In Bijbels Perspectief
Loofhuttenfeest en de oorlog van Gog en Magog.
Profetieën over de bloedrode manen in 2014 en 2015 op Sukkoth en de oorlog van Gog en Magog.
Profetieën over de bloedrode manen in 2014 en 2015 op Sukkoth en de oorlog van Gog en Magog.
In Bijbels Perspectief
Aan de vier hoeken der aarde te verleiden, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te
verzamelen, en hun getal is als het zand der zee.” (Openbaring 20:8).
Welke relatie zou er kunnen zijn tussen het Loofhuttenfeest en de oorlog van Gog en Magog? De Tora beschrijft het Loofhuttenfeest als een feest voor de inzameling van de oogst.
“Zeven dagen la“Spreekt tot de Israeliten: Op de vijftiende dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE.” (Lev. 23:34).
De Schrift benadrukt het aspect van de inzameling van de oogst om te onderstrepen dat het feest gevierd wordt in de herfst, als de boeren de opbrengst van het land hebben binnengehaald (Lev. 23:39).
De Hebreeuwse naam van het feest, Soekot (hutten) verwijst volgens de rabbijnen naar de hemelse wolken die de kinderen Israëls in de woestijn omgaven en hen beschermden tegen vijandige elementen. In het Woord staat dat het is om ons te herinneren aan de tenten waarin we in de woestijn woonden.“…opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israelieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de HERE, uw God.” (Leviticus 23:43).
verzamelen, en hun getal is als het zand der zee.” (Openbaring 20:8).
Welke relatie zou er kunnen zijn tussen het Loofhuttenfeest en de oorlog van Gog en Magog? De Tora beschrijft het Loofhuttenfeest als een feest voor de inzameling van de oogst.
“Zeven dagen la“Spreekt tot de Israeliten: Op de vijftiende dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE.” (Lev. 23:34).
De Schrift benadrukt het aspect van de inzameling van de oogst om te onderstrepen dat het feest gevierd wordt in de herfst, als de boeren de opbrengst van het land hebben binnengehaald (Lev. 23:39).
De Hebreeuwse naam van het feest, Soekot (hutten) verwijst volgens de rabbijnen naar de hemelse wolken die de kinderen Israëls in de woestijn omgaven en hen beschermden tegen vijandige elementen. In het Woord staat dat het is om ons te herinneren aan de tenten waarin we in de woestijn woonden.“…opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israelieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de HERE, uw God.” (Leviticus 23:43).
In Bijbels Perspectief
Soeka.
Dit geeft ons de morele les die uiterst belangrijk is. Toen de Israëlieten Egypte verlieten, konden ze in de woestijn niets zaaien, noch verbouwen, noch kweken. Ze hadden geen huizen en verbleven in hutten en tenten. Alleen door hun vertrouwen op God en hun geloof in God konden ze onder deze omstandigheden veertig jaar overleven. De Soeka (hut) is bedoeld om de Joden in elke generatie eraan te herinneren om Gods
genade te zoeken.
“Ga, predik ten aanhoren van Jeruzalem: Zo zegt de HERE: Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in onbezaaid land.” (Jer. 2:2).
In het algemeen is de Soeka een verblijfplaats waar Gods genade en vrede gevoeld worden. Er is een mystieke gewoonte om elke avond gasten genaamd oeshpizin in de Soeka uit te nodigen. Dat zijn volgens Joods gebruik: Abraham, Isaäk, Jakob, Jozef, Mozes, Aäron en David. Elke dag wordt één van deze zeven grote voorvaderen uitgenodigd. Van elk van hen leren we een geestelijke les. Van David leren we het belang om te allen tijde de Heer te zoeken.
“O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.” (Psalm 63:2).
De Psalmist David, de geliefde zanger van Israël, vestigde een dynastie die in het verleden heeft geregeerd en die in het toekomstige Messiaanse rijk weer zal regeren.
Het feest valt in de maand Tishri, de zevende maand van de Hebreeuwse kalender, de maand waarin de landbouwcyclus afgerond wordt. Het Loofhuttenfeest vormt ook de afsluiting van de drie pelgrimsfeesten. De eerste twee feesten zijn Pascha en Pinksteren en deze feesten bereiden de weg voor het hoogtepunt het Loofhuttenfeest.
Dit geeft ons de morele les die uiterst belangrijk is. Toen de Israëlieten Egypte verlieten, konden ze in de woestijn niets zaaien, noch verbouwen, noch kweken. Ze hadden geen huizen en verbleven in hutten en tenten. Alleen door hun vertrouwen op God en hun geloof in God konden ze onder deze omstandigheden veertig jaar overleven. De Soeka (hut) is bedoeld om de Joden in elke generatie eraan te herinneren om Gods
genade te zoeken.
“Ga, predik ten aanhoren van Jeruzalem: Zo zegt de HERE: Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in onbezaaid land.” (Jer. 2:2).
In het algemeen is de Soeka een verblijfplaats waar Gods genade en vrede gevoeld worden. Er is een mystieke gewoonte om elke avond gasten genaamd oeshpizin in de Soeka uit te nodigen. Dat zijn volgens Joods gebruik: Abraham, Isaäk, Jakob, Jozef, Mozes, Aäron en David. Elke dag wordt één van deze zeven grote voorvaderen uitgenodigd. Van elk van hen leren we een geestelijke les. Van David leren we het belang om te allen tijde de Heer te zoeken.
“O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik, mijn ziel dorst naar U, mijn vlees smacht naar U, in een dor en dorstig land, zonder water.” (Psalm 63:2).
De Psalmist David, de geliefde zanger van Israël, vestigde een dynastie die in het verleden heeft geregeerd en die in het toekomstige Messiaanse rijk weer zal regeren.
Het feest valt in de maand Tishri, de zevende maand van de Hebreeuwse kalender, de maand waarin de landbouwcyclus afgerond wordt. Het Loofhuttenfeest vormt ook de afsluiting van de drie pelgrimsfeesten. De eerste twee feesten zijn Pascha en Pinksteren en deze feesten bereiden de weg voor het hoogtepunt het Loofhuttenfeest.
In Bijbels Perspectief
De grote Joodse mysticus Rabbi Yehuda Loew als de Maharal van Praag (1525-1609).
Volgens de grote Joodse mysticus Rabbi Yehuda Loew, beter bekend als de Maharal van Praag (1525-1609) zijn deze drie pelgrimsfeesten onderdeel van het proces dat naar de verlossing voert.
Pascha markeert het begin van de groei van de Joodse natie (Volkswording), Pinksteren markeert de piek van de groei met de aanvaarding van de Thora (Openbaring) en het Loofhuttenfeest brengt het Joodse volk in een intense nabijheid met de Heer (Verlossing). Zowel in fysieke als in geestelijke sferen is het Joodse volk de kring helemaal rond gegaan.
In de tijd van de tempels werden in totaal zeventig stieren geofferd tijdens de zeven dagen van
het Loofhuttenfeest. Deze offers werden gebracht voor de zeventig verschillende volken die van Noach afstammen (Genesis 10).
In Genesis 10: 2 vinden we Magog onder de afstammelingen van Jafeth. Het getal 70 is de getalswaarde van de Hebreeuwse letter ayin, de 16e letter van het Hebreeuwse alfabet. Het staat symbool voor zicht, inzicht en goddelijke voorzienigheid. Defeitelijke betekenis van ayin is oog. In de moderne wereld vinden veel mensen dat God een hemelse klokkenmaker is, die de wereld in gang heeft gezet en onverschillig is voor menselijke aangelegenheden; Hij is er niet bij betrokken. Dit is niet wat de Bijbel leert.
“Zie, des HEREN oog is op hen die Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen.” (Psalm 33:18).
De media richten heel veel aandacht op Israël, maar ze slaan geen acht op de Goddelijke voorzienigheid.
“…een land, waarvoor de HERE, uw God, zorgt; bestendig zijn de ogen van de HERE, uw God, daarop gericht, van het begin des jaars tot het einde”. (Deut. 11:12).
Het getal 70 verschijnt keer op keer in de Bijbel en in Joodse geschriften. Naast de zeventig volken, talen en geofferde runderen op Soekot, trok Jakob met zeventig zielen naar Egypte, stelde Mozes zeventig oudsten aan, leefde koning David zeventig jaar en duurde de Babylonische ballingschap zeventig jaar. Volgens de rabbijnen heeft God zeventig namen en zijn er zeventig facetten aan de Thora. En ten slotte is de getalswaarde van Gog en Magog ook gelijk aan zeventig.
Volgens de grote Joodse mysticus Rabbi Yehuda Loew, beter bekend als de Maharal van Praag (1525-1609) zijn deze drie pelgrimsfeesten onderdeel van het proces dat naar de verlossing voert.
Pascha markeert het begin van de groei van de Joodse natie (Volkswording), Pinksteren markeert de piek van de groei met de aanvaarding van de Thora (Openbaring) en het Loofhuttenfeest brengt het Joodse volk in een intense nabijheid met de Heer (Verlossing). Zowel in fysieke als in geestelijke sferen is het Joodse volk de kring helemaal rond gegaan.
In de tijd van de tempels werden in totaal zeventig stieren geofferd tijdens de zeven dagen van
het Loofhuttenfeest. Deze offers werden gebracht voor de zeventig verschillende volken die van Noach afstammen (Genesis 10).
In Genesis 10: 2 vinden we Magog onder de afstammelingen van Jafeth. Het getal 70 is de getalswaarde van de Hebreeuwse letter ayin, de 16e letter van het Hebreeuwse alfabet. Het staat symbool voor zicht, inzicht en goddelijke voorzienigheid. Defeitelijke betekenis van ayin is oog. In de moderne wereld vinden veel mensen dat God een hemelse klokkenmaker is, die de wereld in gang heeft gezet en onverschillig is voor menselijke aangelegenheden; Hij is er niet bij betrokken. Dit is niet wat de Bijbel leert.
“Zie, des HEREN oog is op hen die Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen.” (Psalm 33:18).
De media richten heel veel aandacht op Israël, maar ze slaan geen acht op de Goddelijke voorzienigheid.
“…een land, waarvoor de HERE, uw God, zorgt; bestendig zijn de ogen van de HERE, uw God, daarop gericht, van het begin des jaars tot het einde”. (Deut. 11:12).
Het getal 70 verschijnt keer op keer in de Bijbel en in Joodse geschriften. Naast de zeventig volken, talen en geofferde runderen op Soekot, trok Jakob met zeventig zielen naar Egypte, stelde Mozes zeventig oudsten aan, leefde koning David zeventig jaar en duurde de Babylonische ballingschap zeventig jaar. Volgens de rabbijnen heeft God zeventig namen en zijn er zeventig facetten aan de Thora. En ten slotte is de getalswaarde van Gog en Magog ook gelijk aan zeventig.
In Bijbels Perspectief
De hedendaagse dreiging van Iran om de Joodse Staat van de kaart te vegen kunnen een voorspel zijn van een koude grote oorlog waarin Rusland en Iran met andere moslimstaten het noorden van lsraël zullen binnenvallen. Nog nooit eerder is daar in die 2.500 jaar sprake geweest van het sluiten van een ‘militairpact’ tussen Rusland en Iran zoals heden ten dage het geval is; en een nauwkeurige bestudering van Ezechiel 38 en 39 onthult ons enkele opzienbarende en nog toekomstige gebeurtenissen in het laatste der jaren!
In Numeri 11:16-17 beveelt de Heer aan Mozes om zeventig oudsten van Israel in de tabernakel bijeen te brengen. Daar zal Hij neerdalen en een deel van de Geest die op Mozes was nemen en die op
hen leggen, zodat zij in staat zijn om samen met Mozes de last van het volk te dragen. Toen de Geest op hen rustte, profeteerden zij. Echter, er waren er twee die in het kamp achterbleven, Eldad en Medad, en de Geest rustte op hen zodat zij profeteerden (Numeri 11:26). Volgens de rabbijnen waren de oorlogen van Gog en Magog het onderwerp van hun profetie (Sanhedrin 17a). Dit was de juiste tijdvoor deze profetie, want God had Mozes juist de opdracht gegeven om de zeventig oudsten aan te stellen, die hem moesten helpen het volk te regeren en Gog en Magog vertegenwoordigden de zeventig volkeren.
