Click here to edit.
De getuigen
In Matthéüs 26:59-60 lezen wij: “De overpriesters en de gehele Raad (???) trachtten een vals getuigenis tegen Jezus te vinden om Hem ter dood te brengen, maar zij vonden er geen, hoewel er vele valse getuigen optraden”.
In Matthéüs 26:59-60 lezen wij: “De overpriesters en de gehele Raad (???) trachtten een vals getuigenis tegen Jezus te vinden om Hem ter dood te brengen, maar zij vonden er geen, hoewel er vele valse getuigen optraden”.
In Bijbels Optiek
De Mishna resulteerde in de schepping van de Talmoed en haar commentaren.
Dit is duidelijk in strijd met Mishna 5 van het Talmoedtractaat over het Sanhedrin, hoofdstuk 4: Op welke wijze boezemde men de getuigen in halszaken ontzag in? Men voerde ze binnen en boezemde ze ontzag in met deze worden: “Misschien spreekt gij op grond van een vermoeden of van horen zeggen of op grond van wat gij van andere getuigen gehoord hebt, of denkt gij: wij hebben het uit de mond van een betrouwbaar man gehoord; of misschien weet gij niet, dat wij u aanstonds door nauwkeurig onderzoek op de proef zullen stellen.
Weet, dat halszaken niet gelijk staan met geldzaken, want bij geldzaken kan iemand het geld teruggeven en dan strekt hem dat tot verzoening, maar in halszaken blijft de schuld voor het vergoten bloed van hem (n.l. de gedode) en van zijn (mogelijke) nakomelingen op hem (de valse aanklager) rusten tot het einde van de wereld.
Zo vinden wij bij Kaïn, die zijn broeder verslagen heeft, dat er (in de heilige Schrift) gezegd wordt: “Het meervoudige bloed (het woord voor bloed dam staat in Genesis 4:10-11 in meervoud: d’mei) van uw broeder schreit tot Mij”. Er staat niet “dam - het bloed van uw broeder”, maar: “d’mei - het meervoudige bloed van uw broeder”, namelijk zijn bloed en dat van zijn (mogelijke) nakomelingen...
Daarom is de mens als enige geschapen, om u te leren, dat wanneer iemand een enkele persoon vernietigt, de Schrift het hem aanrekent, alsof hij een gehele wereld vernietigd heeft, en dat, als iemand één enkele persoon in leven houdt, de Schrift het hem aanrekent, alsof hij een gehele wereld behouden heeft... Misschien zult gij echter zeggen: “Waartoe halen wij ons al die onaangenaamheid op de hals door als getuige op te treden?”
Er is echter gezegd Leviticus 5:1): “Wanneer hij getuige was, of het gezien heeft, of het weet, indien hij het dan niet meedeelt, zal hij zijn schuld dragen”.
Mishna 5 van hoofdstuk 4 zegt dus duidelijk: in het geval van valse getuigenis bij een halszaak kleeft het bloed van de onschuldig veroordeelde met dat van diens mogelijke nageslacht aan hem tot het einde van de wereld.
Volgens Mishna 1 van hoofdtuk 4 begint men bij halszaken bovendien niet met argumenten tot veroordeling, maar met die tot vrijspraak omdat de Thora dit zelf ook doet (vgl. Numeri 5:19-20).
In Mishna 5 van hoofdstuk 5 wordt verklaard dat bij een halszaak, in geval men niet tot vrijspraak heeft kunnen concluderen, de zitting verdaagd wordt naar de volgende dag; de rechters dienen zich twee aan twee terug te trekken. Zij moeten gedurende de hele nacht samen studeren op de Bijbelplaatsen, die materiaal bevatten dat in verband staat met de gepleegde misdaad en die licht kunnen werpen op de zaak.
