In Bijbels Optiek
2.2.4. Islamitische eschatologie.
Adam wordt in de Koran net zo goed als Eva (die niet bij naam wordt genoemd) verantwoordelijk gesteld voor de zondeval. Hij had zijn partner immers moeten afhouden van het overtreden van Gods gebod. ‘Zonde’ is voor de moslim het begaan van fouten door slechte invloed van buitenaf of van de eigen ziel. Gedragsproblemen komen gedeeltelijk van binnenuit (nafs) en gedeeltelijk van buitenaf (invloed vriendenkring, mensen met een slechte invloed, beïnvloeding door de consumptiemaatschappij, invloed van Satan. Slechte daden kunnen gedeeltelijk worden gecompenseerd door het vervullen van Fard (religieuze plichten), onderwerping aan de wil van de islamgod Allah en het doen van goede daden. Ieders goede en slechte daden zullen tegen elkaar afgewogen worden op hun ‘dag van de opstanding’, ook wel ‘het uur’ of ‘de dag van het oordeel’ genoemd. Door de vergevingsgezindheid van Allah (Rahim) kunnen mensen de hemel bereiken. Soms kan een tijdelijke straf in de hel volgen. Een positieve balans resulteert altijd in rechtstreekse toelating tot het paradijs. Eeuwige straf krijgen ook moslims die ridda hebben begaan, oftewel Gods bestaan hebben ontkend en daarmee getornd hebben aan de inhoud van de geloofsbelijdenis .
Adam wordt in de Koran net zo goed als Eva (die niet bij naam wordt genoemd) verantwoordelijk gesteld voor de zondeval. Hij had zijn partner immers moeten afhouden van het overtreden van Gods gebod. ‘Zonde’ is voor de moslim het begaan van fouten door slechte invloed van buitenaf of van de eigen ziel. Gedragsproblemen komen gedeeltelijk van binnenuit (nafs) en gedeeltelijk van buitenaf (invloed vriendenkring, mensen met een slechte invloed, beïnvloeding door de consumptiemaatschappij, invloed van Satan. Slechte daden kunnen gedeeltelijk worden gecompenseerd door het vervullen van Fard (religieuze plichten), onderwerping aan de wil van de islamgod Allah en het doen van goede daden. Ieders goede en slechte daden zullen tegen elkaar afgewogen worden op hun ‘dag van de opstanding’, ook wel ‘het uur’ of ‘de dag van het oordeel’ genoemd. Door de vergevingsgezindheid van Allah (Rahim) kunnen mensen de hemel bereiken. Soms kan een tijdelijke straf in de hel volgen. Een positieve balans resulteert altijd in rechtstreekse toelating tot het paradijs. Eeuwige straf krijgen ook moslims die ridda hebben begaan, oftewel Gods bestaan hebben ontkend en daarmee getornd hebben aan de inhoud van de geloofsbelijdenis .
In Bijbels Optiek
De Mahdi, 'de van God geleide 12e imam', die volgens de islam opeens op het wereldtoneel zal verschijnen.
Algemeen aanvaard is het geloof in de komst van een messiaanse figuur, al Mahdi (‘de door God geleide’), die de wereld gerechtigheid zal brengen en terug zal voeren naar de ware islam. Maar omdat de Koran daarover zwijgt en sommige van Mohammeds uitspraken daarover, zoals opgetekend in de Hadith, onbetrouwbaar worden gevonden, blijft de identiteit van deze figuur onderwerp van discussie binnen de islam. Zo zou het kunnen gaan om de profeet Jezus als Messias, maar zou het ook kunnen gaan om de profeet Jezus die de Messias op deze Dag zal komen brengen. Op dit punt hebben de sjiieten en soennieten heel afwijkende opvattingen.
Christenen weten zeker dat hun Heer en Verlosser op de wolken van de hemel zal verschijnen in al Zijn heerlijkheid. Hij is de van God gezondene, die de wereldregering op zich zal nemen en als Messias van Israël de wereld in gerechtigheid en vrede zal regeren, duizend jaren lang. Dit is de weg, die de Bijbel wijst. Deze Messias is 2000 jaren geleden op aarde geweest om te lijden en te sterven voor de mensheid, echter is ook opgestaan uit de doden, ging naar de hemel, maar Jahweh, de God van hemel en aarde zal Hem op Zijn tijd terugsturen. Dit tijdstip zal binnenkort aanbreken.