Het hoogste rechtsorgaan in de tijd van de Tweede Tempel, het Sanhedrin, bestond uit zeventig verschillende leden, en dat was gebaseerd op het bestaan van zeventig volkeren. Elk volk vertegenwoordigd verschillende eigenschappen van de menselijke natuur. Het getal zeventig omvat dus alle mogelijke meningen. Op die manier bleef niets verborgen voor de leden van het Sanhedrin. Als gevolg van de zeventig leden, had het Sanhedrin van Israël alle eigenschappen van de mensheid, verspreid over de zeventig volkeren, in zich.
Het getal zeventig komt ook voor in het evangelie van Lukas, het tiende hoofdstuk, waar de zeventig uitgezonden werden om twee aan twee naar iedere stad en plaats te gaan die Jezus zou bezoeken. Hun kracht was niet wonderbaarlijk, maar meer het resultaat van Goddelijke voorzienigheid.
“Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.” (Lukas 10:20).
Aan het eind der tijden barst de macht van de zeventig volkeren los tegen Israel, dat de eerste fase van de uiteindelijke verlossing ervaart. Op de eerste dag van Soekot lezen we een gedeelte uit de Haftara van het veertiende hoofdstuk van Zacharia en op de tussenliggende sabbat van Soekat wordt een gedeelte van de hoofdstukken 38 en 39 van de profeet Ezechiel gelezen als Haftaralezing. Deze gedeelten hebben betrekking op de oorlog van Gog en Magog. De Haftara (=beëindiging) is het deel dat geciteerd wordt uit de profeten na de lezing van de Thora op sabbatten en feesten. Meestal, maar niet altijd, bevat het een verwijzing naar een gebeurtenis die in de Thoralezing wordt gemeld.
In Numeri 11:16-17 beveelt de Heer aan Mozes om zeventig oudsten van Israel in de tabernakel bijeen te brengen. Daar zal Hij neerdalen en een deel van de Geest die op Mozes was nemen en die op
hen leggen, zodat zij in staat zijn om samen met Mozes de last van het volk te dragen. Toen de Geest op hen rustte, profeteerden zij. Echter, er waren er twee die in het kamp achterbleven, Eldad en Medad, en de Geest rustte op hen zodat zij profeteerden (Numeri 11:26). Volgens de rabbijnen waren de oorlogen van Gog en Magog het onderwerp van hun profetie (Sanhedrin 17a). Dit was de juiste tijdvoor deze profetie, want God had Mozes juist de opdracht gegeven om de zeventig oudsten aan te stellen, die hem moesten helpen het volk te regeren en Gog en Magog vertegenwoordigden de zeventig volkeren.
Het hoogste rechtsorgaan in de tijd van de Tweede Tempel, het Sanhedrin, bestond uit zeventig verschillende leden, en dat was gebaseerd op het bestaan van zeventig volkeren. Elk volk vertegenwoordigd verschillende eigenschappen van de menselijke natuur. Het getal zeventig omvat dus alle mogelijke meningen. Op die manier bleef niets verborgen voor de leden van het Sanhedrin. Als gevolg van de zeventig leden, had het Sanhedrin van Israël alle eigenschappen van de mensheid, verspreid over de zeventig volkeren, in zich.
Het getal zeventig komt ook voor in het evangelie van Lukas, het tiende hoofdstuk, waar de zeventig uitgezonden werden om twee aan twee naar iedere stad en plaats te gaan die Jezus zou bezoeken. Hun kracht was niet wonderbaarlijk, maar meer het resultaat van Goddelijke voorzienigheid.
“Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen.” (Lukas 10:20).
Aan het eind der tijden barst de macht van de zeventig volkeren los tegen Israel, dat de eerste fase van de uiteindelijke verlossing ervaart. Op de eerste dag van Soekot lezen we een gedeelte uit de Haftara van het veertiende hoofdstuk van Zacharia en op de tussenliggende sabbat van Soekat wordt een gedeelte van de hoofdstukken 38 en 39 van de profeet Ezechiel gelezen als Haftaralezing. Deze gedeelten hebben betrekking op de oorlog van Gog en Magog. De Haftara (=beëindiging) is het deel dat geciteerd wordt uit de profeten na de lezing van de Thora op sabbatten en feesten. Meestal, maar niet altijd, bevat het een verwijzing naar een gebeurtenis die in de Thoralezing wordt gemeld.
In Bijbels Perspectief
De gewoonte om na de Thoralezing uit de Profeten te lezen, dateert uit de periodevan vervolging die aan de Makkabeese opstand voorafging. De Haftaralezing is ingevoerd als vervanging van de Thoralezing, die tijdens de vervolging door Antiochus Epiphanes verboden was.
De gewoonte om na de Thoralezing uit de Profeten te lezen, dateert uit de periode van vervolging die aan de Makkabeese opstand voorafging. De Haftaralezing is ingevoerd als vervanging van de Thoralezing, die tijdens de vervolging door Antiochus Epiphanes verboden was. De reden waarom deze gedeelten gekozen werden, is de voorspelling dat de volken die de oorlogen zouden overleven, zich elk jaar bij Israel zouden voegen om het Loofhuttenfeest te vieren (Zacharia 14:16).
De rabbijnen spreken over drie verschillende oorlogen die gevoerd moeten worden. De eerste twee worden in Ezechiel 38 en 39 beschreven en de laatste oorlog is als Gog daadwerkelijk Jeruzalem zal binnendringen, zoals beschreven is in Zacharia 14.
In de Schrift komen verwijzingen naar de oorlogen van Gog en Magog overvloedig voor, en de Tora bevat veel toespelingen hierop. De meest uitgebreide en gedetailleerde verslagen staan in Ezechiel, Zacharia, Joel en Daniel. Wat daarin beschreven wordt, is het einde der tijden, dat zijn de eerste stappen van de verlossing, de fysieke redding die voorafgaat aan de komst van de Messias, de zoon van David.
Het zijn:
70 talen
70 volken
70 oudsten
70 runderoffers
70 zielen naar Egypte
70 jaar koning David
70 jaar ballingschap
70 getalswaarde van Gog en Magog
We leven nu in de tijd waarin de macht van de zeventig volken zich tegen Israël zal richten. In deze strijd zullen de vier (vijf) koninkrijken die Israël (Jeruzalem) los van elkaar hebben onderworpen (Babylon, Perzië, Griekenland en Rome) (Ottomaanse Rijk) zich nu tegen Israël verenigen (zie Yalkut Shimoni 1:76).
Volgens de wijzen symboliseren de vier koningen die tegen Abraham streden (Genesis 4:1) typologisch en reëel de vier koninkrijken die zouden samenspannen om Gods doel met de schepping te verijdelen.
De volkeren zullen dus nog één keer samenspannen in een vergeefse poging om de uiteindelijke messiaanse
bevrijding te voorkomen. Als de volkeren Israel willen vernietigen, moeten ze dat vóór de verlossing doen. Op dat moment zal Gods toorn over de volkeren ontsteken en Hij zal Israëls vijanden verslaan, want het zijn Zijn vijanden. Israel is Gods oogappel (Zacharia 2:8). Zij zijn de dragers van Zijn heerschappij in de geschiedenis. Gods plan en Israëls lot zijn nauw met elkaar verbonden. Daarom zullen de gebeurtenissen in de eindtijd een herhaling zijn van de gebeurtenissen in Exodus.
“ Maar ik heb gehandeld ter wille van mijn naam, om die niet te ontheiligen ten aanschouwen van de volken wier midden zij woonden, voor wier ogen Ik Mij aan hen had bekendgemaakt door hen uit het land Egypte te leiden.” (Ezechiel 20:9).
De wortel van de naam Gog, die deze aanval op Israel en God zal aanvoeren, komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat dak betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het hoogtepunt van deze strijd en het Loofhuttenfeest. De soeka is een zwak, onstabiel bouwsel dat overdekt is door een schach (bedekking) die bestaat uit loof dat wordt geassocieerd met de dorsvloer of een wijnpers, met takken en bladeren, stro enz., maar zonder voedsel. Daarmee in overeenstemming mogen ook houten latten worden gebruikt als bedekking, omdat die van bomen afkomstig zijn, op voorwaarde dat ze niet te breed zijn. Ze moeten schaduw bieden, maar men moet de grote sterren er doorheen kunnen zien. Ook mogen ze niet te dicht tegen elkaar liggen om de hevige regen tegen te houden. Het dak moet de eigenschappen van en tijdelijk bouwsel
hebben.
De gewoonte om na de Thoralezing uit de Profeten te lezen, dateert uit de periode van vervolging die aan de Makkabeese opstand voorafging. De Haftaralezing is ingevoerd als vervanging van de Thoralezing, die tijdens de vervolging door Antiochus Epiphanes verboden was. De reden waarom deze gedeelten gekozen werden, is de voorspelling dat de volken die de oorlogen zouden overleven, zich elk jaar bij Israel zouden voegen om het Loofhuttenfeest te vieren (Zacharia 14:16).
De rabbijnen spreken over drie verschillende oorlogen die gevoerd moeten worden. De eerste twee worden in Ezechiel 38 en 39 beschreven en de laatste oorlog is als Gog daadwerkelijk Jeruzalem zal binnendringen, zoals beschreven is in Zacharia 14.
In de Schrift komen verwijzingen naar de oorlogen van Gog en Magog overvloedig voor, en de Tora bevat veel toespelingen hierop. De meest uitgebreide en gedetailleerde verslagen staan in Ezechiel, Zacharia, Joel en Daniel. Wat daarin beschreven wordt, is het einde der tijden, dat zijn de eerste stappen van de verlossing, de fysieke redding die voorafgaat aan de komst van de Messias, de zoon van David.
Het zijn:
70 talen
70 volken
70 oudsten
70 runderoffers
70 zielen naar Egypte
70 jaar koning David
70 jaar ballingschap
70 getalswaarde van Gog en Magog
We leven nu in de tijd waarin de macht van de zeventig volken zich tegen Israël zal richten. In deze strijd zullen de vier (vijf) koninkrijken die Israël (Jeruzalem) los van elkaar hebben onderworpen (Babylon, Perzië, Griekenland en Rome) (Ottomaanse Rijk) zich nu tegen Israël verenigen (zie Yalkut Shimoni 1:76).
Volgens de wijzen symboliseren de vier koningen die tegen Abraham streden (Genesis 4:1) typologisch en reëel de vier koninkrijken die zouden samenspannen om Gods doel met de schepping te verijdelen.
De volkeren zullen dus nog één keer samenspannen in een vergeefse poging om de uiteindelijke messiaanse
bevrijding te voorkomen. Als de volkeren Israel willen vernietigen, moeten ze dat vóór de verlossing doen. Op dat moment zal Gods toorn over de volkeren ontsteken en Hij zal Israëls vijanden verslaan, want het zijn Zijn vijanden. Israel is Gods oogappel (Zacharia 2:8). Zij zijn de dragers van Zijn heerschappij in de geschiedenis. Gods plan en Israëls lot zijn nauw met elkaar verbonden. Daarom zullen de gebeurtenissen in de eindtijd een herhaling zijn van de gebeurtenissen in Exodus.
“ Maar ik heb gehandeld ter wille van mijn naam, om die niet te ontheiligen ten aanschouwen van de volken wier midden zij woonden, voor wier ogen Ik Mij aan hen had bekendgemaakt door hen uit het land Egypte te leiden.” (Ezechiel 20:9).
De wortel van de naam Gog, die deze aanval op Israel en God zal aanvoeren, komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat dak betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het hoogtepunt van deze strijd en het Loofhuttenfeest. De soeka is een zwak, onstabiel bouwsel dat overdekt is door een schach (bedekking) die bestaat uit loof dat wordt geassocieerd met de dorsvloer of een wijnpers, met takken en bladeren, stro enz., maar zonder voedsel. Daarmee in overeenstemming mogen ook houten latten worden gebruikt als bedekking, omdat die van bomen afkomstig zijn, op voorwaarde dat ze niet te breed zijn. Ze moeten schaduw bieden, maar men moet de grote sterren er doorheen kunnen zien. Ook mogen ze niet te dicht tegen elkaar liggen om de hevige regen tegen te houden. Het dak moet de eigenschappen van en tijdelijk bouwsel
hebben.
In Bijbels Perspectief
De soeka is een zwak, onstabiel bouwsel dat overdekt is door een schach (bedekking)
die bestaat uit loof dat wordt geassocieerd met de dorsvloer of een wijnpers,
met takken en bladeren, stro enz., maar zonder voedsel. Op die manier bestaat de
hele geschiedenis van de mensheid uit het contrast tussen de solide structuur
van het dak en deze tijdelijke verblijfplaats. Gog komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat “dak” betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het Loofhuttenfeesten de strijd van Gog en Magog.
