In Bijbels Optiek
Het gebed zoals de bijbel leert.
Inleiding.
Gebed is een van de vormen waarin wij met God kunnen communiceren. Gebed is echter niet alleen `praten met God', maar het is ook een vraagtaal: bij gebed gaat het dikwijls om vragen en ontvangen. Door ons gebed kunnen wij het hart van God aanraken. God antwoordt ons gebed dan met een woord of met een gave.
Inleiding.
Gebed is een van de vormen waarin wij met God kunnen communiceren. Gebed is echter niet alleen `praten met God', maar het is ook een vraagtaal: bij gebed gaat het dikwijls om vragen en ontvangen. Door ons gebed kunnen wij het hart van God aanraken. God antwoordt ons gebed dan met een woord of met een gave.
In Bijbels Optiek
Rosalind Rinker schreef een verhelderend boek met de titel: Bidden = Praten met God.
Ps 118:5: `Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld.'
Jer 33:3: `Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet.'
Lu 11:9-10: `En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden.'
Mt 7:11: `Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.'
Nu wij weten dat God een beloner van ons gebed is, dringt zich de vraag op wat wij dan al niet kunnen vragen. De apostel geeft daar een duidelijk antwoord op: wat wij ook bidden.
1 Joh. 5:15: `En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, WAT WIJ OOK BIDDEN, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.'
Als God ons gebed beantwoordt, dan doet God oneindig veel meer dan wij kunnen bidden en beseffen. Onze God is een God van overvloed.
Ef. 3:20-21: `Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, BIJ MACHTE IS ONEINDIG VEEL MEER TE DOEN DAN WIJ BIDDEN OF BESEFFEN, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.'
Ps 118:5: `Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld.'
Jer 33:3: `Roep tot Mij en Ik zal u antwoorden en u grote, ondoorgrondelijke dingen verkondigen, waarvan gij niet weet.'
Lu 11:9-10: `En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden.'
Mt 7:11: `Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.'
Nu wij weten dat God een beloner van ons gebed is, dringt zich de vraag op wat wij dan al niet kunnen vragen. De apostel geeft daar een duidelijk antwoord op: wat wij ook bidden.
1 Joh. 5:15: `En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, WAT WIJ OOK BIDDEN, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.'
Als God ons gebed beantwoordt, dan doet God oneindig veel meer dan wij kunnen bidden en beseffen. Onze God is een God van overvloed.
Ef. 3:20-21: `Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, BIJ MACHTE IS ONEINDIG VEEL MEER TE DOEN DAN WIJ BIDDEN OF BESEFFEN, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.'
In Bijbels Optiek
God geeft altijd meer dan wij bidden of beseffen. Hij vergeeft onze vergeetachtigheid en laksheid zegent ons, ook met dagelijks brood, als wij bidden in Jezus’ naam.
Hoewel God een beloner van het gebed is, hebben wij allemaal wel eens meegemaakt dat het tegenovergestelde waar lijkt te zijn. Wij bidden dan zonder daarop antwoord te krijgen, wij kloppen en er wordt niet opengedaan, wij zoeken en wij vinden niet. Hoe komt dat? En: wat
kunnen wij doen om daarin verandering te brengen? De Schrift geeft een duidelijk antwoord op ons probleem. Als ons gebed vruchteloos lijkt te zijn, komt dat doordat wij VERKEERD bidden.
Jac. 4:3: `Of, gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij VERKEERD bidt...'
Ons gebed moet aan een aantal voorwaarden voldoen, wil het een GOED gebed zijn en door God beantwoordt worden. Daarvoor geeft de Schrift zelf duidelijke richtlijnen. Als we deze richtlijnen bestuderen en in ons gebedsleven toepassen, zal ons gebed niet langer vruchteloos zijn. We zulen bidden en ontvangen, zoeken en vinden, ontdekken dat Gods hart groot is en onze verlangens beantwoordt met overvloed.
Richtlijnen voor het Bijbelse gebed.
1) In het verborgene
Een eerste richtlijn voor ons gebedsleven bestaat in een houding van ons hart. Ons gebed moet eerlijk, oprecht en zonder bijbedoelingen zijn. Jezus spreekt over huichelaars die bidden op de hoeken van de straten om door de mensen gezien te worden. Tegen zulk een gebed brandt Gods toorn (Ps 80:5).
Hoewel God een beloner van het gebed is, hebben wij allemaal wel eens meegemaakt dat het tegenovergestelde waar lijkt te zijn. Wij bidden dan zonder daarop antwoord te krijgen, wij kloppen en er wordt niet opengedaan, wij zoeken en wij vinden niet. Hoe komt dat? En: wat
kunnen wij doen om daarin verandering te brengen? De Schrift geeft een duidelijk antwoord op ons probleem. Als ons gebed vruchteloos lijkt te zijn, komt dat doordat wij VERKEERD bidden.