Het paradijs (djenna) wordt in de Koran beschreven als een plaats waar geen moeite, verdriet of vermoeidheid is en waar de rechtvaardigen het aangezicht van de Godheid mogen zien. De paradijsbewoners mogen liggen op zijden rustbanken aan de oevers van stromende rivieren, terwijl zij genieten van hemelse spijzen en dranken, die hen door jongelingen worden aangereikt. Donkerogige maagden (hoerris) staan voortdurend tot hun beschikking. Veel gelovigen vatten deze beschrijving letterlijk op. Moslimgeleerden benadrukken daarnaast het allegorische karakter ervan. Zo zouden de bomen de goede daden symboliseren en de rivieren het geloof van de rechtvaardigen. Omdat de goede vrouwen van de rechtvaardigen ook in het paradijs komen moeten de hoerris, net als de spijzen en dranken, symbool staan voor geestelijke zegeningen. Overigens komt het begrip hoerris slechts tweemaal voor in verzen die in de vroegere periode (in Mekka) zijn geopenbaard. Veel vaker komt het neutrale zawjd voor, dat met partner vertaald kan worden. Vooral voor een feministische uitleg van de Koran is dit van belang. Ook met betrekking tot islam en homoseksualiteit lijken in deze ayaat (verzen in de Koran) mogelijkerwijs een aantal verwijzingen te staan. Voordat het echter zover is, kent de islamiet angst in zijn leven. Na zijn dood loopt de moslim bij het eindoordeel over een dun koord over een ravijn dat naar het paradijs is gespannen. Hij heeft een stok in de handen waaraan links de slechte daden en rechts de goede daden bevestigd zijn. In de afgrond brandt de hel. Zijn de daden niet in evenwicht, dan wankelt hij en valt………WAT EEN ANGST!! Daaruit is misschien het fanatisme van fundamentalisten in de islam te verklaren: zij willen deze fase overslaan en zijn dientengevolge uiterst gewelddadig.
Algemeen aanvaard is het geloof in de komst van een messiaanse figuur, al Mahdi (‘de door God geleide’), die de wereld gerechtigheid zal brengen en terug zal voeren naar de ware islam. Maar omdat de Koran daarover zwijgt en sommige van Mohammeds uitspraken daarover, zoals opgetekend in de Hadith, onbetrouwbaar worden gevonden, blijft de identiteit van deze figuur onderwerp van discussie binnen de islam. Zo zou het kunnen gaan om de profeet Jezus als Messias, maar zou het ook kunnen gaan om de profeet Jezus die de Messias op deze Dag zal komen brengen. Op dit punt hebben de sjiieten en soennieten heel afwijkende opvattingen.
Christenen weten zeker dat hun Heer en Verlosser op de wolken van de hemel zal verschijnen in al Zijn heerlijkheid. Hij is de van God gezondene, die de wereldregering op zich zal nemen en als Messias van Israël de wereld in gerechtigheid en vrede zal regeren, duizend jaren lang. Dit is de weg, die de Bijbel wijst. Deze Messias is 2000 jaren geleden op aarde geweest om te lijden en te sterven voor de mensheid, echter is ook opgestaan uit de doden, ging naar de hemel, maar Jahweh, de God van hemel en aarde zal Hem op Zijn tijd terugsturen. Dit tijdstip zal binnenkort aanbreken.
Het paradijs (djenna) wordt in de Koran beschreven als een plaats waar geen moeite, verdriet of vermoeidheid is en waar de rechtvaardigen het aangezicht van de Godheid mogen zien. De paradijsbewoners mogen liggen op zijden rustbanken aan de oevers van stromende rivieren, terwijl zij genieten van hemelse spijzen en dranken, die hen door jongelingen worden aangereikt. Donkerogige maagden (hoerris) staan voortdurend tot hun beschikking. Veel gelovigen vatten deze beschrijving letterlijk op. Moslimgeleerden benadrukken daarnaast het allegorische karakter ervan. Zo zouden de bomen de goede daden symboliseren en de rivieren het geloof van de rechtvaardigen. Omdat de goede vrouwen van de rechtvaardigen ook in het paradijs komen moeten de hoerris, net als de spijzen en dranken, symbool staan voor geestelijke zegeningen. Overigens komt het begrip hoerris slechts tweemaal voor in verzen die in de vroegere periode (in Mekka) zijn geopenbaard. Veel vaker komt het neutrale zawjd voor, dat met partner vertaald kan worden. Vooral voor een feministische uitleg van de Koran is dit van belang. Ook met betrekking tot islam en homoseksualiteit lijken in deze ayaat (verzen in de Koran) mogelijkerwijs een aantal verwijzingen te staan. Voordat het echter zover is, kent de islamiet angst in zijn leven. Na zijn dood loopt de moslim bij het eindoordeel over een dun koord over een ravijn dat naar het paradijs is gespannen. Hij heeft een stok in de handen waaraan links de slechte daden en rechts de goede daden bevestigd zijn. In de afgrond brandt de hel. Zijn de daden niet in evenwicht, dan wankelt hij en valt………WAT EEN ANGST!! Daaruit is misschien het fanatisme van fundamentalisten in de islam te verklaren: zij willen deze fase overslaan en zijn dientengevolge uiterst gewelddadig.