Op die manier bestaat de hele geschiedenis van de mensheid uit het contrast tussen de solide structuur van het dak en deze tijdelijke verblijfplaats. Op vergelijkbare wijze hebben mensen de macht om zich veilig en zeker af te schermen voor hun buren door sterke muren te bouwen, en daarom denken ze dat ze zich ook voor God in de hoogte kunnen afschermen. Ze zoeken veiligheid en bescherming door hun macht en ze bouwen hun grootheid als daken die onafhankelijk zijn van God. In de Soeka komt waarheid, vertrouwen en waardigheid als men zijn vertrouwen op de Goddelijke bescherming vestigt.
Gog komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat “dak” betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het Loofhuttenfeesten de strijd van Gog en Magog.
De aankomst van het Loofhuttenfeest markeert de nadering van het regenseizoen. De noodzaak van regen voor het leven staat in de tijd van dit feest op de voorgrond. Toen de Tempel er nog was, vond de Nisuch Hamayim (ceremonie van het waterscheppen) plaats op elke dag van Chol Ha-Moed, de kleinere feestdagen tussen de eerste en de laatste dagen van Soekot, waarop alleen noodzakelijk werk mag worden uitgevoerd.
Hoewel de Thora het werken op Chol Ha-Moed niet verbiedt, krijgen deze dagen een feestelijk karakter. De ceremonie van het waterscheppen markeerde het begin van het regenseizoen in het land Israel. Zo gauw de dag aanbrak, verliet een processie de Tempel, op weg naar de vijver van Siloam. Een gouden kruik werd daar met water gevuld en mee teruggebracht naar de Tempel, waar het water over het altaar werd uitgestort, samen met een plengoffer van wijn. De Thora wordt regelmatig vergeleken met reinigend water.
“Water vloeie uit zijn emmers, en zijn zaad hebbe overvloedig water; ja zijn koning verheffe zich boven Agag, en zijn koninkrijk zij verheven.” (Numeri 24:7).
De laatste dag van het grote feest nadert. Het is Shemini Atzéret, de achtste dag, Leviticus 23:36. Vanaf deze dag wordt de regen verwacht en er wordt een speciaal gebed om regen gebeden. Wat men zoekt, is het levende water dat een bron is van leven en hemelse wijsheid en eeuwig leven. We vinden dit zelfde uitgangspunt van de herscheppende kracht van het levende water in het evangelie van Johannes.
“…maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.” (Johannes 4:14).
die bestaat uit loof dat wordt geassocieerd met de dorsvloer of een wijnpers,
met takken en bladeren, stro enz., maar zonder voedsel. Op die manier bestaat de
hele geschiedenis van de mensheid uit het contrast tussen de solide structuur
van het dak en deze tijdelijke verblijfplaats. Gog komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat “dak” betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het Loofhuttenfeesten de strijd van Gog en Magog.
Op die manier bestaat de hele geschiedenis van de mensheid uit het contrast tussen de solide structuur van het dak en deze tijdelijke verblijfplaats. Op vergelijkbare wijze hebben mensen de macht om zich veilig en zeker af te schermen voor hun buren door sterke muren te bouwen, en daarom denken ze dat ze zich ook voor God in de hoogte kunnen afschermen. Ze zoeken veiligheid en bescherming door hun macht en ze bouwen hun grootheid als daken die onafhankelijk zijn van God. In de Soeka komt waarheid, vertrouwen en waardigheid als men zijn vertrouwen op de Goddelijke bescherming vestigt.
Gog komt van het Hebreeuwse woord Gag, wat “dak” betekent. Dit toont het verborgen verband tussen het Loofhuttenfeesten de strijd van Gog en Magog.
De aankomst van het Loofhuttenfeest markeert de nadering van het regenseizoen. De noodzaak van regen voor het leven staat in de tijd van dit feest op de voorgrond. Toen de Tempel er nog was, vond de Nisuch Hamayim (ceremonie van het waterscheppen) plaats op elke dag van Chol Ha-Moed, de kleinere feestdagen tussen de eerste en de laatste dagen van Soekot, waarop alleen noodzakelijk werk mag worden uitgevoerd.
Hoewel de Thora het werken op Chol Ha-Moed niet verbiedt, krijgen deze dagen een feestelijk karakter. De ceremonie van het waterscheppen markeerde het begin van het regenseizoen in het land Israel. Zo gauw de dag aanbrak, verliet een processie de Tempel, op weg naar de vijver van Siloam. Een gouden kruik werd daar met water gevuld en mee teruggebracht naar de Tempel, waar het water over het altaar werd uitgestort, samen met een plengoffer van wijn. De Thora wordt regelmatig vergeleken met reinigend water.
“Water vloeie uit zijn emmers, en zijn zaad hebbe overvloedig water; ja zijn koning verheffe zich boven Agag, en zijn koninkrijk zij verheven.” (Numeri 24:7).
De laatste dag van het grote feest nadert. Het is Shemini Atzéret, de achtste dag, Leviticus 23:36. Vanaf deze dag wordt de regen verwacht en er wordt een speciaal gebed om regen gebeden. Wat men zoekt, is het levende water dat een bron is van leven en hemelse wijsheid en eeuwig leven. We vinden dit zelfde uitgangspunt van de herscheppende kracht van het levende water in het evangelie van Johannes.
“…maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.” (Johannes 4:14).
In Bijbels Perspectief
In 1 Corinthiërs 10:4 schrijft Paulus dat de Israëlieten in de woestijn uit een rots
dronken die met hen meereisde. Paulus refereert hierbij aan een Joodse
mondelinge overlevering, die vertelt dat de rots, die door Mozes was geslagen,
met Israël meerolde door de woestijn om het volk van drinken te voorzien (zie
afbeelding).
In twee situaties heeft Mozes op een rots geslagen. De eerste maal gebeurde dat in
Exodus 17 bij de Horeb, in het gebied van Refidim. Refidim betekent rustplaats,
letterlijk een plek waar je tegen kunt aanleunen. Het is eveneens de plaats waar later Amalek door Israël werd verslagen (Exodus 17).
Later sloeg Mozes opnieuw op de rots in Numeri 20. Dit was in Kadesj, wat heilig betekent. Dit was in de eerste maand, de maand waarin Pesach valt. Bij Kadesj zong het gehele volk het lied: "Spring op, o waterbron!" (Numeri 21:17). In dit geval had Mozes echter tot de rots moeten spreken. In plaats daarvan sloeg hij zelfs tweemaal op de rots (Numeri 20:11).
Wanneer Paulus uitlegt dat die meereizende Christus was (1 Corinthe 10:4), wordt meteen duidelijk waarom de Rots niet vaker mocht worden geslagen, aangezien de Rots een type is van de Messias Jezus, die slechts eenmaal voor onze zonden is geoordeeld.
Het nieuwe tijdperk dat aanbreekt aan het eind van de oorlog van van Gog en Magog, zal de terugkeer van Gods aanwezigheid onder de mensen inluiden. Net zoals Zijn vertrek werd aangekondigd door een aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda, zo zal Zijn terugkeer aangekondigd worden door een aardbeving en “dan zullen te dien dage levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee, in de zomer als in de winter zal dat geschieden.” (Zacharia 14:5-8).
Dit zal de Dag des HEREN zijn, als de Olijfberg middendoor zal splijten en God en Zijn heiligen zullen terugkeren naar Jeruzalem. Net zoals degenen die de Israëlieten in de Nijl wilden verdrinken zelf in de Rode Zee verdronken, zo zullen zij die Israël probeerden te vernietigen aan het eind der dagen zelf vernietigd worden in het vuur van de smelters (Maleachi 3:2).
Hij die vernietigt is dezelfde als hij die redding brengt, het is degene die in linnen gekleed gaat, met een schrijfkoker aan zijn zijde (Ezechiel 9:2), die ook genoemd wordt in het boek Daniel 8:16 en in Lucas 1:19. Het is niemand anders dan de engel Gabriel. Zijn opdracht is ook een opdracht van genade, want hij zal de rechtvaardigen een merkteken geven zodat ze gespaard worden. Deze engel diende in drie verschillende rollen: als schrijver, scherprechter en hogepriester (hij was gekleed in linnen, het gewaad dat de Hogepriester op de Grote Verzoendag droeg. Gabriel is de engel des vuurs Pesachim 118a, Yoma 21b). Hij was degene die in de tijd van Abraham uitgezonden werd om Sodom te vernietigen (Bava Metzia 86b) en hij verbrandde het Assyrische leger bij de poorten van Jeruzalem (Jesaja 10:16-17). Het was ook Gabriel die door de hele geschiedenis heen tussenbeide kwam als Israël in gevaar verkeerde (Sanhedrin 26a, en Pesachim 1118a).
Hij was het ook die een merkteken aanbracht op hen die gered moesten worden en op hen die moesten sterven.
“…en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofden verzegeld hebben.” (Openbaring 7:3)
dronken die met hen meereisde. Paulus refereert hierbij aan een Joodse
mondelinge overlevering, die vertelt dat de rots, die door Mozes was geslagen,
met Israël meerolde door de woestijn om het volk van drinken te voorzien (zie
afbeelding).
In twee situaties heeft Mozes op een rots geslagen. De eerste maal gebeurde dat in
Exodus 17 bij de Horeb, in het gebied van Refidim. Refidim betekent rustplaats,
letterlijk een plek waar je tegen kunt aanleunen. Het is eveneens de plaats waar later Amalek door Israël werd verslagen (Exodus 17).
Later sloeg Mozes opnieuw op de rots in Numeri 20. Dit was in Kadesj, wat heilig betekent. Dit was in de eerste maand, de maand waarin Pesach valt. Bij Kadesj zong het gehele volk het lied: "Spring op, o waterbron!" (Numeri 21:17). In dit geval had Mozes echter tot de rots moeten spreken. In plaats daarvan sloeg hij zelfs tweemaal op de rots (Numeri 20:11).
Wanneer Paulus uitlegt dat die meereizende Christus was (1 Corinthe 10:4), wordt meteen duidelijk waarom de Rots niet vaker mocht worden geslagen, aangezien de Rots een type is van de Messias Jezus, die slechts eenmaal voor onze zonden is geoordeeld.
Het nieuwe tijdperk dat aanbreekt aan het eind van de oorlog van van Gog en Magog, zal de terugkeer van Gods aanwezigheid onder de mensen inluiden. Net zoals Zijn vertrek werd aangekondigd door een aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda, zo zal Zijn terugkeer aangekondigd worden door een aardbeving en “dan zullen te dien dage levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee, in de zomer als in de winter zal dat geschieden.” (Zacharia 14:5-8).
Dit zal de Dag des HEREN zijn, als de Olijfberg middendoor zal splijten en God en Zijn heiligen zullen terugkeren naar Jeruzalem. Net zoals degenen die de Israëlieten in de Nijl wilden verdrinken zelf in de Rode Zee verdronken, zo zullen zij die Israël probeerden te vernietigen aan het eind der dagen zelf vernietigd worden in het vuur van de smelters (Maleachi 3:2).
Hij die vernietigt is dezelfde als hij die redding brengt, het is degene die in linnen gekleed gaat, met een schrijfkoker aan zijn zijde (Ezechiel 9:2), die ook genoemd wordt in het boek Daniel 8:16 en in Lucas 1:19. Het is niemand anders dan de engel Gabriel. Zijn opdracht is ook een opdracht van genade, want hij zal de rechtvaardigen een merkteken geven zodat ze gespaard worden. Deze engel diende in drie verschillende rollen: als schrijver, scherprechter en hogepriester (hij was gekleed in linnen, het gewaad dat de Hogepriester op de Grote Verzoendag droeg. Gabriel is de engel des vuurs Pesachim 118a, Yoma 21b). Hij was degene die in de tijd van Abraham uitgezonden werd om Sodom te vernietigen (Bava Metzia 86b) en hij verbrandde het Assyrische leger bij de poorten van Jeruzalem (Jesaja 10:16-17). Het was ook Gabriel die door de hele geschiedenis heen tussenbeide kwam als Israël in gevaar verkeerde (Sanhedrin 26a, en Pesachim 1118a).
Hij was het ook die een merkteken aanbracht op hen die gered moesten worden en op hen die moesten sterven.