De volgende dag wordt het proces voortgezet. Vindt men nog steeds geen schuld, dat wordt de beklaagde vrijgelaten. Komt men echter niet tot overeenstemming, dan wordt er gestemd: bij 12 stemmen voor veroordeling en 11 voor vrijspraak wordt het Hof telkens met 2 rechters aangevuld tot een maximum van 71 tot er een meerderheid is van 1 stem voor vrijspraak of van minstens 2 stemmen voor veroordeling.
Was dit bij het proces tegen het geval? Neen!
Dit is duidelijk in strijd met Mishna 5 van het Talmoedtractaat over het Sanhedrin, hoofdstuk 4: Op welke wijze boezemde men de getuigen in halszaken ontzag in? Men voerde ze binnen en boezemde ze ontzag in met deze worden: “Misschien spreekt gij op grond van een vermoeden of van horen zeggen of op grond van wat gij van andere getuigen gehoord hebt, of denkt gij: wij hebben het uit de mond van een betrouwbaar man gehoord; of misschien weet gij niet, dat wij u aanstonds door nauwkeurig onderzoek op de proef zullen stellen.
Weet, dat halszaken niet gelijk staan met geldzaken, want bij geldzaken kan iemand het geld teruggeven en dan strekt hem dat tot verzoening, maar in halszaken blijft de schuld voor het vergoten bloed van hem (n.l. de gedode) en van zijn (mogelijke) nakomelingen op hem (de valse aanklager) rusten tot het einde van de wereld.
Zo vinden wij bij Kaïn, die zijn broeder verslagen heeft, dat er (in de heilige Schrift) gezegd wordt: “Het meervoudige bloed (het woord voor bloed dam staat in Genesis 4:10-11 in meervoud: d’mei) van uw broeder schreit tot Mij”. Er staat niet “dam - het bloed van uw broeder”, maar: “d’mei - het meervoudige bloed van uw broeder”, namelijk zijn bloed en dat van zijn (mogelijke) nakomelingen...
Daarom is de mens als enige geschapen, om u te leren, dat wanneer iemand een enkele persoon vernietigt, de Schrift het hem aanrekent, alsof hij een gehele wereld vernietigd heeft, en dat, als iemand één enkele persoon in leven houdt, de Schrift het hem aanrekent, alsof hij een gehele wereld behouden heeft... Misschien zult gij echter zeggen: “Waartoe halen wij ons al die onaangenaamheid op de hals door als getuige op te treden?”
Er is echter gezegd Leviticus 5:1): “Wanneer hij getuige was, of het gezien heeft, of het weet, indien hij het dan niet meedeelt, zal hij zijn schuld dragen”.
Mishna 5 van hoofdstuk 4 zegt dus duidelijk: in het geval van valse getuigenis bij een halszaak kleeft het bloed van de onschuldig veroordeelde met dat van diens mogelijke nageslacht aan hem tot het einde van de wereld.
Volgens Mishna 1 van hoofdtuk 4 begint men bij halszaken bovendien niet met argumenten tot veroordeling, maar met die tot vrijspraak omdat de Thora dit zelf ook doet (vgl. Numeri 5:19-20).
In Mishna 5 van hoofdstuk 5 wordt verklaard dat bij een halszaak, in geval men niet tot vrijspraak heeft kunnen concluderen, de zitting verdaagd wordt naar de volgende dag; de rechters dienen zich twee aan twee terug te trekken. Zij moeten gedurende de hele nacht samen studeren op de Bijbelplaatsen, die materiaal bevatten dat in verband staat met de gepleegde misdaad en die licht kunnen werpen op de zaak.
De volgende dag wordt het proces voortgezet. Vindt men nog steeds geen schuld, dat wordt de beklaagde vrijgelaten. Komt men echter niet tot overeenstemming, dan wordt er gestemd: bij 12 stemmen voor veroordeling en 11 voor vrijspraak wordt het Hof telkens met 2 rechters aangevuld tot een maximum van 71 tot er een meerderheid is van 1 stem voor vrijspraak of van minstens 2 stemmen voor veroordeling.
Was dit bij het proces tegen het geval? Neen!