gemeente per huis.
Zo zegt Paulus in Hand. 20:20 in Milete tegen de oudsten van Efeze: ‘hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis' (kat' oikous). Het kat' oikous (mv) betekent dus ‘overal in de huizen', dat wil zeggen ‘in ieder afzonderlijk huis'. Soms is er bij kata ook een gedachte aan herhaling op verschillende plaatsen of tijden. In dat geval komt de betekenis dicht bij het Nederlandse ‘per'.
We kunnen het boven genoemde Hand.2:46 ‘het brood breken aan huis' (kat' oikon) daarom beter vertalen met ‘het brood breken per huis, dat wil zeggen in elk huis apart. Zo betekent de uitdrukking ‘de gemeente aan huis' eigenlijk: de gemeente per huis.
Huisgemeente ecclesiologie
Het fenomeen huisgemeente is ook herkenbaar in de ecclesiologie, de leer over de kerk, die we in het NT aantreffen. We willen een paar voorbeelden geven.
In Marc. 3:31-35 lezen we dat Jezus' familie Hem zoekt. Als de mensen Hem dit vertellen zegt Hij: `wie zijn mijn moeder en broeders?' Hij kijkt naar degenen die om Hem heen zitten en zegt: `zie, mijn moeder en mijn broeders. Al wie de wil Gods doet, die is mijn broeder en zuster en moeder'. De geloofsband is hechter dan de bloedband. De discipelen staan dichter bij Jezus dan zijn naaste familie. De gemeenschap van gelovigen is het meest fundamentele gezin. Een gezin met broers, zussen en moeders.
En in Marc. 10:29-30 zegt de Here Jezus: `Voorwaar Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven'. Naast `moeder of vader' noemt Jezus hier ook de `kinderen'. Met andere woorden Hij spreekt niet alleen over het gezin, waarin je geboren bent, maar ook over het gezin dat iemand gesticht heeft. Ook in dat gezin veranderen relaties, als men gaat behoren tot het huisgezin van God. Het meest fundamentele gezin is het gemeentegezin met geestelijke broers, zussen, moeders en kinderen; een gezin waarvan God zelf de Vader is en de Here Jezus de oudste broer (Hebr. 2:11-18).
Niet alleen Jezus heeft op deze wijze gesproken over het huisgezin van God. Ook Paulus beschrijft de gemeente als een gezin met vaders, moeders, broers en zussen. We lezen bijvoorbeeld in 1 Tim. 5:1-2 : `word niet heftig tegen een oude man, maar vermaan hem als een vader; doe het jonge mannen als broeders, oude vrouwen als moeders, jonge vrouwen als zusters ...' Verder spreekt hij over 'het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God' (1 Tim.3:15), waarvan Jezus Christus het fundament (1 Cor.3:11) of de hoeksteen is (Ef. 2:20).
Ook de apostel Johannes gebruikt het beeld van het 'huis(gezin)': Hij spreekt over vaders, kinderen en jongemannen (1 Joh. 2:12-14). De tempel is niet een van de voorlopers van de ecclesia en de ecclesia is geen variant van de synagoge, het leerhuis. ... De meest duidelijke demonstratie van dit fundamentele gegeven was, dat de mensen samenkwamen in de maatschappij - oikos (daar waar de mensen zijn)!
In de 20-ste eeuw is de kerk als organisme steeds duidelijker naar voren gekomen. Mijn verwachting is dat in de 21-ste eeuw de kerk als huisgemeente steeds belangrijker zal worden.
De "huiskerken" in de Verenigde Staten nemen reeds enige tijd sterk in populariteit toe. Uit onderzoek van de Barna Group (Christelijk evangelisch onderzoeksbureau) blijkt dat alleen al in Amerika meer dan 50 miljoen mensen aangeven minstens één keer per maand naar een huissamenkomst te gaan en dat miljoenen Amerikanen de tradiontele kerken hebben verlaten.
In Marc. 3:31-35 lezen we dat Jezus' familie Hem zoekt. Als de mensen Hem dit vertellen zegt Hij: `wie zijn mijn moeder en broeders?' Hij kijkt naar degenen die om Hem heen zitten en zegt: `zie, mijn moeder en mijn broeders. Al wie de wil Gods doet, die is mijn broeder en zuster en moeder'. De geloofsband is hechter dan de bloedband. De discipelen staan dichter bij Jezus dan zijn naaste familie. De gemeenschap van gelovigen is het meest fundamentele gezin. Een gezin met broers, zussen en moeders.