“…en hij zeide: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofden verzegeld hebben.” (Openbaring 7:3)
In Bijbels Perspectief
De letter tav als 22ste letter van het Hebreeuwse alfabet vormt de sleutel tot het geheim van de kruisiging. Jezus Christus volbracht door Zijn kruisdood de overwinning over de zonde en redde daardoor Zijn volk, de toegevoegde heidenstroom, die in Hem zouden gaan geloven. Door Gods plan in alle nederigheid te volvoeren verkreeg Hij de koningskroon voor eeuwig.
Wat was het merkteken dat Gabriel op hun voorhoofd plaatste? Volgens de wijzen was het de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet, Tav (Sabbat 55a). De zondaren kregen een teken in bloed en de rechtvaardigen in inkt. Gods zegel is waarheid, wat in het Hebreeuws Emet is.
Dit wordt bestaat uit de eerste letter, middelste letter en de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. De suggestie is dat de zondaren de Tora van het begin tot het eind overtreden hebben, terwijl de rechtvaardigen de Tora van begin tot eind hebben nagevolgd.
Zij die door het vuur van de smelter zijn gegaan, zouden profiteren van de late regen en zouden opgaan naar Jeruzalem om het Loofhuttenfeest te vieren. Zij die net als Egypte niet afhankelijk waren van regen, maar van de regelmatige overstroming van de Nijl, en die het Loofhuttenfeest in Jeruzalem niet meevieren, zullen geen regen ontvangen en ze zullen hetzelfde lot ondergaan als de volken die Jeruzalem hebben aangevallen. Egypte wordt speciaal genoemd omdat het trots was op zijn macht. Wat uiteindelijk meetelt, is welke volken de Heer erkennen en erkennen dat Hij in het midden van Israel woont (Joel 2:27). Dan zal de Heer werkelijk Zijn Geest uitstorten op alle vlees en allen die de naam des HEREN aanroepen zullen behouden worden (Joel 2:28-32).
Dit is vergelijkbaar met het wannen, om het kaf van het koren te scheiden. niet iedereen kan het koninkrijk der hemelen binnengaan. Er zal een overblijfsel gered worden, dat de oorlog van Gog en Magog zal overleven. Er is een doop met water en een doop met vuur (Mattheus 3:10-12). In de tijd van Noach was de zondvloed. Zij die de zondvloed overleefden, werden gered en kregen een tweede kans. Dit kan vergeleken worden met een waterdoop, die de zonden van de vorige wereld vernietigde, evenals de zondaren die geen berouw toonden. Aan het einde der tijden zal de wereld, die dan bovenmatig zondig zal zijn, door de vuurdoop gaan. Zij die door dit proces komen, hebben de kans om een nieuwe wereld binnen te gaan, maar ze moeten de Heere zoeken.
Wat was het merkteken dat Gabriel op hun voorhoofd plaatste? Volgens de wijzen was het de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet, Tav (Sabbat 55a). De zondaren kregen een teken in bloed en de rechtvaardigen in inkt. Gods zegel is waarheid, wat in het Hebreeuws Emet is.
Dit wordt bestaat uit de eerste letter, middelste letter en de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. De suggestie is dat de zondaren de Tora van het begin tot het eind overtreden hebben, terwijl de rechtvaardigen de Tora van begin tot eind hebben nagevolgd.
Zij die door het vuur van de smelter zijn gegaan, zouden profiteren van de late regen en zouden opgaan naar Jeruzalem om het Loofhuttenfeest te vieren. Zij die net als Egypte niet afhankelijk waren van regen, maar van de regelmatige overstroming van de Nijl, en die het Loofhuttenfeest in Jeruzalem niet meevieren, zullen geen regen ontvangen en ze zullen hetzelfde lot ondergaan als de volken die Jeruzalem hebben aangevallen. Egypte wordt speciaal genoemd omdat het trots was op zijn macht. Wat uiteindelijk meetelt, is welke volken de Heer erkennen en erkennen dat Hij in het midden van Israel woont (Joel 2:27). Dan zal de Heer werkelijk Zijn Geest uitstorten op alle vlees en allen die de naam des HEREN aanroepen zullen behouden worden (Joel 2:28-32).
Dit is vergelijkbaar met het wannen, om het kaf van het koren te scheiden. niet iedereen kan het koninkrijk der hemelen binnengaan. Er zal een overblijfsel gered worden, dat de oorlog van Gog en Magog zal overleven. Er is een doop met water en een doop met vuur (Mattheus 3:10-12). In de tijd van Noach was de zondvloed. Zij die de zondvloed overleefden, werden gered en kregen een tweede kans. Dit kan vergeleken worden met een waterdoop, die de zonden van de vorige wereld vernietigde, evenals de zondaren die geen berouw toonden. Aan het einde der tijden zal de wereld, die dan bovenmatig zondig zal zijn, door de vuurdoop gaan. Zij die door dit proces komen, hebben de kans om een nieuwe wereld binnen te gaan, maar ze moeten de Heere zoeken.
In Bijbels Perspectief
In de tijd van Noach was de zondvloed. Zij die de zondvloed overleefden, werden gered en kregen een tweede kans. Aan het einde der tijden zal de wereld, die dan bovenmatig zondig zal zijn, door de vuurdoop gaan. Zij die door dit proces komen, hebben de kans om een nieuwe wereld binnen te gaan, maar ze moeten de Heere zoeken. Op de foto een overblijfsel van de ark als bewijs dat dit schip bestaan heeft.
Ze moeten een geestelijke opwekking meemaken. Deze geestelijke opwekking wordt ook wel de “late regen” genoemd, die uitloopt op de schepping van een nieuwe gemeenschap, die voorheen gescheiden talen en volken bij elkaar zal brengen.
Deze opwekking brengt de geestelijke gaven met zich, die voorzegd zijn door de profeet Joel. Het is het voorspel van de Messiaanse tijd en de komst van het zichtbare Koninkrijk der hemelen.
Dan zullen allen die ervoor gekozen hebben om de Heer te erkennen en aan dit proces deel te nemen, het Loofhuttenfeest in Jeruzalem vieren. Dit is het overblijfsel dat de Heer zal roepen. In christelijke zin vindt u deze gedachte in Efeziers 2:19-22.
“Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”.
De vraag doet zich nu voor! Voorzeggen de bloedrode manen in 2014 en 2015 op Pesach en Sukkot de oorlog van Gog en Magog?….en heeft zich niet het e.a. reeds geconcretiseerd in de voorbije 20ste eeuw?
De geschiedenis van de nog zo jonge staat Israel over de laatste 70 jaar leert ons dat deze eer oorlogszuchtig is geweest, met name aan de zijde van de Arabieren ofwel Ismael, Edom (Esau=Edom-Gen.25:30;36:1,8,9).
We onderscheiden deze oorlogshandelingen als volgt, met een chronologisch overzichtje:
1948 – 1949 Onafhankelijkheidsoorlog
1956 Sinai-campagne
1967 Zesdaagse oorlog
1969 – 1971 Uitputtings oorlog
1973 Yom Kippoer oorlog
1982 Eerste Libanon oorlog
1987– 1993 Eerste Intifada
2000- 2004 Tweede Intifada
2006 Tweede Libanon oorlog
2008 Gaza-oorlog
Deze oorlogen hebben aan Israelische kant duizenden levens gekost, en vele honderden
zijn voor hun leven lang invalide en getraumatiseerd!
De apostel Paulus spreekt niet voor niets van en over de ‘tegenwoordige boze wereld’ (hemas ek tou aioonos tou enestootos ponerou) waaruit hij is uitgetrokken (Gal.1:4). Met deze ‘huidige eeuw’ (nun aioon) wordt vanzelfsprekend de periode / tijdperk bedoeld, waarin wij nu leven en dat deel uitmaakt van Gods plan van de eeuwen (aioonen). Zo kunnen we zeggen vanuit de Schriften dat deze 3e boze eeuw (aioon) begonnen is na de zondvloed (Gen.7:11-12) en zal voortduren tot aan de Wederkomst van Christus Jezus (Matth.24:27-42).
Ook de apostel Petrus spreekt in zijn tweede brief over de wereld van de voortijd in 2Petr.3:5 (na de herschepping in 6 dagen…Gen.1:3-31) en over de toenmalige wereld in 2Petr.3:6 (in den beginne…en het oordeel …woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, Gen.1:1-2).
We onderscheiden ook hier:
1e aioon > de toenmalige wereld
2e aioon > de wereld van de voortijd
3e aioon > de tegenwoordige boze wereld
4e aioon > de toekomende wereld >>Messiaans Vrederijk
5e aioon. > de Nieuwe scheppping van Hemelen en aarde
Zo begint God dus na de zondvloed met een nieuwe ‘eeuw’ (aioon de derde), waarin Hij een verbond sluit met de mensheid, wat derhalve een eenzijdig en onvoorwaardelijk verbond was (Gen.8:1-11:8)!
God begint opnieuw en zien dat Sem Cham en Jafeth, deze drie zonen van Noach de gehele aarde gaan bevolken (Gen.9:19). (Zo lezen we in Genesis 9 eerst een geschiedenis over Cham deze was de vader van Kanaan; uit de geschiedenis blijkt, dat Cham gezondigd heeft, waarop over zijn zoon Kanaan een vloek wordt uitgesproken, hetgeen zijn vervulling vindt in de 4e aioon!…Gen.9:24-27 zie ook: Zach.14:20-21.
‘Te dien dage zal op de bellen van de paarden staan: Den HERE heilig; en potten in het huis des HEREN zullen zijn als de sprengbekkens vóór het altaar; ja, alle potten in Jeruzalem en in Juda zullen de HERE der heerscharen heilig zijn, zodat alle offeraars kunnen komen en die gebruiken om daarin te koken. En er zal te dien dage geen Kanaaniet meer zijn in het huis van de HERE der heerscharen.’
Nu in vogelvlucht de afstammelingen van:
Ze moeten een geestelijke opwekking meemaken. Deze geestelijke opwekking wordt ook wel de “late regen” genoemd, die uitloopt op de schepping van een nieuwe gemeenschap, die voorheen gescheiden talen en volken bij elkaar zal brengen.
Deze opwekking brengt de geestelijke gaven met zich, die voorzegd zijn door de profeet Joel. Het is het voorspel van de Messiaanse tijd en de komst van het zichtbare Koninkrijk der hemelen.
Dan zullen allen die ervoor gekozen hebben om de Heer te erkennen en aan dit proces deel te nemen, het Loofhuttenfeest in Jeruzalem vieren. Dit is het overblijfsel dat de Heer zal roepen. In christelijke zin vindt u deze gedachte in Efeziers 2:19-22.
“Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest”.
De vraag doet zich nu voor! Voorzeggen de bloedrode manen in 2014 en 2015 op Pesach en Sukkot de oorlog van Gog en Magog?….en heeft zich niet het e.a. reeds geconcretiseerd in de voorbije 20ste eeuw?
De geschiedenis van de nog zo jonge staat Israel over de laatste 70 jaar leert ons dat deze eer oorlogszuchtig is geweest, met name aan de zijde van de Arabieren ofwel Ismael, Edom (Esau=Edom-Gen.25:30;36:1,8,9).
We onderscheiden deze oorlogshandelingen als volgt, met een chronologisch overzichtje:
1948 – 1949 Onafhankelijkheidsoorlog
1956 Sinai-campagne
1967 Zesdaagse oorlog
1969 – 1971 Uitputtings oorlog
1973 Yom Kippoer oorlog
1982 Eerste Libanon oorlog
1987– 1993 Eerste Intifada
2000- 2004 Tweede Intifada
2006 Tweede Libanon oorlog
2008 Gaza-oorlog
Deze oorlogen hebben aan Israelische kant duizenden levens gekost, en vele honderden
zijn voor hun leven lang invalide en getraumatiseerd!
De apostel Paulus spreekt niet voor niets van en over de ‘tegenwoordige boze wereld’ (hemas ek tou aioonos tou enestootos ponerou) waaruit hij is uitgetrokken (Gal.1:4). Met deze ‘huidige eeuw’ (nun aioon) wordt vanzelfsprekend de periode / tijdperk bedoeld, waarin wij nu leven en dat deel uitmaakt van Gods plan van de eeuwen (aioonen). Zo kunnen we zeggen vanuit de Schriften dat deze 3e boze eeuw (aioon) begonnen is na de zondvloed (Gen.7:11-12) en zal voortduren tot aan de Wederkomst van Christus Jezus (Matth.24:27-42).