Jac. 4:3: `Of, gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij VERKEERD bidt...'
Ons gebed moet aan een aantal voorwaarden voldoen, wil het een GOED gebed zijn en door God beantwoordt worden. Daarvoor geeft de Schrift zelf duidelijke richtlijnen. Als we deze richtlijnen bestuderen en in ons gebedsleven toepassen, zal ons gebed niet langer vruchteloos zijn. We zulen bidden en ontvangen, zoeken en vinden, ontdekken dat Gods hart groot is en onze verlangens beantwoordt met overvloed.
Richtlijnen voor het Bijbelse gebed.
1) In het verborgene
Een eerste richtlijn voor ons gebedsleven bestaat in een houding van ons hart. Ons gebed moet eerlijk, oprecht en zonder bijbedoelingen zijn. Jezus spreekt over huichelaars die bidden op de hoeken van de straten om door de mensen gezien te worden. Tegen zulk een gebed brandt Gods toorn (Ps 80:5).
In Bijbels Optiek
Wat wij in de binnenkamer of het verborgene in gelovig gebed aan God vragen, zal Hij ons in het openbaar vergelden.
Wij echter moeten bidden in het verborgene, in onze binnenkamer. Jezus zelf trok zich terug in eenzame plaatsen om te bidden. Als wij bidden vanuit de oprechtheid van ons hart, dan wordt ons gebed wel door God beloond.
Mt 6:5-6: `En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars, want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.'
Spr 15:8: `Het offer der goddelozen is de Here een gruwel, maar aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen.'
Mt 14:23: `En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen.'
Mr 1:35: `En vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op en ging naar buiten en Hij ging heen naar een eenzame plaats en bad aldaar.'
Lu 5:16: `Doch Hij trok Zich terug in de eenzame plaatsen om te bidden.'
2) Geen omhaal van woorden
Ook bij deze richtlijn gaat het om de instelling van ons hart. De huichelaars spreken voor de schijn lange gebeden uit. Wij echter moeten geen omhaal van woorden gebruiken. Ons gebed moet eenvoudig zijn, want God weet wat wij van node hebben, nog voordat wij tot Hem bidden.
Wij echter moeten bidden in het verborgene, in onze binnenkamer. Jezus zelf trok zich terug in eenzame plaatsen om te bidden. Als wij bidden vanuit de oprechtheid van ons hart, dan wordt ons gebed wel door God beloond.
Mt 6:5-6: `En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars, want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.'
Spr 15:8: `Het offer der goddelozen is de Here een gruwel, maar aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen.'
Mt 14:23: `En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen.'
Mr 1:35: `En vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op en ging naar buiten en Hij ging heen naar een eenzame plaats en bad aldaar.'
Lu 5:16: `Doch Hij trok Zich terug in de eenzame plaatsen om te bidden.'
2) Geen omhaal van woorden
Ook bij deze richtlijn gaat het om de instelling van ons hart. De huichelaars spreken voor de schijn lange gebeden uit. Wij echter moeten geen omhaal van woorden gebruiken. Ons gebed moet eenvoudig zijn, want God weet wat wij van node hebben, nog voordat wij tot Hem bidden.
In Bijbels Optiek
Het gebed moet eenvoudig zijn en geen omhaal van woorden bevatten.
Mt 23:14: `Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij eet de huizen der weduwen op, terwijl gij voor de schijn lange gebeden uitspreekt. Daarom zult gij zwaarder oordeel ontvangen.'
Mt 6:7-8: `En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden. Wordt hun dan niet gelijk, want God uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.'
3) In de naam van Jezus
Alles wat wij van God krijgen, krijgen wij vanuit het volbrachte werk van Christus Jezus. Daarom moeten wij bidden in de naam van Jezus.
Mt 23:14: `Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij eet de huizen der weduwen op, terwijl gij voor de schijn lange gebeden uitspreekt. Daarom zult gij zwaarder oordeel ontvangen.'
Mt 6:7-8: `En gebruikt bij uw bidden geen omhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen door hun veelheid van woorden verhoord te zullen worden. Wordt hun dan niet gelijk, want God uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt.'
3) In de naam van Jezus
Alles wat wij van God krijgen, krijgen wij vanuit het volbrachte werk van Christus Jezus. Daarom moeten wij bidden in de naam van Jezus.
In Bijbels Optiek
De weg naar Gods genadetroon vindt men alleen in Jezus’ naam.
Joh 14:13-14: `En wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.'