En in Marc. 10:29-30 zegt de Here Jezus: `Voorwaar Ik zeg u, er is niemand, die huis of broeders of zusters of moeder of vader of kinderen of akkers heeft prijsgegeven om Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig terug: nu, in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven'. Naast `moeder of vader' noemt Jezus hier ook de `kinderen'. Met andere woorden Hij spreekt niet alleen over het gezin, waarin je geboren bent, maar ook over het gezin dat iemand gesticht heeft. Ook in dat gezin veranderen relaties, als men gaat behoren tot het huisgezin van God. Het meest fundamentele gezin is het gemeentegezin met geestelijke broers, zussen, moeders en kinderen; een gezin waarvan God zelf de Vader is en de Here Jezus de oudste broer (Hebr. 2:11-18).
Niet alleen Jezus heeft op deze wijze gesproken over het huisgezin van God. Ook Paulus beschrijft de gemeente als een gezin met vaders, moeders, broers en zussen. We lezen bijvoorbeeld in 1 Tim. 5:1-2 : `word niet heftig tegen een oude man, maar vermaan hem als een vader; doe het jonge mannen als broeders, oude vrouwen als moeders, jonge vrouwen als zusters ...' Verder spreekt hij over 'het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God' (1 Tim.3:15), waarvan Jezus Christus het fundament (1 Cor.3:11) of de hoeksteen is (Ef. 2:20).
Ook de apostel Johannes gebruikt het beeld van het 'huis(gezin)': Hij spreekt over vaders, kinderen en jongemannen (1 Joh. 2:12-14). De tempel is niet een van de voorlopers van de ecclesia en de ecclesia is geen variant van de synagoge, het leerhuis. ... De meest duidelijke demonstratie van dit fundamentele gegeven was, dat de mensen samenkwamen in de maatschappij - oikos (daar waar de mensen zijn)!
In de 20-ste eeuw is de kerk als organisme steeds duidelijker naar voren gekomen. Mijn verwachting is dat in de 21-ste eeuw de kerk als huisgemeente steeds belangrijker zal worden.
De "huiskerken" in de Verenigde Staten nemen reeds enige tijd sterk in populariteit toe. Uit onderzoek van de Barna Group (Christelijk evangelisch onderzoeksbureau) blijkt dat alleen al in Amerika meer dan 50 miljoen mensen aangeven minstens één keer per maand naar een huissamenkomst te gaan en dat miljoenen Amerikanen de tradiontele kerken hebben verlaten.
Kerk zijn vs. kerk bezoeken
Volgens Barna is er duidelijk sprake van een trend Mensen willen "kerk zijn" en niet "een kerk bezoeken". Het is niet geheel toevallig dat deze bekende Christelijk onderzoeker het verschijnsel 'huisgemeente' of 'huiskerk' onder de loep heeft genomen. Ook hijzelf heeft een jaar geleden de traditionele kerken de rug toegekeerd en bezoekt nu wekelijks een huissamenkomst.
Eén van de bezwaren vaak tegen de huiskerken ingebracht is dat er gemakkelijk 'onjuiste leringen' binnen kunnen sluipen. Barna onderkent dit "maar", zo tekent hij zeer terecht aan: "dit gebeurt ook in de huidige [traditionele] kerken".
De tendens is opvallend; jarenlang horen we, met name in Nederland, weinig anders dan dat de 'mega-kerken' dé oplossing zijn, dat dat is waar mensen naar zoeken. De cijfers van Barna geven een interessant, ander, beeld. Immers: rond de 50 miljoen mensen die naar huissamenkomsten gaan juist omdat zij naar het 'kleinschalige' zoeken is precies het tegengestelde!
Ook diverse, in Amerika bekende, predikanten en 'christelijke leiders' hebben inmiddels de traditonele "grote" kerken verlaten en zich aangesloten bij de huiskerk-beweging. Ook in Nederland lijkt de 'huiskerkbeweging' in opmars. Er zijn diverse websites van huisgemeenten beschikbaar en een ook de site "In de Huizen" - die een netwerksite voor huisgemeenten wil zijn.
Citaat uit deze omvangrijke website:
“Levende Stenen”
“Levende stenen passen niet in een dode structuur. Levende stenen vormen een gebouw waarin leven te vinden. Een huis is een symbool voor lichaam en leven. Vastgelegde regels die generaties lang een stramien vormen waarin mensen gevangen worden gehouden zijn niet alleen onmenselijk maar ook goddeloos. Dit is het soort wereldgelijkvormigheid dat kerken al heel lang dwarszit. Controle, macht, manipulatie, overheersing… allemaal zaken die een blokkade vormen voor de vrijheid van Christus en het werk van de Heilige Geest.