Ook de apostel Petrus spreekt in zijn tweede brief over de wereld van de voortijd in 2Petr.3:5 (na de herschepping in 6 dagen…Gen.1:3-31) en over de toenmalige wereld in 2Petr.3:6 (in den beginne…en het oordeel …woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, Gen.1:1-2).
We onderscheiden ook hier:
1e aioon > de toenmalige wereld
2e aioon > de wereld van de voortijd
3e aioon > de tegenwoordige boze wereld
4e aioon > de toekomende wereld >>Messiaans Vrederijk
5e aioon. > de Nieuwe scheppping van Hemelen en aarde
Zo begint God dus na de zondvloed met een nieuwe ‘eeuw’ (aioon de derde), waarin Hij een verbond sluit met de mensheid, wat derhalve een eenzijdig en onvoorwaardelijk verbond was (Gen.8:1-11:8)!
God begint opnieuw en zien dat Sem Cham en Jafeth, deze drie zonen van Noach de gehele aarde gaan bevolken (Gen.9:19). (Zo lezen we in Genesis 9 eerst een geschiedenis over Cham deze was de vader van Kanaan; uit de geschiedenis blijkt, dat Cham gezondigd heeft, waarop over zijn zoon Kanaan een vloek wordt uitgesproken, hetgeen zijn vervulling vindt in de 4e aioon!…Gen.9:24-27 zie ook: Zach.14:20-21.
‘Te dien dage zal op de bellen van de paarden staan: Den HERE heilig; en potten in het huis des HEREN zullen zijn als de sprengbekkens vóór het altaar; ja, alle potten in Jeruzalem en in Juda zullen de HERE der heerscharen heilig zijn, zodat alle offeraars kunnen komen en die gebruiken om daarin te koken. En er zal te dien dage geen Kanaaniet meer zijn in het huis van de HERE der heerscharen.’
Nu in vogelvlucht de afstammelingen van:
In Bijbels Perspectief
Het allereerste verspreidingsgebied Shem Cham Japheth en hun nakomelingen.
JAFETH - dit zijn: Gomer, Togarmah, Magog, Tubal, Meshek…
CHAM - dit zijn: Kus, Put, Kanaan…
SEM - dit zijn: Elam, Assur, Arpachsad…
Alvorens het ‘Messiaanse Vrederijk’ bij de komst van de Messias Jezus aanvangt en de laatste jaarweek van 7 jaren van de drie nog openstaande weken (3×7=21 jaar) vervuld zijn, spreekt de profetie van nog 4 oorlogen die vóór het ‘Duizendjarig vrederijk’ zullen plaatsvinden.
We vinden in Jesaja 17: ‘Godsspraak over Damascus’, zie Damaskus wordt weggenomen, zodat het geen stad meer is: het wordt een puinhoop, een bouwval’ vs.1….dat men vanwege de Israelieten verlaten heeft, vs.9.
In Ezechiel 38 en 39: ‘Zo zegt de Here HERE: zie Ik zal u, Gog, (in het land van Magog), grootvorst van Mesech en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger,…
En Daniel 11:40-45 spreekt van: ‘Maar in de eindtijd zal met hem de koning van het Zuiden in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op deze aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen. Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen
struikelen;….
Tenslotte, lezen we in Zacharia 14:2 ‘Dan zal
Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden. Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden,zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde,…
(zie voor deze vier oorlogen de andere artikelen in Eindtijdstudies op deze website)
Hier vinden we dus vier beschrijvingen van ‘Oorlogvoering’! Maar zult u zeggen is het niet genoeg geweest, nog meer onschuldige slachtoffers, nog meer ellende en verdriet, honger en ziekten! We zouden toch na al die ‘apokalyptische tijden’ in de voorbije 20e eeuw van één ding een ontstellende afkeer moeten hebben en dat is Oorlog!
Was het niet de ‘boze eeuw’ (gr. aioon) waar de apostel Paulus over sprak in zijn betoog aan de Galaten in hoofdstuk 1 vers 4, waar hij was uitgetrokken naar de wil van God!
Maar het heikele punt is dat juist deze 4 bovengenoemde ‘oorlogen’ zich in deze tijdspanne a.h.w. aan het uitkristalliseren zijn in de geopolitieke wereld van het Midden-Oosten -anno 2011/2012/2013- en wachten slechts op de vervulling daarvan die in deze ‘profetieen’ ligt opgesloten!
Enkele opmerkingen hierover:
De oorlog tegen Damaskus.
Damaskus is zoals u weet de hoofdstad van Syrie, het vroegere Aram-Maaka; Aram was een zoon van Sem, (Gen.10:22), wat betekent -hoog-verheven-voortreffelijk-, dus ook een Semitisch volk! Er wordt weleens verondersteld uit de profetie van Jesaja 19:23-25 ‘dat er een heerban wezen zal van Egypte naar Assur’,… het hier (zal) gaa(n)t over Damaskus en Syrie, doch als we goed de Bijbelse atlas bezien ligt ‘Assur’ tussen de Tigrus en de Eufraat ingeklemd! Blijkens vers 14 uit Jesaja 17 vindt het gehele gebeuren plaats in één nacht…’voordat het morgen wordt, zijn zij er niet meer’! Israel beschikt momenteel over wapens, die een stad als Damaskus in één ogenblik zouden kunnen vernietigen.
Een heikel punt is nog steeds de kwestie van de ‘Golanhoogvlakte’, deze is schijnbaar onoplosbaar! President Bashar al-Asad van Syriem zal op een gegeven moment zijn hand overspelen! Dat heeft hij nu gedaan! Zijn land gaat langzamerhand naar de afgrond en het wankele evenwicht tussen de bevolkingsgroepen is weg. De actualiteit hierbij is dat de zogenaamde democratie in Libanon en die gedomineerd wordt door Sjeik Hassan Nasrallah, leider van de Sjiitische Libanese beweging Hezbollah op zijn beurt weer gesteund wordt door het regime in Teheran in zijn oorlogen tegen Israël het goed vinden hebben van Syrië. Dit zit Israël allang zat en deze natie zal in het ‘secondespel’ niet aarzelen om ‘raketten met biologische of bacteriologische ladingen’ op voorhand te vernietigenzodat Damaskus niet meer zal zijn! Amerika heeft zijn messen op dit
punt reeds geslepen!!!!
JAFETH - dit zijn: Gomer, Togarmah, Magog, Tubal, Meshek…
CHAM - dit zijn: Kus, Put, Kanaan…
SEM - dit zijn: Elam, Assur, Arpachsad…
Alvorens het ‘Messiaanse Vrederijk’ bij de komst van de Messias Jezus aanvangt en de laatste jaarweek van 7 jaren van de drie nog openstaande weken (3×7=21 jaar) vervuld zijn, spreekt de profetie van nog 4 oorlogen die vóór het ‘Duizendjarig vrederijk’ zullen plaatsvinden.
We vinden in Jesaja 17: ‘Godsspraak over Damascus’, zie Damaskus wordt weggenomen, zodat het geen stad meer is: het wordt een puinhoop, een bouwval’ vs.1….dat men vanwege de Israelieten verlaten heeft, vs.9.
In Ezechiel 38 en 39: ‘Zo zegt de Here HERE: zie Ik zal u, Gog, (in het land van Magog), grootvorst van Mesech en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger,…
En Daniel 11:40-45 spreekt van: ‘Maar in de eindtijd zal met hem de koning van het Zuiden in botsing komen, en de koning van het Noorden zal op deze aanstormen met wagens en ruiters en vele schepen; en hij zal de landen binnenvallen, en als een overstroming steeds verder om zich heen grijpen. Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen
struikelen;….
Tenslotte, lezen we in Zacharia 14:2 ‘Dan zal
Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden. Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden,zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde,…
(zie voor deze vier oorlogen de andere artikelen in Eindtijdstudies op deze website)
Hier vinden we dus vier beschrijvingen van ‘Oorlogvoering’! Maar zult u zeggen is het niet genoeg geweest, nog meer onschuldige slachtoffers, nog meer ellende en verdriet, honger en ziekten! We zouden toch na al die ‘apokalyptische tijden’ in de voorbije 20e eeuw van één ding een ontstellende afkeer moeten hebben en dat is Oorlog!
Was het niet de ‘boze eeuw’ (gr. aioon) waar de apostel Paulus over sprak in zijn betoog aan de Galaten in hoofdstuk 1 vers 4, waar hij was uitgetrokken naar de wil van God!
Maar het heikele punt is dat juist deze 4 bovengenoemde ‘oorlogen’ zich in deze tijdspanne a.h.w. aan het uitkristalliseren zijn in de geopolitieke wereld van het Midden-Oosten -anno 2011/2012/2013- en wachten slechts op de vervulling daarvan die in deze ‘profetieen’ ligt opgesloten!
Enkele opmerkingen hierover:
De oorlog tegen Damaskus.
Damaskus is zoals u weet de hoofdstad van Syrie, het vroegere Aram-Maaka; Aram was een zoon van Sem, (Gen.10:22), wat betekent -hoog-verheven-voortreffelijk-, dus ook een Semitisch volk! Er wordt weleens verondersteld uit de profetie van Jesaja 19:23-25 ‘dat er een heerban wezen zal van Egypte naar Assur’,… het hier (zal) gaa(n)t over Damaskus en Syrie, doch als we goed de Bijbelse atlas bezien ligt ‘Assur’ tussen de Tigrus en de Eufraat ingeklemd! Blijkens vers 14 uit Jesaja 17 vindt het gehele gebeuren plaats in één nacht…’voordat het morgen wordt, zijn zij er niet meer’! Israel beschikt momenteel over wapens, die een stad als Damaskus in één ogenblik zouden kunnen vernietigen.
Een heikel punt is nog steeds de kwestie van de ‘Golanhoogvlakte’, deze is schijnbaar onoplosbaar! President Bashar al-Asad van Syriem zal op een gegeven moment zijn hand overspelen! Dat heeft hij nu gedaan! Zijn land gaat langzamerhand naar de afgrond en het wankele evenwicht tussen de bevolkingsgroepen is weg. De actualiteit hierbij is dat de zogenaamde democratie in Libanon en die gedomineerd wordt door Sjeik Hassan Nasrallah, leider van de Sjiitische Libanese beweging Hezbollah op zijn beurt weer gesteund wordt door het regime in Teheran in zijn oorlogen tegen Israël het goed vinden hebben van Syrië. Dit zit Israël allang zat en deze natie zal in het ‘secondespel’ niet aarzelen om ‘raketten met biologische of bacteriologische ladingen’ op voorhand te vernietigenzodat Damaskus niet meer zal zijn! Amerika heeft zijn messen op dit
punt reeds geslepen!!!!
In Bijbels Perspectief
Israël beschikt momenteel over wapens, die een stad als Damaskus in één ogenblik zouden kunnen vernietigen.
De oorlog van Gog-Magog.
Met name in Ezechiël 38 komen we in verband met de eindtijd een aantal namen tegen die rechtstreeks af te leiden zijn van de namen die genoemd worden in Genesis 9:18-29 en Genesis 10. Zoals we hebben gezien stammen deze volken uit Ezechiel 38 en 39 af van de zonen van Noach, Jafeth en Cham.
We zullen e.a. specificeren: (zie kaart hiervoor ils eerste zoon wordt in Genesis 10 genoemd Jafhet. Zijn eerste zoon was Gomer. Deze wordt veréénzelvigd met Gimmirraa van de Assyrische bronnen, dat zijn de Kimmeriori van de Griekse bronnen. Er zijn aanwijzingen, dat de nakomelingen van Gomer zich gevestigd hebben op de Britse eilanden als Kelten (Kimmeriori) en ten noorden van de Kaspische Zee in Rusland. Eén van de zonen van Gomer was Askenaz. Zijn nakomelingen kunnen waarschijnlijk ten dele geïdentificeerd worden met het Duitse volk, het Hebreeuwse woord voor Duitsland is Askenaz. Een andere zoon van Gomer is Togarmah. Deze wordt door de Armeniers beschouwd als de grondlegger van hun volk.
