In Bijbels Optiek
4.9. Formulier voor enkelingen-doop van kinderen.
( in het kader van een catechumenendienst tot opneming van kinderen in de gemeente, na de dienst van het Woord ).
Gemeente van Jezus Christus!
Wij hebben in ons midden enkele kinderen, die de periode van het jonge schoolkind achter zich hebben, de kinderkerk of zondagsschool ( kindernevendienst ) hebben verlaten en een nieuwe fase in hun leven binnengaan. Ook de opgroeiende jeugd heeft een eigen plaats binnen de gemeenschap van het geloof. Als zodanig bevestigen wij hun opneming als jongeren in de gemeente.
Allereerst mogen jullie, kinderen, weten dat God zelf bij jullie is op de verdere weg. Blijf alle vertrouwen stellen op Jezus Christus als de Heer van jullie leven. Jullie zijn jonge leden van Gods gezin en behoort bij de gemeente; zondags in de kerk, ook met de avondmaalsvierende gelovigen, en door de week in catechese en jeugdwerk. Dit alles gebeurt om jullie te helpen goede leden van Jezus Christus te worden op de plaats, die ieder later zal innemen in de wereld, in eigen huis en in de christengemeente.
Verder, gemeente, herinnert deze opneming van deze kinderen ons allen aan onze verantwoordelijkheid voor de jongeren. Wij moeten die waarmaken in gemeenschap en liefde, in voorbeeld en onderricht.
Zo is dit gebeuren tot eer van God, tot versterking van ons geloof en tot opbouw van Christus. Ere zij de vader en de Zoon en de Heilige Geest, nu en in eeuwigheid. Amen.
Aan de kinderen wordt nu gevraagd:
Willen jullie de Heer Jezus volgen in jullie leven? Waarop zij gezamenlijk met “ja” antwoorden.
Dan volgt de doop van de nog ongedoopte onder deze kinderen. Eerst wordt aan de ouders, indien zij hiermee hebben ingestemd, gevraagd: ouders van N.N. ( voornamen en gezinsnaam van het kind), bent u bereid voor uw deel de verantwoordelijkheid op u te nemen voor de doop van uw kind tot opneming in de gemeente van Christus? Antwoord : ja.
Bij de doop van meerdere kinderen uit verschillende gezinnen wordt deze vraag, uiteraard uitsluitend met hen vooraf uitgesproken instemming, achtereenvolgens aan de ouders van elk kind gesteld.
Dan wordt de gemeente verzocht op te staan en te antwoorden op de vraag : Gemeente, bent u bereid dit opgroeiende kind, dat gedoopt zal worden ( of: deze opgroeiende kinderen, die gedoopt zullen worden ), in uw midden op te nemen en voor uw deel de verantwoordelijkheid voor deze doop te aanvaarden ? Antwoord ( door de gemeente als geheel uit te spreken ) : ja. Dit antwoord kan ook worden gegeven door het gezamenlijk zingen of zingen van de geloofsbelijdenis. Ook wanneer een “ja” door de gemeente is uitgesproken, dient hier de geloofsbelijdenis in elk geval een plaats te hebben.
De kinderen hebben reeds allen met elkaar hun ja-woord gegeven op de aan allen, met inbegrip van de te dopen kinderen, eenvoudig gestelde geloofsvraag. Daarom kan nu de bediening van de doop volgen aan de te dopen kinderen één voor één, waarna de dienaar zegt ( eventueel met opheffing van handen ): De Here zal jullie (je) behoeden op al je wegen van nu aan tot in eeuwigheid. Amen.
Alle kinderen kunnen hierna één voor één bij name naar voren worden geroepen om uit de handen van de begeleiders van kinderkerk of zondagsschool ( kindernevendienst ) een herinnering ( bijv. een bijbeltje ) in ontvangst te nemen. Dit kan ook gebeuren na afloop van de dienst. Afgezien hiervan besluit de dienaar de handeling van de opneming der kinderen met de ( aan 1 Petrus 2 : 5 en Efeziërs 3 : 20-21 ontleende ) woorden tot alle kinderen te richten : laat jullie gebruiken als levende stenen voor de bouw van Gods gemeente om samen met alle anderen de wereld te dienen in geloof, hoop en liefde, en Christus groot te maken van geslacht tot geslacht.
Na een ( staande gezongen ) gemeentelied wordt de dienst, eventueel met viering van het avondmaal, overeenkomstig de liturgische orde voortgezet.
