Click here to edit.
Rosh Chodesh: toekomstverwachting!
Door de verschijning van de nieuwe maan konden de Israëlieten reeds duizenden jaren geleden precies uitrekenen wanneer zij de door de Heer voorgeschreven feesten moesten vieren en daar is tot op heden nog geen verandering in gekomen. Rosh Chodesh (nieuwe maan) vormt als het ware de hoeksteen onder het bouwwerk van de Bijbelse feestkalender.
De cirkelgangen van de hemellichamen vormen de bakens voor de Bijbelse tijdrekening. Er is geen twijfel over mogelijk dat de Bijbelse feestdagen, de mo’adim, afhankelijk zijn van de maan. De Bijbel zelf is hiervoor het beste bewijs, want daar lezen wij:
"Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van mo’adim (vaste tijden) als van dagen en jaren" (Genesis 1:14) en:
"Hij heeft de maan gemaakt voor de mo’adim (vaste tijden)!" (Psalm 104:19).
Door de verschijning van de nieuwe maan konden de Israëlieten reeds duizenden jaren geleden precies uitrekenen wanneer zij de door de Heer voorgeschreven feesten moesten vieren en daar is tot op heden nog geen verandering in gekomen. Rosh Chodesh (nieuwe maan) vormt als het ware de hoeksteen onder het bouwwerk van de Bijbelse feestkalender.
De cirkelgangen van de hemellichamen vormen de bakens voor de Bijbelse tijdrekening. Er is geen twijfel over mogelijk dat de Bijbelse feestdagen, de mo’adim, afhankelijk zijn van de maan. De Bijbel zelf is hiervoor het beste bewijs, want daar lezen wij:
"Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van mo’adim (vaste tijden) als van dagen en jaren" (Genesis 1:14) en:
"Hij heeft de maan gemaakt voor de mo’adim (vaste tijden)!" (Psalm 104:19).
.
De Joodse kalender is een combinatie van zon- en maankalender. Het maankarakter is sterker dan het zonnekarakter. Voor het verstaan van de Christelijke feestkalender is het verstaan van de kalender van Israël noodzakelijk. De Paascyclus wordt door de Christenen gevolgd maar met eigen verankering in de zonnekalender. De andere feesten zijn rudimentair bewaard gebleven.
De Feesten van de Joodse kalender zijn gefixeerd op een vaste datum. In de dagkalender worden ze aangegeven.
Dat met de Hebreeuwse term mo’adim, die hier in deze beide teksten met ‘vaste tijden’ wordt vertaald, inderdaad Gods feestdagen zijn bedoeld blijkt uit Leviticus 23:2 en 4, waarin hetzelfde woord zowel de betekenis van ‘feesttijden’ heeft alsook van ‘bepaalde tijden’:
"De Here sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: De feesttijden (mo’adei) van God, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn Mijn feesttijden! Dit zijn de feesttijden( mo’adei) van God, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd (mo’adam)!"
En hoe werd de tijd daarvoor bepaald? Door de maan zoals we reeds lazen: "Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden (mo’adim)."
Tenzij de nieuwe manen gehouden worden is het onmogelijk om Gods kalender te begrijpen en na te leven. Laten wij daarom proberen in ons onderzoek,, ook in deze westerse maatschappij, zo dicht mogelijk bij Gods kalender te blijven zodat wij evenals David tegen de Heer kunnen zeggen: "Mijn tijden zijn in Uw hand" en "Leer ons zo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen." (Psalmen 31:15 en 90:12).
God wil het ons maar al te graag door Zijn Geest leren, maar wij moeten ons daar wel voor openstellen. Het vieren van de nieuwe maansdagen zal ons helpen om onze dagen te tellen op Gods kalender tot de grote nieuwe maansdag waarop eens de shofar geblazen zal worden om de komst van de Messias aan te kondigen!
De Feesten van de Joodse kalender zijn gefixeerd op een vaste datum. In de dagkalender worden ze aangegeven.
Dat met de Hebreeuwse term mo’adim, die hier in deze beide teksten met ‘vaste tijden’ wordt vertaald, inderdaad Gods feestdagen zijn bedoeld blijkt uit Leviticus 23:2 en 4, waarin hetzelfde woord zowel de betekenis van ‘feesttijden’ heeft alsook van ‘bepaalde tijden’:
"De Here sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: De feesttijden (mo’adei) van God, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn Mijn feesttijden! Dit zijn de feesttijden( mo’adei) van God, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd (mo’adam)!"