Armenië is ook bekend als Ararat, gelegen ten zuidoosten van de Zwarte Zee, dicht bij de oostelijke grens van Turkije. De tweede zoon van Jafeth is Magog: de bekende Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, die in het begin van onze jaartelling leefde, heeft geschreven dat de nakomelingen van Magog door de Grieken Scyten werden genoemd, deze vestigden zich ten noorden van de berg Ararat in de zuidelijke Kaukasus, in Georgië in Rusland. De nakomelingen van de broers Mesech en Tubal hebben zich eveneens in Rusland gevestigd. Hier zien we dus de grote lijnen in beeld van de nakomelingen van Jafeth, waarvan Ezechiel ons verteld in hoofdstuk 38:1-7 en 39:1.
Wat zeggen de Rabbijnen ons vandaag?
Maar wie of wat zijn ‘Gog en Magog’? Wordt daar één volk of land mee bedoeld? En als zij Israël zullen binnenvallen, wanneer zal dat dan plaatsvinden, zoals beschreven in Ezechiël. De oude rabbijnen wijzen er in de ‘midrash’ (midrash is een actualiserende vertolking van de Tenach) op dat de getalswaarde van ‘Gog en Magog’ 70 is. Deze strijd van ‘Gog en Magog’
omvat volgens de oude rabbijnse traditie de 70 volken en verondersteld dus het gehele mensdom, dat gewikkeld zal zijn in een laatste strijd tegen Israël, dus een wereldomvattend Armageddon, waarin de strijdkrachten van ‘Gog en Magog’ optrekken tegen de legers van de Messias! Symbolisch en profetisch zien de rabbijnen ‘Gog en Magog’ dus niet als één bepaald volk, bijv. Rusland, maar als een gezamenlijke macht die ten doel heeft Israël te vernietigen! Desalniettemin schrijft Joel C. Rosenberg in zijn recente columns:
‘In the summer of 2010, a group of Orthodox rabbis began publicly speculating that perhaps the “War of Gog and Magog” was going to happen sooner than most people thought,…naar aanleiding van de recente ontwikkelingen aan de Israëlische grenzen!
Een scenario dat meer voor de hand ligt!
Tal van Schriftuurlijke aanwijzingen duiden erop, dat in het huidige decennium een noordelijk blok tot stand zal komen, waarvan Rusland aan het hoofd zal staan! De Leidse Vertaling heeft, in navolging van de Septuagint de volgende vertaling: ‘Mensenkind, vestig uw oog op Gog in het land van de vorst van Ros, Mesech en Tubal’ (Ezech..38:2-3). Juist de klankverwantschap met Rusland, Moskou, en Tobolsk (de laatste als hoofdstad van Aziatisch Rusland) komt ten goede aan de mening dat ‘Gog en Magog’ in het einde van deze boze eeuw (gr. aioon), een belangrijke rol zullen spelen in de geopolitieke wereld van het Midden-Oosten als het gaat om de rijkdommen: zoals olie, gas, petroleum die thans in Israël worden ontdekt (Ezech.38:13).
De oorlog van Gog-Magog.
Met name in Ezechiël 38 komen we in verband met de eindtijd een aantal namen tegen die rechtstreeks af te leiden zijn van de namen die genoemd worden in Genesis 9:18-29 en Genesis 10. Zoals we hebben gezien stammen deze volken uit Ezechiel 38 en 39 af van de zonen van Noach, Jafeth en Cham.
We zullen e.a. specificeren: (zie kaart hiervoor ils eerste zoon wordt in Genesis 10 genoemd Jafhet. Zijn eerste zoon was Gomer. Deze wordt veréénzelvigd met Gimmirraa van de Assyrische bronnen, dat zijn de Kimmeriori van de Griekse bronnen. Er zijn aanwijzingen, dat de nakomelingen van Gomer zich gevestigd hebben op de Britse eilanden als Kelten (Kimmeriori) en ten noorden van de Kaspische Zee in Rusland. Eén van de zonen van Gomer was Askenaz. Zijn nakomelingen kunnen waarschijnlijk ten dele geïdentificeerd worden met het Duitse volk, het Hebreeuwse woord voor Duitsland is Askenaz. Een andere zoon van Gomer is Togarmah. Deze wordt door de Armeniers beschouwd als de grondlegger van hun volk.
Armenië is ook bekend als Ararat, gelegen ten zuidoosten van de Zwarte Zee, dicht bij de oostelijke grens van Turkije. De tweede zoon van Jafeth is Magog: de bekende Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, die in het begin van onze jaartelling leefde, heeft geschreven dat de nakomelingen van Magog door de Grieken Scyten werden genoemd, deze vestigden zich ten noorden van de berg Ararat in de zuidelijke Kaukasus, in Georgië in Rusland. De nakomelingen van de broers Mesech en Tubal hebben zich eveneens in Rusland gevestigd. Hier zien we dus de grote lijnen in beeld van de nakomelingen van Jafeth, waarvan Ezechiel ons verteld in hoofdstuk 38:1-7 en 39:1.
Wat zeggen de Rabbijnen ons vandaag?
Maar wie of wat zijn ‘Gog en Magog’? Wordt daar één volk of land mee bedoeld? En als zij Israël zullen binnenvallen, wanneer zal dat dan plaatsvinden, zoals beschreven in Ezechiël. De oude rabbijnen wijzen er in de ‘midrash’ (midrash is een actualiserende vertolking van de Tenach) op dat de getalswaarde van ‘Gog en Magog’ 70 is. Deze strijd van ‘Gog en Magog’
omvat volgens de oude rabbijnse traditie de 70 volken en verondersteld dus het gehele mensdom, dat gewikkeld zal zijn in een laatste strijd tegen Israël, dus een wereldomvattend Armageddon, waarin de strijdkrachten van ‘Gog en Magog’ optrekken tegen de legers van de Messias! Symbolisch en profetisch zien de rabbijnen ‘Gog en Magog’ dus niet als één bepaald volk, bijv. Rusland, maar als een gezamenlijke macht die ten doel heeft Israël te vernietigen! Desalniettemin schrijft Joel C. Rosenberg in zijn recente columns:
‘In the summer of 2010, a group of Orthodox rabbis began publicly speculating that perhaps the “War of Gog and Magog” was going to happen sooner than most people thought,…naar aanleiding van de recente ontwikkelingen aan de Israëlische grenzen!
Een scenario dat meer voor de hand ligt!
Tal van Schriftuurlijke aanwijzingen duiden erop, dat in het huidige decennium een noordelijk blok tot stand zal komen, waarvan Rusland aan het hoofd zal staan! De Leidse Vertaling heeft, in navolging van de Septuagint de volgende vertaling: ‘Mensenkind, vestig uw oog op Gog in het land van de vorst van Ros, Mesech en Tubal’ (Ezech..38:2-3). Juist de klankverwantschap met Rusland, Moskou, en Tobolsk (de laatste als hoofdstad van Aziatisch Rusland) komt ten goede aan de mening dat ‘Gog en Magog’ in het einde van deze boze eeuw (gr. aioon), een belangrijke rol zullen spelen in de geopolitieke wereld van het Midden-Oosten als het gaat om de rijkdommen: zoals olie, gas, petroleum die thans in Israël worden ontdekt (Ezech.38:13).
In Bijbels Perspectief
Tobolsk van Tubal is de hoofdstad van Aziatisch Rusland.
Nu terug naar de tekst, want laten we niet vergeten dat de Israël vijandige staten er geen vermoeden van hebben dat het God zelf is, die hen drijft naar de bergen van Israël om daar een verschrikkelijk wraakgericht tegemoet te gaan:
‘Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, alle volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schil en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; het huis van Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden - vele volken met u. Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman.’ (Ezech.38:4-7)… …
‘Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden brengen op de bergen van Israël. Dan zal Ik de boog uit uw linkerhand slaan en de pijlen uit uw rechterhand doen vallen. Op de bergen van Israël zult gij vallen, gij met al uw krijgsbenden en de volken die met u zijn; aan roofvogels, vogels van allerlei gevederte, en aan het gedierte des velds zal Ik u tot voedsel geven; op het open veld zult gij vallen, want Ik heb het gesproken, luidt het woord van de HERE
HERE (Ezech.39:2-5).
Deze verraderlijke aanval van Gog en zijn bondgenoten zal uitlopen zoals we hebben gelezen op een ‘vernietigende machtsdaad van God’; zo zal Hij zijn heerlijkheid onder de volken brengen, en zullen alle volken het gericht zien dat Hij voltrokken heeft,…en het Huis Israëls zal weten, dat Hi de HERE hun God is, van die dag af en voortaan’
(Ezech.39:21-22).
Dit scenario is zich hedendaags aan het concretiseren.
3. De oorlog van Daniel 11:40-45.
Sommige exegeten zijn namelijk van mening dat de ‘antichrist’ niet zal voortkomen uit de ‘koningen van het Noorden’ en die ‘van het Zuiden’, ze menen dat die koningen er reeds lang geweest zijn in de gedaante van de Syrische (Seleucidische) koningen en de Egyptische (Ptolemeïsche) koningen uit de 3e en 2e eeuw voor onze jaartelling. Maar als we goed lezen in Daniel 11:2-12:4 deelt de engel Gabriël mede wat er in het ‘boek der waarheid‘ (Daniel 10:21) geschreven staat over de eindtijd. Het medegedeelde is profetie, het heeft niet betrekking op de historie, zoals zo vaak gedacht is! Nee, het ‘boek der waarheid’ informeert Daniel over de eindtijd, dus de komende strijd tussen de ‘koningen van het Zuiden’ en een drietaelkaar opvolgende ‘koningen van het Noorden’, juist deze engel Gabriël informeert Daniël over zowel de strijd in de hemelen tussen de engelmachten die gestreden wordt over hun domein op aarde, als over de aardse strijd tussen de ‘koningen van het Noorden en die van het Zuiden’.
Ook wijst de Schrift nauwkeurig en ondubbelzinnig op de tien naties in het Midden-Oosten, die de antichrist zullen steunen om Israël te verdelgen, zoals Psalm 83 het zo treffend verwoord: ‘Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht’, vs.5.
En dan vermeldt Asaf ze alle tien met hun toenmalige namen, die zich heden ten dage (anno 2013) rondom het land Israel als volgt laten invullen (Ps.83:7-9).
Eerst komt Jakobs grote mededinger om het eerstgeboorterecht: Edom (Esau), dat zijn kernland heeft ten Zuiden van Israel!
Dan de islamieten, die met Isaäk om de eerste plaats in Gods plan streden, dat is het Arabisch gebied!
Moab is voortgekomen uit Lot, dat ligt in het Overjordaanse!
De Hagerene, doelend op een andere groep uit Abrahams nageslacht, wonen mogelijk in de Sinaï.
Nu terug naar de tekst, want laten we niet vergeten dat de Israël vijandige staten er geen vermoeden van hebben dat het God zelf is, die hen drijft naar de bergen van Israël om daar een verschrikkelijk wraakgericht tegemoet te gaan:
‘Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, alle volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schil en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; het huis van Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden - vele volken met u. Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman.’ (Ezech.38:4-7)… …
‘Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden brengen op de bergen van Israël. Dan zal Ik de boog uit uw linkerhand slaan en de pijlen uit uw rechterhand doen vallen. Op de bergen van Israël zult gij vallen, gij met al uw krijgsbenden en de volken die met u zijn; aan roofvogels, vogels van allerlei gevederte, en aan het gedierte des velds zal Ik u tot voedsel geven; op het open veld zult gij vallen, want Ik heb het gesproken, luidt het woord van de HERE
HERE (Ezech.39:2-5).
Deze verraderlijke aanval van Gog en zijn bondgenoten zal uitlopen zoals we hebben gelezen op een ‘vernietigende machtsdaad van God’; zo zal Hij zijn heerlijkheid onder de volken brengen, en zullen alle volken het gericht zien dat Hij voltrokken heeft,…en het Huis Israëls zal weten, dat Hi de HERE hun God is, van die dag af en voortaan’
(Ezech.39:21-22).
Dit scenario is zich hedendaags aan het concretiseren.
3. De oorlog van Daniel 11:40-45.
Sommige exegeten zijn namelijk van mening dat de ‘antichrist’ niet zal voortkomen uit de ‘koningen van het Noorden’ en die ‘van het Zuiden’, ze menen dat die koningen er reeds lang geweest zijn in de gedaante van de Syrische (Seleucidische) koningen en de Egyptische (Ptolemeïsche) koningen uit de 3e en 2e eeuw voor onze jaartelling. Maar als we goed lezen in Daniel 11:2-12:4 deelt de engel Gabriël mede wat er in het ‘boek der waarheid‘ (Daniel 10:21) geschreven staat over de eindtijd. Het medegedeelde is profetie, het heeft niet betrekking op de historie, zoals zo vaak gedacht is! Nee, het ‘boek der waarheid’ informeert Daniel over de eindtijd, dus de komende strijd tussen de ‘koningen van het Zuiden’ en een drietaelkaar opvolgende ‘koningen van het Noorden’, juist deze engel Gabriël informeert Daniël over zowel de strijd in de hemelen tussen de engelmachten die gestreden wordt over hun domein op aarde, als over de aardse strijd tussen de ‘koningen van het Noorden en die van het Zuiden’.