Joh 16:23-24: `En te dien dage zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.'
4) Met geloof
Als wij in gebed iets vragen, dan moet dat gepaard gaan met geloof, want geloof is `de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.' (Heb 11:1)
Mt 21:22: `En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.'
Jak 1:6: `Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.'
Joh 14:13-14: `En wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.'
Joh 16:23-24: `En te dien dage zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.'
4) Met geloof
Als wij in gebed iets vragen, dan moet dat gepaard gaan met geloof, want geloof is `de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.' (Heb 11:1)
Mt 21:22: `En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.'
Jak 1:6: `Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.'
In Bijbels Optiek
Bidt en u zal gegeven worden.
Mr: 11:24 `Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.'
5) Met volharding
Ons gebed wordt vruchtbaar als wij bidden met volharding. Jezus bad tot driemaal in de hof van Getsemane. (Mt 26:36-45) Elia bad zevenmaal om het te laten regenen. (1Kon 18:42-45)
Rom.12:12: `Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed.'
Luc 18:1: `Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen.'
Col. 4:2: `Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.'
Mr: 11:24 `Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.'
5) Met volharding
Ons gebed wordt vruchtbaar als wij bidden met volharding. Jezus bad tot driemaal in de hof van Getsemane. (Mt 26:36-45) Elia bad zevenmaal om het te laten regenen. (1Kon 18:42-45)
Rom.12:12: `Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed.'
Luc 18:1: `Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen.'
Col. 4:2: `Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.'
In Bijbels Optiek
Volhardt in het gebed.
Ef. 6:18: `En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen.'
Hnd 1:14: `Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders’.
6) Rechtvaardigheid
Een rechtvaardig leven zonder zonde is een van de belangrijkste voorwaarden voor een vruchtbaar gebed:
Jac. 5:16-18: `Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. HET GEBED VAN EEN RECHTVAARDIGE VERMAG VEEL, doordat er kracht aan verleend wordt. Elia was slechts een mens zoals wij en hij bad een gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op het land, drie jaar en zes maanden lang en hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde deed haar vrucht uitspruiten.'
Ef. 6:18: `En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen.'
Hnd 1:14: `Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders’.
6) Rechtvaardigheid
Een rechtvaardig leven zonder zonde is een van de belangrijkste voorwaarden voor een vruchtbaar gebed:
Jac. 5:16-18: `Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. HET GEBED VAN EEN RECHTVAARDIGE VERMAG VEEL, doordat er kracht aan verleend wordt. Elia was slechts een mens zoals wij en hij bad een gebed, dat het niet regenen zou, en het regende niet op het land, drie jaar en zes maanden lang en hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde deed haar vrucht uitspruiten.'
In Bijbels Optiek
Elia bad in het oprechte vertrouwen tot God, dat Hij hem zijn opdracht gegeven had. De regen stopte en begon weer na zijn gelovig gebed.
Spr 15:29: `Ver is de Here van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen hoort Hij.'
7) Ondergeschikt aan Gods wil
Ons gebed moet door ons ondergeschikt aan Gods wil worden gemaakt. Jezus bad in de hof van Getsémané:
Mt 26:39: `En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; DOCH NIET GELIJK IK WIL, MAAR GELIJK GIJ WILT.'
1 Joh 5:14: `En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort.'
Spr 15:29: `Ver is de Here van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen hoort Hij.'
7) Ondergeschikt aan Gods wil
Ons gebed moet door ons ondergeschikt aan Gods wil worden gemaakt. Jezus bad in de hof van Getsémané:
Mt 26:39: `En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; DOCH NIET GELIJK IK WIL, MAAR GELIJK GIJ WILT.'
1 Joh 5:14: `En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort.'
In Bijbels Optiek
Jezus bad ondergeschikt aan Gods wil.
8) Geleid door de Heilige Geest
Wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren. Daarom moet ons gebedsleven geleid en geïnspireerd zijn door de Heilige Geest.
Rom 8:26-27: `En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.'
Ef. 6:18: `En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest...'
Judas: 1:20 `Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en DOOR TE BIDDEN IN DE HEILIGE GEEST.'
8) Geleid door de Heilige Geest
Wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren. Daarom moet ons gebedsleven geleid en geïnspireerd zijn door de Heilige Geest.
Rom 8:26-27: `En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.'
Ef. 6:18: `En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest...'
Judas: 1:20 `Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en DOOR TE BIDDEN IN DE HEILIGE GEEST.'
In Bijbels Optiek
Het boekje Judas maant ons te bidden ‘in de Heilige Geest’.
9) Het bewaren van Gods geboden
Gods geboden bewaren in ons hart, Gods woorden horen en doen, is een fundamentele voorwaarde voor de verhoring van ons gebed.