En hoe werd de tijd daarvoor bepaald? Door de maan zoals we reeds lazen: "Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden (mo’adim)."
Tenzij de nieuwe manen gehouden worden is het onmogelijk om Gods kalender te begrijpen en na te leven. Laten wij daarom proberen in ons onderzoek,, ook in deze westerse maatschappij, zo dicht mogelijk bij Gods kalender te blijven zodat wij evenals David tegen de Heer kunnen zeggen: "Mijn tijden zijn in Uw hand" en "Leer ons zo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen." (Psalmen 31:15 en 90:12).
God wil het ons maar al te graag door Zijn Geest leren, maar wij moeten ons daar wel voor openstellen. Het vieren van de nieuwe maansdagen zal ons helpen om onze dagen te tellen op Gods kalender tot de grote nieuwe maansdag waarop eens de shofar geblazen zal worden om de komst van de Messias aan te kondigen!
Click here to edit.
Het blazen van de shofar is een teken en wijst heen naar de komst van de Messias.
Naar deze nieuwe maansdag, waarop het door de eeuwen heen vervolgde, mishandelde en opgejaagde volk Israël verlost zal worden uit haar benauwdheid, kijkt iedere gelovige Jood steeds vol verlangen uit, want:
"aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: de Verlosser zal uit Sion komen!" (Romeinen 11:26)
"Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord van de Heer, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van Sabbat tot Sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor Mijn aangezicht neer te buigen, zegt de God!" (Jesaja 66:22-23).
Is dat geen prachtige belofte? Eens zal al wat leeft de nieuwe maansdagen en de Sabbat vieren, niet alleen de Joden, maar de hele mensheid! In vers 2 van hoofdstuk 56 schrijft Jesaja: "Welzalig de sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht geeft op de Sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt!" en in vers 6: "En de vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten om Hem te dienen, en om de naam van de Heer lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de Sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan Mijn verbond: hen zal Ik brengen naar Mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis!"
Al wat leeft, elke sterveling, elk mensenkind, dat Gods wet naleeft, vasthoudt aan Zijn Verbond, de Sabbat onderhoudt en de nieuwe maansdagen viert, zal welzalig zijn en God zal hem zegenen en vreugde bereiden.
Vele Joden hebben reeds de tegenstand ondervonden in de meeste Protestantse kerken als zij als Gods kalender en de spijswetten naleven, maar zij vinden: "Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen!" (Handelingen 5:29).
Men moet uit liefde en gehoorzaamheid doen wat de Heer persoonlijk van een ieder vraagt. Omgekeerd mag niemand zich door Joodse mensen een schuldgevoel laten aanpraten als men niet volgens de halachische rabbijnse regels leeft.
Naar deze nieuwe maansdag, waarop het door de eeuwen heen vervolgde, mishandelde en opgejaagde volk Israël verlost zal worden uit haar benauwdheid, kijkt iedere gelovige Jood steeds vol verlangen uit, want:
"aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: de Verlosser zal uit Sion komen!" (Romeinen 11:26)
"Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord van de Heer, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van Sabbat tot Sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor Mijn aangezicht neer te buigen, zegt de God!" (Jesaja 66:22-23).
Is dat geen prachtige belofte? Eens zal al wat leeft de nieuwe maansdagen en de Sabbat vieren, niet alleen de Joden, maar de hele mensheid! In vers 2 van hoofdstuk 56 schrijft Jesaja: "Welzalig de sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht geeft op de Sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt!" en in vers 6: "En de vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten om Hem te dienen, en om de naam van de Heer lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de Sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan Mijn verbond: hen zal Ik brengen naar Mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis!"
Al wat leeft, elke sterveling, elk mensenkind, dat Gods wet naleeft, vasthoudt aan Zijn Verbond, de Sabbat onderhoudt en de nieuwe maansdagen viert, zal welzalig zijn en God zal hem zegenen en vreugde bereiden.
Vele Joden hebben reeds de tegenstand ondervonden in de meeste Protestantse kerken als zij als Gods kalender en de spijswetten naleven, maar zij vinden: "Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen!" (Handelingen 5:29).
Men moet uit liefde en gehoorzaamheid doen wat de Heer persoonlijk van een ieder vraagt. Omgekeerd mag niemand zich door Joodse mensen een schuldgevoel laten aanpraten als men niet volgens de halachische rabbijnse regels leeft.