Ook wijst de Schrift nauwkeurig en ondubbelzinnig op de tien naties in het Midden-Oosten, die de antichrist zullen steunen om Israël te verdelgen, zoals Psalm 83 het zo treffend verwoord: ‘Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht’, vs.5.
En dan vermeldt Asaf ze alle tien met hun toenmalige namen, die zich heden ten dage (anno 2013) rondom het land Israel als volgt laten invullen (Ps.83:7-9).
Eerst komt Jakobs grote mededinger om het eerstgeboorterecht: Edom (Esau), dat zijn kernland heeft ten Zuiden van Israel!
Dan de islamieten, die met Isaäk om de eerste plaats in Gods plan streden, dat is het Arabisch gebied!
Moab is voortgekomen uit Lot, dat ligt in het Overjordaanse!
De Hagerene, doelend op een andere groep uit Abrahams nageslacht, wonen mogelijk in de Sinaï.
In Bijbels Perspectief
Edom, Moab en Ammon liggen ten oosten van Israël, in het Overjordaanse. Zij vormen nu het land Jordanië.
Gebal is de aanduiding voor Libanon!
Ammon, uit Lot…bevindt zich ook in het
Overjordaanse!
Amelek, dat zowel een aanduiding van Egypte is, de wrekerverdrukker, als ook zelf een doodsvijand van Israël!
Filistea (Phoenicië), uit Esau dat met…(zie 9) Tyrus, het
handelsverkeer vertegenwoordigd!…
En tenslotte noemt Asaf: Assur, ‘dat zich bij Israëls vijanden heeft gevoegd’, met name ter ondersteuning van de zonen van Lot!
Zoals we zien maken deze ‘tien koningen’ (landen) deel uit van de koninkrijken van het ‘Noorden’ en die van het ‘Zuiden’ uit Daniel 11. Zij zullen voor één uur de komende helpers van de ‘antichrist’ zijn (Openb.17:14), het zijn dezelfde ‘tien koningen’ (hoornen), die Daniel 7 vers 7 noemt!
4. De oorlog van Zacharia 14.
Deze profetie is de duidelijkste van alle profetieën omdat er geen twijfel aan kan bestaan, dat zij betrekking heeft op de
gebeurtenissen direct voorafgaand aan en volgend op de komst van de Messias Jezus Christus. Het gaat hier om de finale afrekening met alle goddeloze volken. Het staat er ook zo duidelijk in vers 2: ‘Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijd vergaderen’. Waren het tot nu toe bepaalde -en hier en daar zelfs vele volken-, het gaat nu om alle volken, en het gaat hier duidelijk om Jeruzalem!
De stad zal ingenomen worden, er staat niet: verwoest! Toch is uit Jeremia af te leiden, dat de stad ernstige schade zal lijden; de helft van de bevolking trekt weg in ballingschap, zoals reeds gezegd, is er een belangrijk verschil tussen wegtrekken en wegvoeren, het gaat hier kennelijk niet om een in ballingschap wegvoeren naar vreemde landen; daarvoor is de periode van de strijd ook tekort en de legers zijn nauwelijks tot iets in staat, want van de strijdende volken zal ‘ieders vlees, terwijl hij nog op zijn benen staat, wegteren (Zach.14:12). Niet duidelijk is, of deze plaag beperk zal zijn tot de militairen van alle volken, die zijn uitgerukt, of dat het gaat om alle volken ter plaatse waar zij leven. Er zal een grote verwarring zijn, dat de militairen onderling slaags raken (vs.13), het leger van Israel zal betrokken zijn bij de verdediging van Jeruzalem (vs.14). Ook zullen er zeer grote natuurverschijnselen plaatsvinden, waaronder een zware aardbeving – dit laatste valt af te leiden uit vers 10 en het volk zal een vlucht nemen naar de woestijn, of dat alle inwoners van Israël betreft, of alleen de inwoners van Jeruzalem is niet duidelijk!
Zoals we hebben gezien is het culminatiepunt van deze vier oorlogen gelegen in: ‘De Wederkomst van Jezus Christus en het Messiaanse Vrederijk!
De Wederkomst van Jezus de Messias beperkt zich niet alleen tot de redding van het gelovig Israël, maar zal in een veel breder perspectief voor Jeruzalem en omstreken grote gevolgen hebben.
Gebal is de aanduiding voor Libanon!
Ammon, uit Lot…bevindt zich ook in het
Overjordaanse!
Amelek, dat zowel een aanduiding van Egypte is, de wrekerverdrukker, als ook zelf een doodsvijand van Israël!
Filistea (Phoenicië), uit Esau dat met…(zie 9) Tyrus, het
handelsverkeer vertegenwoordigd!…
En tenslotte noemt Asaf: Assur, ‘dat zich bij Israëls vijanden heeft gevoegd’, met name ter ondersteuning van de zonen van Lot!
Zoals we zien maken deze ‘tien koningen’ (landen) deel uit van de koninkrijken van het ‘Noorden’ en die van het ‘Zuiden’ uit Daniel 11. Zij zullen voor één uur de komende helpers van de ‘antichrist’ zijn (Openb.17:14), het zijn dezelfde ‘tien koningen’ (hoornen), die Daniel 7 vers 7 noemt!
4. De oorlog van Zacharia 14.
Deze profetie is de duidelijkste van alle profetieën omdat er geen twijfel aan kan bestaan, dat zij betrekking heeft op de
gebeurtenissen direct voorafgaand aan en volgend op de komst van de Messias Jezus Christus. Het gaat hier om de finale afrekening met alle goddeloze volken. Het staat er ook zo duidelijk in vers 2: ‘Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijd vergaderen’. Waren het tot nu toe bepaalde -en hier en daar zelfs vele volken-, het gaat nu om alle volken, en het gaat hier duidelijk om Jeruzalem!
De stad zal ingenomen worden, er staat niet: verwoest! Toch is uit Jeremia af te leiden, dat de stad ernstige schade zal lijden; de helft van de bevolking trekt weg in ballingschap, zoals reeds gezegd, is er een belangrijk verschil tussen wegtrekken en wegvoeren, het gaat hier kennelijk niet om een in ballingschap wegvoeren naar vreemde landen; daarvoor is de periode van de strijd ook tekort en de legers zijn nauwelijks tot iets in staat, want van de strijdende volken zal ‘ieders vlees, terwijl hij nog op zijn benen staat, wegteren (Zach.14:12). Niet duidelijk is, of deze plaag beperk zal zijn tot de militairen van alle volken, die zijn uitgerukt, of dat het gaat om alle volken ter plaatse waar zij leven. Er zal een grote verwarring zijn, dat de militairen onderling slaags raken (vs.13), het leger van Israel zal betrokken zijn bij de verdediging van Jeruzalem (vs.14). Ook zullen er zeer grote natuurverschijnselen plaatsvinden, waaronder een zware aardbeving – dit laatste valt af te leiden uit vers 10 en het volk zal een vlucht nemen naar de woestijn, of dat alle inwoners van Israël betreft, of alleen de inwoners van Jeruzalem is niet duidelijk!
Zoals we hebben gezien is het culminatiepunt van deze vier oorlogen gelegen in: ‘De Wederkomst van Jezus Christus en het Messiaanse Vrederijk!
De Wederkomst van Jezus de Messias beperkt zich niet alleen tot de redding van het gelovig Israël, maar zal in een veel breder perspectief voor Jeruzalem en omstreken grote gevolgen hebben.
In Bijbels Perspectief
De Wederkomst van Jezus de Messias beperkt zich niet alleen tot de redding van het gelovig Israël, maar zal in een veel breder perspectief voor Jeruzalem en omstreken grote gevolgen hebben.
Ten eerste zal het een dag zijn waarop geen kostelijk licht zal zijn (Zach.14:6), hiermee wordt gedoeld op het duister (geen licht) en de hitte (geen verstijving) die Gods oordeel met zich zal meebrengen! Jeruzalem zal zijn als een oven, zo donker en verstikkend heet, en er zal op die dag geen onderscheid zijn tussen dag en nacht, alles zal even donker en ellendig zijn;…maar ondanks al deze verschrikkingen is er toch hoop, want zo staat er aan het einde van vers7…’ten tijde van de avond zal er licht wezen’. Of zoals Maleachi 4 het verwoord: ‘Maar voor u, di Mijn Naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal’, vs.2.
Dan zullen de woorden uit Spreuken 4:18 in vervulling gaan: ‘Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag’.
Het zal een dag zijn waarop de HERE de heerschappij van Israël en de omliggende volken op Zich zal nemen en grote natuurkundige en ecologische veranderingen plaats zullen vinden; want zo staat er in vers 8 geschreven: ‘dat levende wateren van Jeruzalem uit zullen gaan’…zowel naar de oostelijke Zee, oftewel de Dode Zee, als naar de Westelijke Zee, dus de Middellandse Zee, en het zal zowel in de winter als in de zomer gebeuren, letterlijk: ‘levende wateren’.
Het wijst alles heen naar de Here Jezus Zelf! Hij heeft het immers gezegd op de laatste dag van het Loofhuttenfeest:
‘Indien iemand dorst heeft die kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit Zijn binnenste vloeien’ (Joh.7:37-38)
En de volken die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen om het ‘Loofhuttenfeest’ te vieren (Zach.14:16)…GELOOF HET MAAR!
Samenvattend:
Al de recente tekenen en gebeurtenissen in de geopolitieke wereld die zich vandaag in het Midden-Oosten voordoen zeggen ons één ding: Let op de regio van het Midden Oosten.
Het gegeven dat in Israel op de eerste dag van het ‘Loofhuttenfeest’ er een gedeelte uit de Haftare van Zacharia 14 en op de tussenliggende Sabbat uit de hoofdstukken van Ezechiel 38 en 39 gelezen wordt is veelzeggend!
De mens in de ‘Loofhut’ (Soeka) richt zijn oog omhoog vertrouwende op de Goddelijke Voorzienigheid, ook bekijkt hij de zon en de maan door het fragile dak van de ‘Soeka’ van bladeren en takken heen.
‘Spreek tot de Israelieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE, zeven dagen lang’ (Lev.23:34).
‘…opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israelieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de HERE, uw God’ (Lev.23:43).
Ten eerste zal het een dag zijn waarop geen kostelijk licht zal zijn (Zach.14:6), hiermee wordt gedoeld op het duister (geen licht) en de hitte (geen verstijving) die Gods oordeel met zich zal meebrengen! Jeruzalem zal zijn als een oven, zo donker en verstikkend heet, en er zal op die dag geen onderscheid zijn tussen dag en nacht, alles zal even donker en ellendig zijn;…maar ondanks al deze verschrikkingen is er toch hoop, want zo staat er aan het einde van vers7…’ten tijde van de avond zal er licht wezen’. Of zoals Maleachi 4 het verwoord: ‘Maar voor u, di Mijn Naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal’, vs.2.
Dan zullen de woorden uit Spreuken 4:18 in vervulling gaan: ‘Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag’.
Het zal een dag zijn waarop de HERE de heerschappij van Israël en de omliggende volken op Zich zal nemen en grote natuurkundige en ecologische veranderingen plaats zullen vinden; want zo staat er in vers 8 geschreven: ‘dat levende wateren van Jeruzalem uit zullen gaan’…zowel naar de oostelijke Zee, oftewel de Dode Zee, als naar de Westelijke Zee, dus de Middellandse Zee, en het zal zowel in de winter als in de zomer gebeuren, letterlijk: ‘levende wateren’.
Het wijst alles heen naar de Here Jezus Zelf! Hij heeft het immers gezegd op de laatste dag van het Loofhuttenfeest:
‘Indien iemand dorst heeft die kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit Zijn binnenste vloeien’ (Joh.7:37-38)
En de volken die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen om het ‘Loofhuttenfeest’ te vieren (Zach.14:16)…GELOOF HET MAAR!