Het is die Geest, die niet alleen mensen die Jezus al volgen de weg wijst, maar ook artiesten, dichters en filosofen inspireert om diepere vragen te stellen en gerechtigheid aan de orde te stellen. Is het ook die Geest die mensen ertoe brengt om af te wijken van de geijkte paden en gedurfde en controversiële onderwerpen aan te roeren? Dat is het overdenken waard. Want of het nu een Bob Dylan is, wiens zonden we soms zwaarder aanrekenen dan die van dramakoning David, of een platte boy band die opeens een diepzinnig geestelijk onderwerp bezingt, of een schrijfster van fantasie boeken die alle conventies aan haar laars lapt en van magie een moderne parabel maakt; dit zijn soms de stenen die het uitroepen. *
Eén van de bezwaren vaak tegen de huiskerken ingebracht is dat er gemakkelijk 'onjuiste leringen' binnen kunnen sluipen. Barna onderkent dit "maar", zo tekent hij zeer terecht aan: "dit gebeurt ook in de huidige [traditionele] kerken".
De tendens is opvallend; jarenlang horen we, met name in Nederland, weinig anders dan dat de 'mega-kerken' dé oplossing zijn, dat dat is waar mensen naar zoeken. De cijfers van Barna geven een interessant, ander, beeld. Immers: rond de 50 miljoen mensen die naar huissamenkomsten gaan juist omdat zij naar het 'kleinschalige' zoeken is precies het tegengestelde!
Ook diverse, in Amerika bekende, predikanten en 'christelijke leiders' hebben inmiddels de traditonele "grote" kerken verlaten en zich aangesloten bij de huiskerk-beweging. Ook in Nederland lijkt de 'huiskerkbeweging' in opmars. Er zijn diverse websites van huisgemeenten beschikbaar en een ook de site "In de Huizen" - die een netwerksite voor huisgemeenten wil zijn.
Citaat uit deze omvangrijke website:
“Levende Stenen”
“Levende stenen passen niet in een dode structuur. Levende stenen vormen een gebouw waarin leven te vinden. Een huis is een symbool voor lichaam en leven. Vastgelegde regels die generaties lang een stramien vormen waarin mensen gevangen worden gehouden zijn niet alleen onmenselijk maar ook goddeloos. Dit is het soort wereldgelijkvormigheid dat kerken al heel lang dwarszit. Controle, macht, manipulatie, overheersing… allemaal zaken die een blokkade vormen voor de vrijheid van Christus en het werk van de Heilige Geest.
Het is die Geest, die niet alleen mensen die Jezus al volgen de weg wijst, maar ook artiesten, dichters en filosofen inspireert om diepere vragen te stellen en gerechtigheid aan de orde te stellen. Is het ook die Geest die mensen ertoe brengt om af te wijken van de geijkte paden en gedurfde en controversiële onderwerpen aan te roeren? Dat is het overdenken waard. Want of het nu een Bob Dylan is, wiens zonden we soms zwaarder aanrekenen dan die van dramakoning David, of een platte boy band die opeens een diepzinnig geestelijk onderwerp bezingt, of een schrijfster van fantasie boeken die alle conventies aan haar laars lapt en van magie een moderne parabel maakt; dit zijn soms de stenen die het uitroepen. *
Stenen Die Roepen
De tijden veranderen (zong Dylan al lang geleden) en mensen voelen intuïtief dat er iets resoneert in de muziek, films en kunst van de creatieve geesten. En veel mensen beginnen te voelen dat er iets nieuws aankomt, dat niet langer genegeerd kan worden.
Mensen zoeken, soms onbewust, naar plekken waar ze niet bang hoeven zijn voor de surveillanten van de wet, waar ze zich niet hoeven toewijden aan de zoveelste visie die ‘de stad op z’n kop zal gaan zetten’, waar iedereen elkaar kritische vragen durft te stellen, waar je jezelf niet hoeft dood te schamen als je het helemaal verkeerd hebt gedaan, waar autoriteit niet bedreigend is maar waar je gewoonweg echt jezelf mag zijn. Met alles erop en eraan.
Mensen zoeken, soms onbewust, naar plekken waar ze niet bang hoeven zijn voor de surveillanten van de wet, waar ze zich niet hoeven toewijden aan de zoveelste visie die ‘de stad op z’n kop zal gaan zetten’, waar iedereen elkaar kritische vragen durft te stellen, waar je jezelf niet hoeft dood te schamen als je het helemaal verkeerd hebt gedaan, waar autoriteit niet bedreigend is maar waar je gewoonweg echt jezelf mag zijn. Met alles erop en eraan.