( in het kader van een catechumenendienst tot opneming van kinderen in de gemeente, na de dienst van het Woord ).
Gemeente van Jezus Christus!
Wij hebben in ons midden enkele kinderen, die de periode van het jonge schoolkind achter zich hebben, de kinderkerk of zondagsschool ( kindernevendienst ) hebben verlaten en een nieuwe fase in hun leven binnengaan. Ook de opgroeiende jeugd heeft een eigen plaats binnen de gemeenschap van het geloof. Als zodanig bevestigen wij hun opneming als jongeren in de gemeente.
Allereerst mogen jullie, kinderen, weten dat God zelf bij jullie is op de verdere weg. Blijf alle vertrouwen stellen op Jezus Christus als de Heer van jullie leven. Jullie zijn jonge leden van Gods gezin en behoort bij de gemeente; zondags in de kerk, ook met de avondmaalsvierende gelovigen, en door de week in catechese en jeugdwerk. Dit alles gebeurt om jullie te helpen goede leden van Jezus Christus te worden op de plaats, die ieder later zal innemen in de wereld, in eigen huis en in de christengemeente.
Verder, gemeente, herinnert deze opneming van deze kinderen ons allen aan onze verantwoordelijkheid voor de jongeren. Wij moeten die waarmaken in gemeenschap en liefde, in voorbeeld en onderricht.
Zo is dit gebeuren tot eer van God, tot versterking van ons geloof en tot opbouw van Christus. Ere zij de vader en de Zoon en de Heilige Geest, nu en in eeuwigheid. Amen.
Aan de kinderen wordt nu gevraagd:
Willen jullie de Heer Jezus volgen in jullie leven? Waarop zij gezamenlijk met “ja” antwoorden.
Dan volgt de doop van de nog ongedoopte onder deze kinderen. Eerst wordt aan de ouders, indien zij hiermee hebben ingestemd, gevraagd: ouders van N.N. ( voornamen en gezinsnaam van het kind), bent u bereid voor uw deel de verantwoordelijkheid op u te nemen voor de doop van uw kind tot opneming in de gemeente van Christus? Antwoord : ja.
Bij de doop van meerdere kinderen uit verschillende gezinnen wordt deze vraag, uiteraard uitsluitend met hen vooraf uitgesproken instemming, achtereenvolgens aan de ouders van elk kind gesteld.
Dan wordt de gemeente verzocht op te staan en te antwoorden op de vraag : Gemeente, bent u bereid dit opgroeiende kind, dat gedoopt zal worden ( of: deze opgroeiende kinderen, die gedoopt zullen worden ), in uw midden op te nemen en voor uw deel de verantwoordelijkheid voor deze doop te aanvaarden ? Antwoord ( door de gemeente als geheel uit te spreken ) : ja. Dit antwoord kan ook worden gegeven door het gezamenlijk zingen of zingen van de geloofsbelijdenis. Ook wanneer een “ja” door de gemeente is uitgesproken, dient hier de geloofsbelijdenis in elk geval een plaats te hebben.
De kinderen hebben reeds allen met elkaar hun ja-woord gegeven op de aan allen, met inbegrip van de te dopen kinderen, eenvoudig gestelde geloofsvraag. Daarom kan nu de bediening van de doop volgen aan de te dopen kinderen één voor één, waarna de dienaar zegt ( eventueel met opheffing van handen ): De Here zal jullie (je) behoeden op al je wegen van nu aan tot in eeuwigheid. Amen.
Alle kinderen kunnen hierna één voor één bij name naar voren worden geroepen om uit de handen van de begeleiders van kinderkerk of zondagsschool ( kindernevendienst ) een herinnering ( bijv. een bijbeltje ) in ontvangst te nemen. Dit kan ook gebeuren na afloop van de dienst. Afgezien hiervan besluit de dienaar de handeling van de opneming der kinderen met de ( aan 1 Petrus 2 : 5 en Efeziërs 3 : 20-21 ontleende ) woorden tot alle kinderen te richten : laat jullie gebruiken als levende stenen voor de bouw van Gods gemeente om samen met alle anderen de wereld te dienen in geloof, hoop en liefde, en Christus groot te maken van geslacht tot geslacht.
Na een ( staande gezongen ) gemeentelied wordt de dienst, eventueel met viering van het avondmaal, overeenkomstig de liturgische orde voortgezet.