Samenvattend:
Al de recente tekenen en gebeurtenissen in de geopolitieke wereld die zich vandaag in het Midden-Oosten voordoen zeggen ons één ding: Let op de regio van het Midden Oosten.
Het gegeven dat in Israel op de eerste dag van het ‘Loofhuttenfeest’ er een gedeelte uit de Haftare van Zacharia 14 en op de tussenliggende Sabbat uit de hoofdstukken van Ezechiel 38 en 39 gelezen wordt is veelzeggend!
De mens in de ‘Loofhut’ (Soeka) richt zijn oog omhoog vertrouwende op de Goddelijke Voorzienigheid, ook bekijkt hij de zon en de maan door het fragile dak van de ‘Soeka’ van bladeren en takken heen.
‘Spreek tot de Israelieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE, zeven dagen lang’ (Lev.23:34).
‘…opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israelieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de HERE, uw God’ (Lev.23:43).
In Bijbels Perspectief
Pesach (Hebreeuws: פסח – afgeleid van 'sloeg over': Pasach), is ook bekend als het lentefeest, vrijheidsfeest of matzefeest is een van de belangrijkere feesten in het Jodendom. Met Pesach herdenkt men de joodse slavernij in Egypte en de uittocht uit Egypte ('Exodus') en daarmee de bevrijding van de slavernij.
Het feit dat zich in 2014 en 2015 een aantal ‘eclipsen’ zowel op Pesach als op Sukkot aan zon en maan voordoen bewijst nogmaals dat de Schriftplaatsen in Gen.1:14-16 en Ps.104:19 waar zijn, die aanzeggen dat de zon en maan gesteld zijn tot TEKENEN en tot GEZETTE TIJDEN, en tot DAGEN en JAREN op Mijn gezette hoogtijden, de Feesten van Israel.
Daarbij heeft een solar eclips (zonsverduistering) veelal betrekking op de volken, en een lunar eclips (bloed rode maan) betrekking op het volk Israël!
Deze gebeurtenissen in 2014 en 2015 geven in feite een alarmfase aan die voor Israel feitelijk al begonnen is op de 7e juni 1967 toen Jeruzalem in de Zesdaagse oorlog herenigd werd. Ook ligt daar nog een ‘Jubeljaar’ in het verschiet als daar de 7 x 7 jaarweken (49×360 dagen) die ook in die zin vanaf 7 juni in ’67 naar hun einde lopen en exact uitkomen op de ‘Yom Kippoer’ (Grote Verzoendag) van 23 September 2015.
‘ Voorts zult gij u zeven jaarsabbatten tellen, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen van de zeven jaarsabatten negenenveertig jaren zijn. Dan zult gij bazuingeschal doen rondgaan in de zevende maand op de tiende van de maand; op de Verzoendag zult gij de bazuin doen rondgaan door uwganse land. Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren’ (Lev..25:8-10).
Was dan de ‘Yom Kippoer-oorlog’ die op 6 oktober 1973 uitbrak een teken aan de wand, toen het Egyptische leger (de koning van het Zuiden) en het Syrische leger (de koning van het Noorden) het ‘Sieraadland’ binnenvielen en men in Israël werkelijk dacht dat de Gog-Magog’ oorlog begonnen was!
Nog slechts enkele jaren van nu scheiden ons van een andere ‘Yom Kippoer'"van een totaal van 42 jaren (1973-2015). Is hierbij het getal 42 een heen wijzing naar de 42 geslachten (3×14) die uitliepen op de geboorte van de Messias, en de 42 pleisterplaatsen die Israël passeerde voordat het beloofde land werd ingenomen door Jozua. Want Jozua was de zoon Nun, van de 50! Jozua, de geleider naar de nieuwe wereld, ‘het Beloofde Land’, is de -ben noen- van de vijftig,…het Jubeljaar!(Matth.1:17;Num.33:1-49;Joz.1:1).
Het vijftigste jaar!
Kunnen we voorzichtig zeggen dat daar spoedig het moment is aangebroken dat deze ‘planeet’ aarde door de ‘rechtmatige
erfgenaam’, het Lam, die gelijktijdig de Leeuw uit de stam van Juda is, Jezus Christus gelost zal worden door de zegels los te maken van de met zeven zegels verzegelde boekrol,…die tegenwoordige boze wereld (3e aioon) door de barensweeën heen naar de nieuwe wereld (4e aioon) van het Messiaanse Vrederijk zal leiden!
Het feit dat zich in 2014 en 2015 een aantal ‘eclipsen’ zowel op Pesach als op Sukkot aan zon en maan voordoen bewijst nogmaals dat de Schriftplaatsen in Gen.1:14-16 en Ps.104:19 waar zijn, die aanzeggen dat de zon en maan gesteld zijn tot TEKENEN en tot GEZETTE TIJDEN, en tot DAGEN en JAREN op Mijn gezette hoogtijden, de Feesten van Israel.
Daarbij heeft een solar eclips (zonsverduistering) veelal betrekking op de volken, en een lunar eclips (bloed rode maan) betrekking op het volk Israël!
Deze gebeurtenissen in 2014 en 2015 geven in feite een alarmfase aan die voor Israel feitelijk al begonnen is op de 7e juni 1967 toen Jeruzalem in de Zesdaagse oorlog herenigd werd. Ook ligt daar nog een ‘Jubeljaar’ in het verschiet als daar de 7 x 7 jaarweken (49×360 dagen) die ook in die zin vanaf 7 juni in ’67 naar hun einde lopen en exact uitkomen op de ‘Yom Kippoer’ (Grote Verzoendag) van 23 September 2015.
‘ Voorts zult gij u zeven jaarsabbatten tellen, zevenmaal zeven jaren; zodat de dagen van de zeven jaarsabatten negenenveertig jaren zijn. Dan zult gij bazuingeschal doen rondgaan in de zevende maand op de tiende van de maand; op de Verzoendag zult gij de bazuin doen rondgaan door uwganse land. Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren’ (Lev..25:8-10).
Was dan de ‘Yom Kippoer-oorlog’ die op 6 oktober 1973 uitbrak een teken aan de wand, toen het Egyptische leger (de koning van het Zuiden) en het Syrische leger (de koning van het Noorden) het ‘Sieraadland’ binnenvielen en men in Israël werkelijk dacht dat de Gog-Magog’ oorlog begonnen was!
Nog slechts enkele jaren van nu scheiden ons van een andere ‘Yom Kippoer'"van een totaal van 42 jaren (1973-2015). Is hierbij het getal 42 een heen wijzing naar de 42 geslachten (3×14) die uitliepen op de geboorte van de Messias, en de 42 pleisterplaatsen die Israël passeerde voordat het beloofde land werd ingenomen door Jozua. Want Jozua was de zoon Nun, van de 50! Jozua, de geleider naar de nieuwe wereld, ‘het Beloofde Land’, is de -ben noen- van de vijftig,…het Jubeljaar!(Matth.1:17;Num.33:1-49;Joz.1:1).
Het vijftigste jaar!
Kunnen we voorzichtig zeggen dat daar spoedig het moment is aangebroken dat deze ‘planeet’ aarde door de ‘rechtmatige
erfgenaam’, het Lam, die gelijktijdig de Leeuw uit de stam van Juda is, Jezus Christus gelost zal worden door de zegels los te maken van de met zeven zegels verzegelde boekrol,…die tegenwoordige boze wereld (3e aioon) door de barensweeën heen naar de nieuwe wereld (4e aioon) van het Messiaanse Vrederijk zal leiden!
In Bijbels Perspectief
‘En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven
van binnen en van buiten, wel verzegeld met zeven zegels. 2 En ik zag een sterke
engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar
zegels te verbreken? 3 En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de
aarde kon de boekrol openen of haar inzien. 4 En ik weende zeer, omdat niemand
waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. 5 En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel
Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen’.
Deze ‘verbreking van de verzegelde boekrol’, omvat de 7 zegelen, de 7 bazuinen, en de 7 schalen! Overeenkomend met de nog 3 openstaande jaarweken van 7 jaar, die zo plotseling werden afgebroken op een totaal van 70 weken. De 70 weken een aanvang namen nadat de muren van Jeruzalem herstel, de Tempel herbouwd en ingewijd was! (Ezra 4:1-6:22; Neh.12:27-13:31; Dan.9:24-26; Hand.28:26-28).
De apostel Petrus vermaant in zijn tweede brief n.a.v. de naderende ‘Dag des Heren’…doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag (2 Petr.3:8). Ook de apostel Paulus verhaalt in de Hebreënbrief, dat Israëls shalom als volk van God zal intreden met de komst van de Messias, en zal na een werkweek van 6 dagen van 1000 jaar ook die 7e dag aanbreken (Hebr.4:1-11).
Is het niet typerend dat juist daar waar de Joodse kalender (5771) 200 jaar mist, die gebaseerd is op de maankalender en waar de 6000 jaren (vanaf Adam tot Christus doop in de Jordaan in het jaar 27/28 A.D…exact 4000 jaar) gebaseerd op de zonnekalender plaats gaat maken voor de aanvang van een nieuw Millenium het (7e- 1000 tal) het ‘Messiaanse Vrederijk’ ook wel het Koninkrijk der Hemelen genoemd!
Daarbij genomen naderen we dus het Joods kalenderjaar 5800, waarin de naam Noach verborgen zit,…geschreven als de ‘noen-chet’ de 50 en de 8 dus 58. Deze naam houdt verband met ‘vertroosting’, dus niet de ondergang die ons wacht, maar het komen van een nieuwe eeuw (4e aioon), na de verdwijning van deze boze wereld (eeuw) of wel de 3e aioon (Gal.1:4).
‘Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.’
(Matth.24:37-39).
…. Wie kan zich voorbereiden tot de strijd als de ‘bazuin een onzeker geklank’ laat horen (Efz.5:14-16;6:13)! Het lijkt wel een profetie! ‘Blaast de bazuin op de nieuwe maan, op volle maan voor onze feestdag’ (Psalm 81:4).
van binnen en van buiten, wel verzegeld met zeven zegels. 2 En ik zag een sterke
engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar
zegels te verbreken? 3 En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de
aarde kon de boekrol openen of haar inzien. 4 En ik weende zeer, omdat niemand
waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. 5 En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel
Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen’.
Deze ‘verbreking van de verzegelde boekrol’, omvat de 7 zegelen, de 7 bazuinen, en de 7 schalen! Overeenkomend met de nog 3 openstaande jaarweken van 7 jaar, die zo plotseling werden afgebroken op een totaal van 70 weken. De 70 weken een aanvang namen nadat de muren van Jeruzalem herstel, de Tempel herbouwd en ingewijd was! (Ezra 4:1-6:22; Neh.12:27-13:31; Dan.9:24-26; Hand.28:26-28).
De apostel Petrus vermaant in zijn tweede brief n.a.v. de naderende ‘Dag des Heren’…doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag (2 Petr.3:8). Ook de apostel Paulus verhaalt in de Hebreënbrief, dat Israëls shalom als volk van God zal intreden met de komst van de Messias, en zal na een werkweek van 6 dagen van 1000 jaar ook die 7e dag aanbreken (Hebr.4:1-11).
Is het niet typerend dat juist daar waar de Joodse kalender (5771) 200 jaar mist, die gebaseerd is op de maankalender en waar de 6000 jaren (vanaf Adam tot Christus doop in de Jordaan in het jaar 27/28 A.D…exact 4000 jaar) gebaseerd op de zonnekalender plaats gaat maken voor de aanvang van een nieuw Millenium het (7e- 1000 tal) het ‘Messiaanse Vrederijk’ ook wel het Koninkrijk der Hemelen genoemd!
Daarbij genomen naderen we dus het Joods kalenderjaar 5800, waarin de naam Noach verborgen zit,…geschreven als de ‘noen-chet’ de 50 en de 8 dus 58. Deze naam houdt verband met ‘vertroosting’, dus niet de ondergang die ons wacht, maar het komen van een nieuwe eeuw (4e aioon), na de verdwijning van deze boze wereld (eeuw) of wel de 3e aioon (Gal.1:4).
‘Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in [die] dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.’
(Matth.24:37-39).
…. Wie kan zich voorbereiden tot de strijd als de ‘bazuin een onzeker geklank’ laat horen (Efz.5:14-16;6:13)! Het lijkt wel een profetie! ‘Blaast de bazuin op de nieuwe maan, op volle maan voor onze feestdag’ (Psalm 81:4).
In Bijbels Perspectief
Zon en maan eclipses 2014-2015.