1 Joh. 3:21-22: `Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid tegenover God, en ontvangen wij van Hem al wat wij bidden, daar wij zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor zijn aangezicht.'
Joh 15:7: `Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.'
10) Als met brozer vaatwerk
De gehuwde man moet verstandig omgaan met zijn vrouw, opdat zijn gebeden niet belemmerd worden.
1 Petr. 3:7: `Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede-erfgenamen zijn van de genade des levens, OPDAT UW GEBEDEN NIET BELEMMERD WORDEN.'
11) Met dankzegging
Als wij bidden, moeten wij geloven, dat wij het hebben ontvangen. Als wij het hebben ontvangen, dan past ons alleen nog dankzegging. Daarom moet elk gelovig gebed met dankzegging gepaard gaan.
Mr 11:24: `Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.'
Flp 4:6: `Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.'
9) Het bewaren van Gods geboden
Gods geboden bewaren in ons hart, Gods woorden horen en doen, is een fundamentele voorwaarde voor de verhoring van ons gebed.
1 Joh. 3:21-22: `Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid tegenover God, en ontvangen wij van Hem al wat wij bidden, daar wij zijn geboden bewaren en doen wat welgevallig is voor zijn aangezicht.'
Joh 15:7: `Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.'
10) Als met brozer vaatwerk
De gehuwde man moet verstandig omgaan met zijn vrouw, opdat zijn gebeden niet belemmerd worden.
1 Petr. 3:7: `Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede-erfgenamen zijn van de genade des levens, OPDAT UW GEBEDEN NIET BELEMMERD WORDEN.'
11) Met dankzegging
Als wij bidden, moeten wij geloven, dat wij het hebben ontvangen. Als wij het hebben ontvangen, dan past ons alleen nog dankzegging. Daarom moet elk gelovig gebed met dankzegging gepaard gaan.
Mr 11:24: `Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.'
Flp 4:6: `Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.'
In Bijbels Optiek
Weest in geen ding bezorgd, maar leg uw problemen aan de voet van het kruis.
Col 1:3: `Wij danken God, de Vader van onze Here Jezus Christus, te allen tijde bij ons bidden voor u.'
Col 4:2: `Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.'
12) Eendrachtig
Als wij gezamenlijk met anderen bidden, is het erg belangrijk dat wij eendrachtig zijn: één van geest en één van ziel, want daar gebiedt de Heer zijn zegen.
Mt 18:19-20: `Wederom, voorwaar Ik zeg u, dat, als twee van u op de aarde iets EENPARIG zullen begeren, het hun zal ten deel vallen van mijn Vader, die in de hemelen is. Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.'
Hnd 1:14: `Deze allen bleven EENDRACHTIG volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.'
Flp 1:27: `Alleen, gedraagt u waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig blijf, ik van u moge horen, dat gij vaststaat in ÉÉN GEEST, ÉÉN VAN ZIEL medestrijdende voor het geloof aan het evangelie'
Col 1:3: `Wij danken God, de Vader van onze Here Jezus Christus, te allen tijde bij ons bidden voor u.'
Col 4:2: `Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt.'
12) Eendrachtig
Als wij gezamenlijk met anderen bidden, is het erg belangrijk dat wij eendrachtig zijn: één van geest en één van ziel, want daar gebiedt de Heer zijn zegen.
Mt 18:19-20: `Wederom, voorwaar Ik zeg u, dat, als twee van u op de aarde iets EENPARIG zullen begeren, het hun zal ten deel vallen van mijn Vader, die in de hemelen is. Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden.'
Hnd 1:14: `Deze allen bleven EENDRACHTIG volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.'
Flp 1:27: `Alleen, gedraagt u waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig blijf, ik van u moge horen, dat gij vaststaat in ÉÉN GEEST, ÉÉN VAN ZIEL medestrijdende voor het geloof aan het evangelie'
In Bijbels Optiek
Bid één van geest, één van ziel.
Flp 2:2: `Maakt dan mijn blijdschap volkomen door EENSGEZIND te zijn, ÉÉN IN LIEFDEBETOON, ÉÉN VAN ZIEL, ÉÉN IN STREVEN.'
Ps 133:1-3: `Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen...... Want daar gebiedt de Here de zegen, leven tot in eeuwigheid.'
Flp 2:2: `Maakt dan mijn blijdschap volkomen door EENSGEZIND te zijn, ÉÉN IN LIEFDEBETOON, ÉÉN VAN ZIEL, ÉÉN IN STREVEN.'
Ps 133:1-3: `Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen...... Want daar gebiedt de Here de zegen, leven tot in eeuwigheid.'