Goed en Gezond
Meer en meer worden er gemeentes gevormd buiten de gevestigde en georganiseerde kerken. Ook in Nederland begint dit langzamerhand vorm te krijgen.
Zijn deze Simple Churches beter? Nee. Waar mensen samenkomen worden fouten gemaakt. Maar mensen willen, meer dan ooit, in alle eenvoud hun geloof beleven, bevragen en testen en behouden wat goed en gezond is. Maar hiërarchieën, dure gebouwen en commercie staan dit vaak in de weg. En mensen willen in de praktijk ervaren wat het betekent om meer op Jezus te gaan lijken.
En een hoop van de mensen die met dergelijke verlangens, vragen en ook wel frustraties rondlopen ontmoeten elkaar rondom keukentafels, in cafés, op straat, in huiskamers, zaaltjes en kantines om van elkaar te leren en elkaar uit te dagen om diepere vragen te stellen en minder genoegen te nemen met vanzelfsprekende zaken die misschien wel helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn.
Zijn deze Simple Churches beter? Nee. Waar mensen samenkomen worden fouten gemaakt. Maar mensen willen, meer dan ooit, in alle eenvoud hun geloof beleven, bevragen en testen en behouden wat goed en gezond is. Maar hiërarchieën, dure gebouwen en commercie staan dit vaak in de weg. En mensen willen in de praktijk ervaren wat het betekent om meer op Jezus te gaan lijken.
En een hoop van de mensen die met dergelijke verlangens, vragen en ook wel frustraties rondlopen ontmoeten elkaar rondom keukentafels, in cafés, op straat, in huiskamers, zaaltjes en kantines om van elkaar te leren en elkaar uit te dagen om diepere vragen te stellen en minder genoegen te nemen met vanzelfsprekende zaken die misschien wel helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn.
Simple Church in Nederland
Wat is er gaande in Nederland op het gebied van organisch gemeente zijn? Waar kun je plekken, groepen en netwerken vinden van mensen die geloven zowel als vrij denken, vertrouwen op God zowel als twijfelen aan religie, het goede in de mens erkennen maar het slechte in zichzelf niet verdoezelen?
Geen idee. Misschien is dit een droom die wel nooit werkelijkheid wordt…
Geen idee. Misschien is dit een droom die wel nooit werkelijkheid wordt…
Alohomora?
Simple Church is dus zeker geen toverwoord. Maar hier zijn wat links die wijzen naar initiatieven van mensen die ook zoeken naar authentieke geloofsbeleving en de geborgenheid in God misschien toch niet willen laten afhangen van religieus leiderschap of correcte leerstellingen. We willen niet weten wat je allemaal gelooft. We willen weten of je bereid bent om een paar kilometers verder te wandelen met iemand die het ook grondig verziekt maar toch verlangt maar iets beters”. Einde citaat.
http://www.simplechurchfellowship.nl/Home.html
http://www.cwowi.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=25&Itemid=40
http://www.geloofhoopenliefde.nl/?load=samenkomsten.php
http://www.jesusfreaks.com/
http://www.kaleo-ministries.nl/
http://www.gemeentegroepen.nl/
http://www.momentz.nu/
http://overvecht.ning.com/
http://www.newlifewest.blogspot.com//
http://www.simplechurchfellowship.nl/Home.html
http://www.cwowi.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=25&Itemid=40
http://www.geloofhoopenliefde.nl/?load=samenkomsten.php
http://www.jesusfreaks.com/
http://www.kaleo-ministries.nl/
http://www.gemeentegroepen.nl/
http://www.momentz.nu/
http://overvecht.ning.com/
http://www.newlifewest.blogspot.com//
Bronnen
Literatuur:
J. Blohm, "Die Dritte Weise. Zur Zellenbildung in der Gemeinde. Betrachtungen und Überlegungen zur Hauskreisarbeit unter Zugrundelegung einer empirischen Erhebung. Stuttgart 1992.
H.J. Klauck, `Die Hausgemeinde als Lebensform im Urchristentum', Müncher Theologische Zeitschrift 32 (1981) 1-15.
Zie voor meer informatie: www.barna.org/topics/faith-spirituality.
Id.: Simple Churches in Nederland
J. Blohm, "Die Dritte Weise. Zur Zellenbildung in der Gemeinde. Betrachtungen und Überlegungen zur Hauskreisarbeit unter Zugrundelegung einer empirischen Erhebung. Stuttgart 1992.
H.J. Klauck, `Die Hausgemeinde als Lebensform im Urchristentum', Müncher Theologische Zeitschrift 32 (1981) 1-15.
Zie voor meer informatie: www.barna.org/topics/faith-spirituality.
Id.: Simple Churches in Nederland